• Zo zien rode halfwassen eruit.(:

    Welcome in the House of Night.



    People are getting marked to become a vampire.
    The House of Night.
    Who will survive the change from half grown to vampire?
    Who will die because their body rejects the change?
    Who will become a redhalf grown?


    Mensen worden over de hele wereld gemerkt en gaan naar het huis van de Nacht.
    Daar leren ze alles over het verleden, het heden, en de toekomst.
    De verandering van halfwas naar vampier duurt een paar jaar.
    Maar als je lichaam de verandering afstoot ga je dood, en word je een rode halfwas.
    Rode halfwassen zijn anders. Ze hebben meer bloeddorst, zijn sterker en kunnen 's nachts beter zien.
    In de zon worden ze levend verbrand, en het liefst zijn ze onder de grond.
    En dat is nog niet het grootste probleem, in een Huis van de Nacht gebeuren vreemde dingen die niemand kan verklaren.
    Het Duister hangt buiten de school rond.
    Zal iedereen de verandering overleven en de vreemde dingen?


    Invul-ding-lijst:

    Naam:
    Affiniteit *hoeft niet per sé*:
    Leeftijd:
    Innerlijk:
    Uiterlijk:
    Extra:
    Rode halfwas/Gewone halfwas:

    Regels:

    - Er geldt een minimum van 6/7 regels.
    - 16+ is toegestaan, maar houdt het uiteraard netjes
    - Probeer minstens 1 post per week te schrijven
    - Reservering vervalt na 4 dagen
    - Powerplay is niet toegestaan
    - Geen perfecte personages, die bestaan niet
    - Let op spelling en interpunctie
    - Naamsveranderingen doorgeven
    - Als je even niet kan schrijven moet je dat even melden met de reden waarom je even niet kunt schrijven.
    - Geen ruzie.
    - Ik en Ewijn maken als enigste topics aan.
    - Als je hier iets wilt zeggen moet je dit erachter en ervoor zetten: () {} []


    Regels House of Night:

    - Als de avondklok ingaat, moet je op je eigen kamer of in de woonkamer.
    - Jongens en meisjes mogen niet bij elkaar op de kamer of in de woonkamer komen.
    - Niet met elkaar vechten.
    - Je mag overdag niet naar buiten als je merkteken niet verborgen is.
    - Je mag als halfwas geen mensenbloed drinken.
    - Geen spullen van andere stelen.

    Hogepriesteres: Camile Auracle - Glucio.

    Meisjes 7/7 VOL:

    - Jada Stone - MinnieMouseX
    - Katherine - emsie22
    - Rosemary Annabelle Nixon - Pebble
    - Marylou “Lou” Dianna Sagittarius - Rider
    - Audrey Walker - SPECS
    - Aurelia Luena Miller - Stuttgart
    - Aubree “Bree” Sogna - DreamerN


    Jongens 6/6 VOL:

    - Thom Dave Dyro - Winterwolves
    - Hayden Morran Ewijn
    - Brian O'Conner - Cinder
    - Dave Mason Shader - Winterwolves
    - Vincent Derek Twain/Poseidon - DreamerN
    - Philip Laurence Lee - Pebble


    OPGELET: Iedereen mag maar één affiniteit hebben.


    Begin: Iedereen wordt gemerkt en komt naar het Huis van de Nacht.

    [ bericht aangepast op 16 mei 2013 - 18:38 ]


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    [Ik zou echt graag meteen gaan schrijven, maar heb momenteel veel hw en moet ook nog trainen. Daarna schrijf ik wel een stukje. Ow, enne mijn topics]


    It just takes one negative comment to kill a dream

    amy66 schreef:
    [Ik zou echt graag meteen gaan schrijven, maar heb momenteel veel hw en moet ook nog trainen. Daarna schrijf ik wel een stukje. Ow, enne mijn topics]


    [Ghehe, geeft niet. Eigenlijk moet ik ook aan mijn huiswerk.:(]


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    (mijn topics)


    Happy Birthday my Potter!

    [mein Topics.
    Als ik inspiratie heb schrijf ik zo wat. Maar moet je schrijven dat je gemerkt wordt, of mag je ook beginnen met dat je in het huis aankomt?]


