• Diep verscholen in de ijsbergen van Groenland ligt het Hemmeligetræ Instituut voor Jonge Magiërs. Hier komen al generaties van jonge Magiërs, waar ze vrij de kunsten van het toveren kunnen leren zonder enige weet van de Dreuzels. Al sinds dag en dauw staan de derdejaars in voor het vervaardigen van de staf van de eerstejaars, ook dit jaar is dat weer het geval.
    Dit RPG volgt enkelen van hen. Sommigen zullen goed met elkaar kunnen opschieten, anderen iets minder. Maar toch hebben beiden elkaar nodig. De eerstejaars krijgen geen staf zonder dat een laatstejaars deze voor hen vervaardigt, en de derdejaars studenten kunnen niet afstuderen zonder een staf gemaakt te hebben. Balans is wat centraal staat in deze school.
    Kom binnen, en laat de magie je in vervoering brengen.

    Voor een grondige uitleg over de school, lees de story
    Praattopic


    Eerstejaars studenten:
    -James Oliver Olssen - Vlahos | Dennendal
    - Jade Filza Berrytrees - Levicorpus12 | Beukenberg
    - Celeste Amarante O’Connell - BananaXCooki | Dennendal
    - Ardemmis Thomas Sunfox - Ninuturu | Wilgenwoud
    - Melody Rose Amber Heard - Nici | Wilgenwoud
    - Mattaaq Avvá - Praesidium | Wilgenwoud
    - Steffani Demi Wilson - Roww | Beukenberg

    Laatstejaars studenten:
    - Jacob Oscar Olssen - Theodora | Wilgenwoud
    - Jonathan Sebastian Larsen - Aurae | Dennendal
    - Nathanael Ganya Diamante - NightVale | Wilgenwoud
    -Lucy Daniëlle Mackenzie - VladiFerr | Beukenberg
    - Aurora Amárys Grey Gimlas | Dennendal
    - Thomas Betoto Bjelland - Mebarak | Wilgenwoud
    - Jeremy Picadelli - Roww | Beukenberg


    Regels

    - Wij vertrouwen erop dat jullie zelf het aantal jongens en meisjes in balans houden. Indien niet dan zullen wij tijdelijk een stop op de meisjes zetten.
    - Per post is er een minimum van twaalf regels, al wat meer is wordt ten zeerste geapprecieerd.
    - OOC graag tussen haakjes.
    - Hou het vriendelijk onder de users zelf, personages mogen ruzie maken.
    - Beperk 16+, dit is niet het hoofddoel van dit RPG.
    - Perfect characters (lees: Mary Sue's en Gary Stu's worden niet goedgekeurd.
    - Maximaal twee rollen p.p.
    - Je geeft elkaar de tijd om te reageren.
    - De rollen van de leerkrachten worden niet gespeeld, er wordt gewerkt met mededelingen door Vlahos en mezelf. Deze dienen gevolgd te worden.
    - Enkel Vlahos en ikzelf openen nieuwe topics.
    - Naamsveranderingen graag doorgeven


    Regels ivm de school:
    - Niemand gaat naar de toren van een andere afdeling, tenzij voor school gerelateerde zaken en de gehele afdeling het ermee eens is.
    - De lessen zullen gevolgd worden, anders volgen er consequenties voor de desbetreffende leerlingen.
    - De leerlingen kunnen alleen magie gebruiken door middel van hun staf, zij hebben geen speciale individuele gaves. Ook Faunaten en dergelijke zijn niet toegestaan.
    - De leerlingen hebben geen familiars.


    Voor het indelen heb ik gewoon de volgorde waarin de derdejaars nu staan genomen, en dan briefjes getrokken.
    Bewijs dat het eerlijk ging
    let niet op mijn chubby omavingers
    Als je geen zin hebt om te puzzelen, dan staat het hieronder nog eens op een rijtje, hehe :Y)

    Jacob - Steffani
    Jonathan - Ardemmis
    Thomas - Mattaaq
    Nathanael - Melody
    Lucy - James
    Aurora - Jade
    Jeremy - Celeste


    Het is de eerste schooldag. De studenten worden één voor één met de Arkenslee opgehaald. Na een lange rit zullen ze toekomen op school, waar de eerstejaars naar de binnenplaats geleid zullen worden voor de indelingsceremonie. De derdejaars zullen de toekijken, terwijl ze de lijnen van de driehoek waarin de bomen staan vervolledigen.

    [ bericht aangepast op 15 okt 2013 - 13:37 ]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    (Zijn huisdieren toegestaan?
    Zo ja, welke wel en welke niet?)


