• DIMENSION TRAVEL.


    ––––––––––––
    Eindelijk zijn er wetenschappers met het idee gekomen om een tijdmachine te gaan maken. Ze hebben deze klaar, maar hebben nog proefpersonen nodig..
    Zodra ze deze gevonden hadden komen ze erachter dat deze machine niet in de tijd reist, maar in verschillende dimensies..
    Met een (mislukte) tijdmachine zijn er 15 jongeren belandt in een echte horror wereld. Ze zitten vast en kunnen hier never meer uitkomen.. Tenminste, als het de wetenschappers niet meer lukt om ze er weer uit te halen. Dan moeten de jongeren hun draai in deze wereld vinden.
    Gelukkig hebben de wetenschappers een speciale horloge bij ze om gedaan waarmee ze contact kunnen houden. Als je deze kwijt raakt dan heb je een groot probleem..


    Rollentopic.
    Lees dit, zodat je weet hoe de dimensie eruit ziet.


    Wezens:
    Assassin - James.
    Nychta - Athan Romanescu
    Tortura | Hidan - Andrei Shade Vaughn / Lilith.

    Meisjes:
    Aurorea - Willow Nastya Reyes.
    Nychta - Amberlynn Lee Jefferson.
    Assassin - Sage Evangeline Clark
    Aurorea - Erin Naveen Lightwood

    Jongens:
    Exasperated - Jack Rush.
    Oromis - Damien Hunter.

    Wetenschappers:
    Tortura | Hidan. - Xavier Hush Gray.

    Regels RPG:
    • Ooc binnen de haakjes: (), [], {}.
    • 16 + teksten mag.
    • Geen perfecte rollen. Iedereen heeft wel wat minpuntjes.
    • Max. 2 Personage's p.p.
    • Schrijf meer dan 1 á 2 zinnetjes. Anders valt de Rpg dood en het is echt niet zo moeilijk.
    • Geen ruzie maken. Hou het gezellig! De personage's zelf mogen wel ruzie maken.
    • Geen andere dingen verzinnen van de verhaallijn of ervan afwijken. Hou je er gewoon aan.
    • Maak geen grote beslissingen in je eentje en je bestuurt de personage van de ander niet! Alleen die van jezelf.
    • Have fun! (:

    [ bericht aangepast op 23 dec 2012 - 16:52 ]


    Sage Evangeline Clark

    "Maar we zíjn helemaal geen stel." zegt Willow. "En ik snap ook niet wat we dan precies doen waardoor we net een stel lijken." Ze zucht en ik haal lichtjes mijn schouders op. "Als ik jou zie, zie ik hem." antwoord ik simpelweg. Ik zie haar niet vaak en hem maar wat te vaak. Het liefst heb ik die dingen helemaal niet in ons kamp, maar wie ben ik om dat nou te bepalen? Xavier vind het volgens mij ook maar niets, maar die idiote James blijft niet weg als hij dat wilt. Hij vind wel een manier, dit keer door met Willow aan te pappen.
    "Als hij me iets aan zou willen doen, dan dat hij dat allang kunnen doen en dan had hij me denk ik ook niet hier naar toegebracht." zegt ze uiteindelijk, maar er is een aarzeling in haar stem te horen. Ik kijk haar voor een moment bestuderend aan. "Dat zou best es kunnen, dat wij er allemaal naast zitten en hij niets wilt doen, omdat hij het anders allang gedaan had." antwoord ik. "Ik heb geen idee wat zijn bedoelingen zijn en ik zou er ook niet op veertrouwen, eigenlijk. Je kan beter alles wantrouwen en dan tot de conclusie komen dat het best te vertrouwen valt dan alles vertrouwen en dan zijn avondmaal zijn." vertel ik haar vervolgens, als goede raad. Ik volg die soms iets te goed op. Nou, nu maar hopen dat zij mijn raad ook vertrouwt en niet met ogen open in zijn val trapt door ons te wantrouwen.

    James - wezen

    Direct begint hij te knarsetanden en probeert hij zich los te trekken als ik hem vast hem, maar ik merk er amper iets van en mijn hand blijft stevig om zijn pols geklemd zitten. Zijn tanden blijven over elkaar knarsen, ook al ik bozer word, terwijl hij me hard tegen mijn borstkas duwt, waardoor ik me duidelijk bewust word van aanraking. Zijn hand blijft dan ook iets langer op mijn borstkas liggen dan nodig zou zijn, want hij duwt niet meer. Het zorgt ervoor dat er een korte rilling door mijn lichaam glijd. Maar goed dat ik me daarnet gevoed hem met die jongeman en bepaalde behoeften erop geuit heb, anders zou ik die nu op Xavier uiten. Door die enkele aanraking die van hem afkwam, die laat zien dat er meer is, wil ik hem opnieuw meenemen, wil ik terug naar de gebeurtenissen die zich bij het meer voltrokken. Het laat me hunkeren, een hunkering waar niet zomaar aan voldoen kan worden. Dat besef ik me maar al te goed.
    Hij hapt zacht naar adem als ik over het meertje begin en hij rukt zich aan het begin nog niet eens los uit mijn greep. Het duurt even voordat hij zich dan wel ruw losrukt en wat naar achteren stapt. "Je zegt dat je naar me luistert, maar dat doe je niet…" begint hij en ik frons om deze woorden, terwijl ik erachter probeer te komen wanneer dan niet. Zijn ogen vliegen heen en weer, maar niet over mij heen. Ik klem mijn kaken op elkaar om andere dingen tegen te gaan. "Anders had je allang geweten wat er met mij was." Hij begint weer te grommen en zijn ogen vliegen in één keer direct naar mijn blik, mijn gezicht. Het voelt ontwapenend aan. "Ik kan je gedachten ook niet lezen, je zegt niets tegen mij." antwoord ik hier op, wat beschuldigend.
    Knarsetandend stapt hij nog meer achteruit, hij lijkt weer boos en geïrriteerd te raken. "Je doet alleen maar wat je zelf wil! Ik ben niet je prooi, got it?" Hierna draait hij zich weer om, maar tot tegenstelling wat ik had verwacht, begint hij niet weer met weglopen. "Ik wil je prooi verdomme helemaal niet zijn…" murmelt hij dan zachtjes, terwijl de stilte hierna pijnlijk blijft hangen, verbroken door zijn onregelmatige ademhaling. Ik doe aarzelend een stap naar voren, tot ik bij hem ben. Hij staat nog steeds met zijn rug naar mij toe en ik steek mijn handen naar voren, tussen zijn armen door en sluit ze om zijn middel, waarna ik hem de resterende centimeter die tussen ons in zit naar mij toe trek, zodat hij met zijn rug tegen mijn buik aan staat. Mijn mond breng ik naar zijn oor, maar ik praat nog niet gelijk. Voor een moment ben ik vergeten wat ik wilde zeggen als ik zijn geur inadem.
    "Je bent mijn prooi ook helemaal niet." zeg ik zacht en op een wat troostende manier, in ieder geval een poging tot. "Als je mijn prooi was zou ik het nu niet proberen goed te maken of er überhaupt achter proberen te komen wat je dwars zit. Als je mijn prooi was, zou je nu heel ergens anders zijn dan hier en zou ik niet toestaan dat je tegen me schreeuwt. Dan zou je allang geen eigen wil meer hebben." De woorden zijn misschien wat luguber, maar ik bedoel ze allemaal goed. "Geef me alsjeblieft een kans om me te bewijzen." Mijn vraag klinkt smekend. "Ik wil naar je luisteren, dus praat. Zeg wat je denkt." De woorden worden stuk voor stuk met een zachte stem uitgesproken, niet zo krachtig als ik normaal doe. Hierna verslag ik de greep om zijn middel en zet ik een stap achteruit, zodat hij niet meer tegen me aan staat. Ik weet heus wel wat mijn aanraking met hem doet, dat merk ik vaak genoeg. Hij heeft er alleen geen idee van dat zijn aanraking mij ook kan bedwelmen, volgens mij.
    "Je mag het ook zeggen als je niet wilt praten." zeg ik dan stilletjes, met wat tegenzin. "Dan zal dit de laatste keer zijn dat ik je op kom zoeken en laat ik je verder met rust. Als je dat wilt." Natuurlijk hoop ik dat hij dat niet wilt, maar ik zal me er aan proberen te houden. Natuurlijk kan ik niet beloven dat ik hem niet vanaf een afstandje gade zal slaan, of als hij slaapt. Misschien heb ik zelfs de rare neiging om hem aan te raken in zijn slaap, maar dat hou ik lekker voor me. Hij heeft een raar soort aantrekkingskracht op mij waarvan ik het nooit zal toegeven. Oké, misschien aan hem zelf, maar nooit aan een ander en ook niet teveel aan mezelf, dan krijgt Xavier teveel macht over mij en dat kan ik natuurlijk niet laten gebeuren.


