• Het Praattopic
    Het Rollentopic
    De Story


    Aarde -- omstreeks 13de eeuw na Christus

    “Fortitudo mea, et filii vestri filiis tuis, ad ultimum tempus, quod praeparet bellum!” De zware stem was niet enkel te horen in de grot, maar het leek ook door haar borst heen te gaan. Om haar heen stonden een aantal anderen, ridders, net als zij was. En voor hun stonden de laatste van de draken. Het was de oudste van de groep die tegen haar sprak en de pact bezegelde de hun soort veilig zou moeten houden doorheen de geschiedenis tegen de Hunters. De draken gaven de Knights hun kracht en geest, die zou worden doorgegeven aan hun kinderen en kleinkinderen, tot de dag zou komen dat het laatste gevecht zou beginnen. “Supplices te accipere munus jusiurandum honore, usque ad tempus caute.” Zelfverzekerd gaf ze nog maar eens haar word om de gift die ze nu kregen en de eed die ze gezworen hadden om de draken veilig te houden, te eren, tot het einde der tijden.
    Niet lang na deze laatste woorden verdwenen niet alleen de draken van de aardbodem, maar ook de Knights. Elk hun eigen weg gaand, op zoek naar een plek waar ze veilig zouden zijn voor Hunters. Want elk van hen droeg in hun hart een kostbaar geschenk met zich mee dat nooit verloren zou mogen gaan.

    Aarde -- 2307

    De aarde is veranderd. De middeleeuwen zijn verdwenen en niet enkel nieuwe werelden, maar ook nieuwe planeten zijn ontdekt. Veel van wat eens was, is verloren gegaan in de geschiedenisboeken en bijna niemand staat er nog bij stil dat sommige verhalen een kern van waarheid hebben.
    Bijna niemand. Een select gezelschap weet echter beter. De Dragonhunters. Door de eeuwen heen hebben ze nooit geloofd dat de draken echt verdwenen zijn en ook vandaag zoeken ze naar de wezens de ze gezworen hebben uit te roeien.
    Het is in deze veranderende wereld dat de Knights voelen dat de tijd gekomen is om op te staan en voor een en altijd te beslissen of draken een plaats hebben in deze wereld of moeten verdwijnen. Als het ware aangetrokken tot elkaar verzamelen de afstammelingen van de Knights die eens de ziel van een draak hebben ontvangen in Parijs, klaar voor een laatste confrontatie.


    De Dragonhunters
    * Emilia Hazel Jones - Opalia
    * Rachel Lotta Shaw - Illwill
    * Mavis Night - xLenox
    * Vrij
    * Raiden 'Wolf' D'Angelo - DarkAng3l
    * Vrij
    * Vrij
    * Vrij


    De Dragonknights
    * Alexandra 'Alex' Voychek / Ijs - DarkAng3l - Last Queen of Dragons
    * Arya Pierson/Electriciteit - Illwill
    * Skyler McKee/Water - Valkyries
    * Vrij
    * Alduin Dougal/Schaduwen - Yoda
    * Artemis 'Arty'/Hout - Lazulis (formerly known as LyraPhoenix)
    * Vrij
    * Vrij


    Andere
    * Sean Prideux - NymeriaDorne
    * Daniel McHollow - Lazulis (formerly known as LyraPhoenix)
    *
    *
    *
    *
    *



    De start?
    We starten wanneer de Knights aankomen in Parijs. De Hunters hebben daar natuurlijk lucht van gekregen en zijn ook naar Parijs afgezakt.
    De Hunters hebben een vaste ontmoetingsplek in de Kathedraal Notre-Dame. Ze zijn een gezelschap dat redelijk wat tijd met elkaar doorbrengt, dus ze kennen elkaar wel een beetje. De Knights kunnen afspreken waar ze willen, ook al hebben ze elkaar misschien nog nooit ontmoet.

    Andere
    We spelen dus 300 jaar in de toekomst!!!
    Technologie is een stuk moderner, Parijs ziet er niet meer bepaald uit zoals het nu is.
    Gebruik jullie fantasie over hoe de stad eruit ziet (ook al zullen een aantal oude monumenten vast en zeker behouden zijn ;) )

    [ bericht aangepast op 20 juli 2014 - 20:03 ]


    "Nothing is True. Everything is Permitted"

