• Een klein groepje tieners heeft een groot geheim, niemand mag hier achter komen want als dat gebeurd kunnen er erge dingen gebeuren.
    Ze moeten zo onopvallend mogelijk blijven voor hun medestudenten.
    Wat hun geheim is vraag je? Ze zijn wolven, die bij volle maan zichzelf niet kunnen beheersen. Ze veranderen in hun werkelijke vorm en moeten er voor zorgen dat ze niet gesnapt worden. Van de alfa krijgen ze allerlei opdrachten. Sommige zijn gevaarlijk, sommige beangstigend.

    Voor deze groep tienerwolven is ook een groot gevaar. De Hunters. Zij zijn tieners die undercover zijn om de tienerwolven te vangen en te onderzoeken. Ze voeren pijnlijke proeven uit om erachter te komen hoe het mogelijk is dat zij bij volle maan in wolven kunnen veranderen. En of ze er iets tegen kunnen doen. De Hunters zetten alles op alles om de tienerwolven tegen te houden, voordat ze uitzaaien en een groter gevaar voor de mens worden dan ze al zijn.



    De tienerwolven: (max. 7)
    Jongens:
    1. Tijdelijke Alfa: Cooper Henderson - Papaoutai
    2. Memphis Grimmaud - Theodora
    3. Cyril Nightingale - Eltham
    4.
    Roedelloos: Jack Willows - Papaoutai

    Meiden:
    1. Scarlet Morningstar - Jackxdaniels
    2. Ayla Hope Savage - Aislynn
    3. Luna Sianii Silver - Ninuturu

    Hunters: ( max. 12 ) NODIG!
    Jongens:
    1. Noah McKinney - Catesby
    2.

    Bounty Hunter: Xander dodge Outcast - Ninuturu

    Meiden:
    1. Marcy Jarvis - Catesby
    2. Aowynn Rune Savan - Aislynn
    3.

    We zijn dringend opzoek naar Hunters!


    Rules;
    ~Minimaal 8 regels schrijven, dat is niet heel erg moeilijk. Voeg dingen toe zoals; Omgeving, gebruik tekst van andere, gevoelens, waarnemingen etc.
    ~OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    ~Er mag best liefde tussen tienerwolven en Hunters ontstaan, maar niet alleen maar die koppels.
    ~Reserveringen blijven twee dagen staan.
    ~Graag personages die verschillend zijn, qua karakter etc.
    ~Lol hebben, dat is de grootste regel hier!
    ~De tienerwolven kunnen veranderen in wolven wanneer ze willen, maar als het volle maan is zijn ze blijvend wolf tot de eerste zonnestralen de aarde verlichten.
    ~Houd rekening met andere, wacht tot vrijwel meer dan de helft gereageerd heeft voordat jij reageert. Het is zo voor mensen die minder vaak online zijn makkelijk om er weer in te geraken.

    [ bericht aangepast op 16 sep 2013 - 15:56 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Noah McKinney
    Aurora trok de helm over haar hoofd heen. Het zag er nogal grappig uit met haar blonde haren die eronderuit staken en ook omdat ze er zo klein uitzag in vergelijking met de zwarte helm. Ze klom behendig achterop, zonder brokken te maken of haar evenwicht te verliezen.
    "Klaar?” vroeg ik.
    Aurora sloeg haar handen om mijn middel heen, wat ik niet echt gewoon was. Als ik al mensen achterop nam, waren ze meestal mannelijk en had ik liever dat ze met hun fikken fan me afbleven. Nu echter, hoorde je me niet klagen.
    "Ja!" riep ze enthousiast door de helm heen. Haar stem klonk er wat hol onder, maar nog steeds vrolijk. Ik startte de motor al die luid bromde.
    Aurora achter me ging wat rechter zitten en plots zag ik haar armen voor me uitsteken, die wat begonnen te wijzen. Echter begreep ik er nog steeds niet veel van, dus riep ik: “Wat?”
    Daarop riep ze: "Twee keer rechts, dan links en uiteindelijk nog een keer rechts – het is een groot huis, aan het einde van de straat!"
    Dat begreep ik gelukkig wel, waardoor ik de motor de weg op leidde voor de eerste keer rechts afsloeg en wat meer snelheid begon te maken nu de weg toch verlaten uit leek te zien. We leken ook uit het hartje van het centrum weg te rijden.
    Ik hield van de wind die langs mijn lichaam raasde, ook al was het nu wat aan de frisse kant en daarbij ook wat te laat om nog wat toilet papier te gaan kopen.
    Voor de tweede keer sloeg ik rechtsaf. De winkels begonnen steeds meer te verdwijnen en plaats te maken voor meerdere huizen.
    Het volgende straatje moest ik links in, en daarna nog een keer rechts. Helemaal niet ver eigenlijk, maar toch was ik blij dat ze het niet helemaal moest wandelen. Te voet was het best een eind.
    Ik reed maar verder de straat in een stopte uiteindelijk aan het einde van de straat, tot aan het grootste huis dat ik kon zien. Het zag er inderdaad best groot uit. Volgens mij vond ik mijn appartementje dan net iets knusser, al had ik helemaal geen idee hoe dat er dan ook uit moest zien.
    “Zo,” mompelde ik uiteindelijk ietwat teleurgesteld toen we aangekomen waren. “Ik weet de weg naar mijn appartement niet meer.”


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

          • Aurora Elizabeth Morningrose

          "Ik kan vliegen. Ik kan echt, vliegen."
    Slechts de voorgaande woorden weerklonken in mijn gedachten, direct vanaf het ene simpele moment dat Noah zijn motor had laten optrekken. "Ik kan vliegen." Alles wat er me de afgelopen periode was overkomen, het had allemaal geen enkele vorm van waarde meer – op dit moment vloog ik enkel en alleen door de straten, terwijl de kille wind tegen mijn blote benen sloeg en de losse haren die onder de helm uit piepten heen en weer liet wapperen. Vrijheid, dat was alles wat ik op dit moment door mijn lichaam voelde stromen.
    Mijn ouderlijk huis leek daarom veel te vlug op te doemen vanuit de duisternis, alsof het slechts een aantal seconden was geweest dat ik kon vliegen – waarvan ik nu met een harde smak terug op de grond werd geslingerd ; niet letterlijk, natuurlijk. Mijn handen hadden zich nog steeds angstvallig rond Noah's middel gekruld, alsof ik bang was om los te laten – hij representeerde op dit moment alles wat ik had verloren, alles waarvan ik het nog steeds angstig vast hield zodat het niet uit mijn handen zou slippen.
          "Zo – Ik weet de weg naar mijn appartement niet meer ..."
    Alhoewel de teleurstelling in Noah's stem haast tastbaar was geworden in de stilte – die over ons heen was komen liggen nadat hij de motor had laten afslaan – hield ik mijn lippen op elkaar, ik wilde er niet verder op in gaan omdat ik geen flauw idee had wat hij precies van me verwachte op dit moment. Hierdoor liet ik me langzaam van de motor af glijden, waarbij ik pas op het allerlaatste moment mijn armen van zijn middel af liet glijden – alsof ik er tegenop had gezien dat dit moment daadwerkelijk zou gaan komen.
    Mijn blik glijdt kort naar mijn ouderlijk huis, denkend aan de leegte die ik zo direct aan zou gaan treffen. Het was dat moment dat ik besefte dat ik de helm nog steeds op mijn hoofd had, waardoor ik snel wat friemel aan de gespjes en hem langzaam omhoog trek. In plaats van hem direct aan Noah te geven laat ik hem zachtjes rond draaien in mijn handen ; niet wetend wat ik precies zou moeten doen, of wat ik precies wilde. Zou ik het gesprek af moeten breken om direct naar binnen te gaan? Of juist nog even staan kletsen, wat misschien weer raar over zou komen, omdat ik hem dan misschien mee naar binnen zou moeten vragen – wat ik nooit of te nimmer zou doen, niet in een huis zonder meubels.
          "Je moet hier omdraaien, en dan een links en een rechts," mompel ik zachtjes – terwijl ik met een hand de helm los laat en hem kort door mijn haren laat gaan. Behendig haal ik het elastiekje eruit, waardoor ik mijn haren zwaar op mijn schouders voel vallen. "Je woont eigenlijk niet zo ver van mij vandaan," glimlach ik er dan achteraan, niet wetend wat ik zou moeten zeggen.
    "Je had me echt niet thuis hoeven brengen," glimlach ik dan nogmaals, terwijl ik de helm naar hem uitsteek en zo stilletjes blijf afwachten.


