• Je kan op elk moment meedoen als je wil! Dit is geen sneltrein-rpg

    Het verhaal:
    Dit rpg speelt zich af begin 19e eeuw. Adel en niet-adel zijn verenigd in een koninkrijk. De adel wonen met een aantal bedienden in een groot kasteel. De laatste tijd heerst er veel onrust in het koninkrijk, er dreigt oorlog te ontstaan. Daarnaast ontdekken een aantal mensen van adel en een aantal van niet-adel dat ze beschikken over magische krachten. De adel krijgt een speciale school om hun magische krachten te ontwikkelen, zij zullen ten tijde van de oorlog zich nuttig kunnen maken. Maar hoe staan de rest van de mensen die geen krachten hebben tegenover deze magische krachten? En hoe gaan zij die niet naar de school kunnen met hun krachten om? En wat als er mensen zijn die misbruik maken van hun krachten? Er zijn twee kanten tijdens de oorlog: Straveli en Gravel. Dit zijn twee gebieden die al langer dreigen met oorlog naar elkaar toe. Als personages mogen er mythische wezens worden aangemaakt (als heksen, magiërs, elfen, vampiers etc.) maar ook de adel kan verschillende rollen hebben (prins, koning, etc.) Overigens: niet iedereen heeft dus een kracht.

    De rollen

    Mannen (8 / ..):

    -Van adel (1/ ..):
    -Jared, van adel: prins, duistere / zwarte magie [topic 1, pagina 2]

    -Niet van adel (7 / ..):
    -Misha, niet van adel, arts in opleiding (bij het ziekenhuis van het kasteel), beheersing van het element vuur [topic 1, pagina 1]
    -Mordecai, niet van adel: burger, kan mensen laten hallucineren en hypnotiseren [topic 1, pagina 3]
    -Lucio, niet van adel, leerlingjager, kan teleporteren [topic 1, pagina 4]
    -Zandro, niet van adel, kracht van verleiding [topic 1, pagina 5]
    -Byron, niet van adel, half elf / half mens, heeft geen kracht maar wel scherper zicht en snellere reflexen [topic 1, pagina 6]
    -Alvaro, niet van adel, warlock, heeft een helende kracht [topic 1, pagina 6]
    -Robert, niet van adel, kapitein van de Koninklijke macht, kan in een sneeuwpanter veranderen [topic 1, pagina 8]


    Vrouwen ( 6 / ..):

    -Van adel (2 / ..):
    -Meghan, van adel, dochter van de Koning ofwel prinses, tweede in lijn voor de troon, dingen laten exploderen [topic 1, pagina 1]
    -Callidora, van adel, 3e in de lijn van troon opvolgster, gedachten lezen [topic 1, pagina 3]

    -Niet van adel (4 / ..):
    -Myrra - dochter van de raadsheer van de koning, kan wind en tornado's maken [topic 1, pagina 2]
    -Shana, is officieel toezichthouder van de kelder van het kasteel, kan de toekomst zien [topic 1, pagina 2]
    -Skye, dochter van de leider van de Koninklijke wacht, kan in dieren en andere menselijke gedaantes veranderen [topic 1, pagina 3]
    -Sophia , niet van adel, mentor van Misha, telekinese [topic 1, pagina 4]

    [ bericht aangepast op 23 jan 2016 - 17:46 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    Zandro Darfin Dolgur

    Na het werk liep ik richting de stallen. Ik ging nog wat jagen en daarvoor had ik natuurlijk ook mijn paard voor nodig.
    'Zandro,' riep een bekende stem. Ik draaide me om en zag dat het meneer Smyths was. 'Goedenavond, meneer Smyths,' begroette ik de man.
    Smyths was van middelbare leeftijd. Op de een of andere manier had hij altijd een stoppelbaard, Smyths zei vaak dat het hem mannelijk maakte en dat ik ook een baard zou moeten laten staan. Nou, mij niet gezien, ik verzorgde me liever goed dan dat ik er uit zag als een zwerver. Niet dat Smyths er zo uit zag, maar de meeste mannen met baarden leken me types die zich nooit waste. Vooral bij de oudere mannen.
    Ik mijn pijl en boog altijd bij me, dus ik kon direct gaan jagen.
    Aangekomen bij de stallen, zette ik me eerst even neer op een van de strobalen. Met mijn hand veegde ik mijn laarzen schoon, die onder het zand en de aarde zaten. Die ongetwijfeld straks wel weer vies werden of beter gezegd viezer werden. Met dat geld dat ik bezat kon ik toch zo nieuwe kopen. En misschien dat ik ooit op een goeie dag ook wel een groter huis koop, maar voor nu was dat nog niet de planning. Nee, het huis dat ik had, was prima.
    Ik stond op, iets te snel en doordat ik in gedachte was, zag ik niet dat er iemand voorbij liep. Als een onbezonnen botste ik tegen de man op.
    Ik keek op en zag dat het de stalmeester was. Byron. Een jonge man die erg goed is met de paarden, dat vond ik echt. 'Hallo Byron,' groette ik hem.
    Voor de meeste leek het alsof hij dom was, maar ik wist wel beter. Ik kon zo zien dat hij best intelligent was, waarom zou hij dat eigenlijk verbergen?
    'Hoe is het?' vroeg ik. Ik zag hem vaak, vooral in de ochtenden wanneer ik ging jagen.

