• In het begin der tijden waren er drie heksen, die de Aarde creëerden en ervoor zorgden dat de ontwikkeling van de nieuwe planeet vlekkeloos verliep. De drie heksen, Ara, Cri en Tira, zijn uiterst tevreden en schenken de Aarde bewoners die ervoor zorgen dat de planeet intact blijft.
    Helaas is de mensheid egoïstisch en bezit het vele nare eigenschappen. De heksen besluiten om de mensen te straffen door nieuwe rassen te creëren:
    - De aartsengelen, zij zijn gedoemd tot eeuwig ronddwalen en voor altijd jeugdig te blijven
    - De vampieren, gedoemd om nooit meer het daglicht te aanschouwen en bloeddorst te krijgen
    - De weerwolven, die bij iedere volle maan zich zullen ontpoppen als ware monsters
    - De heksen, die eigenlijk zijn gecreëerd om de mens in de hand te houden. Echter, als zij te veel kracht gebruiken, zullen zij zeer snel verouderen en overlijden

    "De drie heksen zijn absoluut niet tevreden met het verloop van de aarde. Er vinden veel rampen plaats en dat is allemaal hun werk. Langzaamaan willen zij de mensheid uitroeien, totdat alleen de goeden overblijven. Aan het einde van de 21e eeuw willen zij iedereen uitgeroeid hebben die foutieve motieven hebben en alleen maar egoïstisch zijn geweest ten opzichte van Moeder Aarde. Ook de Laatste Rassen merken de vreemde rampen op en besluiten hun krachten te bundelen om de mensen te beschermen en de heksen op een ander idee te brengen. De Aarde is in lichterlaaie..."


    ____________________________________________________________________________________________

    Hallo lieve Leute,

    Ik wil graag een RPG opstarten en hiervoor mogen jullie een rol invullen. ZIE DIT TOPIC VOOR MEER INFORMATIE!

    Lijst van de personages!

    Aartsengelen
    - Diana Rose Beckett --> Gipsy
    - Amorelia Emerahlis Sinque --> Leave
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over)

    Weerwolven
    - Cheveyo Acaraho --> 5TYLE5
    - Miles Elliot Sullivan --> Assassin
    - Dana Fauve Argent --> Everdeen
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over)

    Heksen
    - Aubree Aconit --> Aislinn
    - Errin Hyder --> Vegangirl
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over)

    Vampieren
    - Vito Cirino Cicotelli --> Shooter
    - Hertogin Emmeline Gladys Knight --> Assassin
    - Katerina Elisabeth Windsor --> Barnabas
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over

    Let op! Je kunt niet zomaar een rol in deze RPG bemachtigen. Ik heb mensen nodig die serieus zijn en geen one-rules mensen zijn. Niet snel afhaken aub, anders moet het hele verhaal weer omgegooid worden! Er zal eerst een selectieronde komen, dus doe je best en laat je je van je beste kant zien!

    REGELS:
    - Geen ONE-RULES!
    - Als er iemand dood wil gaan, meldt diegene dat bij mij!
    - Relaties worden alleen gevormd als ik daarvoor toestemming geef.
    - Geen off-topic gedoe, daar open ik een speciaal topic voor!
    - 16+ mág, maar alleen als het bescheiden geschreven is, ik wil geen dikke porno hier.
    - Snelle afhakers -> hoef ik niet.
    - Ik bepaal hoe de verhaallijn gaat, ik wil geen mensen die opeens de held gaan uithangen
    - Ik zal de drie heksen representeren, daar hoef ik dus geen rollen meer voor!
    - Inspringen mag, maar doe dit zo discreet mogelijk en sein mij even via PB.
    - Verdere vragen mogen gesteld worden per PB.



    De drie heksen


    Let the games begin!




    Het verhaal speelt zich af in 2012 en we gaan gewoon mooi mee met de kalender.

    Je kunt je nog steeds aanmelden! Eén pb naar mij en je kunt er zo bij springen! (:

    Hier is het Rollentopic! Enjoy!

    [ bericht aangepast op 6 jan 2013 - 17:28 ]


    "Well, well. Look who we've got here!"

    Cheveyo Mato Acaraho | Weerwolf
    "Wacht," zei het meisje uit het niks en Cheveyo hield automatisch op met lopen. Ze zette het vat neer en liep om de auto heen waar ze haar handtas uitnam. Oh nee, geen geld.
    "Hier," zei ze opgewekt en overhandigde Cheveyo een aantal briefjes. "Ik denk dat het zo wel genoeg is. Als vergoeding." Maar Cheveyo wilde het geld niet aannemen en gaf het haar terug.
    "Bedankt, maar ik kan het niet aannemen," zei Cheveyo en glimlachte. "Ik wíl het niet aannemen," verbeterde hij zichzelf daarna. "Beloof me gewoon dat je wanneer de tijd daar is net hetzelfde zal doen voor een complete vreemdeling als ik voor jou heb gedaan."
    Cheveyo stopte haar het geld toe en stak zijn hand vervolgens naar haar uit.
    "Het was héél fijn kennis te maken. Mijn naam is Cheveyo trouwens." Vervolgens stak hij zijn hand in zijn broekzak en liep achteruit terug naar de auto. "Ik hoop dat je op je bestemming geraakt."

    |Sorry dat-ie niet zo lang is. :/ |


    kindness is never a burden.

    Ik schrijf vanavond even een reactie, sorry dat het zo lang duurde.


