• Deze RPG speelt zich af in de duistere, onzekere tijd van de Middeleeuwen. Uit verschillende weeshuizen in het land, worden pasgeboren baby’s uit hun wiegjes gestolen. Eén ding hebben ze allemaal gemeen: bij de geboorte stierf hun moeder. De vaders besloten het kind in een weeshuis achter te laten, omdat ze niet kunnen leven met de dood van hun vrouw of omdat ze er de middelen en tijd niet voor hebben een kind op te voeden. Tijdens een donkere nacht, verdwenen de baby’s uit hun wiegje. Er klonk hoogstens nog een bang gehuil voor er helemaal niets meer van hun terug te vinden was. Angstig fluisterden de dorpelingen over demonen en kwade geesten die de kinderen waren komen halen.
    Wat er werkelijk was gebeurd: Een donkere schim was zonder enige moeite en zonder een geluid te maken ingebroken in de verschillende weeshuizen, om de baby’s vliegensvlug mee te nemen, voor ze iemand konden waarschuwen met hun gehuil. De kinderen werden opgevoed in een grottencomplex, verborgen in de bossen rond de hoofdstad. Daar is het de Dark Brotherhood die de staf zwaait. Ze werden getraind in de kunst van het vechten. Ze leerden zich geruisloos te bewegen en hoe ze met vergiffen moeten werken. De kinderen zijn ondertussen jongeren geworden en weten niets anders dan de grotten van de assassins guild en de bossen er rond. Rond hun 16e verjaardag beginnen ze plots vreemde, ontluikende krachten in zichzelf te ontdekken. Ze moeten leren ze te gebruiken en te beheersen. Ondertussen ontstaan diepgewortelde vriendschappen en rivaliteiten. Hoe reageren jongeren met exact de tegengestelde kracht op elkaar? Sluiten ze tegen alle verwachtingen in toch vriendschap?
    Maar middenin deze groep getalenteerde jongeren is er één iemand die doodnormaal is. Hij blijft maar wachten tot ook zijn krachten komen, alleen komen die nooit. Uiteindelijk wordt de jaloezie hem teveel. Iedere keer als iemand zijn krachten gebruikt, ziet hij dat als een belediging. Verteerd door jaloezie en een gebrek aan zelfvertrouwen besluit hij dat hij wraak moet nemen. Hij waarschuwt de bewakers van de stad over het grote gevaar dat in de bossen leeft. De assassins guild wordt helemaal onverwacht overvallen door een leger aan soldaten. Zullen ze het gevecht overleven? Slagen ze erin te vluchten? En waar moeten ze nu heen?

    Het doel van deze RPG:
    De RPG zal van start gaan in de periode waarin ze hun krachten ontdekken. Alle krachten zijn hier mogelijk. In deze periode kunnen vriendschappen en vijanden ontstaan. Misschien wel een relatie? Maar houdt dat allemaal stand? Een assassins guild is immers een harde wereld met mensen die allemaal kunnen doden voor je het zelfs ziet aankomen. Het is een plaats waar achterdocht altijd wel een beetje heerst, ook al vallen guild members elkaar doorgaans niet aan.
    Hierna zal de RPG overgaan naar de oorlog met de City Guard, die door de de jongen zonder krachten is gewaarschuwd. Sommigen zullen gewond geraken of erger... De hele assassins guild zal moeten verhuizen naar een nieuwe schuilplaats, maar waar?


    Hoe ziet alles er uit?
    Het speelt zich voornamelijk af in de bossen rond de hoofdstad. Meer bepaald in een grottencomplex. De ingang is goed verborgen, aangezien je je eerst door een smalle spleet moet wurmen en er pas na een minuutje wandelen een deur richting de geheime schuilplaats bevindt. Voor je binnen wordt gelaten moet je altijd het wachtwoord geven, namelijk: sanguinis.
    Daarna kom je door nog een lange gang binnen in het hoofdkwartier, waar een lange zware, eikenhouten tafel staat. Daar wordt niet alleen gegeten, maar ook belangrijke zaken omtrent de guild worden er besproken. De eerste deur recht leidt naar de keuken, maar daar mag normaal gezien alleen de kokkin binnen. Zij is ook een beetje de moeder van de guild.
    De deur links leidt naar een andere kamer waar opnieuw twee deuren zijn. Als je daar links gaat, kom je in de trainingszalen terecht. Die worden niet zo vaak gebruikt, aangezien ze meestal buiten trainen. De deur rechts leidt naar de slaapvertrekken. (Ik zal later nog kijken met hoeveel je per slaapkamer mag liggen, zodra ik weet hoeveel mensen er mee willen doen)


    Sfeerbeeldjes


    Personages:
    Assasins:
    Guild leader: ~ Markus Maisson - Stannis {1|4}
    Kokkin/Huishoudster: ~ Anteia Auffrye - Illwill {1|11}
    Jongeren: (hebben sowieso krachten)
    ~ Anya Crivelli - VladiFerr {1|20}
    ~ Elizabeth "Liz" Victoria Hawkins - Caelestis {1|8}
    ~ Helena Brynn Morales - Kilicious {1|14]}
    ~ Lykon Sallie Challes - NymeriaDorne {2|3}
    ~ Raven - TheHorcrux {1|7}
    ~ Rhenelis Synallisun Dusthell "Dusthell" - NymeriaDorne {1|6}
    ~ Tristana Ward - Illwill {1|4}

    ~ August Auvray - Eichen {1|5}
    ~ Blake Hayden McCarty - Magnus {1|10}
    ~ Dallas Dior - Magnus {1|13}
    ~ Delron Midarm - NymeriaDorne {1|17}
    ~ Edon Jenkins - Illwill {1|7}
    ~ Jackson - VladiFerr {1|6}
    ~ James Robert McMahon - PeterParker {1|19}
    ~ Mortem Viper - Wensekronik {1|18}
    ~ Riley Luke McMahon PeterParker {1|19}
    ~ Rowan Buzzer - Ring {1|5}