    [ bericht aangepast op 26 dec 2015 - 13:31 ]


    Have Courage And Be Kind ~ Cinderella

    Meghan Sallisilan

    Tegen mijn verwachting in hoor ik geen gemompeld excuus, maar de stem van Callie. Het is nou weer niet zo dat ik nu onmiddellijk spijt heb van mijn woorden en mijn toon, maar een licht schuldgevoel is er wel. Niemand zou me zomaar aanspreken met mijn voornaam, en me herkend hebben van zo'n afstand. Mijn houding verzacht iets, waarna ik onhoorbaar zucht. Ik twijfel nog even of het nu míjn buurt is voor een excuus, maar Callie vond de stilte blijkbaar al lang genoeg duren.
    'Hoe gaat het?' Haar stem klint een beetje aarzelend, alsof ze niet goed weet hoe ze moet beginnen. Ik denk ook eigenlijk niet dat ze daadwerkelijk een antwoord verwacht, dus blijf ik zwijgen. Haar stem is nog steeds rustig, opvallend genoeg.
    'Meghan, het spijt me dat ik gisteren zo te keer ging,' begint ze dan ook maar. Typisch zij weer, om als eerste te beginnen. Een klein, meewarig glimlachje vormt zich om mijn mond.
    'En dat meen ik, ik hou er niet van als we ruzie hebben, je bent mijn zus en ik begrijp ook heel goed waarom je zo reageerde, dat snap ik volkomen en hoe moeilijk ik het ook vind, ik geef toe dat ik koppig bezig was, het spijt me echt.' In één adem gooit ze dat laatste eruit. Ik kan een zachte, spottende lach niet onderdrukken. Ze kan het niet begrijpen, want ze weet het niet. Maar het is lief dat ze het probeert.
    'Ik moet sorry zeggen, Callie. Ik ging een beetje door het lint, geloof ik. Ik vergeet soms een beetje dat jij ook wel voor jezelf kan zorgen,' zeg ik dan maar, nu het toch echt mijn beurt is om iets te zeggen.
    'Je hebt het ze gevraagd, niet? De vampiers. Hoe ze je zagen?' Ik weet het antwoord eigenlijk al. Natuurlijk heeft ze het gevraagd. En natuurlijk heeft ze het gewenste antwoord terug gekregen. Ik zucht nog eens.
    'Callie-' Ik heb werkelijk geen idee hoe ik dit kan zeggen zonder dat we meteen weer ruzie krijgen. 'Het is alleen...' Alleen wat? Dodelijk gevaarlijk? Als ik dat zeg, heb ik zeker weten een probleem. Haar lieve vriendjes zouden haar nóóit iets aandoen. 'Onze familie en vampiers, dat loopt al eeuwen niet goed Callie, en dat weet je toch ook wel? Als het een keer fout gaat- Ik zeg als- je hebt geen idee waartoe ze in staat zijn. Natuurlijk, met je gave kan je snel de goede tussen de slechte uitpikken, maar daar zal je pas te laat achter komen. Ik wil gewoon voorkomen...' dat met jou hetzelfde gebeurt als met mij. Dat laatste zeg ik niet hardop, verberg het zelfs achter mijn dikke muur die ik tegen haar gave heb opgebouwd. 'Ik wil gewoon niet dat ze je pijn doen, Callidora,' zeg ik dan maar, terwijl ik met mijn hand over mijn nek wrijf. Te laat kom ik daarachter, waarna ik mijn hand laat vallen. 'Je bent mijn zusje, en ik wil je gewoon niet kwijt.'

    [ bericht aangepast op 26 dec 2015 - 14:00 ]


    Three words, large enough to tip the world. I remember you.

    Sophia Abbigail Baker

    Met een grote geeuw deed ik mijn ogen open en keek omhoog naar het plafon van mijn knusse huisje. Nog even nagenietend van de dag ervoor, het grote feest, bleef ik liggen in mijn comfortable bed. De zon scheen langs de gordijntjes heen en begon mij een beetje te irriteren, dus ik besloot maar op te staan en me klaar te maken voor de dag. Ik was van plan om een gedeelde van mijn groenten te oogsten en ermee naar de markt te gaan om zo wat extra geld te verdienen. Met een simpele jurk en een schort voor in de tuin ging ik voor de spiegel staan om een vlecht in mijn haren te doen. Buiten in mijn moestuintje pakte ik de grote mand die ik speciaal voor de markt had en begon de wortels uit de grond te trekken. Na een tiental wortels, aardappels en bieten geoogst te hebben ging ik naar de kruiden toe en plukte ik daar nog wat verschillende kruiden. De grote appelboom in mijn tuintje staat sinds kort dit jaar weer in bloei en de eerste appels zijn al rijp genoeg om geplukt te worden. Met een appel in mijn mond en een aantal toegevoegd aan de mand loop ik om mijn huis heen en ga op weg naar de markt.

    Eenmaal bij de markt aangekomen begin ik naar mijn vaste klanten te zoeken. Snel vind ik Marie, ze verkoopt zelf altijd wol en wil altijd de eerste keuze van mijn spullen hebben, hiervoor betaald ze dan ook heel goed. Na kort onderhandeld te hebben met Marie over ongeveer de helft van mijn mand inhoud loop ik door naar nog een paar andere vaste klanten en binnen 20 minuten is mijn mand dan ook leeg. In de verte zie ik de rug van iemand die erg lijkt op die van Misha maar ik kan dit niet met zekerheid zeggen. Snel loop ik die richting op, want ik moest hem nog wat vertellen.