    Your make-up is terrible

    Diana Rose Beckett

    Ik wist mezelf even geen houding te geven wanneer hij het geld weigerde, het was niet bepaald een reactie die ik had verwacht.
    "Beloof me gewoon dat je wanneer de tijd daar is net hetzelfde zal doen voor een complete vreemdeling als ik voor jou heb gedaan."
    Voor een tweede keer wist ik mezelf geen houding te geven, dus knikte ik voorzichtig.
    Mijn vingers omsloten het geld dat hij me zonet had teruggeven en een beetje verward keek ik er naar.
    Het was eigenlijk nooit in me opgekomen dat ik misschien wel iemand zou tegenkomen die net hetzelfde probleem zou hebben als ik.
    Maar ergens had hij wel gelijk, ik kon maar beter hulp bieden, ik was tenslotte een aartsengel en daar kon ik niet onder uit.
    "Het was héél fijn kennis te maken. Mijn naam is Cheveyo trouwens." Ik hem recht in zijn ogen aan en keek toe hoe hij achteruit naar zijn auto liep. "Ik hoop dat je op je bestemming geraakt."
    Ik knipperde enkele keren snel met mijn ogen wanneer ik besefte dat het best een dom zicht was.
    Er was nog niets uit mijn mond gekomen als reactie, wat hij eventueel wel als belediging zou kunnen opvatten.
    Maar ik dacht niet echt dat hij het als een belediging zag.
    "Beckett," Zei ik op een redelijk snel, maar verbeterde me nog sneller. "Diana Beckett."
    Mijn middelste naam liet ik bewust achterwegen, dat zou vreemd zijn om de volledige naam in mijn mond te nemen.
    Ergens schaamde ik me een beetje, ik was het typische meisje waaraan je merkte dat ze het niet gewend was om sociaal contact met iemand te maken.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Miles Elliot Sullivan

    "Gaat je niets aan," bromt ze in nogal zachtjes, ik heb de ijzige blik en haar gebalde vuisten helemaal gemist. Zoals ik al zei, ben ik vreselijk in dit soort dingen herkennen, deze menselijke reacties. "Sorry." excuseert ze zich dan, met een overslaande stem. Hierdoor kijk ik even naar haar en zie ik dat ze op haar lip bijt, waardoor ik onhandig mijn schouders ophaal. "Geeft niet. Ik wist het niet..." murmel ik en ik weet niet precies of het nou een excuses van mijn eigen kant moet voorstellen of niet.
    Als we buiten zijn, gooi ik het snel op een ander onderwerp, voor de zekerheid. Ik hou niet zo van ongemakkelijke situaties en ik ben bang dat ik het nu zeer ongemakkelijk gemaakt heb. Ze zucht even en kijkt me glimlachend aan, waardoor ik haar een nerveuze glimlach terug schenk. Haar blik dwaalt af naar iets anders en slaat ineens links af, waardoor ik bijna rechtdoor loop. Gelukkig weet ik haar nog net op tijd te volgen.
    "Ik heb geen contact meer met mijn ouders, sinds, eh," hakkelt ze dan ineens, na een stilte. Voor mij komt het nogal plotseling omdat ik dacht dat het verboden terrein was, iets waar ik maar beter niet over kon praten tegen haar. "Sinds toen, puur uit voorzorg vermijd ik ze. Eén dode is genoeg." Ik knik begrijpend, omdat ik door heb wat ze bedoeld. Ik weet niet wat ik er op moet zeggen dus hou ik verstandig mijn mond, tot ze sleutels pakt en een deur open maakt.
    "We zijn er." zegt ze en ik glimlach even, waarna ik de deur vasthoud om haar zo voor te laten gaan. Ik heb nog we iets mee gekregen over hoe je vrouwen moet behandelen, maar meestal kan ik het niet eens in de praktijk brengen. "Leuk gebouw." murmel ik maar, ook al vind ik het een beetje mistroostig aandoen. Typisch gemaakt voor studenten dus.
    "Dana, niet om het één of ander..." bedenk ik me dan hard op. "Maar - eh, ik neem aan dat mensen ons hier niet kunnen zien en geruchten kunnen gaan verspreiden?" vraag ik dan twijfelend, niet zeker of zoiets iemand zal kwetsen of niet. Ik bedoel het toch alleen maar goed.


    Your make-up is terrible

    Dana Argent
    Ik vraag me af of hij mijn woorden ergens snapt, of het wel tot hem doordringt dat ik niet zomaar iemand gedood heb, maar familie. Een familielid, zonder dat mijn ouders er ook maar iets van af weten. Niet weten waarom ik van de ene op de andere dag vertrokken ben en enkel een briefje heb achtergelaten en nu nog steeds elke kerst een kaartje stuur waarin ik schrijf dat ze zich vooral geen zorgen moeten maken en ik druk bezig ben met mijn studie, een misplaatste belofte maak dat ik de volgende kerst thuis zal zijn. Een belofte die ik al sinds mijn achttiende niet meer nakom, het jaar dat ik vertrok. Nu al bijna vijf jaar geleden.
    "Leuk gebouw." Grinnikend kijk ik meneer Sullivan dan aan en kijk nog even omhoog voordat ik voor hem naar binnenloop, ietwat verbaasd dat hij me voorlaat. Ik weet dat hij het niet meent, niemand meent het en je zult het ook nooit uit mijn mond horen komen dat ik dit een geweldig mooi gebouw vindt. Het is praktisch, het is woonruimte en daar gaat het om. Veel interesseert het me niet hoe het eruit ziet, al zag het er vanaf buiten uit alsof het ieder moment kon instorten. Liever een dak boven mijn hoofd dan helemaal geen.
    "Ja, echt een paleisje." antwoord ik sarcastisch terug en rol met mijn ogen. De lift sla ik over, zoals gewoonlijk, puur uit voorzorg. Ik weet dat dit niet een al te beste buurt is en ik heb wel vaker gehoord over junkies die erin worden aangetroffen of dat de lift voor de zoveelste keer het niet doet onderweg en dat is iets wat ik al helemaal niet wil. Al helemaal niet met een leraar in de lift.
    Vandaar dat ik vrijwel automatisch naar het trappenhuis toeloop en de deur daar open.
    "Dana, niet om het één of ander..." Ik draai om als hij mijn naam roept, het is niet iets dat ik gewend ben. Normaal is het het gewoonlijke 'juffrouw Argent', of enkel 'Argent', maar nooit Dana. Een twijfeling weerklinkt in zijn stem, vragend kijk ik hem aan en zet mijn voet al op één van de traptreden.
    "Maar - eh, ik neem aan dat mensen ons hier niet kunnen zien en geruchten kunnen gaan verspreiden?" Bedenkelijk kijk ik hem aan en schud dan mijn hoofd. Natuurlijk zegt hij dit puur uit voorzorg voor er roddels door de leslokalen gaan en er een aantal geruchten over de campus glijden.
    "Nee, absoluut niet." zeg ik dan zeker, "de meesten hebben nog les en buiten dat weten ze dat ze met mij geen spelletjes moeten spelen." Dat zeker niet. Ik heb al meerdere malen ruzie gehad met een paar huisgenoten en zij weten maar al te goed dat een roddel over mij geen goed einde voor hen is.
    "En bovendien, als dit alles klaar is en we weer terug zijn, vertrek ik uit Connecticut. Ik ben hier lang genoeg geweest." Een nogal impulsieve keuze moet ik zelf eerlijk toegeven. Het is de eerste keer dat er zoiets in me hoofd dringt en na dit gezegd te hebben loop ik stilletjes door naar boven.
    Niemand komen we tegen en eenmaal we vier trappen gelopen hebben draai ik het slot van mijn deur open, blijf verbaast kijken naar de vloer waar een pakketje ligt en pak deze op, een tikkeltje verontwaardigd loop ik mijn kamer in. Wordt verwelkomd door de bordeauxrode muur met mijn bedbank er tegenaan, de houten salontafel die er iets voor staat en een kleine kerstboom in de hoek van de tafel. De eettafel staat vol met boeken en terwijl ik normaal ernstige haast heb om deze aan de kant te schuiven, laat ik ze liggen, wetend dat ik niets te verbergen heb.
    De beker met chocolademelk plant ik op de salontafel, gooi de huissleutels ernaast en plant de doos op de grond waarna ik doorloop naar het kleine aanrecht om een schaar te pakken.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Miles Elliot Sullivan

