• Lang, lang geleden, was er een koninkrijk met een koning die nooit de steun van zijn volk had gekregen, was het niet dat ze bang voor hem waren. De enige reden en de enige manier waarop deze man ooit aan de macht is gekomen, is namelijk het feit dat deze man de oorspronkelijke koningin, haar nakomelingen en heel veel trouwe burgers heeft afgeslacht.
    Nu, twintig jaar na het afschuwelijke voorval, lijkt de rust in het koninkrijk eindelijk zijn teruggekeerd. De koning lijkt geaccepteerd en iedereen lijkt zijn rol op het paleis en daaromheen vol tevredenheid uit te voeren.
    Maar… schijn bedriegt. Er zijn mensen in de dorpen die twee gezichten lijken te hebben. Een net, mooi gezicht dat ze opzetten om de koning te laten geloven hoe goed ze bezig zijn en een gezicht dat ze het liefst zo veel mogelijk van de koning verwijderd proberen te houden.
    Zelfs op het kasteel zelf, waar alles op rolletjes zou moeten lopen, zijn er mensen die anders zijn dan ze zich voordoen. Zo zijn er jonkvrouwen die eigenlijk veel liever iemand anders zouden zijn en ridders die zich, uit het zicht van de koning om, als eikels gedragen.
    Zal de koning alles in de hand kunnen houden?
    En wat als dit nog niet alles is?

    Heel diep in de verboden bossen vlakbij het koninkrijk, leeft namelijk een ander volk. Een volk vol mensen die allemaal hun eigen reden hebben om de nieuwe koning te haten, allemaal op de één of andere manier in aanraking zijn geweest met de gruwelijke daden van deze nieuwe koning. Deze mensen strijden, vechten, trainen, wachtend tot het moment dat ze de strijd aan kunnen gaan met de koning.
    Zal dat moment nu aangebroken zijn, nu dat het koninkrijk sterk maar zwak tegelijk lijkt? Of zullen ze nog moeten wachten?

    Regels
    - Houdt je aan de huisregels van Quizlet
    - Reserveringen blijven drie dagen staan
    - Ik maak de nieuwe topics aan, tenzij anders aangegeven
    - Geen perfecte personages
    - Minimaal 200 woorden


    Mensen in het koninkrijk
    - Katrina Eloise de Ravin - de konings beschermelinge - Saralonde
    - Terra Fraser - bediende - Saiph
    - Elia - courtisane - Seadra
    - Isabelle Jeanne Durville - Weduwe gravin - Emeldir
    - Gereserveerd - ridder - Seadra
    - Dylan Bo Cruz - Prins - TheseWords
    - Caspian Alexander Richmond DéLorde - Ridder - Unrequited
    - Colin - persoonlijke bediende van de prins - saralonde


    Mensen in het verboden bos
    - Averline Diana Rose Chevalier - van adel, weggelopen van huis - Lutalica
    - Victoire Marie de Paget / Daiva in Blauw - genezeres - Nacht
    - Woody Kinsley - wapensmid - Saiph
    - Gereserveerd - Emeldir
    -
    -


    Begin
    We beginnen op een zonnige dinsdagochtend, de normale ochtend binnen het koninkrijk. De ridders zijn aan het trainen, de bediendes voeren de opdrachten uit die aan hen zijn opgedragen en de andere inwoners van het koninkrijk en de mensen uit het verboden bos zijn bezig met hun dagelijkse bezigheden, waar deze dan ook uit mogen bestaan.


    Keep your head up, keep your heart strong

    MT.


    She was always looking for more..

    MT :)

    (Even MT. Nogmaals mijn excuses voor mijn uitgelopen vertraging. De examens slokken nu echt even al mijn tijd op. :c)