    Stenenlikker

    Ewijn schreef:
    [mein Topics.
    Als ik inspiratie heb schrijf ik zo wat. Maar moet je schrijven dat je gemerkt wordt, of mag je ook beginnen met dat je in het huis aankomt?]


    [Maakt niet uit, het mag allebei.(:]


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    [Mijn Topics]

    [ bericht aangepast op 4 april 2013 - 20:51 ]


    ~

    Aurelia Luena Miller

    Misselijk, dat voelde ik me momenteel heel erg. Mijn hoofd bonkte, mijn lichaam trilde en ik had een naar gevoel in mijn lichaam. 'Hier is het liefje' schud de stem van mijn oma me wakker. Zodra ik thuis was gekomen met een maansikkel op mijn voorhoofd wist ze waar ze me heen moest brengen. Ik stap rustig uit en pak mijn weekendtas van de achterbank. 'Je zult hier veilig zijn Aurelia' zegt mijn oma en kijkt trots naar het grote gebouw waar we voorstaan. 'En wat is dit precies?' vraag ik en kijk rond. 'Dit liefje, is het Huis van de Nacht.' Ik zie er niks speciaals aan, maar merk wel dat op een één of andere vage manier mijn misselijkheid en duizeligheid langzaam verdwijnt. 'Wat moeten we nu dan oma?' vraag ik en kijk haar aan. Zou iemand ons komen halen of moeten we gewoon door lopen, ik had werkelijk geen idee. 'Wacht maar af, er zal zo iemand komen om je te verwelkomen' glimlacht ze en kijkt weer naar het gebouw. Ik zucht en zet mijn tas neer en ga daar op zitten. In één middag is mijn complete leven over de hoop gehaald en loop ik met een stomme maansikkel op mijn voorhoofd rond, en niet te vergeten schelden ze me op school uit voor monster. Mensen die ik niet eens kende leken bang voor me en renden snel weg. Ik sluit mijn ogen even voor een paar tellen en probeer rustig te blijven in deze rare situatie.


    ~

    Marylou “Lou” Dianna Sagittarius (MaryLou Elizabeth McCallister) || Boogschieten – outfit