    Grinnikend kijkt ze mij dan aan en kijkt nog even omhoog voordat ze voor me naar binnen loopt, volgens mij vind ze het wel grappig dat ik dit een leuk gebouw noem. Nou ja, ik heb het tenminste niet mooi genoemd want dan was het echt een overstatement geweest. Het is vreselijk, maar het heeft toch wel iets... al kan ik niet vinden wat het nou precies is. Ach, dat het bijna op instorten lijkt te staan zal ook wel niet van de binnenkant zeggen, zeker niet van haar kamer.
    "Ja, echt een paleisje." antwoord ze sarcastisch terug en rolt met haar ogen. Echt een trekje van de jeugd van tegenwoordig geloof ik. Ik heb dat eigenlijk nooit ech gedaan, zeker niet naar iemand die ouder was dan ik. Ik wil eigenlijk automatisch richting de ligt lopen, maar Dana loopt al naar het trappenhuis. Wat twijfelend volg ik haar, er zal vast wel iets mis zijn met de lift. Nou, er is altijd wel wat mis met liften. Wij hebben er twee in het gebouw waar ik woon, maar er zal er altijd één zijn die het niet doet of waar iets mis mee is. Word de één gemaakt, doet de ander het weer niet, altijd wat.
    Ze draait zich om als ik haar naam roep. Ze kijkt me vragend aan en zet haar voet al op één van de traptreden. Hierdoor ga ik verder met de vraag stellen. Ze kijk me wat bedenkelijk aan en schud dan met haar hoofd. Dat zijn twee opluchtingen tegelijk, ze lijkt niet beledigt te zijn en ze schud met haar hoofd wat er op duid dat het niet zal gebeuren. Ik wil mijn baan nog niet kwijt eigenlijk, want zo snel kom ik niet meer aan de bak met mijn vak.
    "Nee, absoluut niet." zegt ze dan zeker, de extra bevestiging die ik wel kan gebruiken. "De meesten hebben nog les en buiten dat weten ze dat ze met mij geen spelletjes moeten spelen." Ik knik wat aarzelend, nog niet zeker hoe ik dat eigenlijk op moet vatten. Ik hoop maar niet dat haar 'wolvenkant' doorschemert in haar menselijke kant. Bij mij in ieder geval niet, of je merkt het amper, want als wolf ben ik toch een enorm watje.
    "En bovendien, als dit alles klaar is en we weer terug zijn, vertrek ik uit Connecticut. Ik ben hier lang genoeg geweest." Na dit gezegt te hebben loopt ze stilletjes naar boven en volg ik haar, nadat ik een korte en verbaasde, misschien wat teleurgestelde 'o' heb laten horen. Eigenlijk had ik daar niet op gehoopt, al weet ik niet waarop dan wel. Het is fijn om iemand tegen te komen die hetzelfde heeft, maar ik heb er verder geen verwachtingen van. Toch ben ik teleurgesteld dat ze weer weg gaat en ik dan weer alleen zal zijn daar in. Toch zal ik haar niet proberen over te halen.
    Niemand komen we tegen en eenmaal we vier trappen gelopen hebben draait ze het slot van haar deur open, blijft ze stil staan en kijkt ze naar de vloer waar een pakketje ligt en pakt deze op. De warmte van het huisje komt me gelijk tegemoet, wat ik fijn vind. Het eerste wat ik zie is een bordeauxrode muur met een bedbank er tegenaan, een houten salontafel die er iets voor staat en een kleine kerstboom in de hoek van de tafel. Nou, zij heeft er wel één dus. Het doet wel wat gezellig, maar toch eenzaam aan dat boompje. De eettafel staat vol met boeken die ik even bekijk. Vooral boeken die op de lijst staan van mijn vak, maar ook boeken die veel verder gaan. Ik herken enkele oude kaften, die zullen wel uit de bieb komen gok ik. Aan sommige zijn heel erg moeilijk te komen.
    De beker met chocolademelk plant ze op de salontafel, gooit de huissleutels ernaast en plant de doos op de grond waarna ze doorloop naar het kleine aanrecht. Ik kijk wat onhandig om me heen, zet mijn koffie ook op het tafeltje neer, samen met de zak met eten die ik mee heb, al lijkt het me onbeleeft om nu te gaan zitten eten en ik voel me toch wat misselijk. Ik kijk wat om me heen, niet wetend wat ik nou moet doen. Ik rits mijn jas maar los, maar doe die nog niet uit. Moet ik hier zitten, of ergens anders? Ik voel me altijd wat ongemakkelijk bij iemand anders thuis.
    "Je hebt een kerstboom." merk ik nutteloos hard op op en ik buig wat naar voren om het kleine ding even te bekijken. "Misschien moet ik er ook maar eens één aanschaffen, zo'n miniatuur." mompel ik wat meer in mezelf, al heb ik waarschijnlijk toch geen zin om hem op te ruimen en daarna weer te pakken. Ik ga weer recht staat en haal wat onbeholpen mijn hand door mijn haar heen, waarop ik het toch maar waag om mijn jas uit te doen en op de slaapbank te gaan zitten, met de jas over mijn knieën heen gevouwen.


