• Courage and Conviction
    “I can deal with Stalin. He is honest, but smart as hell.”
    — President Harry Truman, diary entry, July 17, 1945.

    Propaganda I II III
    Rollentopic Praattopic Speeltopic

         
    Berlin. End of WW2.
    Met de onvoorwaardelijke capitulatie van het nationaalsocialistisch Duitsland op 8 mei 1945 werd de Tweede Wereldoorlog in Europa beëindigd. De belangrijkste overwinnaars, de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië namen op 5 juni 1945 de regeringsmacht in Duitsland officieel over en stelden de bezettingszones in Duitsland in. Later werd ook een zone aan Frankrijk toegewezen. De gebieden ten oosten van de Oder-Neissegrens werden toegewezen aan Polen en de Sovjet-Unie en maakten geen deel meer uit van Duitsland. Het is nooit de bedoeling geweest dat het resterende deel van Duitsland verdeeld zou worden. De vier bezetters zouden met elkaar samenwerken, maar de samenwerking met de Sovjet-Unie bleef niet lang standhouden.

    Midden in de Sovjet-bezettingszone van Duitsland lag Berlijn, dat na de overwinning van de geallieerden op nazi-Duitsland was opgedeeld in een Amerikaanse, een Britse, een Franse en een Sovjet-sector. Toen op 20 juni 1948 in de westelijke bezettingszones de nieuwe munt de D-mark werd ingevoerd, verklaarde Stalin dat dat in strijd was met de gezamenlijke afspraken. Als reactie hierop sloot hij de toegangswegen af en startte daarmee de blokkade van Berlijn.

    Op 24 juni 1948 blokkeerden de Sovjetautoriteiten de westelijke sectoren in de hoop de hele stad te annexeren. Het was voor mensen uit de drie westelijke sectoren verboden door de sector van de Sovjet-Unie te reizen. Omdat de sectoren van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de Verenigde Staten als een eiland in de Sovjetsector lagen, was het niet mogelijk deze gebieden over land van goederen te voorzien. De westelijke geallieerden reageerden daarop door een luchtbrug in te stellen: alle goederen die de stad nodig had werden met vliegtuigen aangevoerd. Op 12 mei 1949 werd de blokkade opgeheven.

    Huidige Skip
    Welcome to Berlin
    “Too many people here and in England hold the view that the German people as a whole are not responsible for what has taken place – that only a few Nazis are responsible.
    That, unfortunately, is not based on fact. The German people must have it driven home to them that the whole nation has been engaged in a lawless conspiracy against the decencies of modern civilization.”
    — Franklin Roosevelt, August 1944.

         
    die betrunkene Katze, East Berlin.
    Wednesday. 30 juni 1948. 21:23

    De zon gaat onder. Berlijn is al maanden chaotisch. Na de val van het Derde Rijk is Berlijn een ruïne vergeleken met de levendige hoofdstad van Hitler's Arische droom. Maar sinds 2 september 1945 maken de nationaal socialisten de dienst niet meer uit. De Amerikanen, Britten, Fransen en Soviets hebben hun plek ingenomen en de spanningen tussen deze naties loopt steeds hoger op. Te midden van deze chaos komt een groep vrienden samen in een café genaamd die betrukene Katze, welke gerund wordt door de Duits-Amerikaanse Gail Evans. Een pokerclub werd opgericht door schoonzussen Josie Rosler en Freya Rosler-Scholtz en de wekelijkse bijeenkomsten bieden een ontsnapping aan het dagelijkse leven in de gevallen stad. Familie en vrienden werden uitgenodigd voor de wekelijkse pokeravondjes. Het is een bond gezelschap geworden; een weerspiegeling van de stad buiten het café. Bankmedewerker en zusje van een van de oprichters Charléne Rosler, Duitse verzetsstrijders Alexander Dahlinger en Lorelei Meminger, Duitse verpleegster Odette Hartmann, de gewonde Duitse soldaat Ludovic Müller, kampbewaker Heinrich Hoffmann en Nazi sniper Michael Blumenthal, Soviet Night Witch Darya Ivashkova, hospik Liliya Romanova en grensbewaker Ilya Sokolov in Oost-Berlijn, de Amerikaanse grensbewaker James Morgan uit West-Berlijn, de Joodse Isaac Goldmann en Jesse Sherman, de Italiaanse Giovanni Pellegrino, Aloisia Lehmann die haar weeshuis staande probeert te houden, psychologiestudente Lina Steiner en zelfs de verloren IRA-strijder Paddy Mac Lochlain maakt onderdeel uit van de groep. Vanavond voegt zich daar exotisch danseres Rouge de Sauvage bij op verzoek van laatstgenoemde Ier.

    De sfeer is broeierig. Het is warm in Berlijn en door de blokkade van de Soviets is er steeds minder eten in het Westerlijk deel; drank is er daarentegen in overvloed in die betrunkene Katze. Om elkaar te helpen heeft de pokerclub eten verzameld voor de leden die woonachtig zijn in West-Berlijn; het minste wat ze voor elkaar kunnen doen in deze moeilijke tijden. Sommige leden zullen al aanwezig zijn in Gail haar café, anderen komen net aan of zijn nog onderweg. Maar wees gewaarschuwd; te lang om dit tijdstip op straat blijven rondhangen is niet verstandig. Niet alle grensbewakers willen een oogje dichtknijpen zoals Jimmy en Ilya bereid zijn om te doen voor een pokerclubje. Het bier staat koud, Gail gaat over de bar, Josie en Freya gaan over de potjes poker en vergeet je niet aan de huisregels te houden!

    Haast je naar binnen, de tap is open. Pokeren maar.

    die betrunkene Katze
    • Kroeg in Oost-Berlijn
    • bar met tap
    • kelder
    • verschillende tafeltjes met stoelen, maar één grote tafel te midden van de ruimte waaraan gepokerd wordt
    • open haard
    • dartbord en oude pooltafel die lichtelijk is beschadigd en er missen een paar ballen
    • platenspeler met uitgebreide platencollectie
    • voorraad sterke drank achter de bar
    • gescheiden wc's: 1 mannen wc en 1 vrouwen wc
    • ramen zijn afgeplakt
    • ruimte wordt verlicht door lampen en kaarsen
    • oude piano in de rechterhoek van de kroeg
    • kleine verhoging met een oude microfoon, paal/pilaar, welke dient als podium
    • iedereen komt binnen via de achterdeur in een afgelaten steegje, de voordeur wordt niet gebruikt en is al tijden dichtgetimmerd

    Huisregels - Gail
    1. Kotsen is Ruimen
    2. Slopen is nieuwe kopen - of heel hard rennen en maken dat je weg komt.
    3. Blijven pitten is afwas doen/vloer boenen.
    4. Voor niks gaat de zon op.
    5. Wapens inleveren bij de deur, op medische spullen daargelaten.
    6. Onderhandelen kan en mag altijd (wil niet altijd iets zeggen)
    7. Vechten -> buiten.
    8. Weddenschappen mogen gelegd worden.

    Extra informatie over de setting.
    Ter informatie over de hele setting is dit filmpje top!
    Samengevat:
    - Soviets blokkeren alle wegen, spoorwegen en alle waterwegen op 23 juni. Ook de elektriciteit is afgesloten.
    - De geallieerden hebben genoeg eten voor 36 dagen, daarna zal de bevolking verhongeren.
    - Op 26 juni arriveren de eerste vliegtuigen met rantsoen.
    - Rpg start op 30 juni, 1 week na de blokkade door de soviets, 4 dagen na de eerste vliegtuigen zijn aangekomen.
    - De precieze afsluiting is een beetje onduidelijk voor 'gewone burgers', dus daarvoor geldt:
    • alleen met een paspoort en bewijs van werk mag je over de grens (dus alleen als je en paspoort hebt en bewijs dat je moet werken in oost-berlijn mag je de grens over en vice versa. Joden zullen geen paspoort hebben en er kunnen genoeg reden zijn waarom je char ook geen paspoort heeft; als je dat een leuke verhaallijn vindt voor jouw boy or gal.)
    • grenswachters moeten dus streng controleren en bewaken
    • schoten mogen worden gelost.
    • de gehele grens wordt bewaakt met barbed wire, cementblokken en grenswachten, (geen muur die wordt pas later gebouwd).

    Voor onze chars is van belang:
    - het café waar ze elkaar ontmoeten staat in Oost-Berlijn
    - West-Berlijn heeft een te kort aan eten, drinken, fuel en geen elektriciteit en geen gas.
    - In heel Berlijn is de situatie erbarmelijk: 80% van de city centre is in ruins

    Character wehereabouts
    Character overview

    • Gail & Josie - at the bar - die betrunkene Katze
    • Darya & Heinrich - at the bar - die betrunkene Katze
    • Jimmy & Isaac - outside, backdoor - die betrunkene Katze
    • Aloisia & Misha - outside - somewhere in Berlin
    • Charléne & Ludovic - outside - somewhere in Berlin
    • Ilya & Lorelei - outside - borderpost
    • Paddy & Rouge- inside - the Lollipop

    [ bericht aangepast op 10 jan 2022 - 12:35 ]

    James "Jimmy" Morgan
    "Only the dead get to see the end of war."
    theme • former US lieutenant • w. Isaac

    PART I. MEMOIR OF A SOLDIER

    “Ik dacht dat ik gedurende mijn dienstjaren als militair in de Tweede Wereldoorlog veel gezien had. Verwoeste dorpen waar ouders met kinderen tussen het puin in de rij stonden, rantsoenbonnen als gouden tickets tussen hun vingers geklemd. Opgeblazen ledematen van mijn broeders die de Belgische sneeuw bloedrood kleurden, middenin de Ardennen. De Franse kust, omgedoopt tot regio Omaha, waar geen zonaanbidder te vinden was maar waar wel duizenden mannen verspreid over het strand hun laatste rustplaats hadden gevonden. Een militair ziekenhuis, waarin ik vijf minuten eerder nog met een zuster had staan praten, dat voor mijn ogen tot puin werd gebombardeerd. Private Pearson, die me had gevraagd - nee, had gesmeekt om een kogel door zijn hoofd te schieten, zijn helderblauwe ogen gevuld met tranen en een mate van oorlogswanhoop die zijn tol had geëist.

    Ja, ik dacht dat ik het allemaal had meegemaakt op 29 april 1945. De oorlog in Europa leek op haar einde te lopen en ik was inmiddels opgeklommen tot eerste luitenant.

    Maar ik had het mis gehad.
    Oh, wat had ik het mis gehad.

    Net toen ik dacht dat mijn vertrouwen in de medemens niet tot een dieper punt kon zakken, bewezen die ziekelijke Krauts wederom dat ik mijn lage verwachtingen moest bijstellen.
    Hetgeen wat ik op die regenachtige aprildag zou zien, was één van de dingen die ik mijn ouders thuis in Texas niet uitgelegd kreeg. Hetgeen wat mijn familie simpelweg niet begreep - ook niet kon begrijpen. Als soldaat en als mens had ik de hel gezien, de dag dat we met de 42nd Infantry Division het vernietigingskamp in Dachau ontdekten.

    Het was daar, op de plek waar de misselijkmakende en onvergetelijke geur van dood en verderf mijn neus bereikte, dat ik besefte dat er iets gigantisch mis was. Achter me hoorde ik Taylor en Juaréz speculeren dat het de stank van fabrieksgassen moest zijn, maar ik geloofde er niets van. De geur had me een akelig voorgevoel gegeven. Het soort dat begint met een nare kriebel in je buik en zich vervolgens uitspreid naar alle uithoeken van je lichaam, als kakkerlakken die alle kanten op schieten wanneer ze beseffen dat er onheil in de lucht hangt. 29 april was de dag dat ik me, na jaren vechten tegen die monsters, pas echt besefte waar de Krauts toe in staat waren. Het ging zoveel verder dan een oorlogsmisdaad. Nee, de Duitsers pleegden de ultieme misdaad tegen de mensheid zelf. Die dag leerde ik de ware betekenis van the doctrine of dehumanization.

    En ik zou ze nooit vergeven.

    Het begon met de oproep om voormalig Duits grondgebied te verkennen. Er werd gedacht dat we een trainingscentrum voor SS-ers zouden vinden, misschien hooguit een krijgsgevangenis. De sfeer binnen onze Rainbow Division was optimistisch. Veel jongens durfden al te dromen van de vliegreis terug naar Amerika. Thuis naar New Jersey, Massachusetts, New Hampshire… We waren een gevarieerd clubje bij elkaar.
    Dat zorgvuldig opgebouwde, hoopvolle optimisme, klapte in één keer uit elkaar toen we de eerste open goederentrein ontdekten.
    Stemmen verstomden.
    Gesprekken vielen stil.
    Zelfs de soldaten die nog niet wisten wat er aan de hand was, voelden hoe de uniforme energie veranderde.
    Aangezien ik me bevond in de frontlinie, was ik één van de eersten die de nachtmerrie aanschouwde. De tijd leek stil te staan toen ik zag wat er in de goederentrein lag. Het waren stapels en stapels graatmagere lichamen. Compartimenten die zo volgestouwd waren met stoffelijke overschotten, dat er lijken eerloos buiten de trein bungelden. Vrouwen, mannen, enkele kinderen… Sommigen naakt, anderen gehuld in vieze, gestreepte vodden.
    Geen van ons wist ook maar iets uit te brengen. Een enkeling moest overgeven in het gras. Als in trance liep ik voorbij de compartimenten, niet wetende dat het ergste nog moest komen. Voor me doemden kilometers aan hoge prikkeldraadomheiningen op, met donkere wachttorens die uitkeken over de perimeter. Er lag een brede, uitgegraven gracht rondom het geheel.
    Mijn keel voelde gortdroog aan toen ik in doodse stilte met mijn M1 Garand stevig in mijn handen geklemd door de poorten van de onbekende instantie liep.
    De anderen volgden op gepaste afstand. Geen mens kon voorspellen wat wij als Amerikanen in Dachau zouden aantreffen.
    ”Christ..” was het enige wat ik vol ongeloof wist uit te brengen terwijl ik met mijn ogen het terrein in me opnam. Ik zag meerdere eenvoudige barakken in een strakke lijn achter elkaar staan, maar mijn aandacht werd vooral getrokken door de eindeloze zee van nog meer lichamen, zover als ik kijken kon. Ze waren naakt, met geschoren hoofden en spierwitte huiden die strak om hun uitgemergelde lichamen gespannen waren. Als skeletten met een dun laagje vel. Veel van hen waren in dozijnen opgestapeld, alsof ze zoveel waard waren als een berg gekapte houtblokken. Dit waren mensen die gedurende hun leven ongekend hadden geleden. Het was een leed dat ik me als oorlogssoldaat niet eens kon voorstellen.

