• In het begin der tijden waren er drie heksen, die de Aarde creëerden en ervoor zorgden dat de ontwikkeling van de nieuwe planeet vlekkeloos verliep. De drie heksen, Ara, Cri en Tira, zijn uiterst tevreden en schenken de Aarde bewoners die ervoor zorgen dat de planeet intact blijft.
    Helaas is de mensheid egoïstisch en bezit het vele nare eigenschappen. De heksen besluiten om de mensen te straffen door nieuwe rassen te creëren:
    - De aartsengelen, zij zijn gedoemd tot eeuwig ronddwalen en voor altijd jeugdig te blijven
    - De vampieren, gedoemd om nooit meer het daglicht te aanschouwen en bloeddorst te krijgen
    - De weerwolven, die bij iedere volle maan zich zullen ontpoppen als ware monsters
    - De heksen, die eigenlijk zijn gecreëerd om de mens in de hand te houden. Echter, als zij te veel kracht gebruiken, zullen zij zeer snel verouderen en overlijden

    "De drie heksen zijn absoluut niet tevreden met het verloop van de aarde. Er vinden veel rampen plaats en dat is allemaal hun werk. Langzaamaan willen zij de mensheid uitroeien, totdat alleen de goeden overblijven. Aan het einde van de 21e eeuw willen zij iedereen uitgeroeid hebben die foutieve motieven hebben en alleen maar egoïstisch zijn geweest ten opzichte van Moeder Aarde. Ook de Laatste Rassen merken de vreemde rampen op en besluiten hun krachten te bundelen om de mensen te beschermen en de heksen op een ander idee te brengen. De Aarde is in lichterlaaie..."


    ____________________________________________________________________________________________

    Hallo lieve Leute,

    Ik wil graag een RPG opstarten en hiervoor mogen jullie een rol invullen. ZIE DIT TOPIC VOOR MEER INFORMATIE!

    Lijst van de personages!

    Aartsengelen
    - Diana Rose Beckett --> Gipsy
    - Amorelia Emerahlis Sinque --> Leave
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over)

    Weerwolven
    - Cheveyo Acaraho --> 5TYLE5
    - Miles Elliot Sullivan --> Assassin
    - Dana Fauve Argent --> Everdeen
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over)

    Heksen
    - Aubree Aconit --> Aislinn
    - Errin Hyder --> Vegangirl
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over)

    Vampieren
    - Vito Cirino Cicotelli --> Shooter
    - Hertogin Emmeline Gladys Knight --> Assassin
    - Katerina Elisabeth Windsor --> Barnabas
    - (Nog plek over)
    - (Nog plek over

    Let op! Je kunt niet zomaar een rol in deze RPG bemachtigen. Ik heb mensen nodig die serieus zijn en geen one-rules mensen zijn. Niet snel afhaken aub, anders moet het hele verhaal weer omgegooid worden! Er zal eerst een selectieronde komen, dus doe je best en laat je je van je beste kant zien!

    REGELS:
    - Geen ONE-RULES!
    - Als er iemand dood wil gaan, meldt diegene dat bij mij!
    - Relaties worden alleen gevormd als ik daarvoor toestemming geef.
    - Geen off-topic gedoe, daar open ik een speciaal topic voor!
    - 16+ mág, maar alleen als het bescheiden geschreven is, ik wil geen dikke porno hier.
    - Snelle afhakers -> hoef ik niet.
    - Ik bepaal hoe de verhaallijn gaat, ik wil geen mensen die opeens de held gaan uithangen
    - Ik zal de drie heksen representeren, daar hoef ik dus geen rollen meer voor!
    - Inspringen mag, maar doe dit zo discreet mogelijk en sein mij even via PB.
    - Verdere vragen mogen gesteld worden per PB.



    De drie heksen


    Let the games begin!




    Het verhaal speelt zich af in 2012 en we gaan gewoon mooi mee met de kalender.

    Je kunt je nog steeds aanmelden! Eén pb naar mij en je kunt er zo bij springen! (:

    Hier is het Rollentopic! Enjoy!