    Your make-up is terrible

    Dana Argent
    Al snel vind ik een schaar in de lade en ga dan gefrustreerd in de keukenkastjes zoeken als me iets te binnen schiet. Het is al maanden geleden dat ik het kleine potje te voorschijn gehaald heb, maar uiteindelijk vind ik het ver achterin één van de keukenkastjes achter een oude pot met chocopasta. Gedroogde monnikskap, gekregen van die vampier. Ik ril even als ik terugdenk aan die dag en besef me dan dat ik het veel vaker heb opgehaald dan normaal, soms schiet het me wel eens te binnen tijdens volle maan, maar daar blijft het bij. Nu heb ik er al meerdere malen aan gedacht vandaag en ben ik opeens heel dankbaar dat ik deze man ontmoet heb, want zonder hem had ik dit spul niet gehad. Nou ja, misschien wel, maar niet van hem in ieder geval.
    "Je hebt een kerstboom." merkt meneer Sullivan dan op. Verbaasd kijk ik om naar het kleine boompje en knik dan. Erg bijzonder ziet het er niet uit, te klein om er echte kerstballen in te doen dus heb ik het op een miniatuur versie gehouden, alles in het klein. Dan bekijk ik hem even, zie hoe hij zich ongemakkelijk op de bank geplaatst heeft met het eten voor op de salontafel. De schaar en het potje laat ik hierdoor op het aanrecht liggen en loop naar de eettafel om daar wat spullen op te ruimen. De boeken plant ik snel in de boekenkast en klap de laptop dicht.
    "Misschien moet ik er ook maar eens één aanschaffen, zo'n miniatuur." Hoor ik hem dan zachtjes zeggen, nauwelijks verstaanbaar.
    "Ach, kerst is toch al bijna voorbij, wat maakt het uit? Eigenlijk is het gewoon hartstikke commercieel." zeg ik glimlachend, ietwat om hem te troosten dat er heus wel meer mensen zijn die niet aan kerst doen.
    "Heb je een bord nodig?" vraag ik dan en wijs naar zijn eten. Ik loop terug naar het aanrecht, pak de schaar en het potje en zet deze neer op de tafel. Hierna grijp ik naar de doos, trek mijn jas uit en hang deze over de kapstok heen die achter de voordeur staat verstopt. Voorzichtig neem ik een nipje van de chocolademelk en merk dat hij al een stuk meer afgekoeld is dan eerst en de smaak van chocolade mijn mond vult. Héérlijk.
    Hierna doe ik de moeite om de doos open te maken en tot mijn volle verbazing er kleren in vind, trainingskleren wel te verstaan met een klein briefje.
    "Hoort bij de betreffende brief," mompel ik binnensmonds en haal het zijdezachte vest eruit. Vol ongeloof staar ik ernaar als het ook nog is mijn maat blijkt te zijn, maar besef me dan dat ik hier niet alleen ben en leg het even weg. We kunnen daar zo nog wel naar kijken.
    Ik kijk nog even naar het potje, tik er met mijn vingernagel op en draai de dop hierna open. Ik weet het effect, de brandende blaren op de blote huid die je ervan krijgt bij aanraking.
    "Kijk eens," zeg ik dan en til het potje op, draai het iets rond. "Wolfsbane, of monnikskap, hoe je het ook maar wilt noemen."