    Ouderen: (kunnen ook krachten hebben, hoeft niet)
    ~ Lana Bell - MissMills {1|17}
    ~ Yuki Nagisa Minami - Tigresse {1|2}

    ~ Elijah Woods - TheHorcrux {1|14}
    ~ Lestat Daniel Malloy - Joaq {1|12}
    ~ Typhon - OakenshieId {1|16}
    ~ Xavier Phoenix - Lazulis {1|1}

    City guard:
    Hoofd van de City guard: ~ Cesare Ludovico Crivelli - Tigresse {1|2}
    ~ Ayla Hearling - Ring {1|10}
    ~ Sifanta - VladiFerr {1|13}

    ~ Alessandro Charles Mason - Kilicious {1|14}
    ~ Isaiah Lemuel Dennis - OakenshieId {1|17}
    ~ Jordan Halfaxe - Stannis {1|10}

    Inwoner:
    ~ Audrey La Bóuton - xLenox {1|13}
    ~ Coco Butterfly - OakenshieId {1|18}
    ~ Cora Applebee/Halfaxe - Illwill {1|10}
    ~ Lily Mikaelson - TheHorcrux {1|7}
    ~ Lucrezia Giovanna Crivelli - Tigresse {2|1}
    ~ Magdalena La Beauvie - Espada {1|6}
    ~ Vajèn Butterfly - Kilicious {1|18}
    ~ Parse Applebee - Espada {1|5}
    ~ Lena - Wensekronik {2|[http://www.quizlet.nl/forum/topic.php?tid=163703&page=2]2[/url]}

    ~ Donatello Storum - Wensekronink {1|18}
    ~ Florense - Lazulis {1|2}
    ~ John Hildebrand - xLenox {1|16}


    Krachten
    Markus Maisson: Shadowstep: enkele meters vooruit teleporteren voor afschudding of om achter iemand te verschijnen voor een onmiddelijke dodelijke genadeklap uit te delen
    Anteia Auffrye: Anteia heeft het vermogen om tijdelijk het lichaam van iemand over te nemen. Dit betekent niet dat ze gedachten kan horen van die persoon. Ze kan alleen het lichaam besturen.
    Xavier Phoenix: Adelaars oog, daarbij heeft hij het vermogen om verweg en dichtbij te kunnen kijken. Hij kan hem scherpstellen om details te kunnen zien.
    Yuki Nagisa Minami: Yuki is gespecialiseerd in het beheersen en voelen van emoties. Ze kan de emoties van anderen manipuleren.
    Tristana Ward: Tris kan praten met de geesten van de overledenen. Als ze op de top van haar krachten is en die volledig kan beheersen, kan ze ook de doden tot leven wekken.
    August Auvray: Temporale Stasis. Het vermogen om de tijd in je omgeving stil te kunnen zetten waardoor alles en iedereen om je heen als het ware bevroren/stilgezet wordt in de tijd.
    Rowan Buzzer: Rowan kan met vogels communiceren.
    Rhenelis Synallisun Dusthell "Dusthell": Ze kan in iemands gedachtes/hoofd komen. Ze kan dan bijvoorbeeld iets zeggen, of iets laten zien, herinnering of iets wat zij heeft gezien.
    Jackson: Telekinese. Het vermogen om voorwerpen of personen zonder ze aan te raken dus met de kracht van de gedachten te laten bewegen/zweven/door de lucht te gooien of op een andere manier te beïnvloeden.
    Raven: Shapeshifting, het vermogen om in een ander persoon, dier of zelfs een voorwerp te veranderen.
    Elizabeth "Liz" Victoria Hawkins: Helderhorendheid. Ze hoort geen nog geesten, maar kan gedachten horen en afluisteren.
    Blake Hayden McCarty Hij kan zich met de wind mee laten voeren, hij vervaagd dan tot je hem niet meer ziet en kan zich dan naar wat hij maar wil verplaatsen. De kracht van wind is dan ook zijn kracht, dit is waardoor hij ook snel kan bewegen.
    Dallas Dior: Supergehoor, hij kan horen waar mensen zich naartoe bewegen.
    Helena Brynn Morales: Vuursturen.
    Elijah Woods: Absorbtie/kopieer kracht door aanraking van die persoon.
    Delron Midarm: Delron bezit de gave om in de tijd te reizen.
    Lana Bell: Lana heeft genezende krachten. Als iemand een wond heeft hoeft ze er alleen maar even haar hand op te leggen en dan is hij weer genezen.
    Aurora Audrey McAllister: Audrey heeft de kracht om ontzettend snel te rennen, als ze rent zie je alleen maar een vage flits en dan is ze al een kilometer van je af.
    Mortem Viper: Hij heeft de gave om aarde te sturen, hij kan tot nu toe alleen maar kleine stenen beheersen maar langzaam aan steeds grotere stukken.
    James Robert McMahon: James kan watersturen met zijn handen, hij kan het water alles laten doen.
    Riley Luke McMahon: Riley kan donkerrode bliksemstralen afschieten met zijn handen maar ook met zijn ogen.
    Anya: Onzichtbaarheid.


    Regels:
    *Er is geen maximum aantal personages
    *16+ is toegestaan, maar onder spoiler en met waarschuwing bij (Degene die niet willen hoeven het dan ook niet te lezen)
    *Alleen Illwill of Stannis maken de topics aan.
    *Ik geef geen minimum aan woorden. Kies voor jezelf wanneer je je reactie waard vindt om te posten.
    *Naamsveranderingen doorgeven (en ook even waarschuwen als het met hoofdletter I ipv. L is)
    *Geweld en schelden mag IC maar niet OOC.
    *Niet iemand zijn personage besturen zonder toestemming.
    *Niet iemand zijn personage doden of verwonden zonder toestemming.
    *Minstens 1 keer per week reageren (tenzij goede reden)
    *Geen perfecte personages.
    *Heb respect voor elkaar.
    *OOC tussen [ * ( { #
    *Vragen? Stel ze zeker!
    *Er kunnen altijd personages bij! (Ook wanneer de RPG al loopt)

    Story
    Rollentopic
    Rollentopic 2
    Praattopic
    Praattopic 2

    We beginnen op een rustig dagje. Sommigen zullen misschien aan het trainen zijn, anderen houden zich met andere bezig.
    In ieder geval wordt iedereen verwacht in de eetzaal, waar Anteia het eten zo zal opdienen. Daar zal de guildleader nog even een woordje uitleg doen over wat er staat te gebeuren in hun leven. (Lees: hij zal de jongeren wat gerust stellen over hun krachten en iets uitleggen over hoe de contracten in werk zullen gaan)
    Het is dus de bedoeling dat iedereen rustig richting de eetzaal komt. Kies een gezellig plaatsje aan tafel, misschien naast iemand die je het liefst hebt.

