• Een klein groepje tieners heeft een groot geheim, niemand mag hier achter komen want als dat gebeurd kunnen er erge dingen gebeuren.
    Ze moeten zo onopvallend mogelijk blijven voor hun medestudenten.
    Wat hun geheim is vraag je? Ze zijn wolven, die bij volle maan zichzelf niet kunnen beheersen. Ze veranderen in hun werkelijke vorm en moeten er voor zorgen dat ze niet gesnapt worden. Van de alfa krijgen ze allerlei opdrachten. Sommige zijn gevaarlijk, sommige beangstigend.

    Voor deze groep tienerwolven is ook een groot gevaar. De Hunters. Zij zijn tieners die undercover zijn om de tienerwolven te vangen en te onderzoeken. Ze voeren pijnlijke proeven uit om erachter te komen hoe het mogelijk is dat zij bij volle maan in wolven kunnen veranderen. En of ze er iets tegen kunnen doen. De Hunters zetten alles op alles om de tienerwolven tegen te houden, voordat ze uitzaaien en een groter gevaar voor de mens worden dan ze al zijn.



    De tienerwolven: (max. 7)
    Jongens:
    1. Tijdelijke Alfa: Cooper Henderson - Papaoutai
    2. Memphis Grimmaud - Theodora
    3. Cyril Nightingale - Eltham
    4.
    Roedelloos: Jack Willows - Papaoutai

    Meiden:
    1. Scarlet Morningstar - Jackxdaniels
    2. Ayla Hope Savage - Aislynn
    3. Luna Sianii Silver - Ninuturu

    Hunters: ( max. 12 ) NODIG!
    Jongens:
    1. Noah McKinney - Catesby
    2.

    Bounty Hunter: Xander dodge Outcast - Ninuturu

    Meiden:
    1. Marcy Jarvis - Catesby
    2. Aowynn Rune Savan - Aislynn
    3.

    We zijn dringend opzoek naar Hunters!


    Rules;
    ~Minimaal 8 regels schrijven, dat is niet heel erg moeilijk. Voeg dingen toe zoals; Omgeving, gebruik tekst van andere, gevoelens, waarnemingen etc.
    ~OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    ~Er mag best liefde tussen tienerwolven en Hunters ontstaan, maar niet alleen maar die koppels.
    ~Reserveringen blijven twee dagen staan.
    ~Graag personages die verschillend zijn, qua karakter etc.
    ~Lol hebben, dat is de grootste regel hier!
    ~De tienerwolven kunnen veranderen in wolven wanneer ze willen, maar als het volle maan is zijn ze blijvend wolf tot de eerste zonnestralen de aarde verlichten.
    ~Houd rekening met andere, wacht tot vrijwel meer dan de helft gereageerd heeft voordat jij reageert. Het is zo voor mensen die minder vaak online zijn makkelijk om er weer in te geraken.

    [ bericht aangepast op 16 sep 2013 - 15:56 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