    Your make-up is terrible

    [Oops. Sorry. :x]

    Xavier Hush Gray, wetenschapper.
    Toen mijn hand net iets langer dan dat ik eigenlijk wilde of nodig vond op het moment, op zijn borstkas bleef, merkte ik hoe er een korte rilling door James zijn lichaam trok. Ik had eigenlijk willen sissen dat hij me los moest laten, maar dat kwam er totaal niet van toen hij over het meertje begonnen was. Laat die gedachte gewoon varen, je wilt me gewoon aan het lijntje houden! Dan stap ik toch naar achteren toe, beter toe ook. Anders had ik me misschien niet meer in kunnen houden. Ik zeg dat hij niet naar me luistert en hij fronst om deze woorden. Hoewel ik mijn ogen overal, behalve op hem, heen liet schieten, had ik toch wel gemerkt dat hij zijn kaken op elkaar klemde, aangezien ik het mezelf heel soms toeliet zijn reactie te peilen.
    “Ik kan je gedachten ook niet lezen, je zegt niets tegen mij.” Antwoord hij hier op, wat beschuldigend. Hierop zucht ik diep en sla mijn ogen naar de hemel, terwijl ik iets mijn hoofd schud. “Nee, hoe zal dat komen, denk je?” Mijn blik richt ik weer op hem en ik bijt iets op mijn lip. “Je bent altijd bij Willow te vinden, hoe kan ik dan verdomme zeggen wat er is?” zeg ik nu iets harder terug, ook met een beschuldigende toon erin. Hierna stap ik knarsetandend nog meer achteruit, boos en geïrriteerd, waarna ik zeg dat ik zijn prooi niet wil zijn en mezelf omdraai, maar dit keer niet weg loop. Er hangt een pijnlijke stilte, die weer verbroken word door mijn onregelmatige ademhaling, welke ik weer zo goed mogelijk probeer te controleren, echter lukt het niet.
    James zet een stap naar voren, ik kijk niet naar achteren en blijf stilstaan. Duidelijk schrik ik op wanneer hij opeens zijn handen tussen mijn armen door steekt en ze om mijn middel sluit, waarna hij me iets naar zich toe trekt, zodat mijn rug tegen zijn buik aan staat. Ondanks dat ik het totaal niet wilde laten merken, is het dus glashelder mislukt en ik weet zeker dat hij het wel allemaal vermakelijk vind – Xavier die dit niet had verwacht en van de aanraking geniet. Fijn, erg fijn hoor. Stokstijf blijf ik stilstaan in zijn armen, mijn armen levenloos naast me en mijn ademhaling nog duidelijker en ongecontroleerder. Zeker op het punt toen hij abrupt zijn mond naar mijn oor bracht, hoewel hij niet direct praatte. Ik probeer mezelf te kalmeren door mijn ogen dicht te knijpen, maar ik weet dat ik mezelf alleen voor de gek houd, ook toen hij wel begon te praten. “Je bent mijn prooi ook helemaal niet.” Zegt hij zacht en op een wat troostende manier, wat voor mij nu echt aanlokkelijk in mijn oren klinkt. Mijn ogen schieten open als ik dit hoor en ergens wil ik me direct lostrekken, maar ik sta aan de grond genageld, als bevroren en de kant die het niet wilt, heeft even overwonnen. Mijn hoofd is iets mistig geworden, maar dan probeer ik mezelf weer bij elkaar te rapen.
    “Als je mijn prooi was zou ik het nu niet proberen goed te maken of er überhaupt achter proberen te komen wat je dwars zit. Als je mijn prooi was, zou je nu heel ergens anders zijn dan hier en zou ik niet toestaan dat je tegen me schreeuwt. Dan zou je allang geen eigen wil meer hebben. Geef me alsjeblieft een kans om me te bewijzen.” Zijn vraag klinkt smekend. Er zijn zoveel onbeantwoorde vragen die ik aan hem wil stellen, maar die zijn er op het moment even uitgeschopt. Het verwarrende gevoel heeft zich nu overwonnen, zijn handen die op mijn huid liggen… de aanraking had ik, eerlijk toegegeven, gemist, maar dat zou ik niet aan hem vertellen. Ik wilde niet dat hij nog meer ego zou krijgen, hij zou het toch alleen maar tegen mij gebruiken. “Ik wil naar je luisteren, dus praat. Zeg wat je denkt.” Zo verwarrend allemaal. Wat moet ik zeggen, wat moet ik doen? Zijn adem voel ik op mijn oor slaan, waardoor er een rilling – die veel te lang duurt voor mijn gevoel – door mijn lichaam jaagt. De woorden zijn met een zachte stem uitgesproken, het is raar om het zo van hem te horen.
    De gehele tijd had ik niets gezegd en gedaan, want ik stond nog steeds als bevroren vanwege zijn aanraking. Ik had zijn gespierde borstkas kunnen voelen, zelfs door het shirt heen en ik stond met mijn rug er tegen aan. Toen verslapte hij zijn greep opeens om mijn middel en stapte achteruit, zodat ik niet meer tegen hem aan stond. Zou hij überhaupt wel weten wat er nu allemaal door mij heen gaat, nu hij dit gedaan had ook? Deed hij het expres om me te pesten of voelde hij er ook iets bij? Vast niet, ik betwijfelde het. Het was duidelijk dat hij voor de vrouwen zou kiezen, dat had hij me eerder ook duidelijk gemaakt. Hierdoor begon ik weer te knarsetanden en balde ik mijn vuisten, terwijl ik opeens merkte hoe ik een paar tranen binnen moest houden. Jezus zeg, het is James maar… probeer ik dan, waarom raak ik zo van slag door wat hij wilt of doen? Het kan me echt geen verdomde moer schelen! Maar ik weet dat het alleen maar een leugen is, zodat ik wat kan kalmeren – proberen tot. “Je mag het ook zeggen als je niet wilt praten.” Zegt hij dan stilletjes, maar ik snap er helemaal niets meer van, door de meerdere gevoelens die er door mij heen gaan. “Dan zal dit de laatste keer zijn dat ik je op kom zoeken en laat ik je verder met rust. Als je dat wilt.”
    Direct als ik deze woorden dus ook hoor, draai ik me om met de gebalde vuisten. “Je wilt dus naar me luisteren? Weten wat ik denk?” Een korte pauze laat ik ertussen voordat ik verder ga. “Laat me met rust, ik wil je niet meer zien of horen. Helemaal niet meer, hoor je?” roep ik ineens uit, maar ik kan me alleen maar bedenken hoe graag ik die aanraking weer wil voelen. Hij heeft het gewoon uit gelokt, hij weet hoe hij me moet bespelen! “Je komt opeens in mijn leven, denk je dat je alles maar denkt te kunnen maken. Jij met je verdomde ego!” grom ik, nog steeds iets roepend, in elk geval een harde stem. “Ik wil een leven zonder jou, zo kun jij ook gezellig terug naar je lieverd.” Snauw ik kwaad en iets bits, terwijl ik me bedenk dat mijn shirt nog open staat, waardoor ik deze dicht begin te maken, zodat hij er geen uitzicht meer op heeft. Als ik hem namelijk nog een keer met zijn blik eroverheen zie gaan, weet ik niet of ik mezelf in kan houden. “Houd ermee op om me van die verwarrende gevoelens te geven, ja! Hier heb ik niet om gevraagd, dus blijf bij me uit te buurt en blijf van me af. Rot gewoon op uit mijn leven.” Bits ik iets, hopende dat ik hem hiermee af schrik. Ik heb hem de hele tijd aan gekeken, maar er flitsen verschillende gevoelens door heen, van de ene en de andere kant. Nu loop ik toch echt weg, terwijl ik mijn handen door mijn haar laat gaat, maar voor de tweede keer blijven ze er even in zitten.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    James - wezen

    Als ik heb gezegd dat ik zijn gedachten niet kan lezen, zucht hij diep en slaat hij zijn ogen naar de hemel, terwijl hij iets zijn hoofd schud. "Nee, hoe zal dat komen, denk je?" Zijn blik richt hij weer op mij en hij bijt iets op zijn lip, terwijl ik hem vragend aankijk. Ik weet niet namelijk niet, ik weet niet waarom hij niets zegt. "Je bent altijd bij Willow te vinden, hoe kan ik dan verdomme zeggen wat er is?" zegt hij nu iets harder terug, ook met een beschuldigende toon erin. Ik knipper verbaasd met mijn ogen. "Vind je het gek, jij jaagt me weg met je gedrag." antwoord ik wat bits terug. Altijd maar de schuld op mij schuiven, dat kan ik ook hoor.
    Duidelijk schrikt hij op wanneer ik opeens mijn handen tussen zijn armen door steek en ze om zijn middel sluit. Stokstijf blijft hij stilstaan in mijn armen, zijn armen levenloos naast zich en zijn ademhaling nog duidelijker en ongecontroleerder. Ergens vind ik deze reactie wel prettig, het zorgt ervoor dat ik mijn zegje kan doen en ik merk dat hij nog altijd op me reageert, maar dat had ik daarnet ook al gemerkt. Mijn adem slaat op zijn oor als in praat, waardoor er een rilling die langer duurt dan gewoonlijk door zijn lichaam jaagt. De gehele tijd heeft hij niets gezegd en gedaan, want hij staat nog steeds als bevroren vanwege mijn aanraking. Ik kan hem door mijn shirt heen voelen, de stof die tegen hem aan beweegt. Eigenlijk wil ik hem niet eens los laten, maar ik doe het toch.
    Ineens begint hij weer te knarsetanden en balt hij zijn vuisten waardoor ik stilletjes en wat verslagen de andere woorden met tegenzin uit begin te spreken. Direct na deze woorden draait hij zich om met de gebalde vuisten. "Je wilt dus naar me luisteren? Weten wat ik denk?" Ik knik stil terwijl hij een korte pauze neemt voor hij verder gaat. "Laat me met rust, ik wil je niet meer zien of horen. Helemaal niet meer, hoor je?" roept hij ineens uit, de woorden die ik niet wilde horen, alles behalve dat was goed geweest. Er verschijnt dan ook gelijk een gekwetste en trieste uitdrukking op mijn gezicht. "Je komt opeens in mijn leven, denk je dat je alles maar denkt te kunnen maken. Jij met je verdomde ego!" gromt hij, nog steeds iets roepend, in elk geval met een harde stem. "Ik wil een leven zonder jou, zo kun jij ook gezellig terug naar je lieverd." snauwt hij kwaad en iets bits, terwijl hij de knoopjes van zijn openstaande shirt dicht begint te maken. Zou hij doorhebben dat ik er graag naar kijkt? Hierdoor probeer ik me niet op die beweging te richten, maar mijn blik glijd er toch af en toe vluchtig naar toe. "Houd ermee op om me van die verwarrende gevoelens te geven, ja! Hier heb ik niet om gevraagd, dus blijf bij me uit te buurt en blijf van me af. Rot gewoon op uit mijn leven." bitst hij iets terwijl mijn blik donkerder en verdrietiger word, terwijl ik niet eens kan bepalen waarom. Alsof het erg is, probeer ik mezelf voor te houden. Het is een mens, een nietig mens. Een mannelijk, nietig mens nog wel. Wat moet ik daar nou helemaal mee? Het is toch beter voor mij als hij dit zegt.
    "Oké. Als jij dat wilt zal ik dat doen." antwoord ik en mijn stem klinkt schor en wat vreemd door de brok die zich in mijn keel gevormd heeft. Het koste me nogal wat moeite om die woorden ook uit te spreken, het lijkt nu definitiever dan daarnet. Hij heeft me de hele tijd aan gekeken, maar er flitsen verschillende gevoelens door zijn ogen heen. Nu loopt hij toch echt weg, terwijl hij zijn handen door zijn haar laat gaat, maar voor de tweede keer blijven ze er even in zitten. Ik kijk hem na, ga niet meer achter hem aan maar loop ook nog niet weg. De hoop is er toch niet meer, maar kan ik dit echt wel laten gebeuren? Ik blijf herhalen dat ik hem toch niet nodig heb, maar het maakt het er toch niet beter op. "Maar vergeet niet dat ik mijn ego opzij heb gezet om jouw leven te redden en je te vertellen waarom..." Mijn stem breekt en abrupt draai ik me om. Ik had niet meer moeten praten Ik begin snel terug naar het kamp te lopen, zo zal ik Willow wel mee terug nemen. Het liefst ben ik even alleen, maar ik heb geen zin in vragen over waarom.


