• Wanneer het psychiatrische ziekenhuis Western State in Massachusetts in 1997 het verminkte lichaam vind van een jonge stagiaire wordt aangetroffen, is er geen gebrek aan verdachten. De inrichting zit er vol mee. Het psychiatrische ziekenhuis is er vooral om gekken binnen te houden, de buitenwereld buiten te sluiten en hun behandeling is niet op vooruitgang gebaseerd. Er worden maar zelden patiënten ontslagen. Het ziekenhuis zit veel te vol en hulpkreten worden niet beantwoord, deels door de onderbezetting in personeel. Vanuit Boston komt een officier van Justitie om de moordenaar binnen de muren te zoeken. De verplegers willen wel een handje helpen, maar de leiding probeert dit zoveel mogelijk tegen te houden omdat 'de dagelijkse gang van zaken en de behandelingen niet verstoord mogen worden'. Welke partij wint het uiteindelijk en zal de moordenaar gevonden worden voordat er meer moorden gepleegd worden?


    Het Western State Hospital bestaat uit meerdere gebouwen. Deze RPG speelt zich in één van deze gebouwen af, met de naam Amherst. Elk gebouw is genoemd naar college's in Amerika. In elk gebouw bevind zich een minigemeenschap vol met gekken. Er zit geen systeem in de gebouwen, elk gebouw krijgt schizofrenen, depressieven, dementen, zwakzinnigen, verstandelijk gehandicapten en catatonen. Wat er vooral gedaan word is ze medicijnen geven en als ze onrustig worden nog meer medicijnen geven. Het ziekenhuis is niet zozeer uit op voortgang, af en toe worden er enkelen ontslagen, maar dit enkel als ze ergens heen kunnen hierna.

    Het gebouw bestaat uit drie verdiepingen. Op de begane grond vind je de ingang, samen met de verpleegkundigen post. Er is een lange gang zoals op elke verdieping, waaraan verschillende kamers grenzen. Op de begane grond is dit de eetzaal, de dagbesteding kamer waar twee tv's staan, verschillende banken en tafels, spelletjes en een pingpong tafel. Verder zijn er nog allerlei kamers die iets weghebben van klaslokalen, dit zijn kamers voor de dagbehandeling. Daar worden groepssessies gedaan.
    Op de eerste verdieping vind je de slaapzalen. De trap erheen zit tegenover de verpleegkundigen post. Als je boven aankomt heb je eerst de slaapzalen voor mannen. Het is hier veel te vol, de slaapzalen zijn niet berekend op zoveel mensen en de bedden staan dicht op elkaar. Aan ieders voeteneind staat een kist met persoonlijke spullen. Aan het einde van de slaapzaal zijn de douches en de wc's. Hier heb je echter maar weinig privacy. Tussen de mannenslaapzaal en de vrouwenslaapzaal zit opnieuw een verpleegkundigen post.
    Op de derde verdieping vind je de paar kantoren die er zijn, plus de opbergplekken voor dossiers. Hiernaast heb je daar ook de isoleercellen, deze zijn 2 bij 3 meter groot. Erin staat een bed die vastgespijkerd is aan de grond en een wc pot. Patiënten in de isoleercel hebben doorgaans een dwangbuis om. Van deze cellen zijn er 6.
    Tevens zijn er op elke verdieping wc's en kasten die altijd op slot zitten. Hierin zitten schoonmaakspullen en wat nog meer nodig is. De muren en vloer van het gebouw zijn wit, er zijn genoeg ramen, maar ze hebben allemaal tralies ervoor. Naar buiten gaan is enkel mogelijk onder begeleiding van verplegers en met toestemming van de arts of psycholoog. Er is een basketbalveldje en een tuin waarin patiënten mogen werken. Aan de rand van het terrein ligt een armoedige begraafplaats. Het komt vaak voor dat patiënten geen familie (meer) hebben en daar sterven of zelfmoord plegen.

    De verpleegkundigen dragen uniformen, deze zijn over het algemeen wit met lichtblauw, broeken, vesten, shirts en rokken. Voor de vrouwen is er ook nog een kapje maar het is niet verplicht om te dragen. De psychiater en de medisch directeur dragen hun eigen kleding. De patiënten krijgen kleding van het ziekenhuis, maar mogen ook hun eigen kleding dragen die ze hebben meegenomen. Ze krijgen een witte pyjama, een witte broek, een wit vest en een blauw t-shirt. Schoenen kunnen op aanvraag gedaan worden, maar zijn meestal croc-achtige dingen in alle kleuren.

