• Het is het jaar 2039 en de maatschappij is vrijwel geheel vernietigd na vele oorlogen. Overal in de wereld heerst er een crisis en 'normaal werk' bestaat vrijwel niet meer zonder dat je overvallen en/of vermoord wordt voor geld. Men komt op allerlei manieren aan hun geld doordat ze in paniek raken om te overleven. De werelddelen worden niet langer geleid door de regeringen, maar door bedrijven.
          Er zijn geruchten dat het machtigste bedrijf, [Elektro Corporations], elk jaar een levensgroot spel organiseert: een gevechtstoernooi voor geld, een miljoen om precies te zijn.
          Het doel is dat je het geld van je tegenstander afpakt zonder dat je, je eigen geld kwijtraakt. Enkele mensen worden uitgenodigd om hieraan mee te doen en krijgen een koffer met een miljoen met een simpel briefje opgestuurd: “Alleen openmaken als je mee wilt doen”.
    Ze worden in een groot huis gedropt waar ze het misleidende spel zullen spelen en duizenden mensen naar hun kunnen kijken. Overal in het huis zijn namelijk camera's geplaatst zonder dat hun het weten.
          Maar als iemand het geld kwijtraakt, zadel je diegene ook op met een gelijkwaardige schuld. Zou jij iemand voor een miljoen in de schulden steken, zodat jij je miljoen kunt krijgen? Zelfs als het een dierbare was?




    Zie onder de spoiler de foto's van het huis.
    Voorkant.
    Achterkant.
    Hal.
    Hightech 3D televisie in de hal voor de aankondigingen en ander nieuws. Foto 2; deze is eigenlijk meer om te laten zien wat voor effect 3D het geeft.
    Bij de woonkamer.
    Keuken.
    Bij de slaapkamer.
    Badkamer.
    Sport ruimte (inc. bokszakken.)
    Sport ruimte 2 (waar de gevechten zich plaats vinden.) - Ik kon geen goede foto ervoor vinden, maar het is zo'n soort ruimte en zo zijn de muren. Je moet je indenken dat het reageert op je stem, dus je kan zeggen wat voor ruimte je wilt om in te vechten (behalve als de spelleiders al iets voor je bedacht hebben).
    Recreatie.


    Rollen:
    Team 1.
    Rochelle Alesha Owens | Murdock
    Mikaela Hailey Hayes | Disaronno

    Team 2.
    Xavier Roman Jones | Opalia
    Brianna Valeria Felicity Amoris | Magnus

    Team 3.
    Callum Joshua Wakefield | Sigil - 4 t/m 15 Juli op vakantie.
    Roxana Jacey Wakefield | Makaveli

    Team 4.
    Rogier Brooks | Arqueiro
    Forrest Rochester | Kassiopeia - 3 juli tot 13 juli op vakantie/16 juli tot 28 juli op kamp.

    Team 5.
    Alex Michael Magini | Magnus
    Jayden Falks | Makaveli.

    Regels.
    • Je hebt 48 uur om je gereserveerde rol in te vullen. Red je het niet? Stuur mij (Chiroptera) en/of Sigil een berichtje met de reden.
    • Er worden groepen gemaakt, maar deze zal ik maken om het eerlijk te houden.
    • Bestuur elkaars personages niet. Alleen die van jezelf.
    • Vermoord geen andere personage zonder toestemming.
    • 16/18+ is toegestaan, maar zet er een waarschuwing boven.
    • Geen perfect personages! Er zijn ook negatieve eigenschappen.
    • In deze RPG moeten de posts 300 woorden bevatten. Minder mag niet en ik(Chiroptera)/Sigil zal erop letten.
    • Naamsveranderingen doorgeven.
    • Alleen Chiroptera/Sigil openen de nieuwe topics.
    • Let op je spelling en grammatica.
    • Er mogen banden gesloten worden, maar geen liefdesrelaties!

    Regels spel.
    • Elkaar niet vermoorden.
    • Er worden 4/5 opdrachten gegeven, waar daartussen ook nog gevechten worden georganiseerd.
    • Deze opdrachten moet je met je eigen team oplossen, dus niet die van de ander.
    • Deze moeten uitgevoerd worden, zonder tegenstribbelen.
    • Na elke opdracht en/of gevecht begeef je, je richting de hal waar de melding/vergadering word begeven wie er op de eerste plek staat.
    • Je mag maar twee wapens mee brengen.

    De volgende dag:
    Het is een zonnige dag, 20 graden, maar er staat wel een zachte windbries.
          Als je personage zich naar beneden begeeft, word er eerst een vechtfilmpje afgespeeld ter begroeting en dan opent het met de teams die in beeld komen, waarna de spelregels er zich onderaan volgen. Of je de anderen waarschuwt of niet, het filmpje begint niet opnieuw – maar het beeldscherm blijft wel met de teams en regels staan als alle gevechten geweest zijn; dan verdwijnt het weer met een nieuwe melding, maar dat ziet je personage dan weer.

    Gevechten.
    Murdock – Opalia
    Sigil – Makaveli
    Kassiopeia – Arqueiro
    Disaronno – Magnus
    Jayden – Alex.

    De gevechtsruimte - element: Water.

    [ bericht aangepast op 9 juli 2014 - 17:57 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Roxana Jacey Wakefield.
    Al had Callum geantwoord dat er niks bijzonders was gebeurd had ik er nog mijn twijfels bij. Die brandgeur was er niet voor niets of ze hadden gekookt wat nogal aangebrand was, maar ik zag hier verder geen aangebrand eten of iets staan, dus mijn twijfels bleven nog steeds in mijn hoofd ronddwalen. Al was ik wel slim genoeg om verder geen vragen te stellen, aangezien dit al een hint genoeg was. Het was kortaf geweest en dan wist ik al genoeg.
    Mijn gezicht kon niet blijer staan toen ik hoorde dat Callum ook mee ging. “Nee man! Dat word een heuse party daar!” Mijn stem klonk enthousiast als ik er al aan dacht. Al wist ik niet hoe het verder verging, want ik had enkel wat geruchten gehoord en die bleken niet altijd waar te zijn. Daarbij kwam ook nog dat ik alleen wist dat het spel ging over je koffer met een miljoen en je die moest bewaken, verder niets. Ik werd er ongeduldig van als ik er al verder over ging nadenken. Ik had er verder geen enkel idee bij en dat maakte me ongerust, straks was het heel wat anders. Straks viel er iemand van ons tweeën ernstig gewond of was het een leven op dood spel. Ik overdacht allerlei opties die er zouden kunnen gebeuren, maar toen ik aankwam bij het toch leven op dood spel hoorde ik op slag gevloek de keuken in komen.
          'Jij kent het woordje geduld net zo slecht als je broer de woordjes 'niet doen' kent hé. Sjonge, jonge.' Ik zuchtte en had een wenkbrauw opgehaald. Waar stond ik anders bekend voor?
    “Adam had vermeld dat zijn dagplan bijgewerkt moest worden, dus dat heb ik even voor je gedaan.” Had ik droog geantwoord, terwijl onze vader druk bezig aan het ijsberen was. 'En ik maar denken dat alleen Callum het talent had zich in de nesten te werken.' Mijn mond had ik geopend om een passend antwoord terug te geven, maar Callum antwoordde voor mij waardoor ik moest lachen – dat verstierf echter weg toen ik het boze gezicht van onze vader zag.
    Ik dacht dat ik een irritante vlieg hoorde opkomen die ik het liefst dood wilde slaan met een vliegenmepper, maar deze was wel enorm groot. 'Zo, hoe gaat het met mijn monstertjes?' Oh hemel, ik kon haar al helemaal niet meer uitstaan en ik voorzie al een enorme ruzie opkomen, dus ik had me omgedraaid en keek Callum aan met een welbekend gezicht dat hij zich in moest proberen te houden. Dat gezicht sloeg acuut om in een geschokt gezicht weldra ik hoorde dat hij zijn beste vriend doodsloeg. 'En mijn oudste dochter hupst liever naar de keuken dan dat ze haar moeder overeind helpt.' Ik balde mijn handen tot vuisten; nu moest ik me proberen in te houden.
          “Je had jezelf overeind kunnen helpen als je niet elke dag dronken was en die fles alcohol in je handen had.” Het kwam er ongevoelig, hatelijk uit – precies hoe ik het wilde uiten jegens haar en met dat ik dit zei had ik mezelf weer omgedraaid en haar kil aangekeken. 'Jacey, genoeg. Jacey!' Waarschuwde onze vader haar. Het volgende wat ze had gezegd kon ik aan zien komen, maar toch deed het mijn mond openstaan van verbazing. Wat een.. trut! Elizabeth overigens ook, wat een hoer! Zomaar mijn broer bedrogen met zijn beste vriendin. Die zou ik nog wel spreken..
    Ik kon bijna de woede van Callum achter me voelen en ik wilde hem tegenhouden, maar voor ik het wist was hij me al voorbij gestormd en haar bij haar shirt vast gepakt. “Callum, geen aandacht geven. Alsof zij überhaupt iets weet van onze levens. Alles wat zij weet is hoe het voelt om dronken te zijn.” Het was de waarheid, maar hard.
          Het was uit de hand gelopen – wellicht niet erger als het al eens al geweest was, maar dit was zeker niet een van de leukste ervaringen. Het was maar een geluk dat papa het al opgelost had en het wezen, wat zich moeder noemde, naar haar kamer gejaagd.
    Selena was de keuken ingerend – hopelijk had ze niets gehoord, maar dat betwijfelde ik. Het liefst wilde ik Callum zeggen dat ik wraak voor hem ging nemen op Elizabeth en hij haar toch niet waard was, maar ik wist hoe hij soms nog van kwaad tot erger ging en aangezien het kwaad al net geschoten was, hield ik voor nu mijn mond. Mijn schuldige blik vertrok toen ik Selena hoorde hoe ze me vrolijk had begroet. “Hoi pinguïntje van me.” Een woordgrap, ze was zo klein en schattig.
    Callum kon mijn gedachten op de perfecte momenten horen, want hij had al twee sigaretten aangestoken en er mij een aangeboden; voor ik er zelfs maar eentje van de tafel kon pakken. “Thanks man.” En ik nam 'm aan waar ik snel een hijs van nam. Hij ging op me leunen en ik kreeg weer een kleine glimlach op mijn gezicht. 'Goed je weer te zien, zus.' Zijn lippen drukten zich op mijn slaap. 'Ik hoop dat jij nog een beetje normaal bent, want de wereld wordt steeds raarder.'

    “Nou, super. Mijn dag kan niet meer stuk.” Had ik sarcastisch geantwoord. “Ik ben raar op een goede manier, dat weet je toch broer?” Grapte ik er achteraan. “Zeg..” Begon ik, klaar om over Elizabeth de hoer te praten, maar onze vader kwam de keuken inlopen. 'Wat moet ik nou met jullie.' Had hij gezucht en ik keek vermakelijk naar Callum. Ja, mijn vader had het maar zwaar. 'Zijn jullie straks beide weg voor god mag weten hoelang. Let een beetje op elkaar oké? Ik kan jullie niet beide verliezen, ook niet een van jullie.' Callum zijn arm voelde ik rond mijn schouders en nadat hij een hijs van zijn sigaret had gehaald begon hij te praten. 'Wanneer let ik niet op haar pa?'
    Ik begon hard te lachen, waardoor de tranen bijna in m'n ogen schoten. Hij op mij? Snel had ik mijn arm om zijn getatoeëerde bovenlichaam gelegd. “Ik zal op hem letten, ja.” Had ik hem vermakelijk verbeterd, waarna ik hem met ondeugende, plagende ogen aankeek.
    “Wat moet jij anders zonder mij? Zonder een beetje Roxyvoxy is er geen feest hé.” Het kwam er wellicht als een grapje uit, maar ik was doodserieus. Pap begon te lachen; iets wat ik als een goed ding opvatte. Zijn gerimpelde ogen hadden zich vernauwd, maar ik kon zien dat hij oprecht lachte en zijn mond vertrokken in een glimlach, waardoor er nog meer rimpels tevoorschijn kwamen. “Ik meen het anders wel serieus hoor.” Ik keek quasi beledigd.
          Ik had snel mijn sigaret opgerookt en uitgedrukt in de asbak op 't aanrecht. “Ik ga mijn tas maar inpakken, die pakt zichzelf niet in. En maak je echt geen zorgen pap, ik ben het beste in spelletjes.” Probeerde ik hem gerust te stellen. Ik wilde niet dat hij nog meer zorgen kreeg. “En anders.. Denk je echt serieus dat Callum een verliezer wil zijn?” Ik begon kort te lachen en wees naar Callum. “Geen zorgen, wij redden ons wel. Ik maak me meer zorgen om jou, vanwege háár.” En ik knikte richting de kamer waar ze zich nu bevond. Pap had afkeurend gekeken en met zijn hoofd geschud, maar voor hij er iets op kon zeggen begon ik over iets anders. Ik wilde geen ruzie. “Je moet trouwens op mevrouw Wilson letten. Ze heeft de neiging om altijd eerder te vertrekken en haar schema niet af te maken.” Had ik hem ter herinnering gegeven en ik wilde de keuken uitlopen, maar liep toen vervolgens weer terug. Mijn ogen blikten zich op Callum.
    “Kan ik gaan douchen? Of wil jij misschien eerst?”
    Op dat moment kwam Selena met haar huiswerk binnen lopen die ze engelachtig naar Callum reikte.