    Your make-up is terrible

    Willow Nastya Reyes
    Sage haalt lichtjes haar schouders op. 'Als ik jou zie, zie ik hem,' antwoordt ze. Ik besef dat ze gelijk heeft. Ik ben veel in de buurt van James, maar dat is omdat hij de enige is die een beetje normaal tegen me doet. Damien en Amberlynn zijn vast wel aardig, maar die lopen alleen maar met elkaar te kleffen. Sage is bijna altijd chagrijnig, dus dat is niet bepaald gezellig en ik weet wel zeker dat Xavier niet met me wíl praten. Als ik niet bij James zou zijn, dan zou ik alleen zijn, en aan dat gevoel heb ik echt een hekel.
    Als ik zeg dat James me allang iets aan het kunnen doen kijkt Sage mij bestuderend aan. 'Dat zou best es kunnen, dat wij er allemaal naast zitten en hij niets wilt doen, omdat hij het anders allang gedaan had. Ik heb geen idee wat zijn bedoelingen zijn en ik zou er ook niet op vertrouwen, eigenlijk. Je kan beter alles wantrouwen en dan tot de conclusie komen dat het best te vertrouwen valt dan alles vertrouwen en dan zijn avondmaal zijn,' vertelt ze. 'Het is niet goed om alles maar te wantrouwen,' mompel ik, ook al weet ik dat ze ergens een punt heeft. Athan vertrouwde ik eerst ook, maar het is wel gebleken dat ik dat beter niet had kunnen doen. Bovendien zorgt James een beetje voor me. Ik heb het altijd fijn gevonden als mensen dat deden, dan geven ze tenminste om je, ook al is dat bij James waarschijnlijk niet het geval. Ik snap niet waarom hij aardig tegen me doet, misschien heeft Sage dan toch gelijk...


    Erin Naveen Lightwood
    Hij grijnst kort. 'Ik ben niet diegene die lui is hoor,' zegt Andrei. Ik rol met mijn ogen. 'Ik heb ook nooit gezegd dat ik niet lui ben, dus: mond dicht,' meld ik hem. Vlak daarna zijn we bovenaan de trap aangekomen en zet hij me neer. Gelijk vraag ik hoever het lopen is waarop hij me aankijkt met een “I told you, you were lazy”- blik. 'Het duurt nog wel een uur,' grijnst hij. Ik zucht geïrriteerd. Serieus, nog een uur lopen? Waarom heeft die kerel niet gewoon een hutje genomen die overal wat dichterbij was in plaats van ergens in de middle of nowhere. De sukkel. 'Ik kan je ook weer charmant over mijn schouder gooien, weet je. Dan zijn we er sneller,' zegt hij. Ik schud gelijk mijn hoofd. 'Mooi niet,' brom ik. 'Dan ga je zeker weer aan mijn kont zitten. Nee dankje, ik pas daarvoor,' voeg ik er nog aan toe. 'Nou kom op, anders zijn we er morgen nog niet door jou,' gromt hij en hij begint alvast te lopen. Ik steek achter zijn rug, heel volwassen, mijn tong naar hem uit en loop dan toch maar achter hem aan. 'Het is niet mijn schuld als we er pas morgen zijn, dan had je maar een hut op een beter bereikbare plek moeten maken.' Ze zouden hier openbaar vervoer moeten hebben, of op z'n minst iets van een auto of fiets.

    [ bericht aangepast op 1 jan 2013 - 20:40 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Xavier Hush Gray, wetenschapper.
    Vragend kijkt hij mij aan, waarna ik zeg dat hij altijd bij Willow te vinden is. Verbaasd knippert hij met zijn ogen. “Vind je het gek, jij jaagt me weg met je gedrag.” Antwoord hij wat bits terug, waarop ik mijn mond iets beledigd open wilde laten vallen. Direct begin ik dan ook met terugpraten, want ik snap niet dat ik de hele tijd mijn mond heb gehouden voor hen. Zij deden dat duidelijk niet voor mij, zeiden ook telkens wat ze kwijt wilden. Nu was ik aan de beurt. “Ik jaag je helemaal niet weg met mijn gedrag. Dat gedrag komt, omdat je me niet serieus neemt en Willow en jij alles op me afschuiven.” Sis ik terug, iets harder dan überhaupt normaal is. Hoe durft hij het op mij af te schuiven?
          Hierna had ik me mijn rug naar hem toegekeerd, maar hij had me tegen zijn borstkas aan gedrukt door zijn armen over mijn middel te slaan. Toen liet hij los, begon ik weer te knarsetanden, waardoor hij wat stilletjes en verslagen de andere woorden begon uit te spreken. Dan vraag ik hem of hij wil weten wat ik denk, waarop hij stilletjes knikt. Ik ga verder met praten, maar dat komt meer op roepen uit. Er verschijnt gelijk een gekwetste en trieste uitdrukking op zijn gezicht, maar nog steeds laat ik me er niet invallen. Toch vraag ik me af waarom er dan een knagend gevoel in mijn buik komt, een soort schuldgevoel. Fijn, heeft hij dat ook weer voor elkaar gekregen. Ik ga gewoon door met praten en maak de knoopjes van mijn blouse dicht, terwijl ik doorheb hoe zijn blik er af en toe toch vluchtig naartoe glijd. Niet doen, niet doen, niet doen, speel ik als een soort mantra in mijn hoofd af, omdat ik weet dat ik heel wat anders kan doen.
          Mijn laatste woorden zeg ik en zijn blik is donkerder geworden, eveneens verdrietiger. Alsof het hem überhaupt kan schelen wat er met mij gebeurd. Hij heeft je leven gered, Xavier. Hij kon je ook laten sterven. zegt het stemmetje in mijn hoofd weer. Ik wil er echter niet naar luisteren, het is het stemmetje dat zegt dat ik hem een kans moet geven. Nee, gewoon nee. Dat gaat niet goed komen en bovendien, hij zal heus niet hetzelfde als ik voelen – de aantrekkingskracht, dat gedeelte. Vermijden is waarschijnlijk de beste optie, maar het gedeelte dat niet wilt dat hij weggaat, steekt de kop weer op. Het steekt me op dat moment dus ook heel erg als ik zijn volgende woorden hoor. “Oké. Als jij dat wilt zal ik dat doen.” Antwoord hij, waardoor ik eerst niet eens opmerk dat zijn stem schor klinkt en wat vreemd door de brok in zijn keel. “Ja,” zeg ik dan, het is duidelijk met hoeveel tegenzin ik dit nu zeg. Een gekwetste, verdrietige blik flitst er nu ook door mijn ogen. “Ik wil dat je weggaat.” Omdat ik er niet meer tegen kan, loop ik weg met de handen in mijn haar.
          “Maar vergeet niet dat ik mijn ego opzij heb gezet om jouw leven te redden en je te vertellen waarom…” Zijn stem breekt. Dit keer ben ik diegene die een brok in mijn keel heeft gevormd en ik blijf voor een enkele seconde stilstaan, om vervolgens om te draaien en naar hem te kijken. Hij loopt op dat moment weg. Kort sla ik mijn ogen verslagen neer en laat mijn handen naast me neer vallen. Mijn ademhaling is alleen nog maar erger en onregelmatig geworden, dit door het feit dat ik mijn emoties binnen probeer te houden. Het werkt niet, niets werkt en ik haat mezelf daarom. Hard bijt ik op mijn lip, totdat het pijn begint te doen en onbewust had ik mijn handen weer gebald. Waarom heeft hij mijn leven gered? Hij dacht dat ik wilde leven. Ik moet de machine maken en… bij hem blijven. Bij de rest, had hij er haastig achteraan gezegd. Waarom deed hij zo ontwapenend? Zo’n houding had hij en ik irriteerde me eraan, ook alleen maar omdat ik zo alleen nog maar meer tegen mijn emoties moest vechten. Het doet zo’n pijn, maar op de een of andere manier wil ik helemaal niet loslaten. Ik kan het niet. Ik ben zo verward dat ik er hoofdpijn van krijg. Eerlijk gezegd weet ik niet wat ik moet doen. Het denken aan James, ik haat dat, omdat hij nu al totaal niet meer uit mijn hoofd gaat. Nu loopt hij weg, in plaats van mij. Nu weet ik niet of ik hem achterna moet of hier doelloos moet blijven staan. Is het geen tijd om door te gaan, hem echt te vermijden en nu opnieuw te beginnen? Dat is wat ik wil, toch?
          “Je brengt alleen maar problemen mee!” schreeuw ik hem achterna, omdat ik er nu echt niet meer tegen kan. Het is duidelijk op mijn gezicht te zien, de tegenstrijdige gevoelens die het met zich mee brengt. “Ik weet niet of ik je moet haten of je moet missen!” Deze woorden gaan wat zachter, omdat ik eigenlijk niet wil dat hij het hoort. Mijn blik is dan ook afgewend omdat ik bang ben dat hij de emoties in mijn ogen ziet. “Mijn echte gedachten kan ik je niet zeggen, dan zal je me toch alleen maar uit gaan lachen… Ik zal mezelf alleen maar voor schut zetten, maar..” Ik doe mijn mond weer open om te praten, maar er komen geen woorden uit, dus sluit ik het snel en knarsetand iets verslagen. “Ik weet dat er meer is dan je wil toegeven… Jij…” komt er dan alleen uit, zachtjes en mijn ogen nog weg gedwaald naar de grond. Opeens stond ik er als een klein kindje bij, een verdrietige en gebroken blik.