    Mavis Night // Hunter // Sword-master

    Er was dus uiteindelijk niet veel gebeurt, alleen het uitwisselen van hatelijke opmerkingen. Ik had nog wel de hoop gehad dat die twee een klein opstandje zouden veroorzaken, zodat het iets interessanter was om naar te kijken, maar Emilia had zich omgedraaid als teken dat het gesprek was afgelopen en om met twee opgefokte Hunters 'Heiligdom' te blijven staan had ik geen zin in. Daarom was ik zo snel mogelijk na haar laatste zin weggegaan uit de kathedraal en daarom was het dat ik nu over straat slenterde met mijn handen in mijn zakken. Het had namelijk niet zo veel nut om gezellig met die twee in de kathedraal te blijven. Emilia was niet het persoon met wie ik kon opschieten, ik zou me ook niet meer met Raiden gaan bemoeien en het was ook gewoon zonden van mijn tijd. Als ze me nodig hadden was ik in een van de straatjes vlak bij de kathedraal dus ze zouden me zo kunnen vinden.
    In mijn gedachte verzonken liep ik door de straten heen, ik was aan het nadenken over de woorden die Emilia had gezegd. “Drank naar binnen kegelen is tot zover, helemaal als het zo vroeg op de dag is, maar als je het combineert met iets anders….Kan het je de kop kosten. We hebben niets aan je als je dood bent.” Waar zou Raiden mee bezig zijn? Drugs? Nee dat is niet echt iets voor hem. Hij dronk dan wel veel maar drugs zou hem waarschijnlijk ook te ver gaan. Medicatie dan? Dat zou een mogelijkheid kunnen zijn, maar waarvoor zou hij het dan nodig hebben? En meestal neem je medicijnen in met water. In mijn gedachten verzonken had ik eigenlijk helemaal niet op mijn omgeving gelet en zag ik dat ik was uitgekomen bij een of ander pleintje. Ik zag dat er een menigte stond vlak bij de fontein en hoorde hout tegen hout ketsen. Het publiek maakte allemaal bewonderende geluiden. Mijn aandacht er toch wel door getrokken, wat was er nou zo bijzonder, en voegde me dus bij de menigte mensen. Iedereen keek naar twee jongens die tegenover elkaar stonden, allebei met twee lange houten stokken, die probeerden elkaar te raken. De ene jongen had bruin haar, beetje getinte huid en had een wit shirt aan en de andere jongen had een beetje een Aziatisch uiterlijk, zwart haar en een zwart shirt aan. Geamuseerd stond ik toe te kijken hoe deze amateurs elkaars aanvallen pareerde en soepel probeerde te ontwijken. Hun tactiek lekte aan alle kanten dus ik had zo al hun zwakke plekken ontdekt. De Aziaat leek zijn tegenstander door te hebben, pareerde de aanval en gelijk daarna sloeg hij met zijn 'wapen' tegen zijn tegenstander zijn zij. De jongen viel neer en zo had de Aziaat gewonnen. Iedereen klapte bewonderd maar ik bleef met mijn armen gekruist toekijken. De Aziaat boog voor zijn publiek, badend in glorie. "Noem je dat vechten?" Binnen een seconde was het geklap opgehouden. Ik liep naar voren toe en mensen weken uit om mij erdoor te laten. "En jij denkt dat je het beter kan?" "Ik weet wel zeker dat ik het beter kan." Ik liep naar het midden van de mat, pakte een stok op en ging klaar staan. Twijfelend pakte de Aziaat zijn stok op en ging tegen over mij staan. Zijn voetenwerk zou hij flink moeten verbeteren, hij stond niet stabiel op zijn voeten. "Mijn naar is Travis." Travis probeerde zelfverzekerd te klinken. "Aangenaam, Travis." zei ik op een valse toon. Ik glimlachte nog een beetje gemeen voordat ik vol in de aanval ging.

    [ bericht aangepast op 28 april 2014 - 19:45 ]


    How awful that must feel. Being normal? Ugh.