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Colin



    Van wat lawaai buiten werd Colin na een korte nacht rust verschrikt wakker. Hij sloeg de dekens over zijn oren heen en draaide zich nog een keer om. Het duurde even voordat hij besefte dat het al licht buiten was en dat hij al lang had moeten op staan. Geschrokt gooide hij wild zijn lakens van hem af en sprong uit bed. Hij keek uit het raam en zag dat een aantal ridders al begonnen waren met de dinsdag ochtend training. Zijn ogen werden groot. Hij had allang bij de prins, Dylan, moeten zijn met ontbijt en om hem te assisteren met aankleden. Snel kleedde Colin zich aan en liep zijn kamer uit. Zijn oom Doran was al wakker en zat aan de eettafel met ontbijt. Ondertussen bladerde hij in een dik boek en mompelde wat in zichzelf. Colin liep naar de wastafel en gooide snel wat water in zijn gezicht om een beetje wakker te worden. “Goedemorgen. Ik dacht dat je allang weg was Colin, anders had ik je wel wakker gemaakt.” zei zijn oom. “Hier neem wat te eten, je mag het mijne hebben.” Voegde hij toe terwijl hij de kom met pap naar de andere kant van de tafel schoof.
    Colin schudde zijn hoofd en liep naar de deur toe. “Geen tijd voor oom. Ik moet gaan, ben laat.” Zei hij snel voor hij de deur uit liep en die haastig achter zich dicht trok. Gisteravond was hij veel te lang bezig geweest met de huishoudelijke klussen, het schoonmaken van Dylans harnas en het nog bijkomstige nachtelijk plukken van een bepaald kruid voor Doran. Colin had veel te weinig slaap gehad om goed uitgerust te zijn. Snel rende hij over de binnenplaats van het kasteel naar de keuken toe om Dylans ontbijt op te halen. Natuurlijk was die compleet aan de andere kant van het kasteel. Colin verwachte niet dat er nu al iemand over de binnenplaats zou lopen en rende al slaperig en deels verblind door de zon, Katrina omver.
    “Hhhet.. ssspijt me verschrikkelijk, lady Katrina.” stamelde hij en hielp haar snel overeind. Vervolgens maakte hij een nette buiging voor haar. Hij zag dat een aantal pioenrozen van het bosje in haar hand geknakt waren. “Ik zorg dat je nieuwe krijgt in je kamer. Een grote bos” zei Colin, terwijl hij ondertussen verder liep. Hij wist dat Katrina graag bloemen in haar kamer had staan en deze vaak zelf uit de tuin uitzocht. Colin hoorde haar nog wat na roepen, maar kon het door zijn snelle tempo niet verstaan. Snel haalde hij in de keuken het volle ontbijtbord van Dylan op en pakte snel nog een klein broodje mee voor zichzelf. Hij wist dat de kokkin hem dan meestal een draai om zijn oren gaf, maar gelukkig was zij er nu niet. Hij liep met een iets rustiger tempo door naar Dylans kamer en propte ondertussen het broodje snel in zijn mond. De laatste hap slikte hij snel door, toen hij Dylans kamer deur open deed. Hopend dat de prins nog lag te slapen en niet chagrijnig, omdat hij te laat was, al op hem zat te wachten. Of nog erger zelfs al naar buiten was om te trainen met de ridders. “Goedemorgen zonnestraaltje. “zei Colin vrolijk terwijl hij zijn eerste stap binnen de kamer zette.

    [ bericht aangepast op 11 mei 2016 - 18:23 ]

    (MT)


    'It's sad how we are not alone in our loneliness.' @thesilencefeeling


    Adeline "Della Bella" Bella Holmes

    Het was een mooie dinsdagochtend met een heerlijk ochtendzonnetje. Hoewel de doordeweekse dagen normaal aan me voorbij vlogen, was deze dag een dag die me voor altijd bij zou blijven. Het was nu precies zes jaar geleden dat mijn broers dood werd bevestigd. Het was een dag om nooit te vergeten, simpelweg omdat het een dag was dat ik voor het eerst te maken kreeg met doodsangst. Ik was toen zestien, de leeftijd van een jong onschuldig meisje. Hoewel het al zolang geleden lijkt, voel ik de pijn weer opborrelen bij de gedachte aan die dag. Het is ook de reden dat ik weer een nacht heb overgeslagen. De nachtmerries en gedachtes waren me te veel geweest. Even had ik erover nagedacht om op Salvator het bos in te trekken en mezelf te vergezellen met het volk, maar de pijn was dragelijker als ik het alleen leed. Dus had ik mijn nacht al lezend doorgebracht. Ook had ik nieuwe jurken ontworpen voor op de markt. De ochtendzon prikte in mijn vermoeide ogen en ik moest een gaap onderdrukken. Om wakker te blijven focuste ik me op de bloemen in de tuin. Vooral de struik die ik als symbool voor mijn oudste broer had gepland, kreeg extra aandacht. Ik knipte de struiken bij en gaf de planten water, aangezien ik een droge, zonnige dinsdag verwachtte. Ik verzorgde de bloemen elke dag met veel liefde, waardoor, de klus al snel was geklaard. Het liet me verveeld achter, dus besloot ik even uit te rusten. Ik genoot van de zonnestralen op mijn gezicht en van de grassprietjes onder mijn blote voeten. Mijn hond, Koda, sprong vrolijk in het rond en achtervolgde vlindertjes. Zijn activiteiten deden me altijd glimlachen, waardoor ik plaats nam op het vochtige gras en genoot van de rust die de ochtend met zich meebracht. Het gezang van vogeltjes, het geblaf van Koda en het gehinnik van Salvator deden me ondanks de lading op deze dag glimlachen. Ik sloot mijn ogen en liet mijn rug op het gras rusten. De dauw trok in mijn blauwe, favoriete jurk. Na een zware nacht vond ik eindelijk mijn rust en voelde mezelf lichtjes wegdommelen. Ik deed er niks aan om de slaap tegen te houden.