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Miles Elliot Sullivan

    Dana is duidelijk in haar keuken aan het rommelen en ik houd mijn blik maar wijs afzijdig. Ik hou er niet van om te kijken wat mensen zoal allemaal uitvoeren, net zoals dat ik niet wil dat ze naar mij staren of opletten wat ik doe, want dan mislukt werkelijk alles wat ik probeer, al is het alleen maar lopen omdat ik dan plots enorm zelfbewust ben. Normaal gaat dat wel over na je puberteit, maar bij mij uiteraard niet. Net zoals mijn onvermogen om normale gesprekken te voeren met vrouwen en sociale contacten met hen te onderhouden.
    Als ik wat opmerk over haar kerstboom, kijkt ze wat verbaasd om in mijn richting en knikt ze, waardoor ik mezelf een beetje betrapt voel op dat ik haar spullen aan het bekijken ben. Hierna zet ze wat spullen op het aanrecht en begint ze dingen van de eettafel op te ruimen, zoals de boeken die ze in de boekenkast zet, de laptop die ze zich klapt. Hierna begin ik wat in mezelf te mompelen over die kerstboom. Het lijkt me niet al te veel werk, maar helpt het wel? Straks voel ik me alleen maar eenzamer met zo'n ding.
    "Ach, kerst is toch al bijna voorbij, wat maakt het uit? Eigenlijk is het gewoon hartstikke commercieel." zegt ze glimlachend, iets wat lichtelijk troostend klinkt. ik schrik half op uit mijn gedachten en kijk haar vluchtig aan. "Oh eh, daar heb je wel gelijk in." murmel ik als antwoord. "Ja, dat is ook helemaal zo. En er is toch niemand die er naar omkijkt." vervolg ik mezelf dan.
    "Heb je een bord nodig?" vraagt ze dan en ze wijst naar mijn eten waardoor mijn blik daar ook heen glijd, maar ik schud mijn hoofd al. "Nee, bedankt. Ik eet het later wel op, ik heb geen honger meer, geloof ik." bij die woorden zucht ik eventjes. Dana loopt terug naar het aanrecht, pakt daar wat op en ik volg haar bewegingen als ze het op de tafel neerzet. Hierna grijpt ze naar de doos, trekt haar jas uit en hangt deze over de kapstok heen die achter de voordeur staat verstopt. Oh, daar had mijn jas eigenlijk heen gemoeten.
    "Hoort bij de betreffende brief," mompelt ze binnensmonds wat ik nog maar net opvang als ze de doos met wat moeite open heeft gemaakt. Nu is mijn nieuwsgierigheid wel gewekt en richt ik me wat beter op haar waardoor ik het vest zie dat ze eruit haalt. Ze lijkt er wat ongelovig naar te kijken en het duurt even voor ze het terug legt. Hierna word mijn aandacht alweer naar het volgende getrokken, het potje waar ze met haar vingernagel op tikt. Ik sta op als ze het potje opendraait en loop er heen.
    "Kijk eens," zegt ze dan en tilt het potje op, draait het iets rond. "Wolfsbane, of monnikskap, hoe je het ook maar wilt noemen." Het wekt gelijk mijn fascinatie en mijn blik word er gewoon naar toe gezogen. Ik kijk met de grootste nieuwsgierigheid in het potje, gewekt door mijn intelligentie en mijn baan als professor. Wetenschappelijke nieuwsgierigheid, noemen ze het ook wel.
    "Wauw." zeg ik dan bijna ademloos en mijn mondhoeken krullen op een verlegen manier omhoog. "Heb je... het al eens uitgeprobeert?" vraag ik dan, omdat het alleen zien niet geheel mijn nieuwsgierigheid bevredigt. "Hoe werkt het precies, hielp het?" ga ik gewoon verder.


    Your make-up is terrible

    Cheveyo Mato Acaraho | Weerwolf
    Cheveyo moest glimlachen wanneer de vrouw enkel knikte. Haar handen namen het geld vast en even wierp ze er een verwarde blik op. Ze keek terug op toen Cheveyo zich voorstelde en knipperde even met haar ogen waarna ze zich herstelde en zich ook voorstelde;
    "Beckett. Diana Beckett."
    Cheveyo grijnsde en opende de portier van zijn auto. "Aangenaam Diana. Mooie naam trouwens." Hij salueerde naar haar en draaide zich toen om zodat hij in de auto kon stappen. Cheveyo draaide de sleutel weer om in het contact en de auto kwam brullend tot levend.
    "Wel mevrouw Beckett, Diana Beckett," zei Cheveyo geamuseerd. "Ik hoop van harte dat u op uw bestemming geraakt en ik wens u veel geluk met uw auto." Cheveyo trok zijn shirt wat recht en voelde dan de zweetplek onder zin oksels. Het was ook zo warm in de auto. Hij keek terug op naar de horizon en zag daar dat de zon al onder aan het gaan was. Cheveyo zou beter snel zijn mocht hij de bergen willen bereiken voor het duister was. Even bedacht hij zich dat Diana misschien geen plek had om te slapen maar ze zou normaal de volgende stad kunnen bereiken voor de zon helemaal onder was. Daar waren er hotels en motels. Cheveyo glimlachte voor een laatste keer naar Diana en schakelde dan waarna de auto sloom op gang kwam.


    kindness is never a burden.

    Dana Argent
    Ik merk hoe meneer Sullivan opstaat wanneer ik het potje voor mijn eigen ogen houd, zijn nieuwsgierigheid op deze manier wek. Want één ding weet ik zeker na vandaag. Hij mag dan wel veel over de theorie weten, in de praktijk te zien, lijkt hij nog een groentje. Zelf weet ik dan ook niet overal en alles een antwoord op, maar het feit dat ik wolfsbane in huis heb, lijkt dus al bijzonder. Iets wat ik eigenlijk best apart vind, als je goed zoekt, zal je het immers gewoon in weiden kunnen vinden. Niet dat ik daar de moeite voor gedaan heb, maar alsnog. Misschien dat als ik het niet in huis zou hebben, ik het wel zou hebben gezocht, gewoon om te zien wat voor effect het heeft. Nu weet ik dat al, iets wat ik aan de ene kant spijtig vind. Een niet al te prettige ervaring moet ik eerlijk toegeven.
    Tot mijn geluk is het spul gedroogd en gemalen, niet meer in de vorm van een bloem, want dat zou mijn idee laten doen verdwijnen en misschien, heel misschien, moet ik nu toegeven dat ik de vampier van destijds nog best dankbaar ben dat hij me dit goedje nog meegegeven heeft.
    "Wauw." Hoor ik meneer Sullivan zeggen. Wanneer ik hem aankijk zie ik een kleine, speelse glimlach op zijn gezicht staan. Door de bril die erbij op zijn hoofd staat, ziet hij er nog best jong uit, zo onschuldig als wat.
    "Heb je... het al eens uitgeprobeert?" vraagt hij dan benieuwd. Ik houd me nog even stil, bijna zeker wetend dat er nog iets achter zal komen, meer vragen. Net zoals toen ik begon over mijn avonturen in New York.
    "Hoe werkt het precies, hielp het?" En inderdaad, ik heb nog gelijk ook. Een zelfingenomen lach komt er op mijn gezicht te staan. Hij lijkt ook totaal niet verlegen om dit alles te vragen, zo ontzettend ongeduldig.
    Ik neem een diepe hap adem en stroop mijn mouwen automatisch omhoog. Het feit alleen al dat ik dit in mijn hoofd haal is verschrikkelijk dom. Ik heb mezelf immers belooft dat ik dit goedje nooit meer zal gaan gebruiken, maar beloftes zijn er om gebroken te worden. Ietwat onschuldig pak ik het potje beet, open mijn losse hand en kijk naar mijn lege handpalm voordat ik iets van de paarsgekleurde stof erin laat glijden. Vrijwel direct voel ik het zijn werk doen en bijt hard op mijn onderlip, voel de brandende pijn tegemoet komen wanneer de stof mijn tere huid aanraakt en er langzaam blaasjes ontstaan voordat ik gehaast naar de prullenbak loop om het van mijn hand te kloppen en mijn hand te af te spoelen met ijskoud water.
    "Het werkt nog ja," zeg ik uiteindelijk glimlacht, knipper een aantal keren met mijn ogen om de tranen te laten verdwijnen en wrijf deze weg.
    "Tijdens de transformatie heb je er minder last van, voornamelijk in wolfvorm, dan ben je hooguit voor een seconde of vijf afgeleid." zeg ik en knik dan nog eens bevestigend als het allemaal te boven komt. Ik had nog dagen last van brandblaren in mijn nek doordat die verdomde vampier het in mijn gezicht gegooid had.
    "Je kan het ook mengen met water, er een soort thee van maken, heb ooit ergens gezien dat als je het drinkt je sneller door de transformatie gaat of het zelfs kan uitstellen, maar dat is de grootste onzin." geef ik toe. Ja, ik ben misschien ietwat naïef en heb het inderdaad nog eens uitgeprobeerd, tot mijn teleurstelling zorgde het alleen voor een paar dagen liggen op mijn bed en niets anders dan ijs eten en ijskoud water.