    Raiden 'Wolf' D'Angelo / Hunter / HF Sword
    Dood. Het was iets wat hij jaren geleden met alle plezier al zou verwelkomd hebben eigenlijk. Enkel was het hem niet gegund geweest. Hij had de dood gezien, in de ogen gekeken, maar die had hem terug gestuurd. Zijn tijd was nog niet gekomen. Hij droeg nog altijd de littekens van die dag met zich mee en zou ze ook blijven dragen tot hij stierf. Ze stonden letterlijk op z'n lichaam gegraveerd en dat door z'n grootste vijand.
    Ze kende hem niet half zo goed als ze dacht hem te kennen. Er waren amper nog Hunters in leven die oog in oog gestaan hadden met een draak. Om maar te zwijgen van het nog veel kleinere aantal die het overleefd hadden. Er waren amper nog draken en degene die er nog waren wisten zich prima te verbergen. De taak van de Hunters werd steeds moeilijker en met elk jaar dat verstreek leek het minder en minder te gaan lukken om ze te vinden. Ze had geen enkel idee hoe het was om oog in oog met een te staan. Als ze het zou weten, dan zou ze ook weten dat dit geen werk was voor haar. Hij zou het haar zelf niet kwalijk nemen mocht ze bang wegrennen. Zeggen dat je niet bang bent en het ook werkelijk niet zijn is immers een wereld van verschil als je tegenover een beest staat dat stukken groter en sterker is dan je zelf bent. Het lijkt makkelijk als je de vele verslagen leest, maar dat is het zeker niet. Zelf hij was bang geweest die avond, maar dat hoefde ze niet te weten.
    Ze had geen zaken met z'n verleden of met z'n gewoonten. Hij vroeg toch ook niet wat zij deed elke dag weer, wat ze at of dronk? Het zou hem worst wezen. Zolang ze haar werk deed zoals het hoorde, zou je hem nooit horen. Ok, hij wist dat hij een heel lastig karakter had en dat hij zeker niet de aangenaamste was om mee samen te werken, maar ondanks z'n slechte gewoonten, wist hij wel hoe hij een draak moest doden en was hij goed in wat hij deed.
    "Ik heb niet gezegd dat je het niet moet nemen. Ik zeg alleen dat je op moet passen met wat voor vloeistof je het combineert. Vrij vaak vergeet men dat het een dodelijke combinatie kan zijn, er is veel wat je lever aankan, maar je hart kan ermee stoppen als het te veel wordt." Een tel snoof hij luid. "Als ze niet samen zouden gaan, zou ik het ook niet doen, dom blondje." Hij was niet compleet achterlijk, wat dacht ze wel niet. Hij wist ook wel dat drank en wat hij erbij nam lang niet altijd samen gingen, maar hij had er nog nooit problemen mee gehad en hij had zo het vermoedden dat het na al die jaren ook niet zou gaan gebeuren. Het enige effect dat het had, was dat het hem tijdelijk van de pijn en nachtmerries af hielp en dus deed het precies wat het moest doen.
    "Je zegt vrijwillig? Voor zover ik weet ben ik in dit leven opgegroeid. Het is niet dat ik een andere keus had. En zo wel, dan zouden er altijd mensen moeten zijn die Knights zullen gaan stoppen. Het is niet iets dat je vrijwillig doet, maar je doet het omdat je niet wil zien hoe de hele wereld naar de knoppen gaat." Ze had wel een keus gehad. Ze was niet geboren in de orde, ondanks dat ze er altijd geleefd had. Geen van de Hunters waren familie van haar, dus had ze er in zijn ogen ook niets te zoeken. "Ik hoop dat het een saaie bedoening zal worden, want ik gun jou helemaal geen knaller van een uitvaart." Even keek hij haar hatelijk aan, totaal niet onder de indruk van haar schattige gedoe. "Je gaat nog de eerste zijn die staat te janken en nog het hardst ook." Tjah, tegen wie zou ze anders moeten zeuren of gaan kibbelen? Het was niet zo dat ze het met veel van de andere deed.
    Kalm raapte hij z'n spullen bij elkaar voor hij even naar de sacristie keek. "Kan die oude aap ook weer gaan zeuren...." Mompelend liep hij naar de trap die naar een van de torens leidde. Zij had blijkbaar duidelijk geen zin meer in een gesprek met hem, anders zou ze zich niet uit de voeten maken en hij wilde eigenlijk op zoek naar de zachtste planken om vannacht te slapen.
    Hotels vermeed hij gewoonlijk als het een beetje kon. Teveel ogen, teveel rare blikken en uiteindelijk ook altijd teveel gezeur. Nee, gaf hem maar een rustig plekje waar hij op zichzelf kon zijn, weg van alle herrie en even alleen met z'n gedachten en problemen. Hij was van het idee dat niemand hem zou begrijpen, nooit, want niemand had meegemaakt wat hij had meegemaakt.


    "Nothing is True. Everything is Permitted"


