• BESTIALISSIMOS


    Fulgur Falls - Maine, USA

    In de regenachtige, dicht beboste omgeving van Maine ligt het stadje Fulgur Falls. Het kreeg zijn naam vanwege de onmetelijke blikseminslagen die het al gekend heeft, die wonder boven wonder nog geen enkel dodelijk slachtoffer gekend hebben. Dat is echter niet het meest bizarre aan deze vreemdsoortige plaats.
    Het is de thuishaven van vele bovennatuurlijke wezens en half-mensen. Aan de absolute top van deze eeuwenoude hiërarchie behoren de Lycantropen - de weerwolven.
    Deze zijn zich doorheen de jaren gaan onderscheiden in twee geheel tegenovergestelde Roedels; Lupus Sanguinibus en Versipellis.
    De eerste bestaat uit aristocratische families, die hun bloedlijn al generaties lang zo zuiver en intact mogelijk willen houden. Ze zijn de bewaarders van alle kennis omtrent hun soort en de bewakers van de regels. Zij staan bekend om hun intelligentie en gecontroleerde vechttechnieken.
    De Versipellis zijn dan weer een relatief jonge Roedel. Zij hebben zelf hun familie samen gesteld en verwelkomen iedereen die nergens anders terecht kan. Ze worden veelal gezien als beschermers, zowel van hun eigen Roedel als van de Lupus leden. Hun kwaliteiten bestaan onder ander uit compassie en mededogen, waardoor ze het vaak minder strikt met de regels nemen.

    Toch dient de strikte code in acht genomen te worden, zeker nu een onbekend gevaar zich heeft aangediend in de eens zo veilige haven; een burger heeft tegen hun wil De Beet ontvangen. Dat druist in tegen het meest voorname principe van elke weerwolf. De Lycantropische Raad heeft reeds bepaald dat geen van beide Roedels met het voorval gemoeid zijn, en er een derde partij in het spel is. Het onderzoek is reeds ingezet, terwijl men in afwachting van de volle maan het slachtoffer nauwlettend in de gaten houdt, hopend dat De Beet niet gewerkt heeft.


    De Roedels

    Lupus Sanguinibus
    Aristocraten, plichtsbewust. Eén Alfa.
    Wolven
    ♰ Orpheus Spencer Grey • m • 23 • Bloed • Council Member/Student • Hanson • 1
    ♰ Harvey Lowel Armistead • m • 37 • Bloed • Alfa/Houthakker • Witcher • 3
    ♰ Maddie Grace Travers • v • 22 • Bloed • Cleverness • 3
    ♰ Oliver Louis Desrosiers-Grey • m • 21 • Bloed • KIaus • 5
    ♰ Evelyn Finley Gardner • v • 25 • Beet • Dierenarts • Witcher • 6

    Mensen
    (beperkt)



    Versipellis
    Personen boven regels. Duopositie Alfa.
    Wolven

    ☮ Lucas Alexander Sanders • m • 20 • Bloed • Venustic • 3
    ☮ Jérémie ‘'Jem’' Matthias Dubois • m • 22 • Bloed • Fika • 4
    ☮ Laurel Tallmund • v • 25 • Bloed • Alfa • Elentiya • 4

    Mensen
    ☮ Linden Rose Orbin • v • 21 • Onbewust • Bibliothecaresse • Hanson • 1
    ☮ Asher Ambrose Steele • m • 27 • Bewust • High School leraar • Venustic

    Ander
    ☮ Nox "Hadeon" Zion • m • 22 • Half Demon • Cleverness • 2
    ☮ Eli Bellamy • m • 24 • Magiër • Theezaak • Witcher • 2
    texttextexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttext





    [ bericht aangepast op 2 sep 2020 - 13:22 ]


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.

    Minesssss.


    [ heaven knows ]

    Laurel Tallmund

    ”The eyes tell more than words could ever say.”

    • 25 • Alpha Versipellis • Alone •

          "Kijk wat je hebt gedaan, alfa. Gewond. Onder jouw gezag."
                "Dat zou je vader nooit zijn gebeurd."
                      "Wat zou hij te zeggen hebben over je falen?"
          “Laurel, alles oké?”
    Het duurt enkele seconden voordat Laurel haar troebele kijkers terug helder weet te krijgen — om de duisternis te verdringen die de afgelopen dagen telkens zijn grip op haar heeft, wanneer hij maar wil. De brunette knippert vluchtig een paar keer met haar ogen, voelt hoe haar lichaam met een schok terug in de realiteit valt en poogt het onrustige ritme van haar hartslag omlaag te halen. Onbewust glijden haar vingertoppen over de lange halen in haar hals, door monsterlijke klauwen aangebracht en welke ondanks haar snelle helingsprocess nog altijd niet volledig verdwenen zijn.
          ”Alles is oké,” weet Laurel uiteindelijk dan toch uit te brengen. Een flauwe glimlach deels geforceerd op haar lippen, waarna ze zich omdraait in de richting van haar jongere zusje. De zorgelijk frons in diens gelaatstrekken hetgeen de jonge alfa poogt te negeren.
          ”Penny for your thoughts?
    Met haar hoofd een tikkeltje schuins gekanteld kijkt Luna naar Laurel op — de vastberadenheid in haar donkere poelen en stem overduidelijk aanwezig. Het zorgt ervoor dat de glimlach op Laurel’s lippen afneemt in de geforceerde staat. Qua uiterlijke mocht dan haast een exact kopie zijn van hun moeder, het merendeel aan karaktertrekken heeft Luna van hun vader gekregen. Een zoete, evenals pijnlijke herinnering op sommige momenten.
          ”Niets meer dan Raad-zaken en de tot nu verzamelde aanwijzingen.”
          ”Hm,” humt Luna zacht, terwijl ze op de kruk aan het aanrecht gaat zitten. “En ik maar denken dat die gepijnigde uitdrukking op je gezicht kwam door je vreselijke kledingkeuze van vandaag.”
    Ditmaal weet Laurel zachtjes te lachen — hoofdschuddend eveneens, vanwege de tactvolle opmerking die haar zusje weet te maken. Luchtig, alsof er niks aan de hand is, terwijl ze beide weten dat dat niet helemaal het geval is. “Wat is er mis met een beetje grijsen zwart?” kaatst de jonge alfa soepel terug — leunt daarbij met haar heup tegen het aanrecht aan, aan weerszijde van waar haar zusje is gaan zitten.
          ”Nah, een beetje kleur zou beter staan. Accentueert je ogen beter, enzo — jeweetwel.”
    Grinnikend zet Laurel zich af, graat haar sleutels van het stenen blad af en steekt deze in haar kontzak. Wanneer ze via een omweg de keuken besluit te verlaten drukt ze in het voorbijgaan een kus op Luna’s wang. “Ik zal eraan denken de volgende keer.”
          ”Ga je weg?”vraagt deze op haar beurt.
          ”Ik moet even wat doen.”
    Lichtjes trekt Laurel haar mondhoeken iets op, weerstaat de drang om door Luna’s donkere lokken heen te woelen, waarop ze haar weg in de richting van de hal vervolgt. Het duurt echter niet lang vooraleer het jongste Tallmund telg haar weer tot een halt weet te roepen.
          ”Ik weet niet wat hij tegen je gezegd heeft, maar het is niet waar. Gewoon een manier om in je hoofd te komen.”
    Voor luttele seconden sluit Laurel haar ogen, poogt opnieuw om niet teruggezogen te worden naar dagen geleden — woorden die haar blijven achtervolgen, hoe hard ze deze ook tracht te verdringen. Met een zweem van een glimlach blikt Laurel nog eenmaal over haar schouder heen, in de richting van Luna — wie nog altijd op haar kruk is blijven zitten.
          ”Geen zorgen, mijn hoofd is veilig.”
    Na deze woorden draait Laurel zich om, verlaat het huis via de voordeur en trekt een kleine sprint van de veranda treden af. De glimlach op haar lippen is verdwenen. Haar wolvin roert zich instinctief.
          "Kijk goed naar wat je hebt aangericht, wolf, want zijn bloed kleeft aan jouw kaken."