    Mijn aandacht werd van de lichamen weggetrokken toen ik beweging in mijn ooghoek detecteerde. In een reflex hief ik mijn wapen om deze te richten op het tumult in de verte. Ik voelde mijn maag omkeren en liet mijn geweer direct weer zakken. Enkele meters verderop zag ik een groep van voornamelijk mannen die voorzichtig voorbij de barakken keken. Ze waren elk gekleed in dezelfde gestreepte pyjama-achtige kleding die de lijken droegen. Voorzichtig schuifelden ze mijn kant op, hun gezichten net zo uitgemergeld als de honderden- misschien wel duizenden overleden mensen die ik tot nu toe al had gezien in het kamp. Ze waren niet bewapend. Enkele van hen hielden hun graatmagere armen omhoog, anderen leken daar de energie niet meer voor te hebben. Het was surrealistisch, als een rare koortsdroom. Texas had nog nooit zo ver weg gevoeld.
    Wat in de wereld hadden we hier gevonden?
    Aan de grond genageld bleef ik staan waar ik stond voordat ik langzaam mijn arm ophief.
    “We’re Americans,” riep ik, mijn stem schor en behoedzaam. “We zijn hier niet om jullie pijn te doen. Wie-.. wat is dit..?”
    Achter me hoorde ik hoe mijn collega’s zich weifelend en in stilte bij me voegden.

    Een dappere gevangene wist naar voren te stappen, klaarblijkelijk met de allerlaatste energie in zijn tot op het bot toe uitgemergelde benen. Zijn ogen lagen diep in hun kassen en de uitlijnen van zijn schedel werden sterk gedefinieerd op een manier die ik nog nooit gezien had.
    “Hölle auf Erden,” antwoordde de man met een raspende stem. Aangezien ik geen woord Duits sprak, begreep ik op dat moment niet wat hij bedoelde.
    “Haal Steiner,” siste ik daarom naar de private achter me, mijn ogen nog altijd gefixeerd op de man. Ik wilde de gevangene niet onderbreken, maar ik had een vertaler nodig.
    Een kleine rilling trok door mijn lichaam toen de uitgemergelde man zijn lijkwitte hand op mijn schouder legde. Deze bestond uit weinig meer dan blauwe aders en een dun laagje sneeuwwitte huid. De arme man zag er doodziek uit, maar ik dacht er geen twee keer over na om hem lichamelijk te ondersteunen. Het ging niet om mij in deze situatie.
    Toen hij eenmaal wat stabieler stond, doorboorden zijn ogen de mijne op een manier die ik nooit meer zou vergeten. Het was de uitdrukking van een man die alles verloren was. Iemand die door de heetste vuren van de hel was geduwd terwijl hij voortdurend de ijskoude adem van de dood in zijn nek had gevoeld.
    En toch zag ik ook iets anders in zijn donkere ogen. Was het hoop?
    Was een mens nog in staat om ook maar een sprankeltje hoop te voelen in een situatie als deze?
    “Konzentrationslager,”legde de man zwakjes uit. “This is where they keep us. Jews, gays..-" Hij likte zijn droge lippen en zocht wanhopig naar Engelse woorden waarmee hij met me kon communiceren. Het moest immens moeilijk zijn om in zijn fysieke en mentale staat een andere taal te spreken, maar ik was dankbaar dat hij het probeerde. “-Soviets.. de meesten zijn dood. Of weg.” Zijn geëmotioneerde, doordringende ogen keken diep in de mijne. “We’ve been waiting for you.”
    “We’re here,” wist ik uit te brengen.
    Ik pakte de vrije hand van de man tegenover me om deze voorzichtig te schudden. Op dat moment besefte ik nog niet hoeveel deze simpele handeling voor de gevangenen in het kamp betekende. Om gewoon weer als mens benadert te worden.
    It’s over. It’s all over.” Ik probeerde mijn stem rustig en beheerst te houden, maar de brok in mijn keel maakte het lastig.
    “Mijn naam is James Morgan, sir. Wie bent u?”

    Zijn naam was Isaac Goldmann. Vanaf het moment dat de bevrijder de gevangene de hand had geschud, deelden we een unieke band die nooit meer zou verdwijnen. Eentje die ongrijpbaar was voor mensen die er niet bij waren geweest, die bewuste dag in april. Ik dacht dat de oorlog al een onomkeerbare impact had gemaakt op mijn leven, maar het bevrijden van vernietigingskamp Dachau was hetgeen dat me voorgoed veranderd had.
    Want wanneer ik mijn vriend Isaac aankijk, denk ik aan de blik in zijn ogen die ik zag toen we elkaar voor het eerst ontmoetten. Aan dat kleine, vrijwel onzichtbare lichtpuntje, verstopt in zijn diepzwarte blik.
    Tot op de dag van vandaag, geeft dat lichtje mij hoop.
    Hoop op een tijdperk waarin ook ik weer met moed en een open blik naar de toekomst kan kijken.
    Hoop dat ik op een dag zal begrijpen hoe je in de brandende kraters van de hel nog steeds de kracht kunt vinden om te geloven in een wonder.”

    - James Morgan, 1948






    Dachau, 1945

    [ bericht aangepast op 9 jan 2022 - 21:47 ]


    ars moriendi

    James "Jimmy" Morgan
    "Only the dead get to see the end of war."
    theme • former US lieutenant, current borderguard (west) • w. Isaac

    PART II. FOR GOD AND LIBERTY

    Jimmy voelde de inmiddels al wat verkreukelde, ongeopende brief branden in de zak van zijn stoffen jas. Twee dagen eerder had hij de post in de brievenbus gevonden. Hoewel er geen afzender op de enveloppe geschreven stond, wist Jimmy precies waar hij vandaan kwam. Op de rode postzegel stond Fort Bliss afgebeeld, een militaire basis in El Paso.
    Texas.
    Het kon geen bericht van zijn oude maten zijn. Zijn vrienden hadden al een tijdje niets meer van zich laten horen. Uit het oog, uit het hart, zei men weleens. Het maakte Jimmy niets uit. Na de oorlog had hij geen aansluiting meer gevoeld met zijn vriendengroep en dat gevoel was blijkbaar wederzijds geweest. Simpele communicatie issues met vriendinnetjes, domme akkefietjes op het werk waar ze mee kampten… Jimmy kon er niet meer naar luisteren. Problemen die ooit zo groot hadden geleken en waar hij vroeger het hardst over had meegepraat, leken sinds zijn tijd in Europa extreem triviaal. Amerikanen hadden weinig te maken gehad met de oorlog die tegen Duitsland gevoerd werd en dat was James bij thuiskomst pijnlijk duidelijk geworden. Voor vrijwel iedereen daar was het leven gewoon doorgegaan.
    Zij hadden niet dag en nacht op hun hoede moeten zijn voor een plotselinge aanval, een bombardement of een hinderlaag.
    Hadden hun vrienden niet zien sterven in onzinnige slagen om kleine stukjes land.
    Hadden de groeiende haat jegens de Duitsers, de duivels van de aarde, niet diep in hun hart gevoeld. Het was een haat waar Jimmy moeilijk mee om kon gaan. Nu hij als grenswachter werkte in de hoofdstad van de verslagen vijand, kwam hij elke dag met ze in aanraking.
    Gedurende de oorlog had hij Duitsers vooral machtsgeile, levensgevaarlijke idioten gevonden, maar dit was veranderd toen hij vernietigingskamp Dachau met eigen ogen aanschouwd had. Die plek had zijn ogen pas echt geopend. Duitsers waren onmenselijk in hun onmenselijkheid. Evil incarnate, zoals ze in de Verenigde Staten zouden zeggen. Inwoners in Berlijn keken hem vaak met de nek aan, iets wat zijn diepe woede alleen maar heftiger deed oplaaien. Veel Krauts durfden na de blootlegging van de concentratiekampen nog steeds met een scheef gezicht naar hen als bevrijders te kijken. Het gore lef van die mensen was onvoorstelbaar. Gelukkig kon hij ze als grensbewaker goed op hun plek zetten wanneer dat nodig was. De tijd van de nazi’s was voorbij. De geallieerden zwaaiden de scepter weer - of nou ja, min of meer. Nu de dreiging van the axis eindelijk over was, hadden ze met the commies te maken gekregen. De oorlog was nooit geëindigd - slechts een beetje afgekoeld en omgegooid met een kleine wisseling van de wacht.

    Jim nam een trekje van zijn sigaret en keek naar Isaac, de Joodse man die hij inmiddels zag als zijn dierbaarste vriend. Als iemand hem begreep, was hij het wel. De twee mannen namen vóór de start van elke bijeenkomst in de bar vrijwel altijd nog even een momentje om één op één met elkaar te praten. James vond het een fijne traditie.
    “Weet jij wat Paddy voor ons in petto heeft vanavond?” vroeg Isaac met een kleine grijns. Het bleef fijn om hem te zien lachen. Het feit dat hij dat weer mocht, kon en wilde, was een klein wonder te noemen.
    Paddy kennende? Even kijken.” Jim hief zijn vrije hand op en begon op zijn vingers te tellen. “Ofwel een Guinness fontein.. of één of ander briljant revolutionair idee waar bij een shitton aan wapens en mannen voor nodig heeft… oooof een hoer.”
    Hij lachte. “Al zou ik ook een moord door voor een flesje Lone Star. Het piswater dat ze in Duitsland verkopen en bier noemen, is nog steeds om te janken.” Hij grijnsde naar Isaac, een jongensachtige twinkeling in zijn olijfkleurige ogen. “Niet tegen Gail zeggen.”
    Na een laatste hijs van zijn sigaret, verpulverde hij deze onder zijn schoen.
    “Ik heb trouwens post gekregen,” vertrouwde hij zijn vriend vervolgens toe. Met een kleine zucht haalde hij de enveloppe uit zijn grijze jas.
    “Uit Texas. Eergisteren. Mijn ouders schrijven me nooit,” zei hij terwijl hij het aan Isaac gaf. Kort keek hij over zijn schouder de steeg uit voordat hij zich weer op de man richtte, dit keer met een serieuzere blik.
    “Wat als het van Liberty is, man?” vroeg hij toen, zijn stem wat zachter.
    Liberty Jackson was bijna Liberty Morgan geweest. Ooit was zij zijn blonde high-school sweetheart. Zijn verloofde. Zijn ware. De adelaar met gespreide vleugels die zijn bovenarm sierde, symboliseerde de betekenis van haar naam. Deze had hij ooit laten zetten ter ere van zijn liefde voor haar. Er was geen twijfel in Jimmy’s hoofd geweest dat ze op een dag zouden trouwen en een hele rits kinderen op de wereld zouden zetten.
    Het liep anders. Jimmy vloog naar Europa om te vechten in de Tweede Wereldoorlog. De laatste keer dat hij zijn Liberty zag, had ze hem nog huilend beloofd dat ze op hem zou wachten. Ze had het gezworen op de Lieve Heer zelve. Het was een belofte die ze klaarblijkelijk vergeten was en waar God haar even op zou moeten terugfluiten.
    In het begin hielpen haar lieve brieven met het hooghouden van zijn moraal. Na een poosje ontstonden er steeds meer pauzes tussen haar correspondentie. Een periode lang hoorde Jimmy zelfs helemaal niets meer - totdat die ene brief kwam die alles op zijn kop zou zetten. Liberty was zwanger geworden van een ander. Van een hulpje op de buffalo boerderij van zijn ouders, notabene. In haar brief had ze geschreven dat ze niet langer op Jim kon wachten. Dat het allemaal teveel voor haar werd om naar een verloofde te hunkeren die ver van huis elk moment het loodje zou kunnen leggen. Een shotgun wedding met de boerderij-hulp zou volgen, en zo was zijn liefste doll face Liberty na een jarenlange relatie zomaar bij hem weg. Een brief, daar mocht hij het mee doen.
    Het had hem gebroken, maar Jimmy had de woede en het verdriet op dat moment om weten te zetten. Hij had zich volledig op zijn werk als oorlogsmilitair en luitenant gestort terwijl hij probeerde niet aan haar te denken. Toen hij na de oorlog voor een korte periode terugkeerde naar Texas, had hij haar niet meer opgezocht. Hij kon het niet. Zij kon het niet.
    En toch miste hij haar. God, wat miste hij haar.
    Tegen beter weten in hield hij toch een sprankeltje hoop dat het op een dag goed zou komen. Hij wist dat het zo goed als onmogelijk was en hij haar ook niet terug zou moeten willen… maar toch. Ze was de enige die bij zijn hart kon. De enige die dat ding kon raken en kon breken. Beide had ze gedaan.
    Verdomme, ze moesten hem daar in Texas met rust laten en geen brieven naar hem schrijven. Het was al moeilijk genoeg om een leven op te bouwen wanneer je geen idee had waar je in godsnaam naartoe wilde.
    That woman put a fucking spell on me, I’m telling you,” gromde hij terwijl hij een nieuwe sigaret opstak. “Kijk me hier als een sissy staan, luitenant van de Rainbow Divison… nerveus om een fucking brief… vrouwen…” Met de sigaret tussen zijn lippen greep hij de brief met een frons terug om hem met een ruk open te scheuren.






    w. Isaac, behind the building

    [ bericht aangepast op 10 jan 2022 - 0:52 ]


    ars moriendi

    〚      Darling, just fucking own it      〛

    Charléne Rosler





          25      ✦      French-German      ✦      Executive secretary      ✦      With Ludovic      ✦      Streets of Berlin


          Ondanks dat de lucht buiten broeierig was, vond Charléne het aangenaam. Een hele verbetering vergeleken met hoe het in de bank was gedurende de dag en het was een lange dag geweest. De blokkade met alle gevolgen eraan vast had de afgelopen dagen gezorgd dat er aan het einde van de dag standaard een vergadering was met alle medewerkers, wat tot nu toe iedere keer gebeurd was. Vandaag was het 20.15 dat ze klaar waren. In plaats van dat iedereen meteen naar huis ging, had de directeur erop gestaan dat ze een drankje met elkaar deden. Genoeg eten was er niet in West-Berlijn, maar drank? Dat was er altijd genoeg. Charléne wist nu al wel dat ze niet te veel moest drinken bij het pokeren later. Ze wist van zichzelf dat ze niet al te best over drank kon, maar nu op een bijna lege maag was het nog erger. Haar wangen voelden warm aan: door de wijn, de warmte en de drukte van het werk.
          De warmte herinnerde haar aan toen ze met Josie bij hun grootouders in het zuiden van Frankrijk woonden. Warm weer in de zomers, een licht briesje en het prachtige uitzicht op het landgoed. Ze had er wel eens uren in de zon liggen lezen op de schommelbank. In Frankrijk was de situatie van toen ook niet perfect, bij lange na niet, en toch had de huidige situatie in Berlijn lichtelijke heimwee als effect. Ze miste het leven daar af en toe, evenals haar vriendinnen. Soms miste ze Lucienne; de blonde Française met wie ze toendertijd een relatie had. Natürlich in het geheim, bang voor afkeuring van haar omgeving, of nog belangrijker: van haar familie. En dus speelde hun relatie zich af achter gesloten deuren. Zo’n jaar lang. Totdat Lucienne de woorden van haar omgeving begon te geloven. Hoe twee vrouwen, of twee mannen, samen het werk was van de duivel. Vlak daarna was de relatie voorbij. Charléne had nog enkele brieven gestuurd, maar tevergeefs. Lucienne was zowel een pijnlijke als troostende herinnering, maar sowieso een die afgesloten was.
    Het lichtpuntje ervan was was dat ze zich meer begon te focussen op haar werk in de bank in Frankrijk, waardoor ze nu, jaren later hier in Berlijn, zich vlug omhoog had kunnen werken.
          Ze passeerden de blokkade. Met een wat geld en een lieve, onschuldige glimlach kon ze zo relatief gemakkelijk passeren bij de westerse grenswachters in de avonden. Perfect voor wanneer ze zich weer naar die betrunkene Katze begaf voor de wekelijkse pokerclub.
    Bij de bank hadden ze nog zo’n uur lang met elkaar gezeten, voordat iedereen hun eigen weg ging. Of bijna iedereen dan. Naast haar liep Ludovic, die ook bij de bank werkte: een ontwikkeling waar Charléne nou niet heel enthousiast over was. Zijn aanwezigheid bewees hoe de wereld er op gemaakt was om mannen naar de top te krijgen. En hoe die top voor vrouwen onbereikbaar was, of een stuk lastiger te bereiken. De aanwezigheid van de Duitser deze avond zorgde er wel voor dat Charléne een mentale notitie maakte om niet al te veel drank te drinken. Eendere situatie als kort geleden wilde ze niet weer. Het was een fout geweest. Dom. Onvoorzichtig. Iets wat niet weer kon gebeuren.
    ‘’Wat denk je, is iedereen erbij vanavond?’’ Ze onderbrak de stilte tussen hen door de vraag te stellen en ze draaide haar hoofd een beetje zodat ze hem kon aankijken.