    Don't walk. Run, you sheep, run.


    Callum Joshua Wakefield

    Nadat ik tegen onze vader vertelde dat ik altijd op haar paste, begint Roxana hard te lachen. "Wat moet jij zonder mij? Zonder een beetje Roxyvoxy geen feest he" zegt Roxana grappend. "Meh, ik heb betere feesten meegemaakt zonder jou" Ik grijns en knipoog wat laat zien dat ik een grapje maak. Ook papa lacht even. "Ik meen het wel serieus hoor" zegt Roxana Quasi beledigd. Ik knik grijnzend. Roxana drukt haar sigaret uit. "Ik ga mijn tas maar inpakken, die pakt zichzelf niet in. En maak je geen zorgen papa, ik ben het beste in spelletjes" zegt ze geruststellend tegen hem. "En anders... denk je echt serieus dat Callum een verliezer wilt zijn" Ik knipper even en grijns. "ik verlies nooit" Roxana lacht en wijst naar me/ "geen zorgen, wij redden ons wel, ik maak me meer zorgen om jou, vanwege háár"
    Papa kijkt haar afkeurend aan en dan begint ze even over de sportschool. Als ze wilt weglopen loopt ze even terug. "Kan ik gaan douchen? Of wil jij misschien eerst" vraagt ze. Als ik mijn mond open doe om te antwoorden steekt Selena haar huiswerk naar me uit. Ik pak het aan. Papa zucht even. "Ik zal jullie even moeten teleurstellen" zegt papa. "Kunnen we niet douchen?" vraag ik. "Dat wel... Maar ik denk dat jullie even samen moeten douchen. Er is weer eens gezeik met het water. Daarnaast moeten jullie er wel representatief uit zien vanavond. Dus gaan jullie maar douchen, de rest gaat morgen maar." Ik trek een gezicht. "Doe nou niet alsof je nooit eerder met Rox gedouched heb" zegt papa geïrriteerd.
    Hij heeft gelijk. Het is niet zo vreemd in deze familie om samen te gaan douchen. We hebben het niet zo breed, maar als oudste heb ik vaak de privilege om alleen te douchen, ook heb ik de privilege om als enige mijn kamer niet te hoeven delen. Al komen Rox of Selena vaak bij me in bed kruipen. "Dat is het niet" antwoord ik. "Ik heb geen problemen om samen met Rox te douchen, ik heb alleen het idee dat dit om iets anders gaat dan het water" Antwoord ik. Ik druk mijn sigaret uit en leg Selena haar huiswerk op de keuken tafel. "Ik red me prima in me eentje pap" voeg ik er aan toe. "Daar twijfel ik niet aan. Maar het is wel het water, Maar ik vind het inderdaad ook geen strak plan om jou in je eentje te laten" Ik kijk geirriteerd op, maar door de blik van pap zwijg ik. "Je hebt je vriendin vanochtend betrapt terwijl die seks had met je beste vriend Callum, die je vervolgens dood hebt geslagen. Ik geloof niet dat het je intentie was, maar het is niet niks" vervolgd papa. Ik pers mijn lippen weer op elkaar. "Dus, een je kan niet alleen douchen want ik heb gezeik met het water, twee zie het als een kans om je hart te luchten, jullie kunnen het vinden met elkaar en je zus zal heus niet anders over je denken. Nou hup naar boven alle twee en ik wil jullie pas terug zien als jullie schoon zijn en ruiken naar bloemetjes" papa wuift ons met zijn handen weg en een geamuseerde blik.
    Ergens voel ik me een beetje beledigd, al bedoelt hij het goed. Ik snuif een beetje en druk een kus op Selena haar hoofd. "ga je opdrachten maar maken schatje, dan zal ik het nakijken als ik terug ben van het douchen." Ik loop langs Roxana richting de trap. "Ik hoop dat je van louw-koud water houd" zeg ik grijnzend. Dan ren ik de trap op. Uit mijn kamer haal ik een cashual overhemd, een schone boxer en schone spijkerbroek voor ik naar de badkamer loop.
    In de badkamer kijk ik even kort in de spiegel. "misschien had mam gelijk" mompel ik in mezelf. Misselijk van mijn eigen spiegelbeeld draai ik me maar om. Tegen de wasbak aan geleund wacht ik tot Roxana komt. De douche kan ik nog niet aanzetten, dat kost water, wat er al weinig is, anders had ik heus wel alleen kunnen douchen. Ik sla mijn armen over elkaar terwijl ik zucht en naar het plafond kijk.
    Misschien ben ik inderdaad wel een monster en had mijn moeder gelijk. Wie anders is er nou in staat om zijn beste vriend te vermoorden, alleen omdat ie in bed ligt met jou vriendin? Alleen ik. Nee, het is goed dat ik naar dat spel ga, wat voor spel het ook is. Dan vorm ik in ieder geval geen gevaar meer voor mijn zusje en mijn broertjes. Roxana is er dan wel bij, maar die kan zichzelf tenminste nog prima beschermen. Wat ik alleen niet snap is dat Calvin niks deed, Hij kan prima vechten, maar hij liet het allemaal maar gebeuren. Daarom kwam ik er pas laat achter dat ik veels te ver was gegaan. Ik frons even maar wend mijn blik niet af van het plafond. Waarom deed hij niks? Waarom liet hij mij hem zo toetakelen? Waarom deed ik het überhaupt? Ik bijt even kort op mijn lip voor ik weer zucht. Nee, het moet voorbij zijn nu. Niet meer over nadenken, en verder gaan met sterk zijn voor je zusjes en je broertjes Call, het geld binnen halen is alles wat je moet doen!

    [ bericht aangepast op 13 feb 2014 - 20:46 ]


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Rogier Brooks

    Leven was niet zo makkelijk meer als het ooit was geweest. Schuchter om me heen kijkend liep ik gauw door de steeg, die de snelste weg naar mijn huis was. Liever nam ik deze weg niet, maar het dreigde flink te gaan regenen en regen was één van de dingen die ik nog liever meed dan een steeg, een van de beste plekken om iemand ongezien te beroven. Ik was al helemaal een goed slachtoffer, omdat ik een tas met eten bij me had, iets wat altijd gewild was onder het straattuig. Omdat ik flink doorstapte, kon ik de steeg gelukkig al gauw achter mij laten, waarna mijn huis in zicht kwam. De straat was verlaten en stil, waardoor ik mijn voetstappen op het asfalt hoorde. Het gaf me een niet zo heel prettig gevoel, het leek alsof ik aan iedereen vertelde dat ik er was. Echter hoefde dus niet iedereen dat te weten. Eenmaal bij de voordeur viste ik de huissleutels uit mijn broekzak en deed de deur open. Expres maakt ik daarbij wat extra geluid, zodat Marion me duidelijk zou horen. Ik wilde haar geen angst aanjagen door opeens binnen te komen, zonder dat ze dat door had. Je wist maar nooit wie zomaar je huis kon binnendringen om dingen te stelen. Ik had genoeg verhalen gehoord over mensen die thuis bruut vermoord waren, omdat iemand zijn of haar spullen kwam stelen. ‘Schat, ik ben weer thuis!’ riep ik door de kleine hal van ons huis heen en binnen enkele seconden verscheen Marion in de deuropening naar de woonkamer. Ze omhelsde me, waarna ze de tas met eten van me overnam. ‘Fijn dat je zo gauw weer terug bent, Rogier,’ zei ze tegen me en ik gaf haar een kus. Daarna draaide ik me om om de voordeur dicht te doen en die meteen ook weer op slot te draaien. Bij ons ging veiligheid boven alles.
    Ik volgde haar naar de keuken waar ze de tas op het aanrecht neerzette. Mijn aandacht werd echter meteen getrokken door een doos die op de keukentafel stond. ‘Ohja, er is een pakketje voor je aangekomen,’ zei Marion, waarna ze de tas begon uit te pakken. Nieuwsgierig liep ik erheen en las het briefje wat erbij zat. ‘Alleen openen als je mee wilt doen aan Het Spel.’
    ‘Wat is het spel?’ vroeg ik me hardop af en meteen werd ik verschrikt aangekeken door Marion.
    ‘Ik heb er geruchten over gehoord. Men zegt dat er veel geld mee te winnen is, maar de prijs kan erg hoog zijn,’ vertelde ze en ik zag duidelijk de angst in haar ogen. Ik liep naar haar toe en gaf haar een dikke knuffel.
    ‘Als er echt veel geld mee te winnen is, ben ik bereid die prijs te betalen,’ zei ik, terwijl ik haar stevig tegen me aangedrukt hield. ‘Met dat geld kunnen we ons leven enorm verbeteren. Hopelijk weg uit die onzekerheid waarin we leven. Ik ben bereid daarvoor te doen wat nodig is, wat het ook is. Het enige wat ik wil is dat jij en onze families veilig zijn.’
    ‘Maar Rogier, wat moeten we als het helemaal mis gaat.’
    ‘Het gaat goed, dat beloof ik je. Ik zal er in ieder geval echt mijn uiterste best voor doen.’
    ‘Ik weet dat je dat zal doen, maar zoiets kan je niet beloven.’ Ze had gelijk, maar ik wilde gewoon graag ons leven verbeteren en dit kon de ultieme kans zijn. Ik probeerde de zaak zo positief mogelijk voor me te zien en mijn onzekerheid en angst eromheen aan de kant te zetten. Deze kans moest ik gewoon grijpen. Ik liet haar los en gaf haar nog een kus. De doos wachtte op mij om opengemaakt te worden en dat zou ik doen ook. Nu zeker van mijn zaak, maakte ik de doos open, waarna er een hologram verscheen, waarop een wat oudere man te zien was. Echter leek hij nog wel gewoon topfit te zijn en hij begon te praten:
    ‘Welkom deelnemer! Je hebt zojuist de doos geopend en de uitdaging om aan Het Spel mee te doen. Voor een miljoen zit er in de koffer die je moet bewaken. De verdere instructies worden gegeven als je vanavond in het huis bent. Dus pak je spullen, om half 9 deze avond word je opgehaald door een taxi. Veel plezier!’ Na deze woorden verdwenen de man en het hologram, een doodse stilte achterlatend. ‘Nou, het lijkt erop dat er geen weg meer terug is,’ zei ik schouderophalend, voor Marion proberend kalm te blijven, maar innerlijk voelde ik me echt enorm onrustig. Eigenlijk had ik verder geen enkel idee wat ik kon verwachten, wat moesten ik nou eigenlijk doen om dat miljoen te krijgen, behalve dan dat ik het kennelijk moest verdedigen. Marion was echter niet blij met mijn beslissing. Het deed me pijn om haar daar zo zachtjes hoofdschuddend te zien staan, het huilen naderbij dan het lachen.
    ‘Sorry, je wilde niet dat ik ging, hè?’ vroeg ik haar voorzichtig en ik zag een traan over haar wang rollen. ‘Normaal ben je niet zo impulsief,’ stamelde ze. Ik liep naar haar toe en streek met mijn hand langs haar wang. ‘Normaal gaat het niet om zaken die ons leven zo enorm kunnen veranderen.’
    ‘Maar toch, ook over die dingen hoor je normaal na te denken, daar denk jij ook normaal over na.’ Het zat mij eigenlijk een stuk minder dwars dat ik zo impulsief had gehandeld, dan bij haar. Soms deed een mens gewoon onverwachte dingen en ik was ook maar gewoon eens mens.
    ‘Het spijt me, maar ik denk echt dat dit goed voor ons zal zijn. Ga maar alvast het eten koken, dan ga ik mijn spullen inpakken.’ Zij knikte en wilde zich om draaien om verder te gaan met het uitpakken van de tas, maar ik greep nog even haar hand vast. ‘Het komt goed, ik red mezelf wel.’
    Ik liet haar achter in de woonkamer en liep naar boven. Eenmaal in onze slaapkamer gekomen, liet ik me vallen op het bed. Ik zei dan wel tegen Marion dat het goed zou komen, maar zou ik er echt wat van kunnen maken? Wat moesten we doen, straks was het iets waar ik gewoon niet mee overweg kon en dan zou ik gedoemd zijn. Maar misschien zou het iets zijn, waar ik juist goed in zou zijn, iets waar ik misschien mijn ondertussen jarenlange ervaring in kendo kon gebruiken. Als dat het geval zou zijn, dan zou ik blij zijn. Maar wie wist wat voor addertjes er onder het gras zouden kunnen zitten. De onzekerheid over wat me te wachten zou staan, begon me onderhand aardig gek te maken. Pas na een kwartier of zoiets kon ik mezelf zo ver krijgen om te beginnen mijn spullen te pakken. Wat had ik nodig? Sowieso kleding en toiletspullen. Onderweg naar de kledingkast zag ik de foto van mij en Marion op het nachtkastje staan en deze pakte ik voorzichtig op, waarna ik hem op bed legde. Die zou zeker ook meegaan. Alleen al om me eraan te herinneren dat ik haar beloofd had om mijn uiterste best hiervoor te doen, dat ik hier goed uit zou komen met die miljoen, waardoor wij een stuk beter leven zouden hebben. Op een gegeven moment dacht ik alles te hebben en zaten alle spullen in de kleine koffer die ik ergens in de rommelkamer had gevonden. Liever wilde ik niet te veel meenemen. Oh, ik begon het echt te haten dat ik gewoon niet wist wat ik kon verwachten. Enkele momenten vroeg ik me af, waarom ik nou de doos geopend had, maar dan bleef ik me er telkens weer van overtuigen dat het goed geweest was. Midden in weer één van mijn overpeinzingen hoorde ik Marion roepen dat het eten klaar was. Een teken voor mezelf dat ik er ook klaar mee was.
    Met de koffer in mijn hand liep ik de trap weer af naar beneden. De koffer liet ik achter in de hal en ik liep door naar de woonkamer en keuken. Van het eten dat ik meegebracht had, had ze een simpele aardappelen-groente-vlees maaltijd gemaakt. Ik bleef blij met het feit dat ik samenwoonde met een vrouw met aardige kookkunsten, vooral omdat ik zelf totaal niet kon koken. De maaltijd verliep stil, een stuk stiller dan normaal bij ons. Maar we wisten beiden gewoon niet wat te zeggen. Samen ruimden we af, de afwas was voor mij. We hadden een eerlijke verdeling voor de taken. Terwijl ik daarmee bezig was, gingen mijn gedachten weer naar wat zou komen. Het bleef onrustig in mijn hoofd en ik hoopte dat het snel half 9 zou zijn. Het stilzwijgen tussen mij en Marion maakte me onzeker en onrustig. Ik hield van haar, met heel mijn hart, maar ze snapte geloof ik niet waarom ik hiervoor had gekozen. Waarom ik had gekozen voor een kans op een beter leven, ook al zou de prijs daarvoor erg hoog kunnen zijn. Gelukkig snapte ik het zelf nog enigszins, maar toch niet helemaal. Wat was ik nou in hemelsnaam aan het doen?
    Toen ik klaar was, ging ik weer naar boven. “Checken of ik echt alles had,” zei ik tegen haar, maar eigenlijk wilde ik liever even alleen zijn. Het feit dat we bij elkaar in één ruimte waren, maar toch niks zeiden, maakte mij gewoon zenuwachtig. Als we toch zwegen, wilde ik liever even ergens anders zijn. De klok ging naar mijn zin veel te langzaam vooruit. Een minuut leek een uur te duren en tegen de tijd dat het 8 uur was, leken er voor mijn gevoel dagen verstreken te zijn. In het laatste halfuur wilde ik toch nog even met haar praten. Weten wat ze er nu echt van vond. En dan afscheid nemen. Voor hoe lang wist ik niet, maar ik hoopte dat het niet voor heel lang zou zijn.
    ‘Je deed er lang over om die laatste spullen nog te zoeken,’ merkte ze op toen ik weer beneden stond.
    ‘Ik wilde het echt zeker weten of ik alles had. En afscheid nemen van het huis.’ Ik loog niet, maar vertelde ook niet de eigenlijke reden. Het viel me zwaar om mijn vertrouwde huis voor een onbepaalde tijd te moeten verlaten. We praatten nog over wat we hier beiden van vonden. Ik was geheel eerlijk tegen haar en gaf mijn eigen twijfels toe en ze zei dat ze mijn eerlijkheid waardeerde. Ik probeerde haar nog mijn standpunt uit te leggen, maar ze bleef er een beetje aan twijfelen. Pas toen ik eigenlijk nog wat langer de tijd wilde hebben, vloog de tijd juist voorbij en voor we het wisten was het al bijna half 9. Ik stond op en trok haar ook voorzichtig overeind en ze liet zich in mijn armen vallen.’ ‘Ik ga je heel erg missen,’ zei ze.
    ‘Ik jou ook. Ik hou van je. Beloof me alsjeblieft dat je je ouders belt en naar hen toegaat. Hier alleen ben je niet veilig.’ ‘Ik zal dat doen.’ Ik hield haar nog even in mijn armen en streelde haar haar. We werden opgeschrikt toen er heel agressief op de bel gedrukt werd en ik had een vermoeden dat dat mijn taxichauffeur was. Toen ik de deur had opengedaan bleek dat ook te zijn. Hij wees eerst naar mijn koffer en toen naar de auto die half op de stoep geparkeerd stond. ‘Schiet op,’ bromde hij. Ik knikte en voor ik mijn koffer pakte gaf ik Marion nog een kus. ‘Pas goed op jezelf en heel veel succes,’ zei ze.
    ‘Dank je, jij ook.’ Mijn laatste woorden tegen haar voor een lange tijd. Ik volgde de chagrijnige chauffeur naar zijn taxi en stapte in. Met een plotselinge schok kwam de auto in beweging en met een enorme vaart racete hij de straat uit, op weg naar de plek waar het huis stond waar ik moest zijn. Mocht ik door de hogere machten beschermd worden tegen wat me allemaal te wachten zou staan.