    Andrei / Lilith, wezen.
    Ze rolt met haar ogen. “Ik heb ook nooit gezegd dat ik niet lui ben, dus: mond dicht,” meld ze mij, waarop ik diep zucht en haar met mijn meest dodelijke blik aan kijk. “Ze heeft ook nog praatjes, zeg…” Meld ik dan, een neppe lieflijke glimlach op mijn lippen. “Nee, ik houd mijn mond niet dicht.” Stom kind, snapt ze dan niet dat ik haar nu al kan vermoorden als ik wil? Daarna waren we al bovenaan gekomen, had ik haar neer gezet.
          Geïrriteerd zucht ze. Gelooft ze nu echt dat het een uur duurt voor we er waren? Duivel, ze is echt ongelooflijk naïef zeg. Op mijn vraag schud ze direct haar hoofd, wat ik al verwacht had. “Mooi niet,” bromt ze. “Dan ga je zeker weer aan mijn kont zitten. Nee dank je, ik pas daarvoor.” Voegt ze nog toe. Ik haal nonchalant mijn schouders op. “Oké, wat jij wilt. Mij boeit het niet.” Zeg ik haar dan, ik kijk haar allang niet meer aan en begin te lopen.
          Ze begint achter me aan te lopen. “Het is niet mijn schuld als we er pas morgen zijn, dan had je maar een hut op een beter bereikbare plek moeten maken.” Ik rol mijn ogen. “Tuurlijk Erin, je hebt helemaal gelijk natuurlijk. Het is maar goed dat jij er nu bent.” Zeg ik, overduidelijk sarcastisch, terwijl ik iets sneller begin te lopen. Het begint me te irriteren, dus ik zal haar straks gewoon over mijn schouder gooien. O, en waarschijnlijk iets geven waardoor ze haar mond houd. Of ze het wil slikken of niet, ze krijgt het. “Dan moet jij nu maar doorlopen, want het mensentempo is zo langzaam. Zeker dat van jou.” Meld ik haar kortaf.

    [ bericht aangepast op 1 jan 2013 - 21:34 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Sage Evangeline Clark

    "Het is niet goed om alles maar te wantrouwen." mompelt ze, ook al zie ik de herkenning in haar ogen. Ik haal lichtjes mijn schouders op en kijk daarna even om me heen. Ze zijn allemaal weg, alleen Amber en Damien niet. Ik heb geen zin in hun gezeur, nooit niet. Ik had heus wel gehoord hoe ze zei dat ze hem geloofde, maar hij is een ontzettende klootzak. Hierna schuif ik wat om het vuur heen, dichterbij Willow. Ik heb amper een woord met haar gewisseld in de dagen dat we hier zaten en wat ik heb gezegd is ook niet echt goed geweest. Ik kreeg er alleen wat van dat we net hier gestrand waren, je ergste nachtmerrie. "Dan moet je onderscheid maken tussen wat je moet vertrouwen en wat niet, maar wees voorzichtig." waarschuw ik haar serieus. "De meesten hier zijn al niet te vertrouwen, laat staan degene die niet met ons mee gekomen zijn." zeg ik op een wat gedempte toon tegen haar.

    James - wezen

    "Ik jaag je helemaal niet weg met mijn gedrag. Dat gedrag komt, omdat je me niet serieus neemt en Willow en jij alles op me afschuiven." sist hi terug, iets harder dan überhaupt normaal is. Ik ben echt boos om die uitspraak, blijkbaar heeft hij echt niet door hoe hij kan doen af en toe. Toch houd ik mijn mond, anders word het toch een irritant gebekvecht en beschuldigingen die over en weer gegooid worden, iets waar ik op het moment heel weinig zin in heb. Misschien had ik hier wel helemaal nooit heen moeten gaan.
    "Ja," zegt hij dan, het is duidelijk met hoeveel tegenzin hij dit nu zegt, wat ik niet helemaal had verwacht. Een gekwetste, verdrietige blik flitst er nu ook door zijn ogen. "Ik wil dat je weggaat." Wilt hij dat echt? Het lijkt anders te zijn, maar hij loopt zelf al weg. Toch moet ik nog iets zeggen, waarna ik zelf weg begin te lopen. Ik kan hier niet meer zijn, zeker niet als hij zegt dat hij het niet meer wilt. "Je brengt alleen maar problemen mee!" schreeuwt hij me achterna, waardoor ik tot stilstand kom, maar me nog niet omdraai. Wat wilt hij nu dat ik doe? Opnieuw ruzie ga maken? Ik word er moe van. "Ik weet niet of ik je moet haten of je moet missen!" Deze woorden gaan wat zachter en nu besluit ik me toch om te draaien, maar de blik van Xavier is afgewend.
    Mijn echte gedachten kan ik je niet zeggen, dan zal je me toch alleen maar uit gaan lachen… Ik zal mezelf alleen maar voor schut zetten, maar.." Hij doet zijn mond weer open om te praten, maar er komen geen woorden uit, dus sluit hij het snel en knarsetand iets verslagen, terwijl ik hem hoopvol blijf aankijken. "Ik weet dat er meer is dan je wil toegeven… Jij…" komt er dan alleen uit, zachtjes en zijn ogen nog weg gedwaald naar de grond. Opeens staat hij er als een klein kindje bij, een verdrietige en gebroken blik. "Ik wat, Xavier?" vraag ik zacht, terwijl ik aarzelend naar hem terug loop. "Waarom denk je dat ik je uit zal lachen? Jij zou mij juist uit moeten lachen om hoe belachelijk ik ben en elke keer achter je aankom, wat er ook is. Omdat ik altijd met je wil praten, of je nou schreeuwt of niet. Soms lok ik het zelfs uit zodat ik tenminste een reactie krijg en je me niet negeert." beken ik.
    Ik weet nu van zijn verwarring, dat hij het zelf niet meer weet. Hij wilt dat ik wegga, maar ook dat ik blijf. Ik wil blijven, niets anders. Ik weet wat ik wil en ik wil ook dat hij dat wilt. "Je mag me best missen." mompel ik en ik kom nog dichterbij, heel dichtbij. Ik overbrug de afstand tussen ons in enkele seconden, nu ik weet dat hij het eigenlijk wel wilt, anders zou hij niet twijfelen, toch? Ergens weet ik heus wel dat ik dit niet moet doen, maar ik pak hem toch vast in mijn armen en trek hem tegen me aan. "Zeg me alsjeblieft wat je echt voelt, niet wat je vind dat je moet voelen." fluister ik zacht terwijl ik mijn neus in zijn haar duw en er aan ruik. Deze geur leer ik steeds beter kennen.


    Your make-up is terrible

    Erin Naveen Lightwood
    Andrei zucht en kijkt me aan met aan dodelijke blik. 'Ze heeft ook nog praatjes, zeg…' zegt hij met een neppe, lieflijke glimlach op zijn volle lippen. 'Nee, ik houd mijn mond niet dicht.' Ik rol met mijn ogen. 'Zeur dan tenminste niet zo,' brom ik.
    Hij haalt nonchalant zijn schouders op. 'Oké, wat jij wilt. Mij boeit het niet.' Goh, wat een schokker. Weer iets wat hem niet boeit. Hij is net zo emotieloos als een steen. Ik vraag me af of hij instaat is te lachen. Waarschijnlijk niet.
    Andrei rolt met zijn ogen als ik zeg dat hij zijn hut maar op een beter bereikbare plek neer had moeten zetten. 'Tuurlijk Erin, je hebt helemaal gelijk natuurlijk. Het is maar goed dat jij er nu bent,' zegt hij sarcastisch en hij begint sneller te lopen. 'Dan moet jij nu maar doorlopen, want het mensentempo is zo langzaam. Zeker dat van jou,' meldt hij mij kortaf. Ik aap hem na met een kinderachtig stemmetje. Lul. Daarna trek ik zijn jas uit en gooi ik die op de grond, waar ik gelijk spijt van krijg omdat het met jas aan echt een stuk warmer is. 'Stik erin. Ik ga naar het kamp,' zeg ik.