    Langzaam sjokte ik voort over het grindpad richting de oude blauwe Ford Mustang onder het afdak, waardoor de steentjes knerpten onder de zolen van mijn schoenen. Normaal zou ik op een dag als deze ongewoon vrolijk moeten zijn, aangezien het droog was en er warme zonnestralen tussen de dunne bewolking heen op de met groen gras bedekte aarde om mij heen vielen. Ook ikzelf stond in het volle zonlicht, maar het irriteerde mij mateloos. Ik had van die irritante bonkende hoofdpijn. Het was niet dat de pijn nou zo erg was, maar het leek mij bij alles wat ik deed lastig te willen vallen. De steken lieten duidelijk merken, dat ze in protest waren tegen iedere stap die ik zette en daarbij moest ik ook nog eens om de vijf seconden hoesten. Ik voelde mij knap beroerd en de zon maakte het er niet beter op.
    Een opgeluchte zucht ontsnapte mijn lippen, toen ik eindelijk het doffe blauwe voertuig had bereikt. Ik was, ondanks dat mijn lichaam niet bepaald meewerkte, toch blij dat ik weer naar school kon. Ik zou het niet veel langer in dit huis uitgehouden hebben. Gelukkig was mijn moeder al naar haar werk en had ik van haar deze ochtend geen last gehad, maar helaas gold dat niet voor mijn vader. En mijn verrekt vervelende zusje Angelina, dat altijd graag commentaar op mij en alles wat ik deed had, was ’s ochtends altijd thuis. Ik had de twee achterlijke stinkzwammen dan ook zoveel mogelijk genegeerd, maar net toen ik de laatste twee happen van mijn ontbijt wilde nemen, kon mijn zusje het toch niet laten:’Marylou heeft mij de hele nacht wakker gehouden met haar gehoest. Ze was net een blaffende stinkhond. Kan ze niet gewoon buiten slapen in een hondenhok?’ Mijn vader had mij streng aangekeken en had zijn mond open willen trekken, maar daar had ik hem de kans niet voor gegeven. Hij zou toch alleen maar zeurderige wartaal uitslaan, alsof ik er serieus iets aan kon doen. Ik had mijn zusje dus een dodelijke blik gestuurd en was snel naar boven gelopen om mijn tanden te poetsen. Gelukkig hadden ze daarna niks meer gezegd.
    ‘Hé Lou, ik weet dat het best saai wordt dat je me iedere ochtend op moet halen met je rijdende hoop schroot, maar in je auto voor je uit blijven staren heeft ook niet veel zin hoor!’ Ik keek verbaasd naar het raampje aan de bijrijderkant en zag mijn enige en beste vriendin Liv (eigenlijk Olivia, maar dat vond ik te lang) staan. Mijn mondhoeken krulden ietwat omhoog, terwijl ze instapte en ik onderdrukte een hoest, aangezien ze anders misschien zou zeggen dat ik ziek en dan wilde ze vast dat ik thuis bleef. Nou, mij niet gezien!
    ‘Eigenlijk was ik gewoon met mijn gedachtes ergens anders, maar nu je het zegt; het wordt tamelijk vervelend. Kan je niet een keertje zelf naar school?’ Ik keek mijn vriendin uiterst serieus aan. Haar aanstekelijke lach klonk door de auto, waardoor ook ik begon. Dit liep echter uit op een hoestbui en ik hield dus maar snel weer op met lachen. Liv stuurde mij een bezorgde blik, maar die negeerde ik.
    ‘Dus, op naar school dan maar.’ Ik voelde nog steeds haar ogen branden in mijn nek, maar keek strak voor mij uit en reed de oprit af. Aangekomen op de weg, gaf ik net gas, toen er plots iemand voor mijn auto ging staan. Ik trapte in een reflex vol op de rem en de mustang kwam onder luid protest van de motor met een schok weer tot stilstand. We hadden de man gelukkig net niet geraakt, maar mijn hart bonsde wel als een gek in mijn borstkas en ik staarde met grote geschrokken ogen van de man naar mijn vriendin. Even wist ik niet wat te doen, maar uiteindelijk stapte ik toch maar de auto uit.
    ‘Gaat het, meneer?’ vroeg ik voorzichtig. Ik bekeek het figuur dat zo plotseling voor mijn voertuig was gesproken en merkte dat er iets vreemds aan hem was. Hij was beslist niet “menselijk” en straalde een ongewone kracht uit. Mijn ogen gleden langs zijn voorhoofd en ja hoor, daar was inderdaad een saffierblauw merkteken. De tatoeages omlijnden in een tamelijk strak patroon zijn gezicht en zijn donkere ogen keken mij priemend aan.
    ‘Oh nee hè, het is zo’n dode vent en nog een speurder ook,’ kreunde ik. Dat hij voor mijn auto was gesprongen, betekende vast niet dat hij verdwaald was de weg even wilde vragen. Ook Liv was ondertussen uit de auto gesprongen en aan haar blik was te zien, dat ze exact hetzelfde dacht als wat ik dacht.
    ‘Marylou Elizabeth McCallister!’ Daar kreeg je het al. Die vent ging mij merken. Míj. Nou ja, misschien kon het wel iets zijn positiefs, maar of ik er nu echt vrolijk mee moest zijn.. ‘Nacht heeft u uitverkoren; uw dood zal uw geboorte zijn. Nacht roept u; luister naar haar lieflijke stem. Uw bestemming wacht u in het Huis van de Nacht!’ De speurder hief zijn hand op en richtte zijn wijsvinger op mij. Op dat moment leek mijn voorhoofd te ontploffen. Het was zo’n naar gevoel, dat ik wenste dat mijn kloppende hoofdpijn waar ik eerder last van gehad had weer terug was.