    Stenenlikker

    Roxana Jacey Wakefield.
    “Leugenaar!” Had ik naar hem geschreeuwd toen hij vertelde dat hij betere feesten zonder mij had meegemaakt. Quasi beledigd keek ik hem aan en trok een pruillipje, waarna ik die aan papa liet zien. “Zie je nou hoe gemeen Callum tegen me doet? Altijd zijn kleine zusje pesten.” Hij moest lachen. 'Lief tegen elkaar zijn hoor.' “Ik ben heel lief. Wacht maar, Callum, als je de volgende dag opeens er wat anders uitziet moet je mij niet raar aan gaan kijken.” Ik trok een engelenhoofdje en liep hem voorbij.
    'Ik verlies nooit,' had hij gezegd. “Ha! Leugenaar!” Had ik hem gegrapt. “Ik heb meerdere keren van je gewonnen, gozer.”
          Papa begon over dat hij ons moest teleurstellen, waarbij ik al meteen mijn wenkbrauwen had gefronst. Er kwam een gesprek tussen Callum en onze vader dat we echter samen moesten gaan douchen en ik zuchtte. Nou, het moest maar. Als het maar geen koud water was, want dan deed ik 'm wat.
    Ik had Selena een knuffel gegeven ondertussen en had maar het helft van het gesprek meegekregen, maar ving uiteindelijk wel op wat papa had gezegd.
          'Dus, één, je kan niet alleen douchen want ik heb gezeik met het water. Twee, zie het als een kans om je hart te luchten, jullie kunnen het vinden met elkaar en je zus zal heus niet anders over je denken. Nou hup, naar boven alle twee en ik wil jullie pas terug zien als jullie schoon zijn en ruiken naar bloemetjes.' “Ruik ik nu niet naar bloemetjes dan? Ik ruik daar altijd naar.” Oké, dat was niet zo, maar ze wisten heus dat ik een grapje maakte. Maar papa had alsnog met zijn handen gewuifd, ten teken dat we moesten gaan, en hij had een geamuseerde blik op zijn gezicht. “Goed, goed. Ik ga al.” Ik wendde me tot Callum. “Callum, it is your lucky day. Je mag me naar boven dragen, omdat je zo gemeen tegen me bent geweest.” Ik nam al aanstalten om op zijn rug te springen, maar hij liep al weg richting de trap en had iets onzinnigs gezegd over lauw/koud water. Pardon? Oh, het was alsof hij mijn gedachten had gelezen. Ik kreeg een verbitterde uitdrukking op m'n gezicht en drukte mijn lippen even op elkaar.
          “Nee, die douche gaat niet op koud!” Ugh, dat hij nou zo moest afkoelen, moest hij mij dit niet aandoen. “Ik wil het heet, niet koud!” Riep ik hem, toen ik hem achterna de trap op rende. Vaagjes hoorde ik onze vader lachen.
    Snel rende ik naar mijn kamer, die ik met mijn zusje Selena deelde, en probeerde op mijn snelst mijn kleding bij elkaar te rapen om me vervolgens naar de badkamer te begeven. Maar tevergeefs, hij stond er al. Ik had niet gehoord dat hij eerst wat tegen zichzelf had gezegd, want ik kwam daarna pas binnen strompelen.
    Ik merkte op dat hij in gedachten was, doordat hij naar het plafond stond te staren. Ik bedoel, wie gaat er voor z'n lol naar 't plafond staren? Precies, niemand. “Waar denk je aan?” Had ik hem gevraagd, terwijl ik mijn kleding over de hanger legde. Ik kende hem goed genoeg dat hij nog met zijn gedachten bij zijn beste vriend zat.
    Ik zuchtte even, terwijl ik mijn shirt uittrok en die op de grond gooide. “Het is niet jouw schuld, Callum.” Zei ik met een rustige, zelfverzekerde toon. Ik had zo snel de switch van mijn emoties gemaakt en keek hem voor een seconde heel serieus aan, waarna ik de deur van de badkamer op slot deed. “Laat het je niet opvreten.” Vervolgde ik toen ik zag hoe hij kort op zijn lip beet en zuchtte.
          Mijn broek volgde die ik uitdeed, waarna ik zonder schaamte ook mijn lingerie uitdeed. “Opschieten met uitkleden, anders krijg ik het nog koud.” En ik gaf een duw aan zijn schouder, zodat hij uit zijn gedachten kwam en ging al onder de douche staan om de douche op warm te zetten. Fack hem, ik ga dus echt niet onder een lauw/koude douche staan hé!
    Ik keek rond, maar zag nergens de douchegel voor vrouwen staan. Fuck, waar heeft mijn moeder die gelaten? Ugh. Ik stapte weer uit de douche en deed de douchedeur op een keer. “Waar the fuck heb je die douchegel gelaten, Jacey!?” Schreeuwde ik naar haar, hard genoeg voor haar om me te horen.
    'Heb je toch niet nodig? Je bent toch al half gozer!' Ik zuchtte en drukte mijn tanden hard op elkaar, waarna ik chagrijnig naar boven keek. Serieus? “Zeg het nou!” Geen antwoord. Godverdomme. Dan niet.
    Ik stapte snel weer onder de douche en probeerde de blik van Callum te ontwijken. “Je vind het vast niet erg als ik dat van jou gebruik hé?” Vroeg ik hem, waarna ik al naar de douchegel greep.

    [ bericht aangepast op 15 feb 2014 - 23:32 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.



    Callum Joshua Wakefield

    "Waar denk je aan?" vraagt Roxana terwijl ze de badkamer in gelopen komt. Ze zucht even en trekt dan haar shirt uit. "Het is niet jouw schuld Callum" zegt ze, zelf verzekerd en kalm, "Laat het je niet opvreten" Ik kijk haar aan. "no offence Rox, maar je weet niet of het mijn schuld was of niet. Je was er niet bij" zeg ik. "Het was het wel, ik ben namelijk degene die de eerste klap uit deelde, en de laatste" vervolg ik. Roxana trekt haar broek, en vervolgens haar lingerie schaamteloos uit . "Schiet op anders krijg ik het nog koud" ze geeft me een duw. Ze zet de douche aan en stat eronder. Ze is er net zo snel weer uit als dat ze er in stond. "Waar the fuck heb je die douchegel gelaten Jacey?" schreeuwt ze. Ze roept wat terug maar ik kan het niet verstaan. Roxana stapt dan maar weer onder de douche. "Je vind het vast niet erg als ik dat van jou gebruik he?" vraagt ze.
    "van mij mag je" Ik open de spiegel en haal er een vrouwen douchegel er achter vandaan en doe het deurtje weer dicht. "Maar denk dat je liever dit gebruikt" Ik laat mijn broek en mijn boxer vallen op de grond en stap er uit voor ik in de douche glip. 'Maar ik wil nooit meer horen dat ik geen rekening met je houd" Ik duw de douchegel in haar handen en pak de mijne uit die van haar. Ik stap onder het warme water. "En het was niet perse Calvin waar ik aan dacht Rox" zucht ik. "Als ik dit al zonder moeite bij hem doe, maak ik me heel erg zorgen over wat er gebeurt als jij of Lena, of de jongens mij eens zo boos krijgen, Als ik boos ben, dan ben ik gewoon een gevaar voor jullie. En Jij, Lena en de jongens zijn het belangrijkste wat ik heb in mijn leven. Ik zou mezelf nooit vergeven als jullie wat zou overkomen" zeg ik zacht. Ik stap onder de douche vandaan en duw Roxana met mijn heup onder de straal. Ik begin mezelf te wassen. 'Daarom is het goed als ik naar dat spel ga. Ten eerste omdat ik dan voor jullie zo veel geld kan verdienen. Dan kunnen Davis en Lena gewoon naar school en studeren. Jij hoeft niet meer zo hard te werken. Het probleem is alleen dat jij ook gaat"
    Ik werp Roxana een zijlingse geïrriteerde blik. Ik slaak nogmaals een diepe zucht, sla dan mijn armen om Roxana en trek haar tegen me aan voor een stevige knuffel. "Ik hou van je Rox. Ik zal daar alles, echt álles doen om ervoor te zorgen dat wij dat geld gaan winnen. Maak je geen zorgen. Alles komt goed, daar zorg ik wel voor" Ik druk een kus op haar voorhoofd en dan een op haar wang. Dan duw ik haar onder de straal vandaan. Spoel mezelf af, en was de gevoelige stukken met water en glip dan onder de douche vandaan. Ik droog mezelf af en trek een boxer aan, vervolgens een tank top. Vervolgens pak ik het witte overhemd dat ik gepakt had en knoop hem tot bovenaan dicht. De mouwen stroop ik tot aan mijn ellebogen op. Na zwarte sokken aangetrokken te hebben trek ik ook de donker grijze pantalon aan.
    "Ik ga vast mijn spullen pakken. Het zal niet lang duren voor de taxi komt" zeg ik tegen Roxana. Ik doe de badkamer van slot, maar sluit de deur zodra ik de badkamer uit ben. In mijn kamer pak ik een versleten koffer. Daar stop ik al mijn kleding in, het zijn er dan niet veel, maar je weet maar nooit. Alle spijkerbroeken, alle joggingsbroeken en korte broeken. Alle t-shirts, alle tank tops, alle overhemden maar ook truien boxers, sokken, vesten en wat mutsen en schoenen. Ik grimas als ik merk dat ik nog veel ruimte over hebt. Het klinkt alsof ik veel mee heb, maar ik heb niet veel kleren. Ik koop het liever voor mijn broertjes en zusjes. Ik pak een foto van al mijn zusjes en broertjes van mijn nacht kastje en stop het in de koffer. Ook wat kleine sentimentele prulletjes van me stop ik in de koffer. Uiteindelijk rits ik de koffer dicht.
    Davis, Selena en Miles zitten aan de eettafel en papa staat aan het aanrecht. "Heb je alles?" vraagt hij. Ik knik en ik zet de koffer bij de deur. "Ik heb wat broodjes voor jullie, dat jullie even kunnen eten voor jullie gaan" zegt papa. "Bedankt, maar ik heb geen trek" antwoord ik. Ik til Selena van haar stoel en ga zitten en zet haar op mijn schoot. Ze begint zacht te snikken. Ik zeg niks, maar knuffel haar alleen met mijn kin op haar haren. De stilte is ongemakkelijk. Ik wil liever gewoon weg.
    Na ongeveer een uur hoor ik getoeter boven. 'Het is tijd om te gaan" zucht papa. "Ja het komt wel goed" zeg ik. Ik sta op, Selena optillend en geef haar een dikke knuffel en kus. "pas een beetje op iedereen ja?" ze knikt braaf. Dan geef ik mijn broertjes ook een kus op hun hoofd en knuffel pap, die me stevig tegen zich aan drukt. "Ik reken op je Call" mompelt hij. "let op haar, ik wil jullie beide thuis hebben. Ik hou van je" zegt papa. "Ik ook van jou" Ik pak mijn koffer, zwaai even naar mijn familie leden en loop naar buiten. De chauffeur staat al te wachten. Hij pakt mijn koffer aan en stopt hem in de achter bak. "En miss Wakefield? Volgens mijn lijstje moet ze ook mee. Roxana Wakefield?" vraagt de Chauffeur. "Ja dat is mijn zusje, ze komt er zo aan" De man knikt beleefd en ik ga achterin zitten, doe de gordel om en sla mijn armen over elkaar en kijk uit het raam, wachtend op Roxana.