    Emilia Hazel Jones | Hunter | Kruisboog
    †††

          Toegegeven, Emilia had nog nooit een draak gezien in heel haar leven. Hoe moest je ze immers herkennen? Je zou wel kunnen zeggen dat ze zo nu en dan een vreemd gevoel kreeg als ze langs een zeker persoon liep, maar dat zei verder niets. Zoveel mensen kregen een vreemd gevoel bij een ander. Het was een moeilijke kwestie. De meesten wisten prima te verbergen wat ze waren. En wat als ze er oog in oog mee zou komen te staan? Zouden die jaren van training dan hun vruchten afwerpen? Of zou ze genadeloos ten onder gaan? Het zou wel iets zijn om over na te denken, maar ze zou niet wegrennen. Wegrennen was voor watjes. Zij wou zichzelf bewijzen, voor zichzelf, voor een ander. Voor iedereen die op haar pad kwam. Een goede status verwerven kon alleen als ze de strijd aan ging, niet als ze doodleuk weg zou gaan rennen. Angst kon niemand ontkomen. Dat zorgde er juist voor dat je een gezonde dosis adrenaline kreeg, waardoor je opeens dingen met andere ogen kon bekijken of zelfs extra kracht verwierf.
          Er was in feite vrij weinig wat Raiden en zijzelf met elkaar nodig hadden. Zolang ze er waren als de strijd losbarstte, was het prima. Voor de rest zouden ze elkaar niet eens op hoeven zoeken – ook al was het vaak bij toeval dat Emilia hem tegen kwam. Hun gesprekken bestonden over het algemeen alleen maar uit gekibbel. Het waren niet eens echte ruzies, meer wie kon gooien met de hardste woorden om de ander onderuit te halen. Ergens haalde ze daar wel voldoening uit, aan de andere kant zou ze het totaal niet erg vinden als ze tegen hem zou moeten vechten.
          Een tel hoorde ze hem luid snuiven. "Als ze niet samen zouden gaan, zou ik het ook niet doen, dom blondje." Beet hij haar toe. Verbaasd trok ze haar wenkbrauwen op. ‘Ik weet niet of er iets mis is met je ogen, maar ik heb wit haar, niet blond,’ wierp ze er gelijk op tegen voor ze schokschouderde. ‘Maar goed, dan moet je het zelf weten. Als het wel misgaat, kan ik altijd nog zeggen dat ik je heb gewaarschuwd,’ en dat moment zou voor haar behoorlijk bevredigend zijn. Al had Emilia het idee dat hij precies zo’n persoon was dat ondanks zijn slechte gewoonten kon blijven leven, terwijl een ander dood ging door van een trap af te donderen.
          Haar keus om in het leven van ‘hunter’ te blijven, was ergens vrijwillig doch gedwongen. Nadat ze haar hadden opgenomen en opgevoed kon ze het niet om ook arrogant te zijn en te zeggen ‘doe het zelf maar’. De mensen hadden haar immers ook naar een weeshuis kunnen brengen, maar dat hadden ze niet gedaan. Daar mocht ze dankbaar voor zijn. Wat zijn visie was op haar verblijf bij de hunters, dat deerde haar absoluut niet. Net zo min als zijn karakter haar stoorde. Als hij graag een chagrijn wou zijn, prima, zij zou er niet door veranderen.
          De hatelijke blik deed haar – haar ogen ietwat vernauwen. Hij had altijd van die gezichtsuitdrukkingen.. het haalde het bloed onder haar nagels vandaan.
          "Je gaat nog de eerste zijn die staat te janken en nog het hardst ook."
          Onbedoeld lachte ze. een heel ander geluid dan de schampere lach – waarschijnlijk iets wat hij zou typeren als ‘schattig’ , een woord waar ze over de jaren een hekel aan had gekregen. Niemand nam haar immers serieus. ‘Je kent me niet, misschien vind ik je zelfs zo onbelangrijk dat ik niet eens kom opdagen, maar ergens een feestje ga vieren omdat je weg bent,’ Haar stem klonk bijna liefelijk. Al zou hij beter moeten weten.
          Op het moment dat hij weg liep, hurkte ze nogmaals neer bij de brokstukken. Hoewel Emilia een hekel had aan ‘het geloof’ en de regels die daarbij hoorden, vond ze de beelden die eeuwen geleden waren gemaakt toch mooi. Tot nu toe dan, nu lagen ze immers aan diggelen. Ze pakte een brokstuk op en keek er naar voor ze het weggooide.
          De vraag was nog maar wat ze nu moest gaan doen. De training was voorbij. Ze had gecheckt wat ze checken wou – met de nodige obstakels. En nu? Zuchtend bond ze haar haren bijeen voor ze richting de uitgang ging. Naast haar dagelijkse bezigheden, raakte ze snel verveeld. Een klein kwaaltje waar ze zich nog niet helemaal bij neer wou leggen.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Mavis Night // Hunter // Sword-master

    Travis lag uitgeput op de grond, zijn houten stok lag kapot geslagen naast hem. Zweet druppeltjes liepen vanaf zijn voorhoofd langs zijn gezicht naar beneden. Ik pakte mijn rugzak op, de starende blikken van de mensenmassa negerend, en sloeg deze over mijn schouder. "Je moet nog veel aan je voetenwerk doen, je staat onstabiel op je voeten. Als je onstabiel staat ben je zo te verslaan." Met nog een kleine blik over mijn schouder geworpen te hebben liep ik verder de stad in. Die jongen had nog veel te leren. Hij had wel potentie om te vechten maar oefenen was de kunst om beter te worden. Dat is het enige wat ik in mijn leven heb ik gedaan, schoot er plotseling door mijn hoofd. Ik bleef midden op straat stil staan. Hierdoor botste mensen tegen mij op, kreeg ik verwensingen naar mijn hoofd geslingerd maar het maakte me niet uit. In mijn gedachten was ik op een hele andere plek. Ik voelde de warmte van het vuur nog branden op mijn huid, het was alsof ik weer voor het brandende huis stond. De fel blauwe ogen van mijn vader verschenen weer op mijn netvlies. "Verstop je, my litte bird! Ga naar het woud en kom niet terug!" Mijn vader wist al die tijd al dat het monster zou komen. Hij had me gered, mijn veiligheid boven de zijne gesteld. En ik had zijn laatste wens niet eens gehoorzaamd. Ik was terug gekomen nadat ik het geschreeuw en een scherpe brul had gehoord. Ik was zo snel als mijn kleine voetjes me hadden kunnen dragen terug gerent, een verbrand huis aantreffend. Ik was nog door de vlammen gesprongen, mijn ouders zoekend. Dat was het enige wat ik me herinnerde. En dat ik wakker werd voor het huis, nog een grote, reptiel-achtige schaduw in de lucht gezien te hebben. En zo werd ik ook gevonden.