    [ bericht aangepast op 6 jan 2013 - 17:28 ]


    "Well, well. Look who we've got here!"

    |Sorry voor mijn afwezigheid! Ik zal vanavond posten x|


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    [Aislinn is Everdeen]


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Miles Elliot Sullivan

    Dana heeft mijn voorbeeld gevolgt en zit nu ook onderuit gezakt in de stoel, haar armen zijn over elkaar geslagen en ze kijkt kort naar de blaasjes op haar hand. Ik vraag me af hoelang dat blijft en hoe het zal voelen. Zal het zoiets als een brandwond zijn? Het lijkt er in ieder geval wel op, het doet me denken aan een brandwond die ik eens als kind op liep, toen ik met vuur speelde. Ik heb er nog altijd een vaag litteken van op mijn onderarm. In mijn herinnering was het het meest pijnlijke gevoel dat ik ooit gehad had, maar nu is dat ook wel anders. Zo'n verandering is ook best pijnlijk, maar je teen stoten spant toch wel echt de kroon.
    "Je weet wat ze zeggen hè, 'Survival of the Fittest'." onderbreek ze mijn woorden en grinnikt zachtjes. Ik kijk haar voor een moment wat ongelovig aan. "Survival of the Fittest?" herhaal ik haar op een vragende toon, hoewel ik best weet wat ze ermee bedoeld. Ik heb alleen geen zin om zo'n spelletje te gaan spelen, maar ze heeft wel gelijk en waarschijnlijk kan ik daar nu gewoon even niet tegen.
    "Denk eens logisch na," zegt ze dan ietwat bot en kijkt me verontschuldigend aan. "Als we alleen maar krachtig met volle maan zouden zijn en onszelf niet eens onder controle kunnen hebben op dat moment. Waarom zouden ze ons daar willen hebben?" vraagt ze aan me en ik snap waar ze heen wilt. "Er is iets wat wij hebben, dat zij willen." merk ik dan op. Ik knik en ga dan abrupt wat rechter zitten, waardoor ik nu op het puntje van mijn stoel zit.
    "Je hebt gelijk." zeg ik verbaasd, waardoor het net lijkt alsof ik dat niet van haar had verwacht, maar het is eerder stom van mezelf dat ik er niet eerder op ben gekomen. "Er moet iets zijn wat wij niet weten en zij wel." Mijn ogen flitsen door de kamer en naar Dana. "Daar moeten we achter zie te komen, een hele goede reden om er heen te gaan."
    Eigenlijk probeer ik gewoon zoveel mogelijk goede redenen te vinden om niet af te haken en af te druipen naar mijn eigen zielige appartementje voor de rest van mijn leven, iets wat me toch enorm aantrekkelijk lijkt naast bloed offeren op volle maan en één of ander trainingskamp met rare wezens er in, waar ik zelf ook toe behoor.
    Hierna laat ik me weer onderuit zakken in de stoel en slaat de vermoeidheid opnieuw toe. Het lijkt wel steeds met vlagen te komen en weer weg te gaan als er weer iets opwindends gebeurt, als ze iets vertelt dat ik nog niet wist of iets in die richting. Zodra de korte adrenaline stoot wegtrekt, voel ik me alleen nog maar vermoeider dan ervoor, net als op het moment dat ik wakker werd gemaakt en ik mijn hoofd van mijn bureau optilde. Ik grijp naar de beker met koffie, die ondertussen al wat afgekoelt is en neem daar wat flinke slokken uit. Het is geowon een simpel caffeïne tekort.
    "Jammer dat we er pas achter kwamen onder deze omstandigheden." mompel ik welgemeend tegen haar. Informatie uitwisselen zou een stuk makkelijker en prettiger zijn als dit niet op onze schouders zou drukken, denk ik.