    Callidora Sallisilan

    Ik bleef haar aankijken, wegkijken is niet iets wat ik snel deed. Tot mijn verbazing verzacht haar houding iets. Wat mij deed glimlachen.
    Wat zou haar antwoord zijn? Ik hoopte dat ze snel zou antwoordde. Maar Meghan bleef zwijgen. Dan moest ik het maar anders aanpakken.
    Ik richtte me op haar gedachtes ''Typisch zij weer, om als eerste te beginnen. Een klein, meewarig glimlachje vormt zich om mijn mond.'' hoorde ik haar denken. Ik wilde erop in gaan, maar kon haar eigenlijk geen ongelijk geven. Ook toen we klein waren ging het zo. Als we ruzie hadden, kwam ik altijd als eerste om het weer goed te maken. Ik glimlach opnieuw. En concentreer me dan weer opnieuw om er achter te komen wat ze nog meer dacht.
    ''Ze kan het niet begrijpen, want ze weet het niet. Maar het is lief dat ze het probeert.'' hoorde ik verder haar gedachten aan.
    'Meghan, wat ik bedoel met begrijpen is, dat ik begrijp dat je me wilt beschermen,' zei ik. Maar wacht? Wat weet ik niet?
    'Ik moet sorry zeggen, Callie. Ik ging een beetje door het lint, geloof ik. Ik vergeet soms een beetje dat jij ook wel voor jezelf kan zorgen,' zei ze plots.
    Dat kon ik inderdaad. Ik kon echt wel voor mezelf zorgen en anders zorgde ik wel voor hulp.
    'Je hebt het ze gevraagd, niet? De vampiers. Hoe ze je zagen?' vroeg Meghan. Ik knikte onschuldig.
    'Ja, ik heb het ze gevraagd, anders bleef ik er maar mee zitten,' zei ik. Waarom zou ik het ze niet vragen? Het waren mijn vrienden en ja het waren vampier en wat dan nog. De vampiers waar ik mee omging waren niet de vampiers die Meghan zou verwachten. 'Callie-' begon ze. Ik trok een wenkbrauw op.
    Oke, wat ze ook gaat zeggen, beantwoord rustig. Dat kon ik best en zij had ook het recht om haar zegje te doen.
    'Het is alleen...' Waarom maakte ze haar zin niet af? Ze kon het gewoon zeggen. Ik was koppig, maar bijten deed ik niet.
    'Onze familie en vampiers, dat loopt al eeuwen niet goed Callie, en dat weet je toch ook wel? Als het een keer fout gaat- Ik zeg als- je hebt geen idee waartoe ze in staat zijn. Natuurlijk, met je gave kan je snel de goede tussen de slechte uitpikken, maar daar zal je pas te laat achter komen. Ik wil gewoon voorkomen...' zei Meghan voorzichtig. Ik zuchtte. 'Ja, dat weet ik ook,' zei ik aarzelend. Ik probeerde de juiste woorden eruit te pikken om uitleg te geven.
    'Maar, je kent ze niet,' Ze kende ze gewoon niet, mijn vrienden waren anders dan andere vampiers. 'En dat geeft ook niet en ik ben me er van bewust dat het fout kan gaan en ik weet wel waar toe ze in staat zijn,' zei ik rustig. Het lukte erg goed, er was ook niets om boos over te worden. Totaal niet gewoon, we hadden nu gewoon een gesprek van zus tot zus. 'Maar, de vampiers waar ik mee bevriend zijn, zijn anders,' begon ik.
    'Ja, ze drinken bloed, dat is het enige wat ze gemeen hebben met andere vampiers, maar deze leven van dierenbloed,' zei ik.
    Ik stopte even om op adem te komen. 'Ik heb ook die andere vampiers mee gemaakt hoor en die waren echt anders dan mijn vrienden, maar mijn vrienden zijn gewoon vrienden die net als bij mensen een beetje sullig en als buitenbeentjes over kunnen komen, snap je,' zei ik en ik glimlachte bij die gedachte, ik was de enige die dat mocht zeggen over hen. 'Nou ja sullig, deze vrienden staan echt voor me klaar en beschermen me,' Ze beschermde me altijd.
    Dat hebben ze altijd al gedaan. 'Ik probeer gewoon uit te leggen, dat mijn vrienden anders zijn en dat ik weet van de vampiers die wel agressiever zijn,' zei ik.
    Ik hoopte dat ze het begreep. Of een deel daar van. 'En ik let zelf ook echt wel op hoor, buiten die vrienden ga ik verder niet om met andere vampiers,' Dat kwam ook omdat zij me dat verboden, ze vonden het te gevaarlijk voor mij. 'En er zit een kleine, voor mij dan reden achter waarom ik minder gevaar loop en minder bang ben, maar dat leg ik later uit, dat is niet iets dat ik nu zomaar kan vertellen,' zei ik. Een kleine hint kon geen kwaad. Dan had ik tenminste uitgelegd waarom ik geen gevaar loop bij hen. In een oogwenk zag ik dat Meghan met haar hand over haar hals wreef. Ik trok een wenkbrauw op. Het zou vast niets zijn.
    Ik probeerde haar gedachtes nog te lezen, maar ik kon er niets uithalen. Ik wist van de muur die ze had, zij was de enige waarbij ik die niet kon breken.
    Bij een ieder ander kon ik er zo doorheen breken, maar bij Meghan, nee. Zelfs niet als ik een denkbeeldige stormram gebruik. Ik gniffelde onhoorbaar bij die gedachte. Ik was benieuwd naar wat ze zou zeggen.


    Have Courage And Be Kind ~ Cinderella

    'Maar, je kent ze niet,' verdedigt Callie. Nee, blij toe. 'En dat geeft ook niet en ik ben me er van bewust dat het fout kan gaan en ik weet wel waar toe ze in staat zijn.' Ja, vast. Heb je het gezien Callie? Heb je gezien wat ze deden? 'Maar, de vampiers waar ik mee bevriend zijn, zijn anders,' Daar komt het. Nee hoor, dit zijn mijn lieve schattige huisdieren. Ze doen écht niemand kwaad, geloof je het zelf.
    'Ja, ze drinken bloed, dat is het enige wat ze gemeen hebben met andere vampiers, maar deze leven van dierenbloed.' Nog altijd zwijg ik, bang dat als ik daadwerkelijk mijn mond open doe, alle sarcastische opmerkingen er zonder stoppen uitrollen. Callie lijkt zich niet bewust van mijn inhoudelijke commentaar en gaat vol goede moed verder.'Ik heb ook die andere vampiers mee gemaakt hoor en die waren echt anders dan mijn vrienden, maar mijn vrienden zijn gewoon vrienden die net als bij mensen een beetje sullig en als buitenbeentjes over kunnen komen, snap je,' ze glimlacht terwijl ze dit zegt. Ik geloof best dat ze haar vrienden zijn, ik wil zelfs zo ver gaan dat ze plezier met ze kan hebben. Maar je kan ze niet vertrouwen. Je hebt ogen in je rug nodig. Ik besef ineens hoe negatief ik klink.
    'Nou ja sullig, deze vrienden staan echt voor me klaar en beschermen me,' Voor hoelang nog? 'Ik probeer gewoon uit te leggen, dat mijn vrienden anders zijn en dat ik weet van de vampiers die wel agressiever zijn,' zei ze. Dat was waar. Niet elke vampier waren zoals zij waren geweest. 'En ik let zelf ook echt wel op hoor, buiten die vrienden ga ik verder niet om met andere vampiers,' Gelukkig niet nee. 'En er zit een kleine, voor mij dan reden achter waarom ik minder gevaar loop en minder bang ben, maar dat leg ik later uit, dat is niet iets dat ik nu zomaar kan vertellen,' Kijk aan, onze kleine engel had nog meer geheimpjes? Nou, daar zou ik vast nog wel een keer achter komen, en trouwens je geheimen vertel je aan een vriend. Niet aan je zus. Het is ondertussen stil, en k bedenk me dat ik iets moet zeggen.
    'Waarschijnlijk heb je gelijk,' geef ik dan maar zuchtend toe. Ik wil niet niet meer verder over ruziën, in ieder geval is ze nu meer op haar hoede, en dat was ik niet geweest.
    'Hoe groot is jullie vriendengroep? Misschien kan je me een keer voorstellen, zodat ik zeker weet dat ze oke zijn,' plaag ik haar. 'Kom op, laten we eens terug gaan naar huis. Ik sterf van de honger.'