    Willow Nastya Reyes
    Sage schuift, om het vuur heen, dichter naar me toe. 'Dan moet je onderscheid maken tussen wat je moet vertrouwen en wat niet, maar wees voorzichtig,' waarschuwt ze me op een serieuze toon. 'De meesten hier zijn al niet te vertrouwen, laat staan degene die niet met ons mee gekomen zijn,' vervolgt ze op een gedempte toon. Ik haal mijn schouders op. 'Ik weet dat ik voorzichtig moet zijn met wie ik wel, en met wie ik niet kan vertrouwen,' mompel ik. Maar de waarheid is dat ik niemand vertrouw, als ik James niet meer vertrouw. Op dit moment is hij de enige die ik een beetje vertrouw.
    Ik zit te twijfelen of ik hem moet zeggen dat het misschien toch handiger is dat ik niet bij hem in de grot blijf, waarom ik dat wil zal ik waarschijnlijk helemaal niet zeggen. Ik zie hem er nog wel voor aan mij dan uit te lachen. Ik zou alleen weten waar ik dan zou moeten slapen. Bij het kamp, maar volgens ben ik hier niet meer echt welkom. Doordat ik met James omga zien ze me als een overloper. Ik zucht zacht en laat mijn hoofd op mijn knieën rusten, hopend dat Xavier en James snel terugkomen.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Xavier Hush Gray, wetenschapper.
    Hij is tot stilstand gekomen toen ik begon te roepen, maar hij draait zich nog niet om. Misschien maar goed ook, want anders was ik waarschijnlijk stil gevallen, iets wat toch wel gaat gebeuren, denk ik. Ik ben al opgelucht als hij stil is gestaan, hij kon ook gewoon doorlopen en dan zat ik er al helemaal mee. Na de woorden dat ik niet weet of ik hem moet haten of missen, besluit hij zich toch om te draaien, maar mijn blik is al afgewend. Dat laat me even onzeker voelen, maar toch praat ik verder, doe alsof ik het gewoon tegen mezelf heb, zoals ik in mijn gedachten doe, en hij er niet is. Hierbij knijp ik ook even mijn ogen dicht, het helpt echter niet, dus open ik ze weer.
    Ik knarsetand iets verslagen als mijn woorden niet meer uit mijn mond willen komen, ik niet precies meer weet hoe ik het wil zeggen. Zo mis ik ook de hoopvolle blik die James in zijn ogen heeft, aangezien ik nog altijd mijn blik heb afgewend. Zijn blik wil ik niet zien, het is al erg en beschamend genoeg dat ik dit deel überhaupt heb toe gegeven. Kort schrik ik dan ook duidelijk als ik opeens zijn stem weer hoor, een diepe, zware, maar erg aanlokkelijke stem voor mij. “Ik wat, Xavier?” vraagt hij zacht. Wanneer hij mijn naam zegt, gaat er een rilling over mijn ruggengraat heen. Nu durf ik iets naar hem op te kijken, maar antwoord nog steeds niet. Aarzelend loopt hij naar me toe.
    “Waarom denk je dat ik je uit zal lachen? Jij zou mij juist uit moeten lachen om hoe belachelijk ik ben en elke keer achter je aankom, wat er ook is. Omdat ik altijd met je wil praten, of je nou schreeuwt of niet. Soms lok ik het zelfs uit zodat ik tenminste een reactie krijg en je me niet negeert.” Bekent hij. Ik schud mijn hoofd, maar kijk wel verbaasd op als hij het laatste bekent. “Nee, ik wil juist dat je me achterna komt…” geef ik dan zachtjes toe, hopend dat hij dat niet heeft gehoord. “Waarom wil je persé een reactie van me? Ik snap het niet meer, ik weet niet meer wat ik moet doen….” Dit gedrag van mij laat me ongemakkelijk voelen, het voelt niet zoals mijn oude vertrouwde en vooral afstandelijke-ik.
    “Je mag me best missen.” Mompelt hij en komt nog dichterbij, heel dichtbij. Mijn adem stokt duidelijk en mijn ogen verwijdden zich iets. Maar ik blijf staan op de plek waar ik sta, want ergens wil ik zijn aanraking weer voelen en zo dichtbij hem staan. Dan overbrugt hij de afstand tussen ons in enkele seconden en pakt me vast in zijn armen, trekt me tegen zich aan. Een kleine zucht verlaat mijn lippen, omdat ik onbewust mijn adem in had gehouden. “Zeg me alsjeblieft wat je echt voelt, niet wat je vind dat je moet voelen.” Fluistert hij zacht terwijl hij zijn neus in mijn haar duwt. “Alleen als jij verteld wat je nu echt van me vind…” fluister ik net zo zacht terug, terwijl ik dit keer niet stil blijf staan en mijn armen om zijn middel sla. Ik laat mijn handen over zijn rug naar boven gaan, langzaam, waarna ik nog iets dichter tegen hem aan ga staan om vervolgens mijn gezicht in zijn nek te plaatsen.

    Andrei / Lilith, wezen.
    Erin rolt met haar ogen. “Zeur dan tenminste niet zo,” bromt ze. “Zo, de pot verwijt de ketel dat tie zwart ziet.” Zeg ik dan, iets gehumeurd. Hierna haal ik mijn schouders nonchalant op en zeg haar dat het mij niet boeit. Ze zegt niets, blijft stil, waardoor ik ook harder begin te lopen en haar zeg dat ze een sloom tempo heeft. Nou, de mensen hebben een sloom tempo, maar zij nog meer. Hierop zegt ze niets en merk ik op hoe ze mijn jas uittrekt en die op de grond gooit, waarop ik snuif en begin te grinniken. Ze zal het nog wel koud krijgen, wetende hoe koud het hier is voor een mens. Ik blijf stilstaan als ik haar volgende woorden hoor. “Stik erin. Ik ga naar het kamp.” Zegt ze. Oké, nu is het tijd, denk ik. Ik grijns dan ook iets en snel eerst op mijn jas af, voordat ik haar op pak en opnieuw over mijn schouder gooi.
    “Prima, ik breng je wel even.” Zeg ik grijnzend, wat natuurlijk niet waar is. Ik ben niet gek, als ik wil dat ze iets doet of ergens heen gaat, laat ik haar dat doen. Bij mij heeft ze echt geen keuze zelf hoor, als ze dat soms dacht. Na een kleine minuut ben ik er al en laat haar op de grond vallen alsof ze een stuk vuil is. Mijn hut is zeker heel hoog boven de grond, dus ze zal sowieso niet zomaar naar beneden kunnen. En als ze denkt dat het gewoon op de grond staat, zal ze te pletter vallen. “Pfft, dat was me een ritje wel zeg. Wat wilde ik ook alweer doen?” murmelde ik, meer tegen mezelf dan tegen haar. “O ja!” Ik pakte een donkerkleurig flesje uit een grote kast en draaide me grijnzend naar Erin om.

    [ bericht aangepast op 1 jan 2013 - 23:09 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    James - wezen

    Xavier schud zijn hoofd na mijn woorden, maar kijkt wel verbaasd op. Lijkt me logisch, zelfs ik ben verbaasd dat ik zoiets gezegd heb. Ik had het zelf amper door dat ik het om een reactie deed, maar nu valt het allemaal zo'n beetje op z'n plek. "Nee, ik wil juist dat je me achterna komt…" geeft hij dan zachtjes toe, waardoor ik moet glimlachen. Dat is wel fijn om te horen, zo doe ik het eigenlijk niet voor niets. Ben ik geen stomme puppy voor Jan lul. "Waarom wil je persé een reactie van me? Ik snap het niet meer, ik weet niet meer wat ik moet doen…." Ik aarzel even voor ik antwoord geef. "Omdat ik graag met je praat en dan heb ik een reden om bij je in de buurt te zijn. Daarom neem ik Willow ook steeds terug mee naar het kamp." zeg ik zacht en ik kijk naar de grond. Het is niet zo dat ik Willow daarom constant bij me heb, ik vind het gewoon leuk om met haar rond te hangen, maar dat zal hij toch wel verkeerd opvatten, zoals het meeste wat met haar te maken heeft.
    Hierna mompel ik dat hij me best mag missen en kom ik dichterbij. Zijn adem stokt en zijn ogen verwijden zich als reactie, waardoor ik al helemaal niets anders wil dan hem aanraken en het gewoon doe. Als hij het echt niet wilt zegt hij het wel. Ik fluister dat hij het gewoon moet zeggen en ik moet toegeven dat ik het antwoord ook echt heel graag wil weten. Ik wil weten waar ik nu aan toe ben en wat ik kan verwachten, maar zijn geur zorgt er ook voor dat ik niet zo goed meer aan andere dingen kan denken. Het vertroebeld mijn gedachten op een manier die ik lang niet meer heb meegemaakt, misschien maar een enkele keer.
    "Alleen als jij verteld wat je nu echt van me vind..." fluistert hij net zo zacht terug, terwijl hij dit keer niet stil blijft staan of verstijfd, maar zijn armen om mijn middel slaat. Hij laat zijn armen over mijn rug naar boven gaan, langzaam en op een manier waardoor er meerdere, verlangende rillingen over mijn lichaam gaan, waarna hij nog iets dichter tegen mij aan gaat staan om vervolgens zijn gezicht in mijn nek te plaatsen. Ik wil wel antwoorden, maar hierdoor kan ik toch even niet nadenken en volgt er een stilte, terwijl ik mijn armen wat steviger om hem heen sluit. Het is best vreemd om in zo'n omhelzing te staan met een jongen. Hij ruikt anders dan vrouwen, maar niet minder lekker. Ik voel geen vrouwelijke vormen, geen borsten en zijn schouders zijn een heel stuk breder. Ook is hij gelijk een stuk groter dan de meeste vrouwen, ook dan Willow natuurlijk.
    "Wat ik echt van je vind..." herhaal ik zijn woorden langzaam. "Het nadenken is zo lastig nu, op deze manier." murmel ik, doelend op de innige omhelsing waarin wij nu staan. "Ik ken je nog niet echt, maar wat ik nu van je ken vind ik echt..." Ik kan het juiste moment niet vinden. "Het geeft me de drang om meer van je te leren kennen omdat dit al geweldig is. Zelfs je geruzie en alles wat erbij hoort. Je hebt een vreemde aantrekkingskracht." antwoord ik dan, langzaam en nadenkend over mijn woordkeuze. "Nu jij." murmel ik en ik lijk wel iets verlegen te klinken, een klank in mijn stem die me absoluut onbekend is. Wat is er toch aan de hand met mij, waar is het mis gegaan? Heb ik deze mensen anders benaderd dan de rest? Nee, volgens mij niet. Ik weet niet wat er gebeurd is waardoor ik zo dichtbij ze gekomen ben. Waarschijnlijk is het die vreemde aantrekkingskracht van Xavier.