          • Aurora Elizabeth Morningrose

          "Hoezo moet iedereen veranderen?"
    Noah's vraag had ik onbeantwoord gelaten, ik was vrijwel direct over gegaan naar het onderwerp van zijn "slaapadres" – alhoewel zijn woorden op dit moment nog steeds door mijn gedachten rond aan het tollen waren. Mijn onderbewustzijn was op zoek naar een eenduidig antwoord, maar na enig tijd werd ik geraakt door het volle besef dat dat niet bestond. De daadwerkelijke redenen van mijn wens om mezelf te veranderen was uiteenlopend, wat al met al een enorm wijd bereik had. Het ene moment was mijn wens om te veranderen volledig vanuit het perspectief van mijn verleden, om het in zijn geheel te vergeten en om ervoor te zorgen dat het nooit of nimmer opnieuw zou gebeuren. Het andere moment was het om mezelf te beschermen tegen fysieke pijnen, maar eveneens emotionele pijnen – pijnen die me van binnenuit konden vermorzelen.
    "Ja," antwoordt Noah plotseling mijn vraag – nadat hij enigszins geamuseerd had gekeken dankzij mijn nieuwsgierigheid. "Ik ben net verhuisd, daarom weet ik het adres niet. Ik moet nog een paar dingetjes in orde brengen," glimlacht hij erachteraan – waarna hij het overige gedeelte van zijn biertje in een keer door zijn keel laat glijden.
          Mijn blik betrekt voor een ogenblik wanneer ik terug denk aan mijn lege, ouderlijk huis ; waar ontzettend veel klusjes gedaan moeten worden en waar nieuwe meubels voor gezocht moesten worden – zou ik daar in willen gaan wonen, de aankomende periode. "Dat herken ik wel," antwoord ik daarom bedachtzaam, terwijl er opnieuw een lichte glimlach rond mijn lippen speelt.
    Vanaf het ene op het andere moment flitsten er gedachten door mijn hoofd over het feit dat ik hoogstwaarschijnlijk nog nooit zo veel heb gelachen in de afgelopen periode. Echter, hierbij was de vraag of ik op dit moment aan het lachen was door mijn gezelschap ; of simpelweg omdat ik alle andere elementen even wilde vergeten en mezelf letterlijk dwóng om te glimlachen.
          "Zijn er trouwens nog leuke plaatsen waar ik van moet weten?"
    Knipperend concentreer ik me opnieuw op het gesprek tussen mij en Noah, ik had me al veel te vaak af laten leiden – en dat zal niet nogmaals gaan gebeuren. Haastig denk ik terug aan mijn periode hier, voordat ik naar Griekenland ben gegaan – loop kort de zaken af waar we vaak met de groep heen gingen en een ontzettend leuke tijd hebben gehad.
    "Nou, je hebt een aantal kleinere kroegen – zoals deze. Maar, net iets buiten de stad ligt ook een discotheek, waar iedere avond wel wat te doen is – ontzettend goede muziek, dus die is zeker aan te raden. En, eh – het park is ook altijd mooi, maar dat is wel een beetje een meidenantwoord. En, natuurlijk het bos, daar kun je echt ..."
          Mijn stem stierf weg halverwege mijn zin, waar ik onbewust "lekker rennen in het donker" had willen invullen – bij de gedachten aan de avonden die we samen met de roedel in onze wolvengedaanten hadden door gebracht in het bos. Deze momenten waren voor mij de manier om mezelf te kalmeren en om alles van me af te zetten, omdat ik me op dat moment echt veilig voelde en ik niet het idee had dat ik me continu moest verstoppen voor mensen, of nog erger – Hunters.
    Mijn ogen schieten rond door de kroeg, op zoek naar een uitweg door mijn belachelijke optreden – terwijl mijn handen nerveus aan mijn grote trui beginnen te plukken. Mijn interesse voor mijn drankje was omgeslagen als sneeuw voor de zon ; dankzij mijn onoplettendheid had ik zojuist bijna gezegd dat ik het leuk vond om 's nachts in het bos te rennen ; welke freak vindt dat nou leuk?
    "Mooie – Mooie tattoo," mompel ik dan snel – terwijl ik hevig met mijn ogen knipper om mijn angst onder controle te houden, hopend dat het voor geen enkel moment werd gereflecteerd in mijn ogen.