    [ bericht aangepast op 16 feb 2014 - 17:05 ]


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Rochelle Alesha Owens • Sunshine • 24
    •••


          "Momenteel ligt ze te slapen, maar je kunt wel bij haar," vermeldde de zuster, terwijl ze al richting de kamer liep en ik haar zwijgzaam achtervolgde. Normaal was ik heel vrolijk en het leven op elk feestje, ook bij gezelschap, in dit geval echter was ik eerder stil. Ook bij de ruimte aangekomen, hield ik mijn mond, behalve een grote glimlach op mijn lippen die mijn tanden liet zien, deed ik niets. "Zo meteen komen we haar medicijnen nog brengen en als er iets is, kan je op de knop bij haar bed drukken." Dat was het laatste wat ze zei alvorens ze wegliep en ik de deurknop omdraaide om me naar binnen te begeven. De deur ging met een kleine klik dicht, waar ik al niet meer oplette, aangezien mijn donkere poelen direct naar mijn moeder gingen. Ze lag inderdaad te slapen en voor even - heel even - leek het alsof er helemaal niets met haar aan de hand was, behalve dat ze misschien vermoeid kon zijn. Nee, ondanks dit, kon de ziekte van haar mijn gedachtegang niet verlaten. Het was nu eenmaal zo en het is beter haar zo opgewekt mogelijk te doen dan om zielig te gaan zitten kniezen. Ze heeft mij, net zoals de rest, nodig.
    Voordat ik mijn slanke vingers om haar hand liet wikkelen, zette ik het plantje dat ik voor haar had meegebracht naast haar op het nachtkastje neer. Dan had ze in elk geval wat kleur dan al dat wit. Ik inspecteerde haar gelaat, het duurde echter niet lang voor ze wakker werd en ze kreeg direct toen ze mij zag een glimlach op haar gezicht.
          "Rochelle," Ze draaide haar hand zo dat ze die van mij nu ook vast had, en kneep er zachtjes in. Ik grinnikte licht. "Yea, dat is mijn naam, mam," begon ik, "Geweldig, dit betekent dat je geen geheugenverlies hebt." Probeerde ik er een grapje van te maken, om de sfeer te verlichten. Het werkte, want ze begon zacht te lachen. Mijn moeder sloot altijd haar ogen wanneer ze dit deed, waardoor ik haar kort weer bestudeerde.
          "Je komt hier elke dag, je moet je weer eens uitleven," glimlachte ze. Ik grijnsde wat, en liet mijn andere hand ook over die van haar liggen.
          "Ik leef me al genoeg uit; elke keer als ik train en daarna stink door het zweten."
          "O, en dat moeten we natuurlijk niet hebben, hé," antwoordde ze met een plagerige toon nogal sarcastisch, waar ik op lachte. "Nee, ik had het over het uitgaan, die jongens daar missen je vast heel erg." Ik liet een grijns op mijn lippen terug dwalen.
          "Mam, ik -"
          "O nee, vergeef me, je hebt een vriend, vertelde je. Eh, hoe gaat het met Ma-" Ze had me onderbroken, maar nu onderbrak ik haar met een wenkbrauw lichtelijk opgetrokken.
    "Daryl, mam, bijna goed." We lachten er wat om, waarna de zuster al snel kwam om haar medicijnen toe te dienen. Ik vertelde haar nog dat het daarmee klaar was, aangezien hij een 'open relatie' wilde. Lisa, mijn moeder, vroeg wat dat betekende en ik perste mijn lippen op elkaar om niet te lachen - dit zag zij en ze mepte me op mijn knie, met als teken dat ik haar niet mocht uitlachen. Alles plagend, vanzelfsprekend. "Dat is als je er iemand op nahoudt, mam, je bent dan niet de enige waar hij mee mag feest, om het even zo te zeggen." Besloot ik dan te verwoorden, een andere versie zou niet voor haar oren zijn.

          "Er is een pakke-" Mijn vader stond het middageten klaar te maken, terwijl hij naar één of ander pakketje op de tafel wees. Gelijk toen mijn blik erop viel, sprong ik kort op en neer en onderbrak hem al.
          "Oeh, een pakketje!" Ik stormde er naartoe en plaatste mijn handen al op de deksel om het te openen. "Vast van Daryl, om zo te laten zien dat hij niet zonder me kan." Grijnsde ik, zelfs ietwat vals, al lag er alsnog een enthousiaste blik in mijn donkere kijkers. Zonder het kaartje te lezen, die was namelijk niet belangrijk en wel wat erin zou zitten, opende ik het. Het papiertje dwarrelde ondertussen ergens op de grond en ik hoorde mijn vader een zucht slaken, waarop hij verder ging met het eten. Soms moest ik echt even nadenken met wat ik deed, aangezien er opeens een oude gek in beeld komt. Gelijk sprong ik van schrik achteruit en liet een soepele karatemove zien.
          "Gek, waar kom je vandaan!" riep ik uit met een lichtelijk accent, waarop mijn vader fronste en meekeek. Was dit één of ander spelletje van Daryl, of zo? Had hij nu ook al acteurs ingehuurd? "Welkom deelnemer!" Deelnemer? Waar the fu- "Je hebt zojuist de doos geopend en de uitdaging om aan Het Spel mee te doen." Oóh, was daar dat briefje van joh? Waar had ik het trouwens gelaten? Terwijl hij verder praatte, zocht ik ernaar op de grond, wat ik vervolgens oppakte en het las. "Voor een miljoen zit er in de koffer die je moet bewaken. De verdere instructies worden gegeven als je vanavond in het huis bent. Dus pak je spullen, om half 9 deze avond word je opgehaald door een taxi. Veel plezier!"
    'Alleen openen als je mee wilt doen aan Het Spel.' Las ik eerst, voor het andere tot me doordrong. Ik had dus eerst dit papiertje moeten lezen, maar ik ben alsnog rijk; mijn moeder kan die behandeling ondergaan.
          "Oi, bitch, I'm rich!" Riep ik met een slaak uit, waardoor mijn vrouwelijke stem nog hoger werd en ik liet een grinnik over mijn volle lippen rollen. Een afkeurende blik kwam er op mijn vaders gezicht terecht toen ik er ook nog een vaag dansje bij ging doen. Hierdoor stopte ik langzaamaan en met een diepe zucht gaf ik hem het briefje, wat hij las. Hij was de serieuze en hoewel hij soms ook zijn momenten had, was dit er niet één van.
          "Dus, deze koffer," Hij klopte op de koffer en ik grijnsde. "moet je bewaken, er zit hier een miljoen mee. Je moet vanavond in één of ander huis zijn, waar we geen idee hebben dat het is, en je wordt om half 9 opgehaald door een taxi." Hier knikte ik op en ik sloot het pakketje om naar boven te rennen en mijn tas in te pakken. Hij vond het geen goed idee, maar ik wel en dat was alles wat ik er ook verder op zei.
          Toen het bijna zover was, kwam mijn broer ook nog aankeutelen om me een kus op mijn slaap te geven. Ik toverde een zachte glimlach tevoorschijn toen hij me vertelde dat ik voorzichtig moest doen, waarop mijn vader hetzelfde deed. We hadden hiervoor ook een gesprek over mama, ze verslechterde, ook al was het in het ziekenhuis niet geheel te zien. Van binnen brak ze af, wat dus niet de bedoeling is. Ik moet dit winnen, hield ik mezelf voor, ik moet dit voor onze familie winnen. Voor mijn moeder. Gedurende ik de spullen inlaadde, het pakket naast me op de achterbank nam en de deur van de taxi dichttrok, hield ik het gouden kruisje vast.

    [ bericht aangepast op 21 feb 2014 - 23:48 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Xavier Roman Jones. | Xanthe | 28
    De wereld bestond niet meer. Alles was verwoest. Wat moest het met de mensen? Dat was iets wat hij vrij vaak hoorde. Als hij over de straat liep, zijn blik op oneindig maar zijn gehoor op scherp. Mensen die langs hem heen liepen hadden blijkbaar niets beter te vertellen aan elkaar. Ze konden enkel vitten op alles wat ze niet hadden in plaats van gelukkig te zijn met hetgeen wat ze wel hadden. Storend. Hijzelf begreep het dat concept niet helemaal. Het ging hem toch immers prima af?
    Zittend op het stoepje voor zijn huis pafte hij een sigaretje weg. De rook die hij in kringetjes uitblies steeg langzaam op om vervolgens te versmelten met de lucht.
    Het gebouw achter hem was gemaakt van rode bakstenen. Door verzakken en ouderdom van het pand was het pleisterwerk aan de bovenkant gescheurd. Het had lelijke plekken van de klimop die was afgestorven maar het was zijn huis. Hij vond het prachtig om in te wonen.
    Wellicht kwam het omdat hij wist wat zich aan de binnenkant bevond. Dat zorgde ervoor dat er een geheimzinnige glimlach rond zijn lippen vormde.
    Uit zijn vale jeans diepte hij een sigaret op. Zonder al te veel moeite wist hij deze aan te steken. De aansteker die in zijn hand lag, paste niet bij het beeld van de arme jongeman op het stoepje. Ingelegd met diamanten en platina was het behoorlijk ‘van deze tijd’ en zeker niet voor hem.
    Zodra het topje van zijn sigaret rood oplichtte, zakte hij nog wat meer onderuit op het concrete beton.
    Vandaag was hem bijzonder goed bevallen. In de ochtend was het hem gelukt om in te breken in het huis van een zeer welvarend man. Nu was hij natuurlijk al een paar weken bezig met het plannen van de kraak, toch was het succes hem niet in het verkeerde keelgat geschoten. Het was echter wel belangrijk dat hij na zoiets niet naast zijn schoenen ging lopen. Dat was gevaarlijk.
    Ondanks het feit dat hij het redelijk voor elkaar had, waren er altijd obstakels die hem in de weg stonden.
    Zijn ogen vielen langzaam dicht terwijl hij zijn succes nog een maal herleefde in zijn hoofd. Maar op hetzelfde moment ging de deur open en strompelde een meisje van een jaar of elf naar buiten toe. Haar diepbruine haar glansde in het middaglicht. ‘Row, er is iets voor je binnen gekomen,’
    Lichtelijk geïrriteerd draaide hij zijn hoofd wat bij. Verloren stond ze daar in de deuropening. Zijn zwakte. Zijn alles. Negen van de tien keer moest hij dan ook doen alsof ze niet bestond.
    Zij was de enige die hem Row mocht noemen.
    ‘Ga naar binnen, Marina, voor iemand je ziet,’ zijn stem klonk vermoeid.
    ‘Maar..’
    Een boze blik en het tengere gestalte verdween uit de deuropening. Verveeld drukte hij de half opgerookte sigaret uit op het stoepje voor hij overeind kwam.
    Hij wierp een wantrouwende blik de straat in voor hij het huis in liep. De deur gooide hij met een klap dicht.
    Marina stond halverwege de trap. Haar grote, angstige ogen op hem gericht. Het maakte dat hij zuchtte. ‘Ik ben niet boos,’
    Gelijk leek ze te ontdooien. Ze stormde naar beneden en hing binnen enkele tellen rond zijn hals. ‘Er was een man, Row, en hij bracht een pakketje. Hij had een zwart pak aan en een zwarte bril op. Hij leek heel boos en zei helemaal niets! ik mocht de koffer niet open maken maar moest het aan jou zeggen en… ‘ de laatste woorden vervaagde. Met een bevreemde blik stond hij in de hal.
    De koffer lag te glimmen op het kleine bijzettafeltje.
    Hij zette haar neer en voelde een rilling over zijn rug heen lopen. Haar handje reikte naar de opening maar hij hield haar tegen. Iets te fel was hij met zijn greep, waardoor zijn achteruit deinsde.
    ‘Onthoud dit, je kan nooit iets open maken zonder te kijken wat de boodschap is, begrepen?’ streng keek hij naar haar gezicht voor hij het kaartje op pakte wat er naast lag. Vluchtig las hij het door.
    Het aanbod was meer dan aanlokkelijk. Hij hield van een stevige uitdaging. Maar hij had het idee dat dit werd georganiseerd door een of ander rijk bedrijf en dat kon hij naar zijn idee niet vertrouwen.
    ‘Is het niet leuk?’ Marina’s zeurderige stemmetje drong zijn oren binnen.
    Keek van het kaartje in zijn hand naar haar grote, blauwe ogen. Een vaal glimlachje lag rond haar mond.
    Wat als hij daadwerkelijk haar leven kon beteren?
    Zijn vingers prutsten al aan de opening, maar op dat moment kwam zijn egoïstische kant opzetten.
    Waarom haar leven beteren? Hadden ze het nu niet goed? Hij deed zijn stinkende best om het zo mooi mogelijk te maken. Maar misschien was het niet genoeg?
    Na een paar tellen van stilte schoot de deksel van de koffer open en leek de tijd een moment stil te staan.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Brianna Valeria Felicity Amoris.
    Vermoeid en afgepeigerd stak ik het sleutel in het stopcontact en trapte ik zodanig mijn schoenen uit dat ze tegen de muur kwamen. De deur liet ik met een knal dichtvallen.
    Een zucht liet ik uit mijn mond ontsnappen toen ik mij op de zwarte bank liet vallen. “Een vriendje?” Snoof ik honend toen ik terugdacht aan wat de oude man, wat mijn vader voorstelde, tegen me had gezegd. Geen denken 'an.

          Hij hikte van de alcohol. Ik kon zweren dat ik een paar belletjes uit zijn mond kon zien ontsnappen, zo zat dat hij was. 'Zeg, Brianna,' Ik had gegromd met opeen geklemde kaken. 'Wanneer krijg je een vriendje? Je bent bijna 26 jaar.' Ik liet een geïrriteerde zucht horen en draaide mij om richting mijn broer, die mij meelevend aankeek. 'Ze is 24, pa. En ze wil niet Brianna genoemd worden.' 'Ze moet een man krijgen. Alleen kan ze het niet aan. Ze is een meid.' Alsof jou dat iets uitmaakt, klootzak!
    Zwijgzaam stond ik op zonder hem een enkele blik te werpen, terwijl Brian, de oudste broer, een antwoord teruggaf. Dat ging alleen het ene oor in en het andere uit, ik wilde er niets mee te maken hebben. Ik kon niets goed volgens hem doen en hij dronk zelf, verdomme! Hij was meer van de wereld dan dat hij sober en nuchter was.
    Ik schraapte mijn keel, zodat ik wat aandacht kreeg van iedereen – jammer genoeg ook van hém. “Ik ga.” Klonk het stemmig met een harteloze, koude ondertoon. Ik schonk Jessica, 20, echter een warme glimlach toen ze als eerste naar me toekwam om me een knuffel te geven. Daarna volgde Derek, 25, en kwam Brian, 27, erbij. Mijn andere twee kleine zusjes van 10 en 14 gaven me ook snel een kus en een knuffel en ik vertrok zonder de Ouwe een gedag te zeggen – of hem zelfs een blik te geven.
    'Zoek een vriend!' Een middelvinger was het enigste die hij als antwoord kreeg, waarna ik de deur met een klap dichtgooide.


          Al was ik blij en vooral opgelucht dat ik weer thuis was, ik vond het niks dat ik mijn zusjes moest achterlaten. Ik greep naar de sigaretten van de tafel, ik verlangde er nu wel naar eentje. Voordat ik 'm kon aansteken werd er aangebeld. Als ik eens met rust gelaten werd, maar nee hoor. Mijn aansteker drukte ik aan en liet de sigaret er door aansteken. De sigaret bengelde tussen mijn lippen, terwijl ik naar de voordeur aanging en opendeed.
    “Wat?” Vroeg ik de man in het zwart. Hij zag er erg formeel uit. Hij gaf mij alleen een doos af en liet geen woord uit zijn mond ontsnappen, waarna hij de gietende regen weer inliep. Fronsend keek ik naar de doos die hij me achtergelaten had. “Waarom ook niet. Als die vrouw van hiernaast mij wéér laat opzadelen met van die gekochte troep van haar, dan gooi ik haar bestellingen nog over het balkon,” mokte ik tegen mezelf en nam een flinke hijs van mijn sigaret met dat ik moeilijk de deur dicht trapte met mijn voet.
          'Alleen openen als je mee wilt doen aan Het Spel.' Las ik op het kleine kaartje. “Serieus? Hét Spel?” Ik zond een doodse blik naar de buurvrouw van hiernaast, ook al zat er een muur tussen ons. “Ik ben je kleinkind niet. Houd die troep bij je.” De sigaret liet ik achter in de asbak.
    Ik pakte de doos chagrijnig weer op en had flinke stappen richting de deur gedaan om die te openen, maar had de uitgestoken schoenen vanonder de tafel niet gezien – waarover ik mijn balans verloor en flikker. De doos valt open met een pof en een hologram van een man kwam tevoorschijn, waardoor ik van schrik naar achteren deinsde en met mijn kop tegen de tafel bonsde. “Au! Godver.”
    De woorden die de oude man, maar nog redelijk fit uitzag, vertelde waren aantrekkelijk voor mijn oren – al was ik redelijk chagrijnig door de gebeurtenissen die zich deze dag hadden afgespeeld. Half 9 hé? Hmm. Een bedenkelijke blik nam mijn chagrijnige gezichtsuitdrukking over. Dan is het maar tijd om mezelf klaar te maken. Die oude heks van hiernaast zal er vast niets van merken, grinnikte ik heimelijk.

    [ bericht aangepast op 18 feb 2014 - 20:40 ]


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    Roxana Jacey Wakefield.
    Callum had gezegd dat ik niet wist of het zijn schuld was of niet, want ik was er niet bij. Ik zuchtte en was van plan om er niet op te antwoorden, maar door wat hij als volgende had geantwoord liet me toch wel even fel opkijken naar hem. 'Het was het wel. Ik ben namelijk degene die de eerste klap uitdeelde en de laatste.'
    “Het is het niet,” antwoordde ik koppig. “Oké, je kan dan soms wel een klootzak en fel uit de hoek komen, maar dit was het gevolg van achter iets waar jij achter was gekomen. Daar hadden ze van tevoren aan kunnen denken in plaats van het heimelijk te doen achter jouw rug.” Het was een waterval van woorden die ik zelden had, maar in sommige situaties kon ik niet anders en ik was van de waarheid, vooral als het tegenover dierbaren was. “Maar laten we het hier maar bij laten, ik wil geen wonden verder openrijten.”
          Ik besloot er verder geen woorden meer aan vuil te maken en stapte onder de douche. 'Van mij mag je,' had Callum geantwoord hoewel hij heimelijk iets vanachter de spiegel haalde. Vrouwen douchegel. 'Maar denk dat je liever dit gebruikt.' We ruilden het snel om met zijn douchegel en ik bedankte hem.
          “Inderdaad, dat gebruik ik veel liever.” Victory! Dacht ik heimelijk. Die neem ik mooi mee naar dat spelletje, waar ze ons verwachtten. 'En het was niet perse Calvin waar ik aan dacht, Rox.' Ik keek hem vragend aan met dat ik een dikke klodder douchegel op mijn hand deed en mezelf inzeepte. 'Als ik dit al zonder moeite bij hem doe, maak ik me heel erg zorgen over wat er gebeurd als jij of Lena, of de jongens mij eens zo boos krijgen. Als ik boos ben dan ben ik gewoon een gevaar voor jullie. En jij, Lena en de jongens zijn het belangrijkste wat ik heb in mijn leven. Ik zou mezelf nooit vergeven als jullie wat zou overkomen.' Hij had het zacht gezegd, maar het was duidelijk genoeg voor mij. Natuurlijk wist ik van zijn woedeproblemen af, maar dat betekende nog niet dat ik hem direct als een monster zag en beschouwde. Dat was ook een van de grote redenen dat ik Jacey zo haatte. Ze beschouwde hem als een monster en wist geen eens de leeftijd van haar eigen kinderen, al was dit nog niets, maar het deed mijn bloed wel koken als ik aan zoiets dacht. Ze liet ervoor zorgen dat Callum zichzelf als een monster beschouwde – dat was wat ik uit zijn woorden opvatte, maar zeker wist ik het niet. Hij was het niet en het deed me pijn als hij zo over zichzelf dacht.
    Bedenkelijk keek ik hem aan en zonder dat ik er erg in had, was het er al uit. “Geloof je Jacey, dat je een monster bent?” Meteen drukte ik mijn lippen op elkaar toen ik doorhad wat ik vroeg en keek hem afwachtend aan. Ik was onder de douche geduwd en de douchegel gleed weer van mijn lichaam af. Fris en fruitig.
          “Ik kan er niets aandoen dat ze mijn awesomeness niet over kunnen slaan. Natuurlijk hebben ze mij ook uitgenodigd. Ze wisten meteen dat jij niet zonder mij kon,” had ik met een grijns en een enorme eigendunk richting Callum gezegd, het was een antwoord op wat hij erna vervolgens had gezegd. Het werken was voor mij geen probleem en ik wilde niet dat Callum zou denken dat hij alleen op de wereld stond, dat hij alleen dit op kon lossen.. want ik was er ook nog.
    Twee armen omhelsden mij. “Ik hou ook van jou hoor, slijmbal.” Zei ik hem met een glimlach. “Ik denk eerder dat jij een kalmerende thee kunt gebruiken en wat yoga,” doelend op dat hij had gezegd dat ik mij geen zorgen hoefde te maken. “En anders ik wel,” mijmerde ik er zachtjes achter aan, ten teken dat ik er anders wel voor ging zorgen dat alles goed kwam.
          Ik sloeg mijn armen over elkaar, vanwege de kou, toen Callum me onder de straal vandaan joeg – wachtend tot hij onder de douche vandaan kwam en ik er snel weer onder glipte. De shampoo die ik in mijn haren had gedaan ging er weer uit en ik deed mijn ogen dicht, maar toen ik mijn ogen had geopend begonnen ze lichtelijk te irriteren. Ugh, nee hé. Heb ik verdomme weer. “Urgh,” gromde ik zachtjes en ik greep de douchekop vast om de shampoo uit mijn ogen te wassen. “Eruit, verdomme.” Dit had ik echter tegelijkertijd gezegd met dat Callum vertelde dat hij zijn spullen alvast ging pakken, omdat het niet lang meer duurde voor de taxi kwam. “Uhu,” zei ik hem en ik wuifde hem wat weg, hintend dat ik hem wel had gehoord.

    Na eindelijk klaar te zijn, gleed ik bijna de douche uit met nog een handdoek om mijn lichaam en belandde bijna tegen de wasbak aan met mijn hoofd. Ik had me nog net tegen kunnen houden met mijn handen, maar de handdoek viel wel met een plof weer op de grond. Ik gromde. “Grr, oké, rustig Roxana. Rustig.” Ik haalde diep adem en pakte toen de handdoek weer op om mezelf snel af te drogen en het om mijn lichaam te wikkelen, waarna ik mijn tanden als een razende poetste en mijn douche spullen bij elkaar raapte.
          Ik begaf me naar de kamer die ik deelde met Selena. Ze zal het een stuk rustiger krijgen zonder mij, bedacht ik me opeens. Meestal lagen we bij Callum in bed, omdat we dat fijner vonden, maar nu was ze al helemaal alleen. Ik vroeg me af hoe papa dat ging oplossen. Met mijn hoofd vol gedachten liep ik naar de kledingkast en dumpte ik alle kleding in een oude, versleten koffer – maar die er heus prima uitzag en ermee door kon! Al die mensen tegenwoordig die het nieuwste van het nieuwste wilden hebben, nee, dat was voor mij niet weggelegd. Misschien was het op de manier hoe ik opgevoed was, maar ik vond ze nogal een stel zeikerds – om het zachtjes uit te drukken. Er is wel wat ergers in de wereld dan de nieuwste telefoon niet hebben.
    Met dat ik eindelijk mijn koffer had ingepakt begaf ik me naar beneden. Mijn vader keek raar op toen hij zag hoe ik eruit zag. 'Rox, ga je eens even omkleden.' Ik fronste en keek naar beneden. “Ooóh, ik snap 'm.” Lachte ik schaapachtig en snelde me weer naar boven om een simpel oversized shirt van een rockband aan te trekken en een gescheurde, zwarte jeans. Mijn zwarte, leren jack trok ik over aan eenmaal ik beneden kwam. 'Doe voorzichtig en let op je broer met zijn –' “Ja, ja, ik weet het. Zijn woedeproblemen.” Ik zuchtte en gaf hem een kus en een knuffel, waarna al mijn broertjes en zusje er volgde.
          Ik hoorde mijn vader nog zeggen dat ik wat moest eten voor ik ging en tegen mijn zin in propte ik stuk brood in mijn mond. “Goed,” murmelde ik. Ik pakte ook een stuk voor Callum. Met het stuk brood in mijn mond propte ik mijn voeten slordig in mijn zwarte, namaak dr. martens. De veters waren niet gestrikt, maar dat deed ik later wel als ik in de taxi stapte.
          “Kijk eens wat ik voor je heb.” Zei ik Callum toen ik de deur opende en de koffer al in de kofferbak had gedumpt – maar liet het hem niet zien.
    “Doe je ogen maar eens dicht.” Voor de zekerheid had ik mijn hand voor zijn ogen gedaan en ik propte een stuk brood in zijn mond. “Goed, en nu kauwen.” Ik gooide de deur van de taxi dicht.
    “Nu gaan met die bak.” Zei ik de chauffeur met dat ik tegen het glas, wat zich tussen ons begaf, sloeg. De man had me raar aangekeken en gezegd dat ik niet zo op het glas moest slaan, maar ik liet enkel een honend lachje horen.
    In plaats van dat ik daarop iets antwoordde slikte ik walgend het laatste stuk brood door en draaide het raam open. Een sigaret haalde ik tevoorschijn, die ik ook in Callums mond lieflijk had gepropt en ze aanstak. “We mogen vast wel roken hé,” had ik koppig gezegd.

    [ bericht aangepast op 18 feb 2014 - 22:11 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.



    Callum Joshua Wakefield

    Het duurt niet lang of Roxana komt de taxi binnen. "kijk eens wat ik voor je heb!, doe je ogen maar dicht." Ik wil protesteren maar ze heeft haar hand al voor mijn ogen gedaan. Vervolgens merk ik dat ze iets in mijn mond propt. Brood zo te proeven. Bitch ik pak je nog wel terug! "Goed, en nu kauwen" Ze gooit de taxi deur dicht en ik kijk haar woedend aan terwijl ik kauw. "Nu gaan met die bak" ze slaat tegen het glas. De chauffeur schijnt ervan te schrikken. Hij laat weten dat ze niet zo tegen het glas moet slaan. Ze lacht slechts honend. "Roxana doe even normaal" sis ik geïrriteerd. Roxana draait het raampje open en haalt een sigaret tevoorschijn. Ook die propt ze in mijn mond en steekt hem aan. "We mogen vast wel roken hé" Geïrriteerd draai ik het raam open, haal de sigaret uit mijn mond en leg mijn hand met de sigaret in het kozijn van het pas open gedraaide raampje. Ook de rook blaas ik die kant uit. "Ten eerste, Ik weet dat je schijt hebt aan manieren, maar doe tenminste alsof pap en ik je die geleerd hebben als we op gehaald worden in een taxi, je zet me voor schut Jesus Christ" zeg ik geïrriteerd als de man de snelweg op draait.
    "Ten tweede, nog even een antwoord op de vraag die je eerder stelde" Ik draai mijn gezicht naar het raam, neem een heis van de sigaret en lik over mijn lippen voor ik de rook uitblaas. "ja, ik geloof haar" Ik kijk haar nog niet aan. "Mam bedoel ik" Ik kijk Roxana even kort aan vanuit mijn ogen, voor ik weer naar buiten kijk. "Dat is niet eens zo gek, als je beseft dat ik haar 16 jaar gekend heb als een lieve, zorgzame en grappige vrouw. En slechts 9 jaar ken als een boze alcoholist" Ik zwijg kort. "De mama van toen.." ik lik even over mijn lippen zoekend naar woorden. "Ze was lief, maar rechtvaardig. Als ze ergens een hekel aan had was het liegen en leugens. Je moest dan ook niet proberen tegen haar te liegen" Ik neem een heis van de sigaret. "Ze vertelde zelf ook altijd de waarheid, hoe hard het ook was" Ik pluk even aan mijn lip.
    "Ik weet dat de vrouw die Mama ooit was, er al heel lang niet meer is. Dat besef ik me heel goed" Ik kijk Roxana eindelijk even aan voor ik weer een heis neem van mijn sigaret. "Maar de reden dat ik haar geloof is dat ik het gevoel heb, dat ze nog steeds niet liegt. Iemand die zo een hekel had aan liegen, dat kan niet veranderd worden door een beetje alcohol" ik kijk Roxana weer aan. "Daarnaast ik ben heel goed in ontdekken wanneer iemand tegen mij liegt, ik heb het altijd door en dat weet jij net zo goed als ik" zeg ik. "En bij haar heb ik nog nooit het gevoel gehad dat ze tegen me loog, nooit tekens gezien dát ze tegen me loog. Al die jaren niet. En daarnet ook niet" voeg ik er aan toe. "Ergens geef ik haar wel gelijk. Ondanks dat ik de vrouw die ze nu is haat, enorm veel haat. Kan ik niet ontkennen dat ik haar gelijk geef" ik gooi mijn sigaret het raam uit.

    Ik denk dat Roxana dit nooit zal begrijpen. Ze heeft zo een hekel aan onze moeder dat ze haar zelfs bij haar voornaam noemt. Ze was natuurlijk nog erg jong toen mama naar de alcohol greep. Maar ik was al 16, bijna 17 zelfs. Dus ik heb haar bewust mee gemaakt toen ze nog leuk was. Toen ze nog lief was en het geweldig vond om ons te knuffelen en te kietelen. Maar gód wat heb ik een pak voor mijn broek gehad toen ik tegen haar loog zeg. Iemand die daar zo op tegen was, die kan niet ineens nu liegen met wat alcohol op. Dat geloof ik gewoon niet.
    Ik vraag me af hoe dat spel zal gaan, we worden ergens naar toe gebracht maar waar? Hoe zal het zijn? Normaal gesproken komen Roxana en Selena bijna elke nacht bij me in bed kruipen. Tenzij ik ze er zelf uit trap blijven ze, altijd beide aan de linker kant van me, waardoor ik tegen de muur gedrukt word. Erg vind ik het nooit. Prettig misschien wel. Hoe hard en sterk ik mezelf altijd voor doe, heb ik ook wat tederheid nodig. Meestal geef ik dat aan mijn jongste zusje, soms ook aan Rox. Slapen doe ik nooit als ze bij me in bed liggen. Ik kijk meestal hoe zij slapen, dat geeft me bijna altijd rust. Hoe zal dat nu gaan? Lena zal wel bij papa kruipen. Maar ik dan? Zal ik nu alleen slapen? Wil ik dat wel?
    Ik kijk even naar Roxana. Ik heb geen idee wat ik tegen haar moet zeggen. Het komt wel goed? Maar is dat wel zo? Ik kijk weer naar buiten we rijden op een eenzame weg, maar verderop doemt er een enorm huis op. We rijden er recht op af. Fronsend blijf ik ernaar kijken. Een villa? Nee nog groter een mansion! Ik wrijf in mijn ogen om te kijken of ik niet droom. Ik droom inderdaad niet, besef ik me als we de oprit op rijden. "oh fuck me" mompel ik zachtjes met mijn mond een stukje open gezakt als de man de lange oprit op rijdt. Hij stopt recht voor het huis. Ik stap de taxi uit en er staat een soort hologram voor de deur. Voor ik het weet staat mijn koffer naast me. "Callum en Roxana Wakefield." zegt de hologram. "Ik wil jullie/ welkom heten en uitleggen wat jullie hier doen. Je bent hier voor het spel dat jullie hier gaan spelen. Ik zal dus ook meteen van slag gaan om het uit te leggen. Het is de bedoeling om je koffer te bewaken en die van een andere te stelen. Als je dit zowaar lukt heb je er een miljoen bij. Dit mag je overdag, maar ook in de avond doen. Je krijgt enkele opdrachten die je moet voldoen. Er zijn teams gemaakt hiervoor en moet met diegene de opdracht voldoen. Na elke opdracht word er een soort bijeenkomst gehouden die laat zien wie er het beste is en wie het slechtste. Tussendoor worden er een op een gevechten georganiseerd. Binnen op het grote scherm in de aankomsthal worden de mededelingen en andere dingen bekend gemaakt, waardoor je goed op de hoogte bent. Het huis kom je binnen door je pols voor de scanner, naast de deurpost, te plaatsen." De hologram man wijst het apparaatje aan. "Veel plezier en mag de beste winnen." De man glimlacht raar en verdwijnt.
    Ik frons maar pak mijn koffer. Ik ben blij dat ik meer dan genoeg ruimte had voor dat rare koffertje in mijn koffer dan dat ik ermee in mijn hand had moeten lopen. Ik loop het trappetje op en houd mijn pols voor het apparaat. De deur vliegt open en mijn mond zakt weer open vanwege de mooie ruimte en het enorme scherm voor mijn neus. "Oh fuck me hard" Mompel ik zacht. Iets wat ik altijd zeg als iets me enorm verbaas. "Hé Rox?" roep ik. "Met wie zouden wij een team vormen denk je?"

    [ bericht aangepast op 19 feb 2014 - 22:11 ]


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Rogier Brooks

    De rit duurde lang, te lang naar mijn zin. Het hielp ook niet mee dat mijn chauffeur de hele rit zijn mond hield, waardoor ik niemand had om tegen te praten. Niet dat ik zou zo'n grote prater was, maar het kon je helpen te tijd te doden. Maar ik zat dus alleen met mijn gedachtes daar op de achterbank van de taxi. In mijn hoofd kwamen allemaal scenario's op van dingen die ik dacht te kunnen verwachten. Van hemel tot hel en ik wist dat ik niet teveel op de hemel scenario's moest hopen, want karma kan je flink tegenzitten. Na een tijdje, ik had geen flauw idee hoeveel tijd er nou voorbij was gegaan, bedacht ik me dat ik ook een boek in mijn tas had gestopt. Misschien zou het lezen me een beetje afleiden van al die gedachtes en meteen de tijd doden. Ik was blij dat ik de koffer met al mijn spullen gewoon naast me op de achterbank gelegd had, want anders had ik nog steeds geen boek. Op zoek naar mijn boek, kwam ik ook het koffertje met de miljoen tegen. Meteen gingen mijn gedachten naar dat koffertje in plaats van het zoeken naar mijn boek. Ondertussen was dit me wel duidelijk geworden: Dit koffertje werd of mijn overwinning of mijn ondergang. Een miljoen was veel, verdomd veel. Wat was de prijs die we hiervoor moesten betalen? Hopelijk zou ik dat gauw na mijn aankomst horen, ik wilde weten waar ik aan toe was.
    Nadat ik mijn boek gevonden had, begon ik met lezen waar ik eerder gebleven was. Echter lukte het me niet om me erop te concentreren. Mijn gedachten waren overal en nergens en ik moest zinnen meerdere keren lezen voor ik eindelijk begreep wat ik nou net gelezen had. Nee, ik had dus gewoon niet de rust om te kunnen lezen. Ik werd juist alleen maar geïrriteerder van het feit dat het me niet lukte. Gefrustreerd legde ik het boek naast me neer en ik liet me languit zakken, zover dat mogelijk was. De taxi was niet ruim en ik was lang. Nog iets wat me tegenzat, ik begon echt lekker. Hopelijk zou mijn slechte begin voor dit spel goedgemaakt worden als ik er wat verder in was.
    Na wat voor mijn gevoel heel lang duurde, kwamen we uiteindelijk bij een alleenstaand huis uit. Alhoewel, echt een huis was het niet meer te noemen; het was gewoon een kast van een landhuis! Zoiets had ik alleen maar op tv gezien en het was indrukwekkend om zoiets nu eens in het echt te zien. En dan om te beseffen dat het erop leek dat ik tijdelijk in dit huis zou gaan wonen of zoiets. Al zou ik zeer waarschijnlijk niet alleen zijn.
    'Uitstappen,' beval mijn chauffeur mij, nadat hij de taxi voor het huis had laten stilstaan. Ondertussen had ik mijn koffer weer netjes ingepakt, dus hoefde ik hem alleen maar van de achterbank te pakken, waarna ik snel uitstapte. Ik had niet zo veel zin in ruzie met de taxichauffeur. Nadat ik een paar stappen van de auto weg had gedaan, scheurde hij gauw weer weg en ik keek hem met gefronste wenkbrauwen na. Daarna richtte ik mijn aandacht op het enorme huis en liep maar richting de deur die toegang gaf tot het huis. Daar verscheen weer een hologram, die zich tot mij richt.
    'Rogier Brooks. Ik wil je welkom heten en uitleggen wat je hier doet. Je bent hier voor het spel dat jullie hier gaan spelen. Ik zal dus ook meteen van slag gaan om het uit te leggen. Het is de bedoeling om je koffer te bewaken en die van een andere te stelen. Als je dit zowaar lukt heb je er een miljoen bij. Dit mag je overdag, maar ook in de avond doen. Je krijgt enkele opdrachten die je moet voldoen. Er zijn teams gemaakt hiervoor en moet met diegene de opdracht voldoen. Na elke opdracht word er een soort bijeenkomst gehouden die laat zien wie er het beste is en wie het slechtste. Tussendoor worden er een op een gevechten georganiseerd. Binnen op het grote scherm in de aankomsthal worden de mededelingen en andere dingen bekend gemaakt, waardoor je goed op de hoogte bent. Het huis kom je binnen door je pols voor de scanner, naast de deurpost, te plaatsen.' De man in het hologram wijst naar een apparaat naast de deur. 'Veel plezier en mag de beste winnen.' Het hologram verdwijnt weer en laat mij verbouwereerd achter. Hij had een hoop informatie te vertellen en ik moest het allemaal even over me heen laten komen. Gevechten had hij het over. Wat voor gevechten, met het zwaard? Bij die laatste gedachte maakte mijn hard=t een sprongetje. Als dat waar was, zou ik nog een aardig goede kans maken. Maar ik moest dus mijn koffer met het miljoen bewaken. Dat zou een hele interessante opdracht worden.
    Nadat ik alles over me heen had laten komen en mijn gedachten erover had laten gaan, liep ik verder naar de deur en hield mijn pols tegen het apparaatje dat ernaast zat, zoals de man van het hologram verteld had. De deur zwaaide open en onthulde een grote hal met een trap naar boven, net zoals je in de oude landhuizen vaak zag. 'Oh, goden, waar ben ik in hemelsnaam in verzeild geraakt,' mompelde ik, terwijl ik de hal nog eens goed bekeek. Toen viel me ook de enorme tv en twee andere mensen die er al stonden. Ik bekeek ze aandachtig, ook al stonden ze nog met hun rug naar mij toe. Het waren een man een een vrouw. De man zowat kaal en vol met tatoeages, de vrouw had lang bruin haar. Dat kon ik al wel van ze zien. Ik schraapte mijn keel maar, omdat ze me nog niet gehoord leken te hebben.
    'Well, ehh, goedendag,' zei ik, niet helemaal tevreden over mijn woordkeuze.

