• In het begin der tijden waren er drie heksen, die de Aarde creëerden en ervoor zorgden dat de ontwikkeling van de nieuwe planeet vlekkeloos verliep. De drie heksen, Ara, Cri en Tira, zijn uiterst tevreden en schenken de Aarde bewoners die ervoor zorgen dat de planeet intact blijft.
    Helaas is de mensheid egoïstisch en bezit het vele nare eigenschappen. De heksen besluiten om de mensen te straffen door nieuwe rassen te creëren:
    - De aartsengelen, zij zijn gedoemd tot eeuwig ronddwalen en voor altijd jeugdig te blijven
    - De vampieren, gedoemd om nooit meer het daglicht te aanschouwen en bloeddorst te krijgen
    - De weerwolven, die bij iedere volle maan zich zullen ontpoppen als ware monsters
    - De heksen, die eigenlijk zijn gecreëerd om de mens in de hand te houden. Echter, als zij te veel kracht gebruiken, zullen zij zeer snel verouderen en overlijden

    "De drie heksen zijn absoluut niet tevreden met het verloop van de aarde. Er vinden veel rampen plaats en dat is allemaal hun werk. Langzaamaan willen zij de mensheid uitroeien, totdat alleen de goeden overblijven. Aan het einde van de 21e eeuw willen zij iedereen uitgeroeid hebben die foutieve motieven hebben en alleen maar egoïstisch zijn geweest ten opzichte van Moeder Aarde. Ook de Laatste Rassen merken de vreemde rampen op en besluiten hun krachten te bundelen om de mensen te beschermen en de heksen op een ander idee te brengen. De Aarde is in lichterlaaie..."


    ____________________________________________________________________________________________

    Hallo lieve Leute,

    Ik wil graag een RPG opstarten en hiervoor mogen jullie een rol invullen. ZIE DIT TOPIC VOOR MEER INFORMATIE!

    Lijst van de personages!

    Aartsengelen
    - Diana Rose Beckett --> Gipsy
    - Amorelia Emerahlis Sinque --> Leave
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over)

    Weerwolven
    - Cheveyo Acaraho --> 5TYLE5
    - Miles Elliot Sullivan --> Assassin
    - Dana Fauve Argent --> Everdeen
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over)

    Heksen
    - Aubree Aconit --> Aislinn
    - Errin Hyder --> Vegangirl
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over)

    Vampieren
    - Vito Cirino Cicotelli --> Shooter
    - Hertogin Emmeline Gladys Knight --> Assassin
    - Katerina Elisabeth Windsor --> Barnabas
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over

    Let op! Je kunt niet zomaar een rol in deze RPG bemachtigen. Ik heb mensen nodig die serieus zijn en geen one-rules mensen zijn. Niet snel afhaken aub, anders moet het hele verhaal weer omgegooid worden! Er zal eerst een selectieronde komen, dus doe je best en laat je je van je beste kant zien!

    REGELS:
    - Geen ONE-RULES!
    - Als er iemand dood wil gaan, meldt diegene dat bij mij!
    - Relaties worden alleen gevormd als ik daarvoor toestemming geef.
    - Geen off-topic gedoe, daar open ik een speciaal topic voor!
    - 16+ mág, maar alleen als het bescheiden geschreven is, ik wil geen dikke porno hier.
    - Snelle afhakers -> hoef ik niet.
    - Ik bepaal hoe de verhaallijn gaat, ik wil geen mensen die opeens de held gaan uithangen
    - Ik zal de drie heksen representeren, daar hoef ik dus geen rollen meer voor!
    - Inspringen mag, maar doe dit zo discreet mogelijk en sein mij even via PB.
    - Verdere vragen mogen gesteld worden per PB.



    De drie heksen


    Let the games begin!




    Het verhaal speelt zich af in 2012 en we gaan gewoon mooi mee met de kalender.

    Je kunt je nog steeds aanmelden! Eén pb naar mij en je kunt er zo bij springen! (:

    Hier is het Rollentopic! Enjoy!

    [ bericht aangepast op 6 jan 2013 - 17:28 ]


    "Well, well. Look who we've got here!"

    Vito Cirino Cicotelli
    – Vampier

    Voor de tweede keer deze avond buig ik hoofd op hetzelfde moment dat lichten doven, wat een enthousiast en gillend publiek oplevert. Mijn gehele optreden zijn mijn gedachten echter bij de brief gebleven, niet alleen mijn brief – maar ook de brief die Amorelia in haar handen had gehad, identiek aan het opgefrommelde papiertje in de zak van mijn brandweerbroek. Trachtend de zwarte vegen – die voor mijn optreden over mijn borst en gezicht waren gesmeerd, voor het nabootsen van as – van mijn lichaam te krijgen zet ik direct koers naar mijn kleedkamer, achterin de coulissen.
    'Chick,' met vastberaden tred loop ik door, de stem negerend die me roept, 'Vito,' zuchtend laat ik mezelf vlak voor de deur van mijn kleedkamer tot stilstand komen. Nick was de enige persoon die mijn vertrouwen had, waardoor ik het niet kon maken hem te negeren en de deur voor zijn neus dicht te slaan. 'Je was niet jezelf daar op het podium, Vito, wat is er aan de hand?' hoor ik zijn bezorgde stem achter me vragen, wetend dat hij precies kan zien wanneer ik ergens door van slag ben, wanneer ik dorst heb of wanneer ik met mijn gedachten niet voor de volle honderd procent bij mijn optreden zit. 'Het kan zijn dat ik over een tijdje weg moet, Nick, niet voor lang, ik zal altijd terug komen, Mike kan mijn shiften over nemen, het is een goede gast,' mompel ik zachtjes, waarna ik alsnog mijn kleedkamer in schiet en de deur met een zachte, beheerste klik laat dichtvallen.
    De jas van mijn kostuum beland over mijn stoel, samen met de helm en de schoenen die erbij horen. Wetend dat Amorelia zich ergens in mijn kleedkamer moet bevinden besluit ik mijn broek aan te houden en ga ik verder met het uitwissen van de zwarte strepen op mijn borst. 'Amorelia, weet jij je antwoord al, op de brief?' vraag ik dan uiteindelijk met een kille stem.