    Ik voelde hoe een traan uit mijn ooghoek ontsnapte. Snel veegde ik die weg met mijn mauw, hopend dat niemand het gezien zou hebben. Ik voelde iets mijn maag borrelen. Ik had geen honger, het enige waar ik honger naar was wraak. Wraak op zo'n beest. Daarom trainde ik al die jaren. Opstaan, ontbijten, trainen, lunchen, trainen, diner, douche en naar bed. Daar bestonden mijn dagen uit. Ik liep verder en keek op mij heen. Iets in mijn ooghoek trok mijn aandacht. Het was een schattig, knus snoepwinkeltje op de hoek van de straat. Hoewel ik een Hunter was, hield ik ook heel erg van snoep. Zure beren waren mijn favoriet. En natuurlijk winegums, drop en jellybeans. Het water liep me al in de mond dus snel keek ik om mij heen en stak de straat over naar het snoepwinkeltje toe.

    [ bericht aangepast op 3 mei 2014 - 18:00 ]


    How awful that must feel. Being normal? Ugh.

    Raiden 'Wolf' D'Angelo / Hunter / HF Sword
    Met een knal viel de deur naar de toren achter hem dicht terwijl hij de trap op liep. De stilte hier was bijzonder aangenaam eigenlijk. Hij had er geen moeite mee om alleen te zijn. Hij had het zelf liever zo eigenlijk. Niemand die hem lastig kon vallen en niemand die domme opmerkingen ging maken. En dan vroege de meiden zich af waarom hij eenzaamheid verkoos boven langdurig gezelschap. Ow, heus wel dat hij niet de hele tijd alleen was, maar als hij kon kiezen, dan zou hij zichzelf het liefst ergens hoog in de bergen in een hutje opsluiten en voor de rest van z'n leven niemand anders meer zien. Hij was gewoon niet goed in gezelschap en hij beschouwde zichzelf evenmin als aangenaam gezelschap. Eenmaal boven gooide hij z'n spullen ergens in een hoek, voor hij de ladder nam naar het dak. Sommige dingen waren nog niet aangepast aan de moderne tijd en in dit geval was dat ook maar best.
    De wind deed z'n kleren dansen zodra hij boven kwam. In vroegere tijden was de kathedraal misschien het hoogste gebouw geweest van de stad, maar tijd en technologie had haar in gehaald. Nu stond hij niet meer hoog boven de stad en toch had hij het gevoel dat hij op Parijs neerkeek. De zon weerkaatste in de ramen van de flatgebouwen en gaf zelf nu, voor het donker viel en de lichten aangingen, mooi de bijnaam van de stad weer. De weerkaatsingen gaven een bepaalde sfeer. Waar hij ze vaak had gezien als haast klinisch en onpersoonlijk, leken ze in Parijs een bepaalde warmte te hebben en de ziel van de eeuwenoude stad bloot te leggen.
    Starend over de daken stak hij een sigaret op. Hij moest ergens aan dood gaan en helaas had de mensheid nog steeds niet geleerd dat tabak dodelijk was. Ze schenen echter wel steeds weer meer nieuwe manieren te vinden om zichzelf langzaam te vergiftigen met dingen die helemaal niet illegaal waren. Op momenten als deze, waar hij de zin van het bestaan en het nut van al die moderne dingen aan het overdenken was, verlangde hij werkelijk naar een leven zoals dat een jaar of duizend geleden geweest zou moeten zijn. Simpeler, niet half zoveel gedoe en regels die klaar en duidelijk waren voor iedereen. Nu leek iedereen er een eigen regelboek op na te houden en hij begon het langzamerhand beu te worden om zich zorgen te maken of hij al dan niet een regel overtrad of mogelijk iemand op de tenen kon trappen.
    Er was iets in de verte dat z'n aandacht trok. Niet zozeer omdat het er was, maar eerder omdat hij vond dat het er gewoon niet thuis leek te horen. Het duurde even voor hij zag wat het was. Een van de vogels, als je de dingen zo kon noemen, die het hoofdkwartier graag gebruikte om berichten rond te sturen. Perfecte mechanische kopieën van nog bestaande of reeds uitgeroeide roofvogels. De oude opa's hielden er werkelijk soms rare gedachten op na als het op bepaalde zaken aankwam. Het was echter wel een prima manier om te weten te komen wat er aan de hand was, voor je de boodschap kreeg. Hoe groter de vogel, hoe belangrijker het bericht. En dit keer leek het belangrijk te zijn. Zwijgend stak hij z'n hand in de lucht zodat het ding kon landen. De lange klauwen voelde hij niet eens. Hij mocht dan wel een linkerarm hebben, maar het was niet bepaald de meest normale. Wat dat betrof kon z'n arm samen gaan met het dier dat er net op geland was. Zag er perfect uit, maar was 100% mensgemaakt. Zonder een woord pakte hij de boodschap en keek wat ze te zeggen hadden. Nog voor hij het half gelezen had, wist hij dat er nog een aantal onaangename confrontaties zouden volgen, onderling, voor ze echt aan de slag konden. Maar eerst moest hij die twee kibbelende viswijven ervan kunnen overtuigen om terug te keren naar de kathedraal.