    Your make-up is terrible

    Erin Naveen Lightwood
    Wanneer ik zijn jas uittrek en die op de grond gooi hoor ik Andrei snuiven en grinniken. Hij grijnst iets als ik heb gezegd dat ik naar het kamp ga en dat hij er in kan stikken. Hij raapt zijn jas op, waarna hij mij vastpakt en over zijn schouder gooit. 'Prima, ik breng je wel even,' grijnst hij. 'Ben je doof? Ik heb gezegd dat ik wil dat je dit niet meer doet,' grom ik geïrriteerd. 'Dus, zet me neer verdomme.' Hij luistert natuurlijk niet en begint op een hoog tempo te rennen, waarbij ik mijn ogen weer dicht knijp.
    Een minuut later laat hij me op de grond vallen. 'Jezus christus klootzak,' vloek ik. 'Je kan me ook wel normaal neerzetten in plaats van me te gooien. Ik weet wel zeker dat ik nu een blauwe plek op mijn kont heb.' Als ik op me heen kijk zie ik dat we niet bij het kamp zijn. 'En volgens mij ben je behalve doof, ook nog eens blind. Dit is het kamp niet.' Ik krabbel overeind, en wil zijn hut uitlopen maar blijf verstijfd staan als ik merk dat zijn hut hoog boven de grond is. Tuurlijk, waarom ook niet.
    ' Pfft, dat was me een ritje wel zeg. Wat wilde ik ook alweer doen?' murmelt Andrei, meer in zichzelf dan tegen mij. 'O ja!' hij pakt een donkerkleurig flesje uit een kast, en draait zich om met een grijns op zijn gezicht. 'Kijk niet zo eng, het maakt je er niet knapper op,' mompel ik.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Xavier Hush Gray, wetenschapper.
    Shit, hij heeft het toch gehoord, bedenk ik me als hij een glimlach op zijn gezicht krijgt. Dan vraag ik hem waarom hij een reactie van mij wil, omdat ik het niet meer snap en ook niet meer weet wat ik moet doen. Het is duidelijk dat hij aarzelt, voordat hij antwoord geeft. “Omdat ik graag met je praat en dan heb ik een reden om bij je in de buurt te zijn. Daarom neem ik Willow ook steeds terug mee naar het kamp.” Zegt hij zacht en kijkt naar de grond. Het begint een beetje bij me op z’n plek te vallen, nu snap ik iets meer van James, maar er zijn nog steeds genoeg vragen die onbeantwoord blijven. Ik knik alleen eventjes, terwijl ik iets hum.
    Hierna mompelt hij dat ik hem best mag missen en komt dichterbij. Mijn adem stokte en mijn ogen verwijdden zich. Terwijl hij fluistert dat ik het gewoon moet zeggen, probeer ik helder na te denken, wat niet echt gaat nu we elkaar zo omhelzen. Ik fluister terug dat ik het alleen vertel als hij zegt wat hij nu echt van me vind, terwijl ik mijn armen om zijn middel sla en deze naar boven laat gaan over zijn rug. Ik merk op hoe er meerdere rillingen over zijn lichaam gaan toen ik dit deed, maar ik weet niet echt hoe ik deze nu op moet vatten en ga toch iets dichter bij hem staan. Zijn geur ruik ik toen ik mijn gezicht in zijn nek legde.
    Het blijft even stil, waardoor ik me afvraag of hij het deze keer wel heeft gehoord en of hij nu expres stil blijft. Dus frons ik even, maar wanneer hij zijn armen wat steviger om mij heen sluit, gaat er een aangename tinteling door mijn lijf en laat ik mijn ene hand nog iets over zijn rug dwalen. “Wat ik echt van je vind…” herhaalt hij langzaam, uiteindelijk. Ik moet zeggen dat ik erg nieuwsgierig ben naar zijn antwoord en het ook bijna niet meer heb, zo graag wil ik zijn antwoord horen. Misschien word ik wel teleurgesteld door zijn antwoord, ik moet mezelf ook niet zoveel hoop in blazen. Het blijft een vrouwenman, zelfs als wezen. “Het nadenken is zo lastig nu, op deze manier.” Murmelt hij, doelend op de innige omhelzing waarin wij nu staan. Zijn woorden laten me toch iets slechter voelen en ik neem met tegenzin van hem afstand, laat mijn handen al los van zijn rug. “O, wil je afstand?” vraag ik, duidelijk met die tegenzin erin, maar ik probeer het voor hem te maskeren. Hij heeft er vast geen zin in dat gezeur aan te horen van mij.
    “Ik ken je nog niet echt, maar wat ik nu van je ken vind ik echt…” Mijn oren spits ik iets op zijn antwoord, terwijl ik mijn adem inhoud voor zijn woorden. Wat vindt hij van mij? “Het geeft me de drang om meer van je te leren kennen omdat dit al geweldig is. Zelfs je geruzie en alles wat erbij hoort. Je hebt een vreemde aantrekkingskracht.” Antwoord hij dan, langzaam en nadenkend, waarschijnlijk over zijn woordkeuze. Wil hij daarom het zo graag uitlokken? Dan moet hij wel heel graag bij mij in de buurt zijn… als hij zelfs ruzie al oké vind om even bij mij in de buurt te zijn. Een glimlachje begint er op mijn lippen te dwalen, terwijl ik toch weer mijn armen om hem heen leg. “Nu jij.” Murmelt hij en lijkt wel iets verlegen te klinken, iets wat raar in mijn oren klinkt bij hem. “Goed,” begin ik dan, instemmend, waarbij ik zelfs iets knik, maar slik dan de brok in mijn keel weg. Waarom moet ik het nu zeggen? Ik wil het niet, straks lacht hij me wel uit, hoewel hij zei van niet. Alleen de andere kant wil het er heel graag uitschreeuwen wat ik van hem vind. Oké, ik doe het. Gewoon heel snel de woorden achter elkaar, dan is het eruit.
    “Je hebt een bepaalde aantrekkingskracht en ik probeerde je hierdoor te vermijden, omdat ik niet zeker weet wat ik erbij moet voelen. Het verward me en op de meest onzinnige momenten sluip je weer mijn gedachten in…” begin ik dan, achter elkaar aan ratelend, waarbij ik mijn blik niet naar hem richt maar ergens anders naar kijk. Ik kan zijn blik nu gewoon niet aanzien, omdat ik het dan helemaal niet meer durf te zeggen. “Ik wil je niet in mijn gedachten, ik haat het, ik haat dit hele gedoe en ik weet niet hoe ik me bij je voor moet doen. Maar het andere deel wil je wel in mijn gedachten en… en… je…” Mijn adem stokt weer als ik me bedacht wat ik wilde zeggen en ik kijk hem verlegen aan. Een dieprode kleur komt er op mijn wangen terecht, terwijl ik toch verder murmel. Zo zacht dat het bijna onhoorbaar word. “Aanraken…” Ik blijf voor een seconde zo staan, maar schud dan hard mijn hoofd opnieuw en maak me los uit zijn greep. “N-nee. Je blijft voor de vrouwen kiezen, i-ik moet… het vergeten, mezelf dwingen je te vermijden en afstandelijk zijn.” Ik loop naar achter, bots tegen een boom en knijp mijn ogen dicht, terwijl ik mijn slapen probeer te masseren. Alles probeer ik er weer uit te zetten.