    Cheveyo Mato Acaraho. | Weerwolf.
    Geïrriteerd door het feit dat alweer één van zijn shirts kapot was gegaan tijdens een wandeling duwde Cheveyo de deur van zijn houten hut op. Net nog, had hij tot boven op de rosten geklommen en een aanzicht van vuur en lava dat door de Rocky Mountains trok aanschouwd. Cheveyo kon niet thuiswijzen hoe het ook maar mogelijk zou kunnen zijn dat lava hier verscheen, aangezien er zich geen enkele actieve vulkaan zich in de buurt bevond.
    Om nog maar te zwijgen van de scherpte, uitstekende takken langs de wandelpadden. Een grote scheur van net onder zijn oksel tot aan zijn middel zat nu in Cheveyos shirt en een stroompje bloed sijpelde naar beneden.
    Niet dat hij er überhaupt mee zat. Al meerdere malen waren een T-shirts of hemden stuk gegaan of gescheurd door de natuur in de Rocky Mountains. Maar gelukkig voor Cheveyo had hij een vader die voor hem zorgde en hem het geld gaf die hij nodig had om te overleven hier, in the middle of nowhere.
    Cheveyo schopte zijn schoenen uit en trok ondertussen de beige T-shirt over zijn hoofd.
    Hij liep naar zijn badkamer, voor zover het een badkamer genoemd kon worden want Cheveyo moest het stellen zonder stromend water, een degelijk toilet of douche. In plaats daarvan stond er een grote, houten kom gevuld met ijskoud water en een handdoek ernaast. Natuurlijk waste Cheveyo zich soms in de meren of rivieren die zich in het dal bevonden, maar de meeste waren een dagtocht van waar hij zich nu bevond verwijderd.
    Hij vormde zijn handen tot een kommetje en schepte wat water uit de bassin die hij in zijn gezicht plensde. Met toegeknepen ogen tastten zijn handen naar de handdoek waarmee hij zijn gezicht droogde.
    En pas toen hij terug de woonkamer inliep viel hem de brief op die netjes en evenwijdig op de tafel lag. Nieuwsgierig wandelde Cheveyo naar de tafel en nam de brief in zijn grote handen vast. In sierlijke letters stond zijn naam op het perkament geschreven.
    Geachte heer/mevrouw,

    Hierbij kan ik u heugelijk mededelen dat de tijd is gekomen om ons te verzamelen en eindelijk te doen wat ons eigenlijk is opgedragen!
    Verzamelt u zich allen voor het trainingskamp van de Nieuwe Rassen.
    Op 31 december 23.59 uur zult u zich kunnen opgeven door een druppel bloed te offeren, onder de volle maan. Nadat uw bloed is geofferd aan de natuur, zult u automatisch getransporteerd worden naar het trainingseiland, waar u zich kunt verzamelen met de andere schepsels. Denk goed na voordat u zich opgeeft, er is namelijk geen weg terug...

    Cheveyo legde de brief terug op de eikenhouten tafel en liet de informatie even bezinken. Ach, besloot hij toen bij zichzelf, Ik heb nog tijd zat.


    kindness is never a burden.

    Amorelia Emerahlis Sinque | Aartsengel
    Ik beet zachtjes op mijn onderlip toen Vito terug was en zichzelf langzaam opfriste. Zijn vraag, echter, liet al het bloed in mijn aderen in ijswater veranderen.
    ‘Als aartsengel wordt er altijd van je verwacht dat je het juiste doet, opkomt voor het goede en opstaat voor een grote strijd - de realiteit is gewoon.. anders.
    Zie je mij in het slagveld staan?’ Mijn stem klonk dun en vreemd genoeg ironisch. Ik was niet sterk of intimiderend - ik was gewoon een zeventien jarig meisje dat toevallig ook nog een wereld kende buiten deze. ‘En jij? Heb jij al nagedacht?’ Vroeg ik hem vervolgens voorzichtig. Ik kende hem niet heel goed, maar hij was de enige zoals ik - ongeveer, dan - in de omgeving en momenteel had ik toch niet veel aan mensen. Met deze uitnodiging in het verschiet voelde ik me opnieuw meer engel dan ik zou willen. Ik wilde naar Judy - hoewel deze lam en onbruikbaar onder zeil was - en mezelf weghouden uit deze keuze. Vito was meer iemand die je zou kunnen gebruiken in een strijd, en zo ver ik hem kende zou hij best in moeten staan voor een strijd. Toch was mijn mensenkennis niet geheel geweldig en zou hij ook het exacte tegenovergestelde kunnen zijn: ik wist het niet, en dat kwam heel zelden voor.
    Ik wist niet precies wat ik zou moeten doen - naar dat eiland gaan, trainen, strijden of hier blijven en een langer leven proberen. Over vier jaar zou ik voor altijd 21 zijn en zou tijd me niet langer omvatten. Moest ik daarop wachten? Nog iets waarop ik het antwoord niet wist.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Vito Cirino Cicotelli
    – Vampier

    'Als aartsengel wordt er altijd van je verwacht dat je het juiste doet, opkomt voor het goede en opstaat voor een grote strijd – de realiteit is gewoon... anders. Zie je mij in het slachtveld staan?'
    Mijn handen bleven voor een ogenblik stil hangen op mijn borst, mezelf voor proberen te stellend dat Amorelia in een slachtveld staat en moet zien te overleven. Onwillekeurig trekt er een rilling langs mijn ruggengraat naar beneden, waar ik zelf even verbaasd en verrast door ben. Het feit dat het me iets doet wanneer er iets met Amorelia zou gebeuren overvalt me, waardoor ik mijn ogen voor een moment sluit en mijn hoofd zachtjes schud. 'Niet goed Vito,' mompel ik zachtjes en haast onhoorbaar, terwijl ik het idee uit mijn gedachten probeer te bannen.
    'Ik weet het nog niet, ik zie het wel,' brom ik er dan direct achteraan om mijn lichte fluistering weg proberen te vragen alsof het nooit was gebeurd. 'Er zijn – Dingen, die me hier houden; Nick, het werk, het feit dat ik rijke klootzakken afslacht.' Dat laatste fluisterde ik erachteraan, met een kille ondertoon in mijn stem. Altijd als ik terug denk aan de dingen die ik heb gedaan in mijn leven sluipt de kilheid weer in mijn stem en in mijn gedrag, alsof het iets is wat nooit is weg te slaan en in me is vastgeroest.