    ‘Lou, hij heeft je gemerkt,’ hoorde ik Liv fluisteren. Hevig knipperend tegen de zon, keek ik naar haar op. Haar gezicht stond minder bezorgd dan het in de auto had gedaan, terwijl ze haar blik onderzoekend over mij heen liet gaan. Blijkbaar was ik achterover gevallen of zo, want ik zat op de grond en steunde op mijn handen, die ik achter mij had geplaatst.
    ‘No shit Sherlock,’ mompelde ik al hoestend en krabbelde overeind. ‘Ik zet jou af bij school en rijdt dan gelijk door naar het Huis van de Nacht. Ik heb slechte verhalen gehoord over halfwassen die daar niet heen gingen en de verandering gelijk afstootten,’ ging ik verder en stapte in de auto. Liv zei niks, maar ik wist dat ze tegen mij in wilde gaan. Dat had bij mij echter toch geen zin, dus hield ze wijselijk haar mond. Zo reden we in stilte (op mijn ergerlijke gehoest na) naar school, waar ik haar afzette en mijn weg vervolgde naar het Huis van de Nacht. Ik wist waar het was, aangezien iedereen hier wist waar het was. Wat ik niet wist was of ik blij was of niet. Een vampier zijn had zo zijn voordelen, koele voordelen. Bovendien vond ik alles wat ik over Nux, godin van de halfwassen en vampiers, gehoord had echt heel vet.
    Aangekomen bij het mooie mystieke gebouw dat men het Huis van de Nacht noemde, parkeerde ik mijn Ford Mustang en liep naar de hoofdingang. Daar bleef ik besluiteloos staan, niet echt wetend of ik gewoon naar binnen kon lopen en mij melden of zo, of dat er iemand naar buiten moest komen. Ik wist wel wat over halfwassen enzo, maar dat kon ik nou niet echt veel noemen.
    Op een afstandje zag ik nog een meisje met haar oma, die ook bleef wachten. Ik besloot dus maar naast de deur op de grond te gaan zitten en keek een beetje om mij heen. Dit was nu al de vreemdste dag van mijn leven.

    [ bericht aangepast op 4 april 2013 - 21:11 ]


    Happy Birthday my Potter!

    (Hmmm, hij is wel lang geworden :') Ik maak een bericht voor Camile, als de rest ook bij het Huis is )


    Happy Birthday my Potter!

    {mijn topics,
    Ik schrijf aan het eind van de middag wel mijn eerste stukje, moet eerst een stagedag overleven XD }


    Credendo Vides

    Jada Stone

    Ik snap eigenlijk niet waarom ik ook naar Amerika moest. Ik had het aardig leuk in het Engelse Huis Van De Nacht. Maar mijn ouders vonden dat ik ook naar Amerika moest verhuizen. Misschien houden ze toch nog een beetje van me. Waarom is deze auto ook zo langzaam? Ik had mijn eigen auto in Engeland moeten laten en mijn zus had deze voor me gekocht. Oh, kijk! Daar is het al. Zo langzaam is hij dus niet. Oh nee. Straks ga ik gepest worden met mijn Britse accent! Oh nee, oh nee, oh nee! Okee,ik moet eventjes relaxen. Ik ben er nu al. Langzaam parkeer ik de auto en haal ik de sleutel eruit. Ik stap uit en haal mijn koffer uit de achterbak. Ik loop naar de hoofdingang en zie er een meisje zitten. Ik loop naar haar toe. 'Hoi, ben jij ook nieuw?' vraag ik. Eigenlijk ben ik zelf halfnieuw. Ik ben wel al een tijdje een halfwas, maar ben nog nooit in dit Huis van de Nacht geweest. En het zou fijn zijn om vrienden te maken. Want anders wordt ik zo'n eenzaam meisje zonder vrienden en zal ik nog sneller gepest worden.


    It just takes one negative comment to kill a dream

    [Mijn topics. Is iedereen nieuw btw?]


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    [@Pebble; ja.(:
    @Iedereen; waarschijnlijk kan ik vandaag nog niet reageren, omdat ik twee verslagen moet scrijven voor dinsdag. Van het weekend kan ik sowieso niet omdat ik bij mijn vader ben en die heeft geen computer, en ik heb geen eige laptop.:(
    Ik zal proberen vandaag te reageren.(:]


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    Aubree "Bree" Sogna ~ Duister en Licht ~ 18 ~ Ierland.