    Your make-up is terrible

    Dana Argent
    Ik merk hoe zijn gezicht wat vertrekt en hij me ongelovig aankijkt. "Survival of the Fittest?" herhaalt hij mijn woorden, waaruit ik kan opmerken dat het inderdaad een niet al te geplaatste opmerking was. Tja, daar valt nu toch niets aan te doen. Ik haal mijn schouders op en kijk hem afwachtend aan of er nog iets zal volgen. Het is niet meteen dat ik het lullig bedoel of zo, maar ergens spreek ik toch wel de harde waarheid. Ik denk namelijk echt dat dit een serieuze onderhandeling is die er genomen zal moeten worden en er ook echt over na moet worden gedacht door mensen zoals ons. Dan springt er ineens iets in me op dat dit misschien enkel voor ons bedoelt is, deze brief, en dat het bij de andere soorten misschien weer anders is. Dat zij op een ander moment bloed moeten offeren. Ik zucht bij dat idee, probeer het van me af te slaan.
    "Je hebt gelijk." Ik kijk op van zijn heldere stem wanneer hij ook weer wat rechtop gaat zitten. In eerste instantie denk ik dat er iets aan de hand is, kijk ik achter hem naar de deur en laat mijn blik door de woonkamer glijden totdat het pas tot me doordringt dat hij me gelijk geeft; mijn woorden. De verbazing is ondanks dat in zijn stem te horen en frons ik mijn wenkbrauwen. Bedankt weer, heel aardig. Alsof ik nooit een goed antwoord geef.
    "Er moet iets zijn wat wij niet weten en zij wel." herhaalt hij mijn woorden waarop ik uitbundig knik. Inderdaad.
    "Daar moeten we achter zie te komen, een hele goede reden om er heen te gaan." Ik grinnik aangezien het wel heel opbeurende woorden klinken voor hemzelf, alsof hij zich op deze manier nog iets probeert over te halen om toch te gaan, dat er echt een logische rede voor is om zichzelf in de problemen te brengen en ik kan hem bij dat laatste zeker geen ongelijk geven.
    "That's the spirit!" zeg ik vrolijk tegen hem en glimlach gemeend, prul wat aan de kartonnen beker die voor me ligt.
    "Jammer dat we er pas achter kwamen onder deze omstandigheden." zegt hij dan uiteindelijk na wat slokken koffie te hebben genomen. Vragend kijk ik hem aan, niet wetend waar hij op doelt en tik met mijn vingers op het hout. Ik besluit het potje met monnikskap weer dicht te draaien, voor het geval dat. Er mag niets uitvallen, dat zou me heel wat moeite kosten met opruimen en bovendien weet ik niet of ik weer zo snel aan zo'n grote hoeveelheid kan komen.
    "Achter wat?" vraag ik dan, toch redelijk stompzinnig, "dat we van dezelfde soort zijn of dat we misschien nog iets extra's hebben? Want dat laatste is zomaar een gokje van mij. Ik weet natuurlijk niet of het waar is." probeer ik hem toch tot naar de realiteit te brengen en dat ik ook maar een mens ben, fout kan zitten.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Miles Elliot Sullivan

    Als ik haar gelijk geef, lijkt zij ook wel ergens wakker van te woorden, maar blijkbaar snapt ze in eerste instantie nog niet wat ik bedoel want ze richt haar blik achter mij en laat haar blik door de woonkamer glijden. Ik kan het in haar ogen zien als het plotseling tot haar doordringt. Door mijn toon fronst ze echter haar wenkbrauwen, ik had al verwacht dat het niet zo goed aan zou komen, helaas. Maar ik ga het nu niet meer ongedaan maken, zo erg is het nou ook weer niet en dat zal de snel genoeg merken. Ik discrimineer mensen die minder slim zijn dan ik ook niet snel, zij kunnen vaak andere dingen beter dan ik en daar ben ik me dan vaak ook maar al te goed bewust van. Ze knikt en grinnikt op mijn opvolgende woorden.
    "That's the spirit!" zegt ze vrolijk tegen me en glimlacht gemeend, prult wat aan de kartonnen beker die voor haar ligt. Ik tover een klein glimlach je op mijn redelijk smalle lippen en knik er lichtjes op. Zo voelt het net alsof ik een team ben en dat doet me wel goed, eigenlijk. Ik voel me al minder alleen, zoals ik me altijd gevoeld heb. Natuurlijk op een andere manier dan hoe de meeste mensen zich alleen voelde want ik was in feite ook gewoon echt alleen.
    Ze kijkt me vragend aan als ik zeg dat het jammer is dat we elkaar pas in deze omstandigheden hebben leren kennen, haar vingers tikken op het hout en het zachte geluid vult de kamer. Het potje met de monnikskap draait ze weer dicht en ik kijk er even naar, wachtend tot ze er iets op gaat zeggen. Zou zij het ook zo ervaren, of ontmoet ze gewoon liever niet iemand zoals haar? Ik wend mijn blik weer van het potje af en kijk naar haar. Ergens jaagt dat spul mij angst aan, de enorme kracht van zo'n gedroogd plantje...
    "Achter wat?" vraagt ze dan, wat stompzinnig. "dat we van dezelfde soort zijn of dat we misschien nog iets extra's hebben? Want dat laatste is zomaar een gokje van mij. Ik weet natuurlijk niet of het waar is." Natuurlijk, aan dat laatste heb ik ook allang nagedacht, je weet maar nooit, het is niet zeker en daarom zou ik er nog geen uitspraken over doen. Er is nog niet eens een theorie over gevormd, waardoor ik me er stiekem wel op verheug maar er niet over zal gaan. Academisch gevoel, noem ik het.
    "Dat we van hetzelfde soort zijn." maak ik haar dan duidelijk met mijn mondhoeken iets omhoog getrokken tot een kleine glimlach, die toch iets triest aan doet, maar dat is ook omdat onze samenkomt niet helemaal heugelijk is. Ik vind het fijn, maar het brengt de zenuwen bij me op. "Het was fijner en leerzamer geweest als... het onder normale omstandigheden plaats had gevonden, denk je niet?" vraag ik haar naar haar mening, terwijl ik haar wat serieus aan kijk, mijn gebruikelijke blik ondertussen.