    [ bericht aangepast op 22 juli 2014 - 18:35 ]


    “To live will be an awfully big adventure.”

    John Hildebrand || Inwoner || 37



    "Mijn broer heeft het zelfde gedaan als jij vermoed ik."
    Even fronste ik bij deze opmerking maar toen ik zag naar wie ze duidde verscheen er een grijns op mijn gezicht. "Dat zal dan wel kloppen." Was mijn simpele reactie. Ik wiep nog een blik op de vrouw en tot mijn verbazing zag ik dat ze er woedend uitzag. Haar verschijning liet me dan wel weer lachen aangezien ze niet echt de tijd had gehad om zich fatsoenlijk aan te kunnen kleden. In haar hand had ze mijn oude leren armband en even sloeg ik mijzelf mentaal voor mijn kop. Hoe had ik zo stom kunnen zijn dat ding te vergeten. Nu moest ik dat ding ook nog op een of andere manier terug zien te krijgen.
    'Oké Hildebrand,' zei Sif zachtjes tegen mij waardoor mijn aandacht weer naar haar werd gericht. "Of we rennen nu hard weg óf je kust me en wekt bij haar de illusie op dat je bezet bent."
    De ondeugende glinstering in haar ogen was me niet ontgaan en met een onheilspellende blik keek haar recht in de ogen aan. Het kind had me een keuze gegeven, een die ze me niet vaak gaf dus zou ik er gebruik van moeten maken. Langzaam boog ik naar haar toe, de afstand tussen onze lippen verkleinend. Een geschokte blik ging een fractie van een seconde door Sifanta haar ogen maar snel herstelde ze zich door ook in te leunen en door langzaam haar ogen te sluiten. Ik nam haar gezichtje in mijn handen en net voordat onze lippen elkaar raken boog ik af naar haar linkeroor en fluisterde: "Dat zou je wel willen, hé?" Een grijns vormde zich weer rond mijn lippen waarna ik snel haar hand vast pakte en het op een lopen zette, Sif achter mij aan trekkend.

    John plaagt Sif weer lekker ;P


    How awful that must feel. Being normal? Ugh.

    Mortem Viper ~ Assassin ~ Aardesturing

    'Het heeft een best krachtige smaak ja,' antwoord hij op de vraag. Uit zichzelf pakt hij de borden en begint de tafel te dekken. 'Zo hoef je niet al te veel heen en weer te lopen.' Mortem vond het niet erg om af en toe te helpen, met zijn planten bezig zijn en koken was een prima tijdverdrijf vond hij zelf.
    Er klonk wat gerommel van achter de deur, een klink klikte en de deur zwaaide open. De eerste eters kwamen al naar binnen.

    James Robert McMahon || Jonge Assasin || Watersturing




    Glimlachend train ik mijn krachten met Riley, we zouden elkaar om de beurt trainen en ik was aan de beurt om Riley te trainen. Ik had een emmer water gehaald en daar gebruikte ik nu het water van. Ik schiet steeds waterballen op Riley af en die moet hij proberen te ontwijken. Dezelfde volgorde: Pak wat water, maak een bal ervan en gooi die naar Riley. Ik gooi nog een waterbal naar Riley die in de lucht springt, de bal ontwijkt en op zijn handen op de grond terecht komt. ''Uitslover!'' roep ik lachend en Riley grinnikte even waarna hij weer netjes op zijn benen terecht kwam. Ik maakte alvast een nieuwe waterbal maar ik zag dat Riley een stopgebaar maakte dus legde ik de bal in de emmer en zorgde dat die uit elkaar sprong zodat er weer water in zat. ''We gaan zo eten, dus een eetpauze, maar eerst gaan we nog even bij Anya langs'' knipoogde hij en ik knikte. Ik liet de emmer staan en liep achter Riley aan die al naar Anya liep. ''Goed ontweken Riley'' complimenteerde ik hem en hij grinnikte. ''Na het eten wil ik zien wat jij er van bakt als ik je met mijn bliksemstralen bekogel'' grapte hij en ik grimaste. Anya was bezig met werpmesjes gooien, ik en Riley kwamen vrolijk binnen wandelen en Riley begroette haar al vrolijk. ''Goedemiddag Anya!'' riep hij en gooide zijn armen in de lucht. Ik en Riley waren altijd al ''prettig gestoord'' geweest dus iedereen vond ons eigenlijk normaal maar grappig.

    [ bericht aangepast op 23 juni 2014 - 17:36 ]


    ''Cause I've got a jet black heart and there's a hurricane underneath it.''

    Anya Crivelli.- Assasin jongeren. Onzichtbaarheid.

    Na een tijdje stopte ik met gooien en borg ik de mesjes weet terug in mijn buidel, die om mijn middel hing. We moesten zometeen gaan eten en ik zou straks wel aanstalten maken te gaan. Misschien ging ik nog even oefenen met mijn krachten. Een tijdje terug had ik het ontdekt en het was onzichtbaarheid. Iets wat ik leuk vond te gebruiken.
    'Goedemiddag Anya.'
    De stem van Riley kwam me tegemoet. Ik had geleerd de stemmen van de tweeling uit elkaar te halen en daardoor wist ik precies wie wie was.
    Ik draaide me om en zag Riley staan. Zijn handen waren in de lucht en James liep achter hem.
    'Ook goedemiddag' zei ik, grinnikend. Ik focuste me even en toen verdween ik helemaal. Ik was niet meer te zien, onzichtbaar. Ik sloop naar voren en verscheen voor Riley.
    'Boe,' roep ik en ik sla mijn armen om hem heen. 'Hoe gaat het met jullie.'