    Amorelia Emerahlis Sinque | Aartsengel
    ‘Ik kwam er pas later achter dat je een vampier was, weet je dat? Het begon pas te dagen na de brief, de nachtclub en het feit dat je veel te charmant bent voor een man tegenwoordig.’ Er verscheen een minieme glimlach rond mijn lippen voor ik opnieuw fronsend voor me uit keek.
    ‘Dat is iets dat ze vergeten: velen van ons hebben een leven opgebouwd. Ze verwachten dat we dat achteloos loslaten om soldaatje te spelen in hun oorlog en dat is niet hoe ik wil eindigen.’ Prevelde ik ietwat terughoudend. ‘Ik wil over honderd jaar kunnen zeggen dat ik het haat om voor altijd rond te zwerven en voor ik daar überhaupt aan kan beginnen zijn we vier jaar verder dus.. ik weet het niet.’ Vervolgde ik zachtjes terwijl ik mijn hoofd tegen de muur liet leunen om vervolgens de kleding te bekijken. ‘We doen volgens mij precies het tegenoverstelde van elkaar: jij vermoord, ik red.’ Het klonk niet verwijtend, eerder opmerkzaam. Het was gewoon.. een vreemde situatie en daar wilde ik het bij houden.

    - sorry, kort, eten :3 x -


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Vito Cirino Cicotelli
    – Vampier

    Ik luister geconcentreerd naar het verhaal en de redenen van Amorelia om hier te blijven, in plaats van naar het trainingskamp te vertrekken. Wanneer ze haar hoofd tegen de muur aan legt en opmerkt dat we twee uitersten van elkaar zijn – vermoorden en redden – flitst er voor een kort moment schaamte, schuld en wanhoop over mijn gezicht. Bij de gedachten van de familieleden van mijn moorden word ik altijd koud van binnen – steenkoud – en zou ik willen wensen dat alles wat ik ooit had gedaan nooit gebeurd zou zijn. Echter, nadat deze gevoelens over me heen zijn gespoeld denk ik terug aan de arme mensen, die niet veel te besteden hebben en ieder dubbeltje moeten omdraaien om rond te komen, wat vaak nog niet helemaal lukt. De kille blik schiet weer zo snel over mijn gezicht als dat hij mijn gezicht had verlaten en voor een kort moment bal ik mijn handen tot vuisten.
    Uit het kledingrek pluk ik een gitzwart t–shirt, dat behoort tot een van mijn fijnste kledingstukken, waar ik een grijs vest overheen trek. De brandweermanbroek glijdt langs mijn benen omlaag en belandt uiteindelijk – door een trap van mijn voet – in een van de hoeken van de kamer. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was begonnen ik tussen mijn broeken – in mijn boxershort – te zoeken naar mijn favoriete skinny spijkerbroek, die ik uiteindelijk uit de onderste laag van de stapel trek en hem over mijn benen omhoog schuif.
    'Ik moord alleen mensen uit die het verdienen,' antwoord ik met een kille stem, waarna ik naar de spiegel loop en als een bezetene de zwarte schmink van mijn gezicht probeer te krijgen. Door de woede en onmacht die ik binnen in me voel begin ik steeds hardere bewegingen over mijn gezicht te maken en schiet mijn ademhaling omhoog. Vermoeid laat ik uiteindelijk een gedeelte van de verf zitten en druk mijn voorhoofd tegen het koele glas van de spiegel.