    "I'm in the mood for chaos." - Cheryl Blossom [Weggooiwashand --> Katalante]

    [Neen, geen huisdieren op Hemmeligetræ toegestaan ;) ]

    [ bericht aangepast op 29 sep 2013 - 17:25 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    [Kunnen vragen voortaan in het praattopic? De link staat in de beginpost, onder de story]

    Jacob Oscar Olssen

    Met een zucht open ik mijn ogen, tot ik besef welke dag het vandaag is. Terug naar school! Er verschijnt een zachte glimlach op mijn gezicht, ik ben waarschijnlijk de enige maar ik heb school echt gemist. Twee maanden thuis zitten zonder iets om handen is helemaal niks voor mij. Er zijn ook maar zoveel opdrachten voor extra punten die je kan doen en daar zat ik helaas vrij snel doorheen. Het feit dat ik zowat genegeerd werd de hele vakantie omdat James zonodig weer alle aandacht moest heeft ook niet echt geholpen. Maar nu kan ik eindelijk weer zo- Nee. Niet zonder James naar school. Verdraaid, dat is ook waar, die dreumes start in het eerste jaar vandaag. Mijn goede bui dreigt ten onder te gaan aan deze gedachte, tot er een sprankeltje hoop in me opkomt. De ceremonie! James moet nog ingedeeld worden, wie weet zit hij wel niet eens in mijn afdeling! De kans is heel groot, zo verschillend als we zijn. Met hernieuwde moed sta ik op en baan me een weg naar de badkamer.
    "Jamesie, wakker woorden poepie, je mag naar school vandaag. Oh, mijn kleine jongen is eindelijk groot," hoor ik mijn moeder tegen de deur van mijn broer ratelen. Ik rol een keer met mijn ogen en schiet me snel de badkamer in. Als James namelijk wakker is dan weet ik dat ik die kans aan mijn neus zal zien voorbijgaan.
    Nadat ik me van mijn pyjama ontdaan heb, stap ik onder douche. Ik slaak een gil als de eerste stralen ijskoud zijn. Ik leer het ook nooit om dat ding aan te zetten alvorens ik er onder stap. Waarschijnlijk ligt die kleine broer van mij in een deuk, als hij al wakker zou zijn en dit gehoord heeft. Na nog een diepe zucht geslaakt te hebben, zeep ik me in en was mijn haren. Wanneer ik hiermee klaar ben, stap ik uit de douche en zet het water af, waarop ik mijn uniform wil aandoen, enkel om tot de conclusie te komen dat mama alleen James' uniform heeft klaargelegd. Ik begrijp ook niet waarom ik er op hoopte...
    Na nog snel mijn tanden gepoetst te hebben, verlaat ik de badkamer om mijn uniform te halen in mijn slaapkamer. Helaas heeft iemand de badkamer al ingepalmd tegen de tijd dat ik terug ben. Ik besluit me verder aan te kleden in mijn slaapkamer, beseffend dat ik er dus niet meer op hoef te hopen mijn haar nog te kammen. Wat een indruk zal ik maken.
    Als ik aangekleed ben rep ik me naar beneden. Ik heb nog net tijd om een glas pompoensap te drinken en iets te eten, want ik hoor de Arkenslee al komen.
    "Schiet op, James!" roep ik naar boven.
    Ik sleur mijn koffer, die al enkele dagen volledig gepakt staat naar buiten en laad hem op de slee, waarna ik zelf ook op stap. Ik leg één van de dekens over mijn benen heen zodat ik het niet te koud krijg. Het is altijd zo'n verschrikkelijk lange rit.
    "Thomas," begroet ik mijn afdelingsgenoot met een glimlach.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    James Oliver Olssen

    Ik lig nog eigenlijk veel te lekker in mijn bed. Ik was wel al een tijdje wakker en ik weet ook welke dag het is, maar ik heb geen zin om zonder geroepen te worden uit bed te gaan. Als ik geklop hoor op de deur draai ik me snel op mijn zij en trek de deken over mijn oor.
    "Jamesie, wakker woorden poepie, je mag naar school vandaag. Oh, mijn kleine jongen is eindelijk groot," het is mijn moeder. Wanneer de deur open gaat wrijf ik even door mijn ogen zodat het lijkt of ik net wakker word. Met een kleine glimlach kijk ik naar mam.
    "Het is zo een spannende dag hé," het is duidelijk dat mam meer opgewonden is over deze dag dan ik. Ik lach mijn tanden even bloot en sla de dekens van me af. Ik kijk op als ik een gil vanuit de badkamer hoor komen en ik grijns even waarna er een lach ontsnapt.
    "Jacob leert het nooit," grinnik ik en mam schud haar hoofd even en haalt haar hand door mijn haren heen. Ik krijg nog een zachte knuffel en dan gaat mam de kamer uit. Met een glimlach kijk ik haar na en dan sta ik op.
    Wanneer de badkamer open gaat sta ik bij de deur en zie ik dat het Jacob is, waarschijnlijk wil hij nog terug gaan maar hij heeft pech. Ik snel de badkamer in en doe de deur op slot. Jammer joh, broer.
    Ik pak een washand en handdoek en was me helemaal, als dat gedaan is pak ik een boxer uit het kastje en trek die aan, ook pak ik een hemd en dan volgt het uniform. Met een grijns kijk ik in de spiegel hoe ik eruit zie en knik een keer.
    "Schiet op, James!" hoor ik de stem van mijn broer beneden, ik rol even met mijn ogen en ga dan naar beneden. Ik pak de appel, die mam mij voor houd aan en krijg een kus op mijn wang. Pap zegt nog een aantal dingen dat ik hem trots moet maken en zo.
    "Ik ga je zo missen Jamesie!" zegt mam en ik krijg nog een kus.
    "Moet gaan mam!" zeg ik en ik trek me los, dan pak ik mijn koffer weer op van de grond en ga naar buiten toe. Daar kijk ik naar de Arkenslee en lach mijn tanden bloot. Ik zet mijn koffer erin en ga zelf ook zitten, naast Jacob. Ik hoor hem de jongen naast hem begroeten met de naam Thomas en ik kijk naar hem.
    "Thomas hoor ik? Mijn naam is James," zeg ik en ik steek mijn hand uit. Met een schuine blik kijk ik mijn broer even aan.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Lucy Daniëlle Mackenzie - BB - 3de jaars.