    "Rebellion's are build on hope"



    Rhenelis Synallisun Dusthell "Dusthell" ~ Jongere Assassin.

    Ik ben niet zwak. Ik ben niet zwak. Ik ben niet zwak. Dat hield ik mezelf al een halfuur voor me, terwijl ik mijn dolk in de nek van de oefenpop stak. Mijn vader was een stadswacht, hij was een groot man. Ik heb zijn bloed geërfd, en zijn kracht.
    "Ik ben niet zwak." fluisterde ik zachtjes, terwijl ik op mijn lip beet om mijn tranen in te houden. Ik duwde de dolk verder in de nek van het oefen ding.

    Ik was net in de stad geweest, stiekem. Het was heerlijk om daar rond te lopen en te kijken naar het dagelijks leven van een 'gewoon' mens. Ik liep een steegje in, en daar werd een meisje beroofd. De dief was ook al bezig om haar kleren uit te trekken -scheuren- Ik was er tussen gesprongen, en had met mijn langste dolk, in één slag zijn vinger eraf geslagen. Daarna stak ik nog in zijn schouder, en het meisje vluchtte. De dief smeekte me eerst om hem te laten leven, hij zou me al zijn goud geven, al zijn eigendommen. Ik weet niet meer wat er daarna gebeurde, ik kreeg medelijden. En de wond in zijn schouder begon heviger te bloeden. Blijkbaar had ik onbewust een beeld in zijn hoofd laten zien dat ik hem toch niet zou doden. Want hij zei:
    "Je bent toch zwak meisje, heel zwak. Je kan me toch niet doden. Geen enkele vrouw kan dat." Ik had mijn mes in zijn andere schouder gedrukt, en ik had een kreet geslaakt. Maar toen ik hem in zijn ogen keek, zag ik niets anders dan een leeg verdriet. Wat als hij ook een zonderling was? Zonder ouders geboren, op zoek naar liefde in zijn leven.
    En ik ging weg bij hem. Liet hem daar liggen.

    Toen ik kwam aanlopen wachtte ik eerst even voor ik ging zitten, en keek rond. Als eerst zocht ik Edon, ik was al best lang verliefd op hem, ik denk al drie jaar. Maar hij zat nog niet, jammer.
    Dan zoek ik Markus op, hij zat al aan de tafel, gelukkig. Ik schuif aan, en concentreer me.

    Ik wil je zo spreken. Het galmt door zijn hoofd heen.


    "I would have followed you, my brother... my captain... my king."

    Riley Luke McMahon || Jonge Assasin || Bliksemstralen




    Ze draaide zich om en keek mij en James vrolijk aan. ''Ook goedemiddag'' zei ze grinnikend. Ze leek zich te focussen en verdween toen, Anya had de kracht om onzichtbaar te worden en dat was heel vervelend voor James en mij. Ik had geen idee waar ze was, totdat ze plotseling voor me verscheen en ze boe riep. Ik schrok niet omdat ik haar wel het type vond om plotseling voor iemand op te duiken. ''Hoe gaat het met jullie?'' vroeg ze en ze sloeg haar armen om me heen. Ik trok een wenkbrauw op en ik glimlachte. ''Altijd geweldig, en met jou?'' vroeg ik en keek James even aan, als teken dat we zo weg moesten.

    [ bericht aangepast op 23 juni 2014 - 19:59 ]


    ''Cause I've got a jet black heart and there's a hurricane underneath it.''

    Elijah Woods || Oudere Assasin || Absobeer/kopieer kracht
    Ik leg mijn handen op mijn achterhoofd terwijl ik toe kijk naar de trainende kinderen. Altijd een leuk gezicht, en zo leer ik ook hun krachten kennen. Wie moet ik wel aan raken en wie niet... Ik zie Anya bij de tweeling, opeens is ze weg en dan verschijnt ze weer. Haar kracht is zichzelf onzichtbaar kunnen maken, of ze het al erg goed beheerst weet ik niet. Maar ik weet wel dat ik al een keer gebruik heb gemaakt van haar kracht, en ik zou het zo weer doen. Het is leuk als je iemand wil laten schrikken of als je een klus hebt te klaren. Ook is de dief uithangen heel handig met zo'n kracht. De tweeling waar ze mee praat hebben Watersturing en het vermogen bliksem uit zijn handen te laten schieten. Allebei handige krachten maar ik kan de twee niet echt goed uit elkaar halen...
    Ik sta op en loop naar binnen toe, mijn maag begint te knorren en een hongerig gevoel glijd door mijn buik heen. Met mijn gewoonlijke scheve grijns loop ik door de gangen richting de eetzaal. Ik woon hier gelukkig al erg lang en weet eindelijk wat waar is en hoe je er moet komen. In het begin ben ik meerdere malen verdwaalt hier binnen.

    Lily Mikaelson || Dorpsbewoner
    Met een glimlach loop ik over de markt, richting de bakkerij om wat brood te halen. Ik heb een mand in mijn arm gehaakt om straks de broden met gemak mee naar huis te nemen en ook zitten mijn munten hier in, tussen de voering van het mandje. Ik heb een speciaal vakje gemaakt zodat het niet opvalt en ook niet makkelijk gestolen kan worden, in een stad als deze weet je maar nooit wie er langs loopt.
    Onderweg begroet ik een aantal mensen die ook in de stad wonen, zo'n beetje iedereen kent iedereen en als er één persoon 'gehaat' word zal de hele stad zich langzamerhand tegen die persoon keren, een van de vele redenen waarom ik me nog niet van iedereen gekeert heb. Ik woon graag in de stad en hou dan ook contact met de mensen die er wonen.