    Alle werknemers wonen tijdelijk of definitief op het terrein van het ziekenhuis. Er staat een grote flat met woningen, sommige speciaal voor gezinnen en anderen voor alleenstaande mensen.


    Regels:
    - Geen perfecte karakters.
    - Niemand buitensluiten.
    - 16+ is toegestaan.
    - Minstens 300 woorden per post.
    - Alleen ik open nieuwe topics.
    - Naamsveranderingen graag melden.
    - Blijf realistisch, ze leven in een psychiatrisch ziekenhuis, dus houd je aan het ziekenbeeld.
    - Maximaal 3 rollen per persoon in variatie.
    - Niet offtopic gaan, hiervoor is een praattopic.
    - Let op je spelling en grammatica.
    - Speel alleen je eigen karakter.
    - Reserveringen blijven maximaal 3 dagen staan, ook als ze nog niet helemaal ingevuld zijn. Dit kan veranderen in overleg ivm vakanties.


    Rollen:

    Officier van Justitie:
    - Lucy Ryu - Assassin

    Medisch Directeur:
    - Geert Gijsbrecht - dooddoenervo

    Psychiater:
    - Zayden Rhys Burke - Assassin

    Verpleegkundigen:
    - Andrew Tyler Jenkins - Tyrion
    - Scarlett Bane - Pom

    Patiënten:
    - Remy Terence Shaw - Assassin
    - Vintain Perssons - ApexPredator
    - Alexander Jean Rýmers - Vlahos
    - Sawyer Finn - Ramsays
    - Mick Daimon - Shion
    - Isabelle Reanne Fonseca - Lahey
    - Gracie Mirabelle Peyton - Tyrion
    - Faye Luna Caldwell - Macabre
    - Faith Shepperd - HippieDream
    - Janet Brooklyn - Etoiles

    [ bericht aangepast op 24 juli 2013 - 16:31 ]


    Your make-up is terrible

    Alexander Jean Rýmers

    Mijn kalmte was flink teruggekomen. Ik loop de zaal door, een van de schoonmakers is nu net bezig met het opruimen van de pannenkoek en de bordscherven die ik op de grond had gegooid.
    "Goedemorgen meneer Rýmers. Ik denk dat het tijd is voor ons gesprekje, denk je niet?" Ik kijk naar Zayden en haal mijn schouders een klein beetje op. Misschien is dat wel even lekker, hart luchten en zo. Iets zelfzekerder knik ik dan. Ik vouw mijn armen over mijn borstkas en buig mijn hoofd iets naar voor. Zayden aankijken doe ik maar een beetje, als ik mensen aankijk nu word ik een beetje onzeker. Dat had ik wel gemerkt met Lilian daarnet. Ik bijt even op mijn lip.
    Wanneer Zayden zich omdraait en begint te lopen, volg ik hem langzaam.
    "Heb je een beetje lekker kunnen slapen?" Vraagt Zayden als we onderweg naar zijn kantoor gaan. Ik denk na, heb ik lekker geslapen of niet? Wat moet ik zeggen. Alles wat ik zeg heeft invloed op mijn dossier denk ik. Nee dat weet ik zeker.
    Als we aankomen bij het kantoor van Zayden ga ik voor hem naar binnen, daar ga ik zitten op de stoel.
    "Ja," geef ik zacht als antwoord. "ik heb wel geslapen..." mompel ik zachter en priegel wat aan mijn handen. Dan zet ik een van mijn handen aan mijn mond en begin wat nagel te bijten.
    Afwachtend kijk ik naar Zayden. Hopelijk ging hij niet boos worden door mijn antwoord. Ik kijk het kantoortje rond en eindig weer met mijn blik op Zayden. Ik zet mijn hand weer aan mijn mond en begin weer nagels te bijten. Een gewoontje als ik gesprekken heb met de psychologen en de andere mensen.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Mick Daimon