    Als ik mijn pannenkoeken op heb loop ik weer de trap op. Zuchtend sta ik in de deuropening van mijn kamer. Dit zou de laatste keer zijn dat ik mijn kamer voor een lange tijd zou zien. Ik maakte mijn bed nog even op en gooide de gordijnen open. Ik keek uit over de besneeuwde velden en dat deed me goed. Ik ging het weer heerlijk hebben op de school. Aangezien het daar zonnig en warm was. Ik grijnsde bij het idee alleen al. Ik gooide mijn hutkoffer op mijn bed en klikte het open.
    Mijn vrije tijds kleding zaten er al in.
    'Deze krijg je van ons' hoor ik de stem van Alex. Ik draai me om en zie mijn broer in de deuropening staan. Ik vond het altijd makkelijk hen uit elkaar te halen. Aangezien Alex een tattoo had op zijn linkerarm en Jared juist niet. Hij had een stapel boeken in zijn handen en ik glimlachte toen hij die voorzichtig in mijn koffer legde.
    'Dankjewel' zei ik, glimlachend. Toen toverde hij mijn gewaad tevoorschijn.
    'Je kan niet weggaan zonder deze' zei hij. Die legde hij toen erbij. Beneden hoorde ik Jared roepen dat de slee was gearriveerd. Ik klikte de koffer weer dicht en tilde hem op. 'Hulp nodig?' vroeg Alex. Koppig schudde ik mijn hoofd. Ik sjouwde de koffer mee en kwam aan bij de trap. Ik slikte even. Alex grinnikte en tilde de koffer uit mijn handen en liep met gemak de trap af. Mopperend volgde ik hem. Als ik in de deuropening sta zie ik de vrolijke slee. Mijn koffer word er in gezet door Jared en Alex. Mijn tante haalt plots mijn toverstok tevoorschijn.
    'Vergeet je niet iets?' vraagt ze, plagend. Die stok had ik in mijn eerste jaar gekregen. Het was me dierbaar, aangezien ik het altijd goed had kunnen vinden met mijn mentor. Ik keek er naar uit om nu zelf mentor te worden. Ik pakte de stok en zette hem achter mijn oor. Toen haalde ik hem weg en legde hem in het houten kistje dat mijn tante aan me gaf. Ik had het kistje stevig in mijn hand vast toen ik iedereen een knuffel gaf. De tweeling drukte traditioneel een kus op mijn hoofd.
    Toen stapte ik de slee in en zwaaide ze na toen die weer begon te rijden. Zuchtend plofte ik neer naast een jongen. Ik slaakte bijna een kreetje van blijdschap toen ik zag wie het was.
    'Jeremy!' riep ik blij. Mijn beste vriend! Jeremy zat net als ik in BeukenBerg en was zeer waarschijnlijk homo. Niet dat ik daar een probleem mee had. Ik hield van hem zoals hij was.
    'En?' vraag ik. 'Zin in school?'


    "Rebellion's are build on hope"