    Raven || Jonge Assasin || Shapeshifter
    Ik loop de eetzaal van het grottencomplex binnen en kijk rond of ik Jackson of Aurora ergens zie zitten. Maar ze zijn nergens te bekennen.
    Ik zucht teleurgesteld en loop naar een lege tafel waar ik ga zitten. Vragend kijk ik nog eens de ruimte door, ik hoop dat de twee zo komen. Alleen zitten is geen pretje en de rest ken ik amper of niet. Ookal ben ik opgegroeit met alle jongeren; ik heb eigenlijk nooit echt gesprekken met ze gevoerd. Getraind heb ik wel met velen, alleen waren het Jackson en Aurora waar ik echt een vriendschappelijke band mee kreeg. De rest kent me dan ook alleen maar als het sadistische meisje dat niet aardig kan doen tegen iedereen. Er zijn maar weinig die hier doorheen durven te prikken. Niet dat ik er veel moeite mee heb dat ze me negeren, het boeit me niet. Des te minder vrienden des te minder mensen waar ik voor op moet komen. Want als het nodig is zal ik er echt wel zijn voor Jackson en Aurora.


    Little do you know

    Lena ~ prostituee

    Lena deed haar bovenstuk weer aan en vlechten haar haren weer vast. Het was warm in haar vertrek. De geur van mannenzweet en parfum doordring haar neus. Het was een geur waar ze nooit aan zou wennen. Lena pakte een kelk die op een tafeltje stond en nam er een slok uit.
    'Bah, lauwe wijn.' Er klonk wat gemompel vanuit de andere kamer. De andere kamer was het achterste gedeelte van de hal met een gordijn ervoor. 'Goedemorgen,' mompelde ze terug. Ze besloot dat ze maar naar de bakker zou gaan twee straten verder op. Het was rond het middaguur en iedereen werd wakker uit zijn roes. Met lichte hoofdpijn controleerde ze of ze al haar kleding aan had en bond haar slippers vast. Met hoofd omhoog en borst vooruit stapte ze de deur uit. Vriendelijk begroette ze de nonnen die langs liepen en haar afschuwwekkend aankeken. Lena haalde haar schouders op en liep door.
    Er stond een slank meisje bij de deur van de bakker die net naar binnen liep. Ze had prachtig rood golvend haar. Ze liep er achteraan.

    -

    Donatello Storum ~ Bakker

    'Goedemorgen,' zeiden de drie broers in koor terwijl twee dames binnen kwamen lopen.
    'Horen jullie bij elkaar?' Vroeg Michelangelo aan de vrouwen. Ze keken elkaar verbaast aan, Donatello herkende wel de achterste vrouw en kon niet wachten op haar opmerking. Toch gaf hij een kleine trap tegen de benen van zijn broertje het was erg onbeleefd.
    'Ik zou wel willen,' ze speelde even met haar haren en bekeek het meisje van top tot teen.
    'Sorry, zou je even kunnen wachten? Lena Michelangelo staat tot je beschikking.' Michelangelo stond direct op. Hij herkende de dame natuurlijk en kreeg rode wangen toen ze hem een glimlach gaf. 'Sorry nog daarvan, wat kan ik voor je doen?' Vroeg Donatello beleefd aan zijn andere klant.

    Anya Crivelli.- Assasin jongeren. Onzichtbaarheid.

    Riley leek niet te schrikken. Iets wat me niet verbaasde als je een broer als James had en andersom. Hij trok een wenkbrauw op naar James en glimlachte. Ergens deed het me twijfelen en liet hem snel los. Nooit was ik zeker over een aanraking en zeker niet nadat ik mijn krachten had ontdekt. Ik had al wel eens meerdere mensen onzichtbaar gemaakt, maar ik voelde me er gewoon niet comfortabel bij. Misschien stond Riley niet te wachten op een knuffel, als je mijn armen om hem heen slaand al een knuffel kon noemen.
    'Altijd geweldig en met jou?' vroeg Riley, terwijl hij een blik wierp naar James. Ik voelde me iets onzekerder worden. Gewoon, omdat ik naar de tweeling opkeek. Zij waren als grote broers voor me en hun verliezen leek me verschrikkelijk.
    'Prima,' mompelde ik snel. 'Willen jullie iets gaan eten?'
    Ik keek de tweeling aan en sloeg toen mijn ogen weer neer. Mijn handen waren onbewust onzichtbaar geworden en ik had ze in mijn mouwen verstopt. Ik moest echt mijn kracht onder controle krijgen!


    Sifanta.- City guard.

    Hij keek me aan. En even vermoede ik dat hij gewoon mijn hand zou pakken als elke man en me zou meesleuren. Ik was nog nooit gekust, laat staan dat ik ooit op een bepaalde manier was aangeraakt door een man.
    Toch boog hij zich plots naar me toe en schrok ik. Dit had ik niet verwacht. Ik besloot mee te gaan en net voordat hij me zou kussen, boog hij zich af naar mijn oor.
    'Dat zou je wel willen, hé' fluisterde hij. Ik wist dat dit plagend bedoeld was. Ik wist het, maar het gevoel dat ik nu misschien eindelijk het gevoel zou hebben gevoeld hoe het was om te worden gekust liet even een leegte achter. Wat baalde ik hier van, maar ik nam het hem niet kwalijk. Ik bedoel, kijk naar me! Ik was net een man die in een vrouwe lichaam zat. Mijn interesses waren meer mannelijk gericht dan vrouwelijk. Ik wou niet in de keuken staan of kinderen krijgen. Ik wou vechten en daarom nam ik het geen man kwaad dat hij me niet meer zag als een vriendin. Of als handig hulp middel om dichter bij een vrouw te komen. Zuchtend liet ik me meetrekken door John.
    'Ik had het kunnen verwachten' zeg ik,


    "Rebellion's are build on hope"