    •

    Noah McKinney

    Aurora kroop echt langzaam van de motor af. Eerst haar benen, dan pas haar armen. Het leek haar alsof ze me niet los wilde laten, maar daarna leek ik het gevoel alsof juist helemaal niet huis wilde.
    Ze haalde de helm van haar hoofd af en draaide er wat onwennig mee in haar kleine handen, zonder hem terug te geven. Het leek erop alsof zij ook nog niet zo’n zin had om afscheid te nemen, net zoals ik. Ik had geen zin in de leegte van mijn appartement. Ik was niet eens gemaakt om alleen te zijn.
    "Je moet hier omdraaien, en dan een links en een rechts," mompelde ze terwijl ze de helm er weerhield van verder te wiebelen door haar hand er vanaf te halen en haar rekkertje uit haar haar te trekken, waardoor het in dikke golvende lokken over haar schouders viel. "Je woont eigenlijk niet zo ver van mij vandaan,” glimlachte ze.
    “Eigenlijk niet, nee,” antwoordde ik erop, terwijl ik wat heen en weer wiebelde op mijn motor. Mijn god, ik had echt geen idee wat ik moest zeggen. Het was zo raar, normaal gezien kwam er altijd een hele stroom van woorden over mijn lippen gerold, alsof ik nooit wat anders gedaan had dan praten. Waarschijnlijk was het omdat ze me zo leek te verwarren dat ik niet wist wat ik moest zeggen. Al sinds het café was dat zo, omdat ze toen elke keer leek weg te zakken in haar gedachten. Ze leek speciaal, om het zacht uit te drukken. Maar niet per se op een slechte manier. Ik was er nog niet helemaal uit.
    "Je had me echt niet thuis hoeven brengen," zei ze glimlachend terwijl ze mijn zwarte helm naar me uitstak. Ik nam hem aan en glimlachte.
    “Dan was je nu nog aan het wandelen in de kou,” antwoordde ik erop. Het kippenvel stond nu al op haar benen. Hoewel ik haar rokje echt leuk vond, zou ze nu waarschijnlijk beter af zijn met een lange broek. “En ik vond het niet erg hoor.”
    Nu was ik degene die wat rusteloos met de helm wiegde. Ik wilde eigenlijk wel weten waar ze mee zat, ook al was ze geen vreemde voor me. “Hé ehm,” besloot ik uiteindelijk mijn verlangende gevoel naar antwoorden samen te mengen met het zagende gevoel in mijn blaas. “Zou ik even naar de wc mogen, ik moet echt heel erg nodig.” Die woorden waren geen leugen. Ik moest echt heel erg nodig en als ik niet snel zou gaan, dan zou het in mijn broek zijn en dat wilde ik liever niet. Daarbij was het een flauw excuus om het nog wat te rekken en eigenlijk vroeg ik me af of ze hier alleen woonde, want ouders leken er nog niet echt te zijn. Ik wilde ook wel weten hoe dat grote huis er uit zou moeten zien vanbinnen. Het zag er nu al mooi uit, eigenlijk. “Ik moest al van daarstraks, dat bier was er echt te veel aan.”


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    [Joh. Stelletje spammers :')]

    Memphis

    Ik merk dat Aowynn haar hand voor haar mond geslagen heeft en vernauw mijn ogen. Zit ze me nu uit te lachen? Ik meen een zacht geluid te horen dat erop wijst van wel, maar het is veel te snel gepasseerd om er echt wat van te kunnen maken.
    “Heh?” zegt ze dan. Ze lijkt ergens moeite voor te moeten doen. Ze zit me gewoon echt uit te lachen! ”Kopiëren is toch ook een minimum aan moeite? Word je moe van.”
    Ik pers mijn lippen op elkaar als Aowynn haar glas naar haar lippen brengt. Meent ze nou echt dat ze van dat gore goedje gaat proeven? Die meid is nog dapperder dan ik haar aanvankelijk ingeschat had. Ik doe zelf niet eens moeite om een gegrinnik te onderdrukken als ik ook Aowynn's gezicht zie vertrekken, al helemaal omdat ik blij ben dat ik niet de enige ben die dat spul vies vindt. Ik haal een hand door mijn haren en leun nonchalant wat achterover op haar bed. Pas nu valt het me op dat dit ding eigenlijk best lekker zit.
    “Het spijt me je dit te zeggen, Memphis, maar je keuze voor drank is bagger." Hierop barst ik in luid lachen uit, en haal met een onschuldige blik mijn schouders op. Ik heb in elk geval geproefd, dat kan ze me niet verwijten. Wanneer de opmerking door mijn hoofd schiet dat mijn smaak in heel wat dingen, behalve vrouwen, bagger is, moet ik nog harder lachen. Ik besluit echter dit niet luidop te zeggen gezien ik er vrij zeker van ben dat Aowynn het me niet in dank af zou nemen, ondanks dat ze het eigenlijk als compliment zou moeten beschouwen. Het feit is dat ik net al iets te veel vrouwen heb gehad om er nog grapjes over te kunnen maken. Oneindige naamloze gezichten, vertrokken in extase verschijnen opnieuw voor mijn ogen en laten het gelach vergaan. Er is niks glorieus aan. Ik snap niet dat er kerels zijn die naar me opkijken, die geloven in die hele farce die ik dagelijks opvoer. Oké, misschien is niet alles gespeeld. Ondanks mijn onzekerheden ben ik best wel zelfzeker, maar dat moet ook als ik wil overleven. Ik moet op bepaalde vlakken in mezelf geloven, anders ga ik gewoon helemaal onderuit aan de stress.
    Ik laat mijn ogen opnieuw over Aowynn heen glijden, die ondertussen is opgestaan en nu met de papieren op haar bureau bezig is. Ik begin me af te vragen of ze me zo wegduwde omdat ook zij het theaterstukje gelooft, of juist omdat ze dat niet doet. Onbewust blijven mijn ogen op haar kont hangen. Wanneer ik mezelf betrap, richt ik mijn blik weer wat hoger. Nee, zo zit dit niet. Dit is puur zakelijk, ook al heeft zij daar geen weet van.
    Ik hou mijn hoofd een beetje schuin als het me begint te dagen dat ze me zomaar de rug heeft toegekeerd, zonder over haar schouders te kijken, zonder aarzeling in haar houding, zonder... argwaan. Oh, grote fout, lieve meid. Grote, grote fout.
    Geruisloos schuif ik over het bed, wat dichter naar haar toe. Als ze niks in de gaten lijkt te hebben, schuif ik nog wat dichter. Op deze manier kom ik steeds nader en nader, tot ik recht kan gaan staan en vlak achter haar sta. In de volgende dertig seconden heb ik mijn arm om haar heen geslagen en heb ik mijn lippen naar haar oor gebracht.
    "Leuk hé, lachen met Memphis? Wel, ik zal je eens reden geven om te lachen, Poehbeertje."
    Ik draai ons om en geef Aowynn een duwtje zodat ze op het bed belandt, vervolgens ga ik naast -eerder half op zodat ik haar kan tegen houden- haar liggen en zet mijn vingers in haar zij. Genadeloos begin ik haar te kriebelen. Ergens zou het me niet verbazen mocht ze me van zich af weten te krijgen, ik heb al eerder ervaren hoe sterk ze is, maar aan de andere kant zou het even goed kunnen dat ze die ninja-kant alleen aan me zal laten zien als ik in wolf-vorm ben en zij geen idee heeft wie ze voor zich heeft. Ik besluit me sowieso in geen van beide gevallen tegen te laten houden. Ze lachte me uit, dus nu moet ze maar de gevolgen dragen ook.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Aowynn