    Tommi, ich glaub, ich hab' Heimweh. Ich will mal wieder am Rhein stehen.

    MICHAEL NIKOLAUS BLUMENTHAL
    careful is a calculated risk and he excelled at making those
    twentyeight • german • former sniper • current handyman & provider of forged documents • anthem • somewhere in west berlin • with aloisia

    Snoepgoed, hetgeen wat nu bovenaan zijn lijstje van te regelen items stond. Het zou moeilijk worden in een stad waar al het eten schaars was, maar met de extra klussen die hij had weten te verkrijgen had hij wat extra geld te besteden en de oplichtende gezichten van de kinderen zouden de moeite waard zijn. De blokkade van West-Berlijn was haast een geluk bij een ongeluk. Meer vraag voor valse papieren waarmee mensen toch de grens over konden steken, waar hij nu met gemak meer geld voor kon vragen. Enig schuldgevoel bekroop hem toen hij naar het jonge kind voor zijn neus keek. De blokkade betekende ook geen gas, geen elektriciteit en minder eten voor de kinderen in Aloisia’s weeshuis. Nu, met de zomer voor de deuren, met warmte en lange dagen gevuld met zonlicht waren die eerste twee nog niet geheel een probleem. De kleintjes lagen in bed voor de zon onderging en de zon was al op wanneer ze weer wakker werden, van duisternis door gebrek aan licht in de avond zouden ze niet bijzonder veel last hebben. Echter als de winter kwam… De blokkade was er een week, maar in de oorlog had wel gebleken hoe volhardend de Soviets konden zijn en Misha had weinig hoop dat de blokkade net zo snel zou verdwijnen als deze er gekomen was. Hij was er nog niet over begonnen tegen Aloi, niet willende dat ze zich nog meer zorgen zou maken. Stilletjes voegde hij nog een item toe aan zijn lijst: een los gasstel, als deze ergens te vinden waren.
          ”Verhaaltje?” vroeg een jong stemmetje aan hem, zijn gedachtes onderbrekend. Als iemand hem nog geen twee jaar geleden had verteld dat hij nu de haren aan het borstelen zou zijn van een jong kind die niet eens van hem was, dan had hij diegene hard uitgelachen.
          ”Bijna, nog even geduld,” murmelde hij, terwijl hij de laatste blonde lokken glad borstelde. Hij had niet verwacht dat zijn engelengeduld tijdens het snipen zich ook op deze manier kon uiten. Hij tilde Hannah op, legde haar in het bed neer en stopte haar aan alle kanten stevig in, zodat ze niet uit bed zou vallen als ze ’s nachts weer geteisterd werd door een nachtmerrie. Het jonge meisje vroeg wederom om een verhaal en hoewel hij eigenlijk al op weg hoopte te zijn naar de pokerclub met Aloi, kon hij met geen enkele mogelijkheid ‘nee’ zeggen tegen de hoopvolle blik op het gezichtje. “Een snelle dan.” Hij kende niet bijzonder veel sprookjes uit zijn hoofd, maar de kinderen leken het nooit erg te vinden om keer op keer dezelfde te horen. Hannah was al in slaap gevallen voor hij het gehele verhaal vertellen kon. Stilletjes kwam Misha overeind, nadat hij zichzelf verzekerd had dat Hannah daadwerkelijk goed ingestopt zat.
          Na amper enkele minuten op de gang kwam Aloisia hem al tegemoet lopen. “Ze slapen eindelijk allemaal,” sprak ze zachtjes. “Hoeveel vlechtjes heb je vanavond mogen maken?” De jongedame vond het veel te amusant dat hij zo vakkundig leek met het maken van vlechtjes.
          ”Ik heb ze weten te overtuigen vanavond geen meer te namen, dat slapen met vlechtjes de vlechtjes enkel warrig maakt,” antwoordde hij waarheidsgetrouw. “Er wordt wel van mij verwacht dat ik morgen weer terugkom om vlechtjes te maken. En, Lukas is er van overtuigd dat het monster in zijn kast morgen terug komt en wilt dat Darya langs komt.” De glimlach bleef op zijn gezicht staan, maar van binnen voelde hij niet meer dan verachting. Na drie jaar vond hij het nog altijd niks dat Soviets, Amerikanen, Britten en Fransen zich in zijn Berlijn bevonden. Alsof de andere volkeren in het verleden geen fouten hadden begaan, voor hoeverre de daden van het Duitse Rijk überhaupt als fouten te benoemen werden. Ze hadden gedaan wat nodig was. Niet meer, niet minder, en nu waren het de Soviets zelf die een deel van de stad haast hermetisch hadden afgesloten met alle gevolgen van dien. Het viel nog te betwijfelen of ze daar daadwerkelijk sancties voor zouden oplopen, met de zogenaamde ‘helden’ die de geallieerden moesten voorstellen. Hij moest vanavond maar weer eens met Hein praten.
          Ze stapten de warme avondlucht in, met Aloisia’s arm door de zijne gehaakt. “Dankjewel voor vanavond weer. Ik denk dat je er vandaag weer een paar heel erg gelukkig hebt gemaakt met je komst.”
          Zijn schouders gingen nonchalant omhoog terwijl een lichtelijke blos via zijn hals omhoog kroop naar zijn wangen. Complimenten krijgen was nooit verkeerd, maar het was lichtelijk ongemakkelijk en vleiend tegelijk dat enkele van de kinderen zo gehecht aan hem leken, en misschien was hij zelf ook meer aan hen gehecht dan hij zou willen toegeven. “Het is niks, ik doe het graag. En jij verdient ook wat rust.” Het was een opluchting dat de jonge vrouw nog altijd haar vader had, die haar regelmatig tot rust dwong. Misha kende Aloi ondertussen goed genoeg om te weten dat ze die rust anders niet zelf zou nemen. Ondertussen zat het haast in zijn ritme om voor de pokeravonden aan eerst naar Aloi te lopen, in eerste instantie bedoeld omdat hij het geen prettig idee vond dat ze in haar eentje door de stad zou lopen in de avond, met al het gespuis dat er rondliep. Nog een reden waardoor de zogenaamde heldentitel van de overwinnaars zijn bloed liet koken, wetende dat zij ook genoeg uitgespookt hadden. Nu deed hij het ook om de kinderen naar bed te brengen.
          ”Ik heb eh, nog iets voor je.” Uit de binnenkant van zijn jasje haalde hij documenten tevoorschijn. Vervalsingen waarmee met makkelijker zou worden om de blokkade door te komen. Een deel van de grenswachters was om te kopen met geld en eten, beide dingen die Aloi zich niet kon veroorloven om weg te geven. “Via via geregeld, ik hoop dat het helpt. Je kunt met deze op elk moment van de dag oversteken.” Het was beter voor haar als ze niet wist dat hijzelf degene was die de papieren had gemaakt. Hoe minder ze wist, hoe beter. Zijn oorspronkelijke plan was om Hein vanavond zijn paspoort te overhandigen, maar bij nader inzien wilde hij deze niet op zak hebben wanneer hij met Aloisia de grens over stak, voor het geval dat. Je kon nooit voorzichtig genoeg zijn, zeker niet in tijden als deze. Hij gaf een zacht kneepje in haar arm. “Kom, laten we maar gaan kijken of het vanavond eens serieus wordt of dat het weer eindigt in een clownfeestje."

    [ bericht aangepast op 10 jan 2022 - 16:38 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Giovanni Salvatore Pellegrino
    28 — Italian — former soldier for the nazis — turned bartender — lives in East Berlin — his flat — Odette — outfit

    is he from heaven or from hell?
    and does he know
    that granting me my life today?
    this man has killed me, even so

    Met zijn voet tikte Giovanni ongeduldig op de grond. Zijn overhemd en jasje lagen naast hem over een stoel heen en hij zat nog met alleen een broek en zijn schoenen aan te wachten op Odette. Zijn schouder deed de laatste paar dagen weer enorm veel pijn. Hij kon zijn linkerarm amper bewegen. Niet handig achter een bar, maar veel andere baankansen waren er niet, zeker niet in Berlijn. Hij had geluk dat er binnen de pokerclub enkele verpleegsters waren en dat Odette hem al langer verzorgde. Ze kenden elkaar ondertussen wel een beetje, al wist zij niets van zijn rol in de oorlog. Ze wist dat hij had gevochten, want anders kon hij niet echt aan die wond zijn geraakt, maar niet aan welke kant. En dat wilde hij ook echt niet vertellen.
          Terwijl hij zat te wachten, had hij met zijn rechterhand de brief van zijn moeder van tafel gepakt. Trouw bleef zijn familie contact met hem zoeken en braaf schreef Giovanni terug. Ze wisten ook lang niet elk detail. Het was al moeilijk genoeg geweest toen Graziano was overleden, enkele jaren terug. Giovanni wilde niet dat zijn familie ook hun tweede zoon zou verliezen. Toch was het moeilijk. Na de dood van zijn tweelingbroer was hij nooit meer in Italië geweest, laat staan dat hij tijd had doorgebracht in Rome bij zijn ouders. Hij kon het niet meer verdragen. De pijn was te erg en hij kon daar niet zijn zonder mentaal nog meer in te storten. Dit had te maken met de dood van zijn broer, maar ook met het zijn gevangenschap en vrijlating. Hadden de nazi's wel gelijk gehad? Zijn moeder schreef in de brief dat zijn jongere zus, Gabriella, zwanger was van haar tweede kind. Dat ze niet konden wachten en dat ze het kind, als het een jongen was, naar Graziano zouden vernoemen. Misschien moest hij ooit maar echt teruggaan, al wist hij niet of hij het emotioneel aan zou kunnen.
          Net toen hij alvast een leeg papier en een pen had gepakt om een brief terug te schrijven, werd er aangeklopt. Hij stopte de brief snel terug in de envelop, legde die op de tafel terug en liep naar de deur.
          'Eindelijk,' grijnsde hij toen hij de deur opende en de welbekende Odette voor hem stond. Zijn Duits klonk meer Italiaans en soms praatten ze voor het gemak maar Engels met elkaar, maar hij oefende vaak en veel om steeds beter Duits te spreken. Het zat alleen niet mee. Al die rare klanken, hoofdletters en woorden duizelden hem.
          Met zijn rechterhand gebaarde Gio toen onhandig naar zijn schouder. Er was duidelijk te zien dat hij ernstig gewond was geraakt door een kogelschot. Zijn schouder hing lager dan zijn rechter en er glinsterde een litteken van ruim twintig centimeter. De huid eromheen was ruw en niet bepaald mooi om naar te kijken. 'Ik kan mijn arm amper bewegen,' bromde hij toen. Steeds maar weer met dezelfde klachten naar het ziekenhuis leek hem ook totaal zinloos, dus hoopte hij dat Odette magische krachten bezat om in ieder geval wat van de pijn weg te nemen.


    I, Tahani Al-Jamil, shall do my level best to make every event too much.