    [ bericht aangepast op 2 sep 2020 - 11:54 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Jéremie ‘'Jem’' Matthias Dubois


    Versipellis – With Eli
          Flashbacks van de avond van de vollemaan wisten nog steeds toe te dringen tot zijn netvlies. Groene ogen die opgevreten werden door de duisternis, vlijmscherpe klauwen die klaar waren om zijn huid te doorboren en die onmenselijke grijns. De rillingen gleden opnieuw over zijn rug heen. En dat was nog niet eens alles wat die avond gebeurd was. Orpheus was vermist en het paarse spul was een en al gevaar. Gevaar waar hij bijna Lucas en Evelyn heen had gestuurd. Met een grom weerstond Jem de drang om zijn kwast tegen de muur te smijten. Stom idee. Hij mocht van gelukspreken dat de boodschap over het paarse spul op tijd door was gekomen. Geluk bij een ongeluk want de geruchten gingen rond dat het tevens de reden was waardoor Orpheus was verdwenen. De Grey telg mocht dan niet echt bepaald hoog op Jem’s vriendenlijstje staan, noch in dezelfde roedel zitten, maar hij had absoluut niets tegen de jongeman. Hij hoopte dan ook dat hij ongedeerd terug keerde. Echter leek dat met de dag steeds onwerkelijker te worden. Zeker met het onbekende dat schuilging in het bos.
          Na een diepe ademteug deed Jem een poging om alles van zich af te zetten, of beter gezegd; te verven. Schilderen had altijd al zijn uitlaatklep geweest, hoewel het ook enorm tegen kon werken. Felle kleuren stonden in contrast met de donkere kleuren. Hij had niet het doel om iets voor het zicht te creëren. Hij wilde zijn emoties op het doek plaatsen, ver weg van zijn eigen brein die alle gebeurtenissen bleef herhalen. Alleen werkte het niet.
          Water spatte omhoog toen Jem de kwast in het water potje gooide. Met zijn handen wrijvend in zijn gezicht ijsbeerde hij rond de kamer. De hele dag al leek er iets niet te kloppen. Hij kon zijn vinger er niet op leggen, maar het deed zijn innerlijke wolf rommelen onder zijn huid. Misschien dat wat frisse lucht hem goed deed.
          En zodoende liep hij enkele minuten later door de straten. Handen in zijn zakken en blik op het bos gericht waar de mist leek te wachten op toestemming. Vreemd genoeg hing er de gehele dag ook al een soort bewolking die ervoor zorgde dat de zon alles geel kleurde. Er klopte iets niet. Maar wat?
          Zijn tocht liep langs de zaak van Eli zijn zaak. Het deed Jem even twijfelen, maar een goed gesprek in het bijzijn van een heerlijke kop thee klonk zo slecht nog niet. Bovendien was er zoveel de laatste tijd gebeurd dat hij Eli amper gesproken had, beide verstrik in hun eigen taken. Bij binnenkomst werd hij begroet door de kruidige geur van de thee en iets wat verdacht veel op magie leek.
          ’'Eli.’' Groette hij de krullebol die verderop in het winkeltje stond. Het ongemakkelijke gevoel van eerder de dag leek al wat af te zwakken, puur dankzij het veilige gevoel dat het winkeltje uitstootte. ‘'Hoe gaat het? Heb je toevallig tijd voor een bijklets-sessie?’' Vroeg hij de jongeman met een oprechte glimlach, al was die niet zichtbaar.




    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home

    Linden Rose Orbin
    21 | Human | Librarian | Never been kissed | Harvey | Outfit


    Linden Rose boog zich wat over Harvey's -die enkel kleiner was omdat hij neer zat, en zelfs toen scheelde het niet veel- schouder heen in een poging hem gelijktijdig koffie in te schenken én mee te turen in het boek dat voor hem lag. Ze had even pauze nodig gehad van het eindeloos zoeken naar een plant terwijl ze eigenlijk niet eens wisten aan welke eisen deze moest voldoen. In die tijd had ze een lading verse koekjes gebakken. Deze stonden inmiddels reeds op tafel, zodat ze koel genoeg waren om bij de koffie op te kunnen peuzelen.
    De roodharige had zichzelf nog wat verdere afleiding geschonken door haar kleren, waarmee ze zo'n twee dagen geleden bij de houthakker beland was, in de wasmachine te stoppen - samen met enkele hemden van de man. Een voordeel -zowat het enige- aan het lengteverschil tussen de weerwolf en de bibliothecaresse was dat zij met ruime overschot in zijn kleren paste. De grijze hoodie die ze geleend had kwam dan ook tot net boven haar knieën.
    Nadat ze de koffiekan terug op zijn plaats had gezet, en zichzelf een zoveelste mok thee had ingeschonken, nam ze terug plaats tegenover haar oudste vriend en glimlachte voorzichtig. Na de ontdekking dat Nox niet altijd Nox was, en Harvey niet altijd Harvey hadden ze een immens verhitte discussie gehad die hen, vreemd genoeg, nog dichterbij elkaar had gebracht in plaats van een wig tussen de twee te drijven. Oud zeer, verscholen angsten en verdoken ergernissen waren naar boven gekomen en uitvoerig uitgeklaard. Desondanks was er nog steeds weinig plaats voor rust. Linden Rose begreep nu immers waarom ze de man voor zich vaak dagenlang niet te horen kreeg en waarom hij er meer wel dan niet doodop uit zag. Tenminste, ze snapte de redenen. Ze zou niet beweren te vatten wat er daadwerkelijk door hem heen moest gaan. Het verschil was dat ze nu wel degelijk iets kon doen om te helpen. Ze mocht dan wel niet sterk of dapper wezen; hem bijstaan kostte haar geen moeite, ookal betekende dat urenlang in boeken turen op zoek naar enige hint.
    "Harvey?" Haar zachte stem verbrak de stilte. Ze sloeg ondertussen een bladzijde, die geen nuttige informatie bevatte, om en frunnikte vervolgens aan het bedeltje dat ze enkele dagen geleden van hem had gekregen. "Wat gebeurt er wanneer ik dat Contract teken?" Ze besefte diezelfde seconde nog dat dat niet de woorden waren die ze had gezocht. "Hoe verloopt het?" verbeterde ze zichzelf. "Moet dat voor de Raad gebeuren? Leg ik mijn hand op een Weerwolf-bijbel terwijl ik een eed op mijn communieziel zweer? Er- er komt geen bloed aan te pas, toch?" Langzaam keek ze op van het boek. Sinds ze achter het bestaan van het bovennatuurlijke was gekomen had ze ettelijke vragen gehad én gesteld. Het geduld waarmee de houthakker deze beantwoord had was op z'n minst admirabel te noemen. Hij had voor het eerst in dagen gelachen toen ze de correcte naam van de Raad vergeten was en hen 'Roedel-politie' had genoemd, maar ook uitgelegd hoe die hiërarchie ongeveer in elkaar zat.
    "Zal jij er bij zijn?" Ondanks haar dorst naar informatie en kennis over alles wat het occulte betrof was dit momenteel haar prangende vraag. Het idee hem niet in de buurt te hebben maakte haar intens nerveus, en als de angst er op dat moment alleen voor te staan werkelijkheid zou blijken dan wilde ze daar liever mentaal op voorbereid zijn. In stilte wenste ze dat ze een beetje van Quentin's moed geërfd had, hij had het tekenen van het Contract wellicht een eitje gevonden.