    •

    Noah McKinney
    "Dat herken ik wel," antwoordde Aurora ietwat bedenkelijk. Ik dacht dat ze hier woonde, hoezo herkende ze het dan? Misschien woonde ze hier nog niet zo heel lang of wist ik veel. "Zijn er trouwens nog leuke plaatsen waar ik van moet weten?"
    Ze knipperde een keer met haar ogen en er helemaal niet meer bij te zijn elke keer dat ik iets zei. Haar gedachten leken elke keer af te dwalen en het duurde een tijdje eer ik antwoord kreeg. Ik vroeg me af of er wat met haar scheelde of dat dat gewoon haar manier van doen was. Ik wist niet zeker of ik het irritant vond. Niet zo, maar het was wel een beetje gênant als ik haar elke keer afwachtend aankeek op een antwoord. "Nou, je hebt een aantal kleinere kroegen – zoals deze. Maar, net iets buiten de stad ligt ook een discotheek, waar iedere avond wel wat te doen is – ontzettend goede muziek, dus die is zeker aan te raden. En, eh – het park is ook altijd mooi, maar dat is wel een beetje een meidenantwoord. En, natuurlijk het bos, daar kun je echt ..."
    Ze kapte haar zin op dat moment. Ik begon me af te vragen of ze misschien een vorm van autisme had. Ik wist niet veel over autisme, maar af en toe leek ze zo in haar eigen wereldje verzonken te zijn dat ik eraan begon te twijfelen. Misschien was er gewoon echt wat gebeurd waarom ze er niet bij was. Maar ik wist niet of het aan mij was om er wat over te vragen. Uiteindelijk besloot ik het niet te doen, aangezien ik haar niet eens kende. “Wat kun je in het bos?” vroeg ik haar.
    Haar ogen schoten wat hulpeloos door de kroeg heen en ze leek er weer even niet bij te zijn. Ook ik knipperde wat verward met mijn ogen en wist niet juist wat ik moest doen. Dit had ik nog nooit meegemaakt. "Mooie – Mooie tattoo," zei ze al ogenknipperend.
    “Eh, bedankt.” Er stond een verwarde blik in mijn ogen en ik leunde langzaam weer naar voren zodat ik haar gezicht beter kon zien en ik haar goed kon bestuderen. “Gaat alles wel goed met je? Je lijkt zo verward.”
    Verward was nogal zacht uitgedrukt.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

          • Aurora Elizabeth Morningrose

          "Wat kun je in het bos?"
    Mijn blik glijdt koortsig terug richting Noah – niet wetend wat ik zou moeten zeggen. Alhoewel het licht rumoerig in de kroeg is, ben ik bang dat het bonkende geluid van mijn hart dat tegen mijn borstkast slaat kilometers vanaf hier te horen valt. Mijn tanden boren zich als vanzelf in mijn onderlip, woedend op mezelf omdat ik de woorden over het bos zojuist over mijn lippen had laten glijden.
          "Eh, bedankt. Gaat alles wel goed met je? Je lijkt zo verward?"
    Noah's stem kwam gelijkertijd met het geluid van zingende engeltjes – alhoewel hij het onderwerp van het bos nog niet helemaal had los gelaten, was hij op mijn luchtige opmerking over zijn tattoo in gegaan ; waar vanzelf de vraag over mijn gezondheid uit kwam rollen.
    "Mijn gezondheid," flitst er even kort door mijn gedachten – waardoor mijn wangen direct vuurrood worden. Hoogstwaarschijnlijk kwam ik over als een totale freak, die met random mensen kroegen binnen stapte en vervolgende het grootste gedeelte van een gesprek compleet in haar eigen wereld verkeerde. Wat voor indruk had ik wel niet gemaakt op Noah? Zo meteen dacht hij nog dat ik was ontsnapt uit een of ander gesticht en stond de politie hier voor de deur, dan waren de rapen helemaal gaar en kon ik op het eerste beste vliegtuig terug naar Griekenland.
          "Ik – Het spijt me," begin ik dan zachtjes, terwijl mijn handen zich nerveus terug rond mijn half volle glas vouwen. "Ik bedoel – Ik heb de afgelopen tijd verschillende dingen meegemaakt, die niet bepaald goed voor me waren en ; die komen af en toe terug poppen in mijn gedachten," laat ik er dan aarzelend achteraan volgen. Mijn hand schiet als vanzelf naar het onderste gedeelte van mijn litteken, terwijl ik Noah schuldbewust aan blijf kijken. "Ik snap dat je me ziet als een of andere mafkees," brom ik dan zacht, terwijl er een korte zucht over mijn lippen rolt.
    Moedeloos laat ik mijn glas los en leun met mijn rug tegen de leuning van de stoel. Dit was de ergste avond ooit ; ten eerste had ik Memphis weggejaagd, terwijl ik hem zo veel had willen vertellen – en nu jaag ik ook nog eens een vreemde jongen weg. Dat kon enkel en alleen ik voor elkaar krijgen, kijk nou eens hoe ik er bij zat – nog steeds als een verzopen zwerver die geen flauw benul had van de werkelijkheid.
    "Het spijt me," zucht ik dan weer zachtjes – terwijl ik mijn handen even over mijn gezicht laat glijden en mijn ademhaling weer wat langzamer voel gaan. Direct laat ik mijn handen weer in mijn schoot zakken, waar ik ze samen in elkaar vouw. Zo meteen dacht hij nog dat ik een of andere aanval kreeg, dat moeten we ook niet hebben.


