• Moonlight Falls
    Het stadje Moonlight Falls werd gecreëerd gedurende de eerste wereldoorlog en werd gevestigd in de verre bossen van Virginia. Het stadje werd een zwarte bladzijde uit de geschiedenis gezien de vele, onopgeloste moorden en vermisten die door de stad zijn opgegeven. Moonlight Falls wist zich echter te herpakken en een nieuwe plek in de samenleving te veroveren. Nu, jaren later, begint alles echter opnieuw. Onopgeloste moorden, verdwijningen, ontvoeringen en een dood spoor.

    Uitleg
    Zoals te verwachten viel zijn het niet zomaar 'mensen' die achter dit alles zitten. Het zijn een soort 'onsterfelijken'. Geen vampiers, zoals je zou vermoeden. De meesten zijn gebeten, anderen zijn zo geboren. Onsterfelijken groeien tot een bepaalde leeftijd waarna ze steeds vaker en meer naar bloed beginnen te snakken. Na een periode is dat alles waarmee ze zich nog kunnen voeden, en merken ze hun verandering pas echt op. Velen zijn sneller, sterker, knapper, intelligenter en noem zo maar op. Ze hoeven echter niet oorspronkelijke Moonlight Falls'ers te zijn. Vaak verhuizen zij pas na hun verandering naar Moonlight Falls omdat het stadje iets vertrouwds heeft voor hen. Naast dat de meeste onsterfelijken zo geboren worden, kun je ook een onsterfelijke worden doormiddel van een beet. Een onsterfelijke heeft een soort gif dat een roes met zich meebrengt. Als de roes lang genoeg duurt, verspreid het gif zich door het lichaam en zet dat uiteindelijk de stofwisseling stil. In die periode ontwikkelen zich dan uiteraard ook de andere kenmerken. Onsterfelijken zijn te herkennen aan hun bloeddorst, aparte oogkleuren en hun vorm van leven. Ze zijn te doden met vuur, een staak door hun hart en onthoofding. Je kunt ze echter ook enorm verwonden met heilige voorwerpen.

    Regels
    Ik wil geen Mary Sue's, of mensen die zich overal uit redden. Zelfs onsterfelijken zijn niet perfect. Daarnaast zoek ik mensen die meer dan vijftien regels per post typen en niet te vaak off-topic gaan. Ervaren rpg'ers die weten hoe ze in teamverband moeten spelen in plaats van enkel 'jongen x meisje'.
    Onthoud dat mensen naast quizlet een leven hebben en niet 24/7 reacties schrijven. Post dan ook niet te veel, dat is vervelend voor de mensen die niet zo vaak op de computer kunnen. Verdere regels lijken me duidelijk, niet?



    Rollen
    Onsterfelijken:
    Chyra Amycah Mansley - Leave
    Rose Annabeth Clifford Gipsy
    Jade 'Icy' Mearon - Noxious

    Max Noah Hunter - Bagoly
    Ryder Jason Fuller - Tortura
    Louis Vorigan Xavier Wallister - Flitwick
    Jayy Kilian Von Monroe - Lamebrain


    Kenner van de onsterfelijken (kan zowel jager als iemand die er één wil worden zijn. Wees creatief.)
    Finn Oliver Parks - Realist
    Matt Graham - Gipsy

    Cristina Evangelina Melendez - Daemon
    Patience Cassia Phillips - Tortura


    Overige mensen:
    Hennah Oliva Skyse - Realist
    Kaitlyn Maria Reid - Bagoly

    [ bericht aangepast op 28 okt 2012 - 14:46 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Flashback O2 – Ryder Jason Fuller

    De wind klonk uitermate beangstigend op deze duistere nacht, die buitengewoon triest voor enkele mensen was. Al waren er nog een paar dat geen mensen waren, maar meer wat je kon schepsels noemen. Vampiers, wezens die te kampen hadden met de vloek van bloeddorst en die in mythes, verhalen en dergelijke bekend stonden als kil. Zonder enig gevoel. Onsterfelijken werden ze nu genoemd.
    Nu wist ik tot nog toe niet hoe ik daarmee om moest gaan, want het was alles behalve waar. Niet dat de verhalen niet gelijk hadden, want Onsterfelijken hadden de gave om hun gevoelens inderdaad uit te zetten, het knopje om te slaan en mensen een nachtmerrie te bezorgen. Hoewel die nachtmerrie echt was en absoluut geen droom, zoals ze dat waarschijnlijk gewild hadden. Ik weet dat datgene waar is, want in mijn eerdere dagen had ik dat gedaan. Daar ben ik nog altijd niet overheen gekomen. Desondanks was het ook waar dat, als je het niet goed kon handelen, Onsterfelijken emoties drie keer zo erg voelden – kwaad, wellust, wraakgevoelens, liefde, verdriet… Dat was misschien ook de reden dat we ons afsloten van dat alles, vooral van de liefde, want daarvan kwam verdriet en hartenpijn. Wanneer schepsels dat kregen, zullen wij dat erger mee maken dan een mens.