    Licht schud ik met mijn hoofd als ik Memphis in lachen hoor uitbarsten, zo lachwekkend was mijn opmerking naar zijn smaak voor drank niet bedoelt. Toch deed het me goed om te horen dat ook ik iemand aan het lachen kon brengen, of het nou doelbewust was of niet. Hij die mij aan het lachen wist te krijgen.. Een kleine glimlach speelt weer op mijn lippen terwijl ik tussen mijn papieren zoek naar de juiste notities.
    Vroeger had ik veel gelachen, de laatste jaren weinig tot niet. De zeldzame lachjes die de afgelopen tijd op mijn gezicht waren verschenen waren negen van de tien keer ongemeend geweest. Alleen Marcy had me zo nu en dan een glimlach laten toveren, maar voor de rest.. Niemand.
    Zoekend naar mijn biologie notities en net iets te diep in mijn gedachten verzonken let ik niet op, op wat er achter me gebeurd. Voor iemand die normaal gesproken zo oplettend als iets was, was ik dat nu alles behalve. Voor het eerst in tijden wist ik me volledig te ontspannen en niet te letten op de geluiden om me heen en daar kreeg ik nu een flinke verassing voor terug.
    Zonder dat ik ook maar iets in de gaten heb gehad wist Memphis zich zo stil mogelijk van het bed af te krijgen en stond plots achter me. Geschrokken laat ik mijn blaadjes vallen als Memphis zijn armen om me heen slaat. Hetgeen wat zijn geluk is geweest, mijn armen waren stevig tegen me aan gedrukt en voorkwam de uitgedeelde klap die hij had gekregen als hij dat niet had gedaan. Het was geen bewuste klap geweest, meer een doordat ik me letterlijk wezenloos schrok van het feit dat hij ineens achter me stond en in zijn greep had.
    “Leuk hé, lachen met Memphis? Wel, ik zal je eens reden geven om te lachen, Poehbeertje."
    Voordat ik enige reactie kon geven, laat staan bekomen van de schrik en het rillen van zijn lippen vlakbij mijn oor, draaide hij ons om en gaf me een duwtje waardoor ik op bed terecht kwam. Zonder pardon plant hij zich recht boven me en voel ik mijn lichaam verstijven waarop ik hem volledig verast aan kijk. De blik die op zijn gezicht staat straalt een en al plagerij uit, en net op het moment dat er een belletje rinkelt die me waarschuwt voor wat hij gaat doen, ben ik te laat.
    “Ohnee, Grimm! Niet-“ Zijn vingers staan in mijn zij en zonder enige genade begint hij me te kietelen. Binnen een mum van tijd lig ik te proesten van het lachen onder hem en probeer me in allerlei bochten te wringen om zijn vingers te ontwijken. “Memphis! Alsjeblieft!” roep ik uit als zijn vingers nog steeds te keer gaan en mijn buik pijn begint te doen van het gelach en gekronkel.
    De enige manier waarop ik hem hopelijk zou kunnen laten stoppen was hem van me af te krijgen, maar ik mocht dan wel sterk zijn voor een vrouw, iemand zoals Memphis kreeg ik never nooit niet zonder pardon van me afgegooid. Moeizaam weet ik mijn concentratie naar mijn benen te verleggen terwijl mijn handen nog steeds alle pogingen doen zijn kietelende vingers weg te duwen. Zodra ik een manier gevonden heb en mijn benen zo klem dat hij geen kant op kan handel ik in een snelle reactie, en een vlug opkomend idee om hem te laten stoppen.
    “Memphis, alsjeblieffttt!!” breng ik tussen het lachen en ademhappen door uit, weet vervolgens een graai naar zijn polsen te doen en zet me zo met mijn benen af dat de rollen omgedraaid zijn en hij nu degene is die onder ligt. “Ik heb je zo goed als gesmeekt,” hijg ik zacht en met een lach op mijn gezicht, waarna ik zijn handen langs zijn hoofd vast pin op bed en mijn benen zo tegen de zijne aan klem dat ik stevig zit.
    Buiten adem van het lachen, zijn polsen nog steeds vast en af en toe nog na grinnikend zoek ik met mijn blik naar de zijne. Als ik merk hoe groot de afstand nu nog maar is tussen zijn gezicht en het mijne, voel ik een rilling door me heen gaan en mezelf licht verstijven. De lach verzwakt iets op mijn gezicht terwijl mijn ademhaling nog steeds gejaagd gaat en mijn ogen zich vast in de zijne lijken te hebben geboord. Om de een of andere reden durf ik me plots niet te verroeren, en komt het besef langzaam binnen dat dat nog weleens kon komen door de afstand tussen hem en mij die, doordat Memphis zo groot is en ik wat kleiner ben, niet zo heel ver meer is.

    [ bericht aangepast op 2 okt 2013 - 23:54 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