    Your make-up is terrible

    Ik meld me hierbij af.
    Dit is mijn andere profiel, maar ik reageer hierin als Tortura.


    Amorelia Emerahlis Siqnue | Aartsengel
    Mijn nek brandde terwijl bloed uit de wondjes langs mijn huid naar beneden druppelde en langzaam maar zeker tegen het parket begon te druppelen. Mijn hoofd tolde lichtjes toen ik mezelf langs de muur op de grond liet zakken - één van mijn handpalmen tegen mijn hals drukkend. Er lag een dode vampier tussen mijn rozenstruiken. Ik beet aan de binnenkant van mijn wang terwijl ik het probeerde te verwerken. Ik was bijna dood geweest. Er verscheen een geipkeerde frons boven mijn ogen toen ik moeizaam over de grond kroop om het pakketje dat de vampier bij zich had gehad vast te pakken. Ik liet liet mijn hoofd tegen een poot van mijn bed leunen terwijl mijn ogen over de simpele kleding glipten. Hij was slechts een bezorger geweest. Niets meer dan een slaafje die zijn meester diende en uiteindelijk gewoon krankzinnig werd. Ik voelde mijn oogleden trillen toen ik deze langzaam sloot om de avond te overdenken. Was dit waarom ik het liefst vergat dat dit niet mijn echte wereld was? Ik voelde me geen engel nu ik hier - ten midden van de verstofte zolder - slap tegen mijn bed leunde. Was het egoïstisch dat ik verlangde naar een normaal mensenleven? Dat ik me ten midden van al deze ellende alleen maar tekortgedaan voelde? Waarschijnlijk wel.
    'Amorelia!? Wat gebeurt er daar boven!' De krakerige, oude stem van de vrouw twee verdiepingen lager, zorgde voor een moeizame zucht over mijn lippen. Dat die vrouw nooit naar de zolder kwam - was ik onderhand wel gewend. Maar dat ze het niet eens zou hebben gemerkt als ik hier was gestorven?
    'Niets, ik struikelde gewoon.' Riep ik ietwat vermoeid maar hard genoeg om het niet met de vrouw aan de stok te krijgen. Pas nu herinnerde ik me Vito. Mijn redder. De ironie. Ik draaide mijn hoofd langzaam naar hem om en bekeek zijn marmeren gelaat. Hij was ongetwijfeld perfect, en zou nooit in zoiets terecht komen. Ik voelde een steek langs mijn ribben toen ik mezelf op het bed wist te krijgen en toezag hoe mijn bloed vlekte tegen de satijnen lakens. Wat zou ik hem moeten zeggen? Wilde ik hier überhaupt over praten?


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Vito Cirino Cicotelli

    Naar adem snakkend weet ik mezelf met behulp van het raamkozijn overeind te trekken, terwijl ik de schade aan mijn lichaam binnen een aantal seconden controleer en vervolgens constateer dat het niet meer is dan een gescheurd shirt en een bonzende pijn aan mijn hoofd en ribben. Langzaam draai ik mezelf op de bal van mijn voeten rond, kijk de kamer kort door en zie uiteindelijk Amorelia op het bed liggen, terwijl er een licht straaltje bloed langs haar nek naar beneden gljdt op haar satijnen lakens.
    Zonder wat te zeggen been ik geruisloos de kamer door, gris een handdoek van haar wastafel en laat me uiteindelijk voorzichtig op het bed zakken, zodat ik naast haar zit. Mijn ogen schieten even onderzoekend over haar lichaam, waarna ik met een bijzondere tederheid de handdoek omhoog breng en hem vervolgens zachtjes tegen de wond in haar nek druk, om het bloeden enigszins te stelpen. In mijn gedachten ga ik na wat ik kan zeggen, wat ik kan doen - de reden waarom ik niet meteen naar huis ben gegaan maar heb gewacht tot ze veilig en wel in haar kamer was, maar antwoorden komen er niet, waardoor er een zachte zucht over mijn lippen glijdt en ik mijn hoofd langzaam schud.
    'Zomaar vreemde vampiers uitnodigen,' mompel ik zachtjes, 'dom meisje,' mompel ik er dan nog zachter achteraan. Mijn bewegingen blijven echt zacht en geruisloos - waarin een lichte tederheid verborgen zit - wanneer ik de wond in haar nek zachtjes begin af te deppen. Het maanlicht glijdt over mijn gefronste gezicht en naakte borst waarna ik de handdoek even wegtrek om de wond te bekijken en hem vervolgens weer zachtjes terugdrukt. 'Dom meisje,' fluister ik dan nogmaals, met op elkaar geklemde kaken.