    "Bree lieverd, zou je zo vriendelijk willen zijn om deze brief op de post te doen ?"
    Met de bezem nog in mijn handen en mijn donkere haar in een geimproviseerde vlecht liep ik op mijn blote voeten naar mijn moeder toe, die overheerlijke appelkaneel taarten aan het bakken was, met zelf gemaakte cider en honingthee.
    "Morgen krijgen we belangrijke mensen op bezoek."
    "Laat me raden, het gaat weer over de scholing van Bae."
    Onverschillig haalde mijn moeder der schouders op waarop haar lange rode krullen op en neer deinsden. "Misschien, misschien gaat het wel over jou."
    Nonchalant grappend snoof ik. "Dacht het niet aangezien jullie toch al weten wat jullie met me moeten."
    Mijn moeder lachte "Dat is zo, maar kom op." Ze stak me de brief toe. "Wees een lief meisje en doe deze eens op de post."
    Nu moest ik ook glimlachen, natuurlijk zou ik het voor haar doen.
    "Is het goed als ik even langs de boekenwinkel ga ?"
    Nu was het mijn moeder die even snoof. "Jij toch ook altijd met je boeken." Maar al snel lachte ze weer haar gewoonlijke lach. "Zolang je maar voor het eten thuis bent, wat over een uur is."
    Ik bedankte mijn moeder voor ik de deur uit snelde, halverwege het tuinpad weer omkeerde om mijn vergeten schoenen aan te trekken.
    De algemene brievenbus was op een heuveltje dat uitkeek over de zee, wat altijd voor een wonderbaarlijk zicht zorgde, de golven die ongeveer tien meter onder je hard op de klippen sloegen waardoor er allemaal schuim opspatte.
    Voor de boekenwinkel moest ik een kleine omweg op de terugweg maken, maar hert was een omweg die ik graag maakte.
    Boeken zijn altijd al een groot gedeelte van mijn leven geweest en er ging geen dag voorbij zonder dat ik er wel eentje in handen had gehad en met mijn ogen en dromen verslonden had, alsof de gelezen woorden naar mijn vingers zouden stromen en zo genoeg inspiratie zou bieden voor mijn eigen verhalen.
    Maar er was nog een reden waarom ik steeds naar deze boekenwinkel kwam en zoals het voor vele meisjes gold was het een jongen.
    Maar niet zomaar een jongen.
    Zijn naam is Calder en hij is de populairste jongen van mijn school en vele meisjes zitten hem achterna om zijn atletische bouw, goede prestaties en uitermate goed gevoel voor humor.
    Als zij ook maar te weten komen dat hij hier werkt, dan was het gedaan met de rust die de winkel uitstraalt
    Ik haalde de vlecht uit mijn haar, waardoor het in een prachtige golf naar beneden viel in een dik bos haar, wat mijn huid bleek maakte en mijn ogen deden spreken en vol goede moed deed ik de deur open en het belletje boven de deur tingelde vrolijk terwijl ik naar binnenstapte.
    Daar stond hij, achter de balie, zijn grasgroene ogen keken me aan. "Ah Aubree, daar ben je weer, ik miste je al voor een aantal dagen."
    Zo nonchalant mogelijk haalde ik mijn schouders op. "Had veel te doen thuis en het boek dat ik de laatste keer gekocht had was dik."
    Hij lachte. "Dat is inderdaad zo." Hij rommelde wat in een tas die onder de toonbank stond. "Deze zijn vandaag binnengekomen en ik moest direct aan jou denken." Hij legde een stapeltje van ongeveer twintig centimeter op de toonbank wat ongeveer vier boeken inhield.
    Mijn vingers gleden over de zijkanten en ik las al snel de titels. Wiccans in en rond het huishouden. en Handige trucjes voor een gezond heksenleven.
    , Schrijven voor heksen. en als laatste Het grote handboek voor hedendaagse spreuken.
    "Wow, Calder, deze zijn echt geweldig !"
    Hij lachte. "Geen dank, als het me lukt om mijn baas over te halen kan ik ze je voor een koopje meegeven."