    LORELEI MARLENE MEMINGER
    twentyseven • german • works at Alte Nationalgalerie • soundtrack • at the border post • with ilya

    Sinds Hein de boeken bij haar in de kast had zien staan zag ze er lichtelijk tegen op om hem weer te zien, ook al was het ondertussen ruim een week geleden. De boeken van onder andere Oscar Wilde waren ooit verboden in Nazi Duitsland, maar Lore had het nooit over haar hart kunnen verkrijgen om haar geliefde boeken na een van de beruchte boekverbrandingen te brengen, had haar ouders nooit verteld van de boeken die ze onder de vloerplanken verstopt had. Zelfs nu wisten ze het nog niet. Nog altijd haalde ze de boeken van de planken wanneer een van haar Duitse vrienden langskwam, wetende hoe zij er over zouden denken. Hoewel er niet hard meer over gesproken werd, was het Nazi sentiment nog altijd niet uit Duitsland verdwenen. Het verstoppen van de boeken was iets waar ze zich lichtelijk voor schaamde maar ze wilde niet haar vrienden kwijtraken. Toen Hein vorige week langskwam, voordat de blokkade was verschenen, was ze vergeten om de boeken weg te halen en de blik op zijn gezicht deed haar herinneren waarom ze deze normaal wel weghaalde. De teleurstelling in zijn ogen had pijn gedaan, met Hein als een van de weinige mensen die ze bijna compleet vertrouwde sinds het eindigen van de oorlog. Het was haar eerst niet opgevallen, met de verdere vragen die hij stelde, uitlopend op dat ze tijdens de oorlog geholpen had met het verstoppen van verboden kunst. Na een tijdje begon het te dagen dat het meer afkeuren was dan daadwerkelijke interesse in de boeken en de kunst zelf. Onmiddellijk waren de twijfels weer komen opzetten, of ze er wel goed aangedaan had, zowel over eerlijk zijn tegen Hein als over wat ze tijdens de oorlog gedaan had. Op het ene moment voelde het alsof ze niet genoeg had, als ze sommige andere verhalen hoorde, en op het andere moment deed het haar voelen alsof ze landverraad gepleegd had.
          Misschien was dat wel de reden dat ze aan het uitstellen was om richting de pokerclub te gaan. Hein was er meestal als een van de eersten en ze wist niet of ze hem gelijk één op één wilde zien. Nu ze alleen door de donker wordende straten liep, richting de strenger geworden grensovergang, kreeg ze haar twijfels. Ze had gemakkelijk in het museum kunnen blijven, doen alsof ze nog wat dingen moest regelen, en vandaar doorkunnen gaan naar Die betrunkene Katze. Of ze had samen met Alex kunnen gaan, bij wie ze de afgelopen paar nachten had geslapen. Lore was nooit een held geweest in het donker en sinds het bombardement op Dresden had ze er nog meer moeite meegekregen. De eerste twee nachten sinds de blokkade had ze nog in haar eigen appartementje geslapen en nauwelijks een oog dichtgedaan, opschrikkend van elk geluid. Slapen bij een ander was ook wennen, maar de gedachte dat iemand anders in hetzelfde huis sliep was een veel grotere geruststelling dan alleen in het donker liggen.
          Hoe dichterbij de grensovergang, hoe meer haar zenuwen toenamen. Het zou geen probleem moeten zijn. Ze had haar paspoort en haar werkverklaring. Van tevoren had ze al een excuses bedacht waarom ze zo laat nog heen moest. Een deel van de kunst van het oversteken zat in het doen alsof je ergens thuishoort, had Misha haar toevertrouwt. Je wordt minder in twijfel getrokken als je zelfzeker lijkt over waar je hoort te zijn. Haar stappen haperden toen haar ogen vielen op de bekende gestalte van Ilya, een korte onderbreking van het getik van haar hakken op de klinkerstraten. Het liefst zou ze direct omkeren, maar omlopen via een andere grenspost zou veel tijd kosten en het zou opvallen als ze nu plots de andere kant op liep.
          ”Goedenavond. Papieren?” De grijns die al op zijn gezicht stond werd enkel breder. Nee, hij ging haar er absoluut niet zomaar langs laten. Een rilling liep over haar rug. “Of heb je me wat anders te bieden? Deze keer kom je niet weg met me laten zien waar zich een fantastische pokerclub bevind.”
          Ilya verkleinde de afstand tussen hen en het kostte al haar wilskracht om niet het tegenovergestelde te doen door een stap naar achteren te zetten. “G-goedenavond,” murmelde ze zachtjes. Haar ogen gleden naar de andere grenswachters die buitengehoorafstand stonden. Ze kon haar werkverklaring laten zien, echter wist Ilya dat dat niet hetgeen was waar ze naar op weg was en ze zou er beter aan doen om die kostbare papieren in haar tas te laten zitten. Om de schijn op te houden voor de andere wachters haalde ze haar paspoort tevoorschijn en drukte ze deze in zijn handen zodat hij kon doen alsof hij iets controleerde. Met haar handen achter haar rug verstopt drukte ze haar nagels in haar handpalmen. Misschien kwam het door de eerste keer waarop ze elkaar ontmoet hadden, maar Ilya was voor haar intimiderender dan elke nazi en SS’er die ze had ontmoet, op één na. Leugens vertellen tegen de SS’er in wiens kantoor ze had gewerkt was soepel verlopen, echter klapte ze bij de Soviet voor haar neus volledig dicht. In de pokerclub zelf bleef ze zoveel mogelijk uit zijn buurt. Haar hart bonsde in haar keel en het zou haar nauwelijks verbazen als Ilya het luide kloppen kon horen. Haar heldere ogen waren op zijn gezicht gericht, niet instaat haar blik af te wenden. Haar hersens maakten overuren om iets te bedenken wat hij zou willen, terwijl ze op haar lip beet. Eten had hij op dit moment meer dan haar, dus dat was een nee. Hij leek ook niet het type dat bijzonder geïnteresseerd zou zijn in boeken en hij was beter in poker dan zijzelf was, geld van eventuele winst zou daarmee een loze belofte zijn. Een portret van hemzelf zou ook niet hoog op zijn lijstje staan. Zou hij haar er daadwerkelijk niet langs laten als ze hem niet iets bieden kon? Haar hand gleed omhoog naar de dogtags van Stefan die rondom haar hals hingen. Haar vingers friemelden met de plaatjes. “Wat… wat je er voor willen hebben?” vroeg ze met een aarzelende, gedempte stem, “zodat je me laat gaan?”

    [ bericht aangepast op 10 jan 2022 - 21:40 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered


    LUDOVIC FERDINAND MÜLLER
    It's hard to forget your past when it's written all over your body
    28 • west-berlin • soldaat • with lene • outside


    Berlijn. Het had nooit als Ludo zijn thuis gevoeld. Geen van de straten kende hij bij naam en niets in deze stad voelde ook maar een beetje vertrouwd. Toch bivakkeerde Ludo al een geruime tijd in de hoofdstad van het eens zo’n machtige Duitsland. Voor nu was het prima. Hij leefde immers nog, had een dak boven zijn hoofd en een goed betaalde baan die zorgde voor voldoende brood op de plank. Ludo mocht niet klagen, al was het niet dat hij echt een andere keus had. Ludo was zijn thuis ontgroeid, zijn familie kwijt geraakt en in Frankfurt wachtte verder niemand meer op zijn wederkeer. Zo had hij niet alleen de oorlog verloren, maar ook de liefde van zijn leven.
          Hanna was het mooiste meisje van de klas geweest. Net als het gros van de jongens met wie Ludo omging, was Ludo als een blok voor Hanna haar donkere lokken en helderblauwe ogen gevallen. Het was liefde op het eerste gezicht geweest. Wat had het hem daarom pijn gedaan toen hij terug naar Frankfurt was gekeerd nadat hij na maanden uit het ziekenhuis ontslagen was en erachter was gekomen dat Hanna verder was gegaan met haar leven, alsof hij nooit bestaan had. Het had zo verdomd veel pijn gedaan. Hoe had ze hem zo makkelijk kunnen inruilen voor de eerste de beste man die ze, nadat hij naar het front was gestuurd, tegen was gekomen? Hoe had ze hem zo makkelijk kunnen vergeten? Terwijl hij alles voor haar overhad. Terwijl hij zoveel voor haar had opgeofferd. Ludo begreep het niet, maar blijven was geen optie. Hij kon de aanblik op het gelukkige schouwspel simpelweg niet aan. Hij moest daar weg, voor hij zijn grootste fout zou begaan.
          Sinds de oorlog kampte Ludo met zulke duistere en donkere gedachten, waar hij soms zelf bang van werd. Zijn tijd op het slagveld had hem voor het leven getekend. Ludo had dingen gezien en gedaan waar hij nog steeds van wakker lag. Het achtervolgde hem zelfs in zijn dromen. Ontsnappen had geen zin. Wat eigenlijk de voornaamste reden was waarom hij zich volledig had gestort op zijn werk. Zijn goed betaalde baan bij een van de beste banken van Berlijn.
          Berlijn. Het eens zo bruisende hart van Hitler zijn Derde Rijk. De stad waar geluk werd nagejaagd en dromen uitkwamen, of zoiets. Het was voor Ludo in ieder geval de perfecte plek om opnieuw te beginnen. Niet alleen omdat het de hoofdstad was en vol zat met kansen, maar ook omdat hij een schuld te vereffen had. Hij moest en zou Lorelei Meminger vinden, om zo zijn laatste dienst te bewijzen aan zijn overleden kameraad Stefan en daarmee het hoofdstuk “oorlog” voor eens en voor altijd af te kunnen sluiten. De twee hadden naast elkaar aan het front gestreden en ondanks de bizarre omstandigheden een hechte vriendschap weten op te bouwen. De nachten waren lang en onheilspellend geweest maar Ludo en Stefan hadden altijd elkaar gehad. Ze deelde lief en leed. Zo vertelde Stefan honderduit over zijn Lore en kon Ludo het niet laten om op te scheppen over zijn droomvrouw thuis. De heren beloofde elkaar dat, mocht hen iets overkomen, de ander een laatste wens moest vervullen. En belofte maakt schuld. Stefan zijn laatste wens wat het bezorgen van een brief aan zijn geliefde Lorelei. Een envelop die Ludo, nadat Stefan gesneuveld was, op zijn lichaam meegedragen had.
          Het was bijna een jaar geleden dat Ludo Lorelei gevonden had en daarmee ook zijn schuld af had weten te lossen. Eindelijk kon hij verder met zijn leven, en dat deed hij ook. Nooit zou hij het meer over de oorlog hebben.
          Ondanks Ludo zijn beperking, die hij tijdens het vechten opgelopen had, wou hij wel werken. Graag zelfs. Alleen lichamelijk arbeid zat er echter niet meer in, waardoor hij solliciteerde voor een kantoorbaan bij een goedlopende bank in het centrum. Om niet te hoeven denken beet Ludo zich er in vast en liet niet meer los. In no-time werkte hij zich op en ontving hij de ene na de andere promotie.
          Iets waar niet iedereen blij mee was. Zijn vrouwelijke collega Charléne Rosler bijvoorbeeld. Naar Ludo zijn mening was de dame gewoon jaloers. Hij snapte sowieso heel het concept van vrouwen op de werkvloer niet. Vrouwen hoorde niet thuis in het bedrijfsleven, maar in de keuken. Zo ook Lene. De brunette had echter duidelijk deze memo gemist en werkte iets te hard en te enthousiast als je het Ludo vroeg. Iets wat hem duidelijk niet zinde. Zijn grootste concurrentie was een vrouw. Gelukkig had hij sinds kort de touwtjes weer in handen. Competitie Lene zou niet langer meer een probleem zijn.
          De werkdag was weer voorbij, de week was doormidden en dat vroeg om wat ontspanning. Die betrunkene Katze was voor Ludo daarvoor de enige plek in heel Berlijn. Samen met Lene had hij de dag op kantoor afgesloten en nu waren ze samen op weg naar hun favoriete kroeg. De sfeer tussen hen was gespannen. Onderweg werd weinig gesproken. Het enige geluid was afkomstig van het tikken van Ludo zijn stok op de betonnen tegels. ‘Wat denk je, is iedereen erbij vanavond?’ Doorbrak Lene plots de stilte. Ze had haar hoofd naar hem toegedraaid en haar blauwe ogen kruiste de zijne. ‘Laten we het hopen,’ antwoordde Ludo simpelweg, terwijl hij doorstapte zo hard hij kon. De kroeg was niet ver meer en hij snakte naar een nieuwe borrel. ‘Je werkt wel hard de laatste tijd,’ begon Ludo vervolgens over werk. ‘Misschien moet je het voortaan wat rustiger aan doen.’ Het klonk meer als een bevel dan een suggestie. Hij lachte. ‘Is er vanavond trouwens weer een afterparty bij jouw thuis?’ Doelde hij vervolgens op hun nachtelijke avontuurtje, waarna die betrunkene Katze inzicht kwam.

    "'Never trust a survivor,' My father said, 'until you find out what he did to stay alive'."

    [ bericht aangepast op 10 jan 2022 - 23:00 ]


    someone out there feels better because you exist

    Rouge "Rou" de Sauvage
    "Yes, my name is Rouge. My parents figured I'd make a great fucking stripper one day.""
    • fomer shop owner, current exotic dancer (east) • w. paddytheme: stromae - l'enfer

    De bedwelmende combinatie van sigarettenrook, zoete parfum en aftershave had de afgesloten, donkere privé-kamer gevuld. Rouge rook het vrijwel niet meer; het was nu eenmaal de geur van haar ‘kantoor’. Tijdens haar eerste werkdag had het zoete element haar zelfs op een melancholische manier doen denken aan de bloemenwinkel die ze ooit bezat en runde. Lang geleden, in een ander leven. Een tijd waarin ze het ooit zo mooie Normandië nog haar thuis mocht noemen.

    Oh, Saint-Lô.

    Rou had niet gedacht dat ze het ooit zou moeten verlaten. De gelukkige Française die had gedroomd van een toekomst met haar familie en geliefde in haar mooie woonplaats, bestond niet meer. De herinnering voelde als een onrealistische versie van haarzelf, eentje die leefde in een andere tijdlijn. Een tijdlijn waarin ze niet voor hitsige kerels hoefde te dansen in louche clubs, maar elke dag geld verdiende voor haar eigen zaak. Het mocht niet meer zo zijn. Normandië had het perfecte speelveld gevormd voor oorlogsgeile mannen uit alle uithoeken van de wereld. Geen enkele ‘Amerikaanse held’ had de moeite genomen om de inwoners van haar gemeente op de hoogte te stellen van de verwoestende bombardementen die ze hadden gepland, dus er had niet eens een evacuatie plaatsgevonden. Rouge had het later met eigen ogen in de kranten zien staan. Zelden waren er zoveel burgerslachtoffers gevallen als in haar Saint-Lô. Voor de schrijver van het stukje en de militairen in kwestie waren de doden slechts getallen. Statistieken. Voor haar waren het de altijd vrolijke bakker op de hoek, haar oude schoolvriendinnen, haar bijdehante maar altijd goedlachse oma, haar begripvolle en intelligente moeder… Allemaal dood. Vermoord. En om wat?
    Operation Overlord was voor de Amerikanen slechts één van de vele oorlogsoperaties geweest. Voor haar had de slag het einde van haar fijne leven betekend.
    Het einde van haar woonplaats.
    Het einde van haar ouders.
    Haar prachtige Chloé was ze vóór de bombardementen al verloren. Ze was voor Rouge's ogen vermoord omdat ze zich niet langer wilde laten chanteren door private Kirchstein, een perverse Duitse soldaat die zich aan hen beide vergreep.
    Alles hadden ze haar ontnomen. De Amerikanen, Duitsers… Het maakte allemaal geen reet uit. Onderaan de streep was zij degene die alles kwijt was geraakt in een oorlog waar geen enkele Saint-Lô’er om gevraagd had.