    •

    Noah McKinney
    Haar wangen werden rood. Volgens mij scheelde er echt wat met haar, maar niet iets autistisch. Volgens mij was er meer aan de hand. Misschien was er wel wat met haar familie gebeurt.
    "Ik – Het spijt me," zei ze zachtjes. Haar handen met dunne vingers omklemden haar halfvolle glaasje. "Ik bedoel – Ik heb de afgelopen tijd verschillende dingen meegemaakt, die niet bepaald goed voor me waren en ; die komen af en toe terug poppen in mijn gedachten."
    Zie je wel, ik had gelijk. Er was wel wat gebeurt. “Wil je erover praten?” vroeg ik haar uiteindelijk, aangezien ik niet wist wat ik erop moest zeggen. Het maakte me altijd zenuwachtig, ik was slecht in praten over gevoelens. Ik wist nooit hoe ik erop moest reageren.
    Haar hand schoot schuldbewust naar het litteken op haar wang, alsof het er iets mee te maken had. Het littekens zag er ook niet echt oud uit, zoals sommigen op mijn armen. Ik had ook een hele vieze op mijn rug, een bijtwonde. Ik had geluk gehad dat ik niet verlamd was voor de rest van mijn leven. "Ik snap dat je me ziet als een of andere mafkees,” zuchtte ze.
    Ze liet haar zich met haar rug tegen haar stoel zakken. "Het spijt me.” Ze leek zich geen houding aan te kunnen nemen. Ik had best te doen met haar.
    “Het geeft niet, daar kan je niet veel aan doen,” zei ik tegen haar. Ik wist niet echt wat ik moest zeggen, dus schoof ik mijn bier aan de kant. “Zal ik je naar huis brengen? Ik ga je echt niet zo laat nog alleen over straat laten lopen. Volgens mij heb je even tijd voor jezelf nodig.” Ik probeerde wat meelevend naar haar te glimlachen, maar het leek niet echt overtuigend over te komen. Het was nogal onwennig nu. Ze zag eruit alsof ze een knuffel nodig had, maar als ik die aan haar zou geven zou ze er vast niet aan hebben. Hij zou stijf en houterig zijn.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

