• Het was een mooie dag in Storybrooke, alle vloeken waren verbroken en de doden waren weer tot leven gekomen. Mensen uit alle werelden waren samen, kinderen speelde buiten en volwassenen kletsen samen.

    De dagen werden slechter er liep een moordenaar rond die ze niet kunnen pakken, tegelijkertijd belanden er veel mensen in het ziekenhuis, er zijn vloeken bezig. Zouden ze het nog wel kunnen redden?

    De vloek is uitgesproken en iedereen is vergeten wie hij is. Hoe loopt dit af?


    Once Upon A Time (speeltopic) ~7
    http://www.quizlet.nl/forum/topic.php?tid=178281&page=last&message=66#6263599


    When you believe your dreams come true

    Jo
    "Wowww hier zijn harten!"
    "Euhm... Ik vind haar wel ok maar ze is iets te aardig, ik weet niet aardige mensen vind ik niet echt zo..." stotterde ik, ik hou niet van vragen beantwoorden.
    Ik keek rond, woooowww!


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]

    (Late MT)


    obsessive rage

    Joseph Lloyd Dombrowski

    Opeens liep er een meisje voorbij die me aankeek, maar niet dichterbij durfde te komen. Ik wandelde rustig uit de steeg, en keek zenuwachtig rond. Niet teveel mensen moesten van mijn bestaan iets afweten. Zachtjes begon ik piepgeluiden te maken, om ze gerust te stellen en dat ik haar niets ging aandoen.

    Ik kan pas terug reageren rond half 1, ik moet examen Frans gaan afleggen... :(

    Mt



    Ruby

    Hij hief zijn glas "Op jou beterschap dan maar." zei hij waarna hij het glas achterover sloeg. Ik knikte en hief ook mijn glas, waarna ik zijn voorbeeld volgde. "Ik was er inderdaad bij." zei hij naar een lange stilte. Ik had hem al die tijd zitten aanstaren. "Het is soms merkwaardig hoe je hersenen werken." zei hij vervolgens. "Soms heb je gewoon dat gevoel dat je niet je echte leven leid." Ik moest hier even over nadenken, het leek wel of hij op een specifiek antwoord van mij zat te wachten. Maar toen knikte ik, ik was het wel met hem eens ook al had ik hier nog nooit over nagedacht. Het was een raar persoon, maar ik begon hem te mogen. Ik verdeelde de laatste inhoud van de fles over onze glazen. Slokje voor slokje dronk ik het op. Ik voelde dat ik lichtjes aangeschoten was, dan begonnen mijn wangen altijd te gloeien. 'Filosofisch hoor,' grinnikte ik. Ik zette mijn glas neer en keek hem serieus aan. 'Weetje, soms zou ik weleens iemand anders willen zijn, niet de saaie dochter van de burgemeester die nog steeds thuis woont.' Toen de man zijn glas nog niet leegdronk sloeg ik deze snel achterover, had hij maar sneller moeten zijn. 'Zoals laatst,' ging ik verder. 'Op mijn broertjes kamer vond ik een oud boek dat over sprookjes ging, ik bedoel zou dat niet geweldig zijn?' grinnikte ik. 'Snow white, Cinderella, Belle, Red riding hood...' somde ik op. 'Zij maken allerlei avonturen mee of trouwen met een knappe prins. En altijd hebben ze een happy ending. Nou die van mijn heb ik nog niet gevonden hoor.' ik grinnikte. 'So what about you? Ik heb mijn hele levensverhaal op tafel gegooid, en ik ken niet eens je naam.' Ik staarde hem aan in zijn lichtblauwe ogen terwijl ik een warm gevoel in mijn buik kreeg. Ik leunde over de tafel heen en voordat ik het doorhad drukte ik mijn lippen op de zijne. Zachtjes plofte ik weer neer op mijn stoel en lachte ondeugend. Ik had teveel alcohol op, om mij ervoor te schamen. Bovendien was het een geweldig gevoel, zomaar iemand zoenen die je net hebt ontmoet.

    [ bericht aangepast op 20 juni 2016 - 11:12 ]


    When you believe your dreams come true

    Rumplestiltskin
    De deur zat niet zo goed dicht als ik had gedacht ik grijnsde en liep naar binnen, ik negeerde Jo verder en liet mijn vingers lans de kistjes met harten gaan, uit eindelijk pakte ik er een uit en ging ik naar nog een zoeken die ik al snel vond. 'Deze zijn perfect.' zei ik en ik liep de kleine gebouw uit.
    'We kunnen weer gaan en snel.' snel liep ik weg voordat de ridders van de queen of hearts ons zouden zien.

    Vittoria Gold
    De wolf maakte piepgeluiden wat me op de een of andere manier wat geruststelde, langzaam en voorzichtig liep ik naar de wolf toe en zakte bij hem door zijn knieën. 'Hallo jochie, wat doe jij hier zo alleen?' vroeg ik.