    Nero…’ Hoewel de vrouwelijke stem aangenaam en zacht klonk, kon je duidelijk horen hoe er een toon van schuld in te vinden was. Het was dan ook haar schuld, zo was ik tot hedendaags nog steeds van mening. Haar lange, bruine lokken speelden in de wind met elkaar, die met de minuut lawaaiiger werd. Op een gegeven moment bulderde het ook zo hard dat het in een mensenhuid zou kunnen snijden, zo koud en hard ging het eraan toe. Het leek wel alsof de natuurgoden het wisten, dat er iets ergs gebeurd was wat mij emotioneel onstabiel en ellendig maakte, waardoor ik nu de afstandelijke, geheimzinnige-ik was geworden.
    Een man van middelbare leeftijd, zo leek het, stond een paar meter verderop dan de dame die net zijn naam had uitgesproken. Hij had donkerbruin haar die flink door de war zat, vanwege het weer, maar het leek hem niet veel te deren. Zijn gezichtsuitdrukking stond kil en in zijn blauwgrijze ogen zag je geen enkele emotie. Het leek wel alsof hij er geen had, wat natuurlijk kwam doordat het een Vampier was. De mysterieuze sfeer rondom hem scheen dat ook te vertellen, alsof hij dat expres kwijt wilde. Het zou me niet verbazen in elk geval, het was een machtig man die graag schrik aan wilde jagen.
    Toen hij zijn naam hoorde, wat betwijfelend niet zijn echte naam was, verroerde hij nog altijd geen vinger. Niemand wist zijn echte naam, het was net zo’n mysterie als de man zelf was. Zijn emotieloze poelen waren op de grote schuur gericht, waar velen hooibalen lagen en bovendien de familieleden van een jonge man. De rode vloeistof wat je bloed kunt noemen, was gemakkelijk te zien en zelfs op die afstand dat ze stonden te ruiken, die verrukkelijke geur waar Vampiers door aangetrokken werden. Het bloed stroomde uit hun nekken, borst en armen. Ze baadde erin, terwijl ik er levenloos en huilend naast zat. Ja, het waren mijn familieleden, mijn ouders en dierbaren. Het huilen van de wind klonk als een echo van mijn eigen huilen, wat ik schokkend en wel op de grond deed. Alles was erger geworden, veel erger.

    ‘Hm,’ humde hij, ten teken dat de vrouw verder mocht praten. Het was duidelijk dat hij de leider was van de groep, de groep die mijn privacy ingekomen was en mijn familie leeg had gedronken alsof het niets meer dan een drankje was. Voetstappen klonken door het mossige gras. Het was net klaar met regenen en er waren grote modderige poelen gevormd, terwijl het geluid van de vrouw af kwam. Nu stond zij naast hem, de man die als standbeeld kon dienen, zo stil stond hij.
    ‘Dit was niet de bedoeling, Nero.’ Ze had het gezegd, zo goed en duidelijk mogelijk. Toch kon ze niets aan de toon van kritiek doen. Het schuldbeladen deel was ook gemakkelijk te horen, zeker in de oren van Nero, die zich erop getraind had zowat om die dingen te bemerken. Dit keer kwam hij wel in bewegen, waarbij hij eerst een aantal keer ongelovig met zijn ogen knipperde. Vervolgens hief hij zijn mannelijke hand op richting zijn gezicht, waar hij zijn kin vastpakte en iets over zijn korte baardje wreef.
    ‘Draai er niet om heen,’ Een bedenkelijke blik dwaalde door zijn eens zo harde, ongevoelige ogen. ‘Zeg me direct wat je punt is, Elizabeth.’ Nero zijn stem was zwaar en daarbij lichtelijk rauw, wat kwam door het pijp roken. De vrouw die dit mogelijk had gemaakt was Elizabeth, inderdaad de vriendin die ik vroeger had, maar die nu echter mijn leven had verpest. Alhoewel zij dat natuurlijk niet erkende, de schijnheilige onschuld zelve. Een beledigend gesnuif kwam er kort bij haar vandaan, voor zij antwoord gaf. ‘Zijn familie mocht niet dood, hij houdt van hen. Je kon hem dit niet aan doen! Dat was niet onze deal.’ In haar stem klonk het nadrukkelijk hoe ze hem ervan verweet dat dit gebeurde, terwijl haar stem met het woord dat ze uitsprak harder klonk. Nero leek alles behalve onder de indruk te zijn, wat hij graag liet merken aan de korte, spottende lach die hij liet horen. Zijn arm had hij ondertussen weer naast zich laten dwalen, waarna hij zijn gezicht iets kantelde jegens haar.
    ‘Jij wilde hem, dát was onze deal. Je had niets erbij vermeld, het enige dat jij kenbaar had gemaakt, was dat jij hem wilde. Niemand anders mocht hem hebben.’ Bracht hij koud uit, een botte ondertoon, waarbij er toch een scheef grijnsje op zijn lippen begon te dwalen. Het was wel glashelder voor hem dat deze vrouw een nogal bezittend dametje was als het op Zachariah aan kwam. Elizabeth had hierdoor een uiterst kwade blik in haar ogen gekregen. Hard beet ze op haar onderlip voordat zij zich helemaal naar hem omdraaide en haar mond opende.
    ‘Weet je wel wat je überhaupt hebt aan gericht?’ bitste ze. Haar slanke vinger vond zich een weg naar zijn gespierde borstkas, waar zij dan ook een paar keer in prikte, terwijl haar ogen vuur spoten. ‘Hij heeft niemand nu en dan nog maar te zwijgen over hoeveel pijn hij nu moet voelen. Kijk naar hem! Je weet zelf toch wel dat het niet mijn bedoeling was? Dat noemt zich een leider…’ Nero zijn ogen werden donkerder gedurende haar woorden, wat ook mede kwam door het geprik in zijn borstkas. Hij volgde haar woorden ook niet, nam haar bevel niet op om naar Zachariah te kijken, maar in plaats daarvan nam hij snel haar hand vast.
    ‘Laat ik het in gemakkelijke woorden zeggen die zelfs jij kunt begrijpen, Elizabeth,’ sprak hij koud. ‘We hadden een deal: jij wilde hem en in ruil daarvoor neem jij plaats in mijn groep. Je hebt hem gekregen, wat betekend dat jij nu van mij bent. As simple as that.’ Hard kneep hij nog in haar hand, maar liet hierop los en liep met flinke passen van haar weg. Zijn tanden waren op elkaar geklemd en zijn ogen stonden nog killer dan anders. Elizabeth keek hem hulpeloos en nogal verslagen achterna. Het duurde echter niet lang of zij rende door het zompige gras en de modderpoelen naar de schuur, waar ik nog zat te huilen alsof ik een klein kind was. Dit was erger, veel erger en het kon nooit meer goed gemaakt worden.