    Echt heel blij was ik nu nog niet met de pannenkoeken, ze waren echt niet zo lekker als wat ik mij herinnerde.. 'Ik had er meer stroop op moeten gooien,' mompelde ik zachtjes en naam vervolgens toch nog maar een hap ervan. 'Wil jij ze de volgende keer niet maken?' vroeg ik met een klein lachje aan de konijn. Als of een knuffel dat kon doen, zelfs ik kon vertellen dat dat niet kon. Lichtelijk staarde ik naar de pannenkoeken. Rare ronde dingen eigenlijk.. En nu zijn ze wat kleveriger geworden door de stroop. Zou het kunnen plakken aan de muur? Ik keek bedenkelijk naar de muur. Dat leek me een leuk plan.
    'Goedemorgen,' hoorde ik ineens naast mij mompelen. Ik keek op zij en zag Remy naast mij zitten. De plan om een pannenkoek tegen de muur aan de gooien was uit mijn hoofd verdwenen en kwam niet meer terug, misschien was dat ook wel beter. 'Magie!' zei ik tegen hem en keek hem verbaasd, maar bewonderend aan. Ik zag hem daar niet zitten en zag hem ook niet voorbij lopen. Ik keek een beetje de zaal rond, maar kon mij ook niet echt bedenken waar hij zou hebben kunnen hebben gezeten. 'Lekker geslapen na vannacht?' vroeg hij aan mij. Ik keek hem vragend aan en haalde lichtjes mijn schouders op. 'Ik wel,' zei ik met een glimlach tegen hem. 'Misschien Aniki niet.. Ik zag het niet, maar ik gok op een groot insect! Maar daar ben ik niet bang voor!' Ik schoof mijn bord naar hem toe en legde de vorm er boven op. 'Pannenkoekje? Vind ze thuis nog steeds veel lekkerder dan hier.. Of ze zijn allemaal smerig en ben ik slecht in onthouden.' Ik haalde mijn schouders weer op. Wie maakte ze vroeger eigenlijk ook al weer. Mama niet.. Misschien papa? Nee, dat was raar.. Waarom zijn pannenkoeken wel onthouden maar niet hoe hij eruit ziet. Ik haalde mijn schouders lichtjes op en keek toen Remy weer vragend aan. 'Kan jij pannenkoeken bakken?'

    -Ok, ben schrijven beetje verleerd.. De volgende is langer en wat minder gepraat..-


    Always though that I might be bad. Now I'm sure that it's true, cause I think you're so good & I'm nothing like you

    Zayden Rhys Burke

    Als ik Alexander eerst begroet, haalt hij zijn schouders iets op, maar dan knikt hij, alsof hij weet dat hij het nodig heeft. Ik glimlach als hij zijn armen over zijn borstkas vouwt en wat onderdanig zijn hoofd buigt. Hij bijt op zijn lip en ik draai me om, nu volgt hij me zeker weten wel. Dan vraag ik of hij lekker heeft geslapen, waarna het stil blijft. Ik dwing hem niet om meteen antwoord te geven, misschien stel ik de vraag later nog wel eens. Ik loop mijn kantoor in en sluit de deur achter hem. Alexander gaat zitten op een stoel en ik ga ook achter mijn bureau zitten.
    "Ja," antwoord hij dan zonder dat ik de vraag opnieuw hoefde te stellen en ik kijk hem iets verbaasd aan terwijl ik door mijn papieren begin te rommelen. Ik heb zijn dossier hier ergens... "ik heb wel geslapen..." Zijn stem word zachter en hij vertoont tekenen van nervositeit door op zijn nagels te bijten. Ik knik enkel iets en vind ondertussen eindelijk wat ik zocht. De papieren worden bij elkaar gehouden door een kartonnen map, standaard. Er zit een plakkertje met zijn naam op, op verschillende plekken en aan het uiteinde zitten twee uitsteeksels waardoor ik hem in mijn dossierkast kan hangen en opbergen, wat ik zelden doe. Hierna ga ik opzoek naar mijn pen, die ik uiteindelijk in de borstzak van mijn gekreukelde overhemd vind.
    Zijn gedrag is redelijk standaard, rondkijken en bijten op zijn nagels. Zoiets zegt elke pagina op zijn dossier wel. Ik zet de datum op en vrije regel en pen eronder Zelfde nerveuze gedrag, nagelbijten in mijn slordige handschrift. Het zijn niet bepaald hanenpoten, maar alle letters lijken een beetje op elkaar en zijn groot, met flinke uithalen. "Weet je welke dag het vandaag is, Alexander?" vraag ik aan hem. Het is een standaard vraag, gewoon even om te kijken hoeveel grip patiënten nog op de werkelijkheid hebben. Als ze het niet weten verbeter ik hen en vraag ik het aan het einde van de sessie nog eens.
    Als Alexander de vraag dan beantwoord heeft kijk ik echt goed op van de papieren. "Hoe zit het met je woedeaanvallen? Ik heb gehoord dat ze niet minder worden... Maar wat vind je er zelf van?" vraag ik aan hem. Natuurlijk is het handig om te weten hoe hij erover denkt, maar het maakt uiteindelijk niet veel uit voor het eindoordeel. Mijn hoofd houd ik iets schuin als ik hem aankijk en wat op antwoord.