    Joseph Lloyd Dombrowski

    Langzaam en voorzichtig liep het meisje naar mij toe en zakte bij mij door haar knieën. 'Hallo jochie, wat doe jij hier zo alleen?' vroeg ze. Ik wilde antwoorden, maar toen besefte ik dat ze me niet kon verstaan. Maar, wacht eens even? Dit was toch een sprookjesdorp? Misschien kon ze me wel verstaan? "Ik ben Joseph. Een meisje, Ruby, heeft mij bevrijd uit het politiekantoor waar Graham me had opgesloten. Ze ging naar haar huis - dat van de burgemeester - en toen ik binnen was gegaan heb ik van achter een hoekje gezien dat Ruby op de grond lag. Ik ben weggerend maar de burgemeester hoorde me. Ik had me snel kunnen verstoppen en nu ben ik naar hier gelopen en loop ik jou tegen het lijf." Tot mijn grote verbazing hoorde ik Nederlands, zonder dat ik er moeite voor deed. Vreemd. Ik kon dat toch amper? Nu ja, hopelijk verstaat ze mij.

    Jo
    Al die harten... ik keek mijn ogen uit.
    'We kunnen weer gaan en snel.' snel pakte ik nog een hart en deed heb onder mijn kleren, misschien wel leuk voor later.
    "Oké! Ik kom..." zei ik en liep Rumple achterna.


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]


    August


    Tot mijn verbazing knikte Ruby na mijn verhaal. Was het me opnieuw gelukt? Ze pakte de fles en verdeelde het laatste beetje onder de twee glazen. 'Filosofisch hoor,' grinnikte ze. Al snel had ze haar glas weer op en staarde me serieus aan. 'Weetje, soms zou ik weleens iemand anders willen zijn, niet de saaie dochter van de burgemeester die nog steeds thuis woont.' Ik luisterde aandachtig naar Ruby, maar merkte toen pas dat ze mijn whisky al had opgedronken. Ik kon er wel om lachen. 'Zoals laatst,' ging ze verder. 'Op mijn broertjes kamer vond ik een oud boek dat over sprookjes ging, ik bedoel zou dat niet geweldig zijn?' Ik leunde nog wat verder naar voren luisterde aandachtig verder. Dit was te mooi om waar te zijn. Ze zou in een sprookje willen leven. 'Snow White, Cinderella, Belle, Red riding hood...' somde ze op. Het maakte mij nog blijer toen ze ook Red opnoemde. 'Zij maken allerlei avonturen mee of trouwen met een knappe prins. En altijd hebben ze een happy ending. Nou die van mijn heb ik nog niet gevonden hoor.' ze grinnikte opnieuw. 'So what about you? Ik heb mijn hele levensverhaal op tafel gegooid, en ik ken niet eens je naam.' Opnieuw had ik mijn naam nog niet gezegd bij het drankje. Ze staarde me diep in mijn ogen aan, waardoor ik even moest glimlachen. Ze leunde verder over de tafel heen en drukte haar lippen op die van de mijne. Ze plofte weer naar achter in haar stoel. Hoe ik hierop moest reageren wist ik niet. Moest ik het hebben over de zoen over haar vraag beantwoorden? "Je Happy End is dichterbij dan je denkt Ruby. Je moet er alleen moeite voor doen." Ik leun weer achterover. "De naam is August," zeg ik dan. "Ik reis graag de wereld rond, maar ik denk dat ik hier nog wel een tijdje blijf." ik leun weer iets naar voren toe. "Ik heb nog lang niet alles gezien hier." zeg ik geheimzinnig.


    Do I look like Mother Teresa?

    Rumplestiltskin
    Ik liep terug naar zo poort zodat je weer terug kwam in Mat hatter zijn huis, we liepen er doorheen en weer een draaikolk omhulde ons en even later stonden we weer in de kamer van Matt Hatter ik knikte naar hem als een bedankje en liep daarna met Jo zijn huis uit.
    'We zijn nu dicht bij de kerkhof dus daar gaan we eerst heen.' zonder om op antwoord te wachten liep ik daar heen waar ik voor de graf van Bae bleef staan met magie deed ik de aarde weg en kwam zijn kist omhoog die ik open maakte, een van de harten pakte ik uit het kistje en haalde zijn oude hart eruit en deed de nieuwe erin met magie probeerde ik de hart te laten pompen. 'Hij zal zo wel bij komen nu gaan we naar de Sheriff.' zonder weer op antwoord te wachten van haar liep ik terug naar mijn winkeltje.

    Vittoria Gold
    Hij probeerde mij iets te vertellen eerst had ik er moeite mee om hem te verstaan maar later lukte het me.
    "Ik ben Joseph. Een meisje, Ruby, heeft mij bevrijd uit het politiekantoor waar Graham me had opgesloten. Ze ging naar haar huis - dat van de burgemeester - en toen ik binnen was gegaan heb ik van achter een hoekje gezien dat Ruby op de grond lag. Ik ben weggerend maar de burgemeester hoorde me. Ik had me snel kunnen verstoppen en nu ben ik naar hier gelopen en loop ik jou tegen het lijf." hoorde ik haar zeggen. 'Graham had je opgesloten? waarom?' ik keek even de straat rond of er verder niemand was. 'Waarom was je hun gevolgd? dat was levensgevaarlijk!' zei ik zachtjes.