    Enthousiast keek ik hem aan. "Zou dat echt kunnen ?"
    Met een knipoog en zijn mond bewegend in "Watch me." liep hij naar achteren, waar ik hem op een deur hoorde kloppen.
    Er werd wat terug geroepen en Calder wende zich weer tot mij. "Ik moeten even wachten, waarom ga jij niet gewoon eventjes de rekken bij langs, misschien ligt daar ook nog wel wat leuks tussen."
    Na een goedkeurende knik wende ik me tot de rest van de winkel, die verlicht werd door een aantal prachtige kroonluchters die een dromerig licht uitstraalden over de boekenkasten.
    Het rustgevende gevoel dat ik altijd kreeg als ik mijn vingers over de boeken heen liet strijken golfde door me heen en deed me even mijn ogen sluiten voor een trucje dat ik altijd deed.
    Een warm gevoel schoot door mijn lichaam heen en veranderde snel in koud, waarna het begon te schommelen.
    Uiteindelijk bleef mijn vinger op een boek hangen dat precies goed aanvoelde en pakte het uit het rek.
    Waardoor ik recht in twee zo lichtgrijze ogen keek dat ik er van schrok.
    Er stond een man naar me te kijken vanaf de andere kant van het boekenrek.
    Zijn ogen waren niet als enigste bleek, zijn gelaat was op een griezelige manier prachtig ivoor, zijn haar hing lang zwart tot ver over zijn rug.
    Maar mijn ogen werden groot toen ik de ingekleurde halve maansikkel op diens voorhoofd zat, dat saffierblauw oplichtte.
    "Dhílleachtaí Oíche" Fluisterde ik, redelijk verbaasd. "Nachtwezen."
    Als de man me al gehoord had, wat hij ongetwijfeld had gedaan liet hij dat niet merken.
    Het leek wel een eeuw te duren voor hij zijn mond open deed terwijl hij me alsnog strak aanstaarde.
    "Nux heeft u uitverkoren." Hij boog even eerbiedig zijn hoofd, waarna hij zijn ogen weer in de mijne brandde. "Uw dood zal uw wederopstanding zijn." Hij hief zijn handen even de lucht in alsof hij iets aan wou roepen, maar ik kon alleen maar als verlamd naar hem luisteren.
    "De nacht roept u; luister naar haar machtige stem." Sprak hij iets luider dan voorheen, voor hij zijn stem weer dempte voor hopelijk het laatste zodat ik kon maken dat ik bij hem uit de buurt kwam. "Uw lot wacht u in het Huis van de Nacht." Zijn stem was nu niets meer dan een fluistering.
    Blijkbaar was daarmee de cirkel rond want hij keek weg en ging weer rechtop staan, waardoor ik erachter kwam dat hij langer was dan ik gedacht had.
    Hij legde een kaartje neer op de plek waar ik het boek weg had gehaald en ik vroeg me af waar die voor was.
    Net toen ik het kaartje wou pakken schoot er een enorme pijn door mijn hoofd heen.
    Ik had hier wel eens van gehoord, maar het kan me niet overkomen, echt niet.
    Ik ben een heks, geen geschikt materiaal voor vampier.
    Hoe kan ik twee dingen tegelijk zijn ?
    Ik ben een heks en ik blijf altijd een heks, wat er ook gebeurd.
    Is er geen manier om hier onderuit te komen ?
    Mijn handen trilden toen ik het kaartje pakte.
    Huis van de nacht 1 : Amerika.
    Alsof alles nog niet erg genoeg is, nu moest ik ook nog eens alles hier verlaten om verdomme naar Amerika te moeten.
    In Europa zijn toch ook huizen ?
    Achter me hoorde ik een deur open en dicht gaan, wat alleen maar kon betekenen dat Calder weer terug kwam.
    "Het is gelukt Aubree ! Je kan alle vier de boeken voor €20,- bij elkaar meenemen." Toen vonden zijn ogen de mijne en zijn glimlach verstompte.
    "Waarom huil je ?"
    Hoe kon hij het zien door het haar dat voor mijn gezicht heen was gevallen, maar ik wist dat ik het hem zou moeten mededelen.
    Zonder een woord te zeggen schoof ik mijn haar aan de kant om hem de saffierblauwe maanomtrek op mijn voorhoofd te laten zien.