    "Nothing is True. Everything is Permitted"

    Artemis 'arty' //Knight// hout
    Ik was het winkeltje uitgerend en verborg mijn oog gestreken om het te verbergen. Ik begon me ongemakkelijk te voelen en kwam nergens een winkel tegen die eruitzag dat ze een wc hadden.
    uiteindelijk stond ik voor een kerk waarvan ik de naam niet van wist en glipte tussen de deuren door naar binnen, maar wat ik nog hoorde waren de ritselende bladeren die me waarschuwde voor gevaar. Ik keek een enorme ruimte in waar rijen banken stonden naar een enorm altaar.
    Mijn gevoel was sterker, net zoals bij dat ene snoepwinkeltje. Ik voelde een koude rilling over mijn lichaam stromen en liep de rijen langs opzoek naar een plek waar ik mijn lenzen kon checken. Even begon mijn gevoel nog kouder te worden en even had ik het gevoel dat er haren in mijn nek overeind stonden. Shit... Al mijn kracht vloeide uit mijn lichaam en nu wist ik wat de bladeren me toegefluisterd hadden.
    Ik zit in de verkeerde kerk.
    hopend dat ze me niet zouden zien schoot ik een van de deuren in en sloot het gelijk achter me en schoof op de grond. 'hoe kan ik ik zo stom zijn om een gevaarlijke hol in te sluipen en niet te weten dat hier drakenjagers zitten,' fluisterde ik in mezelf. Ik voelde dat mijn andere oog begon te prikken en ik wreef geeergerd mijn andere lens eruit en nu was ik er zeker geweest. De dood in mijn ogen was een enorme nachtmerrie.


    Vampire + Servant = Servamp

    Alduin Dougal - Knight - Schaduwen

    Hij kon haar wenkbrauw haast naar boven horen schieten als reactie op zijn woorden. Een geamuseerde glimlach vloog over zijn lippen.
          "Ik betwijfel of je aantrekkingskracht reikt tot waar ik vandaan kom." Hij kon het niet laten, een lach verliet zijn keel. De intentie van zijn opmerking ging daar enigszins verloren, zo te merken.
          "Ik weet dat mijn zelfvertrouwen misleidend kan zijn, maar zo misleidend. Ik bedoelde niet mijn eigen aantrekkingskracht, al is die vast ook zeer sterk, maar de aantrekkingskracht van deze plek." Hij vond de situatie amusant. En vleiend. Als iemand door zijn uiterlijk meteen dacht dat hij zijn eigen aantrekkingskracht bedoelde, kon hij dat haast niet als compliment opnemen.
          " Het ziet er naar uit dat ik niet de enige ben die geroepen is." Maar hij had gelijk gehad. De jonge vrouw voor hem, was een ridder. Hij had slechtere ridders kunnen treffen en wat hij zag viel hem absoluut niet tegen. Haar ogen leken vertrouwd, misschien dat de drakenziel in hem ze herkende uit een grijs verleden. De zilvergrijze glinstering was hypnotiserend, nooit eerder had hij de opmerkelijke ogen van een andere knight mogen aanschouwen. Het vervulde hem op een vreemde manier met opwinding. Haast als een klein kind dat op de nacht voor zijn verjaardag de slaap niet kan vatten met het uitzicht op onbekende cadeaus.
          Hij nam haar uiterlijk in zich op. Sneeuwwit haar, bleke huid en ogen die bekend aanvoelden. Ze was niet al te lang, vooral niet vergeleken met hem. Maar misschien was dat ook wel geen eerlijke vergelijking. Hij probeerde niet eens te verbergen dat hij haar aan het bekijken was, maar de blik in zijn ogen zou genoeg moeten zeggen. Hij was haar aan het opmeten. Zijn blik was niet die van een hongerige wolf, zoals een groot deel van de Franse smiechten die op de straten rondliepen. Het was die van slinkse kat, nieuwsgierig en onderzoekend. Niet dat hij zozeer achterdochtig was, maar als knight zijnde had hij geleerd altijd de benodigde voorzichtigheid te beoefenen.
    "Het ziet er naar uit dat ik een van m’n Knights gevonden heb. Hopelijk ben je niet de enige." De glimlach die kort over haar lippen schoot, had hem ietwat verbaasd. Maar het had hem niet af kunnen leiden van haar woorden. Háár knights? Betekende dat.. Haar naam zou alles zeggen en toen ze haar hand uit stak, wist hij dat hij zijn antwoord snel zou vinden. Zijn ogen verraadden niks, geen enkele emotie was er uit af te lezen. Ondanks dat zijn spieren gespannen waren en de zenuwen op begonnen te borrelen.
          "Alexandra Voychek, of kortweg gewoon Alex." Voychek, een naam die hij enkel in de verhalen van zijn familie en de geschiedenisboeken tegen was gekomen. En dan nog vernoemd naar de eerste knight, de koningin, de commandant van hun orde. Hij nam haar hand aan en schudde hem kort, voordat hij hem naar zijn lippen bracht. Toen zijn lippen de rug van haar hand raakten, keek hij naar haar, een geamuseerde glinstering in zijn ogen.
    "Een prachtige naam. Vernoemd naar naar de legende, neem ik aan? Mijn naam is Alduin Dougal. En het is een genoegen je te ontmoeten. Mijn.. koningin." Een grijns verscheen op zijn lippen na het laatste woord, tergend langzaam en haast plagend uitgesproken. Maar hoe het er ook uit kwam, het respect voor de vrouw voor hem was duidelijk. En hij zou er alles aan doen om haar te assisteren in de strijd die zou volgen.