          • Aurora Elizabeth Morningrose

          "Dan was je nu nog aan het wandelen in de kou, en ik vond het niet erg hoor."
    Noah's blik gleedt voor een kort moment naar mijn blote benen, maar ik kon zien aan de blik in zijn ogen dat het niet de manier was zoals de mannen in de kroeg ernaar hadden zitten staren. Hij was daadwerkelijk aan het kijken naar het feit dat er kippenvel op stond en dat ik stond te rillen als een rietje – het feit dat ik alleen maar zomerkleren bij had vanuit Griekenland was niet bepaald mijn allerbeste idee ooit. Daarnaast was ik al dolgelukkig dat ik deze megatrui voor een goed prijsje had kunnen kopen in een souvenirwinkel op het vliegveld.
          "Hé, ehm – Zou ik even naar de wc mogen, ik moet echt heel erg nodig. Ik moest al van daar straks, dat bier was er echt te veel aan."
    Enigszins grinnikend kijk ik opnieuw op naar Noah's gezicht, mede door de vraag die hij zojuist had gesteld. Normaal gesproken zou ik hem nooit na durven doen, ik zou het hoogstwaarschijnlijk ophouden om de allerlaatste meters naar mijn huis te sprinten en de wc in te vliegen. Noah daarentegen leek op alle vlakken anders te zijn, waardoor ik niet bepaald verbaasd was door zijn vraag.
    Echter, het besef dat ik hem hierdoor mee naar binnen zou moeten nemen dringt kort tot me door, waardoor ik voor een minimaal moment mijn handen samen bal als vuisten – maar uiteindelijk een lichte glimlach rond mijn mondhoeken omhoog breng. Hoogstwaarschijnlijk zou hij denken dat ik ook aan het verhuizen was, hij woonde nu eenmaal ook alleen in een appartement ; tenminste, dat nam ik ook.
          "Eh, natuurlijk. Maar je moet er niet te veel van verwachten hoor, het huis – bedoel ik."
    Mijn stem was niet meer dan een mompeling geweest, waarna ik me automatisch omdraai en richting de voordeur loop. Binnen enkele seconden zwaaide deze open en propte ik mijn sleutel terug in de grote zak van mijn trui – die deze avond ontzettend nuttig bleek te zijn. Niet kijkend of Noah me wel achterna was gekomen maak ik een grote beweging naar een deur in de gang.
    "Doe je ding," glimlach ik, waarna ik de woonkamer binnen loop en niet probeer te letten op de binnenkant van mijn ouderlijk huis. Alhoewel de muren perfect geplamuurd waren en er vrij mooi behang op ging, wat samen ging met de grote kroonluchter in de hal – was het leeg, totaal uitgestorven. In de woonkamer lag in de hoek een matras, stond een twee persoons bank, twee kleine houten stoelen en een mini bijzettafeltje.
          Met een lichte zucht laat ik mezelf zakken op de twee persoons bank, waarna ik zowel het mini bijzettafeltje als mijn eigen rugzaak naar me toe trek, om te kijken of ik Noah iets kon aanbieden – wat te eten, heel misschien wat te drinken. Zonder enige waarschuwing flitst het bezoek van Memphis door mijn gedachten, en zie ik ons samen zitten op de bank ; waardoor mijn bewegingen voor een kort moment stil vallen.
    "Ik doe het gewoon," flitst er dan door mijn gedachten. Wilde ideeën begonnen door mijn hoofd te malen. Ik zou Memphis, bij de eerst volgende keer dat ik hem zag, alles opbiechten – het gedeelte van mijn gevoelens dan. Ik zou hem voor een keuze stellen, of hij zou me een eerlijke kans geven – waarvan ik het meeste gelukkige meisje op de wereld zou worden – of hij zou het geen kans willen geven ; en ik zou direct een antwoord verwachten. Wanneer hij me een eerlijke kans zou geven wist ik dat het goed zou komen, we kenden elkaar door en door en ik kon me Memphis absoluut niet met iemand anders in gedachten nemen. Wanneer hij me geen eerlijke kans zou geven, zou het over zijn – dan zou ik hem slechts nog zien als mede roedellid waar ik toevallig in eerdere tijden gevoelens voor gehad zou hebben. Met pijn in mijn hart besefte ik dat het dus ook geen knuffels of leuke dingen zou gaan worden, dat zou veel te pijnlijk zijn. Daarnaast, wanneer hij ooit de kans aan een ander meisje zou geven zou ik vertrekken – voordat ik naar Griekenland was gegaan was alleen al het idee dat hij met die Aowynn was genoeg om me in tranen te laten uitbarsten en me totaal gebroken achter te laten.
          "Ik heb welgeteld een blikje cola voor, en drie koekjes," roep ik half door het lege huis wanneer ik de deur van het toilet weer hoor, waardoor ik snel langs mijn ogen veeg en mijn blik richting de hal richt. "Het is wel een beetje leeg hier, niet schrikken," hoor ik er hol achteraan komen. "Mijn vader zit in Griekenland, weet je, ik zit hier een beetje op mezelf en ik moet nog meubels regelen ..."


    •

    Noah McKinney
    Aurora grinnikte zachtjes om mijn wat vreemde vraag, maar wat moest dat moest. Ik ging het echt niet volhouden, want de kans was groot dat ik alweer zou verdwalen.
    Haar handen balden zich tot vuistjes en er was een zweem van een glimlachje verschenen op haar lippen. Oftewel was het goed, oftewel ging ze met een hele vriendelijke glimlach zeggen dat ik moest oprotten. Maar ik hoopte op het eerste. "Eh, natuurlijk. Maar je moet er niet te veel van verwachten hoor, het huis – bedoel ik,” mompelde ze. Ze draaide zich al meteen om, waarop ik van mijn motor afstapte en haar zelfverzekerd volgde. Als ik onwennig over zou komen, dacht ze vast dat ik wat van plan was, terwijl ik eigenlijk gewoon echt naar de wc moest.
    Ze opende haar voordeur en gebaarde naar een deur aan de linkerkant.
    "Doe je ding,” zei ze glimlachend waarna ze me alleen liet. Geen probleem hoor, laat me maar achter in een gigantisch huis waar ik hoogstwaarschijnlijk ook wel in zou verdwalen en waar ik alleen de wc wist zijn. Ik trok de deur open. Het toilet zag er nog schoon uit, maar alsof het al in tijden niet meer gebruikt was. Er lag een kleine laagje stof op dat ik er met mijn handen afwreef, voordat ik ging zitten. Gelukkig was er toiletpapier, voordat ik weer vergat te checken en hier dan maar weer zat. En Aurora voor zoiets roepen was best schaamtelijk, maar het niet doen was gewoon een not done.
    Ik deed zo snel mogelijk mijn ding, waarna ik aftrok en de deur weer openzwaaide. Ik hield niet zo van kleine ruimtes, liften in het speciaal. Helemaal niets voor mij. Als ik er niet meer uit zou kunnen, zou ik vast flippen. Het was dan ook elke keer weer spannend of de deur zou open gaan of niet.
    Het huis leek helemaal verlaten. Er hing een mooie kroonluchter in de hal, maar voor de rest sprak de leegte me helemaal niet aan. Zij liever dan ik, dacht ik dan maar. Ik had liever mijn appartement, ook al wist ik niet eens hoe dat eruit zag.
    Wat zoekend ijsbeerde ik door de hal heen, niet echt wetend welke kant ik op moest gaan. Ik had al een deur opengetrokken toen ze opeens riep: "Ik heb welgeteld een blikje cola voor, en drie koekjes! Het is wel een beetje leeg hier, niet schrikken." Snel beende ik de kant van het geluid uit. Gelukkig waren mijn zintuigen er zo op getraind dat ik elke keer wist welke kant ik uitmoest als ik een geluid hoorde. Ik zat daardoor ook van de eerste keer juist. “Mijn vader zit in Griekenland, weet je, ik zit hier een beetje op mezelf en ik moet nog meubels regelen ..."
    “Ik ken het,” zei ik erop, terwijl ik naast haar ging zitten op de bank. “Dus je zit helemaal alleen in dit grote huis?” Wauw, dat moest pas eenzaam zijn. Misschien vond zij dat wel leuk, maar ik vond er eigenlijk maar niets aan. “En ik hoef niets,” zei ik nog snel tegen haar aanbod op het blikje cola en de drie koekjes. Straks had zij morgen niets meer om te eten.
    “Je zou het hier best knus kunnen maken,” mompelde ik terwijl ik mijn blik over de nogal lege kamer liet glijden. “Of je neemt een butler die alles voor je schoonmaakt en hier blijft wonen, zodat je niet alleen bent.” Dat laatste kwam er een beetje plagerig uit, aangezien het zo leek alsof haar ouders wel rijk waren. Dit huis was echt gigantisch in vergelijking met wat ik gewoon was, tot mijn moeder meneer de advocaat ontmoette en ze verhuisden naar een groter – en naar mijn mening verschrikkelijker – huis.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