          • Aurora Elizabeth Morningrose

          "Wil je erover praten?"
    Mijn gedachten schreeuwen ja, luid en duidelijk. Mijn verstand wist er echter hard tegen in te gaan, omdat ik diep van binnen donders goed weet dat het niet verstandig is om dit soort zaken met "vreemde" personen te bespreken. Noah was aardig, dat was op dit moment meer dan zeker – maar wanneer ik iets zou vertellen over wat me allemaal was overkomen, zou ik het wolven – gedeelte met geen mogelijkheid weg kunnen laten. Het te nemen risico was daarvoor te groot, waardoor ik besloot niets anders te doen dan mijn blik strak op mijn glas gericht te houden.
    Diep van binnen wenste ik vurig dat Noah gewoon simpelweg ook in de roedel zou zitten, dat ik nu alles open en bloot op tafel kon gooien zonder er rekening mee te moeten houden dat ik in een wolf kon veranderen – dan zou alles een stuk gemakkelijk kunnen zijn. Ik zou niet meer afhankelijk zijn van bepaalde gevoelens, ik zou mezelf kunnen zijn en mijn problemen op een objectieve manier met iemand kunnen bespreken. De waarheid was helaas niet anders, waardoor er niets anders op zat dan nogmaals te slikken en te proberen mijn woordenstroom binnen te houden.
    [tab"Het geeft niet, daar kan je niet veel aan doen. Zal ik je naar huis brengen? Ik ga je echt niet zo laat nog alleen over straat laten lopen. Volgens mij heb je even tijd voor jezelf nodig."
    In een korte oogopslag zag ik meelevende glimlach van Noah, die vrijwel direct wegzakt en enkel en alleen en onwennige blik achter laat. Verslagen kijk ik weer naar de tafel – ik kon het geeneens langer dan een half uur volhouden met een jongen, over een hopeloos geval gesproken. Ik had mezelf zo belachelijk zitten gedragen dat hij me liever even naar huis wilde brengen zodat ik "alleen kon zijn", terwijl het in mijn gedachten eerder andersom was – al snap ik dat Noah op dit moment liever alleen zou willen zijn dan met een half ingestorte mafkees naast hem.
          Alhoewel mijn gevoelens nee schreeuwen, knik alleen maar langzaam op zijn vraag om me naar huis te brengen – in zijn eigen welzijn, en zijn eigen wensen. Het brandende gevoel in mijn keel komt onverwachts, waardoor ik zachtjes hoest – en het lege glas terug op de tafel zet, heb ik in ieder geval mijn drinken netjes naar binnen gewerkt.
    Frommelend in de zak van de trui, leg ik uiteindelijk een briefje van tien op de tafel – de rest mochten ze houden, het kon me op dit moment weinig schelen.
          "Nogmaals sorry," mompel ik weer even, terwijl ik mijn trui recht trek en wat met de touwtjes begin te spelen. "En, je hoeft me niet naar huis te brengen – echt niet," zeg ik er dan nog zachter achteraan.
    Ten eerste wilde ik geen medelijden ontvangen, ik wilde niet door iemand naar huis gebracht worden die eigenlijk alleen maar van me af wilde komen – al was het met de beste bedoelingen. Ten tweede wilde ik niet dat Noah me naar huis zou brengen en ook maar een glimp op zou vangen van de lege woonkamer, of de lege keuken ; dat waren zorgen voor later en zou ik zelfstandig wel op gaan lossen.
    Mijn knieën stoten kort tegen het tafeltje wanneer ik op sta en mijn blik voorzichtig op Noah's gezicht richt. In stilte vervloek ik mezelf nogmaals, om mijn idiote gedrag – het had een leuke avond kunnen worden, maar dat was nu door mijn eigen toedoen volledig verpest. "Goed bezig, Aurora – verniel alles wat je aanraakt," flitst er kort door mijn gedachten.
          "Ik loop zelf wel, geen probleem – het is niet ver. Daarnaast, moet jij terug naar je motor ... Nog bedankt dat je mee wat wilde drinken Noah," glimlach ik dan voorzichtig, om het hele gebeuren maar een afsluiting te geven.