    Nathanael Ganya Diamante

    Er zijn voordelen in het hebben van een plat dak. Het betekent dat, als ik er zin in hebt, ik gewoon uit mijn raam kan klimmen en op het dak kan zitten. Dit is dan ook hoe ik vaak mijn tijd doorbrengt. Momenteel ligt er geen sneeuw, dus lig ik op mijn rug en staar ik naar de grijze lucht. Er staat een kille wind, maar daar ben ik aan gewend.
    Ik lig hier al sinds drie uur in de ochtend. In zwarte jeans, met een wit t-shirt en een donker-rood jacket. Mijn haar steekt alle kanten uit en er hangen wallen onder mijn blauwe ogen. Het is inmiddels zes uur, en de zon komt al langzaam op. Niet dat je het echt merkt, dankzij het dikke grijze wolkendek. Ik hoor mijn vader verdwijnselen, terwijl mijn moeder waarschijnlijk aan eht douchen is. Lav ligt natuurlijk nog in bed: Hij kwam pas rond vier uur thuis. Hij is een paaldanser in de locale gay-bar. De buren vinden het schandalig, maar mijn ouders geven er niets om. Ze willen alleen dat hij veilig is, hun een sms-je stuurt elke twee uur, en condooms gebruikt. Verder kan het ze niet schelen wat Lav doet. En mij eigenlijk ook niet, als ik eerlijk moet zijn.
    Ik ben het natuurlijk niet eens met wat Lav doet... Hij danst rond een paal tot de vroege uurtjes, gekleed in niets meer dan een g-string. Het is vulgair. Maar niemand is perfect, dus ik hou mijn mond.
    Ik wordt uit mijn gedachten gerukt als Cinder, onze familie-uil, op mijn borst land. Hij pikt zijn snavel tegen mijn voorhoofd, een strenge blik in zijn ogen. Ik weet heel goed wie hem gestuurt heeft. Moeder. Ik zucht en rek me uit, waardoor Cinder van mijn borst afslijdt. Hij maakt een geirriteert geluid en vliegt weg, waarschijnlijk terug naar zijn open kooi om wat slaap te vatten.
    “Nathanael!” Je zou denken dat ik me moest haasten. Ik zucht en klim mijn kamer in. Ik gooi het raam achter me dicht, waardoor er een geirriteerd geluid uit Lav’s kamer komt.
    “Sorry!” roep ik vrolijk, waarna ik de trap afren. Moeder geeft me een half-strenge blik, waarna ze naar de tafel wijst.
    “Was je handen, Nathanael.” Ze weigert me Nathan te noemen. Erg irritant, maar niemand is perfect. Zeker niet moeder, wiens pannekoeken altijd bijna-verbrand zijn. Gelukkig maakt ze vandaag een ommelette, wat te zout is. Mijn moeder is een vriendelijke vrouw, hoewel ze streng is tegen haar kinderen. Ze geeft duidelijk behoorlijk veel om ons. Ze laat Lav immers ‘zijn hart volgen’. Ze vind het prachtig dat hij iedere nacht gaat ‘dansen’. Ik heb het nog niet in haar hoofd kunnen krijgen dat paaldansen niets is om trots op te zijn.
    Moeder draagt vandaag haar sari. Toen moeder haar waarzeggerij-winkel opende, heeft Vader haar elf verschillende sari’s gekocht, in India. Moeder is er gek op en elf is haar favoriete nummer. Ze draagt vandaag een rode sari met zilver borduurwerk. Haar zwart-getoverde haar zit in een los knotje op haar hoofd en ze draagt slecht-aangebrachte rode lippenstift. Moeder is net zo imperfect als ik zelf ben. Dit brengt een vage glimlach naar mijn lippen.
    “Dat was heerlijk,” zeg ik, mijn ommelette al achter mijn kiezen. Te zout en te weinig peper, maar goed.
    “Dankje, lieverd.” Ze glimlacht. Zelf is ze nog maar halverwege haar ommelette. Ze werpt een blik op de klok en kijkt dat naar mij. Mijn warrige haren, mijn oude pyjama’s... Ik weet al heel goed wat ze gaat zeggen.
    “Wanneer heb je voor het laatste gedouched, jonge man?”
    “Gister-ochtend, moeder.”
    “Nathanael, de slee zal hier in een uur zijn.”
    “Ik ga al, ik ga al,” zeg ik met een lach. Moeder glimlacht terug en schud haar hoofd.
    “Is je koffer gepakt?”
    “Yes, mom.” Moeder haat het als ik Engels tussen mijn zinnen gooi, maar soms kan ik er niets aan doen. Ik spring op, ren naar boven en neem een snelle douche. Koud water, shampoo en bodywash. Daarna droog ik me af en trek ik mijn unfirom aan. Her past nogsteeds perfect. Het geheel duurt minder dan twintig minuten. Dus is val neer op mijn bed, een schrift in mijn linkerhand en een pen in mijn rechter. Ik kladder wat woorden neer, dingen die nergens op slaan.
    Poison on my soul. Rain falling into my eyes. Life has no meaning.
    Footprints in the snow. Follow me into darkness. A vicious cycle.

    “Nathanael! De slee is hier!”
    “I’m coming!”
    “Als ik nog één Engels woord uit je hoor jonge man...” hoor ik moeder dreigen. Ik kan de glimlach in haar stem bijna horen. Ik rol mijn ogen en sleur mijn koffer de trap af. Ik maak natuurlijk zo veel mogelijk geluid, bij wijze van afscheid voor Lav.
    “NATHAN!”
    “Sorry Lav!” roep ik vrolijk de trap op. “Zie je met Kerst!” Ik geef moeder een zoen op haar wang en wandel het huis uit. Ik gooi mijn koffer de slee in en begroet de kinsoragu. Ik ben dol op die beesten. Ik aai de laatste over het hoofd en zit neer in de slee.

    [ bericht aangepast op 29 sep 2013 - 21:26 ]


    Welcome to Night Vale. All Hail the Glow Cloud. All Hail Perfect, Beautiful Carlos.

    Ardemmis Thomas Sunfox
    Loom stap ik uit mijn bed, mijn lichaam protesteert en alles doet pijn, ik rek mezelf even uit en krijg een verschrikkelijke pijnscheut door mijn linker arm.
    Ik pak mijn kleding van de stoel af en begin dat aan te trekken, ik wou wel douchen maar ik was bang mijn moeder wakker te maken.
    Nadat ik mijzelf had aangekleed pakte ik mijn tas en wat extra spulletjes en loop ik richting de trap, voorzichtig en rustig loop ik eraf.
    Ik zet mijn tas bij de deur en loop de keuken in, ik zet een luikje open en de kat van de buren gaat naar binnen, hij begroet me luid en miauwend, "hoe laat ben je nou weer voor mijn raam komen staan?" vraag ik hem, niet dat hij me antwoord zal geven. Hij geeft me een kopje tegen mijn arm en ik pak het pak met brokjes uit de kast, ja ik voerde de kat van de buren, gewoon wat extra's want ze vergaten het wel eens. "Red jij jezelf wel zonder mij?" vraag ik hem terwijl hij aan zijn brokjes begint "zolang je maar uit de buurt blijft van me moeder heh"
    Ik kook wat eitjes voor mezelf en zet wat warme chocolademelk, genietend neem ik een slok waardoor de slagroom op mijn bovenlip komt te zitten. Ik let even niet op en op het volgende moment voel ik een klauw in mijn gezicht en word mijn gezicht afgelikt door de kat, hij laat me niet los tot alles weg is. "Ja bedankt voor het bad" zeg ik droogjes, hij geeft me een zwiep van zijn staart en vertrekt weer door het raam, ik haal mijn schouders op en ga aan tafel zitten.
    Ik begin al gouw aan mijn ontbijt en drink mijn drinken erbij op, ik werp een blik op de klok als alles op is en zet de spullen in de vaatwasser.
    Ik doe het raam weer dicht en berg alle gebruikte spullen weer op, ik loop richting de woonkamer en begin wat te schetsen in het schets boekje.
    Ik schrik op na een tijdje en vergat haast dat de slee eraan zou komen, ik neem mijn schets boekje mee en pak mijn tas en stap naar buiten, "Dag dag mam" zeg ik zacht voor ik in de Arkenslee stap.