    Lucrezia Giovanna Crivelli || Inwoonster

    Mijn gifgroene ogen volgden het lange, donkere gestalte van mijn broer. De zwarte hengst die hem op zijn rug tolereerde, draaide zich met een scherpe beweging om en liep met een stevig tempo weg onder Cesare's ferme hand.
    Zodra ik er zeker van was dat hij niet meer in de straat was, opende ik stilletjes de deur en wenkte ik de wachter die op het punt stond om mijn paard richting de stallen van de Crivelli's te begeleiden. Het landgoed van onze familie was groot, hoewel er maar twee mensen in het grote, bijbehorende huis woonden. Sinds mijn ouders waren overleden, was het erg stil op het landgoed geworden.
    Het was een stom ongeluk geweest. Het paard dat de koets van mijn ouders vooruit trok, sloeg op hol en de koets kantelde opzij. Mijn ouders waren klem komen te zitten. Mijn vader was op slag dood, en mijn moeder was overleden aan haar hevige verwondingen. Enkel Cesare en ik hielden de familienaam nog hoog. Althans, dat probeerden we. Onze namen waren in ieder geval erg bekend, hoewel vele mensen onze namen liever met bloed als met inkt zouden schrijven.
    Ik schudde mijn hoofd en hield de wachter tegen. "Ik wil een ritje op Mistress maken."
    De wachter verstrakte zijn grip rondom de teugels. "Ik heb strikte orders van de heer Crivelli gekregen om u niet alleen te laten vertrekken."
    "Cesare heeft mij toestemming gegeven om in de welvarende wijk te rijden." Ik gaf de wachter een waarschuwende blik, als teken dat ik geen tegenspraak duldde. Hij leek eventjes te moeten nadenken, maar uiteindelijk hielp hij mij met een zucht op het sneeuwwitte dier en drukte hij de teugels in mijn handen.
    "Pas alstublieft goed op, vrouwe."

    Een tijdje later galoppeerde Mistress door de bossen, terwijl ik mijn best deed om zo stevig mogelijk in het zadel te blijven zitten. Ondertussen krulde een gelukzalige glimlach rondom mijn lippen. Het was fijn om eens alleen op pad te kunnen gaan en niet in de gaten te worden gehouden door verschillende wachters of mijn broer. Een zacht briesje blies door mijn lichtblonde lokken en verkoelde mijn verhitte wangen, waardoor ik mijn ogen genietend sloot. Achteraf gezien was dat misschien niet zo'n slim idee geweest.
    Ik voelde hoe het gewicht van de witte merrie met een scherpe beweging naar rechts zwalkte, waardoor ik mijn evenwicht verloor. Een ijselijke gil ontsnapte uit mijn mond voordat ik met een luide klap op de grond viel. Ik kon nog net zien hoe een eekhoorntje in een boom schoot. Waarschijnlijk was mijn paard geschrokken van het kleine diertje.
    Kreunend hielp ik mezelf half overeind, zodat ik tenminste kon gaan zitten. Mijn linkerhand prikte en ik had een stuk van mijn jurk opengehaald tijdens mijn val, maar ik besteedde enkel aandacht aan het paard. Ik wist niet waar het beest naartoe was gerend, en het feit dat ze waarschijnlijk in paniek was en door het bos dwaalde zorgde ervoor dat ik ongerust in het rond begon te kijken. Waar moest ik heen?

    [ bericht aangepast op 24 juni 2014 - 0:34 ]


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Magdalena La Beauvie ~ Inwoner ~ 24 jaar


    Ik stond in mijn ouderlijk huis. Mijn haren waren opgestoken en ik had een prachtige, dure diadeem op mijn hoofd, een erfstuk van mijn oma. Aan mijn oren hingen grote glinsterende hangers en mijn jurk was gemaakt door de meest bewonderde kleermaker van de stad. Dit alles, een wens van mijn moeder. Mij is was geweldig nieuws beloofd voor mijn achttiende verjaardag en iedereen in dit huis kende natuurlijk mijn allergrootste droom. Een ideaal waar ik voor leef en altijd voor wil blijven leven, hetzelfde ideaal dat mijn grootmoeder ook voor ogen had én zij heeft het ook nog eens waargemaakt. Het 'geweldige' nieuws, waar mijn moeder het over had, valt eerder geweldig tegen, wat mij betreft. Die woorden klonken ook te mooi om waar te zijn, ik had kunnen weten dat zij me nooit míjn geluk zou gunnen, ze gunt het alleen zichzelf...
    "Mijn naam is Heinrich Friedrich von Arnheim-Heinrichsdorff," en de gladgestreken man pakte voorzichtig mijn hand en kuste die heel zachtjes. "U bent nog mooier dan ik mij had kunnen voorstellen, schone dame, mag u vergelijken met een engel?" Hij lachte zo charmant mogelijk, nadat hij deze woorden in één zucht had uitgesproken. Ik slikte en trok mijn hand snel terug. Hoe kón ze? Zomaar een echtgenoot voor mij uitzoeken zonder mij daarvoor eerst ingelicht te hebben! En dan ook nog eens zo een onbetrouwbare, gladgestreken, Duitse hielenlikker, zoals deze ongure vent. Ze wist dat ik dit soort mensen afkeur. Ik schoof mijn hand nonchalant door mijn haar en trok een verveeld gezicht, daarbij rolde ik nog even met mijn ogen. Ik zal deze vent nog wel even goed duidelijk maken dat ik dus niet op hem zit te wachten. Daarop draaide ik mij met een uitbundige zwier om en gooide mijn haar over mijn rechter schouder. Mijn ogen schoten even vlug naar rechts, richting de zetel van mijn moeder en jawel hoor, daar ontbreekt de geschrokken en woedende blik in haar ogen niet. Ik frutselde wat aan mijn brokaten jurk, alsof de waarde van de stof mij totaal niet deerde en inspecteerde daarna verveeld mijn nagels. Op dat moment kwam mijn moeder aanlopen en probeerde de verbijsterde Heinrich Friedrich af te leiden. Ik zag mijn kans natuurlijk schoon en snelde naar mijn vertrekken. Daar schopte ik ruw mijn schoentjes uit en trok de diadeem uit mijn perfecte kapsel. Woedend trok ik ook de speldjes die mijn lokken bij elkaar houden, uit mijn haar. Één voor een vloeiden mijn donkerbruine lokken zich langs mijn schouders. Nadat eindelijk die verschrikkelijke druk van mijn hoofd was, trok ik mijn jurk uit en liet die midden in de kamer op de vloer liggen. Snel kleedde ik me om in een veel comfortabelere jurk en raapte ik nog wat spulletjes bij elkaar, daaronder mijn grootmoeders diadeem. Ik was klaar, ik móest weg voor het te laat was.