    Three words, large enough to tip the world. I remember you.

    Callidora Sallisilan

    Ik was benieuwd naar haar reactie, maar die kon ik ook zo wel bedenken. Ik denk dat mijn woorden weinig verschil maken over hoe zij denkt over vampiers.
    Dat neem ik haar ook niet kwalijk, maar ze kon toch wel moeite doen om mijn vrienden te begrijpen? Te begrijpen dat het mijn vrienden waren, te begrijpen dat deze mij echt niets zouden doen. Ik gniffelde zacht. Nou ja mijn vrienden niet nee, ik was me er serieus van bewust dat er vampiers waren die niet aardig waren.
    Voor de zoveelste keer las ik haar gedachte. ''Ik geloof best dat ze haar vrienden zijn, ik wil zelfs zo ver gaan dat ze plezier met ze kan hebben. Maar je kan ze niet vertrouwen. Je hebt ogen in je rug nodig. Ik besef ineens hoe negatief ik klink.'' Fijn dat ze het geloofde en misschien klonk dat laatste wel wat negatief maar het was wel waar, je had ogen in je rug nodig. ''Dat was waar. Niet elke vampier waren zoals zij waren geweest.'' Ging ze het nu eindelijk in zien? Ik ben al blij dat ze snapt dat niet elke vampier is zoals zij denkt dat ze zijn, tenminste mijn vrienden zijn eigenlijk een van de weinige vampiers die zo zijn. ''onze kleine engel had nog meer geheimpjes? Nou, daar zou ik vast nog wel een keer achter komen, en trouwens je geheimen vertel je aan een vriend. Niet aan je zus.'' Ik zuchtte. 'Ja geheimen vertel je misschien niet aan je zus, maar ik probeer je gewoon te laten weten dat ik minder gevaar loop dan jij denkt en dat geheim is niet echt een geheim waar ik zelf voor gekozen heb, maar daardoor had ik wel geweldige vrienden leren kennen,' zei ik.
    Misschien was het wat link om het er nu over te hebben, maar ik wilde gewoon dat ze het begreep, niets meer en niets minder.
    'Waarschijnlijk heb je gelijk,' gaf ze toch maar toe. Een lachje kwam tevoorschijn.
    'Hoe groot is jullie vriendengroep? Misschien kan je me een keer voorstellen, zodat ik zeker weet dat ze oke zijn,' plaagde ze me.
    Ik grinnikte. En stak plagend mijn tong naar haar uit. 'Hoe groot die is, je kan beter zeggen hoe klein,' grapte ik.
    'Onze groep bestaat uit drie meiden en twee jongen, niet erg groot dus, wat we ook niet erg vinden,' zei ik. Misschien kon ze inderdaad eens mee.
    'Misschien kan ik ze inderdaad eens voorstellen, dan kan ik bewijzen dat ze best oke zijn,' zei ik en knipoogde naar haar.
    Dit gesprek was fijn, we konden in alle stilte zonder spanningen met elkaar praten.
    'Kom op, laten we eens terug gaan naar huis. Ik sterf van de honger.' zei ze. Dat was misschien geen slecht plan en op dat moment begon mijn maag te knorren.
    Ik grijnsde. 'Goed idee,' zei ik lachend. Ik moest me ook nog eens douchen en schoone kleding aan doen en dat ging ook wel even duren.
    'Ik ben blij dat we hebben kunnen praten, hopelijk is het tussen ons weer een beetje goed?' vroeg ik.
    'En, zou je me een gunst willen verlenen, wil je dit alsjeblieft aan niemand vertellen?' vroeg ik. Ik hoopte echt dat ze dat zou doen, niemand mocht het weten.
    Anders kon ik ze misschien kwijt raken, dat is niet wat ik zou willen.

    [ bericht aangepast op 27 dec 2015 - 10:29 ]


    Have Courage And Be Kind ~ Cinderella

    Byron Figwitt Eldomir


    De training met de jongelingen was voorspoedig verlopen. Het viel soms niet mee aangezien je ze moet helpen een geheel onbekende wereld in te stappen en het was altijd weer fascinerend om te zien hoe groot sommige stappen opeens waren die zij zetten.
    Vandaag was ik bezig geweest met het bit bij de oudste, terwijl ik het bij de twee echt nog jonge veulens rustig aan deed met het zadeldek en een zak stro van een aantal kilo als een soort aanloop naar het nog wat zwaardere zadel.
    Nu stonden ze weer op stal, allemaal lekker op hun haver en in stukken gesneden appel te kauwen. Dit was altijd moment op de dag dat ik even pauze hield. Mijn handen schepten water uit de regenton en gooide dat in mijn gezicht ter verfrissing, al wist ik natuurlijk wel dat het mogelijk tot een verkoudheid kon lijden, wat het door mijn half ras toch niet zou gebeuren. Ik ben nog maar 1 keer in mijn gehele leven ziek geworden van een normale menselijke ziekte.
    Koorts daarentegen was een ander verhaal.
    Toen vader nog leefde vertelde hij me dat ik vooral in mijn jeugdjaren veel last had van hoofdpijnen en koorts. Hij wist ook niet waar het door zou kunnen komen, maar hij neemt de gok erop dat mijn half elf zintuigen zich toen begonnen te ontwikkelen en dat die in een soort conflict waren komen te liggen met mijn menselijke cellen.