    Amorelia Emerahlis Sinque
    'Zomaar vreemde vampiers uitnodigen, - dom meisje,' murmelde Vito zachtjes terwijl hij een handdoek tegen mijn nek drukte. Ik bekeek mijn rode handpalm, en slaakte een beverige zucht. 'Naïviteit is geen misdaad,' mompelde ik binnensmonds terwijl ik met mijn schone hand mijn lokken achter mijn oren drukte en vervolgens een zijdelingse blik op het raam wierp. 'De zon kom bijna op.' Meldde ik zachtjes. Was dat niet het moment waarop vampiers juist niét buiten hoorden te komen? Ik liet mijn blik zwijgend op Vito rusten. Hij depte voorzichtig, en dat waardeerde ik. Ik voelde de behoefte niet erover te praten - de stilte was wel goed zo. Ik liet mijn ogen over de rode cijfers van mijn wekker glippen, voor ik zachtjes op mijn onderlip beet. Het was bijna zes uur - een hele nacht niet geslapen. Ineens leek de dag een stuk minder aantrekkelijk. Toen het bloeden langzaam gestelpt was - liep ik naar de hoef van de zolder waarin naast een kaptafeltje en mijn kast ook een watervoorziening was te vinden. Ik schrobde het bloed van mijn handen en draaide me vervolgens, met een ietwat schuin gehouden hoofd, om naar Vito. Ik denk dat het morgenrood aan de hemel genoeg zou vertellen om uit te maken dat Vito bleef. 'Ik ga alles even van me afwassen. Voel je thuis,' vertelde ze hem zachtjes, met een waterig glimlachje rond haar lippen voor ze naar beneden liep om een lange douche te nemen die de laatste restjes bloed van haar afspoelden. Ik haar nek drukte ze een zacht gaasje, en er trok een lichte huivering door haar lichaam toen ze over de koude tegels naar handdoeken zocht. Deze wikkelde ze vervolgens zorgvuldig om haar lichaam en lokken, voor ze opnieuw naar boven liep en de deur achter zich sloot. Ze was in alle.. verwarring dan ook vergeten kleding mee te nemen - en keek hem nu schaapachtig aan. 'Eh, kun je, eh..'


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Vito Cirino Cicotelli

    'Naïviteit is geen misdaad,' mompelt Amorelia zachtjes, waarna ze een korte blik op het raam werpt en vervolgens constateert dat de zon bijna opkomt, terwijl ik zachtjes door blijf deppen met het doekje op haar nekwonde. Zonder wat te zeggen staat ze plotseling op van het bed en loopt naar het kleine kaptafeltje in de hoek van de kamer, waar ze bijna geobserdeerd het bloed van haar handen begint te wassen. 'Ik ga alles even van me afwassen. Voel je thuis,' deelt ze dan zachtjes mee, waarna ze met een waterig glimlachje naar beneden verdwijnt om een lange douche te nemen. Ondertussen laat ik mijn blik door de kamer glijden, neem alles in me op wat er staat en probeer er een link mee te maken naar Amorelia. Zo te zien was ze netjes en geordend, hield ze niet van overdreven snuisterijen en was deze kamer de enige plek in het huis waar zij de dienst uitmaakt, de overige kamers waren stoffig en oudbollig ingericht, wat ik toewijs aan de oude dame die beneden in haar leunstoel zat.
    'Eh, kun je, eh...'
    De stem van Amorelia doet me verbaasd opkijken en even met mijn ogen knipperen wanneer ze enkel en alleen in een handdoek gewikkeld in de deuropening verschijnt. Hoogstwaarschijnlijk was ze haar kleren vergeten mee te nemen waardoor ik mijn blik direct op de kast richt en zonder wat terug te zeggen overeind kom van het bed. Halverwege de kamer stop ik echter en laat mijn blik weer terug glijden naar Amorelia, haar blote schouders en benen die onder de handdoek uitkomen en slaak dan een beverige zucht. 'Kleren,' mompel ik dan zachtjes, terwijl ik even naar mijn gescheurde shirt kijk en dan in haar kast begin te rommelen, om er vervolgens een wit jurkje uit te halen.