    Sensueel liet Rou haar lichaam mee kronkelen op de muziek. Met haar strakke taille, volle lippen, sterk aanwezige rondingen en mysterieuze uitstraling, werd ze snel een hit bij de wellustige bezoekers van The Lollipop. Ze werd goed betaald voor haar werk, zeker in verhouding tot haar collega’s. Wel waren het vooral de privé dansjes die vette fooien opleverden. Een aanzienlijke groep mannen keek niet eens meer echt om naar de andere danseressen, maar vroeg direct naar Rouge.
    Paddy l’Irlandais was zo’n klant.
    Over het algemeen werkte Rouge vooral met louche, smerige figuren, maar de Française moest toegeven dat ze het nooit zo erg vond om voor de Ier te dansen. Paddy was geen gladjakker, alles behalve. Hij betaalde haar goed en wist haar zelfs aan het lachen te maken van tijd tot tijd. Uiteraard was hun relatie puur zakelijk, maar enigszins prima kerels maakten haar werk wel een stuk minder vervelend.
          Haar lange, zwarte haren gooide ze naar achteren voordat ze verleidelijk bij haar vaste klant op schoot klom. Ze legde zijn handen op haar heupen zodat hij de zachte, zijden stof van haar lingerieset (en uiteraard de vormen eronder) goed kon voelen. Met haar wijsvinger gleed ze langzaam over de zijkant van zijn gezicht, eindigend bij zijn lippen.
          “Je lijkt wat afwezig vandaag, mon trèfle,” humde de dame terwijl ze zijn blik vasthield met haar katachtige, lichtblauwe ogen.
    Haar Franse moedertaal deed het altijd goed bij klanten. Het mooiste was dat ze in feite alles kon zeggen; de mannen gleden er toch wel van weg. Neerbuigende mannen of dronken, handtastelijke eikels, noemde ze daarom rustig mon cochon, choucroute of zelfs mon salopard met een hese, sensuele stem.
    Haar vaste klanten kregen speciale bijnamen die ze ook toelichtte wanneer ze ernaar vroegen. Mannen voelden zich er speciaal door, wat vervolgens weer goed was voor haar portemonnee.
    L’Irlandais, ofwel haar *trèfle, had mooie ogen, dat had ze tijdens hun eerste sessie al opgemerkt. Hij was een intrigerende man die zonder twijfel een verhaal te vertellen had. Geen enkele Ier eindigde zomaar per ongeluk in het troosteloze Oost-Berlijn. Maar Rouge wist beter dan zelf te vragen wat zijn geschiedenis was. Mannen kwamen naar The Lollipop om te vergeten. Het was een plek waar ze zich lieten meevoeren in de verleiding, de seksuele aantrekkingskracht en de fantasie die zij als danseres te bieden had. Het was haar taak om hem een magische ervaring te geven, elke keer opnieuw.
    Zonder oogcontact te breken nam ze de sigaret tussen zijn vingers over om er langzaam een trekje van te nemen. De rook blies ze uit tegen zijn lippen voordat ze hem de sigaret weer teruggaf.
          “Zeg eens, Rouge,” humde L’Irlandais langzaam, zijn stem doorspekt met een zwaar Iers accent. Hij nam zijn tijd om haar lichaam goed in zich op te nemen voordat hij rustig een hijs van zijn sigaret nam. Rouge kantelde haar hoofd lichtjes terwijl ze hem aan bleef kijken.
          “Wat zeg je van een wee afterparty nadat je hier klaar bent?” De Française tuitte haar rood gestifte lippen en schudde langzaam haar hoofd.
          “Je kent de regels, mon chou,” humde ze. “Geen seks.”
    Het feit dat ze hartstikke lesbisch was, hoefden de heren niet te weten - dat kon haar reputatie als danseres alleen maar schaden. Sterker nog, dat wilde ze buiten The Lollipop ook niet aan de grote klok hangen. Haar leven was al lastig genoeg zonder ook nog eens veroordeelt te worden om haar seksualiteit. Haar ‘liefdesleven’ speelde zich vooral af in de nachtelijke uurtjes, wanneer ze vrij was of haar shift erop zat. In de geheime, underground gayclub van de stad, pikte ze regelmatig mooie dames op waar ze de nacht vervolgens mee doorbracht. Het was fijn om niet altijd in haar eentje in slaap te vallen.
          Paddy drukte zijn vrijwel opgebrande sigaret uit en trok zijn portefeuille om er wat biljetten uit te trekken.
    Rouge zuchtte en rolde haar ogen terwijl ze van zijn schoot afstapte. Mannen dachten er altijd meer uit te kunnen halen. Dat ze voor de juiste prijs toch wel met de benen wijd zou gaan. Soms vroeg ze zich af waar ze het zelfvertrouwen vandaan haalden.
    Maar Paddy was iets anders van plan.
          “Jij.. ik.. en een paar fellas die wel wat craic kunnen gebruiken.”
    Aah, dus dat zat erachter. Een kleine glimlach verscheen op Rou’s rode lippen. Zijn accent was leuk.
          “Voor crack moet je bij Big Tommy zijn, de deurman,” antwoordde ze, een plagerige ondertoon in haar stem. Een kleine frons vormde in haar donkere wenkbrauwen toen hij meer en meer geld uit de portefeuille bleef toveren. Het gebruikelijke tarief stopte hij tussen haar boezem, maar het overige geld hield hij vast.
          “Ik beloof je dat als je ja zegt, dit slechts een schamele aanbetaling is. Ik heb gulle vrienden,” beweerde Paddy.
          ”Wil je dat ik dans voor je vrienden?” Ze likte haar rode lippen en tikte speels tegen de zijkant van zijn neus terwijl ze hem in de ogen aankeek. “Ik dacht dat je wel hield van deze exclusiviteit. Zo achter dat zwarte gordijntje..”
    Ze wist dat hij het leuk vond wanneer ze hem een beetje uitdaagde. Uiteraard had ze allang voor zichzelf besloten dat ze zijn voorstel aan zou nemen, mits hij kon vertellen waar ze heen zouden gaan.
          “Is het bij jou thuis?” vroeg ze. Ze moest de nodige rode vlaggen lokaliseren voordat ze met hem mee zou gaan. "Overtuig me."


    🇫🇷
    *l’Irlandais: de Ier
    *mon trèfle: mijn klavertje
    * mon cochon: mijn varken
    * choucroute: zuurkool.
    Komt het dichtst in de buurt van “boches” (“cabbage heads”), wat een beledigende term was voor Duitsers gedurende in WWI en WWII. Aangezien Duitsers die beledigende term zouden kunnen herkennen, moet ze gaan for the next best thing. Amerikanen noemden Duitsers ook "Krauts" (zuurkool).

    * mon salopard: mijn klootzak
    * mon chou: koosnaampje











    @ The Lollipop

    [ bericht aangepast op 13 jan 2022 - 14:24 ]


    ars moriendi

    ✡ Isaac Chaim Goldmann ✡
    30 • jobless • East-Berlin • outside, backdoor • with Jimmy

    Het was inmiddels en traditie geworden om voor de bijeenkomsten van de pokerclub nog een sigaretje te roken met Jimmy bij de achteringang van het café. De zomerlucht was broeierig en Isaac genoot van de warmte van de stad en zijn sigaret. De Amerikaan naast hem zoog langzaam de sigaretten rook naar binnen, daarna vonden de mannen hun ogen elkaar.
    “Weet jij wat Paddy voor ons in petto heeft vanavond?” had Isaac gevraagd met een grijns op zijn gezicht. Zijn leven in Berlijn was niet makkelijk, hij had weinig geld, geen baan, geen eigen huis.. maar wat hij wel had was zijn vrijheid en het goede gezelschap van de pokerclub van Josie en Freya. De Ier Paddy had iets laten vallen over een verrassing voor die avond en Isaac was maar wat nieuwsgierig.
    Paddy kennende? Even kijken.” Jim liftte zijn hand en begon te tellen op zijn vingers. “Ofwel een Guinness fontein.. of één of ander briljant revolutionair idee waar bij een shitton aan wapens en mannen voor nodig heeft… oooof een hoer.”
    Grinnikend schudde Isaac zijn hoofd. Hij hoopte maar dat het de eerste of de tweede optie was. Het was geen geheim dat prostitutie een groot onderdeel uitmaakte van post-war Berlin, maar ook een onderdeel waar Isaac zich het liefste niet te veel mee bezig hield. De meeste mannen en vrouwen die op die manier aan hun geld probeerden te komen deden het meestal niet uit vrije keuze. De oorlog had meer slachtoffers gemaakt dan de kampgevangenen. Soms vroeg Isaac zich af hoeveel Joods vermogen er uitgegeven werd in ruil voor seksuele handelingen. Het was iets afschuwelijks om aan te denken, maar de nazi’s die niet opgepakt waren of vervolgd werden konden hoogstwaarschijnlijk nog vrijuit genieten van hun gestolen welvaart en maakten er vast misbruik van. De enige troost voor Isaac was dat het Joodse geld door de hoererij in de zakken terecht kwam van mensen die er meer recht op hadden dan de monsters van Hitler’s regime. Het was een schamele troost, maar het was iets.
          ”Ik hoop op het eerste.” besloot Isaac, waarna hij zijn sigaret weer naar zijn lippen bracht. “Of dat hij ons meeneemt op snoepreisje naar zijn geliefde thuisland.” grapte hij. Het was niet alsof Ierland zo fantastisch klonk, maar Berlijn was momenteel ook niet bepaald een feestje.
    Jimmy lachte. “Al zou ik ook een moord door voor een flesje Lone Star. Het piswater dat ze in Duitsland verkopen en bier noemen, is nog steeds om te janken.” Grijnsde de soldaat. Het was verwonderlijk dat na alles wat Jimmy had gezien, hij nog altijd een jongensachtige twinkeling in zijn ogen kon hebben. “Niet tegen Gail zeggen.”
    Opnieuw schudde Isaac lachend zijn hoofd. “Amerikanen kunnen geen bier brouwen.” Plaagde hij zijn vriend. “En ik ga het zeker wel tegen Gail zeggen.”
          Jimmy nam een laatste trekje van zijn sigaret en drukte daarna de peuk uit met zijn schoen. Isaac observeerde zijn gezicht en iets leek te veranderen in zijn mimiek. Geïntrigeerd wachtte Isaac af tot Jimmy zijn mond open trok. Het duurde vaak niet lang voor een van hen door had wanneer de ander iets dwars zat. Een gevolg van de band die ze hadden opgebouwd door hun ontmoeting in de hel.
    “Ik heb trouwens post gekregen,” Het hoge woord was eruit.
    Isaac knikte aandachtig, zijn gedachten schoten meteen naar één persoon: Liberty.
    “Uit Texas. Eergisteren. Mijn ouders schrijven me nooit,” Vertelde Jimmy en hij overhandigde de brief. Zonder twijfelen nam Isaac de envelop aan en liet hem door zijn handen glijden.
    “Wat als het van Liberty is, man?” vervolgde Jimmy met een zachtere stem. Zenuwachtig keek de man over zijn schouder en Isaac kon het niet helpen dat het bijna komisch was. De Amerikaan die voor bijna niets terugdeinsde was volledig van zijn stuk gebracht door een vrouw aan de andere kant van de wereld.
          Liberty was Jimmy zijn ex-verloofde. Terwijl Jimmy zijn leven op het spel zette voor de vrijheid van miljoenen mensen had Liberty leven gecreëerd met een andere man. Isaac had maar weinig woorden van advies voor zijn beste maat, zijn eigen situatie was zo anders... De liefde van zijn leven was het tegenovergestelde van het Amerikaanse liefje van Jimmy. Frieda had haar leven geriskeerd voor dat van haar man. Ze waren onafscheidelijk geweest. Zelfs toen bijna de hele natie Isaac uitkotste bleef Frieda aan zijn zijde. Ze bleef het voor hem opnemen, tot op haar sterfbed.
    De herinnering aan Isaac zijn vrouw vulde hem met liefde en gemis. Wat hij ervoor zou geven om met haar herenigd te kunnen worden was ondenkbaar. In Dachau had hij er wel eens over nagedacht; alles eindigen om Frieda te kunnen zien. Maar daarvoor was het nu te laat. Hij had de oorlog overleefd en Frieda zou willen dat hij de nazi’s het betaald zou zetten door zo gelukkig te worden als hij maar kon. Vanzelfsprekend was Isaac dat dan ook van plan.
          De brief in Isaac zijn handen had een handschrift waaruit hij niet kon afleiden of het door een man of vrouw was geschreven.
    One way to find out.” zei Isaac en hij keek Jimmy serieus aan. “You need to face this, rather sooner than later.” Nu nam ook Isaac de laatste trek van zijn sigaret en de restanten belanden op de grond om te worden uitgetrapt.
    That woman put a fucking spell on me, I’m telling you,” gromde Jimmy terwijl hij een nieuwe sigaret opstak. “Kijk me hier als een sissy staan, luitenant van de Rainbow Divison… nerveus om een fucking brief… vrouwen…” Jimmy griste de brief uit Isaac zijn handen en trok hem rigoureus open.
    Now that’s the lieutenant Morgan that I know!” Isaac sloeg Jimmy bemoedigend op zijn schouder. Heel even gleden zijn ogen naar de deur. Zo te zien stonden ze hier nog wel eventjes en dus besloot Isaac ook een nieuwe sigaret op te steken. Zijn aansteker maakte een klikkend geluid en de warmte die van het kleine vuurtje afkwam werd één met de broeierige zomerlucht. “Also, you need to find yourself a new woman to put a spell on you.” Isaac liet zichzelf tegen de stenenmuur van het café aanleunen. “Only way to break the old one. Dus misschien is het nog niet zo verkeerd als Paddy wel een dame meeneemt vanavond.” Het woord ‘hoer’ kreeg hij niet over zijn lippen.
          Van Jimmy en de brief keek Isaac naar de sterrenhemel. Door de brief van Jimmy besefte Isaac maar weer wat voor een bevoorrecht man hij eigenlijk was. Hij had lijden gekend, zo ontzettend veel lijden, maar hij had ook liefde gekend en daar was hij Frieda eeuwig dankbaar voor. Terwijl zijn ogen de helderste ster van de hemel vonden sprak hij zijn vrouw aan in zijn hoofd.
    Ich werde dich ewig lieben.
    Was auch immer passiert.


    Ik hou voor altijd van je.
    Wat er ook gebeurd.