    Joseph Lloyd Dombrowski

    'Graham had je opgesloten? Waarom?' Nog voordat ik kon antwoorden zei ze 'Waarom was je hun gevolgd? dat was levensgevaarlijk!' "Graham had haast en werd bang van me, hij liep het kantoor uit en sloot de deur achter hem..." Ik wachtte even. "Ik hoorde binnen in het huis een luide bonk, en ik moest gewoon weten wat er was gebeurt. En ik had het blijkbaar niet erg subtiel gedaan... Ja ik weet het, ik had dood kunnen zijn..." Er rolde weeral een traan over mijn snuit. En ik dacht aan de laatste keer dat ik wolf was. Met mijn vrienden... Waar zou Cole eigenlijk zijn?

    Jo
    Rumple sleurde me overal heen, naar het kerkhof waar mijn broer lag, en dan weer naar huis.
    "Hebben we haast?" vroeg ik geïrriteerd.


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]

    Rumplestiltskin
    'Hebben we haast?' vroeg ze geïrriteerd. 'Nee.' zei ik kortaf. 'Ik wil dit gewoon zo snel mogelijk afgehandeld hebben. 'Ik liep mijn winkeltje in waar Graham nog steeds levenloos op de grond lag.'

    Vittoria Gold
    "Graham had haast en werd bang van me, hij liep het kantoor uit en sloot de deur achter hem..." hij wachtte even "Ik hoorde binnen in het huis een luide bonk, en ik moest gewoon weten wat er was gebeurt. En ik had het blijkbaar niet erg subtiel gedaan... Ja ik weet het, ik had dood kunnen zijn..."
    Ik snapte dat deel van Graham al hij was onderweg naar mijn vader. Ik zag dat er een traan over zijn snuit kwam en ik legde mijn hand geruststellend op zijn wang. 'Het komt wel goed, ik zal je helpen.'

    [ bericht aangepast op 20 juni 2016 - 13:51 ]


    Odi Straw/Stef Bird
    ,,Maak je een grapje? Natuurlijk vergeef ik je! Je hebt me laten zien dat ik niet de enige ben die fouten maakt...''


    Eeen vreemd gevoel blijft in mijn hoofd hangen, alsof er iets ontbreekt. Alleen kan ik mijn vinger er niet op leggen, het laatste wat ik me herinner is dat de vreemde jongen de winkel uit liep en ik wegrende waar naar ik nu ben.
    Granny's.
    Zoals gewoonlijk is het redelijk rumoerig, niks speciaals dus. Ray komt aangelopen en komt erbij zitten. 'Hé!' zegt hij. 'Ik ken die blik. Wat is er gebeurd? Heeft een kabouterleger je aangevallen.'
    Ik trek een wenkbrauw op terwijl ik met de onderzetter blijf spelen. 'Ha. Ha. Ha.' zeg ik droogjes. 'Wat grappig.'
    Rays glimlach vertroebelt. 'Als je niet eens meer kan lachen om kabouters is er wel iets heel ergs aan de hand.' stelt hij vast. Dan grijnst hij weer. 'Of. Misschien ben jij Stef niet. Stiekem ben je gewoon een kabouter.'
    Mijn gezicht blijft even zuur staan als een paar seconden eerder. 'Het was eerder vreemd dan erg.' stel ik vast.
    'Een tuinkabouter?'
    Ik heb heel even de neiging Ray in zijn gezicht te slaan, maar doe dat toch maar niet. 'Nee. De antiekwinkel is veranderd in een vechtclub.' zeg ik droogjes.
    'Voor kabouters,' vult Ray me aan. Hoe ik het met zo'n broer uithoud? Ik heb het antwoord zelf nog niet gevonden.
    'Hé, kan ik erbij komen zitten?'
    De jongen van de winkel staat wijdbeens met gekruiste armen voor het tafeltje. Ik haal mijn schouders op. 'Alleen als je het kan uithouden met een kabouterfreak.' zeg ik. De jongen grijnst.
    'Dat kan ik.' zegt hij. 'Peter, aangenaam.'
    Hij steekt zijn hand uit, ik neem hem aan en schud hem. 'Stef Bird. Stefani eigenlijk. Maar dat is zo'n lange prutnaam.' zeg ik met een lachje. 'Kom erbij zitten.'


    obsessive rage

    Jo
    'Nee.' zei hij kortaf. 'Ik wil dit gewoon zo snel mogelijk afgehandeld hebben.
    "Graham loopt echt niet weg hoor.." zei ik.
    "En hoe krijg ik die banden van mijn handen?!" vroeg ik terwijl ik Graham zag liggen.

    [ bericht aangepast op 20 juni 2016 - 14:12 ]


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]