    Amorelia Emerahlis Sinque
    Ik bijt op mijn onderlip terwijl ik in alle stilte volg hoe hij een kledingstuk uit mijn kast haalt en deze dan voorzichtig in mijn handen laat glijden. Het zachte flanellen stofje zorgt opnieuw voor een beverig zuchtje. Uit de la naast de deur van de zolderkamer gris ik zonder te kijken een lingeriesetje om me vervolgens met een eveneens schaapachtig glimlachje opnieuw tot Vito te wenden. 'Zou je.. eh.. even.. omdraaien misschien?' Hakkel ik zachtjes. Ik sta namelijk niet bepaald te springen om nu opnieuw naar beneden te moeten en het geschreeuw van de oude vrouw vervolgens aan te horen. Ik pers mijn lippen moeizaam op elkaar terwijl ik met een vrije hand een doorweekte lok achter mijn oor strijk en mijn blik daarop ietwat bedachtzaam door de holle kamer laat glijden. Ik weet niet meer precies waardoor ik op aarde terecht ben gekomen. Het was vreemd, alsof ik na mijn aankomst vergat wat ik had misdaan. Niet dat ik het toen wist. Ik was slechts een baby'tje van enkele dagen oud. Achtergelaten op de stoep van een oubollige vrouw. Naar haar zeggen voedde ze me prima op. Ze gaf me te eten, betaalde school. De vrouw was echter van vrij slechte conditie en overleed toen ik acht was. Het kwam eigenlijk helemaal niet zo hard aan. Misschien omdat ik toen voelde dat ze weldra zou overlijden. Het gevoel minderde helaas naarmate de jaren op aarde vorderden en toen ik dertien was kwam ik hier terecht. De oude vrouw was toen al weduwe, en meer dood dan levend, maar ze had nooit vragen gesteld over mijn verleden. We waren beide zwijgers, hoewel ik er nog steeds van ben overtuigd dat de vrouw ergens wel voelt dat ik niet een gewoonlijke tiener ben. Ze is na mijn komst nooit meer op zolder gekomen, en heeft zelfs de kerk haar rug toegekeerd. Ze is waarschijnlijk niet trots op een gevallen engel, maar heeft geen weerstand geboden toen deze zich voor haar aan diende. Mijn ogen keren terug naar Vito, die nog altijd enkele passen verderop staat. Zijn marmeren gelaat in de heldere morgenrood. Perfectie, en nog altijd adembenemend.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Vito Cirino Cicotelli

    Met een lichte glimlach op mijn grijs draai ik me op de bal van mijn voeten rond, alsof ik nog nooit eerder naakte vrouwen heb gezien tijdens mijn werk of daarbuiten. Amorelia was echter een uitzondering ; hoe graag ik haar ook naakt zou willen zien - aangezien ik direct heb opgemerkt dat ze een geweldig lichaam heeft - is het niet het soort meisje dat snel uit de kleren gaat en alles met vreemde mannen deelt, ook al heeft een van die mannen net haar leven gered van een dorstige vampier. 'Ik zal niet gluren,' grinnik ik dan zachtjes met een ondeugende ondertoon, aftastend of ze het kan waarderen om op die manier geplaagd te worden. Het was altijd maar aftasten bij meiden, de een wond je direct om je vinger met een enkel oogcontact of een simpel complimentje, de anderen lieten je zweten en proberen tot je erbij neer viel ; Amorelia hoorde bij de laatste soort, al twijfelde ik daarover. Het kon namelijk ook zo zijn dat ze hoorde van het zeldzame soort die zich niet bezig hielden bij mannen omdat ze onzeker waren of er gewoon geen zin in hadden omdat ze dachten dat ze zich moesten focussen op de andere dingen uit het leven. Al met al was voor mij een simpel ding duidelijk ; ik mocht Amorelia, ik mocht haar heel erg graag. Het was een prachtmeid om te zien, ze was niet bang - al leek dat op sommige momenten wel zo - en ze wist het verschil tussen goed en kwaad en waar zij zich ergens tussen bevond. Iedereen dacht altijd dat - dankzij mijn levensstijl en mijn werk - het onmogelijk was om verliefd te worden, verschillende vrouwen had ik zonder enige schaamte afgewezen omdat ik ze simpelweg niet in mijn leven kon gebruiken, maar er was altijd een zwakke plek te raken ; en die ene zwakke plek had Amorelia zonder enige moeite gevonden. Met een lichte zucht trek ik mijn gescheurde tshirt over mijn hoofd en draai dan weer rustig om, zodat ik kan zien dat Amorelia's jurkje net over haar benen schuift en mijn ogen even donkerder worden bij de gedachten die door mijn hoofd en onderbuik flitsen. Snel werp ik mijn blik op het raam, hopend dat ze het niet heeft gezien. 'Het lijkt erop dat ik hier moet blijven vandaag, aangezien ik niet graag levend verbrand.'