    [Ik ben nog niet helemaal klaar. Het begint al wel op een einde te komen, maar er komt nog iets aan...]

    [ bericht aangepast op 22 feb 2013 - 21:21 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Max Noah Hunter
    ’It’s my pleasure to meet you, mijnheer Max,’ sprak ze terwijl mijn hand nog altijd pijnlijk brandde in mijn zak. Ik wist niet eens dat het zo algemeen bekend was dat wij onsterfelijken moeite hadden met Vervain. Ik knikte enkel, niet in staat om iets uit te brengen zonder dat mijn stem schor zou klinken. Nu moest ik eerst een momentje voor mezelf nemen, natuurlijk had ik een hoge pijngrens, maar dit was gewoon gemeen. Snel kwam ik met het smoesje van mijn grootmoeder. Cassia leek daar wel in te trappen, aangezien ze een glimlachje over haar lippen liet glijden en vroeg wat mijn grootmoeder nog meer voor karaktereigenschappen had, buiten het feit dat ze lief was. Ik grinnikte even terwijl mijn hersenen op volle toeren draaide om zo snel en zo veel mogelijk leugens te bedenken. Net toen ik wel een redelijk geloofwaardig en mooi in elkaar gestoken verhaal had, begon Cassia weer te spreken.
    ‘Weet u wat mijn naam betekend? “Kaneel”, houdt u van… kaneel, meneer? Wat is uw smaak?’ Er was iets aan de toon waarop ze het zei, ik kon er alleen de vinger niet op leggen. Ik genoot er wel degelijk van dat ze me zo beleefd aansprak, maar ze leek me tegelijkertijd haast wel te… is “plagen” hier het goede woord? In ieder geval, ik kantelde mijn hoofd en fronste mijn wenkbrauwen iets. Nog nooit waren mijn slachtoffers zulke uitdagingen geweest.
    Terwijl ze haar arm door de kromming van mijn arm liet glijden schudde ik zacht mijn hoofd. ‘Nee, my lady, ik ben eigenlijk niet zo’n fan van kaneel. Ik prefereer de zoete smaak van bijvoorbeeld suiker.’ Of bloed, maar dat kon ik er natuurlijk niet bij zeggen. Heel even had ik de neiging om dat wel te doen, puur om haar reactie te kunnen aanschouwen, maar ik deed het niet. Dan zou het spel nu al afgelopen zijn en dat wilde ik niet. Deze jacht was leuk en ik wilde er dan ook zo lang mogelijk van genieten. Bovendien zou ik dan mijn dekmantel verraden en ik moest voorzichtig zijn, anders zou ik wellicht nog meer pijn gaan voelen dan enkel de nog altijd brandende hand in mijn zak. Hoelang zou dat nog duren? Mijn wonden genazen normaal gesproken heel snel, maar Vervain was sterker dan wat dan ook.
    Ik had nu nog over mijn grootmoeder kunnen beginnen, maar liet ook dat achterwege. Cassia leek er al niet meer aan te denken en ik zou dom zijn als ik verder zou praten over leugens. Zwijgen was beter dan liegen. Daarom zei ik alleen dat ik hoopte dat ik haar vertrouwen genoeg had gewonnen om haar naar huis te kunnen begeleiden.
    ‘U hebt gelijk, Max,’ was haar uiteindelijke antwoord. ‘Het is al laat en waarom zou ik een charmante man als u afslaan?’ Daar had ze een punt, dacht ik met een zelfingenomen grijns. Daarna begon ze over allerlei dingen te praten en kon ik er maar heel af en toe tussen komen. Ik genoot er wel van, het leek haast alsof ze zich op haar gemak voelde zo. Bovendien genoot ik van het geluid van haar stem en ook al was ik nog altijd benieuwd naar het boek wat zij gekocht had, vond ik het prima dat ze nu over koetjes en kalven lulde. Nu stelde ze tenminste niet van die moeilijke vragen aan mij.
    Toen we bij haar huis waren aangekomen had ik mijn hand arm al uitgestoken om de poort te openen, maar ze was me voor waardoor ik mijn arm maar langs mijn lichaam liet hangen. Dit was natuurlijk niet de arm waarmee ik ook haar hand had geschud, ik wist dat daar namelijk nog steeds een rode plek te zien was op mijn hand van de Vervain. Geloof me, ik had wel de nodige ervaring met dat kruid. Helaas.
    ‘Nogmaals bedankt, meneer Hunter. Het is inderdaad veel veiliger met u erbij, zo voel ik me ook.’ Ik glimlachte breed en schudde mijn hoofd.
    ‘Ach, ik heb graag dames voor ze dames in nood zijn,’ grinnikte ik en hield mijn mond toen ze alweer verder sprak. Hoewel het me eerder een genoegen was om naar haar te kunnen luisteren, begon ik me nu langzamerhand wel te irriteren aan haar gepraat. Het was de bedoeling dat ik haar in zou palmen, niet andersom. Cassia liet mijn arm los en scheen blijkbaar nog steeds niet uitgesproken te zijn. Het is dat ze zo vreselijk lekker was, zowel in de letterlijke als de figuurlijke trant van het woord.
    ‘U bent vast erg geliefd bij de dames, mijnheer,’ glimlachte ze waarnaar ze zich iets omdraaide en de deur opende. Dit zou het moment van de waarheid zijn.
    ‘Nou zo zou ik het zelf niet willen stellen,’ antwoordde ik quasi-bescheiden en schoot in een kleine lachbui. Ik en bescheden? Ja, daar kon ik de humor dan wel weer van in zien.
    ‘Pardon, dat was ongepast.’ ‘Zeg, Max, ik zou u graag beter willen leren kennen. Zou u binnen willen komen? Als u dat wilt tenminste, het is al behoorlijk laat.’ Ik maakte een zuchtend geluid en deed alsof ik er even over na moest denken, al wist ik het antwoord natuurlijk direct. Bovendien had ze de deur al uitnodigend geopend waardoor ik eigenlijk niet eens meer zou kunnen weigeren.
    ‘Wel nu, vooruit, wat kan het voor kwaad? Ik heb geen verplichtingen morgen dus het is onnodig voor mij om op tijd mijn bed in te duiken. Daarnaast kan ik zo’n beleefde uitnodiging niet weigeren. Dat zou onbeleefd zijn, niet waar?’ glimlachte ik terwijl ik, ondanks dat ze nog altijd uitnodigend voor de deur stond, haar voor liet gaan en daarna pas achter haar aan naar binnen liep.
    ‘U woont wel redelijk verwijderd van de rest, het is maar goed dat ik met u ben meegelopen. Een mooie, jonge vrouw zoals u loopt hier echt veel gevaar. Een makkelijk prooi.’ Bijna te makkelijk, dit was te mooi om waard te zijn. Ik kon hier alles met haar doen wat ik wilde en hoe hard ze ook zou gillen, niemand zou haar horen. Wanneer ik hier aan dacht, gleed er een brede, bijna sadistische grijns over mijn gezicht. Maar net alsof het me wilde waarschuwen, begon de Vervain weer aardig te branden. Direct balde ik mijn hand weer even tot een vuist waarna ik hem toch uit mijn zak haalde, anders zou het opvallen dat mijn hand er echt te lang in had gezeten.
    ‘Maar buiten dat woont u wel in een vreselijk gezellig huis. Leuk ingericht, heeft u dat zelf gedaan?’ Ik liep de woonkamer binnen, maar bleef daar wel staan. Het was niet gepast om zomaar ergens te gaan zitten. In plaats daarvan keek ik de kamer maar rond en liet mijn vingers over de stof van de bank glijden terwijl ik naar de kast keek en de planken af ging om te zien of ik ergens het potje Vervain zag staan. Als dat zo was had ik het in mijn zak kunnen laten glijden, dan zou ze me daar in ieder geval niet meer mee kunnen verwonden. Helaas zag ik het niet staan en draaide me daarom terug naar Cassia om op het antwoord van mijn vraag te wachten.