    {Wow.. ik ben even productief bezig geweest (: Als het voor mij ook zo gaat met Nanowrimo ben ik zo over mijn limiet heen (:
    Poseidon komt ook vanavond of anders morgen avond... of pas zondag aangezien ik morgen een wedstijd heb XD}

    [ bericht aangepast op 5 april 2013 - 17:49 ]


    Credendo Vides

    Hayden Morran

    Toen ik thuiskwam was ik half geschokeerd. Zoals normaal was ik vanochtend op de fiets naar school gegaan. Ja, zo'n beetje iedereen hier heeft een auto, maar ik niet. Ik moet het doen met een simpele fiets, al vind ik zelf dat er niets mis mee is. We hebben trouwens niet het geld om een auto voor mij te kopen. Ik moet al blij zijn dat mijn ouders een auto hebben, die we nog wel een gebruiken voor een uitje. en ik woon niet eens zo ver van mijn school, ongeveer een halfuurtje fietsen, en die tocht is vaak een heerlijke tocht. Het is het perfecte moment om mijn gedachten op een rijtje te zetten. En dat moment had ik heel hard nodig toen ik op weg was naar huis. Op school aangekomen, had ik zoals altijd mijn fiets in de fietsenstalling neergezet. Om me heen waren nog een paar mensen, weinig, omdat er maar weinig mensen waren die, net zoals ik, fietsten. Maar er was nog iemand, iemand die duidelijk niet op mijn school thuishoorde. Na mijn eerste blik op hem, besteedde ik geen aandacht aan hem, maar ik had de ingekleurde maansikkel op zijn voorhoofd over het hoofd gezien. Maar de tweede keer zag ik die wel, en met een schok besefte ik dat hij een speurder was, dat hij hier was om iemand te merken. En hij keek míj aan. Hij was hier om mij te merken. Als versteend bleef ik staan en keek terug. Toen sprak hij. Hij zei mij dat ik uitverkoren was om Nux te dienen, om een vampier te worden....
    Nadat hij mij dit verteld had, was ik als een speer terug naar mijn fiets teruggegaan, ondertussen pijnscheuten in mijn hoofd voelend. Snel had ik m'n fiets van slot gehaald en aan de tocht weer naar huis begonnen. Ik was uitverkoren om naar het Huis van de Nacht te gaan. Ik zou een vampier worden. Dit idee beangstigde mij heel erg. Wat zou het betekenen? Ik was blij dat ik op de fiets even tijd had om er zelf over na te denken. Maar nu irriteerde de zon me. Ze scheen fel in mijn ogen en ik moest ze dichtknijpen, zodat ik niet teveel licht in mijn ogen kreeg. Onderweg bedacht ik me, dat ik nu waarschijnlijk ook zo'n merkteken om mijn voorhoofd had zitten. Toen ik op dat idee was gekomen had ik gauw mijn capuchon diep over mijn voorhoofd getrokken. Voordat ik thuis was, mocht niemand weten dat ik gemerkt was.
    En tja, eenmaal thuis was ik nog steeds in schok. Ik zette mijn fiets snel in de schuur en liep naar binnen. Voordat ik de woonkamer binnenstapte, keek ik nog gauw even in een spiegel. Het merkteken zat er inderdaad.
    'Waarom ben je nu al thuis, lieverd,' vroeg mijn moeder toen ik de woonkamer binnenkwam, mijn jas had ik nog aan en mijn capuchon bedekte nog mijn merkteken. Ik bleef voor haar stilstaan en deed toen mijn capuchon af. Mijn moeder keek geschokt toen ze het merkteken zag.
    'Ik ben gemerkt,' zei ik, wat eigenlijk overbodig was, omdat mijn moeder dat natuurlijk al door had. Even waren we stil, maar al gauw verbrak mijn moeder de stilte: 'Ik vind het zo erg voor je,' zei ze.
    'Ach, ik denk dat ik er wel mee kan leven,' zei ik. Ik hoopte dat het waar was, wat ik net zei. Ik was er eigenlijk helemaal niet zeker van of ik er wel mee zou kunnen leven. Ik zou mijn leven moeten achterlaten voor een onzekere toekomst. Er werd gezegd dat niet ieder die gemerkt was een vampier zou worden. En zij die geen vampier werden, zouden sterven.


    Stenenlikker