    [ bericht aangepast op 20 dec 2012 - 16:12 ]


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Ayane Shizuka Hio, Aartsengel.
    ‘Nee, nog niet,’ antwoordde de vrouwe met de rode haren na een korte stilte. Ik had het maar vaagjes door, omdat ik nog bezig was het schattige bolletje te aaien, welke waarschijnlijk zo met de vrouw mee zou gaan. Zij aaide het katje ook en een nadenkende blik straalde door in haar ogen, waardoor ik even wazig mijn lippen om liet krullen.
          ‘Ik weet zeker dat je een leuke naam kunt verzinnen voor dit schatje,’ vertelde ik haar, mijn blik weer op het katje die ze aan het aaien was, terwijl ik er al mee opgehouden was. De zak met voer voor Kitty had ik al op de toonbank bij de kassa gezet, terwijl ik probeerde te kijken waar de eigenaresse bleef van het dierenwinkeltje. Ik had haar al wel begroet, maar ze zou vast achter bezig zijn met bepaalde dingen die ze nog moest doen. Het was altijd een grappig aanzien hoe ze aan kwam rennen als er een nieuwe klant in de winkel was en ik toekeek naar het tafereel.
          Abrupt werden mijn gedachten onderbroken door de eigenaresse die met haar armen vol benodigdheden de winkel terug in kwam. Ondanks dat ik haar had willen helpen en al aanstalten maakte, zette ze precies op dat moment alles op de toonbank en ging ik al glimlachend recht staan, aangezien het niet meer nodig was.
          ‘Sorry, kennen wij elkaar niet ergens van? Je komt me zó ontzettend bekend voor!’ Fronsend liet ik mijn blik van de wat oudere vrouw die achter de kassa stond naar de roodharige vrouw naast me. Een enkele keer knipperde ik met mijn lichtbruin gekleurde ogen en wreef nadenkend met mijn slanke wijsvinger over mijn rozige lippen. Zo bekeek ik haar even peilend en ik moest mijn hersens kraken om erachter te komen, hoewel ze me inderdaad wat bekend voor kwam. Mijn vinger kon ik er maar niet opleggen, waardoor het me uitermate frustreerde – en dit ook duidelijk aan mijn gezichtsuitdrukking te zien was.
          ‘Waarvan zouden wij elkaar kunnen kennen dan?’ Vroeg ik en ondanks dat ik het niet wantrouwig wilde laten klinken, klonk er een licht spoortje doorheen. Behalve dat was er ook nog een nieuwsgierige toon in te horen, want dat was ik. Nu was ik erg nieuwsgierig geworden naar haar, en niet alleen omdat het me bijna boos maakte dat ik haar überhaupt wel ergens van herkende.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Miles Elliot Sullivan