          • Aurora Elizabeth Morningrose

          "Ik ken het," hoor ik Noah plotseling zeggen – waarna hij zowat uit het niets naast de bank was verschenen. Hij had zich haast geluidloos door het huis weten te verplaatsen, waardoor ik me voor een kort moment af vroeg of hij geen wolf zou zijn. Grinnikend wuif ik deze gedachten direct weg, wanneer hij dat zou zijn had ik het op de een of andere manier wel weten te achterhalen, niet waar?
    "Dus, je zit helemaal alleen in dit grote huis? En, ik hoeft niets."
    Knipperend met mijn ogen richt ik mijn blik zijwaarts op Noah, die inmiddels naast me op de bank was komen zitten. Lichtelijk verbaasd over het feit dat hij het totaal niet raar scheen te vinden dat ik in een leeg huis woonde, knik ik langzaam met mijn hoofd ; waardoor ik mijn haren over mijn schouders heen en weer voel glijden. Alhoewel de trui van inmense afmetingen was geweest, was hij niet bepaald dik en was zo'n beetje iedere beweging die er overheen ging te voelen op mijn eigen huid.
          "Je zou het hier best knus kunnen maken, of je neemt een butler die alles voor je schoonmaakt en hier blijft wonen, zodat je niet alleen bent," grinnikt Noah zachtjes – waarmee hij zich enigszins lijkt te amuseren. Grinnikend schud ik mijn hoofd, het beeld dat er een butler in het huis zou wonen die mij compleet op mijn wenken zou bedienen was daadwerkelijk te absurd voor woorden.
    "Wel, als ik ontzettend rijk zou zijn – is die butler geen slecht idee. Maar ik moet je helaas wijzen op het feit dat dit mijn totale voedselvoorraad is en ik dus geen centje over heb voor iemand die alles voor me schoonmaakt," grijns ik terwijl ik mijn hand met een wijd gebaar over het blikje cola en de drie koekjes laat glijden. Diep van binnen was ik blij geweest dat Noah het eten en drinken had afgewezen, omdat het daadwerkelijk mijn allerlaatste eten en drinken was en ik morgen graag zou willen ontbijten.
    De tijd om geld te gaan verdienen en daardoor zelf mijn eigen eten en drinken te kopen zou nog wel komen, het vinden van een baan zou daarbij op nummer een staan – met wat geluk kon ik terecht in de garage van een oude vriend van mijn vader.
          "Ik moet nog op zoek naar een baan, dan kan ik wat geld bij elkaar sprokkelen voor wat meubels – het wordt wel gezellig, op een dag," zeg ik met een grote glimlach – terwijl ik voor me zie dat over een tijdje het huis onherkenbaar is geworden en een groot hol voor feesten en bijeenkomsten, waar iedere dag de mensen in en uit liepen en waar iedereen het geweldig vond om te komen.
    Zuchtend laat ik me achteruit zakken tegen de leuning van de bank, de toekomst zag er misschien toch nog mooier uit dan ik had verwacht. Met een schuin hoofd richt ik mijn blik op Noah, "zeker dat je geen koekje wilt?" vraag ik dan nogmaals, met een plagende stem.


    •

    Memphis

    “Ohnee, Grimm! Niet- Memphis! Alsjeblieft!”
    Ik vind het heerlijk om Aowynn zo te zien kronkelen om mijn vingers te ontwijken, maar waar ik nog het meest van geniet is het gelach dat als een zoete rivier van tussen haar lippen stroomt. Het is fijn om te merken dat ze ook een minder gereserveerde kant heeft, iets dat mijn plan zeker zal bemakkelijken, ook al heeft ze nu niet echt een andere keuze dan te liggen lachen als een halve gare. Ik moet wel zeggen dat ik een beetje argwanend word als ze plots haar benen om me klemt. Ik trek een wenkbrauw op terwijl ik probeer te bedenken wat ze in godsnaam van plan zou kunnen zijn. Dit zou natuurlijk een stuk makkelijker zijn mocht er geen knappe, wrikkelende meid onder me liggen, die me met haar smeekbedes afleidt van mijn opzet.
    “Memphis, alsjeblieffttt!!”
    "Godver!" breng ik lachend uit als Aowynn plots mijn polsen te pakken heeft en de rollen met een snelle beweging weet om te keren. Ik voel hoe er langzaam een blik van verbazing op mijn gezicht verschijnt. Ik wist dat ze sterk was, maar blijkbaar heb ik haar alsnog onderschat. Natuurlijk speelde het feit dat ik niet helemaal aan het opletten was ook mee in haar overwinning. Sowieso had ik niet veel kracht gebruikt, uit angst dat ze verkeerde dingen zou gaan denken.
    “Ik heb je zo goed als gesmeekt,” hijgt het slanke wicht dat nu bovenop mij is komen zitten, terwijl ze mijn polsen tegen het bed drukt. Mijn blik van verwondering heeft inmiddels plaats gemaakt voor een brede grijns. Zonder schroom staar ik haar in de ogen als ze mijn blik zoekt.. Ik begin haar wel te mogen, op een vreemde manier.
    Ik moet zachtjes lachen als ik zie hoe haar houding verandert, ze heeft het dus toch door hoe we erbij zitten, liggen in mijn geval. Ik verschuif mijn onderlichaam wat, zodat haar kruis niet meer boven het mijne hangt. Dit is namelijk één van de zeldzame situaties waarin ik mijn reputatie niet hoog wil houden. Tegelijkertijd hou ik mijn hoofd wat schuin, om ook uit de binnen-bereik-van-kussen-zone te komen, maar besluit om Aowynn toch nog wat te plagen. Ik laat mijn mond een stukje open zakken en adem diep uit. Zonder haar blik te lossen lik ik een keer over mijn lippen, om er vervolgens mijn tanden zachtjes in te zetten alvorens breed te glimlachen.
    "Hé Poehbeer, ik weet dat ik natuurlijk waanzinnig aantrekkelijk ben, maar wil je hier niet liever mee wachten tot na de date?" grinnik ik. Ik wiebel nog een keer met mijn wenkbrauwen en ga verder. "Ik moet zeggen, normaal lig ik niet graag onder, maar als je het zo graag wil kan ik wel een keer een uitzondering maken hoor... Daarbij hoeft zo'n knap ding als jij me helemaal niet te smeken, wat dacht jij dan?"
    Nog twee hele seconden weet ik me serieus te houden en vervolgens barst ik voor de tweede keer in lachen uit. Ik gooi mijn heupen omhoog en kantel ze, zodat Aowynn met een plofje naast me komt te liggen. Ik ga zelf ook op mijn zij liggen en ondersteun mijn hoofd met één hand, die ik na wat wrikken uit haar ijzeren greep gekregen heb. Doordat ze de andere nog vast heeft, is deze over haar middel komen te liggen, en hoe vreemd ik het zelf ook vind klinken; erg prettig vind ik het niet. Het is te intiem, zeker na onze positie van net. Dit is niet het soort intimiteit dat ik van Aowynn wil. Hoewel- Nee, Memphis, nee. Hou je op je doel gericht. Je moet haar vertrouwen winnen, voor het welzijn van je roedel. Dit is niet één van je veroveringsspelletjes die in bed zullen eindigen. Voorzichtig maak ik ook mijn tweede pols los, en hou hem dicht tegen me aan. Ik werp een blik op haar wekker en zie dat het bijna tien uur is. Ben ik hier zo lang geweest dan? Hopelijk maakt Bonnie zich niet teveel zorgen, en Scarlet... Ik vraag me af of ze al slapen. Zou Ro nog wakker zijn? Ik zou nog even langs gaan, ik ben haar namelijk echt een excuus verschuldigd, maar ik ben bang dat ik haar uit bed haal ofzo. Straks maar eens een smsje sturen, mocht ze slapen dan slaapt ze daar met een beetje geluk doorheen en ziet ze het morgen wel, al zou ik die hele miserie liever vandaag nog uitgeklaard hebben. Het idee dat ik haar pijn gedaan heb door in het midden van ons gesprek te vertrekken is moordend pijnlijk.
    Met een zucht ga ik recht zitten, ik haal een hand door mijn haren en kijk over mijn schouder naar Aowynn.
    "Ik ehm... Ik moest maar eens naar huis toe," zeg ik stilletjes. Met een zachte glimlach probeer ik over te brengen dat mijn stemmingswisseling niet echt aan haar gelegen is. Die discussie hoef ik er namelijk niet nog een keer bij.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Noah McKinney
    "Wel, als ik ontzettend rijk zou zijn – is die butler geen slecht idee. Maar ik moet je helaas wijzen op het feit dat dit mijn totale voedselvoorraad is en ik dus geen centje over heb voor iemand die alles voor me schoonmaakt.” Ze gebaarde al grijnzend naar haar karige voorraad eten. Ik schudde wat lachend mijn hoofd en was opeens heel blij dat ik haar eten niet had aangenomen had. "Ik moet nog op zoek naar een baan, dan kan ik wat geld bij elkaar sprokkelen voor wat meubels – het wordt wel gezellig, op een dag."
    “Je kunt ook meerdere jobs doen. Ik denk dat ik dat ga doen, gewoon wat bijklussen bij mensen of zo. Tenzij ik echt iets vind dat héél erg goed betaald.”
    Aurora zakte wat zuchten onderuit op de bank en wierp me een schuine blik toe, waarop ik wat schaapachtig grijnsde. "Zeker dat je geen koekje wilt?" Ik moest zachtjes lachen om haar plagerige stem.
    “Ik ga je ontbijt niet opeten, gek,” zei ik meteen hoofdschudden. “Tenzij we het nu lekker opeten en ik je morgen vroeg kom halen om te ontbijten?” Om eerlijk te zijn had ik hier niet over nagedacht, maar zij had deze keer de eerste stap gezet en ik vond het wel gezellig met haar. Dus ik vond dat ik nu ook wel wat terug moest doen. Daarbij had zij het eten betaald terwijl ze zei dat ze niet veel geld had. Dan kon ik op z’n minst dat terug doen. “Ik moet dan wel nog een tentje gaan zoeken, maar ik ben heel erg goed in nieuwe plaatsen ontdekken.” Vooral dan heel erg onbewust omdat ik verdwaald had en het eigenlijk niet de bedoeling was om nieuwe plekken te ontdekken, om ze daarna toch niet meer terug te vinden.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