    [ bericht aangepast op 18 sep 2020 - 21:44 ]


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.



    HARVEY LOWELL ARMISTEAD

    Alpha of the Lupus Sanguinibus clan || At his house with LR



    Vermoeid wreef ik even met mijn duim en wijsvinger over mijn slapen en in mijn ogen. Het leek net onbestaand gebrabbel dat ik probeerde te ontcijferen. De laatste dagen waren... overweldigend geweest. Hallow's Eve had heel het dorp opgeschud en de relaties tussen de roedels verscheurd. Dan kwam er nog bij dat Oprheus zoek was en De Raad hun vonnis over mijn roedel voorwaardelijk had uitgesteld. Zodra Orpheus gevonden zou worden, zou het verdict vallen over hem, Ollie en mezelf, maar ook Linden Rose door mijn fout zou haar loyaliteit jegens de lycantropen moeten bevestigen. Daarbovenop was ik op 'huisarrest' geplaatst door de raad en gingen er patrouilles op zoek naar mijn rechterhand die sinds die beruchte avond vermist was. Met een zucht sloeg ik de volgende pagina over, het prentje van het lelietje van Dalen zoekend, terwijl het kettingkje voor me lag. Gelukkig was er de heerlijke geur van gebak en sterke koffie die me staand hielden, vermengd met de zoete geur van bloemen die ik uit duizenden wist te herkennen. Een hand over mijn schouder die met precisie koffie in mijn mok wist te gieten, Linden Rose was even mee aan het turen in het vreemde plantenboek. "Bedankt" sprak ik oprecht en schonk Linden Rose een kleine, maar vermoeide glimlach. Na in zoveel boeken te bladeren was dit het laatste boek dat ik nog moest doorspitten, maar met deze gibberish... Mijn vrije hand greep naar een luuk warm koekje waarop ik even genietend knabbelde, waarna ik naar Linden Rose keek. Ze had voor haarzelf een kopje thee ingeschonken, het kopje was eentje die ze jaren geleden zelf eens had meegenomen en had altijd erg trouw in mijn kast blijven liggen. De jongevrouw was altijd welkom geweest in mijn cabin al moest ik eerlijk toegeven bang geweest te zijn ze hier nooit meer te zien. Het was namelijk niet niks geweest toen ze hier voor de deur stond met vragen. Het was heavy, oude wonden kwamen boven, maar we hadden kunnen praten en dat was het belangrijkste. Linden Rose had veel vragen gehad, wat begrijpelijk was en deze had ik haar zo goed als mogelijk beantwoord. Haar aanwezigheid zorgde voor rust en houvast, me even kunnen vasthouden aan het positieve, aan de jongedame die mij begreep dat deed me goed. Natuurlijk had ik nog veel zorgen, maar zonder haad was ik de muren opgelopen en al zeker het bos uitgepluisd om mijn verloren roedellid zelf terug te vinden. Het nu uit handen geven aan een ander, dat maakte het alleen maar frustrerender. De jongedame was al twee avonden blijven logeren, me helpen met de plantenboeken van haar bibliotheek te doorspitten op zoek naar 'iets'. Hoop.
    "Harvey?" Linden Rose haar zachte stem doorbrak de stilte even, wat me opnieuw deed opkijken naar haar. De vermoeidheid was wat in mijn blik te zien. "Wat gebeurt er wanneer ik dat Contract teken?" haar vraag had me even uit mijn roes gehaald die eerst op stand 'bloemen' had gestaan. "Hoe verloopt het?" sprak ze bedenkelijk, haar woorden iets corrigerend. Ik haalde even peinzend over mijn woorden een hand door mijn wilde haren. "Well..." bromde ik mijn woorden nog zoekend. "Moet dat voor de Raad gebeuren? Leg ik mijn hand op een Weerwolf-bijbel terwijl ik een eed op mijn communieziel zweer? Er- er komt geen bloed aan te pas, toch?" De serieusheid in haar stem en de 'weerwolfbijbel' lieten me even lachen, de onschuld van de dame was aandoenelijk, en het feit dat ze de raad als weerwolf politie zag had me aan het lachen gehad. "Nee er komt geen bloed aan te pas, geen zorgen." begon ik lichtelijk geamuseerd waarna ik mijn mond leegat en het heerlijke koekje wegspoelde met een goede slok koffie. " De Raad zal je bij naam noemen, en je vragen je loyaliteit jegens ons lycantropen als eed af te leggen. Het geheimhouden van ons bestaan is erg belangrijk en het overschrijden van die regel... heeft serieuze consequenties." mijn zin eindigde in een strenge frons, al wist ik er een klein geruststellend glimlachje uit te krijgen om haar gerust te stellen. "Jou voordeel is dat Quinten eveneens een guardian is ...-was-, ze hadden vertrouwen in hem, ze zullen jou ook vertrouwen, want dat heb ik ook in jou." Nu ze mijn geheim wist was er ook geen nut in het geheim houden van deze dingen of het betuttelen van Linden Rose. " Daarbij kunnen ze jou niet straffen met dat je achter de waarheid bent gekomen, dat ik een schuld die op mijn schouders ligt." Het is dat Linden Rose 'geclaimed' was door de Versipillis roedel dat het niet aan mij was geweest om haar dit alles te vertellen. Net als haar zou ik voor de raad moeten komen om verklaring te leggen, waarom ik mijn roedel in 'gevaar' had gebracht door Linden Rose mijn ogen te tonen, eveneens het kwijtspelen van een roedellid. "Zal jij er bij zijn?" Het was een vraag dat ze niet eens hoefde te stellen. "Natuurlijk. Ik laat je niet alleen." sprak ik oprecht - niet nog eens- dacht ik erna. Ik wilde net mijn blik weer op het boek richtten, toen ik de hoodie opmerkte die ze aan had. Het was een ouwe hoodie van de tijd dat ik nog in het trackteam van de Fulgur Falls Highschool zat. "Staat je erg goed. Ik bedoel- beter dan het mij ooit paste." sprak ik mijn mondhoekje kroop iets omhoog. Linden Rose leek sedert ons gesprek nog helderdere groene ogen gekregen te hebben, alsof ze eindelijk het missende stukje gevonden had, een antwoord op haar vragen die een last van haar af hadden gehaald. Toen ik besefte dat ik misschien iets te lang naar haar had gestaard, nam ik dan maar vluchtig een koekje in mijn mond en sloeg de volgende bladzijde van mijn boek over. "Wel heb je-...." Het koekje viel bijna uit mijn mond bij het zien van het sierlijk getekende lelietje van Dalen. Zou ik dan ook mijn vragen beantwoord krijgen?