    Remy Terence Shaw

    "Magie!" zegt Mick plots met een verbaasde uitdrukking op zijn gezicht. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes als hij de zaal even rondkijkt. Dan moet ik zacht lachen. "Niet echt, je let gewoon niet op," grinnik ik zacht als ik begrijp waar hij het nou over had. Ik vraag of hij lekker geslapen heeft waarna zijn blik vragend komt te staan en hij zijn schouders wat ophaalt. Misschien weet hij het niet, maar ik heb hem wel buiten de slaapzaal gezien. Gek zijn is nogal ingewikkeld, waardoor ik maar niet ga proberen te bedenken wat er aan de hand kan zijn.
    "Ik wel," antwoord hij dan met een glimlachje. "Misschien Aniki niet... Ik zag het niet, maar ik gok op een groot insect! Maar daar ben ik niet bang voor!" Door zijn uitleg snap ik het al, het was één van de andere mensen binnenin hem die het gezien heeft. Zijn bord schuift hij naar me toe met de pannenkoek erop. "Pannenkoekje? Vind ze thuis nog steeds veel lekkerder dan hier... Of ze zijn allemaal smerig en ben ik slecht in onthouden." Ik grimas als ik ernaar kijk en schud met mijn hoofd. "Nee, dank je. Eet zelf maar op. Ik heb mijne al op." zeg ik tegen hem en schuif het bord weer richting hem. Ik ben nog misselijk van die ene pannenkoek.
    "Kan jij pannenkoeken bakken?" vraagt hij en ik schud opnieuw met mijn hoofd. "Nog nooit geprobeerd, ik kook niet thuis," antwoord ik simpelweg. "Kookte." verbeter ik mezelf snel. Volgens mij zit het er voor mij niet echt in om snel naar huis te gaan. "Maar Mick..." begin ik dan op een gedempte toon, waarop mijn stemmen tekeer beginnen te gaan. Ze weten wat ik ga zeggen en zijn het er niet mee eens. Ik moet me niet in zulke zaken werken volgens hen en gewoon doen alsof er niets gebeurd is. Ik negeer ze zoveel mogelijk. "Denk je dat iedereen de slaapzaal uit zou gaan voor een groot insect? Of dat de politie zou komen?" vraag ik hem en ik kijk hem met een schuin oog aan. Volgens mij weet hij van binnen wel wat ik bedoel.

    [ bericht aangepast op 31 juli 2013 - 13:46 ]