    Amorelia Emerahlis Sinque
    'Ik zal niet gluren.' Aan de toon die volgt kan ik opmaken dat hij grinnikt. Puh. Ik steek mijn tong naar hem uit, omdat hij het toch niet kan zien, en schud mijn hoofd vervolgens met een halfslachtige glimlach. Ik zie in stilte toe hoe hij zijn - toch niet meer te redden - shirt over zijn hoofd trekt en zich vervolgens opnieuw naar me omdraait. Als ik zijn ogen heb gevonden kan ik nog net onderscheiden hoe deze naar het raam flitsen. Er verschijnt een nieuwsgierige frons boven mijn ogen, maar dat gevoel weet ik te bedwingen door een schaapachtige blik op zijn naakte borst te werpen. 'Eh, juist ja..' murmel ik zachtjes, waarna ik hoorbaar slik en mijn ogen door de kamer laar glippen. Hij is gewoon intimiderend, zo groot en breed naast mijn iele lichaam. 'Ik denk niet dat je in één van mijn shirts past dus eh.. sorry?' Ik glimlachte opnieuw schaapachtig terwijl ik me op het zachte dekbed liet zakken. Er rolde een onbedoelde gaap over mijn lippen toen ik een hand door mijn drogende lokken liet glippen. Ik sloot de donkerblauwe gordijnen zorgvuldig om het daglicht uit te bannen en merkte vrijwel meteen hoe de kamer opnieuw in een oubollige duisternis werd gehuld. Ik was niet bang voor het donker, er was hier dan ook geen verlichting. Ik gebruikte normaliter kaarsen of ging op de blinde tast als ik iets nodig had. Voor Vito zou het donker al helemaal geen probleem moeten zijn en dus liep ik opnieuw zwijgend naar het bed, waar ik de uitnodigende dekens opensloeg en mezelf in het kussen liet vallen. Het rook typisch naar mezelf, en misschien was het daarom zo makkelijk om mezelf tussen de dekens te krullen en vervolgens mijn ogen te sluiten: ik kon het immers niet helpen dat ik na een lange nacht doodop was en ik hoopte dan ook dat Vito zich zou vermaken terwijl ik mijn verloren slaap inhaalde.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Dana Argent
    Een kleine glimlach siert zijn gezicht wanneer ik mijn oppeppende woorden heb uitgesproken en lijkt er zowaar wat meer leven in de persoon tegenover me te komen. Alsof er hoop is en het ons misschien echt wel eens zal gaan lukken. Natuurlijk is dat ook iets dat aan mij kan liggen. Ik ben nou eenmaal niet geweldig goed in het ontrafelen van mensen hun gedachten, maar het is een gok die ik maak en ergens vrij zeker ben dat ik goed zit. Het is ieder geval wel hoe ik het zie en ergens ben ik er heilig van overtuigd, dat nu ik er niet meer alleen voor sta, het echt gaat lukken.
    Ik zie zijn blik afglijden naar de paarse stof die zich vasthoudt in de kleine glazen pot, heel even volg ik zijn voorbeeld en schud er wat mee voordat ik het weer op de tafel laat zakken. Waarom was ik ook al weer zo dom geweest om het op te vangen met mijn hand en zo een korte demonstratie te geven? Ik bal mijn handen tot vuisten, een scherpe pijn schiet er vanuit mijn hand door naar mijn schouder. Toch probeer ik mijn gezicht zodanig niet te laten vertrekken en wacht zorgvuldig op zijn antwoord af, van wie ik hoop dat er nog zal komen.
    "Dat we van hetzelfde soort zijn." Maakt hij dan na een korte tijd duidelijk waarop ik knik. Inderdaad, het is fijn om te weten dat we hier niet alleen zijn en dat we op iemand kunnen rekenen. Die je begrijpt en zal snappen als je je weer eens hebt laten gaan of om te vertellen hoe erg je aanhikt naar de volgende volle maan, want dat is iets wat ik doe, dat zeker. Een kleine glimlach siert meneer Sullivan zijn gezicht, maar ik kan er nou niet helemaal aan opmerken of hij gemeend is. Er zit een droevige kant aan, beteuterd.
    "Het was fijner en leerzamer geweest als.." Hij stopt even met praten en heel even is het stil in de kamer, enkel het getik van de klok, "het onder normale omstandigheden plaats had gevonden, denk je niet?" vervolgt hij zijn woorden en denk erover na. Natuurlijk heeft hij gelijk, dat moet ik hem zeker geven. Het was veel fijner geweest als we elkaar onder andere consequenties hadden ontmoet, maar hoe had dat afgelopen?
    "Dat was waarschijnlijk niet eens gebeurt dan," zeg ik een tikkeltje pessimistisch, "hoe had dat moeten gebeuren?" vraag ik aan hem, ga de ideeën na en allemaal zijn ze even dom. Ik ben nou niet bepaald een persoon die te koop loopt met het extraatje dat ik bezit.
    "Waarschijnlijk was het dan tijdens een volle maan geweest, zonder enkele voorbereiding of bescherming. Het zal me niet eens verbazen als het dan op een gevecht was uitgelopen." En dat is iets dat ik absoluut meen, want ik in wolfvorm, is nou niet een al te prettige verschijning. Ikzelf heb al een redelijk korte lont, maar mijn tweede zijde is ontembaar te noemen.
    "Maar ik moet wel toegeven dat je gelijk hebt hoor," zeg ik dan alsnog met een kleine glimlach op mijn gezicht, ondanks mijn serieuze woorden van daarnet meen ik het wel. "Het had een stuk fijner geweest als ik per ongeluk een verkeerde documentaire had ingeleverd als opdracht."