          • Aurora Elizabeth Morningrose

          "Je kunt ook meerdere jobs doen. Ik denk, dat ik dat ga doen – gewoon wat bij klussen bij mensen, of zo. Tenzij ik iets vind dat héél erg goed betaald."
    Zachtjes knik in heen en weer met mijn hoofd, terwijl ik nog vrij diep in gedachten verzonken zit. Verschillende adressen van garages flitsen door mijn hoofd en ik nam mezelf voor om er zo snel mogelijk een aantal te gaan bezoeken, enkel en alleen mijn bezoek zouden de eigenaren al waarderen – wanneer ik vertel dat ik ongelofelijk hard op zoek ben naar een baan, zullen ze me die vast en zeker aanbieden.
    "Ik denk er over na om bij wat garages langs te gaan, oude vrienden van mijn vader – daar kan ik wel aan de bak," zeg ik nadenkend, terwijl ik mijn lippen zacht tuit. Alhoewel ik er misschien niet zo uit zag, wist ik als geen ander hoe je een complete auto moest demonteren en vervolgens weer in elkaar moest zetten. Daar konden een heleboel jongens nog wat van leren ; daar was ik van overtuigd.
          "Ik ga je ontbijt niet opeten, gek," is Noah's antwoord wanneer ik hem opnieuw een koekje aanbied, waardoor ik hem dankbaar glimlachend aankijk. Hoogstwaarschijnlijk weet hij als geen ander dat het moeilijk is om helemaal in je eentje voor jezelf te zorgen, helemaal wanneer je nog niet bepaald volwassen bent en er normaal gesproken altijd iemand was die dat voor je deed.
          "Tenzij we het nu lekker opeten en ik je morgenvroeg kom halen om te ontbijten? Ik moet dan wel nog een tentje gaan zoeken, maar ik ben heel erg goed in nieuwe plaatsen ontdekken."
    Enigszins verbaasd richt ik mijn blik opnieuw op Noah – hij had zojuist laten zien dat hij ook ontzettend spontaan was, op precies dezelfde manier als dat ik hem had mee gevraagd voor een drankje deze avond. Alhoewel ik het een ontzettend leuk vooruitzicht vond om met hem te gaan ontbijten, was er een klein stemmetje achter in mijn hoofd dat "Memphis" zei, waardoor ik aarzelend op mijn onderlip bijt.
    "Nou, Noah –" begin ik dan aarzelend, terwijl ik mezelf een stootje in de goede richting geeft en een nieuwe glimlach op mijn gezicht tover. "Ik ga graag mee ontbijten, en we vinden zeker wel iets ; anders weet ik nog wel wat leuke plaatsjes."
    Memphis zou het vast geen probleem vinden, ik was immers alleen maar aardig tegenover een nieuwe jongen en daarnaast liep deze nieuwe jongen tenminste niet zo maar weg midden in een gesprek. Daarnaast, ik had Memphis nog steeds niet de vraag gesteld of hij ons een kans zou willen geven ; wanneer zijn antwoord nee zou zijn, zou het me sowieso niet meer uitmaken – dan deed ik wat ik wilde.
          "Op ons ontbijt, dan maar," grijns ik breed terwijl ik het blikje cola open trek en er een flinke slok uit neem. Met moeite houd ik een grote boer binnen, waardoor er enkel een klein hikje ontsnapt uit mijn keel. Giechelend voel ik mijn wangen rood worden, waardoor ik opnieuw mijn hand voor mijn mond sla. "Oké, dat komt omdat ik drank op heb – niet op reageren," grinnik ik dan zacht.