    Andrei / Lilith, wezen.
    “Ben je doof? Ik heb gezegd dat ik wil dat je dit niet meer doet.” Gromt ze geïrriteerd, maar ik zet haar nog steeds niet neer. “Dus, zet me neer verdomme.” Natuurlijk luister ik niet naar haar, het is een nietig en vooral erg irritant mens, die bovendien snel opgegeten word als ze haar mond niet dichthoud. Gelukkig heb ik daar iets op gevonden. Ik was al op een hoog tempo aan het rennen, waarna ik haar op de grond laat vallen.
    “Jezus christus klootzak,” vloekt ze, waarop ik zacht moet grinniken, wel iets in de kwaadaardige trant. “Je kan me ook wel normaal neerzetten in plaats van me te gooien. Ik weet wel zeker dat ik nu een blauwe plek op mijn kont heb.” Ik lik even over mijn tanden, maar kijk niet naar haar en ga gewoon verder met wat ik ook alweer zocht. “Hm, wat wil je dat ik eraan doen? Naar die blauwe plek kijken?” vraag ik haar, maar het is helemaal niet pervers gevraagd, eerder emotieloos en ongeïnteresseerd.
    “En volgens mij ben je behalve doof, ook nog eens blind. Dit is het kamp niet.” Ze krabbelt overeind en wil de hut uitlopen, maar blijft verstijfd staan als ze merkt dat de hut hoog boven de grond is. Hierdoor lach ik wel even kort, echter is het vooral humorloos, hoewel ik de humor er eigenlijk wel in kan zien. Ik murmel gewoon verder en kijk opnieuw om me heen, waarna ik een donkerkleurig flesje uit een kast pak en mezelf omdraai met een grijns op mijn gezicht. “Kijk niet zo eng, het maakt je er niet knapper op.” Mompelt ze.
    Ik haal alleen mijn schouders op en mijn grijns word expres iets breder, dit keer meer sluwer, terwijl ik op haar afloop met het flesje en haar gemakkelijk tegen een houten muur druk van mijn hut. Er liggen geen botten of iets, ik ben niet zo slordig als James. De botten had ik netjes opgeruimd en het bloed dat ik overhad, zat in flessen in een andere kast. “Ik weet dat ik knap ben.” Zeg ik, een arrogante toon in mijn stem. "Daar heb ik jou opmerkingen of meningen niet voor nodig.” Toen bracht ik het flesje naar haar lippen en drukte deze er stevig tegenaan.

    [ bericht aangepast op 2 jan 2013 - 0:13 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    James - wezen

    Als ik probeer uit te leggen waarom ik zo doe, knikt hij alleen terwijl hij iets humt, goed dat moet dus goed genoeg zijn want hij begrijpt het. Dat is tenminste iets... Ik knik alleen eventjes, terwijl ik iets hum. Als ik mijn armen wat steviger om hem heen sla, laat hij zijn ene hand nog iets over mijn rug dwalen, wat aangenaam aan voelt, maar ook enorm afleidend. Ik murmel deze omhelzing ervoor zorgt dat ik moeilijker na kan denken en dan neemt hij plots wat afstand van hem, zijn handen gaan los van mijn rug. "O, wil je afstand?" vraagt hij, duidelijk met die tegenzin erin. Hierdoor kijk ik hem iets verbaasd aan. "Het is aangenaam, maar afleidend." verduidelijk ik. "Ik kan mijn woorden zo niet goed formuleren, dus afstand is misschien wel handiger..." Ook in mijn stem klinkt de tegenzin door, maar ik laat hem wel even los.
    Hij houd zijn adem in als ik uit begin te leggen en lijkt enorm nieuwsgierig. Dat ben ik ook naar zijn antwoord, daarom probeer ik het eruit te krijgen, zo goed mogelijk zodat het verder geen vragen oplevert. Een glimlachje begint er op zijn lippen te dwalen, terwijl hij toch weer mijn armen om mij heen legt en ik mijn armen gelijk weer om hem heen sla. Gelukkig, dat is dus blijkbaar goedgekeurd. Ik murmel gelijk dat hij nu moet, eigenlijk wil ik het nu echt wel weten en ik schaam me dood voor mijn eigen antwoord. "Goed." begint hij dan, instemmend, waarbij hij zelfs iets knikt, maar slikt dan de brok in zijn keel weg. Ik vind het knap van hem dat hij nu wel kan nadenken, maar ik voel me net een beginner doordat dit eerste keer is dat ik mijn gevoelens opbiecht over iets, of ze überhaupt heb. Natuurlijk had ik die ook wel voor Elena, maar zij is een vrouw en dat is al zeker 300 jaar geleden.
    "Je hebt een bepaalde aantrekkingskracht en ik probeerde je hierdoor te vermijden, omdat ik niet zeker weet wat ik erbij moet voelen. Het verward me en op de meest onzinnige momenten sluip je weer mijn gedachten in…" begint hij dan, achter elkaar aan ratelend, waarbij hij zijn blik niet naar mij richt maar ergens anders naar kijkt. "Ik wil je niet in mijn gedachten, ik haat het, ik haat dit hele gedoe en ik weet niet hoe ik me bij je voor moet doen. Maar het andere deel wil je wel in mijn gedachten en… en… je…" Zijn adem stokt weer en hij kijkt me verlegen aan. Ik weet niet of ik het wel wil weten, de rest klinkt ook niet al te goed. Een dieprode kleur komt er op zijn wangen terecht, terwijl hij toch verder murmelt. Zo zacht dat het bijna onhoorbaar word. "Aanraken…" Hij blijft voor een seconde zo staan, maar schud dan hard zijn hoofd opnieuw en maakt zich los uit mijn greep, waardoor ik teleurgesteld los laat. "N-nee. Je blijft voor de vrouwen kiezen, i-ik moet… het vergeten, mezelf dwingen je te vermijden en afstandelijk zijn." hij loopt naar achter, bots tegen een boom en knijpt zijn ogen dicht, terwijl hij zijn slapen probeer te masseren.
    "Verdomme, Xavier." mompel ik en ik zucht. "Ik biecht hier van alles op en jij maakt je zorgen dat ik voor vrouwen ga kiezen?" vraag ik ongelovig. "Er moet vast iets anders mis zijn, waarschijnlijk dat jij deze hele situatie haat, bijvoorbeeld. Je wilt me helemaal niet toelaten, je laat me dichterbij komen om me vervolgens weer pijnlijk van je af te duwen. En weet je? Elke keer word het pijnlijker." Ik bal kwaad mijn vuisten en wend mijn blik van hem af. "Volgens mij is dat deel wat mij wel in je gedachten wilt te klein, maar zeg het me dan nu." Ik richt mijn blik abrupt weer op hem, mijn ogen vlammen van de woede, maar dat is het niet enige. Er zit genoeg verlangen in, verlangen naar hem en naar zijn aanraking.
    Ik haal eens diep adem om weer rustig te worden en leun tegen de dichtstbij zijnde boom aan. "Weet je, Xavier." begin ik dan, terwijl ik al minder kwaad ben. "Vandaag heb ik een andere jongeman gekust, om te testen of ik echt op mannen zou vallen. Ik vond er werkelijk niets aan, maar toch word ik zo naar jou getrokken. Misschien omdat die gozer jou nergens in kan evenaren, maar je hebt wel gelijk. Ik zal altijd voor de vrouwen gaan, op jou na. Toen ik Willow eerder vandaag had, het ging zo snel, maar ik kon vooral aan jou denken en alles met jou vergelijken. Je zit constant in mijn hoofd en ik kan niet eens meer normaal achter vrouwen aan!" Ja, nu kan het er net zo goed allemaal uit, hij wilt toch al niets meer. Dus waarom zou ik dit voor hem achter houden?