    "Find peace in who and what you are." — Saphira

    Jeremy Picadelly
    Als ik in de arkenslee stap zie ik dat er al aardig wat mensen in zitten. Alleen niet veel mensen waar ik zin heb om mee te praten.. Ik moet het eerst even laten bezinken dat ik weer naar school moet en mijn familie weer een lange tijd niet kan zien..
    De slee begint weer te rijden en ik kijk naar de omgeving waar we door heen reizen. Mijn elleboog geleund op de zijkant van de slee, steun ik mijn hoofd met mijn hand. Zo volg ik alles waar we langs gaan. Ieder jaar veranderd er wel iets in de omgeving. Het zijn kleine dingetjes maar ik heb het altijd in de gaten als er iets anders is. Of het nou een nieuwe boom is of juist een oude boom die takken verloren is, een nieuw huis of een dier, ik zie het altijd wel.
    De slee stopt weer bij een huis, een voor mij bekend huis. Ik ben hier vaker geweest, het huis van Lucy, één van mijn beste vriendinnen. Met een glimlach kijk ik toe hoe de deur open gaat en het meisje met de donker bruine haren stapt naar buiten. Haar egale gezicht en de mooie blauwe ogen vallen me ook meteen op. Als ik dit hard op zou zeggen zou iedereen me raar aan kijken, want ja iedereen van school verwacht dat ik homo ben. Ik ben alleen 'nog' niet uit de kast gekomen. Ik vind het best grappig dat iedereen het denkt, maar ook begrijp ik het wel. Ik kleed me netjes, mijn haar zit altijd netjes, ik kom uit een gezin met veel meiden en ik ga graag met meiden om. De feiten zijn duidelijk, alleen het enige is dat ik voor zover ik zelf weet toch echt op meiden val. Maar ja, ik heb nog nooit met een jongen gezoend dus veel kan ik er niet echt over zeggen..
    Ik hoor hoe Lucy naast me neer ploft met een diepe zucht, iets wat me doet grinniken.
    Pas als ze mij op merkt verschijnt er een glimlach op haar gezicht, een mooie glimlach die haar lippen siert. "Jeremy!" roept ze vrolijk.
    "Lucy!" roep ik dan, net zo vrolijk terug. Als ze me vraagt of ik zin in school heb knik ik bedenkelijk.
    "Jawel, ik heb best zin in school, mijn vrienden terug zien en dat soort dingen.. maar ik vind het jammer dat ik mijn familie weer zo lang niet zal zien" vertel ik haar schouder ophalend.
    "En jij? Heb jij er zin in?" vraag ik haar dan vervolgens met een glimlach.


    Little do you know

    Jade Filza Berrytrees
    Ik ga in de slee zitten, tussen een aantal andere kinderen. Sommigen kijken naar me, anderen kijken weer over de rand van de slee, die langzaam begint te rijden. Een oudere jongen en meisje praten geanimeerd met elkaar over de school, waar ze hoogstwaarschijnlijk al langer op zitten dan ik. We stoppen soms. Blijkbaar is de slee onzichtbaar voor dreuzels, want niemand kijkt op of om naar een arkenslee, getrokken door vijf van de waarschijnlijk meest vage wezens die ze ooit hebben gezien. Ik kijk naar het landschap en de steden die we voorbij razen. Dan stoppen we weer. Er stapt weer iemand in. Aangezien ik niks anders te doen heb dan naar het landschap kijken, bestudeer ik de kinsoragu. Het zijn grappige wezentjes, pinguïns met het achterlijf van een zeehond, of zeeleeuw, whatever. Ze maken grappige geluidjes om te communiceren en, telkens als ze stoppen beginnen ze hele gesprekken in het Kinsoraguaans. Ik grinnik. Dan haal ik mijn tas tussen mijn knieën vandaan en haal één van mijn boeken eruit en begin erin te lezen. Mensen stappen in en beginnen te praten, met elkaar, met de kinsoragu, met iedereen die ze maar kennen. Godzijdank ben ik niet de enige die niet aangesproken word. Alle eerstejaars zitten stil een boek te lezen of beginnen zenuwachtig een praatje met elkaar. Anderen kijken naar buiten en weer anderen praten zachtjes in op de kinsoragu. Op een gegeven moment rijden we achter een andere slee aan, en beginnen mensen daarin dingen naar mensen in onze slee te roepen. Het is opzich best gezellig, maar ik mag wel hopen dat ik daar nog vrienden krijg. No need to worry, denk ik bij mezelf. Dat komt nog wel.
    Het landschap verandert en wordt kouder. Zouden we er bijna zijn?

    [goed? Ai, ik vond t zelf wel oké]

    [ bericht aangepast op 30 sep 2013 - 17:20 ]


    { do you call yourself a freaking hurricane like me? }

    (Doe de naam er even boven zetten. Je was hier eerder ook al op gewezen,)


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    [sorry ik ben zo handig :(]


    { do you call yourself a freaking hurricane like me? }

    - Mijn topics. -


    kindness is never a burden.

    Mattaaq 'Matt' Avvá.

    Ik knijp mijn ogen dicht, wanneer het licht van de overloop mijn kamer binnensijpelt en op mijn oogleden terecht komt. "Mattaaq, jongen," Klinkt de zware stem van mijn opa, "Het is tijd en je zusjes zitten al anderhalf uur op je te wachten." Ik murmel een antwoord, maar een gaap onderbreekt me. "Ik kom er zo aan" Mijn stem lijkt anders te klinken vandaag, volwassener.
    Langzaam duw ik mijn deken van me af en laat ik mijn benen langs het randje van mijn bed glijden, waarna een zachte kuch mijn mond verlaat. Nadat ik mezelf uitgebreid heb uitgerekt, adem ik diep in en ga ik overeind staan. Het feit dat het mijn opa moet zijn die me wakker maakt, doet me zeer. Ik had het liefst gewild dat het mijn moeder was, maar dat zou hoe dan ook onmogelijk zijn en dan heb ik nog mijn vader die een paar dagen geleden onverwacht naar het buitenland moest voor zijn werk. Hij wist dat hij me een lange tijd niet te zien zou krijgen, maar ik kan het hem niet kwalijk nemen. We zijn beide niet erg goed in het nemen van afscheid. Misschien lijken we toch wat meer op elkaar, dan dat ik altijd heb gedacht. Mijn vader heeft er wel voor gezorgd dat ik afscheid kan nemen van mijn twee kleine zusjes én van mijn opa en oma. Hij heeft voor Ikiuna en Bibe een ochtend vrij kunnen krijgen om persoonlijke redenen en nou ja, opa en oma zijn opa en oma en hebben ook zo hun activiteiten die ze voor mij hebben afgezegd. Toch zal dit afscheid nooit compleet kunnen zijn zonder hem, maar hier zal ik het mee moeten doen.
    Ik knipper even met mijn ogen, wanneer ik het lichtknopje indruk en de duisternis verlicht word. Met een vlugge beweging, trek ik een la van mijn ladekast open en haal ik er een schone boxer uit. Met mijn boxer en een kledinghanger waar mijn complete uniform aan hangt, loop ik de gang op richting de badkamer. Ik weet dat Ikiuna, Bibe en mijn opa en oma beneden op mij zitten wachten, maar ik wil een fris en fruitige start maken, met de nadruk op 'fris'.
    Nadat ik mijn haar met shampoo heb gewassen en mijn lichaam met zeep, draai ik met een snelle beweging de kraan uit en laat de laatste druppels water over mijn lichaam glijden. Mijn ene hand trekt het gordijn en stukje open, waarna ik met mijn andere hand een handdoek van het rekje beetpak. Vlug droog ik mezelf af om vervolgens mijn schone boxer aan te trekken. Ik werp een blik op de spiegel, nadat ik het laatste deel van mijn uniform heb aangetrokken. Een bescheiden glimlach verschijnt op mijn gezicht. Ik weet dat mijn moeder trots op me zou zijn, als ze dit zou zien. Ik hoop dat ze ergens boven mij geniet van dit moment. Ik hoop en geloof dat ze voor Ikiuna en Bibe zal zorgen, wanneer ik voor een lange tijd naar het Hemmeligetræ Instituut zal gaan.
    Ik werk mijn natte haar bij met wat gel, iets wat niet al te gemakkelijk gaat, maar ik kan niet klagen over het resultaat. Ik heb slechtere dagen gehad.
    Wanneer ik beneden kom, verschijnt er een brede glimlach op mijn gezicht. Bibe houdt een dienblad vast met daarop een mok gevuld met zelfgemaakte thee en een bord met twee boterhammen die beide belegd zijn met kaas, tomaat, komkommer en een aantal kruiden. De kronkels die zich in de met thee gevulde mok vormen, geven aan dat de mok aan het trillen is. Dit laat mijn brede glimlach veranderen in een bescheiden glimlach. “Voor jou” Klinkt de stem van Ikiuna, die Bibe daarvoor al een teken had gegeven dat ze wat moest zeggen, maar wanneer Bibe dit niet deed, nam Ikiuna maar het voor touw. “Dank jullie wel,” Ik neem het dienblad snel van Bibe over, voordat de thee over het randje kolkt.
    Een stilte volgt, terwijl ik mijn boterhammen naar binnen werk en zo af en toe een slok van mijn thee neem. Oma, Ikiuna en Bibe zijn normaal over van alles en nog wat aan het praten, maar nu is dit anders. Ik denk dat we, ook ik, nu pas beseffen dat ik daadwerkelijk weg ga. Zelfs Bibe is stil, terwijl je niet van haar zou verwachten dat ze nu al weet wat er de komende tijd zal gaan veranderen, maar de sfeer die hier nu hangt, maakt het voor bijna iedereen mogelijk om dit te begrijpen.
    “Mattaaq, er staat iets buiten.” Ik kijk opzij naar Ikiuna die het gordijn een stuk opzij heeft getrokken en door het raam naar de straat kijkt. “Daar is je vervoer, Mattaaq.” Zegt mijn oma, waarna ze me een warme glimlach schenkt. Ik knik kort en schuif mijn stoel naar achteren om vervolgens op te staan en mijn opa en oma aan te kijken. “Het komt goed, jongen. Dit is de juiste bestemming voor jou en het zal je goed doen, geloof me.” Spreekt mijn opa. Hij schenkt me een gemeende glimlach en knikt even als afscheid. Ikiuna draait haar gezicht weg van het raam en kijkt me recht in mijn ogen aan. “Ik ga je missen, Matt.” Ze bijt wat onwetend op haar lip, totdat ik naar haar toe loop en haar in een knuffel trek. “Ik jou ook, Iuna” Ik sluit mijn ogen tijdens de omhelzing en plaats mijn lippen kort op haar kruin om haar vervolgens weer los te laten. Ikiuna kijkt me nog even aan, maar loopt dan langs me naar mijn koffer toe om hem samen met mijn opa op te tillen en naar buiten te brengen. Mijn ogen gaan van Bibe naar oma, maar aangezien Bibe nog niets heeft gezegd en voor zich aan het uitstaren is, loop ik eerst naar mijn oma toe. “Ik ga je mi-“ – “Voordat je afscheid van me gaat nemen, wil ik eerst dat je iets krijgt.” Ik kijk mijn oma niet begrijpend aan en wacht geduldig tot ze een klein doosje tevoorschijn haalt. “Deze armband is van je moeder geweest en ik wil dat jij hem krijgt” Zegt ze, terwijl ze de armband uit het doosje haalt en hem rond mijn arm doet. Ik glimlach dankbaar naar haar en trek haar, voordat ze het doosje weer kan opbergen, in een knuffel. “Ik hou van u, oma.” Prevel ik zachtjes. Een traan glijd langs mijn wang, maar vrijwel meteen veeg ik hem met mijn duim weg. “Ik ook van jou, Mattaaq. En weet dat je ouders hoe dan ook trots op je zullen zijn, ook al is je vader een apart geval” Ze glimlacht wat moeilijk, maar ik geloof haar en dat zal ik altijd doen.
    Ik werp nog een blik op Bibe, maar concludeer dat ze er niet aan toe is om afscheid van me te nemen. “Doeg, Bibe” Ik laat mijn blik over haar heen glijden en zucht dan zachtjes. Ik laat me door mijn oma naar buiten begeleiden en neem daar nog eens snel afscheid van ze. Net wanneer ik in de slee wil stappen, rent Bibe naar buiten en pakt mijn been beet. “Mattaaq,” Prevelt ze tegen mijn been aan, “Ik wil niet dat je gaat, Mattaaq”. Ik kijk haar aan en zie de tranen geruisloos over haar wangen stromen. “Ik kom terug, Bibe.” Stel ik haar gerust, terwijl ik mijn handen onder haar oksels plaats en haar op til. “Ik ga voor een tijdje weg en in die tijd blijf jij bij papa, opa en oma en Ikiuna. Zij zullen goed voor je zorgen, zodat je een grote meid wordt.” Zeg ik, waarna ik haar wat verder van me af hou, zodat ze haar hoofd van mijn schouder moet halen en ze me aan kijkt. “Zal jij dan goed voor hun zorgen?” Ik kijk haar aan, terwijl ik mijn ene hand de tranen uit haar gezicht veeg. Bibe knikt zachtjes en omhelst me nog een laatste keer, voordat ik haar bij oma neerzet. “Tot ziens, dan maar” Zeg ik, dit keer met een kleine glimlach op mijn gezicht en ik stap in de slee. Er zitten een paar mensen in, maar ik hoop dat ze niet veel hebben meegekregen van mijn afscheid. Ik zou er namelijk niet nog een keer mee geconfronteerd willen worden. Ze zwaaien naar me, totdat we eenmaal de straat uit zijn. Nu ik hier eenmaal zit, na het afscheid, ben ik blij. Ik weet dat ik het naar mijn zin zal hebben en ik kijk er al erg naar uit. Tijdens de reis kan ik me in ieder geval al vermaken door naar de inspirerende beesten te kijken die de slee vooruit trekken.


    'I don't want to leave her just because she makes me a better person.'

    Lucy Daniëlle Mackenzie - BB - 3de jaars.