    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH


    Eli 'Bellamy'

    The Magician / At the tea shop with Jem



    Een kleine rilling ging over me heen waarna ik de kashmieren sjaal van mijn moeder iets beter om mijn nek heen sloeg. Met een goede kop verse camomille thee in mijn handen die me enigsinds wat opwarmde liep ik de zaak weer binnen. Mijn vader had me opgedragen wat uit te rusten. Ik had heel wat van mijn energie gegeven om Nox en Laurel te vinden op Halloweenavond, energy dat ik nu weer terug gevonden had, was het niet voor die verdomde verkoudheid. "Ha-ha-hatsjoeemmmm!" "tering.." sniffelde ik zacht, een zoveelste papieren zakdoek zoekend. Met niet enkel mijn zicht weg maar ook nog eens mijn reukzin geblokkeerd voelde ik me helemaal uit balans. Sneller tegen dingen aanstoten dan anders en thee schenken liep soms mis als je een spontane niesbui had. Gelukkig had Darcy een verse lading gedroogde camomille bloempjes voor me gereedstaan wat me meteen al wat beter deed voelen. Om mijn arm zat Arsra gebonden, lijkend op een armband in de vorm van een gekrulde slang. Ik had mijn arme familiar de afgelopen dagen verdomt veel in aan plotse niesbui tegen dingen aangeslagen. Dat wenste ik mijn rouwe maatje niet toe, dus bleef hij maar op deze manier aan mijn zijde. De windscharms klingelden zachtjes als een lichte bries zich door de winkel heen bewoog. Een nieuwe klant in de winkel zo te horen -gelukkig kon ik nog op mijn gehoor rekenen-. Ik zette al voet om de nieuwkomer te begroetten, al werd ik eerder begroet door een familiaire stem. ’'Eli.’' De warme verwelkomende stem van Jem deed me oprecht glimlachen "Jéremie!" begroette ik mijn goede vriend vrolijk, ‘'Hoe gaat het? Heb je toevallig tijd voor een bijklets-sessie?’' Ik kon de oprechtheid in zijn stem horen dus ik knikte en wenkte de jongeman met me mee, in het kamertje achterom, achter de zijden gordijnen. "Ik heb wel betere dagen gekend, maar ik laat me niet tegenhouden door een domme verkoudheid. Hoe gaat het met jou? Kopje thee?" Ik had Jem naar het waarzeggershoekje gebracht. De wierook gulde de kamer lichtelijk, en de magie in deze ruimte hield pottekijkers en lusitervinken buiten dus je kon hier openlijk je hart luchten. Ik opende uit automatisme één van de vele lades van de grote kast en haalde hieruit enkele lucifers waarbij ik enkele kaarsen liet branden en me eens JEm ook neergenesteld was op zijn stoel me ook neerzette. " Wat brengt jou naar de theeshop? Het is alweer een eindje geleden."


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Linden Rose Orbin
    21 | Human | Librarian | Never been kissed | Harvey (& guest) | Outfit


    Het lachje dat Harvey op zijn lippen had gekregen bij haar vraag over het al dan niet bestaan van een Weerwolf-bijbel verwarmde Linden Rose's binnenste. Om vervolgens letterlijk te horen te krijgen dat hij haar vertrouwde bracht intense blossen op haar wangen en deed haar hart een slag overslaan. Als hij zo doorging dan zou hij haar vast nog aan het huilen brengen. Wat hij daarna echter te zeggen had bezorgde haar rillingen. Ze was het er ook ten stelligste niet mee eens dat Harvey de schuld hiervoor op zich zou moeten nemen. Als Linden Rose uit het bos was gebleven, of het verstand had gehad dat Nox niet Nox was dan had hij zich er niet eens mee hoeven bemoeien en had hij niet in deze positie gezeten.
    Bij de verzekering dat hij haar zou vergezellen wanneer de Raad zou ontmoeten ging een golf van opluchting door haar heen. Ze glimlachte hem over de rand van haar theekopje toe en verzekerde hem,
    "Wees niet zo hard voor jezelf. Je hebt gedaan wat elk goed mens zou doen, je kon niet anders. Als ze je daarvoor willen straffen -" halverwege haar zin besefte de bibliothecaresse echter dat haar inbreng tegenover de autoriteit er waarschijnlijk weinig zou toe doen. "Dan help ik je de lading te dragen," besloot ze uiteindelijk luidop. "Ik sta aan je zijde, Harv." Hierover hoefde ze geen seconde te twijfelen. Hij was er altijd geweest wanneer zij hem nodig had gehad. Ze zou zonder verpinken altijd hetzelfde voor hem doen.
    De jongedame twijfelde even of hij haar wel gehoord had. Ze trachtte zijn ietwat afwezige blik te volgen en kwam daarbij, tot haar verbazing, op haar bovenlijf uit. Spontaan kleurden haar wangen weer zo rood als een pioen. Wat gebeurde er?
    "Staat je erg goed. Ik bedoel- beter dan het mij ooit paste." Linden Rose fronste haar wenkbrauwen terwijl ze wijs probeerde te raken uit Harvey's woorden. Plots viel het kwartje dat ze zijn trui droeg en vielen alle puzzelstukjes op hun plaats. Ze grinnikte kort en rolde haar ogen naar zichzelf. Natuurlijk ging het om de trui. Al gauw kwam echter dagen dat hij haar een compliment had gegeven.
    "Ehm, dank je?" sprak ze stilletjes. Ze wist niet goed wat ze verder moest zeggen. Ze kon zich niet inbeelden dat het al eerder was voorgevallen dat hij haar klederdracht complimenteerde, en dat had ze ook nooit erg gevonden want ze wist dat Harvey daar gewoonweg niet op lette.
    "Wel heb je-...." bracht de Alpha plots uit. Nieuwsgierig liet Linden Rose haar blik zakken naar de pagina van het boek voor zich die Harvey's aandacht getrokken had. De jongelinge maakte zichzelf los van haar stoel en kwam bij de reus staan om te kijken wat hij gevonden had. Op het eerste zicht leek de bloem op de tekening exact op het werkelijke exemplaar dat voor zich op tafel lag. Net toen de roodharige dame een opmerking wilde maken werd er op de deur geklopt.
    "Lees verder, ik ga wel," deelde ze mee, waarna ze onbewust een hand door Harvey's haren haalde terwijl ze zich richting de deur keerde. Ze sloot de korte afstand in enkele passen en opende de deur. Haar mond viel zowat open van verbazing toen ze te zien kreeg wie de bezoeker was, en in welke staat deze zich bevond.
    "H-Harvey?" bracht ze zwakjes uit, waarbij ze haar hoofd wel wat in zijn richting kantelde, maar haar ogen strak op de persoon voor zich hield.
    "Harvey?" herhaalde het verwilderde individu verward, alvorens zonder enige schijnbare aanleiding het evenwicht te verliezen en voorover te tuimelen.
    "HARVEY!" riep Linden Rose geschrokken terwijl ze een verwoede poging deed de bezoeker op te vangen.



    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.