    Ik zit voor de spiegel en borstel mijn bruine haren. Om de één of andere onbekende reden is mijn haar elk jaar ietsjes lichter geworden. Dat is wel iets wat ik betreur, want ik was juist altijd zo dol op mijn donkere lokken. Ik bekijk mezelf aandachtig in de spiegel en keur mezelf goed, zo kan ik wel voor de dag komen! Dankzij mijn adellijke afkomst heb ik geld in overvloed, datzelfde geldt dus ook voor voedsel en andere levensmiddelen. Ik mag zeker niet klagen.
    Vrolijk, terwijl ik zachtjes een liedje zing over de daden van mijn overgrootvader, kom ik aan bij de bakker, waar ik zoals gebruikelijk drie broden bestel: een heel brood voor de nonnen, die de zorg van de weesjes op zich nemen, een heel brood voor de bedelende kindertjes onderweg, een half brood voor mijn arme buren die amper rondkomen en een half brood voor mezelf. Ook wandel ik nog eventjes langs de smid om een speciale bestelling te plaatsen.
    De smid bevindt zich echter niet bepaald dicht bij de bakker, dus duurt het wel eventjes totdat ik daar aankom. Onderweg loop ik langs het klooster, waar de nonnen mij opnieuw de hemel in prijzen als dank voor mijn gulheid: "dankjewel mijn lieve Magdalena, zonder jou zouden we nooit alle kinderen hier kunnen verzorgen. Ook zij zijn u eeuwig dankbaar. Moge God u in bescherming nemen en zegenen uit oneindige dank voor uw goede hart." Het lieve kleine nonnetje kijkt mij aan, met een blik in haar ogen waar de pure dankbaarheid vanaf spat.

    "Wat kan ik voor u doen mevrouw?" vraagt de baardige man op leeftijd mij op een verbaasde toon. Het zal ook vast niet gebruikelijk zijn dat er een vrouw op de deur klopt om een bestelling te plaatsen. "Eigenlijk zou ik u willen vragen of u een kort zwaard voor mij zou kunnen maken. Gebruik uw beste materialen, want ik ben bereid in ruil, veel muntstukken te geven", ik graai gelijk in het kleine stoffen beursje dat aan mijn riem vastgehaakt zit en haal er twintig muntstukken uit. "Dit zou genoeg moeten zijn." De man kijkt mij met grote ogen aan en zegt: "dat is meer dan voldoende, ik zal mijn allergrootste best doen om het perfecte wapen voor u te ontwerpen en maken. Het duurt misschien wel even, maar dan beloof ik dat u precies zal krijgen wat u verlangt." De handen van de smid bibberen, terwijl hij de twintig muntstukken van mij aanneemt. Als reactie op zijn belofte, glimlach ik vriendelijk en antwoord ik hem dat ik nu al zeker ben van een goed resultaat en ik keer weer terug naar mijn huisje.

    ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~


    Parse Applebee ~ Inwoner ~ 26 jaar


    Met grote ogen staarde ik naar het ingestorte schuurtje. "Mama, mama, asjeblieft help!" hoorde ik mijn dochtertje met een schor stemmetje piepen. Dan vallen alle puzzelstukjes opeens op hun plaats: ze zijn vast komen zitten onder het puin. Al drie dagen lang lag mijn kindje daar, zonder eten, geplet onder het zware gewicht van het puin, radeloos om hulp roepend om haar moeder. Het besef hiervan viel me zo zwaar dat ik me vastgreep aan het stenen muurtje naast me, zodat ik niet omver viel. "Mama." Ik schraapte mijn nagels over het harde steen heen, waardoor die één voor één van mijn vingers losraakten. "Mama, help. Ik ga dood."
    Ze gaat dood, mijn kleine meisje gaat dood, schiet er door mijn hoofd. Ze verhongerde daar onder het puin. Ik was zo dichtbij, maar ik kon níet bewegen. Mijn spieren reageerden niet. Niks reageerde, behalve mijn handen die ik tot vuisten balde. Het bloed dat onder mijn open gescheurde nagels vandaan kwam sijpelde langs de het witte steen van de muur naar beneden. Ik zag sterren flikkeren in de verte. "Mama."


    Ik schrik wakker, de zweetdruppeltjes glinsteren op mijn voorhoofd en ik lig te trillen van angst. Waarom herhaalt die verschrikkelijke gebeurtenis zich keer op keer in mijn hoofd. Waarom moet ik keer op keer lijden? Wat heb ik fout gedaan, almachtige? Stiekem weet ik het, ik weet wat ik fout heb gedaan... Dat meisje waar mijn kleine Malia mee op pad was gegaan, zij... Nee, ik kan het nog steeds niet toegeven aan mezelf, ik wil het niet toegeven, het doet te veel pijn. Ik wil die pijn niet voelen, koste wat het kost. Ik wil er nooit meer aan herinnerd worden...