    Mijn voeten brachten me weer buiten mijn hutje en met een boek geklemd onder mijn ene arm liep ik naar het midden van de stallen waar ik altijd een houten stoeltje had staan zodat ik in rust daar toch zo goed als alles in de gaten kon houden. Na de grote groep aan koninklijke jeugd waren er niet echt veel mensen in de stallen geweest, wat mij nu inderdaad lekker de rust gaf om wat te ontspannen voor ik weer hard aan het werk moest met de namiddag taken in en om het stallencomplex.
    Mijn ogen gleden even naar het boek dat ik meegenomen had. Het was een oude van mijn vader geweest, zijn favoriet in feite. Het was een politieke roman met genoeg elementen van geheimzinnigheid en verwondering om je elke pagina erbij te houden.
    Ik weet niet hoe vaak ik hem al wel niet heb gelezen, maar elke keer leek ik soms nog wel weer nieuwe dingen tegen te komen.
    Mijn gedachten waren zo diep verzonken bij het boek en de herinneringen die het opriep dat ik niet merkte dat er iemand tegen me aanbotste toen het ook daadwerkelijk gebeurde. Ik verzette eventjes een stap en klemde mijn vingers stevig om de kaft van het boek heen voor ik hem zou laten vallen.
    "Hallo Byron."
    Voor het eerst richtte ik mijn aandacht op diegene die tegen me aan was gebotst en ik herkende Zandro. Een vrijgevochten jonge gozer die hier af en toe wel eens kwam en die ik vaak 's ochtend hier wel langs zag lopen. "Hoe is het?"
    Ik glimlachte oprecht naar hem. "Het gaat z'n gangetje." Ik legde het boek op de stoel neer zodat ik het niet steeds vast hoefde te houden. "De paarden zijn mooi rustig vandaag, ondanks alle drukte van gisteren, met het gala." Vorig jaar was dat wel anders geweest. Een aantal paarden waren zo in paniek geraakt en het was er eentje zelfs gelukt om uit te breken. "Heb jij nog van het feest genoten?" Ik weet natuurlijk niet of hij een feestganger is of dat hij zich liever niet wilde mengen in al die poespas.


    Credendo Vides

    Meghan Sallisilan

    'Ja geheimen vertel je misschien niet aan je zus, maar ik probeer je gewoon te laten weten dat ik minder gevaar loop dan jij denkt en dat geheim is niet echt een geheim waar ik zelf voor gekozen heb, maar daardoor had ik wel geweldige vrienden leren kennen,' Zucht Callie. Bedankt voor de wake-up call. Niet meer denken waar je zusje bij is, Meghan. Volgens mij heb ik ondertussen het talent om cynisch tegen mezelf te zijn wel onder de knie.
    Als reactie op mijn eerdere vraag over het groepje vampiers, moet Callie hard lachen.
    'Hoe groot die is, je kan beter zeggen hoe klein,' grapte ze. Ik kan een kleine glimlach toch net niet onderdrukken.
    'Onze groep bestaat uit drie meiden en twee jongens, niet erg groot dus, wat we ook niet erg vinden,' zegt ze, waarna ze even bedenkend stil blijft. Wat haalt ze zich nu weer in haar hoofd? Soms zou het nog wel eens best heel handig zijn als ík in háár hoofd zou kunnen kijken.
    'Misschien kan ik ze inderdaad eens voorstellen, dan kan ik bewijzen dat ze best oke zijn.' Lachend kijkt ze me aan. Licht in paniek probeer ik bezwaren te bedenken, eerst en vooral omdat ik haar vrienden echt niet hoef te kennen en ten tweede omdat ik heel misschien ergens een beetje vampier vrees- of afkeer, daar was ik nog niet over uit- heb.
    Maar mijn hoofd kan nergens op komen, wat leidt tot een radar stilte, op verbaal en in mijn hoofd.
    'Ik ben blij dat we hebben kunnen praten, hopelijk is het tussen ons weer een beetje goed?' vraagt Callie, ergens lijkt ze toch nog een beetje onzeker. 'En, zou je me een gunst willen verlenen, wil je dit alsjeblieft aan niemand vertellen?' plakt ze erachteraan. Ik grinnik.
    'Jahoor, het is al goed. Denk ik. De ruzie is uitgepraat, maar we zijn echt nog niet klaar met deze kwestie.' Ai, dat kwam er verkeerd uit. Niet boos worden, Callie, ik ben ook echt niet boos!
    Ik duw zachtjes tegen de flanken van mijn rijdier, waarvan ik de naam niet eens weet, besef ik nu. O god, Jared zou me vermoorden als ik op een van zijn paarden heb gereden. Misschien moet ik de volgende keer iets meer aandacht besteden aan het naambordje op de staldeur, en op welke paarden Jared rijdt.

    [ bericht aangepast op 2 jan 2016 - 15:57 ]


    Three words, large enough to tip the world. I remember you.