    If you don't stand for something, you'll fall for anything.

    Alexandra 'Alex' Voychek | Queen of Dragons | Ice
    Ok, tot zover een goeie eerste indruk. Trok ze haar mond weer eens open, kwam er wat uit dat totaal niet juist was. Hoe moeilijk was het ook om dingen juist te horen en daarna het juiste ook terug te zeggen? Behoorlijk lastig blijkbaar. “Russkiy.” Het was het enigste wat ze er verder van zou zeggen, voor ze zichzelf nog meer belachelijk maakte. Russisch was nu eenmaal haar eerste taal. Engels sprak ze wel, maar eerder gebrekkig en met een meer dan deftig accent, om van de rest maar te zwijgen. Het had haar verbaasd dat ze op haar eerste dag hier een brood kreeg bij de bakker en geen kip of wat anders. Hopelijk zou de tijd haar snel leren de andere talen machtig te worden om nog meer van dit soort misverstanden te vermijden.
    Terwijl hij haar schaamteloos bekeek, plaatste ze een hand in haar zij, alsof ze wilde zeggen van kan je het zien? Of staat het je aan? Ze was het na twee weken Parijs ondertussen gewoon dat mensen haar raar aankeken. Ok, ze had zelf meer dan genoeg rare figuren gezien, maar hoeveel zagen eruit als een wandelend sneeuwvlokje? Haar voorliefde voor witte kleren stak ze niet bepaald onder stoelen of banken. En haar haar, tjah daar was ze gewoon mee geboren. Babushka noemde het het bewijs dat ze degene was waar de knight op hadden gewacht. Echter nam ze er zelf ook gebruik van om hem even wat beter te bekijken. Groot, zoveel was wel zeker. Zelf op hielen voelde ze zich klein naast hem. Gecondoleerd met je scheermes. Ze dacht het wel, maar ze zei het niet luidop. Aan de andere kant, de stoppels waren lang niet zo verwilderd als de baarden van sommige andere dus viel het nog best goed mee. Het gaf hem in ieder geval iets. Een beetje een ruw kantje. Maar het waren eerder z’n ogen die de aandacht trokken, zelf in het weinige licht. Voor zover ze kon zien hadden ze niet bepaald één kleur, maar het zwart langs de rand ervan leek te dansen in het halfduister. Al moest dat natuurlijk haar verbeelding zijn. Ze moest zich er dan ook van weerhouden om z’n gezicht naar het licht te draaien om het beter te zien.
    Zacht schudde ze haar hoofd. “Geen legende. Ze was echt. Anders stonden we hier vandaag niet.” Ze keek lichtjes verbaasd toen ze merkte wat hij deed. Dit waren de middeleeuwen toch niet meer waar een man op dergelijke manier een vrouw probeerde te charmeren, of waar was het ook weer goed voor? “Alex.” Gromde ze zachtjes op zijn gebruik van haar titel. Het zou hier toch niet hetzelfde gaan zijn als thuis zeker? Het was niet bepaald verwonderlijk dat ze onder de indruk was van een man die tegen haar durfde te praten. In Siberië zetten ze het allemaal op een rennen bij het idee alleen al dat haar Babushka hen zou neerschieten met haar blik alleen al. “Ook niet bepaald de meest voorkomende naam. Al komt hij me wel ergens bekend voor.” Het probleem was hem echter plaatsen waar ze hem eerder had gehoord.
    Even viel er een stilte. Hoe moest het verder van hier? Ze wist dat hij een Knight was en omgekeerd, maar onmogelijk dat ze met twee de Hunters aan zouden kunnen. Lichtjes ongemakkelijk keek ze weg. “Laat de titel maar achterwege. Twee weken in Parijs en jij bent de eerste van de Knights die ik gevonden heb. Met een label geboren worden wil nog niet zeggen dat je ook weet hoe je het moet dragen.” Vanuit haar ooghoeken keek ze hem aan. Het was iets waar ze al heel haar leven mee worstelde eigenlijk. “Als ik ga moeten waarmaken waarvoor ik geboren ben, ga ik hulp nodig hebben.” Het was eigenlijk een onrechtstreekse vraag of ze op hem kon rekenen, daarvoor was ze gewoon een tikkeltje te koppig en misschien ook wel te trots. Elke keer weer als koningin bestempeld worden kon je wel wat naar je bol gaan stijgen, al had ze dat altijd getracht te voorkomen.