    Your make-up is terrible

    Mick Daimon

    Door zijn gegrinnik merkte ik dat hij het niet raar vond dat ik over magie begon, nou ja. Ik hoopte daar gewoon op. Ik moest beter opletten, had hij gezegd. Misschien had hij wel gelijk, maar toch hielt ik het op magie. Ik bedoel zeg nou zelf, magie is toch een leukere oplossing dan beter opletten? Ik beantwoordde zijn vraag en bood hem daarna een pannenkoek aan. 'Nee, dank je,' had hij gezegd. 'Eet zelf maar op. Ik heb de mijne al op,' vervolgde hij en schoof het bord weer mijn richting op. Stiekem begon ik ook al aardig vol te raken. Pannenkoeken zijn dat wel dun, maar man wat zijn ze groot! Mijn maag niet zo groot als een pannenkoek.. Ik vroeg aan Remy of hij pannenkoeken kon bakken, waarop hij zijn hoofd schudde. 'Nog nooit geprobeerd, ik kook niet thuis,' antwoordde hij, waarna hij zichzelf gelijk verbeterde. 'Kookte.' Vragend keek ik hem aan. Ik bedoel, we woonde nu toch niet hier? We logeren hier, toch?
    'Maar Mick,' begon Remy op een gedempte toon, waar kwam die toon vandaan? Had ik iets misdaan? Vragend keek ik hem aan. Ik kon zo gauw niks bedenken. 'Denk je dat iedereen de slaapzaal uit zou aan voor een groot insect? Of dat de politie zou komen?' vroeg Remy en keek mij met een schuin oog aan. Ik had dus niks misdaan! Het ging over de insect. 'Ja!' had ik meteen gezegd en knikte er overtuigend bij. 'Grote insecten zijn eng.. N-niet dat ik er dan bang voor ben! Al dacht Aniki van wel. Aniki gelooft mij niet. De andere mensen waren misschien wel allemaal bang en belden daarom de politie. Wat zou jij doen als je een grote insect zag?' vroeg ik nieuwsgierig aan Remy. 'Want Remy is niet bang. Remy is ook dapper, toch?'


    Always though that I might be bad. Now I'm sure that it's true, cause I think you're so good & I'm nothing like you

    Alexander Jean Rýmers

    Zayden schrijft wat op. Mijn ogen gaan langzaam over het papier, maar wanneer Zayden weer naar mij kijkt, kijk ik weg.
    "Weet je welke dag het vandaag is, Alexander?" vraagt hij aan me en ik bijt even op mijn lip. Dan knik ik even, maar echt antwoord geven doe ik niet. Ik weet heus wel welke dag het is hoor. Ik kom er alleen niet op, dat is alles.
    "Hoe zit het met je woedeaanvallen? Ik heb gehoord dat ze niet minder worden... Maar wat vind je er zelf van?" Zayden houd zijn hoofd ietwat schuin en kijkt naar mij. Ik weet niet waar ik moet kijken en kijk maar naar mijn handen die ik op dit moment in mijn schoot gelegd heb.
    "Ik heb geen woedeaanvallen," zeg ik zachtjes en kijk Zayden even kort aan. "dat noem ik gewoon een uitbarsting omdat iets niet gaat zoals ik wil," mompel ik nog zachter, eerder fluisterend. Ik slik een keer en bijt weer op mijn lip.
    "En volgens mij worden ze wel minder hoor," zeg ik dan en ga iets rechter zitten. Ik kijk Zayden nu aan. "Ik hoor niemand klagen," zeg ik vervolgens en haal mijn hand even door mijn haar. Meteen zak ik terug, nu verraadde ik mezelf ook nog even volgens mij. Want ik zit net te zeggen dat het geen woedeaanvallen zijn en dan zeg ik dat ze minder worden. Ik kijk meteen weer terug naar mijn handen in mijn schoot.
    "Zelf vind ik er niets aan." Ik kijk naar mijn handen en breng weer een van mijn handen naar mijn mond toe, ik zet mijn nagels tussen mijn handen maar echt bijten lukt niet, ze zijn als veel te kort geworden door eerder en net. Ik zet mijn handrug tegen mijn mond en begin maar een beetje op mijn huid te zuigen.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Remy Terence Shaw