    Your make-up is terrible

    Xavier Hush Gray, wetenschapper.
    Verbaasd kijkt hij me aan doordat ik vroeg of hij afleiding wilde. “Het is aangenaam, maar afleidend.” Verduidelijkt hij. “Ik kan mijn woorden zo niet goed formuleren, dus afstand is misschien wel handiger…” In zijn stem klinkt enige tegenzin door, maar laat me toch even los. Ik mis zijn aanraking nu al, maar misschien kan ik dat beter nog even voor me houden. Na zijn uitleg, glimlach ik iets en leg ik mijn armen weer om hem heen, waardoor hij die van hem gelijk weer om mij heen slaat. Ik begin na hem uit te leggen, ratelend, wat ik van hem denk en wat er is. Alleen naarmate ik verder ga, gaat het steeds langzamer en uiteindelijk stokt mijn adem weer. Ik blijf voor een seconde zo staan als ik het laatste woord over mijn lippen heb geperst, maar schud dan hard mijn hoofd en maak me los uit zijn greep. Er is nog vaag bij me door gekomen dat hij me teleurgesteld los laat, maar ik ben nu te druk bezig om het weer eruit te bannen. Ik begin allerlei dingen te murmelen, loop naar achter en bots tegen een boom aan, terwijl ik mijn ogen dichtknijp terwijl ik mijn slapen probeer te masseren.
    “Verdomme, Xavier.” Mompelt James en hij zucht. “Ik biecht hier van alles op en jij maakt je zorgen dat ik voor vrouwen ga kiezen?” vraagt hij ongelovig, echter houd ik nog altijd mijn ogen dicht. Ik wil hem niet zien en weer verleid worden door die vreemde aantrekkingskracht. “Er moet vast iets anders mis zijn, waarschijnlijk dat jij deze hele situatie haat, bijvoorbeeld. Je wilt me helemaal niet toelaten, je laat me dichterbij komen om me vervolgens weer pijnlijk van je af te duwen. En weet je? Elke keer word het pijnlijker.” Nu schieten mijn ogen open bij deze woorden en ademloos kijk ik hem aan. Stotterend begin ik te praten. “W-wat?” Ik kijk verwilderd toe hoe hij kwaad zijn vuisten balt en zijn blik van me afwend. “Volgens mij is dat deel wat mij wel in je gedachten wilt te klein, maar zeg het me dan nu.” Ik schud mijn hoofd weer, nu wilder. Nee, die is juist te groot! Ik probeerde het alleen voor jou in te houden, omdat ik dacht dat je het niet wilde, mij niet! Ik deed het alleen voor jou… wil ik hem toeschreeuwen. Mijn mond staat al open, maar de woorden komen er niet uit.
    Deze sluit ik ook als hij zijn blik abrupt op mij richt, eveneens slik ik een brok uit mijn keel weg. Zijn ogen vlammen van de woede, maar dat is niet het enige. Verlangen, dat zit er nog meer in en bevroren blijf ik naar zijn blik staren. James haalt diep adem en leunt tegen de dichtstbijzijnde boom aan. “Weet je, Xavier.” Begint hij dan, terwijl hij al minder kwaad is, lijkt het. “Vandaag heb ik een andere jongeman gekust, om te testen of ik echt op mannen zou vallen. Ik vond er werkelijk niets aan, maar toch word ik zo naar jou getrokken. Misschien omdat die gozer jou nergens in kan evenaren, maar je hebt wel gelijk. Ik zal altijd voor de vrouwen gaan, op jou na. Toen ik Willow eerder vandaag had, het ging zo snel, maar ik kon vooral aan jou denken en alles met jou vergelijken. Je zit constant in mijn hoofd en ik kan niet eens meer normaal achter vrouwen aan!” Mijn gezichtsuitdrukking verschilde, het ging van teleurgesteld naar blij en opgelucht naar verlangen en vervolgens naar woede.
    “Je hebt wát gedaan?” grauw ik dus dan ook, toen het bij me doordrong dat hij het echt over Willow had gehad en vooral wat hij had gedaan. “Ik probeer je verdomme te vertellen dat ik gevoelens voor je heb die verwarrend zijn, die ik voor jou bovendien weg wil duwen en dan kom je ermee aan dat je met Willow hebt liggen rollebollen!” Roep ik dan ook uit, mijn armen naast me neer gevallen ondertussen. “Niet te geloven! Weet je, dan kan ik je net zo goed de rest vertellen, zodat we gewoon weer naar het afstandelijke kunnen gaan.” Grom ik, waarna ik snel vervolg. “Telkens als ik je zie, gaat er een verlangen door me heen om je aan te raken en zo je huid te raken, maar ik houd mezelf in voor jou. En omdat je altijd bij Willow bent, ik had wel ondertussen wel verwacht dat jullie iets hadden. Je bent alles wat ik wil en precies om die reden ben ik bang, omdat …” Ik wist niet hoe ik het moest eindigen, dus hield ik mijn mond, maar dit keer bleef ik hem aankijken. Afwachtend op een volgende woede uitbarsting van hem misschien.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Willow Nastya Reyes
    Sage zegt niks meer. Ik richt me weer op mijn tas en begin daar doelloos in te rommelen. Gewoon om maar met iets bezig te zijn. Ik had gehoopt dat Xavier en James maar even weg zouden zijn, maar voor mijn gevoel is er inmiddels al een halfuur verstreken. Ik zucht zacht en besluit het misschien beter is als ik een stukje ga lopen, mijn gedachten op een rijtje zetten. 'Ik kom zo terug,' mompel ik tegen Sage waarna ik overeind krabbel en het bos in loop.
    Ik heb al een tijdje gelopen als ik wil gaan wikken en wegen of ik wel bij James kan blijven slapen, of dat het beter is dat ik mijn slaapzak daar weg haal als ik stemmen hoor. Het zijn James en Xavier. Hoewel dat ik weet dat ik nu beter door kan lopen, overwint mijn nieuwsgierigheid het en blijf ik staan. 'Ik biecht hier van alles op en jij maakt je zorgen dat ik voor vrouwen ga kiezen?' hoor ik James ongelovig vragen. 'Er moet vast iets anders mis zijn, waarschijnlijk dat jij deze hele situatie haat, bijvoorbeeld. Je wilt me helemaal niet toelaten, je laat me dichterbij komen om me vervolgens weer pijnlijk van je af te duwen. En weet je? Elke keer word het pijnlijker. Volgens mij is dat deel wat mij wel in je gedachten wilt te klein, maar zeg het me dan nu.' Ik bijt op mijn lip en richt mijn blik op de grond. Ook al had ik me er al wel op voorbereid dat James iets voor Xavier zou voelen, het doet me toch pijn dit te horen.
    Ik wil net verder lopen als James verder praat. 'Weet je, Xavier. Vandaag heb ik een andere jongeman gekust, om te testen of ik echt op mannen zou vallen. Ik vond er werkelijk niets aan, maar toch word ik zo naar jou getrokken. Misschien omdat die gozer jou nergens in kan evenaren, maar je hebt wel gelijk. Ik zal altijd voor de vrouwen gaan, op jou na. Toen ik Willow eerder vandaag had, het ging zo snel, maar ik kon vooral aan jou denken en alles met jou vergelijken. Je zit constant in mijn hoofd en ik kan niet eens meer normaal achter vrouwen aan!' Nu heb ik genoeg gehoord. Terwijl er tranen in mijn ogen beginnen te prikken loop ik zo snel als ik kan weg, bij het geluid vandaan. Die woorden doen me meer pijn dan ze zouden moeten. Ik probeer te bedenken waar James' grot ligt ten opzichte van waar ik nu ben en begin dan die kant op te lopen. Inmiddels lopen er al wat tranen over mijn wangen.
    Dat James iets voor Xavier voelde, dat idee had ik al, door de blikken die hij op Xavier wierp, dat had ik al wel door. Maar dat hij de hele tijd aan Xavier dacht, terwijl wij “bezig” waren en daarna ook nog eens zo beteuterd dat ik stopte, en zei dat hij wilde dat ik doorging, wat dus helemaal niet waar was, dat is op dit moment echt een steek in mijn hart. Het zou me nu niks meer verbazen dat hij steeds aan Xavier dacht terwijl hij bij mij was. Die gedachte voelt zó rot dat ik er haast van in elkaar krimp. De tranen volgen elkaar sneller op en het wordt zinloos ze weg te vegen. Sage had gelijk, dat ik James niet kan vertrouwen. Waarschijnlijk gebruikte hij me alleen maar omdat hij dacht dat hij zo dichter bij Xavier zou kunnen komen. Nou, dat is hem gelukt. Over een kwartier liggen ze vast weer met elkaar te rollebollen.
    Ik probeer mijn gedachten ergens anders op te richten, op de omgeving om me heen, maar het werkt niet. James' woorden blijven maar door mijn hoofd spoken.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    James - wezen

    Als ik heb gezegd dat het elke keer pijnlijker word, schieten zijn ogen open en kijkt hij me ademloos aan. Net had hij nog de hele tijd zijn ogen gesloten gehouden zodat hij niet naar me hoefde te kijken. Stotterend begint hij te praten. "W-wat?" Hij kijkt verwilderd toe hoe ik kwaad mijn vuisten bal en mijn blik van hem afwend. Na mijn andere woorden schud hij zijn hoofd weer, nu wilder. Ik zie niet hoe zijn mond open en dicht gaat omdat hij iets wilt zeggen. Als ik naar hem kijk, sluit hij zijn ogen en slikt hij een brok uit zijn keel weg. Ik mis het helemaal dat Willow aan komt lopen en weer weg gaat, iets wat ik normaal gesproken wel op zou merken, maar Xavier neemt elke plek in mijn geest in waardoor ik niet meer na kan denken.
    Zijn gezichtsuitdrukking veranderd, het gaat van teleurgesteld naar blij en opgelucht naar verlangen en vervolgens naar woede, waarschijnlijk door dat van Willow. "Je hebt wát gedaan?" grauwt hij dus dan ook, waardoor ik wel zeker weet dat het daardoor komt. Ik kijk wat schuldig naar hem. "Ik probeer je verdomme te vertellen dat ik gevoelens voor je heb die verwarrend zijn, die ik voor jou bovendien weg wil duwen en dan kom je ermee aan dat je met Willow hebt liggen rollebollen!" roept hij dan ook uit, zijn armen naast zich neer gevallen ondertussen. Mijn ogen worden groot en plotseling besef ik hoe het over gekomen moet zijn, fouter dan ik het had bedoeld. Ik wil me verbeteren, maar krijg daar de kans niet voor. "Niet te geloven! Weet je, dan kan ik je net zo goed de rest vertellen, zodat we gewoon weer naar het afstandelijke kunnen gaan." gromt hij, waarna hij snel vervolgt. "Telkens als ik je zie, gaat er een verlangen door me heen om je aan te raken en zo je huid te raken, maar ik houd mezelf in voor jou. En omdat je altijd bij Willow bent, ik had wel ondertussen wel verwacht dat jullie iets hadden. Je bent alles wat ik wil en precies om die reden ben ik bang, omdat …"
    Het verlangen vlamt gelijk weer op in mijn ogen en ik bijt op mijn lip om dat binnen te houden. "We hebben helemaal niets, ik heb het een beetje verkeerd gebracht, denk ik. We hebben geen seks of iets in die trant gehad." Dat het wel bijna was en er al wat kledingstukken uit gingen, maar dat zij eigenlijk wraak op mij nam zeg ik er maar niet bij, dat zal wel helemaal verkeerd over komen. "Ik wil helemaal niet naar het afstandelijke gaan, ik wil je aanraken en je huid aanraken, nog wel veel meer. Maar ik weet niet waarom je bang bent, ben je bang dat je jezelf pijn doet? Nou, nu doe je mij er vooral pijn mee en jezelf volgen mij ook. Hou gewoon op met dat kinderachtige en goedzakkerige gedoe en pak wat je wilt. Ik doe het in ieder geval wel." zeg ik vastbesloten.
    Hierna besluit ik mijn woorden ook waar te maken en stap ik op Xavier af, wat hij ook zal doen of zeggen, nu stop ik niet zomaar meer. Hij heeft teveel in mij losgemaakt en nu ga ik dat op hem loslaten ook. Ik pak hem bij zijn bovenarm vast om hem op zijn plek te houden en duw ruw mijn lippen op die van hem. Mijn lippen beginnen gelijk te tintelen, een gevoel dat door mijn hele lichaam trekt en een lichte verlossing van de enorme drang om hem aan te raken, maar nog niet genoeg. Hierdoor duw ik hem zacht tegen de boom die zich achter hem bevind en kom dan plotseling tot het besef dat dit misschien wel veel te ver kan gaan.


    Your make-up is terrible