    •

    Scarlet

    Langzaam voel ik dat Memphis op mij begint te reageren en hoe zich eindelijk door zijn poten liet zakken. Wanneer hij de grond raakt was hij terug veranderd en schiet er bijna niks meer van kleren over. Ik negeerde dat feit en nestelde me stevig tegen zijn rug aan terwijl ik luister naar zijn ademhaling. Hem kennende wou hij zich nog steeds sterk tegen over mij houden, ook al had ik al meer gezien van hem dan de meeste. Ik had hem emotioneel naakt gezien en misschien was ik wel de enigste die dat had gezien. Misschien kon ik gewoon goed door hem heen zien omdat er toch iets vertrouwt aan hem was. Soms had ik het gevoel dat ik hem al jaren ken terwijl het echter nog niet zolang was. Volgens mij kennende ik hem bijna 1 jaar, maar toch.. Ik werd uit gedachten gehaald wanneer hij sprak.
    "Hij heeft haar wat gedaan, Scar...Ro- ze- Ik weet het gewoon," brengt hij uit.
    Ik voel hoe hij zich langzaam overeind duwt en zich om draait om me in zijn armen te nemen. Hij trekt me dicht tegen zich aan en verbergt zijn gezicht in mijn hals. Ik streel zijn haar en maak zonder het echt te beseffen sussende geluidjes. "Het komt wel goed, Grimm,' zei ik zachtjes en probeer de woede die in me op borrelde aan de kant te schuiven. Het verbaasde me dat het verbazend goed werkte. Als ik Memphis was geweest in deze situatie was ik allang achter haar aan gegaan. Ik had die hij -wie hij ook mocht zijn- uitgedaagd tot een gevecht en hem vermoord gehad als ik in het gevecht de winnende kant stond. Zelfs als ik aan het verliezen was zou ik proberend stervend. Gelukkig was dit niet in zijn hoofd opgekomen, want dan had hij zich waarschijnlijk de dood ingejaagd als hij vertrokken was in deze toestand. Het was nooit slim om te vechten als je labiel was, zoals hij nu was. Daarbij was hij ook verstandiger als mij. Soms had ik het gevoel dat ik andere mensen hun slechte gevoelens opzoog -wat natuurlijk niet mogelijk was- en ze zelf kreeg. Dat had ik nu ook, maar ik kropte ze op zodat ik later als ik alleen was de waanzin die er bij volgde kon laten gaan. Ik was natuurlijk een wrak en dat was ook de reden dat ik vertrokken was zodat niemand mij eindelijk mijn controle zag verliezen en dan bedoelde ik niet tranen laten, want dat hadden sommige al gezien. Het was eerder omdat ik mezelf niet aan kon en ik wist dat zij me ook niet aan konden als het eenmaal zo ver was. Soms lijken ze vergeten te zijn hoeveel bagage ik wel niet met mij meedroeg en dat sommige mensen die dat meegemaakt hadden krankzinnig werden, net zoals ik soms werd. Soms moest ik gewoon dingen vernielen, moest ik mezelf of andere pijn doen zodat ik eindelijk terug bijzinnen kon worden. Het was een wonder dat nog niemand me eigenlijk af had gemaakt, dat zou beter geweest zijn voor de wereld. Een moordlustige zot minder.
    Ik had niet door gehad dat Memphis me had opgepakt totdat hij me op de tafel neer zetten. Ik voelde me schuldig dat ik mezelf had laten gaan bij mijn gedachten die grotendeels over mezelf ging, maar ach ik had nu eenmaal geen concentratie vermogen. Dat betekende echter niet dat ik over mezelf moest beginnen mijmeren als er iemand waar ik om gaf zich slecht voelde. Ik keek toe hoe Memphis naar zijn mobiel staarde en wist meteen dat hij bang was om te lezen wat er gestuurd was. Zou ik ook gedaan hebben als ik hem was. Uiteindelijk grist hij zijn mobiel van tafel.
    "Z-ze is t-thuis," stamelt hij en het drong meteen tot me door dat hij Aurora bedoelde. Ik blijf rustig zitten en probeer nog even langer mijn kalme en zorgelijke houding aan te houden terwijl hij zijn kleren aantrekt op zijn kamer. Ik weet niet waarom, maar opeens voelde ik me een beetje overbodig. Zou ik hem niet beter Aurora in zijn bed laten slapen? Nee, ik had hem ook nodig nu ik op het randje van de afgrond stond. Normaal zou ik Ro laten komen, maar nu moest ik even egoïstisch zijn. Ik had hem even hard nodig als hij mij. Mijn broer.. Er werd een kus op mijn voorhoofd gedrukt en automatisch veeg ik al met mijn hand over de plek.
    "Ga alsjeblieft nog even bij Coop langs, hij zal vast blij zijn je te zien," zegt hij zachtjes. "Slaap alsjeblieft in mijn bed straks, ik wil niet alleen zijn vannacht. Ik beloof dat ik stil ben als ik terug kom."
    "Maak je geen zorgen over mij," zeg ik met een lieve glimlach nadat hij me een kus had gegeven op de wang.
    Toen hij vertrok wachten ik enkele minuten om er zeker van te zijn dat hij weg was voordat ik opstond. Ik keek Bonnie glimlachend aan zodat ze hopelijk niet opmerkte dat er iets met mij aan de hand was. "Ik ga nu dan, maar eens naar Cooper. Nog is bedankt voor het eten en dat ik hier een tijdje mag logeren."
    "Moet ik met je meegaan naar Cooper?" vroeg ze en ik schudde mijn hoofd.
    "Ik wil eerst zien hoe het met hem gaat. Misschien kunnen we elkaar straks bij hem treffen?" zei ik terwijl ik al naar de deur beende. Ik was niet van plan om meteen naar Cooper te gaan. Ik moest eerst iets uit mijn systeem werken voordat ik krankzinnig werd van alles.
    "Is een goed idee. Ik zie je daar lieverd." riep ze me achterna voordat ik naar buiten glipte.
    In plaats van naar de straat te wandelen of zelfs een auto te nemen liep ik naar het bos. Ik trok mijn schoenen uit aan de rand van het bos op een plaatsje waar niemand direct zou kijken. Toen begon ik te lopen en om de zoveel meter trok ik een kledingstuk uit en smeed het ergens waar mensen het niet meteen zouden vinden. Het zou raar zijn als iemand nu toevallig in het bos was en me naakt zag rond rennen en dan kon ik weer natuurlijk een smoes verzinnen. Gelukkig waren de meeste mensen niet zo geneigd om in een bos rond te lopen als het regende en als dat toch zo was zouden mijn zintuigen me hopelijk op tijd waarschuwen. Ik veranderde in mijn wolven gedaante terwijl ik me op mijn razernij concentreerde zodat het sneller ging, maar wel aangenaam pijnlijk voor mij. Natuurlijk liep ik naar het hutje langs een rivier dat mijn ontsnappingsplek voor me was, net zoals toen de volle maan was gedaan en we serieus waren aangevallen door de hunters. Ik was er naar toe gegaan omdat ik mezelf had afgesloten van Memphis en de rest van de roedel en omdat ik een schotwonde had. Wat me herinnerde dat ik de draadjes er binnenkort moest uithalen.
    Ik veranderde voor de deur en toen begon het. Ik greep mijn hoofd en de deurklink vast toen ik steken in mijn hoofd voelde en rukte de deur open. Ik wist dat het hutje er nog steeds uitzag zoals ik het had achter gelaten na mijn vertrek en dat was te duiden aan de fles whiskey die half leeg op de tafel stond en de kogel in het kommetje ernaast. Automatisch liep ik naar de la waar ik een zakmes in had verstopt. Ik bekeek het mes niet grondig na op sporen van mijn vorig gebruik en of ik het al ontsmet had aangezien ik het nu nodig had. Ik wist dat ik mezelf beloofd had om mezelf niks aan te doen totdat ik niet meer bij Memphis logeerde, maar toen wist ik niet dat ik er zo ver onder door was.
    Op het moment dat het mes mijn huid raakte gebeurde iets raar met mij. Ik zag niet hoe het bloed opwelde, maar enkel een jong meisje dat een jongen beschermend vast hield. Allebei hadden ze donkere haren, het meisje had echter blauwgroene ogen in plaats van de ijsblauwe ogen van de kleine jongen. Ze ving een klap op van iemand die eigenlijk niet voor haar bedoeld was geweest, maar de drang om de kleine jongen te beschermen was groter dan de pijn die ze voelde toen ze de slag kreeg. De jongen had tegen iemand lopen schreeuwen dat ze moest ophouden met hun pijn te doen en het meisje had het zien aankomen omdat het al zo vaak gebeurde. Ze moest haar kleine broer beschermen tegen het monster, tegen alles en iedereen die hem pijn deed. Het ergste van al was dat ik het gevoel had dat ik het was in een vorig leven -wat natuurlijk niet kon- en dat kwam door de triestige ogen die toch kracht probeerde uit te stralen.
    Toen ik eindelijk weer bij het heden was viel het me op dat ik tegen de grond lag te hijgen en zag ik de verwoesting die ik had aangericht. Ik had het kleine eenpersoonsbed dat helemaal aan de andere kant van de hut stond uit elkaar gereten, net zoals de tafel en de drie stoelen die er stonden. Er waren lades en kastdeurtjes uit de paar kasten gerukt en die lagen kapot over de vloer verspreid samen met de spullen die erin zaten. Ik had de twee kleine ruitjes weten in te slaan wat mijn bebloede knokkels verklaarde en er stonden diepe krassen op de deur alsof er een beest tegen te keer was gegaan. Dit was dus het resultaat van als ik de controle helemaal verlies over mezelf en was al blij dat ik deze keer niet in het bloed lag van iets of iemand anders.
    Voor ik mezelf kon tegen houden begon ik te schreeuwen van frustratie, woede en vooral uit angst voor mezelf terwijl ik me opgerold had in een bolletje. De hut vernielen was precies niet genoeg geweest om alles eruit te laten. Ik zou kunnen zweren dat mensen die in de buurt woonde mijn geschreeuw zou kunnen horen, misschien dachten ze dan wel dat het hier spookte of dat er een krankzinnig dier rondliep.
    Het was al pikkedonker buiten toen ik eindelijk gekalmeerd was en voelde ik me klote omdat ik niet naar Coop was geweest en Bonnie misschien bezorgt was omdat ik nooit was op komen dagen, ook al had ik gezegd dat ik ging. Toch bleef ik liggen op de grond in een balletje. Ik wou hier niet weg nu en hoopte gewoon dat Memphis nog niet thuis was of Bonnie hem had gebeld om te zeggen dat ik niet was komen opdagen. Hopelijk was hij te druk bezig met Aurora of Aowynn om op te merken dat ik normaal bij zijn thuis op hem wachten. Ik wou gewoon niet dat hij nu naar me komt zoeken en hij me zo zou aantreffen, want dan ging hij zich ongerust om mij maken terwijl hij zich beter op andere en op zichzelf kon concentreren. Mij kon hij niet meer redden, dat had hij nooit gekund.