    •

    Noah McKinney
    Ik kon zien wat ze dacht, gewoon al door haar verslagen blik. Dat ik van haar af wilde. Mijn woorden waren er dan ook nogal impulsief uitgekomen, want ik wilde haar eigenlijk helemaal niet weg. Soms moest ik echt beter nadenken voordat ik wat zei.
    Aurora sloeg haar glas wodka naar achteren en frommelde met haar handen in de zak van haar trui om er geld uit te halen en dat op de tafel te leggen. Volgende keer zou ik haar wel trakteren, als er een volgende keer kwam tenminste. Het leek net alsof ik haar had afgewezen door mijn domme vraag. Maar het voelde echt alsof ze nu niets aan me had.
    "Nogmaals sorry," mompelde ze uiteindelijk.. "En, je hoeft me niet naar huis te brengen – echt niet.”
    “Aurora, ik vind het echt niet erg. Echt niet. En het is ook niet dat ik je weg wil. Misschien moeten we een andere keer wat gaan doen,” stelde ik voor. “Ergens waar het rustiger is. En ik breng je wel, ik zet je wel gewoon voor je deur af.”
    Ze stootte haar knieën wat onhandig tegen het tafeltje, dat wat wankel wiegde. Ik vond haar korte rokje er wel leuk uitzien en die slobbertrui was ook wel grappig. "Ik loop zelf wel, geen probleem – het is niet ver. Daarnaast, moet jij terug naar je motor ... Nog bedankt dat je mee wat wilde drinken Noah.”
    “Aurora…,” zei ik zacht terwijl ik mijn helm naar haar uitstak. “Ik wil niet dat je iets overkomt, want dan zou ik mezelf nooit vergeven. We kunnen altijd nog een keer iets anders gaan drinken.” Ik begon me slecht te voelen. Ik had ook weer wat gezegd en ze leek het niet goed op te vatten. Daarbij liepen er ’s avonds laat heel wat enge mensen rond op straat en als ze een meisje in een kort rokje zagen, zou dat echt wel eens fout af kunnen lopen. Ik wilde er gewoon voor zorgen dat ze veilig thuis raakte. “Het is echt niet dat ik van je af wil, ik vond het best gezellig. En je wilt toch zeker wel achterop op mijn motor?” probeerde ik terwijl ik haar vragend met puppyogen aankeek en met mijn helm voor haar gezicht wiebelde zodat ze hem zou aannemen. “Hé, en als je nog steeds wil praten, je weet me nu toch wonen.” Misschien was het wel een goed idee om wat bevriend te raken met haar, aangezien ik geen zin had om hier altijd in mijn eentje rond te lopen. Met de leidster van de hunters leek ik het al niet geweldig te vinden omdat ik wat te laat was. Oké, wel wat langer dan ‘wat te laat’, maar dan nog. Die andere herinnerde ik me al niet meer, maar ze leek het wel amusant te vinden.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