    [ bericht aangepast op 12 mei 2016 - 18:32 ]


    'It's sad how we are not alone in our loneliness.' @thesilencefeeling

    Katrina Eloise de Ravin



    Een heerlijke ochtendzon streek over Katrina neer. Deze ochtend was ze al vroeg wakker geworden doordat een zonnestraal haar gezicht raakte. Ze besloot toen niet langer te blijven liggen, om kostbare mooie uurtjes van deze dag te verspillen en gelijk naar buiten te gaan. Ze liep door de mooie tuinen van het paleis heen. Kijkend naar de bloemen die net in bloei stonden. Ze droeg een jurk, met een witte bovenkant met motief en een licht grijze rok eronder en een klein riempje van zilveren kralen. Omdat het nog wel wat fris was zo vroeg in de morgen, had ze een gebreide sjaal over haar schouders gedrapeerd. De wind ging speels door haar losse haar heen, die verder alleen een smal zilveren diadeem met ingelegde parels bevatte. Ze genoot van de geluiden van de natuur om haar heen. Heerlijk was het om even aan de drukte in het kasteel te ontsnappen. Na een wandelingetje was ze bij de rozentuin aangekomen.De plek waar ze wilde zijn. Haar kamer had geen bloemboeketten meer en daarom besloot ze zelf was van de net in bloei gekomen Pioenrozen te plukken. De licht roze bloemen waren in haar ogen de mooiste in de tuin. Ze herinnerde haar aan haar vader. De tuin van haar vader stond er vol mee. Op 6 jarige leeftijd had ze haar eerste verdediging zwaardvechtlessen gehad in de tuin, toen de pioenrozen in bloei stonden. Haar eerste les was een drama en al snel lag ze huilend op de grond met een grote schaafwond. Jammerend dat ze te zwak was. Haar vader had toen een van de pioenrozen geplukt en aan Katrina gegeven. Hij vertelde er een mooi verhaal bij, zijn specialiteit was mooie overtuigende verhalen vertellen en Katrina luisterde dan ook altijd geboeid. Het ging over de mooiheid en sterkte van deze bloem. Hoe hij en haar moeder deze struik had gepland, als teken van liefde voor elkaar. De precieze details van het verhaal kan ze zich niet meer herinneren, maar wel hoe goed het haar op de jonge leeftijd had geholpen om door te gaan.
    Katrina maakte een mooi boeketje en met de rozen in haar hand liep ze terug naar het kasteel. Ze liep nog maar net over de binnenplaats, toen ze omver gelopen werd. Ze viel naar achter op de grond. Nog voordat ze kon zien wie het was, had de persoon al zijn excuses gemaakt en haar overeind geholpen. Het was de bediende van Dylan geweest. Colin maakte een nette maar snelle buiging voor haar. “Ik zorg dat je nieuwe krijgt in je kamer. Een grote bos” zei hij. Katrina keek naar haar bloemen. Er waren er 3 geknakt van de 12, maar als ze iets bijgesneden zouden worden, kon het nog prima in een vaas.
    "Maak je er maar niet druk om. Zo te zien heb je al genoeg aan je hoofd." zei Katrina, maar Colin was al verder gelopen waardoor ze het half naar hem toe moest roepen. Ze schudde met een kleine glimlach haar hoofd. Die arme jongen was altijd veel te druk. Natuurlijk was het erg ongepast dat een bediende een dame van adel zomaar omver liep. Bediendes zouden ten alle tijden uit moeten kijken, ook al was het ook deels haar eigen schuld geweest dat ze zo kort om de bocht heen liep en in gedachte verzonken was. Het on haar op deze ochtend niks schelen, ze had zich immers niet bezeerd en daarnaast had ze ook wel wat medelijden met de jongeman. Aan Dylans wensen voldoen en zeker in de ochtend kon niet makkelijk zijn. Ze zag een van haar kamermeisjes bij de put water halen en liep naar haar toe. "Kan je deze in een vaas zetten op mijn kamer." zei ze. Het dienstmeisje knikte en nam de bloemen over. Katrina keek haar na, hoe ze met de emmer vol water en de rozen naar binnen liep. Ze ging op de rand van de waterput zitten en sloot haar ogen voor een momentje om te genieten van de zon, die heerlijk op haar gezicht neer straalde.