    Callidora Sallisilan

    Er kwam geen woord uit haar mond. Misschien zat ze wel in gedachten, dan stond mij nu maar een ding te doen.
    ' Bedankt voor de wake-up call. Niet meer denken waar je zusje bij is, Meghan. Volgens mij heb ik ondertussen het talent om cynisch tegen mezelf te zijn wel onder de knie.'' Ik grinnikte zachtjes. Ik wist het niet zeker maar volgens mij kon ze een glimlach niet onderdrukken na mijn laatste zinnen.
    Het deed me goed haar te zien glimlachen, ze leek soms zo somber.
    ''waarna ze even bedenkend stil blijft. Wat haalt ze zich nu weer in haar hoofd? Soms zou het nog wel eens best heel handig zijn als ík in háár hoofd zou kunnen kijken.'' Ik lachte. Dat zou inderdaad handig zijn als Meghan dat ook kon, maar ik ben blij dat, dat niet het geval is.
    Alhoewel dan kon ik ook eens voelen hoe het was als iemand in mijn hoofd zat, maar ik had een goed excuus daarvoor. Ik kon er niets aan doen dat ik in iemands hoofd kon kijken, dat kwam nou eenmaal door mijn gaven. ''Licht in paniek probeer ik bezwaren te bedenken, eerst en vooral omdat ik haar vrienden echt niet hoef te kennen en ten tweede omdat ik heel misschien ergens een beetje vampier vrees- of afkeer, daar was ik nog niet over uit- heb.
    Maar mijn hoofd kan nergens op komen, wat leidt tot een radar stilte, op verbaal en in mijn hoofd.
    '' Ik glimlachte zacht.
    'Je hoeft niets van ze te vrezen, als je wilt kan ik Serena nog wel een keer uitnodigen? Dan komt ze gezellig een keer thee drinken,' zei ik. Maar besefte dat dat eigenlijk heel onlogisch klonk omdat ze natuurlijk een vampier was. 'Nou ja, thee drinken dat misschien niet, maar een beetje bij kletsen kan wel en dat hoefd dan niet heel lang te zijn, max een uurtje of korter?' zei ik. Een uurtje was lang zat en er was genoeg tijd om te kletsen, ik hoopte in ieder geval op een positief antwoord.
    Geheel onverwachts zei ze iets. 'Jahoor, het is al goed. Denk ik. De ruzie is uitgepraat, maar we zijn echt nog niet klaar met deze kwestie.' zei ze.
    Ik was blij en opgelucht dat de ruzie uitgepraat was en dat laatste begrijp ik wel. We waren zeker nog niet uitgepraat, dat wist ik zelf ook heel goed.
    ''Ai, dat kwam er verkeerd uit. Niet boos worden, Callie, ik ben ook echt niet boos!
    Ik duw zachtjes tegen de flanken van mijn rijdier, waarvan ik de naam niet eens weet, besef ik nu. O god, Jared zou me vermoorden als ik op een van zijn paarden heb gereden. Misschien moet ik de volgende keer iets meer aandacht besteden aan het naambordje op de staldeur, en op welke paarden Jared rijdt.
    'Ik ben niet boos, ik snap zelf ook dat we nog niet uitgepraat zijn, maar voor nu gaan we eerst lekker eten, ik rammel ook,' zei ik en op dat moment liet mijn buik van zich horen. Ik zag dat Meghan haar rijdier aanspoorde waarnaar ik haar voorbeeld volgde.


    Have Courage And Be Kind ~ Cinderella


    “FOR A LONG TIME
    I THOUGHT MAGIC WAS GOING TO SAVE ME
    BUT—— IT DROVE ME INSANE.

    A L V A R O      R U I Z

    Er miste iets. Hij kon zijn vinger er niet opleggen, het was alsof een gedeelte van hem ontbrak en hij zich verloren voelde.
          Een deel had met zijn verleden te maken en de kracht die hij niet meer wilde gebruiken, iets dat hij enkel als ongeluk aanzag. Als het daadwerkelijk een gave geweest zou moeten zijn, een geschenk, hoezo kon hij zijn moeder niet redden toen ze op sterven lag? Alvaro zag haar nog steeds voor zich, hoe ze zich sterk probeerde te houden maar langzaamaan aftakelde. Het was op zijn netvlies gebrand en vooral 's nachts kwamen die beelden tevoorschijn, of wanneer hij op de verpleegafdeling werkte.
    Dat was voornamelijk de reden geweest waarom hij niet meer op kwam dagen en zijn ontslag had genomen. Althans, dat was een lichtere versie ervan. De echte versie kwamen twee grote kerels bij kijken en de stoep, die hij plots van erg dichtbij had gezien. Iets over niet verantwoordelijk gedragen en drinken onder werktijd of zoiets.

    Met een diepe zucht klom hij het bed uit, gooide de dekens op een zielige manier over het matras heen, onder het mom van opmaken, en maakte zich vervolgens klaar. Veel deed hij niet meer aan zijn uiterlijk, hij waste en schoor zichzelf nog, alleen niet zo netjes meer als voorheen.
    Na wat langer leek dan het uiteindelijk was, stond de man klaar om te vertrekken. Vannacht was daadwerkelijk een hel geweest, wat afgetekend stond in en vooral onder zijn ogen. De zwarte schaduwen onder zijn ogen lieten eenieder weten wat voor een afschuwelijke nachtrust de afgelopen nachten had gehad. Of ze zouden denken dat hij zich opnieuw in een greppel had gezopen, waar hij hoorde. Hij wist wel wat de meeste dorpelingen over hem dachten, soms dacht hij het ook over zichzelf. Eerst had hij altijd al een hekel aan die troep gehad, nu zuipt hij het steeds vaker naar binnen. . . Misschien dat hij daarom enkele dagen geleden de spiegel in zijn kamer kapot had gegooid, hij wilde niet meer naar zichzelf kijken. Het was wel opeens een stuk lastiger geworden om zichzelf te scheren zo.
          Alvaro's ogen gleden over de donkerrode strepen over zijn knokkels en arm heen, hij had zichzelf toen flink pijn gedaan aan de scherven daarvan. De lange mouw van zijn donkere jas trok hij naar beneden, zodat hij niet al teveel aandacht trok hiermee en begaf zich naar buiten. De deur sloeg met een knal dicht. Het eerste wat hem opviel, was de frisgroene kleur van de bladeren en het gras, wat hem vroeger altijd wist te kalmeren. Toen zijn moeder nog leefde, zaten ze samen urenlang onder een boom en. . . Nee, hij brak zijn gedachten af, hij wilde niet meer aan het verleden denken. Alles had hem overgenomen en zo onderhand ademde de man nostalgische herinneringen.
    In zijn jaszak had hij een klein buideltje met muntstukken, om zijn boodschappen mee te doen en misschien wat extra's voor zichzelf te halen. Als dit klaar was, kon hij zijn tijd besteden aan het sporten, iets wat hij eveneens al een tijdje niet meer heeft gedaan.