    Ik schuif de lakens van mij af en kijk met betraande ogen naar mijn lieve echtgenoot, die ligt daar vredig en heeft geen last van nachtmerries of trauma's. Daar ben ik ook zo verschrikkelijk blij om en ik geef hem een zacht kusje op zijn wang. Ik wil hem immers niet zonder goede reden wekken.
    Langzaamaan schuifel ik over de ijskoude houten vloer naar de woonkamer, als je het tenminste een woonkamer noemen kan. Wij hebben het in ieder geval wel beter dan de meeste mensen in deze stad.
    Daar op de bank ligt mijn kleine Malia, verdwaald in dromeland. Zo vredig kan alleen een kind slapen, zo vredig kan alleen Malia slapen. Ze kan alleen zo vredig zijn, tijdens haar slaap. Overdag niet, daarvoor is ze te getraumatiseerd, gekweld door angsten door verhongering, instortingen, het opnieuw verliezen van een dierbare... Dit had niet mogen gebeuren. Waarom moest onze lieve heer juist Malia traumatiseren voor het leven? Zij heeft geen enkele zonde begaan, dat is iets waar ik zeker van ben. Ik kan hierdoor ook niet anders dan twijfelen aan de goede wil van onze lieve heer... Dat is iets wat mijn allerliefste heel erg afkeurt, maar ik weet het allemaal zo net nog niet.

    Ik strijk met mijn vingers over de zachte wang van mijn oudste dochter. Ze is nog zo zacht... Ik trek het laken waar ze onder ligt weer even recht en geef een kusje op haar voorhoofd. Eigenlijk wil ik terugkeren naar mijn bed, maar het gaat niet. Ik wil zeker zijn dat mijn kind in veiligheid is.
    De kleine neusvleugeltjes gaan in een vast ritme op en neer en haar lippen zijn gesloten. Geen geluidje te horen, behalve Malia's rustige ademhaling. Het constante ritme, zorgt juist voor een onrustig en instabiel gevoel in mijn maag. De tranen voel ik prikken achter mijn ogen, klaar om de buitenlucht te ontmoeten. Mijn hand trilt en ik schuif één van Malia's blonde lokken opzij. Daarop opent ze langzaam haar oogjes en kijkt ze me met haar grote blauwe ogen aan. "Mama, niet huilen. Ik hou van je." En ze valt weer als een blok in slaap.

    [Sorry voor deze monsterpost, maar ik zat er helemaal in~! :3]

    [ bericht aangepast op 24 juni 2014 - 12:41 ]


    Medb - Pronouced as [me-èv]

    Lily Mikaelson || Dorpsbewoner
    Als ik de winkel binnen stap word ik al snel begroet door een drietal jongens en ik begroet ze rustig terug. Niet veel later voel ik me bekeken maar ik negeer het, ik weet dat er iemand naast me staat maar het maakt me niet echt uit wie. Als ik niet bij mijn naam word begroet is het ook niet iemand die ik ken.
    De jongen die de bakkerij runt kijkt me aan waarna hij vraagt wat hij voor me kan doen en verontschuldigt zich voor zijn broertjes.
    Met een zachte grinnik kijk ik de jongen aan; "Geeft niet, ik ben het gewend in deze stad" lach ik naar hem.
    "Maar, eh, doe mij maar twee broden" vervolg ik dan rustig "Hoeveel gaat dat kosten?" Ik kijk hem vragend aan. Ik ga mijn munten nog niet pakken, ik weet dat als je laat zien dat je geld hebt en hoeveel dat al snel dat bedrag genoemd word wat je bij je hebt. Ik ben inmiddels slimmer dan dat en wacht rustig af tot het aantal munten genoemd word dat ik betalen moet.

    [ bericht aangepast op 24 juni 2014 - 20:51 ]


    Little do you know

    Jackson.-Assasin jongeren. Telekinese.

    Ik nam aan dat we bijna gingen eten, dus besloot ik zo langzamerhand naar beneden te gaan. Ik greep de tak onder me, die plotseling brak. Met een geschokte blik viel ik omlaag. De takken en bladeren sneden in mijn handen terwijl ik houvast zocht. Plotseling kreeg ik een tak te pakken en trok ik mezelf omhoog. Het had niet lang geduurd of ik was op de grond terecht gekomen. Ik keek naar mijn handen die onder de schrammen en krassen zaten. Gelukkig bloede het niet.
    Ik sprong het laatste stukje omlaag en belande goed en stevig op de grond.
    Ik liep het grottencomplex in en kwam al snel aan bij de eettafel. Raven zat er al en ik besloot naast haar te zitten.
    'Hoe ging het?' vroeg ik, in aanleiding naar haar krachten.


    "Rebellion's are build on hope"

    Helena Brynn Morales - Assassin - Vuursturen


    Brynn liep met een zucht terug naar het grottencomplex. Het vuursturen ging nog steeds walgelijk slecht, tot haar ongenoegen, waardoor ze stik chagrijnig was. Ze hoefde haar hang nog geeneens vooruit te steken of er ontstond een steekvlam, waar ze bijna haar broek mee had verbrand. Ze gromde chagrijnig en beende met een norse blik de eetzaal binnen. Niemand hoefde te weten dat ze ontzettend faalde met haar kracht. Ze keek even om zich heen of ze een bekende zag, maar tuurde kwaad naar de tafel toen dit niet het geval was.

    James Robert McMahon || Jonge Assasin || Watersturen




    Anya vroeg hoe het ging waarna Riley enthousiast antwoorde en ik knikte. Anya maakt toen snel gebruik van haar kracht en omhelsde Riley. Voor de grap trok hij zijn wenkbrauw op maar Anya leek dat niet grappig te vinden en liet hem meteen los. ''Prima, willen jullie iets gaan eten?'' mompelde Anya nadat Riley vroeg hoe het met haar ging. Beschaamd verstopte ze haar handen in haar mouwen die plotseling onzichtbaar waren geworden. ''Jij hebt je kracht goed onder controle'' lach ik. ''Kom we gaan wat eten, ik heb zo'n honger als een paard'' zegt Riley en hij wrijft over zijn dunne buik. ''Ik ook'' antwoord ik en ik sla mijn arm om Anya haar nek heen en loop met haar naar de eetzaal toe. Eigenlijk was Anya het zusje dat ik en Riley nooit hadden gehad, en daarom beschermden we haar goed.

    [ bericht aangepast op 24 juni 2014 - 16:38 ]


    ''Cause I've got a jet black heart and there's a hurricane underneath it.''