    WOODY KINSLEY
    Aka Nathaniel "Nathan" Harry Howell 26 years old Verboden bos Wapensmid

    Ik wordt iets later wakker dan ik meestal graag wil, dus zodra ik mijn bed uitstap moet ik snel bezig zijn om in mijn dagelijkse ritme te komen. Mijn huis ligt ergens midden in het hart van het bos, wat ik zelf wel prettig vind. Het is niet veel, gezien dat ik boven mijn zaak slaap, ergens op de zolder. Na me aan te hebben gekleed ga ik de deur uit en begroet ik wat mensen die ik voorbij zie lopen. De manier waarop we hier wonen moet niet te opvallend zijn omdat we anders ontdekt worden, waardoor we naar mijn mening ook niet een écht dorp zijn. Toch is dit bos het beste thuis wat ik me voor kan stellen.
    Ik besluit even langs te gaan bij Adeline, omdat ik gewoon graag zo goed mogelijk contact wil hebben met iedereen die ook een beetje buiten het bos woont, ook al is dat voor mij niet de veiligste plek om te zijn. Na die ene dag jaren geleden ben ik uit het dorp bij het kasteel gevlucht, om later nooit meer terug te keren. Sindsdien heb ik dan ook nog nooit een stap gezet in die omgeving.
    Na ergens een paard te hebben geleend, rijd ik richting de woning van Adeline, waar ik het paard ergens aan een hek vastbind.
    Op het eerste gezicht kan ik haar niet vinden, waarna ik zelfs op de deur klop en deze open. Misschien is ze niet thuis.
    "Adeline!" Roep ik vragend, terwijl ik weer naar buiten loop richting de tuin.


    She was always looking for more..

    MT (Eerst even alles rustig lezen ^^)


    It's never gonna happen, Guys.

    TERRA FRASER
    21 Years old Koninkrijk Bediende

    Ik ben al vroeg wakker, zoals normaal gesproken. Ik heb geen eigen ruimte, dus deel ik een krappe, benauwde kamer met een aantal andere dienstmeisjes. Ik trek mijn vaste kledij aan, waardoor ik makkelijk te herkennen ben als werkster in het kasteel. Mijn haren steek ik in een gemakkelijke knot, gezien dat een vaste regel van mijn werk zo'n haardracht is. Stel je voor dat iemand een haar in zijn soep vindt.
    Meteen doe ik mijn vaste ronde door het kasteel, waarbij ik in een aantal kamers het beddengoed verwissel. In de keuken is de vaste kok weer zijn werk aan het doen, wie ik graag liever ontwijkt. Naar mijn mening vergelijkt hij dienstmeisjes met vliegen die je trucjes kan leren en die verder geen blik waardig zijn. Wel is dit de plek waar ik eten van vandaan probeer te smokkelen, gezien dat ik nu geen tijd heb om bij mijn moeder langs te gaan. Helaas wordt ik al voordat ik het broodje kan pakken waar ik mijn oog op heb gelegd, geroepen met de orde om het eten te verzorgen voor een adellijk theekransje. In dat geval zal ik mijn ontbijt voor vandaag maar even over moeten slaan.


    She was always looking for more..