    De stemmen hadden zijn aandacht getrokken, waarvan hij er zeker één wist te herkennen. Het liefst hield hij zichzelf uit zicht, maakte dat hij uit de voeten kwam en thuis terugkeerde, alleen. . . Stiekem miste hij het sociaal contact met de mensen en vooral van degenen die hij kende. Hoewel de man zich eenzaam voelde, liet hij dit aan niemand weten. Maar het vrat aan hem, elke dag ietsjes meer.
          Net op het moment dat hij tevoorschijn wilde komen om de personen te begroeten, knalde er iets of iemand tegen hem aan, wat maakte dat de tas met een plof op de grond viel. Haastig trachtte hij de verscheidene fruit- als zowel groentestukken op te rapen om deze terug in de tas te leggen. Wat een geweldig begin van de dag, kwam de sarcastische gedachte bij hem omhoog.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Zandro Darfin Dolgur

    Byron glimlachte naar me, ik kon zien dat het oprecht was. In zijn handen zag ik dat hij een boek vast hield, wat zou hij lezen?
    "Het gaat z'n gangetje." gaf hij als antwoord op mijn vraag. Hij legde het boek neer, dat hij zonet nog vast had.
    "De paarden zijn mooi rustig vandaag, ondanks alle drukte van gisteren, met het gala." zei hij als aanvulling. Ik grinnikte. Helaas had ik daar niet veel van meegekregen, ik hield nou eenmaal niet zo van dat soort feesten. Al helemaal niet als je netjes moest kleden. Ik wilde nou eenmaal aan kunnen, wat ik zelf wilde.
    Nee strak in pak was niets voor mij, ik vond zelfs dat het dan leek alsof ik gevangen zat. Gewoon een lekkere zittende broek en een blouse was prima.
    'Fijn dat de paarden rustig waren, ik weet nog goed dat het vorig jaar anders was,' zei ik. En lachte zachtjes. 'Nee, dat was geen pretje toen,' zei ik.
    Ik was er vorig jaar namelijk ook bij en die uitbreken vergeet ik ook nooit meer. Het was namelijk mijn eigen paard. Hij was toen het bos ingerend, uiteindelijk kregen we hem wel weer te pakken. Helaas wel met moeite, ook al is hij een trouwe vriend hij blijft een paard.
    "Heb jij nog van het feest genoten?" vroeg Byron ineens. Ik gniffelde. 'Nee, ik ben niet gegaan,' zei ik eerlijk.
    'Ik, hou wel van feestjes daar niet van, maar dat hoffelijk gedoe, nee daar blijf ik liever zover mogelijk uit de buurt,' zei ik. Ik kwam tot het besef dat, dat misschien bot klonk. Maar het was de waarheid en ik hield nou eenmaal van eerlijkheid. 'Wat voor boeken lees je eigenlijk?' vroeg ik. Ik was misschien wel meer van het jagen en avontuur. Maar een goed boek met een inspirerend verhaal op zijn tijd was voor de ontspanning wel fijn.


    Have Courage And Be Kind ~ Cinderella

    Jared Arcelia Sallisilan
          'Ik heb al een aardige tijd niet paardgereden, dus vind het wel best als je meegaat naar het bos.' Hij knikte en zette de vlecht in Aphrodite haar manen vast met een klein elastiekje. De emmer die onder haar neus stond was inmiddels leeg en de merrie begon langzaam haar geduld te verliezen. De doffe klap van iets dat viel weerklonk in de stallen en had dan ook direct het paard haar aandacht. Normaal gesproken was het rustig en kon hij haar los laten staan, maar zodra er iets gebeurde was haar aandacht als sneeuw voor de zon verdwenen. Hij kreeg dan ook niet te tijd haar vast te pakken, de merrie had zich al omgedraaid en was in een sukkeldrafje op het geluid afgelopen.
          'Stom beest.' Hij schoof de staldeur open en pakte een halster met touw van de haak ervoor. De pony's waren braaf in het gangpad blijven staan, voor de zekerheid zette hij de twee op stal voor hij naar buiten liep om zijn paard te gaan zoeken. Inmiddels was het licht buiten, een voor hem onbekende man was tegen iemand opgelopen die haar boodschappen had laten vallen. Terwijl ze het van de grond af raapte om opnieuw in de tas te stoppen, had Aphrodite haar neus er tussen gestoken om enkele appels en stukken fruit er tussenuit te halen, en niet omdat ze zo behulpzaam was te helpen
          'Eh, sorry.' Hij kwam naast het paard staan en haalde zijn arm onder haar hals langs, zodat de merrie haar hoofd wel op moest tillen en hij het halster snel om haar hoofd kon trekken. 'Mijn fout,' hij maakte de clip van het zwarte halster vast en klikte het halstertouw er aan voor extra grip.


    And I'm nothing. You've always said you want nothing.

    Misha Calligan
    Het paard wat hij vasthield leek enigszins onrustig te worden. Ongetwijfeld wilde hij weg, zijn energie gebruiken om buiten uit te razen. Misha hield hem stevig genoeg vast zodat deze er niet vandoor ging. Hij begon hem maar op te zadelen, voordat het beest het in zijn hoofd kon halen om een of andere streek uit te halen. Hij hoorde dat Aphrodite ook onrustig werd. 'Stom beest.' Hoorde hij Jared zeggen. Dat deed even een korte glimlach op zijn gezicht verschijnen.

    Jared liep naar buiten om zijn paard te zoeken. Hij bleef zijn paard opzadelen en toen hij daarmee klaar was merkte hij op dat er nog een andere gedaante in de buurt was. Zijn nieuwsgierigheid zorgde ervoor dat hij erop af liep, om te zien wat er aan de hand was. Een man had blijkbaar zijn boodschappen laten vallen en Aphrodite leek geen kans onbenut te laten om hiervan te profiteren. Misha besloot om maar even mee te helpen om de man, die hem bekend voorkwam, zijn boodschappen terug te geven. ‘Hier’ zei hij terwijl hij wat aangaf en weer opstond om de man recht in zijn gezicht te kijken. Hij herkende hem weer direct, het was Alvaro, een oud-arts die hij altijd bewonderd had. De man had operaties gedaan als geen ander maar bovenal kon hij helen, een ontzettend handig iets voor een arts. Zelf had hij maar al te graag zijn gave daarvoor willen inwisselen, want wie wilde nou dingen in de fik zetten terwijl hij ook honderden mensen zou kunnen helpen? Hij was enigszins geschrokken bij het zien van zijn gezicht, want wat zag de beste man er slecht uit. Zelfs dan, merkte hij stiekem en voordat hij er erg in had op, zag hij er knap uit.