          • Aurora Elizabeth Morningrose

          "Aurora, ik vind het echt niet erg, echt niet. En, het is ook niet dat ik je weg wil. Misschien moeten we een andere keer wat gaan doen, ergens waar het rustiger is. En, ik breng je wel, ik zet je wel gewoon voor je deur af."
    Alhoewel Noah's woorden lichtelijk tot mijn gedachten aan het door dringen waren, besloot ik toch op te staan en mijn verhaal af te steken over het feit dat het totaal niet nodig was dat ik door hem naar huis was gebracht. Normaal gesproken zou ik zijn uitnodiging direct hebben aangenomen, maar bij mijn gehele "verandering" hoorde toch echt het gedeelte van mijn afhankelijkheid. Ik was mijn gehele leven al van andere personen afhankelijk geweest – mijn vader, Memphis, de andere leden van de roedel.
          "Aurora ... Ik wil niet dat je iets overkomt, want dan zou ik het mezelf nooit vergeven. We kunnen altijd nog een keer iets anders gaan drinken. Het is echt neit dat ik van je af wil, ik vond het best gezellig."
    Enkel en alleen de uitspraak van mijn naam – mijn volledige naam – had ervoor gezorgd dat ik half was versteend en hem met grote ogen aan staarde. Alhoewel hij natuurlijk geen flauw benul had van het feit dat de meeste personen me gewoon "Ro" noemden, vond ik het vreemd klinken om als "Aurora" aangesproken te worden.
    Inmiddels voelde ik een lichte glimlach op mijn lippen verschijnen, simpelweg door het feit dat er geen enkele leugen in Noah's stem te bekennen was en hij daadwerkelijk de waarheid leek te spreken over het feit dat hij het ontzettend leuk had gevonden en dat hij nog wel eens iets met me zou willen gaan drinken. Memphis' gezicht flitst kort door mijn gedachten, maar wordt direct weer weggedrukt – onafhankelijkheid, daar ging het tegenwoordig allemaal op.
          "En je wilt toch zeker wel achterop mijn motor? Hé, en als je nog steeds wilt praten, je weet me nu toch te wonen."
    De zachte, meisjesachtige giechel die over mijn lippen rolt zorgt ervoor dat ik verbaasd mijn hand tegen mijn mond druk. Het waren Noah's grote ogen geweest en de manier waarop hij met zijn helm had gewiebeld die we hadden laten lachen – iets wat inmiddels alweer een tijd geleden was. Nadat ik mijn hand laat zakken ligt er een grote, gemeende glimlach rond mijn lippen.
    "Je weet vrouwen wel te overtuigen, met die ogen," mompel ik vervolgens speels terwijl ik de helm uit zijn handen neem. Alhoewel de motor ook een zwaktepunt was geweest, hadden zijn enorme puppy – ogen het gedaan ; daarnaast, in mijn eentje over straat lopen was 's avonds inderdaad niet zo'n goed idee. Helemaal niet nu mijn vertrouwde honkbalknuppel bij Bonnie en Memphis in de gang stond.
          "Ik moet je wel waarschuwen dat ik ontzettend goed ben in vechtsporten, dus geen foute gedachten, meneertje," laat ik er spottend achteraan volgen – wetend dat het absurd zou moeten klinken vanuit de mond van een klein, blond meisje. Van de ene kant was het inderdaad een leugen, maar van de andere kant had ik in Griekenland wel geleerd om van me af te bijten.
    Mijn beide armen krullen zorgvuldig om de helm van Noah's motor heen, alsof het een boei is waar ik me aan moet vasthouden die ik tegelijkertijd wil beschermen. Het idee dat ik zodadelijk weer op een motor zal springen brengt een stoot adrenaline bij me los, waardoor ik haast sta te springen van plezier en opwinding.
          Binnen de kortste keren sta ik daarom bij de uitgang van de kroeg, waarna ik lachend achterom kijk richting Noah. Alhoewel mijn stemmingswisselingen ontzettend verwarrend moeten zijn voor hem – kom ik vrolijk in ieder geval minder over als een gestoorde, ontsnapte gek uit een of andere inrichting. Mijn hand gebaart hem vervolgens om te komen, terwijl ik de buitenlucht in stap en enkele malen diep ademhaal.
    Vloekende woorden zorgen ervoor dat ik aan de kant moet springen voor de stroom mensen die over straat lopen, waardoor ik speels glimlach door mijn onoplettendheid. De avond had voor een kort moment een onplezierige wending genomen, maar wie weet kwam het toch nog goed.