    Nathan Sem Levine

    Niet ontevreden liep Nathan terug in de richting van het dorp. Hij was die ochtend in alle vroegte opgestaan, om zijn vallen van die nacht te controleren. De jongen was niet teleurgesteld geweest, in één van zijn vallen had een enorme haas gezeten. Het zetten van vallen bleek nu eindelijk een keer zijn vruchten af te werpen. In het begin waren bijna al zijn vallen leeg geweest, maar Nathan kreeg eindelijk een beetje in de gaten waar zijn vallen het meeste succes hadden. En daarbij had hij zijn vallen sinds het begin telkens weer iets verbeterd. Vaak genoeg had hij gehad dat de vallen wel afgegaan waren, maar er niets in zat. Even keek hij naar de haas in zijn handen. In het dorp hoopte hij er iets voor te kunnen ruilen, een groot, stuk brood of zoiets. Dan zou hij eindelijk weer eens wat anders eten dan het vlees van dieren of de bessen uit de struiken. Of misschien kon hij de wapensmid overhalen om nieuwe pijlen voor hem te maken, voor zijn kruisboog. Even keek de jongen over zijn schouder heen, waar hij in zijn ooghoek zijn koker met pijlen zag zitten. Deze kon hij zelf nog wel maken, pijlen voor de jacht. Echt perfect waren ze niet, maar ze waren in ieder geval goed genoeg om een dier te kunnen doden of in ieder geval verwonden. Misschien was het slim om die straks ook maar bij te maken, erg veel had Nathan er niet meer. Eigenlijk was Nathan heel zuinig op deze pijlen, aangezien het veel werk was ze te maken. Maar het kon wel eens voorkomen dat je misschoot en daarna de pijl niet meer kon vinden. Met een zucht keek hij uit naar het vooruitzicht dat hij waarschijnlijk de halve dag bezig zou zijn met pijlen maken. Eerst maar eens de haas kwijt raken. Nathan keek op en zag dat hij de rand van het dorp bereikt had. Voorzichtig schuifelde hij tussen de bladeren naar voren en liep hij het dorpje in, op zoek naar iemand die die ochtend in was voor een stuk vlees.

    [ bericht aangepast op 15 mei 2016 - 12:54 ]


    It's never gonna happen, Guys.



    Dylan Bo Cruz
    Dylan was die ochtend al vroeg wakker geworden. Hij wist niet hoe het kwam, maar hij kon gewoon niet meer slapen. Net alsof hij van te voren al wist dat Colin veel te laat zou komen.
    Een tijdje had Dylan nog, verveeld, op zijn bed gelegen, wachtend tot Colin aan zou komen lopen met zijn ontbijt. Echter had hij het op een gegeven moment genoeg gevonden. Colin had er allang moeten zijn en het zou niet lang meer duren of Dylan werd verwacht op het trainingsveld om samen met zijn ridders te trainen. Daarom had Dylan uiteindelijk maar besloten om zelf zijn trainingspak aan te trekken, iets wat toch een stuk moeilijker ging dan hij gedacht had. Natuurlijk was Dylan nog altijd in staat zijn eigen kleding aan te trekken, maar hulp krijgen met zo een zwaar pak was altijd fijn. Alleen nu ging hij daar nu even niet op wachten. Even dacht Dylan eraan om een briefje met opdrachten voor Colin achter te laten, maar voor deze keer besloot hij het erbij te laten. Colin moest zelf maar even kijken wat hij deze ochtend ging doen,
    Langzaam had Dylan naar de keuken gelopen, waar hem gelijk iets te eten aan werd geboden, wat hij met dankbaarheid opat. Het was toch altijd fijn dat er bediendes waren waar hij in ieder geval wel op kon rekenen.
    Zodra hij vol zat, had Dylan de keukenbediendes bedankt en was hij naar het ridderveld gelopen. Daar was hij nu, samen met de andere ridders, met de training bezig.