    everything, in time

    Ryder Jason Fuller, onsterfelijke.

    Doordat ik zo diep in mijn gedachten was verzonken, de herinneringen die ik liever vergeten had, was het niet tot me doorgedrongen dat het alweer licht was geworden ondertussen. Elizabeth had beter vergeten moeten worden, ik wilde niet meer aan haar denken: de vrouw die ik eigenlijk mijn onvoorwaardelijke liefde had toe beloofd.
    Ze sloeg me hard in mijn gezicht door zo te doen, dit… gedrocht van mij te maken en jaren rond te laten dwalen. Alleen, hongerig en naar mezelf zoekend. Hierdoor wist ik niet meer wie ik was, ik was zo vaak van naam en karakter veranderd dat ik niet eens meer herinnerde hoe ik vroeger deed.

    Zonder er nog iets over na te denken, stond ik op en deed mijn handen in mijn broekzakken. Mijn blik was op de zandbruine grond in het bos gericht en het bankje waar ik op zat, liet ik achter me. Omkijken deed ik niet en met langzame, bijna trage passen, liep ik maar wat rond. Wat moet ik nu doen? Ik heb zo’n honger, maar ik was in een roest vannacht door de flashbacks.
    Op een gegeven moment kwam ik bedenkelijk en diep zuchtend op het plein terecht, waar de winkels waren en mensen in het vroege ochtendlicht rondliepen. Van jong naar oud, dun en dik, hoewel de meeste toch wel ertussen zweefden, en van kort naar lang. Mijn blik liet ik over de verschillende mensen glijden, terwijl ik me toch weer op mijn honger richtte, dat moest en zou gestild worden. Totdat ik een wel erg bekend gezicht zag, dat ik herkende als Kaitlyn. De prachtige vrouwe die ik gisteravond nog bezocht had, die niet in onsterfelijken geloofde en me voor gek uitmaakte…
    Toch liep ik naar haar toe en liet een klein charmant glimlachje op mijn lippen afspelen wanneer ik bij haar aan kwam. Zacht tikte ik haar aan op de schouder, waarna ik voor haar ging staan. Volgens mij was ze op weg om enkele boodschappen in te slaan, daar wilde ik haar wel mee helpen. Ik was allang opgelucht dat de hypnose werkte, ze was veel te interessant om zomaar door mijn vingers te laten glippen. Bovendien was ik mijn vioolkoffer vergeten toen ik haar achterna zat, die moest ik nog terug krijgen.
    ‘Vrouwe Kaitlyn,’ begon ik, ‘Gaat u boodschappen doen? Daar wil ik u graag mee helpen, waarna ik u misschien mee terug naar huis kan begeleiden. Weet u, vanwege de gezelligheid was ik helemaal vergeten mijn vioolkoffer mee te nemen.’ Sprak ik, een licht charmante toon erin verworven.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Kaitlyn Maria Reid
    De ochtend erna verliep langzaam. Ik was moe, maar kon me niet herinneren dat de avond met Ryder zo vermoeiend was. We hadden immers alleen gepraat en Ryder had wat muziek gespeeld, meer niet. Ik stond op en boog mijn rug even zodat deze kraakte. De bank waar ik op had geslapen was overduidelijk niet gemaakt om lang op te liggen. Ik begreep ook echt niet waarom ik niet eens de moeite nam om naar boven te lopen. Naast de stoel tegen over de bank stond een koffer en het duurde even voor ik me realiseerde dat dit Ryders vioolkoffer was. Ik baalde niet dat hij het had laten staan, integendeel, nu moesten we elkaar wel nog eens ontmoeten. Helaas had ik geen idee hoe ik hem moest bereiken.
    Voor ik naar boven liep, ruimde ik de laatste spullen van de avond ervoor bij elkaar om ze op te ruimen. Daarna ging ik douchen. Veel tijd zou ik vandaag niet aan mijn uiterlijk besteden. Het was dan ook daarom dat ik, zodra ik een strakke spijkerbroek en een oversized shirt met rode strepen aan had getrokken, mijn haar op een simpele en vluchtige manier in een paardenstaart had gedaan. Zelfs de make-up liet ik achterwege, er was niemand voor wie ik er goed uit moest zien en hoewel ik wel van plan was boodschappen te gaan doen, kon het me niets schelen hoe de mensen in de winkels over me dachten. Ik was toch al een beetje een buitenstaander omdat ik zo mensenschuw was.