    Ze neemt een diepe hap adem en stroopt haar mouwen omhoog waardoor ik verbaasd en afwachtend naar haar blijf kijken. Ik heb geen idee wat ze van plan is en kan het eigenlijk ook niet raden. Ik laat mijn blik over haar armen glijden, maar daar valt verder niets te zien, dus dat is het in ieder geval niet. Hierna pakt ze het potje beet, opent ze haar losse hand en kijkt naar haar lege handpalm voordat ze iets van de paarsgekleurde stof erin laat glijden. Ik hap geschokt naar adem, dat verwachte ik pas het allerminst. Toch kan ik alleen maar verstijft stil blijven staan en toekijken hoe er langzaam blaasjes ontstaan op haar hand, voordat ze gehaast naar de prullenbak loopt om het van haar hand te kloppen en haar hand te af te spoelen met ijskoud water.
    "Het werkt nog ja." zegt ze uiteindelijk met een glimlach, waarna ze een aantal keren met haar ogen knippert om de tranen te laten verdwijnen en wrijft deze weg. Dat lijkt me echt heel pijnlijk.
    "Duidelijk," mompel ik wat verlegen als antwoord, omdat het lijkt alsof zij nu pijn heeft door mijn nieuwsgierigheid. "Je hoefde echt geen demonstratie te geven." Hierna pak ik haar gehavende hand vast en bekijk ik het resultaat, om te zien of het niet te erg is. Er bevinden zich vooral kleine blaasjes op haar handpalm en ik laat haar hand snel weer los.
    "Tijdens de transformatie heb je er minder last van, voornamelijk in wolfvorm, dan ben je hooguit voor een seconde of vijf afgeleid." zegt ze en knikt dan nog eens bevestigend. "Je kan het ook mengen met water, er een soort thee van maken, heb ooit ergens gezien dat als je het drinkt je sneller door de transformatie gaat of het zelfs kan uitstellen, maar dat is de grootste onzin." geeft ze toe en ik sper mijn ogen voor een moment open op deze bekentenis, waardoor ik even vergeet dat ik deze theorieën inderdaad al bestudeerd heb.
    "Dat soort dingen zou je niet eens uit moeten proberen, Dana." zeg ik tegen haar, maar het klinkt niet afkeurend, eerder bezorgd.
    Eerlijk gezegd was ik zelf ook bijna van plan om dit soort dingen uit te proberen, maar ik heb het niet gedaan en ben ergens wel blij dat het ook niet meer hoef. Mijn nieuwsgierigheid is dan ook op slag verdwenen als ik zie hoeveel pijn het lijkt te doen bij haar, is dat nou echt een goede methode, of niet? Er veranderd niet echt iets door en uiteindelijk zit je zelf op de blaren, letterlijk. Misschien dat het voor die ene nacht wel zou werken, over een paar dagen...
    "Ik zal het met de volle maan gebruiken, zodat ik ervoor kan zorgen dat de taak die ons is opgelegd volbracht kan worden, de druppel bloed." offer ik mezelf dan op en hoewel ik dapper probeer te klinken, trilt mijn stem toch iets. Naar mijn mening heeft Dana wel genoeg van dat soort dingen gedaan en hoeft ze dat niet nog eens, terwijl ik, megagroentje, dat soort dingen nog nooit meegemaakt heb en me best op wil offeren daarvoor. Dit is toch de enige keer waarvan ik kan zeggen dat ik het voor een goed doel zal doen.


    Your make-up is terrible

    Dana Argent
    "Duidelijk,"Een klein glimlachje komt er op mijn gezicht te staan. Ik zie aan zijn gezicht hoe verbaast hij is en kan hem geen ongelijk geven. Het was niet het allerbeste plan dat ik vandaag heb uitgevoerd.
    "Je hoefde echt geen demonstratie te geven." zegt hij dan uiteindelijk, iets aan de late kant. Als hij dit nou eens eerder had gezegd, natuurlijk is het wel mijn eigen schuld en testen moest er toch nog komen. Stel je voor dat het niet meer zijn effect zou hebben en we het zullen uit proberen tijdens volle maan. Dat zou een ramp zijn. Wie weet wat voor ongelukken er dan gebeuren.
    Ik kijk van schrik op als hij mijn hand beetpakt, voel de tinteling van het branden na suizen in mijn vingertoppen. Ik geef mezelf even de tijd om hem goed te kunnen bekijken nu hij toch op andere dingen gefocust is en haal mijn schouders op.
    "We moesten het uiteindelijk toch testen. Het maakt niets uit, ik kan wel tegen een stootje." glimlach ik opzettelijk, in de hoop dat hij zich erover heen zet en span mijn vingers aan als hij mijn hand uiteindelijk heeft losgelaten. Het zal zo wel wegtrekken.
    "Dat soort dingen zou je niet eens uit moeten proberen, Dana." zegt hij nadat ik het over de soort thee heb gehad. Het verbaasd me eigenlijk, misschien door de ietwat bezorgde ondertoon in zijn stem. Natuurlijk moet ik het wel proberen. Als er ergens een uitweg voor lijkt te zijn, voor de dingen die ik haat, ga ik dat aan. Kosten wat het kost.
    "En toch doe ik het." zeg ik met fronsende wenkbrauwen en laat me neerzakken op de eetstoel, uitnodigend kijk ik naar de lege tegenover me en wrijf over mijn handpalm heen. Een domme zet, absoluut.
    "Ik zal het met de volle maan gebruiken, zodat ik ervoor kan zorgen dat de taak die ons is opgelegd volbracht kan worden, de druppel bloed." Dit zorgt er alleen maar voor dat er in mijn voorhoofd nog een diepere frons komt te staan. Dit is niet iets dat ik verwacht, dat zeker niet. Ik moet toegeven. Ik vind meneer Sullivan er nou niet bepaald uitzien als een moedig man, het type dat tegen veel bloed kan.
    "Bedankt, maar ik denk niet dat dat gaat werken," zeg ik uiteindelijk een tikkeltje pessimistisch. Ik raap mijn tas van de grond af en rommel er wat in, haal de brief weer tevoorschijn. "We hebben allebei een brief gekregen waarin staat dat we bloed moeten offeren. Ons bloed. Ik denk gewoon niet dat het nut heeft als slechts één van ons het doet." En dat is hetgeen waar ik me het meest zorg om maak. Dat ik me niet in zal kunnen houden en ik al getransformeerd ben in het beest waar ik zo'n vreselijke hekel aan heb, voordat we ook maar op dat verdomde trainingseiland zijn aangekomen.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Miles Elliot Sullivan