    Keep your head up, keep your heart strong


    Adeline "Della Bella" Bella Holmes

    Harde geluiden deden me ontwaken uit mijn lichte slaap. Koda had het op een blaffen gezet, waardoor ik Salvator zenuwachtig hoorde hinniken. Ik was echter te slaperig om te beseffen dat het geblaf voor een bezoeker bedoeld was. Pas toen ik mijn naam hoorde, wist ik dat ik bezoek had. Iets wat zelden voorkwam. In mijn achterhoofd herkende ik de stem, maar met mijn slapende hersenen kon ik hem niet thuisbrengen. Altijd was ik op mijn hoede als er opeens iemand in mijn tuin stond. Deze zenuwen had ik sinds mijn jongste broertjes dood. Het stond immers in mijn geheugen gegrift hoe hier een tal ridders in mijn tuin stonden met die gruwelijke zwaarden. Ze hadden hem gestoken, drie maal. Vervolgens hadden ze zijn slagader in zijn nek doorgesneden. Het bezorgde mijn rillingen, waardoor ik overeind kwam en mijn jurk gladstreek. Het was een bloedbad geweest. Hoe hard mijn moeder en ik ook hadden geboend, de vlekken zijn nog steeds zichtbaar. Toch ben ik altijd in dit huis blijven wonen. Simpelweg omdat ik het de koning niet gun om weggejaagd te worden.
    Het licht was fel aan mijn slaperige ogen, waardoor ik vlug in mijn ogen wreef en me uitrekte.
    'Ik ben hier,' schreeuwde ik naar mijn bezoeker. Met grote passen liep ik op het geblaf van Koda af en zag mijn jonge hond vrolijk op de bezoeker afspringen. Hij dartelde enthousiast om de benen van Woody heen. Ik glimlachte kleintjes, maar riep Koda toch met strenge stem terug. Eenmaal de hond braaf naast me zat, gaf ik hem een aai over zijn kop en gooide een stok de tuin in. Met luid geblaf ging het beestje er weer achteraan.
    'Woody,' begroette ik de jongen vriendelijk, maar tegelijkertijd afstandelijk. 'Wat brengt jouw hier?' Ik wist hoe gevaarlijk dit was. Hij bracht mij en zichzelf in gevaar. Daarom gaf bezoek van dorpsvreemden me altijd de kriebels. Ik kon er altijd enigszins boos om worden, maar ik wilde niet boos worden op mensen die de moeite namen mij een bezoekje te gunnen. Bovendien wisten ze zelf van het gevaar en blijkbaar waren ze bereid de prijs te betalen. Toch bedacht ik altijd in mijn hoofd een smoesje om gevaar te omzeilen. Het zou mijn neef kunnen zijn uit het verre oosten, die me eens in het jaar kwam opzoeken. Niemand kon dat gemakkelijk natrekken en tegen de tijd dat ze dat al gedaan hadden, was Woody verdwenen.
    Deze gedachten lieten me ontspannen en de deur openen.
    'Kan ik je wat te drinken bieden'?' Het was warm in mijn houten huisje, waardoor ik vlug alle ramen wagenwijd openzette. Boodschappen had ik nog niet gedaan eveneens als opruimen. Het was een bende. Mijn naaispullen lagen over de eettafel verspreid en mijn leesboeken lagen ook door de woonkamer geslingerd. Ik schaamde me er niet voor, aangezien het gewoon mijn bezigheden waren en de meeste mensen wisten dat ik weinig slaap pakte. Daarom maakte ik mijn tochten naar het verboden bos ook altijd s' nachts. Dan kon niemand me volgen en verdeed ik mijn nacht weer. Daarnaast beangstigde de dieren me niet. Ik had in geval van nood altijd mijn pijl en boog, ook al had ik dat ding nooit gebruikt behalve op appels. Het was mijn training, appels uit bomen schieten. En eerlijk, ik was er goed in. Ik stak het vuur aan en hing de pot met water boven het vuurtje. Ik had nog niet gehoord wat Woody wilde, maar thee was eigenlijk een van de weinige dingen die ik kon bieden. Met een glimlach draaide ik me naar hem om, afwachtend wat zijn bezoek met zich meebracht.

    [ bericht aangepast op 19 mei 2016 - 21:54 ]


    'It's sad how we are not alone in our loneliness.' @thesilencefeeling

    WOODY KINSLEY
    Aka Nathaniel "Nathan" Harry Howell 26 years old Verboden bos Wapensmid

    Even wacht ik of Adeline antwoord als ik haar roep.
    "Ik ben hier," Hoor ik uiteindelijk uit de tuin komen. Gelukkig, ze is er in elk geval. Ik maak niet graag ritjes voor niets. Nu heb ik eindelijk het idee dat ik haar tuin in kan lopen zonder dat ik ongewenst iemands eigendom binnen struin. Opeens wordt ik half aangevallen door haar hond, waarna ik hem lachend probeer te aaien. Dan verschijnt Adeline eindelijk en roept ze hem terug. Ik ben altijd al wel een fan geweest van dieren en dan voornamelijk van honden. Het lijken altijd zulke speelse en vrije wezens, die altijd precies kunnen doen waar ze zin in hebben.
    "Woody," Zegt Adeline ter wijze als begroeting, met de lichte afstandelijke toon die ik van haar gewend ben.
    "Hey Adeline," Zeg ik terug.
    "Wat brengt jouw hier? Kan ik je wat te drinken bieden?" Vraagt ze, waarna ik achter haar aan naar binnen loop en toekijkt hoe ze de ramen opent.
    "Graag." Atnwoord ik. "Ik weet het niet echt." Zeg ik daarna een beetje in mezelf over waarom ik hierheen ben gekomen. "Een beetje lusteloosheid denk ik." De laatste tijd voel ik me dan ook echt zo, lusteloos. Het is alsof ik niets goed meer kan doen en ik eigenlijk actie wil ondernemen. Onderhand wordt ik moe van al het verschuilen.