    Ara

    Woest rende ik door het huis, op zoek naar de doorgang naar het Scheppers pand. Wie dit ook had geflikt, diegene zou de wind van voren krijgen! Hoe durfden ze zomaar de Nieuwe Rassen te rekruteren als soldaten voor hun eigen leger?
          'Cri!' schreeuwde ik door het huis. 'Waar ben je? Vervloekte goden nog aan toe!' Cri stak haar hoofd om het hoekje en keek me geschokt aan.
          'Wat is er?' vroeg ze me geschrokken. Ze had me waarschijnlijk in vele eeuwen niet zo boos gezien, maar de Scheppers hadden het er nu zelf naar gemaakt dat ik me niet meer kon bedwingen. Ik kon geen normaal woord meer uitstoten, maar ik sleurde haar zo aan haar arm mee naar de doorgang naar het speciale pand. Normaliter zou ik deze doorgang niet gebruiken, maar de Scheppers waren nu echt veel te ver gegaan. Het was ónze taak om op te staan voor de mensheid en de Nieuwe Rassen, niet die van de Scheppers. Zij mochten alleen ingrijpen als we alledrie gezamenlijk hadden besloten dat de Scheppers onze taken mochten overnemen.
          Cri en ik openden de poort met de bezwering die alleen wij drieën konden uitvoeren. Waar Tira nu uithing, was mij een raadsel, waar ik me nu absoluut niet druk over kon maken. Er waren belangrijkere dingen die besproken moesten worden. Cri en ik stapten een voor een de poort binnen en het witte licht omarmde ons als een welkome deken.
          De receptie was gevuld met engelen, die haastig heen en weer vlogen. Ik trok met enorme kracht een engel naar beneden aan zijn vleugels en ik liet zijn gezicht net voor de mijne hangen.
          'Ik wil een gesprekje hebben met de Scheppers, nu.' Ik had mijn stem verlaagd en mijn ogen waren van lichtblauw naar donkerblauw veranderd. De engel keek me verschrikt aan toen hij me herkende en boog snel voordat hij ervandoor vloog.
          Cri keek me apart aan. 'Wat is er aan de hand Ara? Ik heb je nog nooit zo boos gezien. Wel heel leuk en zo, laat ook eens een andere kant van je zien dan alleen die goedaardige kant van je.' Ik zuchtte geërgerd.
          'Vertel ik straks wel bij de Scheppers. En o wee als ze me niet toelaten, dan hebben ze helemaal de heksen aan het dansen.' De tatoeages over mijn hele lichaam waren geïntensiveerd en leken nu wel te kronkelen. De engel kwam de Scheppers zij dank snel terugvliegen, met een hogere engel bij zich. Ik kreunde even toen ik hem herkende. Typisch dat Cri's ex-vriend voor duizenden jaren net nú kwam opduiken. Drama had ik al genoeg, daar had ik hem niet voor nodig. Cri zuchtte en kromp ineen toen ze hem zag.
          'Ik geloof dat we hier een ongeduldige heks hebben,' zei de prachtige engel en zijn honingkleurige ogen keken me strak aan.
          'Een meeting graag met de Scheppers, zoals ik al verteld heb tegen die snotneus daar. Ze hebben me heel wat uit te leggen.' Ik keek de engel beheerst aan, maar het zou niet lang duren voordat ik die vleugels uit zijn rug had getrokken. Integendeel, één verkeerde opmerking en hij zou als aartsengel de rest van zijn miezerige bestaan voortzetten op de Aarde.
          De engel, Leroy, keek me spottend aan. 'Je kunt hier niet zomaar heen komen en iedereen commanderen omdat jij toevallig iets hoger op de ladder staat dan wij.'
          'O jawel. En wij staan een stuk hoger op de ladder, dom engeltje. Een meeting, of ik ga nu naar die walgelijke lui toe zonder ze voor te bereiden!' Leroy kwam dicht voor mijn gezicht vliegen en keek daarbij heel kort Cri smachtend aan. Ze wendde haar hoofd af en deed net alsof ze gebiologeerd was door de andere engelen. Hij zuchtte een keer en knikte toen naar de jongere engel, waarna ze wegvlogen.
          'Dat dacht ik dus ook,' zei ik triomfantelijk tegen Cri. 'Snotneuzen van tegenwoordig ook. Een paar eeuwen en ze mogen hier al een beetje de dienst uitmaken.' Cri grinnikte om mijn woeste bui, ze vond het heerlijk als ik me niet aan mijn fatsoensnormen hield.
          'Geweldig hoe je Leroy-' ze trok even een gek gezicht. '-zo mooi afpoeierde. Zal hem leren, iemand zo dominant te behandelen,' antwoordde Cri bitter. Cri had een aantal eeuwen met de mooie engel een relatie gehad, maar uiteindelijk had Leroy geëist dat ze zich van ons zou scheiden en haar heksenbestaan op zou geven om met hem in het Schepperspand te leven.
          Leroy kwam terugvliegen met een aantal bewakers, die ons naar de deuren brachten waarachter de Scheppers zich schuilhielden. Alleen de hoogste engelen hadden hen ooit eens gezien, maar meestal had het overweldigende witte licht dat ze uitstootten de engelen verblind. De deuren werden langzaam geopend voor ons en Cri en ik transformeerden ons naar het ware uiterlijk. Meteen voelde ik de enorme kracht in al mijn ledematen en hadden we eindelijk weer de normale lengte. Nog steeds waren we amper de helft van de Scheppers, maar zo zagen we er tenminste imposanter uit dan die omhooggevallen engelen.
          Twaalf stoelen met enorme gedaantes draaiden zich om en ze begroetten ons met respect. Na alle beleefdheden, kwam ik meteen tot de orde van de dag.
          'Scheppers, hoe is het mógelijk dat jullie de Nieuwe Rassen gaan rekruteren voor jullie eigen leger?'


    "Well, well. Look who we've got here!"

    Amorelia Emerahlis Sinque | Aartsengel
    ‘Ik zei niet dat het slecht was.’ Antwoordde ik hem daarop verzoenend en keek toe hoe hij zijn gezicht ruw begon te wassen en vervolgens hopeloos tegen de spiegel bleef leunen. ‘Denk je dat je gaat?’ Vroeg ik hem vervolgens terwijl ik overeind kwam en mijn ogen kort over Vito liet glijden. Hij zag er gewoon uit zonder al die fratsels en rare kostuums. Gewoon als.. Vito. De Vito die Judy had geholpen en de Vito die op de één of andere manier had getroost toen we de uitnodiging hadden gekregen. ‘Ik wil niet, maar het wordt van me verwacht, snap je? Het maakt hen echt niet uit of je 17 of 30 bent. Ze geven enkel om de grootte van hun leger maar.. als het correct is waar ze voor strijden kan ik niet anders dan meedoen. Dat is mijn verantwoordelijkheid.’ Prevelde ik zachtjes, waarna ik een hand door mijn lokken haalde en vervolgens een zachte zucht slaakte. Ik had gewoon.. rust nodig. Morgen zou ik Judy checken en haar vertellen dat ik een tijdje bij familie zou verblijven. Er waren niet veel mensen om te gaan missen: de meeste meed ik op de één of andere manier en anderen waren geen familie. Ik had al heel lang geen echte familie meer en het maakte alles op dit moment makkelijker: als je niet van iemand hield zou deze je ook niet gaan missen en zou het geen afleiding worden voor grotere doelen. Ik wist dat ik alles zou doen voor het juiste, zelfs als dat enorm naïef zou zijn. Momenteel stelde ik mezelf graag voor als Amorelia Naïef. Hoofd van de manipulatieven, of iets dergelijks.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Vito Cirino Cicotelli
    – Vampier