    Zijn vragende blik na mijn verbetering valt me op, maar ik ga er niet op in. Ik weet niet of hij de mogelijkheid heeft om hier vandaan te komen, ik waarschijnlijk toch niet. Voor hem ga ik het niet verpesten en al helemaal zijn hoop niet de grond in slaan. De stemmen in mijn hoofd zuchten goedkeurend. Toch weet ik dat het lang zal duren voor hem, hij heeft de persoonlijkheidswisselingen nog lang niet in de hand en volgens mij zijn er ook geen juiste medicijnen voor en geloven ze enkel in eeuwige opsluiting voor zulke mensen.
    Dan buig ik me voorover en begin ik op fluistertoon. Mick krijgt een iets angstige blik in zijn ogen, maar die verdwijnt als snel nadat hij hoort wat ik hem vraag. "Ja!" zegt hij meteen zo overtuigend als hij kan, hij gelooft het dus echt. "Grote insecten zijn eng... N-niet dat ik er dan bang voor ben! Al dacht Aniki van wel. Aniki gelooft mij niet. De andere mensen waren misschien wel allemaal bang en belden daarom de politie. Wat zou jij doen als je een grote insect zag?" vraagt hij op een nieuwsgierige toon. "Want Remy is niet bang. Remy is ook dapper, toch?"
    Ik lach zachtjes, ik ben juist iemand die lucht. Toch laat ik Mick in die waan en knik ik. "Ik ben ook niet bang voor reuze insecten, maar die bestaan niet. Er is iets anders gebeurt, iets wat veel erger is!" Ik probeer mijn stem zacht te houden zodat ons gesprek niet teveel opvalt, maar gelukkig is het niet bepaald stil in de eetzaal. Iets verderop maakt een oudere man stampij om stroop en moeten de verzorgd hem in zijn stoel terug drukken. "Er is iemand doodgegaan door iemand anders, het was Kort Blondje." vertel ik hem op een serieuze toon die laat zien dat ik het echt meen. Ik voel me lichtelijk schuldig dat ik hem uit zijn droomwereldje trek waar alles een stuk beter is en ik voel me er behoorlijk egoïstisch om, maar hij kan het beter nu van mij horen dan van een ander in een ander gesprek.

    Zayden Rhys Burke

    Hij bijt op zijn lip en knikt enkel als ik vraag welke dag het is. Een bekende reactie. Ik glimlach iets en schrijf opnieuw wat op. "Het is dinsdag vandaag." zeg ik terwijl ik schrijf. Dan vraag ik hoe het zit met zijn woedeaanvallen en kijk ik hem iets nieuwsgierig aan, mijn hoofd houd ik schuin. Natuurlijk weet ik al dat Alex ontwijkend gaat reageren, dit kan ik zien aan zijn handen die hij in zijn schoot houd en daarnaar kijkt in plaats van naar mij. Mensen zijn redelijk voorspelbaar, de normalere mensen hier dan. In het ziekenhuis gelden andere regels dan hierbuiten en dat is waarom ik lang niet iedereen goed kan voorspellen.
    "Ik heb geen woedeaanvallen," zegt hij op een zachte toon. "dat noem ik gewoon een uitbarsting omdat iets niet gaat zoals ik wil," zijn stem word steeds zachter en hij bijt opnieuw op zijn lip. "Dat is goed, maar we moeten het toch een naam geven, Alexander. We noemen het gewoon even woedeaanvallen, voor het makkelijke." zeg ik tegen hem. Het is misschien een kinderlijke manier om met patiënten om te gaan, maar het werkt vaak wel. Ze zijn meestal enorm eigenwijs en koppig, dit helpt wel iets als je geluk hebt. Meestal ontkennen ze wat ze hebben, aangezien ze denken dat ze zo sneller weg komen uit het ziekenhuis. Niets is minder waar, hierdoor krijgen ze enkel een slechter advies.
    "En volgens mij worden ze wel minder hoor," zodra hij dat gezegd heeft komt hij ineens zelfverzekerder over. Hij kijkt me recht aan en gaat ook rechtop zitten. "Ik hoor niemand klagen." Met die woorden zakt hij terug in zijn stoel en glimlach ik kort, zijn houding is weer helemaal ingezakt. "Dat komt omdat wij de klachten binnenkrijgen, niet jij." antwoord ik. Volgens mij beseft Alexander zelf heel goed dat hij last heeft van woedeaanvallen, ik vraag me enkel af of hij vind dat het door hem of andere komt en of hij inziet dat het erger is geworden. "Zelf vind ik er niets aan." mompelt hij er nog achteraan en begint met zijn handen bij zijn mond afleiding te zoeken.
    Ik knik begrijpend. "Zeg Alexander, zou je me iets kunnen vertellen? Het blijft tussen ons beide," vraag ik hem en ik probeer hem gelijk gerust te stellen. Ik leg mijn pen demonstratief weg en zet mijn ellebogen op tafel zodat ik me iets naar hem toe kan buigen. "Vind jij dat deze aanvallen jouw schuld zijn of komt het omdat anderen het uitlokken en kan jij er gewoon niets aan doen?" vraag ik aan hem, om zijn kijk erop te vinden.