    [Holly F**ck, ik had niet door dat het zolang was.;o]

    [ bericht aangepast op 5 okt 2013 - 17:49 ]


    Listen, Smile, Agree And Then Do Whatever The Fuck You Were Gonna Do Anyway..

    Noah McKinney
    "Ik denk er over na om bij wat garages langs te gaan, oude vrienden van mijn vader – daar kan ik wel aan de bak,” mompelde ze al denken.
    Oprecht verbaasd trok ik mijn wenkbrauwen op. Aurora in een garage, dat was echt iets wat ik nooit verwacht had. Als ze over de motorkap van een auto zou hangen, werd ze er bijna door opgeslokt. Volgens mij moest het wel leuk zijn om te zien en ik vond het ook wel stoer dat ze dan met auto’s overweg zou kunnen. “O, dus als ik ooit mijn motor aan de prak rij, dan weet ik dat ik bij jou terecht kan.” Ik grijnsde wat schaapachtig, maar toch met een onschuldig gezichtje. Niet dat ik mijn motor aan de prak ging rijden, ik had er niet voor niets zo hard voor gespaard.
    Toen ze me haar eten aanbood, verklaarde ik haar lichtelijk gek. Ik was niet van plan haar eten op te eten, maar uiteindelijk stelde ik toch voor om morgen nog wat te gaan eten. Het was een buitenkansje, eigenlijk. Ik wilde haar wel leren kennen – daar speelde haar schattige uiterlijk ook wel een rol in, ook al hield ik vroeger niet eens van schattig – en daarbij zag ik die koekjes wel zitten.
    Haar blik veranderde naar pure verbazing, maar mijn blik bleef zelfverzekerd staan. "Nou, Noah,” aarzelde ze, maar al snel verscheen er een glimlach op haar gezicht. "Ik ga graag mee ontbijten, en we vinden zeker wel iets ; anders weet ik nog wel wat leuke plaatsjes."
    "Op ons ontbijt, dan maar.” Al grijnzend trok ze het blikje cola open en nam ze een grote slok. Uit het niets borrelde een klein, schattig hikje zich uit haar keel op, waarop ze meisjesachtig begon te giechelen. "Oké, dat komt omdat ik drank op heb – niet op reageren.”
    “Dat is wel moeilijk,” lachte ik er zachtjes op, terwijl ik naar voren leunde en een koekje nam, ze had ze me zonet toch aangeboden. Ze waren best lekker, die koekjes. Maar ik vond dan ook alle koekjes lekker. “Slaap je in de woonkamer?” vroeg ik opeens, terwijl ik met een gefronste blik op de matras in de hoek wierp. Wat zou ze dan aan een heel huis hebben als ze enkel in de woonkamer zou leven?


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

          • Aurora Elizabeth Morningrose

          "Oh, dus als ik ooit mijn motor aan de prak rijd, dan weet ik dat ik bij jou terecht kan."
    Noah grijnst ietwat, maar heeft een onschuldige over zijn gezicht hangen. Verbaasd richt ik mijn blik op zijn gezicht – enkel en alleen al het idee dat hij zijn motor in de prak zou gaan rijden was ondenkbaar, het zou stom en roekeloos zijn ; daarnaast zou het een verspilling zijn vann zijn prachtige motor. Noah's blik in zijn ogen zegt me echter genoeg, hij was helemaal weg van die motor – dus het in de prak rijden zou hoogstwaarschijnlijk nooit gaan gebeuren. Mannen en hun speeltjes, het was soms te gek voor woorden.
    "Nou, ik heb niet zo veel verstand van motors – meer van auto's, dus je moet hem niet té veel in de prak rijden want dan kan ik er hoogstwaarschijnlijk niets mee ; slechts lichtelijk opknappen," grijns ik dan breed.
          "Dat is wel moeilijk," is Noah's beleefde antwoord wanneer ik mijn hikje had uitgestoten en had opgebiecht dat het door het feit kwam dat ik een klein beetje drank op had. Ik merk dat ik het fijn vind dat hij geen jongen is die er direct een grap van maakt, of zich direct helemaal ongecharmeerd voelt door het feit dat ik ook wat mannelijke kanten heb – ik kon er namelijk niets aan doen dat ik in een omgeving was opgegroeid waar grotendeels mannen rond liepen en slechts mijn moeder er soms was om als vrouwelijk rolmodel te dienen.
    "Slaap je in de woonkamer?"
    Mijn wangen worden vuurrood wanneer Noah zijn blik fronsend op het matras in de hoek richt, mijn blik probeert het zo veel mogelijk te ontwijken – wat echter niet werkt en als een magneet richting het matras wordt getrokken. Het feit dat mijn matras in de woonkamer zou eindigen was zeer logisch, ik zou het niet aandurven om in mijn eentje naar boven te gaan en in een donkere kamer te gaan liggen ; zonder ook maar enig gezelschap. De woonkamer voelde vertrouwder aan en had wat licht door de straatlantaarns buiten.
          "Eh – Ja, omdat ik eh ; ik slaap niet graag alleen. Nou, ik bedoel eigenlijk – dat ik niet graag alleen boven slaap, in mijn oude kamer. Het is er te donker en, verder is er niemand thuis enzo," hakkel ik dan een beetje – zoekend naar woorden. Ik weigerde om direct mijn diepste angsten op tafel te gooien aan iemand die ik pas een avond kende, maar mijn mededeling had genoeg informatie bevat om hem te laten weten waarom ik hier lag.
    "Het ziet er een beetje zwerverachtig uit, ik weet het ..." laat ik er dan zuchtend achteraan volgen, terwijl mijn wangen nog steeds rood zijn van schaamte.


    •

    Noah McKinney
    "Nou, ik heb niet zo veel verstand van motors – meer van auto's, dus je moet hem niet té veel in de prak rijden want dan kan ik er hoogstwaarschijnlijk niets mee ; slechts lichtelijk opknappen," grijnsde ze.
    Ik grijnsde terug, maar was ook helemaal niets van plan. Als hij al in de prak ging, dan zou het per ongeluk zijn of iemand wilde me wat lappen. Maar die persoon ging er echt niet goed van zijn.
    "Eh – Ja, omdat ik eh ; ik slaap niet graag alleen. Nou, ik bedoel eigenlijk – dat ik niet graag alleen boven slaap, in mijn oude kamer. Het is er te donker en, verder is er niemand thuis enzo," hakkelde ze op mijn vraag over de matras in de woonkamer. Toch leek het me niet echt handig noch gezellig. Maar als zij hier op de grond wilde liggen, moest ze het maar doen. Ik begreep het ergens ook wel. Ik zou zo’n heel huis voor me alleen ook maar niets vinden. "Het ziet er een beetje zwerverachtig uit, ik weet het ..."
    “Niet zo, hoor,” zei ik met een bemoedigende glimlach. “Oké, misschien wel een beetje, maar als jij je daar beter mee voelt moet je dat toch lekker doen? Niet aantrekken wat anderen ervan denken, als ze het niet willen zien moeten ze er maar niet naar kijken.”
    Ik knabbelde nog wat genietend op mijn koekje en keek haar toen weer aan. “Als we trouwens morgen gaan ontbijten kunnen we ook rechtstreeks naar de supermarkt gaan, aangezien we beiden wat te eten nodig hebben,” voegde ik er nog snel aan toe, al was dat vooral zodat ik de supermarkt ook zou weten te vinden, kwestie van het wat makkelijker te maken voor mezelf.
    “Woonde je hier al eerder dan?” vroeg ik haar. “Heb je trouwens geen kussen en dekens nodig?”


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov