Rogier Brooks
'Het zou me inderdaad niets verbazen. Je hebt gelijk. We zouden het er niet over moeten hebben. Het verpest alleen de sfeer en ik denk er liever ook niet over,' had Callum nog gezegd op mijn woorden, vlak voordat de jonge vrouw van de stoel afschoof. Ik was het eens met zijn woorden. Ondanks wat hier ons te wachten zou staan, mochten we de sfeer niet laten verpesten door iets als onzekerheid over de toekomst. Daar kon je eenmaal weinig aan veranderen en het was beter om deze gewoon onder ogen te komen.
Vlak voor hij zelf ook opstaat om net zoals de vrouw zijn spullen weg te zetten, grinnikt hij om mijn facepalm. Ik kijk hem even aan en besluit maar om nog even te blijven zitten. Mijn eten had ik ondertussen ook op, maar ik bleef hier liever nog even, afwachtend wat de anderen zouden doen. Dan komt Callum met een opgestoken sigaret tegenover mij staan. Eigenlijk vind ik dat niet zo prettig, maar het is zijn recht om te mogen roken, dus ik probeer het maar zo lang mogelijk in die stank vol te houden. Zijn woorden die komen, zorgen trouwens ook wel dat ik maar niet meer vraag om ergens anders te gaan roken.
'Jij hebt zeker een vrouw, of vriendin die thuis op je wacht nietwaar?' vraagt hij mij en ik bevestig dat, benieuwd naar waar hij heen wilt. 'Ik denk een vrouw' gaat hij verder en dit keer knik ik enkel. 'Je zou alles voor haar doen toch? Maar doet ze dat ook voor jou? Hoe weet je nou, dat een vrouw hetzelfde doet voor jou, als jij voor haar?' Zijn woorden zetten me aan het denken over iets waar ik eigenlijk niet aan wil denken, niet aan wil hoeven twijfelen. Zij was mij dierbaar en ik haar, zij had bijna niemand meer, ze had mij nodig. Ze zou toch niet..?
'Marion zou zoiets nooit doen,' stamelde ik, duidelijk lichtelijk van slag door Callums woorden.
'Vertrouwen?? ging hij verder, ondertussen nog steeds rokend. 'Nou, dat heb ik dus niet. Ik benijd je dat je het hebt, maar ik heb het niet. Niet meer althans. Daarom ben ik vrijgezel Rogier, en dat wil ik blijven. Ik kan geen vrouw vertrouwen, geen een. Dat wil ik ook niet.' Ergens voel ik medelijden voor Callum, wat is hem overkomen dat hij geen vertrouwen meer kan hebben in vrouwen? Ik weet dat je nu in deze wereld sowieso voorzichtig moet zijn, maar om daarbij je vertrouwen in mensen ook geheel kwijt te raken?
'Maar dat betekend niet dat ik niet van een vrouw, en alles wat een vrouw heeft geniet? Komop, ik ben een man, en ook ik denk soms met mijn pik.' Hij kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan en ik kijk op dezelfde wijze terug naar hem. Ook ik was een man, maar ik had in de loop van tijd geleerd dat het beter was om op je verstand te vertrouwen dat je te laten leiden door je gevoel, en al helemaal niet door je mannelijke hormonen. Dat had mij eens flink in de problemen gebracht en ik had ervan geleerd. Het was voor ik Marion kende en ik was een stuk jonger nog, voor de wereld naar zijn klote was gegaan. Ik had me laten leiden door mijn lust en was bij een vrouw in bed terecht gekomen. Daar had ik een flinke prijs voor moeten betalen. Bont en blauw was ik thuis gekomen, helemaal in elkaar geslagen door de broer van die vrouw. Ze had me nog gewaarschuwd voor hem, maar ik was te eigenwijs geweest, had me teveel laten leiden door het verkeerde gevoel. Daar had ik van geleerd.
'Mijn beste man, je kan niet ontkennen dat hier Beauty's rondlopen... Zelfs al heb je een prachtige en lieve vrouw thuis op je wachten, kun je niet ontkennen dat hier een paar overheerlijke vrouwen rondlopen.' Mijn gedachten gingen terug naar het moment dat iedereen één voor één de ontvangsthal binnen was komen druppelen. Er waren inderdaad mooie vrouwen naar binnengekomen, dat kon ik niet ontkennen. Maar ik kon niet zeggen dat ik interesse in ze had.
'Je hebt gelijk, er lopen hier mooie vrouwen rond, maar...' even hield ik pauze en keek Callum strak aan. 'ik hoef ze niet.'
Dan begint ons gesprek een wat gevaarlijke kant op te gaan en hoe langer hij spreekt, hoe voorzichtiger ik wordt.
'Ik ben een vrij man, ik mag doen wat ik wil. Maar ik zal gelijk iets uitleggen over mijzelf.' Hoewel ik wil zeggen dat hij alle recht heeft om een vrij man te zijn, geeft hij mij daar niet de kans toe. 'Ik ben Callum Joshua Wakefield. Ik kom uit de allerarmste straat van deze stad. Mijn vader heeft een sportschool dat niet loopt en ik heb twee jongere zusjes, en twee jongere broertjes, waarvan de jongste negen is. Ik doe alles, álles wat ik kan om haar te beschermen. Daarnaast heb ik een woede probleem. Een héle erge woede probleem. Hell, ik heb gisteren mijn beste vriend dood gemept omdat hij in bed lag met mijn vriendin.' Het begin begreep ik, zelf had ik ook alles over voor mijn familie, voor Marion. Ik had respect voor hem dat hij datzelfde had. Er waren genoeg mensen, die hun familie gewoon lieten stikken, die enkel aan zichzelf dachten. Ook genoeg mensen uit de armste plekken van deze stad. Maar dat hij zijn beste vriend had doodgeslagen, kon er bij mij niet in. In dat opzicht was hij weer geen haar beter dan die andere mensen. Dit alles wat hij over zichzelf vertelde, dat maakte dat ik het moeilijk vond om hem te peilen. Op zich vond ik hem een aardige gozer, maar er waren dingen aan hem, die ik niet erg kon waarderen.
'Ik deins niet terug voor moord... Nee dat niet. Wil je me afkeuren omdat ik een vrij man ben, en openlijk met een vrouw durf te flirten, omdat het kan? Prima Rogier, dat recht heb je. Maar je doet er goed aan dit voor je te houden, mijn beste man. Want als ik boos ben, wat je mij daar toch een beetje mee maakt, heb ik mijzelf niet onder controle. En ik zou het zonde vinden als jou iets zou overkomen, door mij. Door zoiets stoms als iets afkeuren.' Ik wist dat ik nu voorzichtig moest zijn, maar ik moest mijn mening kwijt. Ik kon dit niet zomaar over me heen laten komen.
'Ieder is een vrij man. Dat maakt dat jij zelf mag weten of je met een vrouw wilt flirten, maar dat maakt dat ik mag afkeuren wat ik wil. Het zijn keuzes die we maken in het leven.' Even haal ik mijn schouders op. 'Wat jij met je leven doet, is jouw keus, wat ik met mijn leven doe, is mijn keus.'
'Maar zie dit vooral niet als dreigen, of een bedreiging,' gaat Callum dan verder en ik weet niet zeker hoe ik dit moet opvatten. "Het is een waarschuwing, Zoals ik al zei, ik heb mezelf niet onder controle als ik boos ben. En dat ben ik toch vrij snel. Je lijkt me een aardige vent Rogier, Ik kan aan je zien dat je een goede man bent, en je goed voor je meissie zorgt. Ik gun het je. Ik gun haar jou. Dus maak me alsjeblieft niet boos. Ik ga je er alleen niet om smeken Zo ver ga ik nou ook weer niet.' Serieus, ik begin hem gewoon eng te vinden, al laat ik dit niet merken. Na dit alles weet ik gewoon echt niet wat ik van hem moet vinden.
'Hier, deze zijn lekker. Je zou ze eens moeten proeven.' Dat maakt mijn verwarring compleet. Twijfelend pak ik de appel die hij op mijn bord heeft gelegd. Wel of geen hap nemen? Al, hij kan hier niets mee gedaan hebben, heerlijk paranoïde ben ik wel weer bezig. Uiteindelijk neem ik toch een hap uit de appel, die inderdaad erg lekker is.
'Hoe heet jij eigenlijk, kamerbinnenloopster?' vraagt Callum dan aan de vrouw die hier dus ook nog was. Op hetzelfde moment komt de roodharige vrouw van gisteravond binnengelopen. Zij negeert ons echter en loopt door om voor zichzelf ontbijt klaar te gaan maken.
'Mikaela,' zegt de andere vrouw en ze glimlacht naar Callum. 'Ik denk dat ik maar eens wat aan lichaamsbeweging ga doen.' Ze loopt naar Callum toe en blijft voor hem staan. 'Laat het me maar weten als ik nog eens je kamer moet binnenvallen, ik doe het met alle plezier nog een keer. Misschien dat ik zo nog een keer per ongeluk de verkeerde deur pak.' Met de appel nog in mijn hand, kijk ik naar hen. Ik trek mijn wenkbrauwen op, maar houd mijn mond. Misschien moet ik hier gewoon maar mee leren leven. En tja, zoals ik Callum gezegd heb. Het is ieders vrije wil te doen met zijn leven wat hij wil. En behalve dat Callum net wel aardig wat vertelt heeft, weet ik weinig over hen. Ik mag ze niet zomaar veroordelen op hun acties, zonder iets van hun achtergrond te weten. Als ik zou weten dat één van hen een relatie heeft, dan had ik het recht om dat af te keuren. Maar iets afkeuren zonder daar het fijne van te weten, nee, dat is iets wat ik eigenlijk niet mag doen.
Weer blijf ik rustig zitten en eet ik mijn appel op. Eigenlijk zit ik hier wel goed, maar toch, wat te drinken zou ook wel welkom zijn. Dit keer sta ik nu ook op, zet mijn spullen op het aanrecht en gooi het klokhuis in de prullenbak. De afwasmachine zou ik zo wel zoeken, als ik mijn drinken op had. Tot mijn grote genoegen hebben ze hier een koffiezet apparaat en ongeduldig wacht ik tot mijn koffie klaar is.
[ bericht aangepast op 9 mei 2014 - 21:46 ]
Stenenlikker