    She was always looking for more..


    Adeline "Della Bella" Bella Holmes

    Terwijl ik druk bezig ben met het ordenen van mijn huis lijkt Woody in zijn gedachte verzonken. Ik luister naar zijn antwoorden, zoals ik altijd naar mensen luister. Bij het woord lusteloosheid kijk ik op naar de jongen, die met zijn uitzonderlijke blauwe ogen er lichtelijk verward uitziet. Ik frons, terwijl ik nadenk over een gepast antwoord. Terwijl ik nadenk, maak ik de bank klaar om er op te zitten. Hoewel ik liever altijd buiten in het zonnetje mijn thee opdrink, besluit ik nu dat het veiliger is binnen te blijven. Wie weet wie er langs kon komen. Hoewel ik behoorlijk afgelegen leef, komt er met regelmaat iemand langs, aangezien mijn boerderij zich vlakbij de weg naar omliggende dorpen bevindt.
    'Lusteloos,' herhaalde ik meer in mezelf, dan dat ik het voor Woody herhaalde. Eenmaal al mijn boeken netjes stonden in mijn boekenkast en ik de thee hoorde pruttelen, besloot ik me weer te focussen op mijn gezelschap. 'Misschien moet je een nieuwe bezigheid vinden?' opperde ik na een lange tijd. 'Ik ben de moestuin begonnen om mijn tuin te doden, daarnaast zijn Salvador en Koda een fijne afleiding.' Ik keek naar mijn hond die zich op een veilige afstand van het vuur begaf. Hij had zijn poot een keer aan de vlammetjes gebrand, waardoor hij sindsdien altijd met zijn staart tussen zijn poten uit de buurt bleef van alles wat te warm was. De herinnering deed me glimlachen. Niet omdat het een leuke herinnering was, maar simpelweg omdat ik ervan genoot om een hond om me heen te hebben en die te kunnen verzorgen. Ik had ook mijn dagen dat non-stop tegen Koda sprak alsof het een mens was. Op die dagen had mijn eenzaamheid zijn hoogtepunt bereikt denk ik. Mensen zouden me wel gek vinden.
    Ik schonk de thee in en overhandigde een kopje aan Woody. 'Ik snap je gevoel, maar ik probeer de tijd te doden door me bezig te houden. Boeken lezen, kleding maken, moestuin onderhouden, bloemen onderhouden en in het ergste geval...' Ik haalde mijn schouders op. 'Ga ik slapen,' glimlachte ik kleintjes. 'Bewust dan, soms val ik gewoon in slaap. Zoals net.' Ik grinnikte zachtjes en plofte neer op de bank. Koda had zich al snel bij mijn voeten genesteld. Ongemakkelijk schoof ik heen en weer en hoopte dat Woody snel plaats zou nemen. Ik voelde me opeens klein en onzeker in mijn eigen huis. 'Je mag wel boeken lenen, als je zou willen lezen?' Ik haalde mijn schouders op. Sommige boeken had ik inmiddels drie keer gelezen, ze hadden een kleine persoonlijke waarde en na drie keer lezen kende je het verhaal wel. 'Of als je iets anders nodig hebt... Zeg het maar.' Ik keek de jongen vragend aan, hopend dat ik hem kon helpen op welke manier dan ook. Ik wist hoe fijn hulp was en ook al wisten de mensen zoals Woody het niet, zij hielpen mij ontzettend. Al was het alleen om wat thee te komen drinken.
    'Als je wil kan je wel een keer mee het dorp in,?' vroeg ik aarzelend. Vreemde mensen vielen altijd op, maar als Woody weer een keer onder de beschaafde bevolking wilde zijn, dan kon hij beter met een bekende gaan.

    [ bericht aangepast op 19 mei 2016 - 22:09 ]


    'It's sad how we are not alone in our loneliness.' @thesilencefeeling