    Eenmaal beneden werkte ik snel een bakje muesli naar binnen, poetste vervolgens mijn tanden en trok mijn schoenen aan. Hierop volgde mijn jas, tas en een extra tas voor de boodschappen. Mijn wandeling naar het winkelcentrum kon beginnen. De koude wind van de herfst kwam me tegemoet en zorgde voor een kleine rilling langs mijn rug, maar zodra ik eenmaal in beweging was, viel de kou mee.
    Het was al druk op het plein, ondanks het feit dat het zo vroeg was. De winkels waren misschien net een halfuur tot drie kwartier open. Ik stond op het punt een van de winkels binnen te lopen wanneer ik op mijn schouder getikt werd. Ik wilde me omdraaien om te kijken wie het was, maar zodra ik mijn hoofd gedraaid had, liep de gestalte me al voorbij zodat ik weer terug moest draaien en recht in de ogen van Ryder keek. Of eigenlijk keek ik tegen de strakke kaaklijn, pas toen ik mijn hoofd iets kantelde keek ik in zijn ogen. Direct begon ik allerlei vloeken over mezelf uit te spreken. Ik had vanochtend wel degelijk meer tijd moeten besteden aan mijn uiterlijk en verschijning. Nu liep ik erbij als een slons. Ik mocht niet vergeten om over de vioolkoffer te beginnen, wat een toeval dat we elkaar zo weer tegen het lijf liepen.
    'Vrouwe Kaitlyn,' begon hij met praten en mijn hart smolt gelijk weer bij het horen van zijn stem. Zo mannelijk, volwassen. Tegelijkertijd liet hij me echter klein, jong en onervaren voelen. Alsof ik net nieuw was in deze wereld. 'Gaat u boodschappen doen? Daar wil ik u graag mee helpen, waarna ik u misschien mee terug naar huis kan begeleiden. Weet u, vanwege de gezelligheid was ik helemaal vergeten mijn
    vioolkoffer mee te nemen.' Oh, hij begon er zelf al over. Ik knikte en zette een glimlach op terwijl ik een grijns moest onderdrukken. Hij vond het gezellig!
    'Graag, meneer. Ik zou het fijn vinden als u me zou vergezellen.' Ik kon het niet helpen, zijn beleefde, charmante toon was aanstekelijk. Hij zag er ook weer even prachtig uit als altijd. Of in ieder geval als de eerste en tevens ook de laatste keer dat ik hem zag.
    Uit de stapel nam ik een boodschappen mand en hing deze over mijn arm. Ik wist dat Ryder me toch wel zou volgen aangezien hij vroeg of hij me mocht helpen. Ik voelde me vereerd dat hij met mij door een winkelcentrum durfde te lopen, terwijl de meesten me er zouden vermijden. Sowieso gaf het nu al helemaal veel bekijks. Ryder was een man die, naar mijn idee, veel vrouwelijke aandacht kreeg en zo ook hier in de supermarkt. Het kon ook niet anders met zo'n uiterlijk. Zelfs zijn mate van charmes sprong er vanaf.
    'Uw koffer,' praatte ik verder terwijl ik mijn ogen langs het rek met groenten liet glijden - ah crap, boodschappenlijs vergeten, 'staat nog veilig naast de stoel, waar u hem heeft laten staan. Ik heb hem niet aangeraakt. Het lijkt mij inderdaad een verstandig idee als u deze zelf komt ophalen, aangezien het u nogal dierbaar is. Daarnaast ben u altijd welkom.' Ik haalde mijn ogen van het rek af om hem nu een charmante glimlach toe te werpen. Hierbij deed ik mijn uiterste best om niet te blozen, wat nog een hele uitdaging bleek te zijn.


    everything, in time

    Sowwy! I couldn't help it! D: I was busy writing en opeens kwam ik op dit aantal uit. I hope you don't mind or else I'll start deleting. :].
    Je hoeft trouwens echt niet zo'n aantal terug te schrijven hoor! Het is ook heel wat en ik kijk je er niet op aan, haha.

    Ryder Jason Fuller

    Net toen ze zich om wilde draaien om te kijken wie haar aan getikt had, liep ik al voor haar en kwam charmant tot stilstand, wat vooral de glimlach op mijn lippen liet merken. In haar bijzijn liet ze me dat ronduit doen, terwijl het me over het algemeen zelfs ongemakkelijk liet voelen als ik iemand probeerde te versieren. In al die jaren vond ik het nog altijd onnodig om dat bij mensen te doen, het deed me gewoonweg niets, maar nu leek het wel bijna nodig te zijn. Ik weet ook wel dat ik anders geen bloed van haar kan krijgen, ze zou me eerst moeten vertrouwen voordat ik mijn tanden in haar nek kan zetten.
    Oh, dat geweldige bloed, alleen al eraan denken maakte me nog hongeriger! Dit is oneerlijk, ze zag eruit om op te eten en ik moet toch eerlijk toegeven dat ze zelfs zonder make-up prachtig was. Dan had ik het wel niet hardop vermeld, maar ze zou al blij moeten zijn dat ik eraan dacht, aangezien ik dat echt niet zomaar over iemand zeg of denk.
    Wanneer ze haar hoofd kantelde, gniffelde ik iets, aangezien ze me nu wel in mijn ogen aankeek. Hoewel ik ook wel langer was dan het kleine, jonge vrouwtje voor me, veel langer. Ze leek wel een porseleinen popje, nog steeds na gisteravond en ergens vroeg ik me af hoe ze geslapen had. Op de bank slapen leek me nu niet echt lekker, maar ik had niet verder gedacht, omdat ik snel weg wilde zijn. Daarbij was ik dus ook mijn vioolkoffer vergeten, die was ik dus nog geen enkele keer kwijt geweest. Ik wilde haar in eerste instantie in haar warme bed leggen, de dekens over haar heen draperen en instoppen alsof ze een klein kind was over wie ik me moest ontfermen, maar dat zou ook te zwakhartig zijn. Ik moest me niet zo laten kennen, de koud hartige Ryder.
    Toen ik begon te praten, dwaalt mijn blik op datzelfde moment over haar heen. Ze had een strakke spijkerbroek aan en onder haar jas zag ik nog een klein deel van haar shirt vandaan komen, welke rode strepen had. Haar haar was op een simpele manier in een paardenstaart afgedaan, waardoor haar ogen iets beter uitkwamen. Ze had dan ook een open aanblik gekregen door dit, wat ik alles behalve erg vond en zelfs wat prettig. Hierdoor merkte ik eveneens op dat ze geen make-up op had gedaan, maar daar hield ik toch al niet zo erg van bij vrouwen. Vroeger zag je hen ook niet helemaal volgesmeerd met die rotzooi, waren ze natuurlijker.
    Kaitlyn knikte, zette een glimlach op en opende haar mond om er enkele woorden uit te laten. Haar zachte, vrouwelijke stem liet mijn lippen opnieuw om krullen, al moest ik de macabere grijns onderdrukken, want meestal wanneer ik mijn lippen omkrulden, was het toen ik mijn honger aan het voldoen was. Misschien was ik ook niet helemaal thuis in het ‘flirten om zo je zin te krijgen’, iets wat Max wel regelmatig aangenaam leek te vinden. Waar was hij hedendaags trouwens? Hem heb ik al enkele jaren niet gezien en ik vind het maar blij toe dat hij Elizabeth niet kent, als ik hem op zijn woord moet geloven.
    ‘Graag, meneer. Ik zou het fijn vinden als u me zou vergezellen.’ Gelukkig had ik geen slaap nodig, het was niet één van de behoeften die ik tevreden moest stellen nu. Desondanks dat ik soms natuurlijk wel rust moest houden, ik ben geen superman of iets dergelijks wat ze tegenwoordig hebben. In plaats daarvan had ik meer honger en om dat te stillen, moest ik vreselijke dingen doen, iets waarvan ik mezelf nog altijd om haatte. Het is een groot woord, maar als je een wezen van de nacht zoals ik ben geworden, zou je het snappen. Haat is zelfs nog zacht uitgedrukt, ik veracht mezelf. Het monster in mezelf heeft me met de jaren overgenomen, waardoor ik mezelf nu zo zie. Het is zo erg dat ik mezelf geen goede dingen meer toewens en iedereen vervloek, vooral Elizabeth. Hopelijk zie ik haar nooit meer… maar wanneer het wel zo is, weet ik van mezelf dat ik haar nog steeds geen kwaad kan doen.
    Ondertussen zijn we al de supermarkt ingelopen, neemt Kaitlyn een boodschappen mand, welke ze over haar arm hangt en ik volg bedachtzaam haar handelingen. De vrouwelijke aandacht die ik scheen te krijgen, merkte ik werkelijk niet op. Daar deed ik mijn best ook niet voor en het maakte me niets uit, tenzij ik het kon gebruiken ergens voor. Nu was dat niet het geval. ‘Uw koffer,’ praatte zij verder, terwijl haar ogen langs het rek met groenten liet glijden. Met een nieuwsgierige blik keek ik naar haar. ‘staat nog veilig naast de stoel, waar u hem heeft laten staan. Ik heb hem niet aangeraakt. Het lijkt mij inderdaad een verstandig idee als u deze zelf komt ophalen, aangezien het u nogal dierbaar is. Daarnaast ben u altijd welkom.’
    Nu wierp ze me een charmante glimlach toe en er kwam een hele lichte blos op haar wangen, die bijna niet op te merken was en waar ik geen aandacht aan gaf. Toen ik mijn gedachten weer de vrije loop liet gaan, was mijn emotieloze gedaante weer terug gekomen, waardoor de charmante grijns van mijn lippen was verdwenen. Nu moest ik die dus heel snel terug toveren, wat ik toen ook deed, wel met een klein beetje moeite omdat het zo snel kwam.
    ‘Wel, ik zou u niet willen storen als het niet nodig is, madame,’ sprak ik weer op die charmante, beleefde toon, alsof het appeltje eitje was. De boodschappen mand nam ik van haar over en grinnikte er iets bij. ‘Wie weet wat er allemaal in uw mooie hoofd omgaat, dan wil ik u absoluut niet tot last zijn.’ Een paar dames liepen langs en keken vreemd naar ons, of de groenten, ik weet het niet want ik lette er niet op, aangezien mijn blik immers op Kaitlyn lag. ‘Wat heeft u allemaal nog nodig? Dan zal ik dat alvast voor u pakken –’ Vervolgens hield ik op met praten en likte met mijn tong genoeglijk over mijn lippen, alsof ik aan iets vermakelijks dacht. ‘Nee, laten we er maar langer samen over doen. Ik wil graag wat meer tijd met u door brengen namelijk.’

    [ bericht aangepast op 17 maart 2013 - 23:54 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Oh daar heb ik helemaal geen problemen mee hoor! *O*

    Kaitlyn Maria Reid
    Mijn glimlach verdween lichtelijk toen ik zag hoe hij niet terug glimlachte, maar in gedachten verzonken leek te zijn. Had ik soms iets verkeerds gezegd? Snel ging ik in mijn hoofd alle woorden na die ik had gezegd, maar ik kon werkelijk waar niet bedenken welke woorden hem dan precies beledigd hadden. Toen echter de charmante grijns weer terugkwam, kon ik opgelucht ademhalen. Er was dus niets mis. Bijna had ik willen vragen of alles wel goed was, maar het waren mijn zaken niet en bovendien stonden we in de supermarkt. Niet echt de ideale plek om eventuele problemen te bespreken.
    'Wel, ik zou u niet willen storen als het niet nodig is, madame.' Oh, hij had me ieder moment van de dag - of nacht mogen storen. Hij nam de boodschappenmand zonder ernaar te vragen van mijn arm af om hem zelf vast te houden en grinnikte er iets bij. Zacht lachend schudde ik mijn hoofd, wat een heer! Ik nam niet eens de moeite om te protesteren, maar genoot ervan dat iemand het van me overnam. Luke deed dat nooit. Het was al zeldzaam als hij überhaupt mee boodschappen ging doen en als hij dat dan eens deed, nam hij nooit het wagentje of het mandje. Dat was vrouwenwerk. Boodschappen doen was vrouwenwerk. Het leek wel alsof Luke uit een eerder tijdperk kwam. Nu had ik dat idee ook af en toe bij Ryder, maar hij kwam dan toch uit een stuk leuker tijdperk. Een waarin vrouwen wel degelijk gerespecteerd werden, waarin ze zelfs het hof werden gemaakt. Of misschien was het alleen Ryder die zo vreselijk charmant kon zijn.
    'Wie weet wat er allemaal in uw mooie hoofd omgaat, dan wil ik u absoluut niet tot last zijn.' Ik zei al, hij is me nooit to- wacht wat, mijn mooie hoofd? Onopvallend beet ik op de binnenkant van mijn wangen, dit om niet stom te gaan grijnzen. Ik wist dat Ryder naar mij keek en omdat ik het op dit moment niet aankon om hem terug aan te kijken, keek ik naar voren. Hierdoor zag ik de twee voorbij lopende dames wel. Ik herkende hen ook, het waren twee meisjes waar ik mee op de middelbare school had gezeten. Toen waren wij bevriend, maar toen mijn modellencarrière begon te bloeien en ik een relatie met Luke kreeg, was dat spontaan voorbij. Jaloezie, vertelde Luke me, maar later besefte ik dat hij al mijn tijd opslokte. De dames mochten me niet en daar maakte ze geen geheim van. Normaal gesproken liepen zij mij gewoon voorbij, compleet negerend, maar Ryder gaf toch weer wat bekijks. Het deed me enorm ongemakkelijk voelen. Eigenlijk was het makkelijker om negeerd te worden, dan vreemd aangekeken te worden.
    Ik werd uit mijn gedachten gerukt zodra Ryder vroeg wat ik allemaal nodig had. Ik zuchtte en sloot mijn ogen even. Denk, Kaitlyn, wat stond er op het lijstje? Ik opende mijn ogen weer en net toen ik iets wilde zeggen, zag ik hoe Ryder met zijn tong over zin lippen likte met als gevolg daarvan dat ik smolt en was vergeten wat ik had willen zeggen.
    'Nee, laten we er maar langer samen over doen. Ik wil graag wat meer tijd met u doorbrengen namelijk.' Ademhalen, Kate, je kunt het! Om heel eerlijk te zijn was het gevoel hierbij dubbel. Ik wilde alle tijd die ik had met Ryder doorbrengen, hij was gewoon vreselijk intrigerend, intelligent en de eerste in tijden die me niet vermijdde. Aan de andere kant wilde ik hem het liefst ergens zien waar we enkel met zijn tweeën waren. Ergens waar geen andere mensen zijn, geen mensen die ons vreemd aankijken en ons, of in elk geval mij, ongemakkelijk doen voelen. Het met Ryder samen zijn in de supermarkt was al ongemakkelijk, maar het was het waard.
    'Ik voel me vereerd,' glimlachte ik en deed mijn best om al mijn innerlijke zorgen niet door mijn stem te laten klinken. 'Al moet ik u inlichten dat het sowieso langer gaat duren. Ik ben namelijk mijn boodschappenlijst vergeten.' Een zacht, verontschuldigend en onschuldig gegrinnik verliet mijn mond voor ik naar het groenterek liep en hier eindelijk uithaalde wat ik nodig had: sla, tomaat en komkommer. Dat laatste enkel omdat het nu in de aanbieding was. Als eenling moest ik goed op mijn centen letten. Niet dat ik arm was, maar dat wilde ik ook niet worden.
    Nadat ik de groenten had verzameld, legde ik ze voorzichtig in het mandje dat Ryder nog altijd droeg. 'Dat heb ik sowieso nodig. Verder zullen we nu iedere gang door moeten lopen en hopen dat ik niets ga vergeten. Het enige wat ik zeker weet, is dat ik nog wat voor de lunch mee moet brengen. Als u toch mee naar huis loopt, heeft u dan wellicht zin om mee te lunchen? Het zou geen enkel probleem zijn.' De laatste zin werd er nog snel achteraan geplakt en omdat ik hem wederom niet durfde aan te kijken, ging ik een paar passen voor hem lopen alsof ik gewoon alvast wilde kijken welke boodschappen er in het rek stonden en welke daarvan ik precies nodig had. Af en toe nam ik een blikje of potje vast, maar zette het daarna gewoon weer terug in het rek. Alles om zijn blik te kunnen vermijden, al begreep ik zelf niet waarom ik zo verlegen was in zijn buurt.


    everything, in time

    Ik moet ook nog Patience doen! D:
    Oh god, daar lopen we echt achter mee hahaha. Ik zal dat nu even voordat ik met Devon post schrijven.

    Ryder Jason Fuller, onsterfelijke.

    Zacht lachend schudde ze haar hoofd toen ik de boodschappenmand van haar arm pakte, zonder te vragen. Volgens mij mis ik hier iets, of vond ze het gewoon vermakelijk dat ik het had gedaan? Ze protesteerde in elk geval niet, dat was iets.
          Mannen hielpen de vrouwen heel vaak in onze tijd, de galante heren in elk geval en ik kan me wel herinneren dat ik het altijd deed bij… Elizabeth. Bij deze gedachten kneep ik hard in de handvaten van het mandje, tot mijn knokkels wit werden. Al snel echter, duwde ik die gehele herinnering terug in een donker plaatsje in mijn hoofd en dacht er niet meer aan. Verboden terrein, niet betreden, demon. Kaitlyn keek naar voor, niet naar mij, echter wel iets dat ik blijkbaar niet kon zien. Was er achter mij iets aan de hand of iets? Opeens leek ze namelijk nogal ongemakkelijk te worden.
          Hierdoor begon ik te denken of ik iets verkeerd had gedaan, dus voordat ik om me heen wilde kijken of rondom me iets aan de hand was, werd mijn aandacht al terug naar Kaitlyn getrokken. Haar ogen waren voor kort gesloten, waarna ze de lichte kijkers opende. Ze leek er met haar gedachten niet bij te zijn en in mijn ogen reageerde ze nogal raar, aangezien ze opeens haar mond weer sloot en zwijgzaam bleef. Het was zelfs op het punt gekomen dat ik een stap naar haar toe zette en bijna haar arm met mijn hand aanraakte, om te peilen of alles wel oké ging.
          ‘Ik voel me vereerd,’ glimlachte ze abrupt. Bijna had mijn hand haar arm geraakt, maar zakte vervolgens langzaam aan naar beneden. Mijn donkere kijkers vernauwde ik iets, zodat ze wist dat ik iets op het spoor was en aan haar merkte dat ze zich ongemakkelijk voelde. Waarom? Dat begrijp ik nog steeds niet. Vrouwen van deze tijd waren verwarrend, vooral Kaitlyn. Gisteravond had ze een kant die ik niet verwacht had bij haar, totaal niet, totdat ze weer om was geslagen naar het dromerige meisje. Ik kon het in mijn gedachten ophalen, zij echter niet.
          ‘Al moet ik u inlichten dat het sowieso langer gaat duren. Ik ben namelijk mijn boodschappenlijst vergeten.’ Er kwam een zacht, verontschuldigend gegrinnik bij haar vandaan, hoewel het ook iets onschuldigs had. ‘Dat deert niet, overal is wel een oplossing voor.’ Ondertussen liep ze naar het groenterek en ik volgde haar bewegingen. ‘Bijvoorbeeld dat ik vanavond bij u wat kan eten, gisteravond was het gezellig, miss Kaitlyn. Ik wil dat graag nog eens, tenzij ik nu te direct op je over kom.’ Er was een speelse toon op sommige punten in mijn stem te horen, zelfs een uitdagend gegrinnik, maar ik vroeg me werkelijk af of ze het wel gehoord had. Kaitlyn leek namelijk niet in de werkelijkheid te verkeren, wel diep in gedachten.
          De sla, tomaat en komkommer legde ze voorzichtig neer in het mandje. ‘Dat heb ik sowieso nodig. Verder zullen we nu iedere gang door moeten lopen en hopen dat ik niets ga vergeten. Het enige wat ik zeker weet, is dat ik nog wat voor de lunch mee moet brengen. Als u toch mee naar huis loopt, heeft u dan wellicht zin om mee te lunchen? Het zou geen enkel probleem zijn.’ Het vermaakte me eerlijk gezegd wel, iets wat ik niet van mezelf verwacht had, aangezien ik nogal ongeduldig kon zijn op het vlak wat liefde genoemd word. Dat was niet aan mij besteed, leek het wel.
          Ze keek me opnieuw niet aan, waarbij ik er vanuit ging dat ze het niet durfde. Ik eet haar niet op, wilde ik een grapje ervan maken, maar ik wist dat het ergens wel zo was. Haar bloed wilde ik proeven, nu nog steeds, dat zou ook niet meer weggaan. Mijn blik gleed voor een enkele seconde zelfs haastig naar haar nek, voordat ze al een paar passen voor me uit ging lopen.
          ‘Miss,’ grinnikte ik, maar ze leek nog iets in gedachten. Af en toe pakte ze een blikje of potje vast, maar zette het daarna terug in het rek. Dat ik dit effect op enkele vrouwelijke mensen had wist ik wel en over het algemeen ergerde ik me daar minder aan dan de vrouwen die zich op me storten, maar als je het over Kaitlyn had… bij haar vond ik de dingen meer vermakelijker, als een spel die door gaat en zij daar geen weet van heeft.
          ‘Kaitlyn.’ Ik nam haar arm zachtjes vast, draaide haar naar me toe en legde mijn hand net onder haar kin, zodat ze me wel aan moest kijken. ‘Ik ga graag op uw uitnodiging in. Bovendien heb ik je niet voor niets net al voorgesteld om tot de avond bij de dame te verblijven,’ grinnikte ik iets ondeugend, waarbij er een halve grijns op mijn lippen speelde. 'Wat gaat er toch allemaal door uw gedachten, zo in zichzelf gekeerd..' Tussentijds blikte ik in haar ogen, zonder weg te kijken, af te wenden of met mijn ogen te knipperen. Voor dat moment was ik, Ryder, onsterfelijke, zelfs de rest rondom ons heen vergeten. ‘Wat zegt u ervan?’ Met hetzelfde glimlachje liet ik mijn hand onder haar kin vandaan glijden totdat deze naast mij neer viel.

    [ bericht aangepast op 22 maart 2013 - 22:57 ]