    'Lucy!' roept Jeremy even enthousiast terug. Het voelde goed om Jeremy weer te zien. Ik had mijn gekke beste vriend gemist. Zijn haar zag er als gewoonlijk weer goed uit en zijn ogen fonkelde. Ik gaf toe, ik had altijd al een zwak voor hem gehad. Maar aangezien hij waarschijnlijk homo was liet ik het achterwegen. Ik vond onze vriendschap erg belangrijk en ik wou dat niet op het spel zetten voor mijn gevoelens voor hem. Waarschijnlijk zou hij ze afwijzen en zouden we continue in oncomfortabele situaties terecht komen.
    'Jawel, ik heb best zin in school, mijn vrienden terug zien en dat soort dingen.. maar ik vind het jammer dat ik mijn familie weer zo lang niet zal zien,' zegt hij en hij haalt zijn schouders nonchalant op.
    'En jij? Heb jij er zin in?' vraagt hij. Hij krijgt een glimlach op zijn gezicht. Die schattige glimlach die alleen Jeremy kan maken. Ik moet er zelf ook van lachen.
    'Ik heb er best zin in,' zeg ik. 'Zeker omdat ik jou weer zie.'
    En ik geef hem zacht por tegen zijn arm.
    'En ook omdat het ons derde jaar is,' vertel ik verder. 'Want tja we krijgen wel onze examens en we worden mentoren. Ik hoop echt dat mijn student leuk is zodat ik er een goede band mee kan opbouwen. Maar ik ga mijn broers en tante ook missen hoor. Mijn broers hebben trouwens een winkel in Engeland geopend. Voor tovenaars boeken en van hun eerste geld hebben ze dit voor me gekocht.'
    Met trots laat ik het kettinkje zien. Het hartje met de wijzers. In de wijzers zitten de namen van mijn broers en tante gegraveerd en ze stonden nog steeds in het vakje "Thuis."
    Ik was er zo blij mee. Nu kon ik altijd in de gaten houden waar ze waren. Er waren vakjes als Thuis, Werk en zelfs Gevaar. Een vakje die ik vaak in de gaten ging houden dit jaar. Ik was stiekem nog steeds dicht bij ze en dat voelde goed.
    'Ze hebben me ook nieuwe boeken gegeven,' mompelde ik. 'Maar genoeg over mij. Vertel eens hoe de zusjes het vreselijke verlies van hun broer aanpakte?'
    Er verschijnt een brede grijns op mijn mond. Ik vond de tweeling zusjes van Jeremy zo leuk en grappig! Het zou me niks verbazen als mijn beste vriend zojuist een aparte ochtend achter de rug had gehad met die twee gekke meisjes.


    "Rebellion's are build on hope"

    Celeste O'Connell

    Geïrriteerd loop ik door het huis heen. Mijn spullen her en der verspreid. Mijn kleding op een grote hoop op mijn hemelbed. Mijn boekentas, nog niet helemaal compleet, op de tafel in de keuken. Mijn broers, Damian en Sean, bijde 21 en ontzettende grappenmakers, keken geamuseerd toe hoe ik me uit de sloffen rende, letterlijk. In mijn pimpelpaarse paarse pyjama en mijn foute roze pantoffels met springende eenhoorns op de neus keek ik ze boos aan.
    "Inplaats van daar te blijven staan, mogen jullie ook een stafje helpen".
    "Aye aye, kleine zus" ze pakten hun staf en met een kleine zwiep begonnen al mijn spullen zich op te vouwen en in mijn tas te proppen. Met een klein glimlachje keek ik hoe mijn outfits, vrije tijds kleding, belangerijke eigendommen en andere spullen die mee moesten, mijn van binnen vergrootte tas in danste.
    "Wat krijgen wij dan als beloning?" Met een glinstering in hun ogen, keken ze me aan.
    "Dit" bijde gaf ik ze een kus op hun wang. Opeens beseffend dat de arkenslee elk moment aan kon komen, rende ik naar de stoel toe waar mijn kleding voor vandaag op lag. Snel trok ik het aan, maakte mijn haar zo dat er geen vogels meer in konden wonen en nam de koffer die zo gemaakt was dat met inhoud hij bijna niks woog, mee naar beneden. Ik propte snel een broodje met kaas en tomaat naar binnen.
    Buiten klonken de belletjes van de arkenslee uitnodigend. Ik nam uitgebreid, maar toch snel afscheid van mijn broers en bijd ouders. Snel propte mijn moeder nog een doosje in mijn handen.
    "Voor onderweg" ze knipoogde en gaf me nog een allerlaatste kus met haar roodgestifte lippen. Ik opende de deur en liep onze grote oprijlaan af, met in mijn rechterhand mijn koffer. Ik zwaaide nog vrolijk naar mijn ouders en broers en stap dan in de slee. In de slee zitten nog een paar mensen. Ik begroet ze met een klein knikje en ga zitten. Ik zwaai vanuit de slee mijn familie uit, tot ze niet meer te zien zijn.
    Als we al even in de slee zitten, wordt ik toxh nieuwsgierig naar de inhoud van het doosje dat mijn moeder me heeft gegeven. Gretig open ik het doosje en zie dat er een stukje Toeterende Taart in zit, die zodra hij in de openlucht komt, doet alsof hij een toeter is. Je moet het zien als een stuk slagroomtaart die klinkt alsof een verveeld iemand 'Toet Toet' zegt.
    Tevreden neem ik er een hapje van en sluit mijn ogen om weg te dromen bij het idee dat ik binnenkort zal leren om magie te kunnen gebruiken.

    Ik schrijf dit om 23:00 op m'n mobiel, sorry als er dus spelfouten inzitten of het niet helemaal klopt :)


    "I'm in the mood for chaos." - Cheryl Blossom [Weggooiwashand --> Katalante]