    Maar die wallen onder zijn ogen waren toch wel enigszins zorgwekkend. ‘Gaat het?’ flapte hij er dan ook uit, voordat hij de woorden terug kon nemen. Het was waarschijnlijk wel duidelijk dat hij niet doelde op of hij al zijn boodschappen wel heelhuids had teruggekregen, maar op of het ging met hem. In zijn ogen was een vriendelijke sprankeling te zien. Het was goed bedoeld.
    ‘Je ziet eruit alsof je wel een borrel kunt gebruiken. Wat dacht je er van om vanavond naar het Midnight café te gaan?’ Ook deze woorden waren eruit voordat hij er erg in had. Het was waarschijnlijk een combinatie van dat hij gewoon sociaal was van zichzelf en dat hij ergens medelijden had met de man. Maar ergens was het ook gewoon dat hij hem wel interessant leek.

    Jezus. Hij wist niet wat er aan de hand was. Had hij niet gewoon zijn mond kunnen houden en de arme man met rust kunnen laten? Bovendien zou het goed kunnen zijn dat hij hem helemaal niet herkent. Hij kon al helemaal door de grond zakken toen hij zich besefte dat, als hij het zich goed herinneren, de man was gestopt met arts zijn omdat hij te veel dronk. Hij besloot maar geen antwoord af te wachten, dat zou het al helemaal erger maken. Hij liep richting de paarden. ‘Zullen we gaan?’ vroeg hij aan Jared, terwijl hij al aanstalten maakten om op het paard te gaan zitten.


    Aan niets denken is ook denken.

    Kilgrave > R2D2


    United we stand, divided we fall.


    “FOR A LONG TIME
    I THOUGHT MAGIC WAS GOING TO SAVE ME
    BUT—— IT DROVE ME INSANE.

    A L V A R O      R U I Z

    De zonnestralen hadden mooi door het bladerdek van de bomen heen geschenen, meerdere goudgele lichtbundels streelden de hazelnootbruine aarde bij zijn voeten. Het was een gebaar — klein weliswaar, maar hij keek een gegeven paard niet in de bek —, dat vandaag anders zou worden. Voor even geloofde hij erin, hij aanvaarde het teken om de dag zo goed mogelijk te beginnen.
    Niet minder dan een uur later had hij door iets of iemand al zijn boodschappen laten vallen en om het gezelliger te maken, vrat een paard zíjn voedsel op. Alle vloekwoorden in de wereld waren niet genoeg voor dit ene moment, dat kon hij je wel vertellen. Enkele malen duwde hij het beest weg om het duidelijk te maken niet meer in zijn buurt of dat van het eten te komen. De man kreeg zo langzamerhand het idee dat hij vanochtend beter niet zijn bed uit had moeten komen. Haastig greep hij al het voedsel dat in zijn directe omgeving lag op, zodat dat stomme beest het niet meer te pakken zou krijgen. Net op het moment dat hij op het punt had gestaan wat minder lief uit de hoek te komen, kwam er iemand aanlopen.
          'Eh, sorry.' In no-time had hij het verachtelijke schepsel bij hem vandaan gehaald en kon Alvaro weer enigszins ademhalen. 'Mijn fout.'
          Alvaro bedacht zich dat hij vast een nieuw soort tic moest hebben ontwikkeld, want terwijl hij aankeek hoe de man het paard behandelde, kroop z'n mondhoek iets omhoog wat zijn neus deed rimpelen. Op een nogal misprijzende manier. Toen hij zich hier bewust van was, wendde hij zijn gezicht van hen af, enkel om vervolgens te bemerken dat nog iemand naar hem toe was begeven. Deze jongeman hielp hem met de stukken die op de grond verspreid waren, welke hij dankbaar aanpakte. Althans, hij deed moeite om het op een dankbare glimlach te laten lijken. Hoogstwaarschijnlijk zag het er niet uit en was het precies te zien hoe slecht hij wel niet was in sociaal contact. Of glimlachen in dat geval.
          'Gaat het?' Die o-zo oogverblindende glimlach verdween als sneeuw voor de zon. Bijtende opmerking? Grapje maken? Negeren? Het was een beledig. De sprankeling in zijn ogen liet hem weten dat het goed bedoeld was, alleen had hij daar absoluut geen zin in. Vooral niet zodra hij het lef had de volgende woorden uit te spatten: 'Je ziet eruit alsof je wel een borrel kunt gebruiken. Wat dacht je er van om vanavond naar het Midnight café te gaan?'
    De spieren in zijn kaak spannen aan en rusten weer, om dit meermaals achtereen te vertonen. Met korte, ruwe handelingen stopte hij zonder wat te zeggen de laatste paar fruitstukken in de achterlijke zak, klopte zijn kleding af en maakte klaar om rechtsomkeert naar huis te gaan. Desalniettemin bleef hij, zodra hij klaar was met het afkloppen van zijn kleding stokstijf stilstaan. Met een zo'n ijskoude blik dat het leek alsof de winter hier wel kon gaan kamperen, doordrong hij zijn hazelbruine poelen in de kijkers van Misha. Ergens in een hoekje van zijn geweten, herkende hij hem. Het ene moment dat hij dacht het vast te pakken, glipte het weer uit zijn handen.
          'Besteed die goede bedoelingen maar aan iemand die daar wel om vraagt,' wees hij hem onbarmhartig af, zijn lage stem zo mogelijk nog zwaarder. 'Ik heb deze onzin niet nodig.'
    Er klonk een honend gesnuif vanuit zijn richting. Had hij de verhalen in het dorp niet over hem gehoord? Wilde hij hem voor schut zetten zodat hij weer uit de kroeg gegooid kon worden? Alvaro werd immers niet meer toegelaten in het Midnight café, net zoals in zowat elk ander café. . . De toegang werd hem verboden. Maar, mocht de man ervan weten, wilde hij hem dan aan een verslaving helpen? Alvaro had het idee dat hij momenteel niet dieper in de put kon zitten met wat er allemaal bezig was in zijn leven.
          'Houd je bij je eigen leven voortaan,' gromde hij, 'verdoe je tijd lekker met paardje rijden.' De zak die hij zowat had fijn geknepen, liet hij wat losser, al zagen zijn knokkels nog wit aan. Zonder verdere aandacht te besteden begon hij weg te stampen, in een nog slechtere bui dan voorheen.

    [ bericht aangepast op 18 jan 2016 - 23:44 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.