    "Nothing is True. Everything is Permitted"

    Mavis Night // Hunter // Sword-master

    Ik stapte het winkeltje in en rook gelijk de geur van klapkauwgom en roze zuurstokken. Het was een schattig klein winkeltje in een soort lieve grootmoederstijl. Er was een overweldigende kleur roze en er stonden allerlei soorten snoep. Ik zag dat op de verkoper na nog twee mensen in de winkel stonden, het waren twee meisjes. De een had lange donker bruine haren die mooie naar beneden golfden. Ze had een trui aan- waarvan ik de soort stijl niet echt wist, het zou wel iets van vroeger zijn- met een rood gebloemde rok daar onder. Ze zag er erg lief en onschuldig uit, echt mijn tegenpool dus. Ik had vandaag een zwarte skinny jeans aan met daarover een witte blouse. Ik had mijn kimono uit gedaan, iets wat ik altijd droeg bij het oefenen, omdat dat niet gepast was om in deze tijd mee over straat te lopen. Je zou alleen maar meer opvallen. Mijn blik gleed naar het andere meisje. Zij had ook bruine haren, deze in een vlecht over haar schouder hangen, en ze had een rugzak op haar rug hangen. Ze reisde dus en aan het uiterlijk van het andere meisje zien reisden ze niet samen. Ze was dus alleen. De meiden stonden net bij het rek waar ik moest zijn, de zure matten en zure beren namelijk. Ik liep op de dames af en zei: "Sorry maar mag ik er even bij?" Ze stapten netjes aan de kant en gingen verder met hun gesprek. Het was zo'n gesprek over koetjes en kalfjes, niet echt interessant dus. Ik vroeg me af waar de meiden vandaan kwamen, iets aan hun liet me denken dat er meer aan de hand was. Ik probeerde te redeneren waarom dat zo was maar kwam uiteindelijk tot de conclusie dat ik niet wist waarom ik meer wilde weten over hun. Ik draaide me dus maar gewoon om zette mijn koffer met mijn zwaarden neer en keek ze beiden aan. Ze keken vragend op en dus zei ik maar snel: "Sorry, ik wil niet onbeleefd zijn maar ik had even een vraagje. Waar komen jullie vandaan? Ik zag dat je die zware rugzak met je mee droeg dus ik dacht: die zal niet van deze streek komen." Ik kon wel bijna kotsten om mijn gedrag. Ik zette een lieve glimlach op, waardoor de braakneigingen alleen maar erger werden, en wachtte op een antwoord.


    How awful that must feel. Being normal? Ugh.

    Raiden 'Wolf' D'Angelo / Hunter / HF Sword
    Wat knorrig begon ik m'n weg te maken terug naar beneden. De vogel op m'n schouder trok zich duidelijk van niets aan, zelf niet van de rommel die beneden verzameld lag. Ik moest de andere Hunters in de stad vinden en het bericht van het Hoofdkwartier doorgeven. Dit was een lelijke streep door onze rekening, maar het kon nu even niet anders. De zaken waren zoals ze waren en niet anders.
    Halfweg de trap bleef ik even staan toen ik de deuren beneden hoorde open gaan en voetstappen hoorde. Had iemand het bordje dan niet gezien dat de kathedraal gesloten was voor renovatie? Of dat was toch de vermomming die we eraan gaven en in dit geval was het ook een keer nodig, na m'n uitbarsting van eerder. Veel stond er immers niet meer recht beneden. Maar dan nog, niemand hoorde hier momenteel te zijn. Het was enkel met het nodige ongenoegen dat we de koster hadden laten blijven, niet dat die nog zo blij was met dat voorrecht voor het moment.
    Behoedzaam liep ik verder naar beneden. In plaats van meer voetstappen naar binnen, hoorde ik hoe iemand zich haastig uit de voeten maakte. Het gebouw mocht dan wel gigantisch zijn, het was zo gebouwd dat misvieringen vooraan gegeven ook achteraan hoorbaar waren, waardoor ik nu ook pirma alles kun horen dat er in het gebouw gebeurde. Ik hoorde de deuren weer dichtslaan, maar hield me niet tegen om te gaan onderzoeken wat er gebeurd was.
    Zonder aarzeling trok ik de deur open zodra ik deze bereikt had. Tegen het zware eeuwenoude hout zat een figuur buiten. "Ben je blind?" Hoewel ik altijd m'n best deed om kalm te blijven, was m'n stem toch weer hard en behoorlijk onvriendelijk. Pottenkijkers konden we missen en gezien ik de figuur niet herkende wist ik niet of hij vriend of vijand was. Tot dat moment moest ik voorzichtig zijn en iedereen behandelen als een vijand. Het was de enige manier om ervoor te zorgen dat onze geheimen bewaard bleven.


    "Nothing is True. Everything is Permitted"

    Er is een nieuw topic gemaakt, zodat iedereen wee rmet een frisse lei kan beginnen
    Je kan het hier vinden:

    http://www.quizlet.nl/forum/topic.php?tid=164494

    Ofwel:

    [200] Last of the Dragons || Speeltopic 1


    "Nothing is True. Everything is Permitted"

    Ik was op vakantie dus kon niet reageren of ik nog meedeed of niet, maar ik doe nog mee met Artimes.


    Vampire + Servant = Servamp

    ach, ok, dan zie ik je graag terug in het nieuwe topic :)


    "Nothing is True. Everything is Permitted"