    [ bericht aangepast op 12 jan 2022 - 9:01 ]

    Josephine Rosler

    SHOW ME YOUR EYES AND YOU MIGHT AS WELL SHOW ME YOUR CARDS



    Sommige nachten bezocht hij haar in haar slaap. Hij was als een sluipmoordenaar die uit de schaduwen stapte op momenten waarop ze dit het minst verwachtte. Zijn aanwezigheid was wispelturig. Aaneengesloten periodes verdween hij, om haar vervolgens nachtenlang achtereen te teisteren. Soms durfde ze te zweren dat ze zijn begerige handen op haar lichaam voelde en dat ze zijn adem haar huid voelde strelen. Andere keren zei hij niets, maar staarde hij alleen. Met zijn helblauwe ogen die recht door haar heen keken en met een misselijkmakende grijns op zijn gezicht, als een roofdier dat naar zijn prooi loerde.
          En soms was daar alleen zijn zielloze lichaam onder aan de stenen trap. Het gapende gat. En het bloed. Altijd het bloed.
          Marcus had haar weleens toevertrouwd dat de eerste persoon van wie je het leven beroofde je nooit echt meer verliet. Op elk onbewaakt moment sloop de verloren ziel je geest binnen en vrat het je langzaam van binnen op. Daarna werd het doden makkelijker. Naarmate de trekker vaker werd overgehaald, verdwenen de gezichten en de bijbehorende verhalen. Mensen van vlees en bloed werden gereduceerd tot getallen; niet meer dan een statistiek. Josephine had zich er nooit een voorstelling kunnen maken.
          Tot voorkort.
          Sinds de afgelopen paar jaar hadden haar broers woorden gestalte gekregen. De brunette wenste met grote regelmaat dat ze de tijd terug kon draaien. Het was niet alsof ze er spijt van had. De man had het over zichzelf afgeroepen, zelfs al was haar daad uit een vlaag van paniek voortgekomen. Maar als er ook maar één mogelijkheid zou zijn om de tijd terug te draaien en zo haar innerlijke rust terug te kunnen vinden dan zou ze die met beide handen aangrijpen. In haar hoofd woedde immers al een oorlog nog voordat deze in de wereld was uitgebroken. En nu, nu Berlijn een dappere poging deed om het puin bijeen te rapen en zichzelf weer op te richten, zelfs nu was de strijd in haar nog lang niet gestreden.
          Die ochtend was ze badend in het zweet wakker geworden. Haar nachtmerries hadden haar gewekt nog voordat het licht werd en het duurde even voordat haar trillende handen een kaars wisten te ontsteken. De laatste weken was zijn aanwezigheid tijdens haar slaap in frequentie toegenomen en de wijze van ontwaken wende nooit. Josie gunde zichzelf altijd enkele minuten om haar ademhaling weer onder controle te krijgen. Een moment om zichzelf te herpakken; zich wederom bewust te worden van haar omgeving. Het zachte gekraak van het appartement bij een windvlaag. Het ritmische getik van de regendruppels die tegen het raam dansten. De geur van het gesmeulde haardvuur. De flikkering van het kaarslicht. Bij elke waarneming die haar zingtuigen registreerden, verdween haar kwelgeest stukje bij beetje verder naar de achtergrond, om bij het ochtendgloren volledig uit haar geest te zijn verbannen. Verdwenen, tot de volgende nacht zou vallen.
          Er was niet langer plek voor geesten uit het verleden zodra de dag zijn intrede had gedaan. Dus zodra de ochtend kwam, rechtte Josie haar rug, waste ze de herinneringen van zich af en zat ze neer voor haar spiegel om elk greintje kwetsbaarheid zorgvuldig te bedekken onder poeder en rode lippenstift. Het moment waarop ze de deur uitliep was ze de persoon die iedereen verwachtte te zien: Josephine Rosler, een vrouw uit een welgestelde familie en begenadigd zangeres, die mannen feilloos het hoofd op hol wist te brengen.




    w/ Gail @ the bar









    Het was deze energie die ze vastgehouden had op het moment dat ze bij de grensovergang kwam. De afgelopen dagen was ze al een paar keer heen en weer gegaan en hoewel ze de juiste papieren had, moest ze soms lieflijker glimlachen dan andere keren – al werkte geld al evengoed mee. Goddank zorgde de grenswachter die ze deze avond passeerde niet voor al te veel problemen, waardoor ze ruim voordat de avond van start zou gaan de achterdeur van Die betrunkene Katze opende. Traditiegetrouw groette ze eerst Maxi, Gails trouwe viervoeter, alvorens ze zich wendde tot de gastvrouw, die aan de fles Bourbon te zien al op haar vroege aankomst had geanticipeerd. Het was inmiddels een vertrouwd gezicht. Josephine wist het eerste drankje dat ze samen met de blondine had genoten maar al te goed te herinneren. Toen een dronkaard na een optreden van de zangeres iets te handtastelijk was geworden en de brunette geconfronteerd werd met een flashback naar 'het incident', verstijfde ze volledig. Goddank was daar de café-eigenaresse, die haar op geheel eigen wijze te hulp geschoten was en haar na sluitingstijd een drankje van de zaak had gegeven. Een van de vele die nog zouden volgen.
          "Ik vergeet altijd hoe vredig het café is zo vroeg op de avond," verbrak Josie de stilte, waarbij een glimlach haar lippen sierde.
          “Je bent precies op tijd. Alles goed gegaan?”
          “Mhm,” humde ze als antwoord. “De eerste man die niet corrupt is moet ik nog ontmoeten. Ze denken stuk voor stuk met hun edele delen.” Er schuilde een twinkeling in haar diepbruine ogen bij het uitspreken van haar woorden. Onder aan de streep waren mannen eenvoudige wezens. Ze hielden allemaal van hetzelfde. Macht, aanzien en vrouwen. Vrouwen waren lastiger om rond je vingers te winden. Manipulatiever. Bij mannen was je met stralende lach en wat zoetgevooisde woorden al een heel eind op weg. Al snel werd de blik in haar ogen serieuzer. De overgang van West- naar Oost-Berlijn was immers niet het enige wat er de afgelopen dagen was veranderd. “Houd jij het een beetje uit? Zonder gas, elektriciteit?”
          De pokerclub was echter geen plek om lang bezig te zijn met het politieke spel; hier werden andere troeven gespeeld. Het duurde dan ook niet lang voordat Gail begon over de avond die zou volgen. ”Nou heb ik dus gehoord... dat er vanavond iets extra’s op de planning staat. Jij weet vast en zeker niet wat het nu weer is dat de jongens hebben uitgevreten?” Een zachte lach verliet Josies mond en hoofdschuddend pakte ze een sigaret uit haar tasje, om deze aan te steken en tussen haar ranke vingers te laten balanceren.
          “Met die man weet je het maar nooit,” reageerde ze met een zweem van een glimlach rond haar geaccentueerde lippen, waarna ze een trekje nam. Paddy had er niet bepaald een geheim van gemaakt dat er iets groots op hen te wachten stond. “Wat het ook moge zijn: God zij met ons.” Haar ogen dwaalden af naar de gehavende pooltafel. Dat de Ier bij het incident betrokken was geweest, kwam voor niemand als een verrassing. “Ik denk dat we aan het einde van de avond geld moeten inzamelen voor gesneuvelde meubels. Voorgevoel dat het weer zo'n avond gaat zijn." Kort sloeg ze haar ogen ten hemel, al zei de speelse twinkeling in haar ogen genoeg. "Waar zet jij je geld op in?”
          Haar blik dwaalde verder door het café waar ze elkaar wekelijks troffen. Die betrunkene Katze was in een aantal maanden tijd het onvervalste thuishonk geworden van de pokerclub en daar waar ze met een klein aantal zielen waren begonnen, begon de groep inmiddels behoorlijk vorm te krijgen. Toen ze samen met Freya over het starten van de club had gefantaseerd had ze nooit durven dromen dat het zo snel voet aan de grond zou krijgen. Het succes ervan bewees echter dat het hoognodig was. Een gezelschap met zoveel kleuren als een regenboog, maar gedreven om voor even hun verschillen opzij te zetten om voor een moment de ellende van buitenaf en het recente verleden te kunnen vergeten. De club bood een kans om weer voor even van het normale leven te proeven. God wist dat ze ernaar snakten.
          “Proosten op een goede afloop dan maar weer?” Toen Gail op de barkruk naast haar zakte en het glas hief krulden Josephine haar lippen omhoog tot warme glimlach. Het onderonsje was een traditie die ze koesterde en ze zou het voor geen goud willen missen. De brunette pakte het glas Old Fashioned dat haar vriendin voor haar had neergezet en keek de blondine met een samenzweerderige fonkeling in haar donkere ogen aan.
          “En op ons,” vulde ze aan. “Dat geen man of beton ons kan tegenhouden.”

    LIFE IS LIKE A POKER GAME
    ONE SHOULD ALWAYS BE READY FOR A BLUFF


    She's imperfect but she tries

    〚      If I can still breathe, I'm fucking fine      〛

    Lilliya Evelina Romanova






          28      ✦      Soviet      ✦      Combat medic Soviet Army, Major      ✦      With Alexander      ✦      die betrunkene Katze


          Nachtdiensten waren sinds ze in Berlijn woonde haar favoriete diensten geworden. Waar het overdag bijna altijd chaos was, konden sommige nachten ongewoon kalm zijn. Gangen gevuld met stilte, afdelingen waar alles op rolletjes liep en patiënten waar het goed meeging.
    Afgelopen nacht had ze haar laatste van vijf nachtdiensten gehad. De eerste twee waren druk. Nacht drie en vier waren ongewoon kalm, iets wat ze niet vervelend vond. Afgelopen nacht was het weer chaos geweest. Nieuwe opnames, enkele patiënten wiens conditie wel erg snel achteruit ging, artsen die nergens te vinden waren en studenten die hun eerste nachtdienst hadden.
    Er was een patiënt geweest die volledig in de war was. Een oude soldaat, te zien aan littekens en zijn dog tags. Ondanks dat de man al op leeftijd leek te zijn, werd het al snel duidelijk dat hij zijn gevecht instinct nooit verloren was. Het was zo snel en onverwachts, dat Liliya de gebalde vuist van de man niet ontwijken kon, waardoor deze contact maakte met haar jukbeen. Ze weerhield zich ervan om enkele vloekwoorden uit te spreken. Een van de studenten die zich over haar wilde bekommeren beet ze toe dat zij geen patiënt was. Enkele uren later kon ze een diepblauwe-paarsige plek zien op haar jukbeen.
          Nog een pluspunt aan het draaien van nachtdiensten was het slapen overdag.
    's Nachts had ze nog wel eens moeite met het slapen, hard lawaai liet haar rechtop in bed zitten, met een versnelde hartslag; suizende oren en het gevoel alsof er vers bloed aan haar handen zat. Gedurende de tijd werd dit langzaam minder, maar toen ze net in Berlijn kwam wonen was het erger. In die tijd was het ook geen vreemd voorval dat ze met haar pistool in handen nog een check deed in haar appartement of er echt niemand was en of de deuren en ramen echt op slot waren.
    Overdag hoorde er lawaai te zijn. Gek genoeg hielp het haar dan juist om in slaap te vallen en te blijven. Zo ook vanochtend toen ze thuis kwam. Ze had een paar uur heerlijk geslapen, voordat ze toch maar besloot met haar dag te beginnen.
          Een groot deel van haar dag spendeerde ze aan het koken en bakken. De pokerclub had afgesproken dat ze eten zouden verzamelen voor degenen in West-Berlijn. Het koken en het bakken had ze gedaan voor Aloisia en de kinderen in haar weeshuis. Niet te veel, want zonder stroom was het lastig om eten goed te bewaren, maar hopelijk wel genoeg dat iedereen een volle maag kon krijgen. Naast gewoon eten had ze ook een lading aan koekjes gemaakt, uit ervaring wist ze dat de kinderen dit graag lusten. Verder had ze ook voor Alexander staan koken en bakken. Voor Jimmy had ze enkele cupcakes met whiskey erin gebakken, als verlaat verjaardagscadeau. Tevens had ze voor de rest brood en blikken met eten gehaald. Zorgvuldig had ze alles verpakt en in een grote tas gestopt, met enkele flessen water.

          Ze stapte die betrunkene Katze binnen en liet haar ogen door de ruimte gaan. Haar blik stopte bij Alex, die zat aan een van de tafeltjes. Opgelucht zuchtte ze even. Hij was in ieder geval de grens overgekomen. Kort begroette ze hem toen ze bij het tafeltje aan was gekomen.
    ‘’Goed de grens overgekomen?’’ Voorzichtig zette ze haar tas op de grond neer en nam ze plaats tegenover hem. Toen ze hem voor het eerst ontmoette had ze niet verwacht dat Alex haar beste vriend zou worden. Dit veranderde echter toen hij tot haar redding kwam toen ze belaagd werd door een groepje jonge Duitsers. Nadien had hij haar de nacht laten spenderen in de logeerkamer bij hem thuis en als een vorm van bedankje had ze de volgende ochtend ontbijt gemaakt. Liliya was Alex dankbaar ervoor, ook al praatte ze liever niet over het voorval.
    ‘’Zijn er nog spullen die je tekort hebt?’’


    Tommi, ich glaub, ich hab' Heimweh. Ich will mal wieder am Rhein stehen.

    DARYA ALEKSANDRA IVASHKOVA
    and then, as darkness descended, they became killing machines
    twentysix • soviet • night witch • soundtrack • at the bar • with hein

    Het gesnoof maakte duidelijk dat Heinrich net zo min behoefte had aan haar gezelschap, zoals het hoort. “Is dit het moment waarop jij me een glas vodka aanbiedt?” Haar ogen vernauwden bij het Russisch dat uit zijn mond kwam. Nee, ze zou absoluut haar mooie moedertaal niet gaan spreken met deze Duitsers. Als ze Russisch wilde praten in de club dan deed ze dit wel met Lilesya of Ilya. Het bleef een vreemd verhaal, hoe hij Russisch kende en het beviel haar helemaal niks.
          Darya rechtte haar rug en schudde haar hoofd, haar blonde lokkend meedansend. “Nee. Jij zou niet aankunnen.” Haar blik verschoof naar Gail en eenmaal ze de aandacht van de Amerikaanse had getrokken vroeg ze haar om het desbetreffende drankje.
          “Als ik wist ik hoe het met West-Berlijn ging dan zou ik dat toch niet aan jouw neus hangen, Dasha.”. De zachte tik op haar neus leverde hem een moordende blik op, een die ze al vaker dan haar lief was aan mannen geschonken had, zowel nadat ze iets gedaan hadden als daarvoor, de intentie duidelijk in hun ogen. Het mes onder haar kleding brandde tegen haar huid, alsof het wenste om gebruikt te worden. Wapens waren verboden in de club en moesten ingeleverd worden bij de deur, iets wat ze zelf ook deed op één wapen na, al had ze deze nog nooit gebruikt. Nog altijd vertrouwde ze een deel van de pokerclub niet, met name de man naast wie ze op dat moment zat, en tot die tijd zou het verstopte wapen niet verdwijnen. En anders was er nog altijd Ludo’s befaamde wandelstok. ”Het is door het toedoen van jullie dat zij nu opgesloten zitten, is het niet? Kun jij niet met je vliegtuigje van boven een kijkje gaan nemen of Aloisia haar kinderen nog eten hebben?” Zijn hand hing boven de bar, een vliegtuig imiterend. Hij leek nog altijd niet te geloven dat zij een pilote was geweest tijdens de oorlog. Hij was in dat opzicht niet veel anders dan de mannelijke aviators met wie ze een vliegbasis had gedeeld, die haar en de rest van de rekruteerde vrouwen eerst aanspraken met ‘kleine prinsesjes’. Ondertussen kon ze zich er niet meer zo kwaad om maken als ze eerst deed. Het waren de kleine prinsesjes die uiteindelijk het betere werk hadden geleverd en zijzelf en meerdere van haar sestry hadden de titel ‘Hero of the Soviet Union’ gekregen, in verhouding meer dan de andere regimenten. En hoe ongelovig Heinrich er ook overdeed, nog nooit was hij op haar aanbod ingegaan om een keer met haar mee te komen naar vliegschool waar ze werkte, wat wellicht maar goed voor hem was ook. Zijn maaginhoud zou het plan in haar hoofd niet overleven, als hij wel ooit die stap durfde te wagen. Watje.
          ”Laten we niet praten maar over wat gebeurd is door jullie toe doen, Heininka,” sprak ze op een waarschuwende toon. Voor een lafaard had hij aardig wat lef om die woorden te spreken. Door de keuzes die zijn volk had gemaakt lagen hun eigen steden in ruïnes, nog altijd enkele jaren na de oorlog. Het lag op het puntje van haar tong dat ze maar een bom op zijn huis moest droppen, als ze toch bezig was. Mocht dat mogelijk zijn zonder dat anderen daarbij verwond raakten had ze het misschien nog wel gedaan ook. Tijdens de oorlog had ze nooit burgerdoelwitten gehad, enkel militair, en hoewel ze nu nog geen enkel berouw had voor wat ze gedaan had – ze deden simpelweg wat moest om de Nazi’s te verslaan – wist ze vrij zeker dat dit niet had geval zou zijn wanneer wel burgerdoelwitten had geraakt. “Ik ben niet verantwoordelijk voor keuzes van mijn leiders. Als ik niet geef, zou ik niet vragen.” Met haar voet gaf ze een zachte tik tegen de tas die ze had meegenomen. “Eten voor Aloi en kindjes.” Het was niet voor niets dat ze haar best had gedaan om eten voor het weeshuis te ‘vinden’. “Misschien… misschien moet jij niet vergeet in welk sector jij woont en wie daar het baas is.” Dit keer was zij degene die haar hand naar hem uitstak, om een zacht klapje op zijn wang te geven. “Voorzichtig.” Ze zou hem laten vliegen als hij niet oppaste.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered



    ODETTE ADELE HARTMANN

    I remember all of them

    zesentwintig • verpleegkundige • oost-berlijn • with gio • at gio’s place


    Wolf zijn lichaam is gevonden.’ Het was niet het nieuws waar ze op hadden gehoopt. Het verdriet in Eleonore haar ogen deed Odette pijn. Ze kon zich voorstellen waar de jonge vrouw voor haar op dit moment door heen ging. Toch las Odette ook opluchting af van het gezicht van haar vriendin. Eindelijk wist Eleonore hoe en wat. Haar Wolfgang had zijn rust gevonden en nu kon zij het ook een plekje gaan geven. De oorlog was voorbij, het hoofdstuk met opnieuw een droevig einde gesloten.
          Odette had een zestal vrouwen, waaronder Eleonore, een aantal jaren geleden leren kennen. Het was een klein praatclubje geweest voor vrouwen wiens partner nog altijd vermist werden. Eens in de zoveel tijd kwamen ze bij elkaar. Niet alleen spraken ze dan met elkaar over hun zorgen, maar deelde ook vaak genoeg een lach en een traan. Iedere vrouw vertelde haar eigen verhaal, maar juiste de overeenkomsten die ze hadden putte Odette kracht en ook steun uit. Het was maar wat fijn om te praten met mensen die haar echt begrepen, doordat ze ongeveer in het zelfde schuitje zaten.
          Wilhelm, Isabella en Frieda. Haar wederhelft was niet de enige die Odette was kwijt geraakt tijdens de oorlog. Ook haar zus én haar beste vriendin was ze verloren. By far, de drie meest belangrijke mensen in haar leven; in één klap weg. Een gapend gat in haar hart als gevolg. Nooit had Odette verwacht hier overheen te kunnen komen. Tot dat Josie, wie al jaren een van de beste vriendinnen van Odette haar oudere zus was geweest – en die voor Odette sinds het overlijden van Isabella als zuster-figuur was gaan voelen, haar op een avond had meegenomen naar die betrunkene Katz. Een café in Oost-Berlijn waar wekelijks gepokerd werd.
          Een warm gevoel trok door haar lichaam als ze aan de pokerclub dacht. De leden waren zo verschillend maar tegelijkertijd zo het zelfde. Uniek en speciaal op hun eigen manier. Haar hart leek eindelijk weer te kloppen en had zich opnieuw gevuld met warmte en liefde. En al zou het gat nooit helemaal weer worden opgevuld, het was een goed begin. Zo had ze in het café een hoop lieve nieuwe mensen leren kennen en zelfs een aantal oude bekenden tegen het lijf gelopen.
          Haar beste vriend Alex was een van hen. Alexander Dahlinger had ze leren kennen tijdens haar werk bij het verzet gedurende de oorlog en was al snel uitgegroeid tot haar beste vriend. Vertrouwen deed ze die jongen voor meer dan honderd procent. Lief en leed hadden ze in die jaren maar al te vaak met elkaar gedeeld. Zo wist de jongen van de vermissing van Wilhelm en het overlijden van haar zus. Op haar beurt wist Odette over het bombardement waar Alex zijn zusje bij was omgekomen en het overspelende gedrag van zijn toenmalige verloofde. Ook Michael Blumenthal was voor Odette maar een al te bekende naam. Al kende ze de jongen niet bijzonder goed. Misha was het jongere broertje geweest van Dieter, de verloofde van Isabella. Odette had Dieter nooit gemogen. Niet zozeer omdat Dieter een vreselijke man was, maar meer omdat Odette zienderogen haar zus zag veranderen. Radicaliseren bijna. Daar had ze Dieter de schuld van gegeven. De jongen was gewoon niet goed voor haar. Ze vermoedde dat hij een SS-er was en kon niet begrijpen wat haar zus in hem had gezien. Dieter zijn kleine broertje Misha zou vast geen haar beter zijn. Daar was Odette van overtuigd toen zij voor het eerst de jongen in kwestie ontmoette. Toch bleek Misha anders te zijn dan ze had verwacht.
          De grootste verrassing echter was het weerzien van Isaac Goldmann, de echtgenoot van haar beste vriendin Frieda. Odette was samen met Frieda opgegroeid en waren als twee handen op één buik geweest. Frieda had gestraald toen ze Odette voor het eerst over Isaac had verteld. De verliefdheid spatte ervan af en Odette kon alleen maar blij zijn voor haar beste vriendin. Zijn Joodse afkomst was het enige dat in hun relatie een probleem leek te vormen. Niet zozeer voor Frieda, maar meer voor de omgeving waar zij zich in bevonden. Duitsland was aan het veranderen. Antisemitisme stak de kop op. Odette stond echter achter haar vriendin. Wat maakte het uit of Isaac een Joodse afkomst had of niet; hij bleef een mens van vlees en bloed. Een die Frieda gelukkig maakte en dat was voor Odette het allerbelangrijkste. Want als Frieda gelukkig was, dan was zij het ook. Dat hij goed voor haar was wist Odette al lang, maar werd haar nog duidelijk tijdens Frieda haar ziekbed. Door haar werk als verpleegkundige kwam Odette nog vaker dan normaal over de vloer om haar beste vriendin zo goed mogelijk te kunnen helpen. En Isaac week zelfs toen nooit van Frieda haar zijde. Er kon van alles van hem gezegd worden, maar hij was niets dan een goede echtgenoot voor haar geweest. Na het overlijden van Frieda had Odette Isaac nog een aantal keren geprobeerd op te zoeken, maar hij leek van de aardboden verdwenen te zijn. De buren van Isaac en Frieda, die ze bij haar laatste bezoek toentertijd voor hun deur tegen het lijf was gelopen, wisten haar te vertellen dat ze Isaac na het overlijden van Frieda nog amper hadden gezien. Ze konden Odette wel verzekeren dat hij zijn spullen had gepakt en vertrokken was. Terugkomen zou hij waarschijnlijk niet meer doen.

          Naast de tijd die Odette in die betrunkene Katz spendeerde, bracht ze nog steeds het grootste gedeelte van haar tijd in het ziekenhuis door. Ze dacht aan haar werk. Het baantje die ze had toentertijd had gezocht om de droom van haar verloofde Wilhelm toch een beetje in vervulling te kunnen laten gaan én waar ze nu nog altijd werkte. Het redden van levens was iets waar Wilhelm zijn eigen leven voor wou geven. Wilhelm was een schat van een man geweest. Lief, charmant en een echte allemansvriend. Ze had in haar handjes mogen knijpen met een jongen zo als hij. Het deed haar nog altijd verdriet dat hij niet was teruggekeerd uit de oorlog. Na jaren tevergeefs gewacht te hebben was ze de hoop op zijn terugkomt nu wel verloren, maar ze kon simpelweg gewoon niet geloven dat Wilhelm was gesneuveld. Dat ging er bij Odette gewoon niet in. Toch kon ze niet anders dan zich neerleggen bij het feit dat hij niet terug zou komen. De mensen die dichtbij haar stonden hadden haar voorzichtig en met zachte hand opgedragen om ondanks het grote gemis wel verder te gaan met haar leven. Wilhelm had niet gewild dat ze haar hele leven om hem zou blijven rouwen. Waren hun woorden. Ergens hadden ze gelijk gehad, maar Odette dacht niet dat ze dat kon. Tot ze Heinrich opnieuw tegen het lijf was gelopen.
          Ze herinnerde hem nog goed. Zeven jaar geleden was de Duitser binnengebracht met een schotwond in zijn been. Odette had hem verzorgd, waarna hij haar mee uit had gevraagd. Gevleid door het compliment, maar beleefd had ze zijn uitnodiging afgewimpeld. Na zijn ontslag uit het ziekenhuis had Odette verder niet meer aan Heinrich met zijn schotwond gedacht. Het was het moment dat ze die betrunkene Katz binnenstapte dat de herinneringen terugkwamen. En die date kwam er. Odette en Heinrich waren aan de praat geraakt en het had meteen geklikt. Odette had nooit durven denken dat ze ooit iemand tegen zou komen die haar hetzelfde gevoel gaf wat Wilhelm haar eens had gegeven. Ze voelde zicht ontzettend schuldig erdoor, maar die dates waren voor haar één van de enige lichtpuntjes in deze donkere tijden. Toch hield ze de afspraakjes met Heinrich voor nu nog, zo ver het kon, even geheim. Aan de grote klok hing ze het niet. Niet in het café en niet bij haar praatclubje.

          Het zestal vrouwen namen afscheid van elkaar en wenste Eleonore nogmaals heel veel sterkte toe, waarna ze ieder hun eigen kant opgingen. De avond was nog jong en vanavond waren er plannen gemaakt om bij een te komen in die betrunkene Katz. Odette was zeker van plan om te gaan, maar zou op haar weg eerst even langsgaan bij Giovanni Pellegrino, een Italiaan die ze ook door de pokerclub had leren kennen. De jongen had een enorme schotwond in zijn schouder aan de oorlog overgehouden, die maar niet leek te genezen. De jongen had aangegeven erg veel last te hebben, waarop Odette had aangeven dat ze wel kon kijken wat ze voor hem kon betekenen. Nu kwam ze eens in de zoveel tijd bij de Italiaan over te vloer om zijn wond te verzorgen.
          Aangekomen bij het appartement klopte ze op zijn deur. ‘Eindelijk,’ met een grijns en een ongekleed bovenlijf opende Gio de deur. Zijn Italiaanse accent was erg aanwezig. ‘Sorry dat ik zo laat ben,’ verontschuldigde Odette lachend. ‘Het liep wat uit.’ Ze had Gio niet verteld waar ze was geweest, maar hem wel op de hoogte gebracht dat ze nog een andere afspraak had voor ze hem kon opzoeken. Met zijn rechterhand gebaarde Giovanni vervolgens ietwat onhandig naar zijn schouder. ‘Laat mij maar eens kijken.’ Klonk Odette vervolgens serieus en liet haar vingers voorzichtig over de huid rond het litteken glijden. ‘Ik kan mijn arm amper bewegen,’ bromde Gio vervolgens. Het litteken van ruim twintig centimeter bleef indrukwekkend. ‘Hou je voldoende rust zoals ik je opgedragen heb?’ vroeg Odette hem vervolgens streng. Giovanni kennende was dit niet het geval. ‘Je moet je schouder echt wat meer rust gunnen, anders kan het nooit genezen.’ Ze schudde haar hoofd. Waarom moesten mannen zich altijd toch zo uitsloven. Er was niets mis eens in de zoveel tijd rust te nemen, zeker niet als het lichaam daar duidelijk om vroeg. Uit haar tas viste ze een tube met zalf die ze zachtjes op het litteken en de huid eromheen aanbracht. ‘Ik kan niet veel voor je doen helaas, maar dit moet de pijn een beetje verzachten.’ Legde ze de Italiaan uit.* ‘Nou kleed je verder aan, ze wachten op ons!’ ging Odette enthousiaster verder, terwijl ze de tube zalf weer opborg.


    *excuus, ik ben niet echt medisch; geen idee of dit klopt allemaal, maar ik doe alsof (:







    "Remember why you started."

    [ bericht aangepast op 17 jan 2022 - 13:34 ]


    someone out there feels better because you exist

    卐 Heinrich Heydrich Hoffmann ϟϟ
    30 • mason • East-Berlin • at the bar • with Darya

          Paul Schwarz kwam aan in Sachsenhausen in 1943. Voor de uitbreiding van Station Z werden nieuwe leden van de Schultzstaffel naar het kamp onder Berlijn gebracht. Huisvesting liet even op zich wachten en er werd naar een tijdelijke oplossing gezocht. Zo kwam het dat de net afgestudeerde scheikundestudent Paul op Heinrich zijn bank bivakkeerde. Heinrich wilde zo min mogelijk weten over de reden van Paul zijn aanwezigheid in het kamp, maar had daarentegen genoeg interesse in de man zelf. Het duurde niet lang voordat de bank werd ingeruild voor Heinrich zijn bed en het was het lichtpuntje van zijn dag om ‘s avonds Paul welterusten te kunnen kussen.
          Heinrich had altijd al geweten dat hij vroeg of laat in zijn leven een man zou beminnen, maar had zich er nooit slecht of schuldig over gevoeld. Uiteindelijk zou hij een vrouw nemen en trouwen, wat hij in de tussentijd deed waren zijn zaken. Bovendien was het niet alsof zijn collega’s er een net seksleven op na hielden. Er was geen enkele reden voor een interne strijd. Noch voelde Heinrich enige sympathie voor de homoseksuelen die werden gedetineerd in het kamp. Heinrich was niet zoals zij. Hij hield van vrouwen, maar had af en toe de behoefte aan wat afwisseling.
          In de jaren tussen de aanbouw van de gaskamers in 1943 en het einde van de oorlog werd er nooit opgekeken naar Heinrich en zijn goede vriend Paul. Heinrich begon weloverwogen met het organiseren van feestjes in zijn woning. Niemand vond het vreemd dat ruim beschonken Paul in slaap viel op de bank tegen het einde van het feest. Wanneer de feestgangers Heinrich zijn onderkomen verlieten en de gordijnen werden gesloten nam Heinrich Paul mee naar boven voor nog een feestje met zijn twee. En wanneer Heinrich en Paul samen verdwenen met een lokale schoonheid uit het dorp hadden hun getrouwde collega’s alleen maar jongensachtig gelachen. Waarschijnlijk zouden ze zelf graag in hun positie willen staan en willen proeven van de lokale Mädchen. Alleen wisten zij natuurlijk niet dat Heinrich meer oog had voor SS-Unterscharführer  Schwarz dan voor de wisselende blondines tussen hen in.