    'Ik denk het,' mompel ik zachtjes. Langzaam trek ik mijn voorhoofd terug van de spiegel, waar een licht aangeslagen plek is ontstaan door mijn onregelmatige ademhaling. Wanneer ik Amorelia aankijk vergeet ik dat mijn wangen en voorhoofd nog vol zitten met de zwarte 'as' – schmink en overdenk nogmaals mijn gedachten over het wel of niet gaan naar het eiland. 'Ik heb hier niets om voor te blijven,' vertel ik dan langzaam, 'Nick vindt vast wel iemand anders die net zo goed is op het podium als ik ben.' Het feit dat ik uitspreek waarom ik naar het eiland zou kunnen gaan is iets wat ik nooit voor ogen heb kunnen houden, geschrokken staar ik Amorelia aan, enkel en alleen door het feit dat ik mezelf zo heb opengesteld voor haar.
    'Daarnaast, kan ik het wel aan,' grinnik ik er zachtjes achteraan om de bedrukte sfeer die ik plotseling rond me voel hangen weg te drukken. Mijn spieren bollen even op onder mijn t–shirt, waarna ze weer langzaam ontspannen en ik mijn ogen even sluit. Het was moeilijk om toe te geven, maar ik zou de aandacht gaan missen, de aandacht wanneer ik op het podium stond of wanneer ik over de dansvloer liep en alle meiden zich zomaar aan mijn voeten wierpen alsof het niets was. Meerdere malen had ik een aanbod gekregen voor een geweldige kus, een fantastische nacht of een rijk seksleven. Toch had ik het voor elkaar gekregen om het iedere keer af te slaan, ondanks het feit dat ik stripper was, was ik nog steeds maagd, kan nog nooit een vrouw aangeraakt – behalve in de acts op het podium – en liet ik me niet makkelijk verleiden.


    [iemand voor Diana?]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Hertogin Emmeline Gladys Knight

    Hoewel ik op jacht ga, kleed ik me niet om en houd ik mijn sierlijke, lange rok aan en de witte bloes erboven. Als ik verder loop, tikken mijn hoge hakken op de stenen van de tuin, een doorklinkend geluid in de stille nacht. Het is niet zo dat ik rond ging rennen in één of ander bos, ik bedoel, welk mens houd zich nou in het bos? Behalve die enge, oude kluizenaars dan. Nee, daar hoef ik niets van te hebben. De jacht draait om de adrenaline, het kiezen van de juiste prooi en het wachten tot de aanval. Dat op zich is al een enorme bevrediging, maar zodra je het bloed van je slachtoffer proeft valt dat alles in het niet. Toch hou ik van een leuk voorgerecht.
    De grijns die zich op mijn volle, donkerrood gestifte lippen bevind, word alsmaar groter als ik me op een onmenselijke snelheid naar een klein dorpje snel. De feestelijke muziek komt me al van ver tegemoet, ze hebben vast weer zo'n plaatselijke, onzinnige feestdag verzonnen die ze moeten vieren. Ik snap al die heisa niet, maar zolang zij het leuk vinden... In de schaduwen van de huizen kijk ik kort toe hoe de mensen feest vieren en laat ik mijn ogen over de vele gestaltes gaan. De geur van zweet en alcohol staat me alles behalve aan, waardoor ik in een halve cirkel door de schaduwen om de mensen heen zwerf, zoekend naar iets beters. Misschien kan ik beter bij de thuisblijvers kijken...
    Hierdoor vervolg ik mezelf door de straatjes van het typisch Europese dorpje om op mijn neus af te gaan. De geur van zweet en alcohol neemt af, tegelijk met het geluid van de muziek. Heerlijk, die rust die er dan op volgt en de stilte die je oren lijkt te strelen. Ik hou sowieso niet van de moderne muziek die ze draaien hier, geef mij maar een goed muziekstuk van Bach in E mineur, dat kan ik wel waarderen. Al snik pikt mijn neus de geur van het potentiele slachtoffer op en ik heb geluk.
    Als ik weer thuis kom, smetteloos uiteraard, loop ik gelijk door naar mijn luxeuze slaapkamer, zonder nog iets te laten merken van mijn eerdere woede uitbarsting tegen mijn personeel. Oh, wat zullen zij opgelucht zijn zeg... Ik trek de hoge hakken waar ik al de hele dag op paradeer uit en laat die ergens in mijn kamer slingeren. De witte bloed knoop ik open en ik ontdek een enkele bloedspetter op het witte oppervlak. Dat laat mijn lippen nogmaals omkrullen. Als ik verder loop, ontdek ik de envelop op mijn bed en frons ik. Er is toch verder niemand in mijn kamer geweest, dat is verboden gebied voor de meesten. Fronsend pak ik hem op en open ik hem, niet onder de indruk van de sierlijke letters.

    Hierbij kan ik u heugelijk mededelen dat de tijd is gekomen om ons te verzamelen en eindelijk te doen wat ons eigenlijk is opgedragen!
    Verzamelt u zich allen voor het trainingskamp van de Nieuwe Rassen.
    Op 31 december 23.59 uur zult u zich kunnen opgeven door een druppel bloed te offeren, onder de volle maan. Nadat uw bloed is geofferd aan de natuur, zult u automatisch getransporteerd worden naar het trainingseiland, waar u zich kunt verzamelen met de andere schepsels. Denk goed na voordat u zich opgeeft, er is namelijk geen weg terug...


    Hierop laat ik een korte, hysterische giechel horen. Menen ze dit nou serieus? Proberen ze nou een leger te vormen van ons, de Nieuwe Rassen? Wie denken ze wel niet dat ze zijn! Alsof ík, een hertogin, eventjes inschikkelijk ga doen en ga véchten nota bene. Met weerwolven en nog meer van dat gespuis. Nooit van mijn dierbare leven, dan moeten ze me werkelijk wegdragen en er heen sleuren. Nee, hier ben ik niet voor in. Ik verscheur de brief met een sierlijke beweging en gooi hem zonder pardon in de kleine versierde vuilnisemmer die naast mijn bureau staat.


    Your make-up is terrible

    [Done. Finally.]

    Ayane Shizuka Hio.
    ‘Ayane, kom naar beneden. Je vader en ik moeten je spreken.’
          Wanneer ik de vrouwelijke stem van mijn moeder hoorde op de zondagochtend stond ik direct op om naar haar bevel te luisteren. Mijn moeder, Aika, kon snel gehumeurd raken als ik niet naar haar luisterde. Ik was haar enige kind, al had ik zo het idee dat ze dat helemaal niet erg vond. Daarmee bedoel ik: dat ze mij niet eens wilde of verwacht had.
          ‘Wat is er, moeder?’ Vroeg ik, een licht nerveuze toon in mijn stem, toen ik eenmaal beneden was aan gekomen. Mijn moeder zat op de zwarte, leren bank, haar vingers ineen verstrengelt.
    ‘Ga zitten, Ayane.’
          Ik knikte en volgde weer haar bevel direct op, door plaats te nemen in een zelfde kleur, leren stoel. Afwachtend en lichtelijk nieuwsgierig naar wat ze te zeggen had, zat ik op het puntje van de stoel. Mijn vader kwam de keuken op dat moment uit gelopen. Hij had vast koffie gezet, dat was iets wat hij heel vaak dronk. Toen ik de grote kop dan ook in één van zijn handen zag, wist ik het zeker.
          ‘Jullie wilden me spreken, vader, moeder?’ Eén voor één keek ik ze kort apart aan, omdat ik nogal ongeduldig was qua dit soort gevallen. Er moest iets belangrijk zijn, anders zouden ze geen moeite hebben gedaan om dit zo te regelen.
          Toen ik de vraag stelde, liet mijn moeder een verontwaardigd kuchje horen, als teken dat ik dat niet mocht vragen – natuurlijk, vergeten, ik had stil moeten zijn. Doelloos afwachten voor een reden of informatie waar ik toch niets mee kan. ‘Stil,’ beval ze, haar ogen donkere poelen. Mijn vader had ondertussen al naast haar plaats genomen op de bank, waarop hij me nonchalant aankeek en van zijn koffie dronk.
          Dit hele gedoe deed me denken aan mijn verjaardag, dat ze hadden gezegd dat ik weer moest luisteren en stil zijn. Mocht ik dan nooit tegen spreken? Gisteren was ik jarig geweest, maar we hadden er niets aan gedaan, omdat ze het geen belangrijke dag vonden. Ik zou er nog wel meer krijgen, zeiden ze.
    ‘Vandaag gaan je vader en ik naar de kerk, we willen –’
          ‘Maar moeder, daar gaat u elke keer heen, maar dan meld u weer dat het mislukt is.’ Brak ik haar zin af, wat ik niet had moeten doen, aangezien ze nu zowat op uitbarsten stond. Haar lichaam was iets naar voren geschoten en hoewel ze net het theekopje in haar blanke hand had genomen, zette ze deze razendsnel neer. Haar hand schoot door de lucht, vlak tegen mijn wang aan, waardoor mijn gezicht iets weg kantelde.
          Niet erover heen wrijven, Shizuka, laat je er niet bij neer zitten. Laat niet merken dat het pijn deed, vooral omdat het je moeder is!
    ‘Laat me uitpraten,’ verzuchtte ze diep, waarna ze vervolgde: ‘We gaan naar de kerk en we willen graag dat je op het huis let en geen mensen binnen laat. Denk je dat het gaat lukken?’ Kort knikte ik erop, want anders zou ze straks weer uitbarsten.
          Ik keek haar weer recht aan op het moment dat mijn vader en moeder hun jassen pakte en naar me toe liepen. Een klein glimlachje streek er op allebei hun lippen neer. Hoe konden ze zo snel omslaan van humeur? Dat was onnatuurlijk.
          ‘Dag schat, we gaan. We komen laat terug, want we moeten ook nog iets anders regelen.’ Sprak mijn vader deze keer, waarbij hij me een klein kusje op mijn wang gaf, waar mijn moeder me een klap had gegeven. Aika stuurde me alleen een blik toe, waarna ze samen de deur uit liepen.

    Mijn diepbruine kijkers opende ik op het moment dat de zonnestralen op mijn gezicht schenen. Hoewel ik het vaak kon waarderen door de warmte, was het echter nu niet het moment, dus ik gromde dan ook zachtjes. Hierdoor was ik wakker geworden, al was het niet helemaal waar. Een langere tijd had ik namelijk aan mijn moeder gedacht, waarna ik uiteindelijk deze herinnering kreeg naar het verleden. Hoe lang zou het ongeveer geleden zijn?
          ‘Good morning, Kitty,’ grinnikte ik zacht tegen het oranje katje van de buren. Ze waren een aantal dagen weg en vroegen aan mij of ik op haar wilde passen. Natuurlijk had ik er geen “nee” tegen gezegd, de grote katten liefhebber dat ik ben. Het katje lag opgerold op de mat van de grond, echter wanneer ik haar naam zei, ging haar kopje slaperig omhoog om te kijken wat er aan de hand was. Grinnikend stak ik mijn hand uit, waar ze kort met haar roze tong overheen likte.
          Al snel was ze op gestaan en ze trippelde naar me toe, waardoor ik haar in mijn witte slaapshirt op pakte en vervolgens mee nam naar beneden. Onderweg naar beneden knuffelde ik het oranje bolletje wel helemaal plat, waardoor ze soms naar mijn gezicht of hand greep. ‘Sssst,’ suste ik grinnikend, tuitte mijn lippen en speelde wat met het bolletje, waarna ik haar toch echt beneden aan gekomen, los moest laten.
          Abrupt zag ik een envelop op de tafel liggen en liep er aandachtig naartoe. Hoe kwam dat binnen? Was er iemand in mijn huis geweest? Ik slikte eens door mijn droge keel, waardoor ik eerst tot de conclusie kwam dat ik wat wilde drinken. Met een groot glas sap liep ik naar de woonkamer, om hier op de zachte, lichte bank te ploffen. Eerst nam ik een slok, voordat ik het glas wegzette en de envelop, waarop mijn namen sierlijk geschreven stonden, opendeed. Het betekende al niet veel goeds toen ik “Ayane” zag staan, in plaats van enkel Shizuka.

    Geachte heer/mevrouw,
    Hierbij kan ik u heugelijk mededelen dat de tijd is gekomen om ons te verzamelen en eindelijk te doen wat ons eigenlijk is opgedragen!
    Verzamelt u zich allen voor het trainingskamp van de Nieuwe Rassen.
    Op 31 december 23.59 uur zult u zich kunnen opgeven door een druppel bloed te offeren, onder de volle maan. Nadat uw bloed is geofferd aan de natuur, zult u automatisch getransporteerd worden naar het trainingseiland, waar u zich kunt verzamelen met de andere schepsels. Denk goed na voordat u zich opgeeft, er is namelijk geen weg terug…


    Mijn ogen vlogen over de regels, terwijl ik het briefpapier iets omheen deed, omdat mijn duim over enkele letters stonden. Kitty spinde, terwijl ze zich tegen mijn been aan vleide voor aandacht. Toen ze merkte dat dit niet lukte, omdat ik nog altijd levenloos naar de letters op het papier staarde, sprong ze lenig op de bank en liet zich op mijn schoot rusten.
          ‘Eindelijk doen wat ons is opgedragen? Ik wil geen aartsengel zijn als mijn ouders een overduidelijke hekel aan me hadden. Hier heb ik zelf niet eens om gevraagd,’ murmelde ik, over wat erin stond. Mijn diepbruine kijkers werden nog iets donkerder, terwijl ik niet eens door had wat Kitty allemaal aan het doen was. Onbewust likte ik over mijn volle, rozige lippen.
          ‘Alleen het zou wel een goed iets zijn om over na te denken, aangezien ik dan niet meer aan mijn ouders hoef te piekeren: waar ze nu zijn, wat ze uitvreten en of ze überhaupt nog leven… Het zou goed zijn met een schone lei te beginnen.’ Met dit zuchtte ik opgelucht, liet de brief voor wat het was naast me op een houten tafeltje en begon aandacht aan het oranje bolletje te besteden.

    [ bericht aangepast op 6 dec 2012 - 19:46 ]


    Amorelia Emerahlis Sinque
    ‘Ik zie vooral op tegen de weerwolven.’ Bekende ik zacht. ‘Ik ben juist onder de mensen gaan wonen om de anderen te vergeten.. me met hen verzoenen lijkt me niet verstandig.’ Vulde ik zachtjes aan terwijl ik opstond en mijn jas van de stoel pakte. Het was een hoop om de overdenken en in dit winterweer was er genoeg om me tegen te beklagen. ‘Hoe dan ook, ik wil je bedanken. Voor alles, Vito Cicotelli.’ Sprak ik vervolgens met een lichte glimlach.
    ‘Het was een interessante ontmoeting die ik niet snel zal vergeten. En ik sta bij je in het krijt, voor je welwillende hulp.’ Ik wierp een laatste blik op de broeierige kleedkamer terwijl ik mijn jas over mijn schouders trok en de rits vervolgens zorgvuldig omhoog trok. Mijn donkere lokken vonden een weg over de zachte stof en de plotselinge warmte was bijzonder welkom. Ik vroeg me af hoe het me Judy zou zijn: of ze opnieuw naar de drank zou grijpen en wat ze Ethan zou vertellen. Ze was in ieder geval veilig, en dat was mijn grootste prioriteit geweest tot noch toe. Nu de brief nog vers in mijn geheugen brandde kon ik niet anders dan mijn keuzes overwegen. Er waren geen aartsengelen in de buurt - en even met de Scheppers of de hoge engelen praten ging niet als.. gevallene. Ik voelde de brok in mijn keel toen mijn wenkbrauwen gepikeerd samen fronsten. Vechten, afwachten. Misschien wachtte ons wel een straf als we de uitnodiging niet zouden aanvaarden. Ze hadden me al verbannen, wat konden ze nog meer doen? Me vermoorden?
    Ik vroeg me af wat de anderen besloten: zouden ze trouw blijven? Onderduiken? Negeren? Ik wilde niet op zoek naar anderen: de meesten waren lang niet zo attent en bovendien bijzonder oud. Ik leefde mijn leven graag op mijn manier - zonder andere wezens die het me moeilijk maakten om gewoon te zijn.
    Pas nu besefte ik dat ik nog steeds voor Vito stond en volledig in gedachten was opgegaan. Onbeleefdheid, nog zoiets dat perfect bij me paste.
    ‘Succes, en wie weet neem ik je aanbod nog eens aan.’ Ik voelde mijn mondhoeken omkrullen tot een lichte glimlach voor ik mezelf tussen de rekken naar de deur wist te loodsen. De uitgang.. eh.. juist ja. Er was zoveel voorgevallen dat mijn gedachten momenteel één grote brei waren en ik niet precies wist welke deur ik moest openen. Onhandigheid, uiteraard. Wat dat betreft was ik als aartsengel niet zo perfect als velen dachten.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Dana Argent
    Mijn vingers krullen zich om de krant heen, mijn lippen gebarsten en lees de regels nogmaals over. Ik hoor wat heisa om me heen, studenten wandelen, kibbelen met elkaar, roddelen, kranten in hun handen, hakken die op de vloeren klakken.
    Ongeduldig bijt ik op mijn lip, verfrommel het blad en prop deze in mijn schoudertas voordat ik nog eens op mijn horloge kijk. Het was laat, iets dat ik niet gewend ben van meneer Sullivan. Die man, altijd stipt op tijd, zich aan afspraken houdend. Het verbaasd me, ik sta er perplex van, bijna net zo erg als dat ik me afvraag wat ik hier nu nog doe. Waarom ik hier ben en niet meer rondreis zoals ik wel vaker doe. Stad in, stad uit. Dit is al de zoveelste keer en tot mijn verbazing, houd ik het hier afschuwelijk lang vol.
    Ik kijk op wanneer ik wat geroezemoes hoor en schuif aan de kant wanneer de leraar eindelijk aan lijkt te komen. Zijn haren zitten verwilderd, zoals gewoonlijk, zijn bril staat half scheef op zijn hoofd. Ik hoor hem een excuses mompelen, schuif wat aan de kant zodat hij bij de deur kan en kijk toe hoe hij klunzig de deur opent. Ik achtervolg hem, zoek een plaatsje op ergens vooraan en zwiep mijn tas op tafel. Verbaasd kijk ik op als er een kleine enveloppe uitvalt, mijn ogen vallen op het fraaie handschrift, haast kalligrafie te noemen. Benieuwd pak ik het beet, houdt het omhoog, laat mijn vingers over het embleem glijden en draai het nogmaals om, hierna scheur ik het voorzichtig open om de inhoud te bestuderen. Ik weet heel zeker dat ik het er zelf namelijk niet in heb gestopt.

    Geachte heer/mevrouw,

    Hierbij kan ik u heugelijk mededelen dat de tijd is gekomen om ons te verzamelen en eindelijk te doen wat ons eigenlijk is opgedragen!
    Verzamelt u zich allen voor het trainingskamp van de Nieuwe Rassen.
    Op 31 december 23.59 uur zult u zich kunnen opgeven door een druppel bloed te offeren, onder de volle maan. Nadat uw bloed is geofferd aan de natuur, zult u automatisch getransporteerd worden naar het trainingseiland, waar u zich kunt verzamelen met de andere schepsels. Denk goed na voordat u zich opgeeft, er is namelijk geen weg terug...


    Ik hap naar adem bij het zien ervan en kijk het klaslokaal rond of iemand het doorheeft. Ditmaal verberg ik het wat onder mijn tas om de regels nogmaals over te lezen en nog een keer, en nog eens. Het eerste wat me te binnen schiet is op volle maan, volle maan. Wie bedenkt dit, wie heeft ook maar het idee dat iemand zoals ik dit op volle maan kan klaren, volbrengen? Ik vouw het verfraaide blad weer terug in zijn envelop, haal diep adem om mijn versnelde hartslag weer in orde te krijgen en ril. Laat deze dag alsjeblieft snel voorbij zijn.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Miles Elliot Sullivan

    Als ik dan uiteindelijk veilig en wel in het lokaal ben, gooi ik de stapel papieren voor deze les uit mijn leren tas op het bureau neer terwijl de leerlingen gaan zitten en wacht ik tot het geroezelmoes uitgestorven is. Mijn blik glijd nerveus over de hoofden heen, ik heb daar nog altijd last van aan het begin van elk college dat ik geef, al zijn de zenuwen nu nog een beetje bedwongen door mijn plotselinge en onverwachte haast. Normaal ben ik altijd op tijd... Ik schraap mijn keel even en al snel word het rustiger. "Vorige keer hadden we het over..." Ik blijf haken in mijn eigen zin, shit, waar hadden we het de vorige keer ook alweer over?
    Ik schuif de papieren op het bureau wat door elkaar heen op zoek naar mijn aantekeningen. Als ik de envelop zie liggen met mijn naam erop, frons ik kort maar schuif ik die aan de kant. "De psychische kant, klinische lycantropie en vertelde ik het verhaal van Wange." vervolg ik mezelf na een korte pauze die wel een eeuwigheid leek te duren, ook omdat ik voor een moment moeite had om mijn eigen, kriebelige handschrift te ontcijferen. "Vandaag gaan we verder met het volksgeloof, vooral in Europa." ga ik verder en zoek de blaadjes die ik hiervoor voorbereid had. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan als ik die niet kan vinden en doe het dan maar uit min hoofd, gelukkig weet ik er alles van.
    "Voor je eindscriptie moeten jullie een gedeelte schrijven over de klinische lycantropie, de volksverhalen met de uiterlijke kenmerken die per verhaal erbij horn, de transformatie en de verschillende theorieën over hoe je een weerwolf word. Graag je eigen conclusie toevoegen." haast ik me als de bel gegaan is. Hierna pak ik de eigenaardige envelop op, waarbij ik al snel mijn aandacht verlies voor de weglopende leerlingen. Ik open hem en lees de brief in mijn hoofd voor.

    Geachte heer/mevrouw,
    Hierbij kan ik u heugelijk mededelen dat de tijd is gekomen om ons te verzamelen en eindelijk te doen wat ons eigenlijk is opgedragen!
    Verzamelt u zich allen voor het trainingskamp van de Nieuwe Rassen.
    Op 31 december 23.59 uur zult u zich kunnen opgeven door een druppel bloed te offeren, onder de volle maan. Nadat uw bloed is geofferd aan de natuur, zult u automatisch getransporteerd worden naar het trainingseiland, waar u zich kunt verzamelen met de andere schepsels. Denk goed na voordat u zich opgeeft, er is namelijk geen weg terug...


    Na deze woorden beginnen mijn vingers te trillen en blijf ik naar het papier staren. Ik weet helemaal niet veel buiten de wereld van onszelf af, buiten de weerwolven. Natuurlijk zijn er zoveel verhalen, net zoals die van ons, maar... God, ik ben hier nog veel te kort wolf voor! Ik kan toch niet zomaar de universiteit verlaten, mijn onderzoek, alles. Het vel trilt mee in mijn trillerige handen en hierna leg ik het snel neer, om mijn bril aan de kant te duwen en kort in mijn ogen te wrijven.


    Your make-up is terrible