    "We moesten het uiteindelijk toch testen. Het maakt niets uit, ik kan wel tegen een stootje." glimlacht ze als ik op kijk naar haar gezicht. Ik schud wat tegendraads maar nutteloos met mijn hoofd, aangezien het toch al gebeurd is en murmel ondertussen iets over dat er vast wel een andere, minder pijnlijke manier zou zijn om daar achter te komen zonder dat zij pijn zou hebben.
    "En toch doe ik het." zegt ze met fronsende wenkbrauwen nadat ik zeg dat ze het niet zou moeten uitproberen, waarna ze zich laat neerzakken op de eetstoel. Als zij een blik op de andere stoel werpt, kijk ik daar ook naar. Al snel besef ik dat ze wilt dat ik ook wil zitten en zet ik een halve pas achteruit om me ook daar op die stoel te laten zallen. De zitting verrast me een beetje omdat hij iets lager is dan ik had verwacht, waarna ik een comfortabele houding probeer te zoeken. De beste zou zijn me met mijn gezicht op de tafel en slapend, maar dat is nu helaas geen optie.
    Hierna verklaar ik zo moedig mogelijk dat ik het gevaar zal trotseren en voor de druppel bloed zal zorgen. Ik denk dat mijn vader dit bedoelde met 'wat vrouwen met je hoofd doen' want normaal zou ik dit niet eens overwegen. Mijn woorden zorgen alleen maar voor een diepere frons in het voorhoofd van Dana.
    "Bedankt, maar ik denk niet dat dat gaat werken." zegt ze uiteindelijk en ik schud opnieuw mijn hoofd omdat ze niet zo negatief moet denken. Ze raapt haar tas van de grond af en rommelt er wat in, haalt de brief weer tevoorschijn. Ik bekijk het papier met toegeknepen ogen. "We hebben allebei een brief gekregen waarin staat dat we bloed moeten offeren. Ons bloed. Ik denk gewoon niet dat het nut heeft als slechts één van ons het doet." Daar heeft ze dan wel gelijk in en ik zucht zacht.
    "Nou, dan zit er nog maar één ding op als je dit echt wilt." zeg ik dan uiteindelijk nadat ik mijn blik wat ontwijkend door de kamer had laten gaan omdat ik het eigenlijk niet wilde zeggen. Al snel besefte ik dat het onbeleefd was om dat te doen dus richtte ik me op Dana en sprak ik de woorden uit. "Ik doe het in ieder geval want ik laat je niet alleen gaan." Misschien probeer ik wel gewoon iets van die moedigheid te behouden al weet ik wel dat het een verloren zaak is. Ik ben nou eenmaal niet moedig en ik zal nog een omvallen van angst.
    Ik laat me iets dieper weg zakken in de stoel waardoor ik er een beetje suf en onderuit gezakt bij zit. "Waarom moeten ze het ons zo moeilijk maken als ze willen dat we komen. Of willen ze het soms niet eens echt?" vraag ik dan, meer aan mezelf dan aan Dana, waarna ik haar in een helder moment aan kijk. "Stel nou dat ze ons wel moeten vragen maar het liever niet willen, want wij zijn toch allemaal maar krachtig als het volle maan is, één keer per maand!" breng ik wat verwonderd uit, waarbij een deel van mijn overdreven onzekerheid opspeelt.


    Your make-up is terrible

    Dana Argent
    Ik zie hem met zijn hoofd schudden wanneer mijn negatieve woorden door de kamer echoën. Toch zeg ik niets, kijk stilletjes naar mijn handen en friemel wat aan mijn nagels.
    "Nou, dan zit er nog maar één ding op als je dit echt wilt." Ik kijk op wanneer hij dit zegt en kijk hem vragend aan, niet wetend waar hij op doelt. Een verwilderde haarpluk blaas ik uit mijn gezichtsveld weg en neem een slok van de al bijna koude chocolademelk. Tik met mijn vingers op de rand van de plastic beker. Ik merk hoe hij zijn blik door de kamer laat glijden, snap niet waarom hij dit doet, omdat ik het oogcontact in dit soort gesprekken toch wel belangrijk vindt, om te weten of iemand ook echt de waarheid spreekt - of hij niet liegt. Ik ben er al zo vaak ingetrapt en ergens zal het me niet verwonderen als het gauw weer eraan zat te komen. Een glimlach komt er op mijn gezicht te staan als onze ogen elkaar weer ontmoeten.
    "Ik doe het in ieder geval want ik laat je niet alleen gaan." Hij verheft zijn stem een beetje en ergens zorgt dit voor een enorme opluchting, alsof er een hele last van mijn schouders afvalt. Het zijn niet de eerste woorden die me kalmeren, maar vooral de laatste die een stuk overtuigender klinken dan eerst en voor de eerste keer sinds lange tijd, voelt het alsof ik er niet alleen voor sta.
    Ik mime dan ook iets in de trend wat op 'dankjewel' moet lijken, maar weet niet of hij het eruit zal ontcijferen, houdt me verder stil omdat ik dit wel een geschikt moment vindt om na te denken over oplossingen, opkomende ideeën.
    Bemoedigend kijk ik meneer Sullivan aan als hij wat onderuit in zijn stoel zakt, ik volg zijn voorbeeld en sla mijn armen over elkaar, kijk kort nog naar de brandblaasjes en vraag me af of ik er misschien een verband omheen moet leggen, maar iets houdt me tegen. Misschien omdat ik te lui ben, of dat ik wil zien hoe snel het geneest.
    "Waarom moeten ze het ons zo moeilijk maken als ze willen dat we komen. Of willen ze het soms niet eens echt?" Ik frons mijn wenkbrauwen als ik zijn woorden opneem en ergens klinkt het niet eens zo heel raar, best logisch zelfs.
    "Je weet wat ze zeggen hè, 'Survival of the Fittest'." onderbreek ik zijn woorden en grinnik zachtjes. Ik ook altijd met mijn domme slecht geplaatste opmerkingen.
    "Stel nou dat ze ons wel moeten vragen maar het liever niet willen, want wij zijn toch allemaal maar krachtig als het volle maan is, één keer per maand!" vervolgt hij dan zijn woorden, maar dit is iets waar ik het absoluut niet mee eens ben. Ik weet dat ik sinds dat ik weerwolf geworden ben, mijn temperament een stuk heviger is geworden en ik mijn emoties een stuk minder goed kan beheersen, met name als het om woede gaat.
    "Denk eens logisch na," zeg ik dan ietwat bot en kijk hem verontschuldigend aan, "Als we alleen maar krachtig met volle maan zouden zijn en onszelf niet eens onder controle kunnen hebben op dat moment. Waarom zouden ze ons daar willen hebben?" vraag ik aan hem, misschien zit ik helemaal fout, maar dat kan me eigenlijk vrij weinig schelen op dit moment.
    "Er is iets wat wij hebben, dat zij willen." merk ik dan op.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.