    Dat het kampleven niet voor iedereen was weggelegd werd maar weer bewezen toen Paul zijn ogen naar mate de tijd vorderde steeds doffer werden. De ambitieuze schittering in zijn blauwgroene irissen was er binnen een jaar af. Paul viel niet onder Heinrich zijn gezag, maar onder die van een andere man. Al die jaren in Sachsenhausen had Heinrich zich zoveel mogelijk buiten de daadwerkelijke vernietiging van gevangenen gehouden. Hij zou het nooit hard op toegegeven hebben, maar hij zag de gedetineerden liever levend dan op een roerloze berg lichamen. Het overzien van de dwangarbeid die de vele soviets moesten verrichten ging hem beter af. Hij had dan ook geen enkele intentie om ooit nog één voet binnen Station Z te zetten als dat niet absoluut noodzakelijk was. Het was een luxe die Paul zich niet kon veroorloven. Het beheren en toepassen van het gifgas Zyklon B viel nu eenmaal onder zijn regiment.
          Een jaar na zijn aankomst begon Paul bij Heinrich te opperen dat hij zich moest laten overplaatsen. Heinrich had de juiste rang, uitstekende beoordelingen en zou zonder twijfel worden beroepen tot Paul zijn meerdere. Op die manier konden ze elke dag samen werken en maakte het Paul zijn leven binnen de moormachine van de Nazi’s iets dragelijker was zijn beredenering. Maar hoe zeer Heinrich ook op zijn goede vriend gesteld was, wilde hij met geen haar op zijn hoofd (of gezicht) die positie innemen. De eerste scheurtjes in hun relatie ontstonden en welke zouden uitgroeien tot het ravijn dat tussen hun in leek te staan aan het einde van de oorlog.
          Heinrich vertrok met de overgebleven gevangenen aan hun dodenmars, terwijl Paul klaar was zichzelf over te geven. Hij was bereid te sterven voor de daden welke hij had verricht, nu het licht al zolang uit zijn ogen was verdwenen. Heinrich deelde dat sentiment niet. De laatste keer dat ze elkaar zagen was achter de barakken die Heinrich al die jaren had overzien. De lucht was helder, de grond nog net vochtig van de ochtenddauw en de meeste gevangenen waren verzameld onder de machinegeweren van de hoofdingang van het kamp. Paul had zijn definitieve besluit genomen en ging niet mee; Heinrich zou niet alleen zijn begeerde woonplaats achterlaten, maar daarmee ook zijn geliefde. Na vluchtig de omgeving te hebben gecontroleerd drukte Heinrich voor de laatste keer zijn lippen op die van de man wie hij 2 lange jaren lief had gehad.

    Het was alsof het lot wist dat Heinrich ruimte moest maken in zijn leven en zijn hart voor een ander, want al moest hij twee jaar op het weerzien wachten, was het uiteindelijk Odette die terugkeerde uit zijn herinneringen naar zijn werkelijkheid. De 4-jaar jongere verpleegster had hij ooit getroffen toen hij in zijn jongere jaren bij de Schultzstaffel werd gerouleerd tussen het kamp en de bezette gebieden. Het front en het overnemen van nieuwe grond was niks voor Heinrich, dat had hij al snel door. De Wehrmacht was belast met het veroveren van grondgebied en de SS met het Judenfrei maken van het nieuwe stukje Derde Rijk.
          Het werk was slordig en onzorgvuldig. Bovendien waren er in Sachsenhausen voornamelijk mannen geweest. De vrouwen waren in de minderheid en kinderen zag hij er amper. Maar in de Ukraine kregen de monsters van morgen hetzelfde lot als de volwassen Joodse bevolking. Heinrich wist dat het nodig was, maar van binnen kon hij het maar moeilijk verkroppen. De nacht na de eerste executies van die kleine telgen die Heinrich overzag heeft hij uren boven de wc in zijn tijdelijke woning gehangen. Hij had gedacht nooit meer iets binnen te kunnen houden en na een paar weken van een ziekelijk ritueel van moorden overdag en overgeven ‘s nachts besloot Heinrich maatregelen te treffen. Bij het binnentrekken van een nieuw dorp, welke chaotisch verliep, schoot Heinrich zichzelf in zijn been. Genoeg gewond om niet verder te kunnen gaan met zijn werkzaamheden, maar niet ernstig genoeg om niets voor het Derde Rijk meer te kunnen betekenen.
          Het was daar in het veldhospitaal waar hij Odette voor het eerst ontmoette. Ze was grappig, kon leuk vertellen en stond in zo’n groot contrast met de afschuwelijkheden die hij de afgelopen tijd had gezien, dat hij opslag weg was van de blondine. Heinrich had haar mee uitgevraagd, maar Odette was niet zo happig geweest. In plaats van een toekomst met Odette op te bouwen herstelde Heinrich en werd hij teruggeplaatst naar Sachsenhausen.
          Ondanks dat Odette hem had afgewezen al die jaren geleden, dacht ze anders over haar besluit nu ze elkaar opnieuw troffen in Berlijn. Heinrich had Odette nooit precies verteld wat hij deed in de Ukraine en achteraf kwam het goed uit. Op dat moment had hij niet willen praten over de afslachtingen door de SS tegenover zo’n optimistische dame en dat was een goede beslissing geweest. Ze hadden nu een paar dates gehad, het voelde goed en toch wilde Heinrich de boot iets afhouden. Het was nog te gevaarlijk om iemand te dichtbij te laten komen, maar het werd steeds moeilijker. Het enige wat hielp was de verlovingsring om Odette haar nek; haar vermiste man Wilhelm stond onzichtbaar tussen hen in zorgde voor een afstand welke Heinrich niet perse heel erg vond. Vroeg of laat zou blijken dat die man van haar gestorven was en zou de klopjacht op hooggeplaatste nazi’s stoppen; als dat moment was aangebroken was Heinrich voornemens om Odette zelf zo’n ring aanbieden die ze nu nog tragisch om haar nek droeg.
          Maar het was niet Paul noch Odette wiens gezelschap Heinrich nu genoot. Naast hem zat nog altijd de Russische Darya, zogenaamde vliegster in het Soviet leger. Snuivend had Heinrich gevraagd of dit het moment was waarop Darya hem een glas wodka aanbood.
    “Nee. Jij zou niet aankunnen.” was haar bitse antwoord, waarna ze één glas wodka bestelde vanGail. Dat is ook zo, communisten doen minder aan delen dan je zou denken.
    Met een zacht tikje had Heinrich de Russische haar neus aangeraakt en haar laten weten dat hij niets over de West-Berlijnse situatie met haar zou delen. De ogen van de vrouw stonden op moord en Heinrich zijn rechter mondhoek schoot iets omhoog. Hij kon genieten van de reactie die hij uit Darya kreeg. Ze was vinnig, maar Heinrich ging er niet vanuit dat ze ook maar één vlieg kwaad deed.
          Precies om die reden dikte Heinrich zijn verhaal nog wat aan door over Aloïsia haar kinderen te beginnen.
    “Laten we niet praten maar over wat gebeurd is door jullie toe doen, Heininka,” sprak Darya op waarschuwende toon.
    Heinrich trok zijn wenkbrauwen op en bracht zijn hoofd iets schuin. Hij had geen spijt, noch voelde hij geen wroeging over de gebeurtenissen onder Hitler zijn regime, maar misschien was het beter om dit onderwerp te laten rusten. En dus knikte Heinrich instemmend. “Laten we daar maar niet over praten, inderdaad.”
          “Ik ben niet verantwoordelijk voor keuzes van mijn leiders. Als ik niet geef, zou ik niet vragen.” Met haar voet tikte Darya tegen de tas die ze eerder bruusk op de grond had gezet. “Eten voor Aloi en kindjes.”
    Heinrich keek naar de tas en moest zijn eerdere gedachtes terugnemen; wellicht dat deze communist wel had geleerd wat delen was. Zelf steunde hij Aloïsia financieel, maar dat was iets waar alleen zij en hijzelf van af wist. Het ging de anderen niets aan.
    “Misschien… misschien moet jij niet vergeten in welk sector jij woont en wie daar het baas is.” Darya liftte haar hand op en gaf Heinrich een zacht klapje op zijn wang. “Voorzichtig.”
    "Kom nou, Dasha,” protesteerde Heinrich. “Ik dacht dat we elkaar aan het plagen waren. Er is geen reden om dingen persoonlijk op te vatten!”
    Heinrich zijn glas was inmiddels leeg, hij stak één vinger op naar Gail en wees vervolgens naar Darya haar glas. Als zij hem geen glaasje wodka aanbood, dan moest hij er zelf maar om vragen.
    “Maar,” Heinrich schoof zijn barkruk wat dichter naar Darya toe. “vergeef mijn nieuwsgierigheid,” hij glimlachte. “wie in deze stad zuig jij af om zulke dreigementen te durven maken?” Vroeg Heinrich de Russische op een zelfde soort toon als hij eerder naar de wodka had gevraagd. Zijn gezicht was volledig in de plooi, maar zijn hart begon net iets sneller te kloppen na het stellen van zijn brutale vraag als het daarvoor had gedaan. De moordende blik in Dasha haar ogen had wellicht toch iets van een indruk achter gelaten.

    〚      Darling, just fucking own it      〛

    Charléne Rosler





          25      ✦      French-German      ✦      Executive secretary      ✦      With Ludovic      ✦      Streets of Berlin die betrunkene Katze


          Samen met Ludovic liep ze zwijgend richting die betrunkene Katze toen hun lange werkdag erop zat. Vanochtend toen ze van huis richting werk ging schemerde het, net zoals nu. Ondertussen was het wel warmer dan dat het vanochtend was.
    De stilte tussen hen verbrak ze door een vraag te stellen. Of hij dacht dat iedereen erbij kon zijn vanavond. Dat zij vrijwel zonder problemen bij de blokkade langs konden door alleen wat geld te geven en lief te lachen, betekende niet dat iedereen dit kon. Charléne hoopte dat Josie en Misha zonder problemen langs de blokkade konden. Beiden waren honderd procent in staat zichzelf te redden bij problemen, daar twijfelde Charléne geen seconde over.
    ‘’‘Laten we het hopen.’’ was het enige antwoord wat ze kreeg. Ze humde even, maar gaf verder geen reactie. Dit hoefde ook niet. Ludo ging verder met praten. Over werk. ‘’Je werkt wel hard de laatste tijd, misschien moet je het voortaan wat rustiger aan doen.’’ De toon van Ludo zijn stem maakte duidelijk dat hij het niet als suggestie bedoelde. En al helemaal niet alsof hij zich zorgen maakte.
          Charléne moest haar best doen om niet te lachen. Even rolde ze met haar ogen. Ze weerhield zichzelf ervan om te antwoorden wat als eerste in haar op kwam. Namelijk: als de enige manier waarop hij nog hogerop klimmen kon was dat zij het ‘rustig aan’ deed, dat dat kort gezegd erbärmlich.
    ‘’Waarom zou ik rustiger aan doen?’’ vroeg ze, haar ogen weer richtende op de straat waarop ze liepen. Geen enkel deel van was bereid om het rustiger aan te doen. De blokkade en de gevolgen die hier aangingen hadden ervoor gezorgd dat ze nóg harder aan het werk was dan dat ze normaliteit al deed. Waar ze normaal haar werk nauwkeurig deed, ging ze er nu nog eens bij langs. Geen fouten waren toegestaan, had ze zichzelf toegesproken.
    Sinds een week begon ze ‘s ochtends een half uur eerder, nog bovenop het normale half uur dat ze al eerder begon, een manier om te zorgen dat alles bij de start van de dag zo soepel mogelijk liep. Haar baas en de andere medewerkers hoefden zo weinig mogelijk te merken van hoefden zo weinig mogelijk te merken van de blokkade op het werk als het aan haar lag. ‘’Ik mag hopen dat jij net zo hard werkt om te zorgen dat alles soepel verloopt.’’ voegde ze er nog aan toe na een korte stilte.
          ‘’Is er vanavond trouwens weer een afterparty bij jouw thuis?’’ Ludo moest lachen. Connard. Zelf vond Charléne niet iets om over te lachen. Alles behalve. Ze was haast opgelucht om die betrunkene Katze te zien naderen vanuit de verte.
    ‘’Dans tes rêves,’’ antwoordde ze, vluchtig overschakelend naar het Frans, voordat ze in het Duits verder sprak. Het was een gewoonte die ze ontwikkeld had toen ze terug uit Frankrijk gekomen was. ‘‘helaas, voor jou, geen afterparty’s meer.’’ Hij was één keer bij haar in bed beland en ze wilde het graag bij die ene keer laten.

          Ze waren aangekomen bij die betrunkene Katze. De achterdeur van het café hield ze open voor Ludo zodat hij rustig de tijd had om binnen te stappen. Vervolgens stapte ze langs hem heen om haar weg te maken richting de bar, verwachtende dat hij haar wel volgde. En anders niet. Er zou vast ander, en bovenal beter, gezelschap aanwezig zijn vanavond. Echter was haar verwachting correct. Ludo was mee gelopen richting de bar. Terwijl ze plaats nam op een van de krukken, trok ze de aandacht van Gail, om een fanta en een whiskey te bestellen. De blondine leek in gezelschap te zijn van haar zus en Charléne was opgelucht om haar zus tenminste aanwezig te zien. Het glas whiskey schoof ze door richting Ludo toen deze eenmaal op de bar voor haar waren verschenen.
    ‘’Waar proosten we op?’’ vroeg ze terwijl ze haar glas fanta op hield om haar glas tegen die van hem te tikken. ‘’Geluk tijdens het pokeren?’’

    Translations:
    Erbärmlich = pathetic
    Connard = jackass
    Dans tes rêves = in your dreams


    Tommi, ich glaub, ich hab' Heimweh. Ich will mal wieder am Rhein stehen.