    [ bericht aangepast op 21 feb 2014 - 20:30 ]


    Stenenlikker

    Forrest Rochester
          “Forrest?” werd er schel onderaan de trap gekeeld. “Forrest! Had ik je niet gevraagd al voor ons te koken?” Mijn moeder stond onderaan de trap. Een vrouw van achteraan in de vijftig, iets steviger gebouwd dan gezond was en met korte donkere krullen die alle kanten uitstonden.
          Ik zuchtte luid en slofte op mijn Winnie the Pooh sokken met gaten de kamer uit. “Eh… Vergeten, sorry.” Ik haatte het dat er dingen van me verwacht werden, hoewel het gewoon beter zou zijn als ik later thuiskwam dan mijn moeder. Ik mistte de tijd dat ik nog lekker thuis kon komen en lekker lui kon niksen. Mooie tijden, lang vervlogen. Ik zou niets een meer thuis mogen wonen, maar zonder mijn hulp zouden we niet rondkomen.
          Mijn vingers friemelden aan het oude zilveren kettinkje om mijn nek terwijl ik terug staarde naar mijn moeder van bovenaan de gammele trap. Deze schudde zuchtend haar hoofd, waarbij haar krullen mee zwiepten, en wandelde weer weg. “O, trouwens…” De vrouw kwam weer uit de geïmproviseerde keuken gesloft. “Er is een pakketje voor je aankomen. Want blijkbaar vergeet je warhoofd ook te kijken of er pakketten voor de deur staan.”
          Mijn god, hoe kon ze aan al deze dingen denken op één avond? Ik mocht blij zijn dat mijn hoofd vast stond, anders zou ik die zelfs kwijtraken.
          Met een diepe zucht slofte ik de trap alweer af. “Wie zou mij pakketjes sturen? Zo belangrijk ben ik niet.” Tenzij er een bom in stak of zo, er waren vast wel mensen die me zouden willen afmaken voor het een of het ander dat ik gestolen had, maar het was niet zo dat ik mensen kwaad deed.
    Ik schoof het witte briefje aan de kant en pakte uit. Een zwarte koffer. Wat een teleurstelling, ik had in ieder geval iets spannends verwacht. “Dit is niet voor mij. Ik heb geen koffer besteld, dit is eerder iets voor pap.”
          ”Je naam staat er duidelijk op. Het zei duidelijk: ‘Forrest’.” De mollige vrouw maakte zichzelf los van haar goedkope fornuis op elektriciteit, dat enkel werkte wanneer het daar zin in had, en griste het witte briefje van tafel. Nadat ze het gelezen, verscheen er een grijns op haar gezicht. “O! Je moet meedoen, Forrest! Je moét meedoen!”
          ”Aan wa- what the fuck?” Er verscheen een man in beeld. Wat voor hekserij was dit? Dit was duidelijk geen televisie. “Welkom deelnemer! Je hebt zojuist de doos geopend en de uitdaging om aan Het Spel mee te doen aangenomen,” begon de doos veel te vrolijk naar mijn mening. Ik zuchtte. Fijn, nu had ik ook al geen keuze meer om mee te doen aan dat stomme spel. “Voor een miljoen zit er in de koffer die je moet bewaken. De verdere instructies worden gegeven als je vanavond in het huis bent. Dus pak je spullen, om half 9 deze avond word je opgehaald door een taxi. Veel plezier!”
          Ik wachtte nog een tijdje, voor het geval het ding weer zou beginnen te praten. Nieuwsgierig bewoog ik met mijn hand doorheen het lijf van de man, die in een flits verdween. Was dat mijn schuld? Cool. “Ik wil niet meedoen aan dat spel. Als ik verlies maak het enkel erger voor ons.”
          ”Je gaat helemaal niets verliezen!” Mijn moeder duwde me haar improvisatie keuken/badkamer/woonkamer uit, de trap op richting mijn eigen kleine kamertje. “Pak in en je gaat. Basta.”

          Met tegenzin opende ik de deur van de gele taxi. Moest ik echt gaan? Ik had hier eerlijk gezegd echt geen goed gevoel over. Mijn hand streek over de rugzijde van de donkere koffer, die ik voor de veiligheid opborg in mijn rugzak. Mijn moeder had me er zelfs een hangslot voor gegeven, maar die zat nu veilig in mijn zak en de sleutel had ik samen om het kettinkje om mijn nek geweven.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    • Aurora " Ro " Nani Hermione

    'Welkom deelnemer. Je hebt zojuist de doos geopend en de uitdaging om aan het Spel mee te doen aangenomen. Voor een miljoen dollars zit er in de koffer, die je moet bewaken. De verdere instructies worden gegeven als je vanavond in het huis bent. Dus, pak je spullen – om half negen deze avond word je opgehaald door een taxi. Veel plezier.'

          Binnen in mijn gedachten vliegen verschillende keuzes en oplossingen als een wervelwind rond – ongrijpbaar, alsof mijn onderbewustzijn alle mogelijke facetten af aan het wegen is. Inmiddels sta ik roerloos voor mijn bed, terwijl mijn blik van de ene naar de andere kant schiet – wat moet ik in godsnaam doen? Ik kan me vaag herinneren dat ik in mijn " oude " leven ontzettend veel moeite had met het maken van keuzes, waardoor ik dit het allerliefst aan andere personen over zou laten. Echter, op dit moment was ik niet in mijn " oude " leven – dit was nu, dit was hier ; ik zou moeten kiezen.
    'Aurora – mijn allerliefste Ro – je gaat me niet vertellen dat je aan het terug krabbelen bent? Ik ben niet van een grote zaak gestapt om jou te zien twijfelen over het feit of je de koffer wel al dan niet geopend zou moeten hebben.'
    Jace zijn stem bracht me terug – liet me voor een aantal keren knipperen met mijn ogen en zorgt er uiteindelijk voor dat ik mijn vingers rondom de gitzwarte, fluweelzachte stof sluit. Geheel automatisch vormt er zich een lichte grijns rondom mijn mondhoeken – waarna ik mijn hoofd omdraai om in de vragende ogen van Jace te kijken. Ik hield er van om hem te plagen, hem te pesten – hem helemaal tot het uiterste te drijven omdat hij daadwerkelijk geen enkel idee had wat er in mijn gedachten omging.
    'Jace – ik wil niet hebben dat mijn eerste indruk er een is van een verschrikkelijke kledingstijl. Misschien begrijp jij het niet – en zul jij het nooit begrijpen – maar de keuze voor de kleding welke ik meeneem naar het huis is moeilijker dan de keuze om de koffer daadwerkelijk te openen.'
          Glimlachend draai ik me om op de bal van mijn voeten – waardoor ik mijn hoofd diep in mijn nek moet leggen om Jace in zijn ogen aan te kijken. Zijn kille, afstandelijke gezichtsuitdrukking veranderde meteen in de gezichtsuitdrukking welke me bekend was. Zonder te wachten op zijn antwoord – laat ik mijn witte zomerjurkje over mijn hoofd glijden en draai vervolgens een rondje.
    'Je ziet er prachtig uit, Goudlokje – as usual, natuurlijk.' De woorden van Jace doen me niets – dat weet hij. Er zou maar een persoon in de wereld zijn waar ik zulke woorden van zou accepteren, maar deze persoon was ver weg en ik zou hem nooit of te nimmer meer tegen komen – dat was voorbij, het lag in het verleden en ik wilde het maar al te graag vergeten. Memphis bleef in mijn hoofd hangen, als een angel die niet goed was verwijderd na een scherpe steek – maar ik had er mee leren leven in de afgelopen jaren.
    Met een subtiele beweging van mijn hand boven de gigantische koffer – geef ik aan dat het Jace zijn taak zal worden om deze naar beneden te dragen, waar inmiddels het getoeter van een auto te horen was. Giechelend dans ik van de trap, gooi de voordeur open en huppel vervolgens met kleine pasjes naar de taxi – waar een klerenkast van een man de deur openhoudt en argwanend naar een punt achter mijn schouder kijkt. Wanneer ik Jace zachte verontschuldigingen hoor mompelen, weet ik dat hij het irritatiepunt van de man is geweest – waardoor ik hem een geruststellende glimlach schenk en hij terug keert naar zijn eigen plaats achter het stuur.

    'Get them – Goudlokje.'
          Alhoewel de zachte, laatste woorden van Jace enkele malen door mijn gedachten galmen – wordt het al vrij snel snel stil wanneer de gigantische villa aan de horizon op doemt. Mijn mond kan niets anders dan open zakken, waarbij ik opgewonden op de achterbank van de taxi heen en weer begin te schuifelen. Slechts enkele geruchten waren er over het Spel bekend – ik had nooit of te nimmer verwacht dat ik zelf een persoon zou zijn welke er aan deel zou nemen, maar dit was echt ; dit was geen droom.
          'Bedankt meneer – zonder u was dit me in geen honderd jaren gelukt.' Mijn stem is vol bewondering wanneer de klerenkast – eveneens de bestuurder van de taxi – mijn gigantische koffer uit de kofferbak haalt en hem vervolgens op de kiezelstenen van de oprit plaatst. Alhoewel ik weet dat deze personen hoogstwaarschijnlijk de opdracht hebben gekregen om op geen enkel moment contact te hebben met de deelnemers – kan ik een lichte glimlach onderscheiden wanneer hij opnieuw plaats neemt in de taxi en vervolgens langzaam de oprit afrijdt.
    Met grote ogen bekijk ik het huis – diep onder de indruk over de plek waar ik de aankomende tijd zal gaan verblijven. Wanneer ik mijn handen om het handvat van mijn koffer sla en hem richting het huis wil slepen word ik echter terug gezogen in de realiteit – dat ding was met geen mogelijkheid te verplaatsen. Vloekend begin ik er aan te sjorren, terwijl ik in mijn gedachten wens dat ik iets groter was geweest – aangezien mijn koffer ongeveer de helft van mijn eigen lengte was. Glimlachend denk ik dan aan het feit dat ik andere kwaliteiten had, waardoor ik een hand door mijn lange, blonde haren haal en zoekend rond kijk door de omgeving ; op zoek naar iemand die me zou kunnen helpen. Wanneer ik een geel stipje aan het begin van de oprit zie verschijnen zucht ik opgelucht – een nieuwe deelnemer, misschien zou hij of zij me willen helpen...