    Orpheus Spencer Grey

    22 | The Woods

    Orpheus keek om zich heen terwijl hij probeerde te bedenken hoe hij in het bos beland was. Naakt, dan nog wel. Het vreemde was echter dat het kil genoeg was om zijn adem voor zich te zien verschijnen en verdwijnen in de herfstlucht; zijn lichaam voelde aan alsof het in brand stond. Hoe kon dat?
    In plaats van antwoorden vond hij echter alleen bomen, en daarachter nog meer bomen. Gedesoriënteerd zette hij zijn wandeling in. Het was niet iets waar hij bewust over nadacht, hij wist alleen dat hij in beweging moest komen, waar dat hem ook heen mocht brengen. Voet voor voet slenterde hij vooruit, zichzelf er constant aan herinnerend hoe hij moest lopen. Zijn benen voelden slap en zwaar tegelijk, alsof aan beiden een betonblok hing en hij de kracht niet bezat deze te dragen.
    De felle zon bezorgde hem nog meer hoofdpijn dan zijn intens bonzende hart al deed. Het klopte zo snel en onregelmatig dat hij het telkens in zijn oren voelde en hoorde galmen.
    Hij struikelde, en had het reflex niet zichzelf op te vangen waardoor hij met een smak tussen de bruine bladeren op de grond terecht kwam. Kreunend probeerde hij weer overeind te komen. Net toen hij op zijn knieën zat kwam een donkere schaduw langs zijn hoofd gevlogen; hem weer ineen doen duikend. Beschermend gooide hij zijn armen over zijn haren en voelde een krop in zijn keel naar boven komen.
    De jonge kerel wist niet hoe lang hij daar gezeten had voor hij weer rechtop durfde te komen. Langzaam maar zeker wist hij zijn voeten weer onder zich te krijgen, waarbij continue schichtig om zich heen keek - op zoek naar enig teken van wat hem eerder had aangevlogen. Hij haalde diep adem en wilde net zijn weg verder zetten toen een krijsend geluid zijn aandacht trok. Bevend van angst keek hij over zijn schouder heen, zag een donkere, onbekende zwerm zijn richting uit komen en zette het op een rennen. Het zweet dat hem uitbrak kon zowel uit angst als door de inspanning zijn. Maar het kwam niet in hem op te stoppen.
    Tot hij een houten hut tussen de bomen vandaan zag loeren. Vreugdetranen barstten los terwijl hij zichzelf vooruit bleef dwingen, ditmaal met een duidelijk doel voor ogen.
    Toen hij aanklopte zag hij tot zijn ontsteltenis dat zijn bevende handen vol opgedroogd bloed hingen. Gefascineerd bekeek hij deze, trachtte zich voor de geest te halen hoe dat zo gekomen was en had hierbij niet in de gaten dat de deur was open gegaan.
    "H-Harvey?"
    "Harvey?" herhaalde hij. Was dat zijn naam? Hij kon zich niet inbeelden dat hij zo heette, maar tegelijk wist hij zich ook niet te herinneren wat het dan wel was.
    Zijn hart sloeg een gigantische slag over, waardoor het zwart werd voor zijn ogen en hij niet langer in staat was overeind te blijven. Opnieuw maakte zijn lichaam buiten zijn wil om een neerwaartse beweging en verdween het verblindende licht eindelijk uit zijn ogen. Het was eindelijk stil, en donker.


    [ bericht aangepast op 29 sep 2020 - 11:45 ]


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.

    Ollie Grey
    21 • Very French • Lupus Sanguinibus / Babysitter / Restaurantmedewerker • Edge of the Forest • Êtes-vous fou? • Maddie


    Van de ene op de andere dag was mijn neefje verdwenen. Het ene moment was hij er, het ander was ik hem kwijt. Kwijt kwijt. Het voelde of er iets miste in mijn lijf en in mijn wolf vorm was het zoveel erger. Daarom was ik bijna blij dat me grotendeels verboden was om te veranderen, behalve met toestemming. Het voelde als wolf echt alsof iemand mijn poot had afgezet en tegelijkertijd een long had meegenomen. In menselijke vorm had ik nog altijd een leegte, maar die was toch minder dominant aanwezig. Door zijn verdwijning was onze hoorzitting nog niet geweest. Dat maakte me nu allemaal niet meer uit. In het begin was ik er een beetje pissig over geweest, maar nu wilde ik gewoon koste wat het kost mijn familie terug, mijn bloed. De meeste dagen spendeerde ik in de diner of met een grote groep normale en wolf kinderen in het jeugdcentrum als babysitter. Normaal deed ik dit alleen 's avonds voor bekenden, maar ik had niets beters te doen, en het hield me bezig. Ik moest bezig blijven om mijn hoofd weg te houden van de leegte in mijn borstkas. Het was heel anders dan het verliezen van een liefde. Ik kon het niet uitleggen, maar ik werd er gek van als ik te lang eraan kon denken, bovenal omdat ik er niets aan kon en mocht doen.

    Ik was onderweg van de diner waar ik een drukke ontbijt shift had gedraaid, naar het jeugdcentrum om te gaan babysitten, toen ik op de parkeerplaats nabij het woud een bekende verschijning zag. "Maddie?" Mijn accent was sterk als altijd, maar mijn verbazing was duidelijk er doorheen te horen. Ik trok mijn oortjes uit mijn oren en liep vlotjes naar haar toe. "Wat doe jij hier? Moet je niet werken?" Ik wilde niet perse neuzen in zaken die me niet aangingen, maar ik was oprecht benieuwd wat ze hier deed. Er kwam hier normaal al amper iemand, en nu al helemaal niet nu het bos grotendeels off limits was. Intussen borg ik mijn oortjes op en keek haar aan. Ik moest echt verder, maar ik had het gevoel dat hier meer te ontdekken viel dan Maddie die een dagje vrij had. "Ik was onderweg naar de kinderen. Loop je mee?" Ik was normaal verre van sociaal, maar mijn nieuwsgierigheid won het nu toch echt. Misschien was het ook dat ik hoopte dat zij misschien iets wist over Orpheus. Het was een heel kleine kans, maar toch pakte ik die onbewust aan, al was het maar om van dit permanente kutgevoel af te komen.



    Bowties were never Cooler


    HARVEY LOWELL ARMISTEAD

    Alpha of the Lupus Sanguinibus clan || At his house with LR



    De opbeurende woorden van Linden Rose deden me zwakjes glimlachen, echter draaiden de woorden met een lichte echo door mijn hersenen heen. Niet te hard voor jezelf zijn, het was een prinsice die ik nooit gekund had, al sinds een kleine pupper was ik hard voor mezelf, dat moest ook. Want als ik dat niet was, als ik onvoorzichtig was of mijn eigen fouten zou herhalen, dan was ik nooit waardig geweest als Alpha. Als ik dat überhaupt nu zelf ben. Het waren echter haar volgende woorden die de zwakke glimlach op mijn gezicht lieten behouden, ze stond aan mijn zijde. Een vertrouwenspersoon wat ze eigenlijk altijd al voor me was geweest, alleen kon ik haar nu ook echt alles toevertrouwen en eerlijk zijn naar haar toe over dit alles.
    Iets afwezig had ik wat door het onbegrijpelijke plantenboek zitten bladeren tot mijn blik het exacte plaatje vond van het lelietje-van-dalen dat op het tafel lag. "Wel heb je-...." kwam er oprecht verrast over mijn lippen. Na die slaaploze nachten had ik de hoop al lichtelijk opgegeven om werkelijk nog iets te vinden over de plant. Echter het vreemde gekrabbel in het boek was niet zo gemakkelijk te ontcijferen. Ook Linden Rose kwam even van haar stoel af om te kijken of ik het werkelijk gevonden had. “ Dit moet het toch wel zijn?” kwam er iets verrast over mijn lippen, al was er een kleine hint van frustratie toch ook te vinden in mijn stem. Het moest er wel inzitten, ik moest het antwoord vinden. Als automatisch vormde zich een frons op mijn voorhoofd toen ik iemand op de deur hoorde kloppen. Het gebeurde niet vaak dat ik bezoek had, zeker niet als ze me niet op voorhand verwittigden. Mijn blik was dan ook even alert op de deur gericht, al liet een tedere hand door mijn haren mijn blik verzachten terwijl ik opkeek naar de rode lokken van de jongedame naast me. "Lees verder, ik ga wel," Ik keek nog enkele seconden na hoe Linden Rose naar de deur toeging vooraleer ik mijn blik weer richtte op het vreemde geschrift voor me. De symbolen deden me niet volledig vreemd, was het Russisch? Ik kantelde het boek even in de hoop dat ik er wijzer van zou worden maar helaas.
    "H-Harvey?" Mijn blik gleed weer naar de deur waar Linden Rose half naar de toe stond. Het boek viel uit mijn handen toen ik door had wie onze onverwachtse bezoeker was. "Harvey?" herhaalde een uitgeputte Orpheus, vooraleer de jongen van zichzelf leek te draaien. “Grey!” Zonder aarzelen sprong ik dan ook van mijn stoel af -welke met een dof gekletter achterover viel- Linden Rose riep mijn naam nog geschrokken uit en net in tijd half naar de grond te duiken zodat hij niet op de grond viel en zichzelf bezeerde. “Linden Rose bel Maddie vlug!” Sprak met spoed, waarna mijn alpha op automatische piloot vloog. Ik tilde de naakte jongeman naar de sofa waar ik hem voorzichtig neer legde. Mijn vingers gleden haastig naar zijn pols, hij had nog een harstlag, een zeer hoge zelf, alsof de jongeling uran had zitten lopen. Als een bezorgde vader gleed mijn hand van zijn pols naar zijn voorhoofd waar ik zijn ietswat natte lokken aan de kant duwde. Hij gloeide al zag ik toch ook kenmerken van onderkoeling , ik had geen idee wat er aan de hand was. “Oprheus? Orpeheus?!” ik had hem kleine tikjes tegen zijn wang, maar geen respons. De jongen ademde gelukkig nog wel, maar hij was in slechte conditie. Vervolgens controleerde ik zijn ogen, zijn pupillen stonden klein en irisen hadden hun gewoonlijke grijze kleur, enkel wat doffer dan gewoonlijk. Ook zijn tanden waren in orde. Hij zat niet inbetween shifts en zat dus in zijn first skin. Ik liet de jongeman los en kwam overeind, waarna ik vluchtig de gordijnen van de cabin sloot om zeker te zijn dat niemand mee kon kijken. “Verdomme Grey.” Mompelde ik zachtjes eens ik mijn hoofd weer richting de jongen op de sofa draaide. “Wat heb je uitgestoken…” De staat van de jongeman kon me niet erg veel vertellen, enkel dat hij na zijn agressieve staat van enkele dagen geleden vast ik het bos rondgedoolt moest hebben. Het bloed aan zijn handen was niet van hem – noch van een menselijke prooi. Dat vertelde mijn neus me. Ik ijsbeerde iets, mijn handen door mijn haar halend, waarna ik dan toch een klein dekentje boven de jongen legde, gezien ik hem moeilijk open en bloot kon laten liggen. Ik stopte hem iets in en besloot een glas water te halen wat ik ook dichtbij Orpehus plaatste. Hij had geen kick… Gefrustreerd haalde ik een hand door mijn haar. “Fuck” zuchtte ik waarna ik wat verslagen op de poef naast de sofa neer plofte. Dit deed me te hard herinneren toen Linden Rose in het ziekenhuis lag. “Komaan Grey, don’t do this to me.” Fluisterde ik zacht, in dilemma of ik zijn vader en hierbij dus ook de raad zou verwittigen van de vondst van Orpheus.



    EVELYN FINLEY GARDNER

    'Doc' Bitten one of the Lupus Sanguinibus roedel || At her office, With Darcy and Asher.



    "Misschien iets minder koekjes geven en je ditmaal houden aan het voorgeschreven dieet Miss.Callard. Dan voelt Mimzie zich weer piekfijn in orde." sprak ik lichtelijk streng maar met een geamuseerde ondertoon tegen de oudere dame. Haar ouwe beagel was een goed gezette hond, maar mocht toch wat kilo's verliezen om goed te zijn. "Oh maar je weet hoe dat is hé, met hun puppy ogen." Sprak de oudere dame terwijl ze het voorschrift van me aannam. " Oh dat weet ik zeker, maar het is voor jullie beiden belangrijk die te weerstaan. En zeker niets van tafel geven, dan komt alles weer goed." Sprak ik en haf de ouwe Mimzie een aaitje over zijn bol. "Betalen is aan de balie, en nog een fijne dag Miss Callard." sprak ik vriendelijk nadat ik alles had meegegeven met de vrouw. Ik wuifde haar nog uit en plofte me even neer. Het was vandaag erg rustig en had momenteel geen klanten ingepland het komende half uur. Misschien even een koffietje drinken? Ik opende mijn geheime la met koekjes -voor de mensen- En nam een granenbar uit. Echter voor ik het echt kon gaan oppeuzelen stonden er twee grote groene ogen me aan te staren vanuit de andere kant van de kamer. "Cupido?' sprak ik aangenaam verrast. De gigantisch pluizige kater was geen onbekende voor me, en zeker zijn gekke kuren niet. "Cupi- Nee! Stoute jongen, straks zit he hele- wel verdorie!" ik holde naar de kater toe toe tevergeefs zichzelf onhandig vast wist te nestelen in de rolluiken. Het beestje miawude even en ik slaakte een zucht. "I told you soo." met wat hulp wist ik Cupido te bevrijdden en sloot ik de ruit, voordat hij het nogmaals waagde als ontsnappingspoging. "Zal ik ja baasje maar eens bellen? Die mist je vast hoor." grinnikte ik. " Het leek wel alsof je wegliep van iets, kattekwaad uitgehaald?" Ik zette de grote kater even in een kooitje, iets waar hij dudielijk niet tevreden mee was, maar zo kon ik hem in de gaten houden. Ik haalde mijn telefoon boven en tikte het nummer van Asher in. " Hey Asher? Met Eve hier, volgensmij is je geliefde viervoeter weer eens gaan lopen. Geen zorgen, Cupido is gezond en wel bij me komen aankloppen. Kun je hem zo komen ophalen?" Ik had nog één klant en daarna nam mijn collega van me over, dus mocht hij willen kon ik hem mee voor een drankje vragen.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

          “No one can hurt you now.”
    Aan de rand van het weelderige woud van mosgroen en mahoniebruin lag een langgerekte, kronkelige autoweg waar zo nu en dan een wagen overheen reed. Waar met gelegenheid een vreemdeling op doorreis was, of een groepje jongeren rondhing vanuit één van de naastliggende dorpen.
          Voor de rest was het stil. Doodstil.
    De wind nam de oorverdovende kreten in zich op, de smalle beekjes namen herinneringen en geuren mee van ver buiten Fulgur Falls. En een donkere gestalte zat ineengedoken op die specifieke weg —om behoedzaam een lichtbruin bundeltje besmeurd met rood op te pakken. Het mauwde een gekwelde klaagzang uit terwijl de figuur het bedekte met het zwarte vest, welke eerder rond haar schouders had gelegen.



    DARCY.