    Your make-up is terrible

    Mick Daimon

    Remy begon zachtjes te lachen en vroeg mij af wat voor grapje ik had gemaakt. Was het zo raar dan dat ik zei dat hij dapper was? Remy is toch dapper? Mijn vermoedens werden bevestigd en hem ja zag knikken. 'Ik ben ook niet bang voor reuze insecten, maar die bestaan niet,' begon hij. Vragend en niet begrijpend keek ik hem aan, grote insecten bestonden niet? Ja wel toch? 'Er is iets anders gebeurd, iets wat veel erger is!' ging hij verder. Zijn stem bleef zachter en bleef zacht. Ongemerkt ging ik dichter bij Remy zitten zodat ik kon horen wat hij zei. De rest was ik eerlijk gezegd al weer vergeten. Nu leek het alsof Remy en ik geheimpjes aan het delen waren, of waren we dat ook? Ik was benieuwd wat voor ergs.. Hadden ze van elkaar gestolen? Of had iemand snoepjes gekregen wat niet mocht.. 'Er is iemand doodgegaan door iemand anders, het was Kort Blondje,' vertelde Remy mij op een serieuze toon. Ik hoopte dat hij in de lach schoot en ging zeggen dat hij mij mooi tuk had, dat ik makkelijk iets geloofde, maar die kwam er niet. Niets wees op een grapje en Remy bleef heel de tijd dood serieus. Lichtjes schudde ik mijn hoofd en pakte mijn knuffel van tafel en hielde die tegen mij aan. 'Ik had gehoopt dat je een grapje maakte,' biechtte ik eerlijk op en keek beetje beschamend omlaag. Wie maakte hier eigenlijk grapjes over? 'Ik had haar laatst nog gezien, geloof ik,' mompelde ik zachtjes. 'Zeker weten dat het geen insect was? Mensen en insecten zijn makkelijk te verwarren hoor.. Zag je dat laatst? Er was er één met apart haar. Ik had haar bijna vergist met een spin.. Ze had geluk, anders was het zo pats! Weg spin.'


    Always though that I might be bad. Now I'm sure that it's true, cause I think you're so good & I'm nothing like you

    Alexander Jean Rýmers

    "Dat komt omdat wij de klachten binnenkrijgen, niet jij." zegt Zayden omdat ik zei dat ik geen klachten kreeg. Ik kijk hem aan en dan weer weg.
    Toen ik zei dat ik er zelf niets aan vond knikte Zayden begrijpelijk, dat begrijpt hij wel hé. Ik kijk door de ruimte heen en zie van alles. Het leid me best wel af en ik moet mijn ogen van de dingen om mij heen afrukken om de aandacht op Zayden te vestigen.
    "Zeg Alexander, zou je me iets kunnen vertellen? Het blijft tussen ons beide," Ik kijk hem aan, volg de beweging die hij maakt als hij zijn ben weg legt en ga iets achteruit wanneer hij dichter naar mij toe buigt.
    "Vind jij dat deze aanvallen jouw schuld zijn of komt het omdat anderen het uitlokken en kan jij er gewoon niets aan doen?" Waarom vraagt Zayden dat aan mij. Ik haal mijn schouders even op en kijk hem dan aan.
    "Anderen lokken het uit, omdat ze niet doen wat ik wil, of dat het helemaal niet klopt," zeg ik zachtjes. Ik bijt op mijn lip en kijk naar beneden. "Die pannenkoeken waren ook niet goed, daarom ben ik net boos geworden, ze klopte niet," Ik duw de stoel naar achter en sta op.
    "Ik wil hier weg, ik hoor hier niet!" Ik voel mijn lichaam trillen en mijn blik schiet de ruimte rond. Ik word gek, ik moet frisse lucht hebben of zo, iets. Ik zet mijn handen in mijn haar en trek eraan, vervolgens laat ik ze eruit glijden en snel ik nar het raam. Het moet open! Ik zoek een hendel, en wanneer ik die gevonden heb ruk ik het raam open en zuig ik een hele teug frisse lucht naar binnen. Ik sluit mijn ogen en leun met mijn handen op het venster.
    "Ik hoor hier niet..." spreek ik zachter en buig mijn hoofd wat naar beneden.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Ik schrijf me uit.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    (Vlahos went Papaoutai trouwens)


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.