    [ bericht aangepast op 22 feb 2014 - 10:11 ]


    Roxana Jacey Wakefield.
    “Pfft,” proestte ik met mijn lippen. Chagrijn. Ach, ik zal het wel aan de zenuwen de schuld geven dat hij zo deed. Al was niets nieuw. Waarschijnlijk zat hij nu in dat kale kopje een plan te bedenken om revanche te nemen. 'Ten eerste, ik weet dat je schijt hebt aan manieren, maar doe tenminste alsof pap en ik je die geleerd hebben als we opgehaald worden in een taxi.' Pft, alsof hij manieren had! Dacht ik koppig. 'Je zet me voor schut. Jesus christ.' Klonk er met een geïrriteerde toon in zijn stem.
    “Papa heeft ons ook geleerd om goed te eten en voor jezelf te zorgen in plaats van zo ondankbaar te zijn.” Weerkaatste ik terug met dat ik me tegen de bank aan liet vallen en wat achteruit zakte.
    “Manieren? Dat ik dat nog uit jouw mond mag horen,” mompelde ik zachtjes, geërgerd, en ik had mijn armen over elkaar heen gevouwen. “Sfeerverpester,” zei ik en ik trok een pruillipje. Ik voelde me nu net als een klein kind die flink straf kreeg door d'r vader in plaats van door haar broer. Hij bedoelde het goed, maar ik was verdomme 23 jaar. Ik wilde geen opmerkingen van een vader. Ik zuchtte. Zou hij me ooit kunnen zien als een zelfstandig iemand in plaats van nog zijn kleine zusje? Hij zette me voor schut.
          Ik wist nog dat hij mij, of eigenlijk de gozer waarmee ik een date had, in de gaten hield. Ik schaamde me kapot en wist het gewoon niet goed te praten, want voor ik het uit wilde leggen was hij al weg.
    'Ten tweede, nog even een antwoord op de vraag die je eerder stelde.' Hij nam een hijs van zijn sigaret. 'Ja, ik geloof haar. Mam, bedoel ik.'
    Ik had al meteen geweten dat hij haar bedoelde. Het was iets waardoor ik niets op durfde te zeggen. Mijn gedachten waren voor een korte seconde blanco alvorens ze tekeer gingen. Ze raasden als nooit te voren. Hij geloofde haar? Waarom? Ze was niets meer dan een dronken zot. Maar aan de andere kant, was ze wel onze moeder. Uch, the horror. Ik bracht mijn handen kort even naar mijn hoofd en wreef er even over om de gedachten eruit te masseren.
          Hij had uitgelegd waarom hij haar geloofde, maar het kwam er bij mij niet in. Was hij nou niet naïef bezig? Alcohol kon je veranderen, bij iedereen, dus waarom niet bij onze moeder? Tuurlijk, ze zeiden dat als je dronken was; je de waarheid sprak. Maar dit hoefde niet altijd zo te zijn. En als het wel zo was, dan was het háár mening – niet de mijne. Lekker tactisch ook van haar om het zo te noemen 'een monster.' Typisch Jacelyn. 'Maar de reden dat ik haar geloof, is dat ik het gevoel heb dat ze nog steeds niet liegt. Iemand die zo een hekel had aan liegen, dat kan niet veranderd worden door een beetje alcohol.' Ik voelde zijn ogen op mij gericht.
    “Een beetje alcohol is nogal zachtjes gezegd, Callum.” Had ik hem als enigste geantwoord zonder hem aan te kijken. Mijn blik bleef op de weg recht voor me. Ik had niets meer dan dit te zeggen en ik wist ook niet wat. Al bleef hij erover doorpraten dat hij goed was in het ontdekken wanneer iemand tegen hem loog, maar bij haar nooit het gevoel had dat ze tegen hem loog. 'Ergens geef ik haar wel gelijk. Ondanks dat ik de vrouw die ze nu is haat, enorm veel haat. Kan ik niet ontkennen dat ik haar gelijk geef.' Ik slaakte een zucht en nam een diepe hijs – die had ik nu wel nodig. Ik kon er niet tegen als ik zulke dingen moest bespreken, maar voor dierbaren had ik van alles over.
    “Een monster is niet wat je bent. En dan ben ik misschien iemand die dit nooit zal beseffen, maar eerlijk gezegd,” ik keek naar hem op. “Wil ik dat ook niet.” Een blik van teleurstelling kwam er door mijn ogen, maar ik verharde ze al snel door er de koudheid eruit te laten stralen. “Ik blijf bij mijn mening. Zij ziet niet in dat jij je best doet, ik mijn best doe, onze vader die het zo moeilijk heeft.” Ik keek voor me, naar de weg waar ik ervoor ook naar had gekeken. “Zo vaak hebben we haar verteld dat ze moest stoppen, haar geprobeerd te overtuigen dat dit niet de weg is, haar drank zelfs weggegooid, maar het werd alleen maar erger. Ik word daar moe van Callum. Ik heb mijn best gedaan en ze zoekt het maar uit.” Ik nam nog een hijs van mijn sigaret en gooide die vervolgens naar buiten. Het boeide me geen reet wat Callum nu zou antwoorden. Ik wilde wel eens eerst aan mezelf gaan denken in plaats van de dagelijkse shit die er gebeurde.

    De hele wegrit had ik me stil gehouden verder en genoot ik van nog een sigaret.
    Het duurde alleen nog niet lang of er kwam een enorm villahuis in zicht. De mond van Callum zakte iets open, waardoor ik wat moest lachen. We stapten uit en ik zette mijn koffer op de grond, want een hologram was er op ons aan het wacht. Voor zover die konden wachten; volgens mij namen ze die gewoon op, om vervolgens af te spelen als er beweging plaats vond. Veel wist ik er niet vanaf, want het was een van de nieuwste technologie en daar was ik dus totaal niét van.
          De hologram begon met een uitleg, waarvan ik moest lachen en ik verborg mijn lach onder mijn hand. Gevechten? Opdrachten? Oh, dit word nog leuk, dacht ik vermakelijk.
    Ik begon de bewegingen van Callum te volgen om naar binnen te gaan. Mijn pols hoefde ik er echter niet voor te doen, omdat Callum dat al gedaan had. 'Oh, fuck me hard.' Hoorde ik hem zachtjes mompelen. Ja, echt iets voor Callum.
    “Ja, als ik daar maar niet bij hoef te zijn.” Had ik met een laconiek, ironische gezichtsuitdrukking gezegd, terwijl ik doorliep naar binnen. De entree was werkelijk waar prachtig. De wenteltrap begaf zich naar een andere verdieping die er ook net zo veelbelovend uitzag als de entree. Het was prachtig, dat was het zeker, maar had je dit nu echt nodig? Ik was zo gewend aan het krappe huisje waar we waren opgegroeid. Al was het zenuwslopend als je op elkaar zat gedrukt, maar ik was het gewend geraakt.
    'He Rox?' Had hij geroepen. Mijn benen waren al naar de volgende ruimte, wat de woonkamer bleek, gevolgd. Maar deze stopten toen ik de stem van Callum hoorde. Ik keek een pilaar om, naar Callum. 'Met wie zouden wij een team vormen denk je?' Bedenkelijk liep ik naar hem terug. Hmm, goede. “Geen idee, om heel eerlijk te zijn. Daarvoor wil ik eerst de rest kennen.”
          Lang. Dat was het eerste wat er in me opkwam toen ik mij omdraaide en de man in de deuropening zag. Hij had me een goedendag gewenst, of eigenlijk Callum en mij, waardoor ik zachtjes en kort moest glimlachen. Hij was echter snel weer van mijn gezicht afgehaald en ik keek hem bedaard aan, terwijl ik hem bestudeerde. Het tweede wat namelijk in mijn hoofd opkwam, was dat zijn haar meer volume had dan dat van mij en ik werd er lichtelijk jaloers om. Zeker als ik eraan dacht hoeveel moeite ik er wel niet voor moest doen om er zelfs maar een beetje volume in te krijgen. “Goeienavond,” verbeterde ik hem en had ik met vermakelijke pretoogjes gezegd. Interessant, dat was hij zeker.
    Gelukkigerwijs was hij als man, als eerste binnen gekomen – na Callum en mij. Ik had het niet zo op vrouwen – ironisch genoeg was ik er zelf een, en door deze simpele reden liet het al een zachte, amusante glimlach op mijn gezicht komen.
          Hoewel hij vanaf nu een medebewoner zou worden, had ik enkele grote stappen naar mijn zwarte koffer neergezet. De woorden die de man net had gesproken voor ik het huis binnenging, zou ik niet zo snel vergeten.

    [ bericht aangepast op 22 feb 2014 - 0:31 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Xavier Roman Jones | Xanthe | 28
    De stilte in de kleine hal was om te snijden. Zijn blik was enkel gericht op de koffer. Het kaartje lag er wat verloren naast. Het lag waarschijnlijk aan hem, maar hij had het gevoel dat er wat miste.
    ‘Marina,’ kwam er zachtjes over zijn lippen voor hij zich naar haar omdraaide. De blosjes op haar wangen verraadde enigszins dat er iets was wat ze hem niet had verteld. ‘Werd de koffer echt alleen als koffer geleverd?’
    Met zijn doortastende blik bekeek hij haar pruilende lipje. ‘Zeg op,’
    Heel schoorvoetend kwam ze wat dichter naar hem toe. Haar blik gericht op haar ranke handen. ‘Er was een doos. De man zei dat de doos enkel open gemaakt mocht worden als jij mee wou doen. Maar ik was zo vreselijk nieuwsgierig.’De wanhoop in haar stem was om bij te gaan zitten janken.
    Hij kon enkel zachtjes zuchten en op de trap neer zakken. De tree kraakte enigszins zodra zijn billen het hout raakte. ‘Gebeurde er nog iets nadat je de doos opende?’ informeerde hij met enige aarzeling. Iets in hem wou het weten, maar als het er op aan kwam was het misschien beter van niet.
    ‘Er kwam een hologram uit van een oude man. Hij mompelde iets over Het Spel en dat je de uitnodiging had aangenomen. Ehm..’ een frons verscheen op haar voorhoofd. Blijkbaar was dat niet het enige wat er was gezegd. Hij liet haar er rustig over nadenken zodat hij er zeker van kon zijn dat ze alles aan hem vertelde. Bij Marina moest je geduld hebben, anders raakte ze in paniek en vergat ze de helft van wat ze had willen vertellen.
    ‘Er was iets met een taxi. Om half negen vanavond..’ nadat ze deze woorden had uitgesproken, leek er toch een zeker besef te komen van de woorden. Het Spel was een gerucht, iedereen wist wat er zich afspeelde in zo’n situatie dus het zou betekenen dat hij zijn huis zou moeten verlaten.
    ‘Je gaat weg! Je kan niet weg gaan!’ Marina klemde zich met beide armen stevig vast rond zijn hals. Hij wist niet hoe hij er op moest reageren. Haar wegdrukken zou hij te cru vinden. Maar constant dat gehang aan hem kon hij simpelweg ook niet uitstaan.
    Na een minuut of wat, maakte hij zichzelf langzaam van haar los. ‘Ik moet maar eens mijn koffer gaan pakken,’ zei hij stellig voor hij de houten trap besteeg. Hij kon de snik in haar keel voelen loskomen, maar voor eens was er niets wat hij er aan kon doen. Mariana had al eens vaker bewezen dat ze prima in staat was om voor zichzelf te zorgen.
    Soms, als hij dagen weg was voor een opdracht, dan kwam hij ook terug in een perfect verzorgd huis. Hoe zich dat op langere termijn zou gaan ontwikkelen was nog maar de vraag. Maar als hij eerlijk was dan had hij er vertrouwen in.
    Op zijn kamer wist hij een koffer onder zijn bed weg te vissen. Het was een afdankertje geweest van zijn oom, versleten, vaal bruin en slechte sluitingen. Het kwam er immers niet vaak van dat hij op een tripje ging.
    Hij draaide zich om naar de kast waar zijn kleren lagen. Genoeg gestolen. Genoeg gevonden. Maar hij zou alleen het allerbeste mee nemen.
    Niet geheel geplezierd met het idee dat hij toch mee zou moeten doen, zelfs zonder dat hij de koffer had open gemaakt, duwde hij de versleten deur van de kast aan de kant. Daar lagen een tal overhemden, jasjes en pantalons te wachten om te worden ingepakt.
    Er was niet bepaald veel wat hij nodig had, enkel wat kleding om zichzelf goed voor de dag te laten komen.
    Marina was zwijgend binnen gekomen en vouwde elk kleding stuk dat hij op het bed gooide, netjes op in zijn koffer. Beide waren ze wellicht niet blij met de situatie. Maar aan de andere kant, wat als hij zou winnen?

    Half negen was sneller aangebroken dan hij voor ogen had kunnen houden. De rest van de middag was hij alles na gegaan wat ze moest doen in de tijd dat hij weg was. Ze was zeker capabel voor deze dingen maar hij moest het zeker weten voor hij de deur uit zou lopen.
    Buiten hoorde hij hoe een voertuig tot stilstand kwam. ‘Wel,.’ Verzuchtte hij voor hij overeind kwam. Veel was er niet te zeggen. Hij was immers ook een man van weinig woorden.
    De koffer schoof hij voort, tot aan de deur waar hij eerst door een kiertje spiekte om er zeker van te zijn dat het wel voor hem was. Maar zoals de gele taxi af stak tegen het donker, maakte het meer dan duidelijk.
    Hij liep stilletjes de betonnen trap af bij het huis. Niet wetend hoe hij zich voelen moest maar hij was er zeker van dat hij niet alleen zijn eigen koffer mee nam. De andere moest hij immers gaan bewaken met zijn leven.
    De auto gleed met een aardige snelheid door de straten heen. Mintuen, uren, hij had nauwelijks een idee hoe lang hij inmiddels al weg was van huis. Hij voelde zich tot op het bot ongelukkig – voor nu.
    Het was een cirkel waar hij door heen moest breken. Hij was er bijna helemaal zeker van dat – zodra hij op de plek van bestemming was – hij een heel ander voorkomen had. In gedachten zat hij de rest van de rit uit. Zodra het ijzeren gevaarte dan ook voor een enorm huis stopte, moest hij zichzelf terug roepen naar het hier en nu.
    Een wat chagrijnige blik was van zijn gezicht af te lezen zodra hij uitstapte.
    Het huis was indrukwekkend, maar het deed hem net zo hard niets. Hij klemde zijn twee koffers stevig vast voor hij naar de voordeur liep. Blijkbaar was hij niet de enige die op dit moment was aangekomen. Buiten in de kou stond nog een jongedame. Hij bekeek haar kort.
    Een deelnemer. Kon niet anders want ze zag er net zo verloren uit als hij zich voelde. Waar moest hij zich immers gaan melden?


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.