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Vito Cirino Cicotelli

    'Eh, juist ja. Ik denk niet dat je in één van mijn shirts past, dus eh... - Sorry?' murmelt Amorelia zachtjes, waarna ze de gordijnen van haar slaapkamer sluit, zichzelf in haar bed laat vallen en uiteindelijk met haar ogen gesloten, opgekruld onder de dekens doodstil blijft liggen, waardoor ik even verbouwereerd als versteend blijf staan in het midden van de kamer. Ondanks het feit dat de donkerblauwe gordijnen een groot gedeelte van het daglicht buiten hielden was het overduidelijk te zien dat de zon langzaamaan op kwam en dat het niet lang meer zou duren voordat de dag opnieuw was begonnen. Doordat ik geen andere keuze had - naast levend verbranden - was ik vastgebonden aan Amorelia's kamer, die - te horen aan haar regelmatige ademhaling - snel nadat ik ze in bed was gaan liggen in slaap was gevallen. Fronsend keek ik even naar het hoopje van dekens dat haar lichaam voor moest stellen en laat dan een beverige zucht over mijn lippen rollen. Wanneer ik de volledige waarheid moest zeggen begreep ik niets van haar ; ze liet me zomaar toe haar te helpen, terwijl ze overduidelijk niet zo'n meisje is en liet me daarna ook nog zomaar in haar slaapkamer terwijl ze zelf in slaap viel, ten volste vertrouwen. Ik had al verschillende keren gemerkt dat ik haar van slag maakte, met mijn blik en mijn houding, waardoor ze soms niet wist wat ze moest zeggen en niet wist hoe ze zichzelf moest gedragen. Dat soort uitwerking scheen ik vaker te hebben op meiden, maar wat ik ook probeerde ; het veranderde niet, iedere keer maar weer waren ze geïntimideerd door mijn lichaam en uitstraling en wierpen ze zich zonder enige aarzeling aan mijn voeten. Inmiddels was ik de kamer doorkruist en waren mijn handen om de rand van de wastafel geslagen, terwijl mijn gefronste gezicht me aan keek in de spiegel. Wat moest je nou doen om een léuke meid te vinden, niet een voor één nachtje... flitste er verschillende keren door mijn hoofd, wetend dat er geen antwoord zou komen omdat dit het enige leven was dat ik kende ; een leven van lust en plezier, waar geen spoortje liefde in te bekennen was.