    ✦      ✦      ✦

    Het bloed van een verwonde of overleden dier was het meest weerzinwekkende wat de vrouw ooit had geroken, waardoor het haar bij was gebleven tot op de dag van vandaag. De luchtstroom had haar geholpen het beestje te vinden, de bomen hadden haar begeleid het onzichtbare pad te doorlopen. Met haar gedachten op oneindig liet ze zich terugleiden naar de plek waar ze meer dan eens een verwonde dier had afgeleverd. Iedere keer was ze vertrokken voor de arts in kwestie haar had kunnen ondervragen, maar bleef niettemin aanhoudend heimelijk controleren of het desbetreffende diertje het gehaald had.
          Geraffineerd krulden haar mondhoeken zich miniem om toen een zwartgrijze wolfhond de ruimte naar de Animal Hospital vrij klaarde. Mensen gingen aan de kant als de rode zee, en de enkeling die het niet deed, werd opzij geduwd. De daadkrachtige vrouw en haar viervoeter hadden geen tijd te verliezen door geleuter van anderen.
    Ze had zongekuste haren, een blanke huidskleur en ijsblauwe poelen —allemaal kenmerken die de vrouwelijke gestalte niet meer in beelden kon zien. Niet eens in zwart—wit. Het was op een gegeven moment simpelweg en hardvochtig zwart. De twee maanloze poelen niets meer dan een uitzichtloze toekomst in zich geëtst, tot Eli een uitweg had geboden.
          “I found her on the side of the road.” Vertrouwend op haar andere zintuigen lukte het haar het kleine bundeltje voorzichtig op de tafel te leggen. De dierenarts, die op dat moment aan de telefoon zat, onderbroken — op deze wijze eiste ze de aandacht te verschuiven naar het hoognodige. Haar stem had wellicht gedempt geklonken, maar de doortastende toon legde de nadruk op de onderliggende vraag. Help haar. Alsjeblieft.
    Zonder meer woorden eraan te verliezen, schoof ze de stof zorgvuldig aan de kant, wat het katje nogmaals treurig liet mauwen. Inanna’s ademhaling was bij de deur te vinden, waar ze verbleef als hoeder over degenen in de ruimte.

    [ bericht aangepast op 9 okt 2020 - 17:09 ]


    [ heaven knows ]

    Jéremie ‘'Jem’' Matthias Dubois


    Versipellis – With Eli
          Met een vrolijke toon groette de jongeman hem terug. Jem zijn glimlach werd deels vervangen door een vragende blik bij het zien van Eli, die er niet helemaal top uitzag. Zijn lichte ogen die altijd op het niets gericht waren leken wateriger dan normaal, daarbij had zijn normaal egale neus een rode tint aangenomen. Voordat Jem er echter naar kon vragen gebaarde de andere jongeman hem te volgen. Naast de geruststellende werking van de bekende omgeving, zorgde ook dit ervoor dat zijn schouders een iets minder gespannen houding aannamen. Eli mocht dan wel niet het type persoon zijn dat mensen zomaar wegstuurde, maar ook hij kon geen tijd hebben gehad, of zin hebben. Maar het tegendeel was gelukkig al bewezen. Anders had Jem alweer buitengestaan en opnieuw rondgezworven op straat opzoek naar een andere vorm van vermaak en afleiding.
          "Ik heb wel betere dagen gekend, maar ik laat me niet tegenhouden door een domme verkoudheid. Hoe gaat het met jou? Kopje thee?" Vroeg Eli. Dit zorgde er tevens voor dat er wat puzzelstukjes op hun plaats vielen. De jongen had een verkoudheid opgelopen.
          ’'Ah, het is weer die tijd van het jaar,’' begon hij grinnikend, doelend op de verkoudheid, ‘'met mij gaat het wel prima, ondanks omstandigheden. Ik ben alleen al de hele dag gespannen ofzo, heel vreemd.’' Eli had hem geleid naar het waarzeggershoekje, een hoekje waar hij niet al te vaak kwam, maar desondanks nog herkende. Sterker nog, het was vrijwel niet veranderd sinds de eerste keer dat hij hier geweest was. Het was een herinnering die hij niet snel meer zou vergeten. Weerwolven, dat waren één ding, maar de dag dat hij erachter kwam dat magie ook een ding was voelde aan alsof er nieuwe deuren opengingen naar een gloednieuwe wereld die nog viel te ontdekken. Bewijs was echter wel nodig, want in eerste instantie ging Jem ervanuit dat het allemaal een grote grap was. De herinnering zorgde ervoor dat zijn mondhoeken opnieuw opkrulden terwijl hij plaats nam in de stoel.
          Tegen de kop thee zei hij geen nee. Momenteel was er niets beter dan een lekkere kop warm drinken. Zijn voorkeur had uitgegaan naar koffie, maar dan had hij door moeten lopen naar een van de koffiewinkeltjes. Bovendien was het drinken niet de drijfveer geweest om hierheen te gaan.
          "Wat brengt jou naar de theeshop? Het is alweer een eindje geleden." Vroeg Eli hem nadat ook hij plaats had genomen. Ja, wat had hem hier eigenlijk gebracht? Was het puur toeval dat Jem zich in de straat van het theewinkeltje had bevonden of had het te maken met het zoeken naar een luisterend oor?
          ’'Ik liep toevallig langs op een van mijn ronddwaal momenten.’' Een korte grinnik onderbrak zijn zin, ene beter beschrijving kon hij immers op het moment niet vinden. ‘'Dat in combinatie met het ‘het is al een tijd geleden’ bracht me eigenlijk hier. Er is zoveel gebeurd in die tijd, ik vroeg me af hoe deze periode jou afgaat, al had ik me misschien meer zorgen moeten maken over de herfstkwaaltjes.’' Bracht hij lichtelijk plagend uit.


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home

    Linden Rose Orbin
    21 | Human | Librarian | Never been kissed | Harvey (& guest) | Outfit


    Plots leek alles in een stroomversnelling te raken; in een mum van tijd bevond Harvey zich weer naast Linden Rose en had hij Orpheus opgevangen. Verbaasd staarde de jonge bibliothecaresse de houthakker aan. Het was één ding te weten dat hij bepaalde bovenmenselijke eigenschappen bezat, het was geheel iets anders om deze in actie te zien.
    “Linden Rose bel Maddie vlug!” Het was de paniek zijn stem die de jongelinge weer wakker wist te schudden.
    "Juist!" bevestigde ze, waarna ze terug richting de tafel holde. In plaats van haar eigen mobiel nam ze die van Harvey, hopend haar vriendin op die manier sneller aan de lijn te krijgen. Ze scrolde kort door zijn contactenlijst, tot ze de juiste naam gevonden had en drukte op het groene telefoontje. Ondertussen begaf ze zich weer naar de mannen toe en hield nauwlettend in de gaten hoe Harvey één en ander checkte terwijl hij de jongen terug bij probeerde te krijgen. Zachtjes legde ze een hand op de schouder van de Alpha, terwijl ondertussen de beltoon overging. Met bonzend hart wachtte Linden Rose tot er opgenomen werd.
    "Harvey?" klonk een lichte stem dan aan de andere kant van de lijn.
    "Maddie? Het is Linden Rose," deelde ze snel mee. "Kan je naar Harvey toe komen? Orpheus is terecht." Ze twijfelde even of ze zijn huidige staat wel over de telefoon moest meedelen, maar tegelijk wilde ze niet dat de andere krullenbol op het moment dat ze toekwam voor een lelijke verrassing zou komen te staan. "Hij - hij stelt het niet bepaald prima..." vertelde ze voorzichtig. "Ik bel zijn familie wel, ik zie je straks."
    Nadat ze ingehaakt had belde ze het nummer dat onder de naam van Mikhail Grey stond. Er werd niet opgenomen. Linden Rose besloot om af te wachten tot de man zelf terug zou bellen en ging boven in Harvey's kast een pyjama, lichte lakens, een kam, een waslapje en handdoeken halen. De telefoon hield ze stevig bij zich.
    Terug beneden plaatste ze alles op het salontafel, waarna ze in de keuken een teiltje met water ging vullen.
    Voorzichtig nam ze plaats naast Harvey, en maakte het waslapje nat. Zo rustig mogelijk ging ze ermee over het gezicht van Orpheus, wat ze herhaalde tot zijn gezicht weer proper was. Met precisie plukte ze de blaadjes uit de haren van de jongen en haalde er zachtjes de kam doorheen. Ze mocht Maddie dan wel gewaarschuwd hebben, op deze manier hoefde ze haar verloofde niet onder ogen te hoeven krijgen.
    Vervolgens stopte ze Orpheus' handen in het teiltje en spoelde ze af, net zo lang tot van het opgedroogde bloed geen spoor meer was.
    "Kan jij hem die pyjama aan doen?" vroeg ze Harvey stil. Zelf was ze niet sterk genoeg om een slapend lichaam overeind te krijgen, en bovendien leek het haar dat het haar niet in dank zou worden afgenomen de jongen zo uitdrukkelijk in zijn adamskostuum gezien te hebben. "En de lichte lakens lijken me beter," zei ze zacht, met een knikje richting het salontafel.
    De bibliothecaresse kwam overeind en nam het teiltje meer naar de gootsteen, waar ze het smerige water weg goot en de teil uit waste om hem vervolgens nog een keer te vullen met lauw water. Het waslapje besloot ze niet opnieuw te gebruiken, dus nam ze een verse keukenhanddoek. Deze dompelde ze onder en wrong ze uit, om hem vervolgens over het voorhoofd van Orpheus te plaatsen.
    Tentatief sloot ze hierna haar armen om Harvey heen.
    "Het komt goed, Harv," trachtte ze de houthakker te troosten. "We vinden de oplossing wel," verzekerde ze hem.



    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.

    Asher Ambrose Steele



    High School Teacher | 27 years | Heading over to the vet clinic

    Vermoeid nam Asher nog een grote slok van de kop koffie die hij al een tijdje geleden had gezet. Inmiddels was de koffie allang koud geworden en al niet meer te pruimen, maar Asher had de cafeïene in de koffie nog wel even nodig. Hij zat inmiddels al de hele dag aan de wiskunde toetsen, niet om ze te maken, maar om ze na te kijken en het was ongelovelijk saai. Vooral omdat de helft van zijn leerlingen echt achtelijk leken te zijn of gewoon echt geen moeite in hun toetsen wouden stoppen en dus met de meest belachelijke berekeningen kwamen.
    'Cupido,' fluisterde Asher, alleen wonen klonk altijd geweldig als klein kind, maar de werkelijkheid was toch een beetje anders. Asher vond het vaak maar saai en had daarom ook al twee dagen nadat hij naar zijn appartement toe was verhuist een kat geaddopteerd. Een parchtige gevlekte kat die altijd door zijn appartement wandelde en luisterde naar de naam Cupido. De naam was niet verzonnen door hem, maar was al aan de kat gegeven toen Asher hem van het dierenassiel overnam, maar Asher vond het eigenlijk wel schattig. 'Cupido,' zei Asher nog een keer deze keer iets luider, omddat zijn kat de eerste keer niet reageerde op zijn naam. Deze tweede keer kwam er ook nog geen kat tevoorschijn kruipen, Asher zijn blik ging door het appartement waar hij zijn kat niet bepaald terug kon vinden.
    'God, cupido,' mompelde Asher nu een beetje geïrriteerd, hij had zijn kat om hem gezelschap te houden in zijn huis, maar Cupido had ook nog wel eens de neiging om het huis onaangeknodigd te verlaten. Asher wist niet eens hoe de kat het voor elkaar kreeg, want zijn appartement had geen kattenluikje, maar er moest ergens een ontsnappingsgat zitten in zijn huis.
    Asher liep verward door zijn appartement opzoek naar de kat hopend dat Cupido misschien ergens onder een stoel verstopt zat. Net toen Asher echt een beetje ongerust begon te worden ging zijn telefoon over, toen Asher Eve haar naam zag staan begon hij al een vermoedden te hebben waar Cupido dan uit zou hangen. "Hey Asher? Met Eve hier, volgensmij is je geliefde viervoeter weer eens gaan lopen. Geen zorgen, Cupido is gezond en wel bij me komen aankloppen. Kun je hem zo komen ophalen?" klonk de stem aan de andere kant van de telefoon, een kleine glimlach verscheen op Asher zijn lippen, om één of andere reden wist Cupido Eve altijd weer te vinden. 'Ah, ik was die pluizenbol net kwijt. Dank je Eve,' zei hij, waarna hij even een blik op de klok wierp, hij kon eerst zijn toetsen na gaan kijken en dan bij de blondine in de kliniek langs gaan, maar eerlijk gezegd was hij daar al heellang geleden klaar mee. Hij kon altijd morgen zijn wekker wat eerder zetten zodat hij ze optijd na had gekeken, mocht hij bij Even blijven hangen. 'Ik kom er direct aan,'

    [ bericht aangepast op 18 okt 2020 - 23:38 ]


    I could be your perfect disaster, you could be my ever after.


    Als een wervelwind bewoog zijn lichaam zich door het heelal met maar één mogelijke richting; naar beneden toe. Ijskristallen klampten zich vast aan zijn wimpers en bevroren zijn ledematen, wat het hem onmogelijk maakte zichzelf te proberen redden. Het concept van een vrije val had nog nooit zulke ironie gekend.
    Dieper en dieper donderde hij naar beneden toe. Ondertussen was zijn bewustzijn hem door de vingers geglipt; de lucht te ijl en koud zélfs voor zijn soort. Waar hij vandaan kwam was alles precies goed, niks teveel, niks te weinig. En hoewel zijn lichaam ontworpen was om de hardste gevechten en dodelijkste wapens te weerstaan stond ook hij niet boven de kracht van de natuur.
    Toen hij zijn ogen weer opende zag hij een grijze lucht, waaraan donkere wolken hun witte tegenpolen langzaam maar zeker verdreven. Hij trachtte de klap die steeds dichterbij kwam op te vangen, maar opnieuw liet zijn linkervleugel -de reden van zijn tuimeling- hem weer in de steek.
    De lucht werd hem uit de longen geslagen toen zijn rug tegen dikke, stugge takken aankwam. Een geluid, waarvan hij niet wist dat zijn lichaam het kon maken, weerklonk door zijn lippen.
    Takken en bladeren leken hem eindeloos te blijven belagen, tot hij in contact kwam met een stevig en warm oppervlak. Te ontdaan door wat hem overkomen was bleef hij liggen, zijn vingers in de aarde zinkend uit angst dat hij alsnog verder naar beneden zou vallen.
    Toen dikke regendruppels uit de hemel naar beneden begonnen te plensen trachtte hij dan toch overeind te komen. Daar waar de grond eerder hard was, had het water diens textuur veranderd en gleed zijn hand uit, waardoor hij opnieuw hard neer kwam.
    Dit keer bleef hij liggen.


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.