    •

    Noah McKinney
    Aurora’s ogen waren weidopen gesperd toen ze me aankeek. Het zag er een beetje eng uit, vooral omdat ik me altijd ongemakkelijk voelde als mensen me met grote ogen aanstaarden. Even later verscheen er een klein, maar gemeend glimlachje op haar rozige lippen, waarop ik meteen mijn kans greep. "En je wilt toch zeker wel achterop mijn motor? Hé, en als je nog steeds wilt praten, je weet me nu toch te wonen."
    Ze moest giechelen. Heel erg meisjesachtig en best schattig, vooral op de manier waarna ze daarna haar hand verschrokken voor haar mond sloeg. Ze liet haar hand zakken en er stond een glimlach op haar lippen. Hij leek zo gemeend, maar ook haar uitleg over ‘veranderen’ had wat in me losgemaakt. Misschien werd het tijd dat ik dat ook deed. Niet helemaal, in ieder geval. Maar ik zou niet meer met het eerste het beste meisje naar bed gaan. Daar kwam meestal toch alleen maar narigheid van. Nee, ik zou me gedragen en niets doen.
    "Je weet vrouwen wel te overtuigen, met die ogen," mompelde ze, waardoor er automatisch een brede grijns op mijn lippen lag. Dat had ik wel vaker gehoord. Ik had wel geluk met die groene ogen van me. Iedereen leek er om een of andere reden als een blok voor te vallen. "Ik moet je wel waarschuwen dat ik ontzettend goed ben in vechtsporten, dus geen foute gedachten, meneertje.”
    “Nu ben ik bang, hoor,” antwoordde ik er grijnzend op. Ik kon het al helemaal voor me zien. Zo’n klein schattig meisje als zei dat me een ferme klap zou verkopen. Op de een of andere manier kon ik het me wel voorstellen en verdween mijn grijns. Ik moest me echt inhouden. Gewoon naar huis brengen, niet meer. Kom op, dat kon ik toch wel?
    Hebberig trok ze de helm tegen zich aan en er stond een brede lach van enthousiasme op haar lippen toen we de kroeg uit liepen en ik achter haar aan liep terwijl ik mijn ogen heel erg van haar benen en haar achterwerk af probeerde te houden. O kom op, meiden met korte rokjes lokten het naar mijn mening ook wel een beetje uit. Het was echt moeilijk om er niet naar te staren.
    Tegen haar leek ik een lieve jongen te zijn, maar zodra ze haar rug gedraaid had lag ik steeds in de knoop met mezelf, terwijl de regels duidelijk waren. Kijken mag, aankomen niet.
    Eenmaal buiten draaide Aurora zich nog een keer om, alsof ze wilde checken of ik er nog was. Met haar hand gebaarde ze dat ik haar moest volgen terwijl ze al terug liep richting het speelgoed winkeltje.
    Opeens sprong ze aan de kant voor een paar mensen die haar luid vloekend voorbij liepen. “Wel uitkijken waar je loopt,” zei ik snel toen ik haar ingehaald had en samen met haar richting de motor liep. “Ik zou je naar huis brengen, niet naar het ziekenhuis.”
    De straat leek nogal verlaten zijn, op die groep mensen na en een paar verdwaalde feestgangers en één zatlap die net de kroeg uit kwam gelopen. Gelukkig kregen we niet al te veel last van hem, behalve dat hij ons een beetje vreemd nakeek en daarna bijna tegen een paaltje opliep.
    “Zo,” zei ik terwijl ik op mijn motor kroop en achter me gebaarde dat ze achterop moest kruipen. Ik had maar één helm en die was nu voor Aurora. Zo ver leek ze toch niet te wonen en de kans dat we nu politie tegen zouden komen schatte ik ook niet zo heel erg. “Klaar?” vroeg ik haar uiteindelijk.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    [Ik ben serieus ALLES kwijt hier D: ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    [Wat moet hebben/weten dan? ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

          • Aurora Elizabeth Morningrose

          "Wel uitkijken waar je loopt. Ik zou je naar huis brengen, niet naar het ziekenhuis."
    Grijnzend laat ik mijn hoofd zachtjes heen en weer bewegen, waarna ik met soepele bewegingen langs Noah ga lopen. Het ziekenhuis was op dit moment wel de allerlaatste plek waar ik zou willen eindigen, op Griekenland na dan – voor de rest was alles goed, volgens mij. Mijn onoplettendheid was slechts een uiting van mijn opwinding, het idee dat ik zo direct op een snelle motor zal zitten maakte een vuur in me los dat met de grootste moeite was te bedwingen – alsof het opnieuw een manier was om mijn "verandering" compleet te maken.
    Mijn hand sluit zich even om Noah's onderarm op het moment dat er een vrij beschonken man voorbij komt gelopen, ons vreemde blikken toewerpt en vervolgens door het verlies van concentratie tegen een paaltje aanloopt. Met een zacht kneepje geef ik aan dat ik op het punt sta op in lachen uit te barsten, wat ik met de grootste moeite in weet te houden omdat ik beschonken personen niet graag boos wil zien – een en al onvoorspelbaarheid.
          "Zo," Noah's stem is zacht en licht geruststellend. Inmiddels is hij op zijn motor geklommen en heb ik zijn onderam los gelaten, de beschonken man is aan het einde van de straat en lijkt onze aanwezigheid binnen de kortste keren vergeten te zijn.
    Met een glimlach van oor tot oor laat ik de helm over mijn hoofd glijden, waardoor ik direct het vertrouwde gevoel krijg en ik voor een kort moment mijn ogen sluit. Ondanks het feit dat ik een rokje aan heb, weet ik behendig op de motor te klimmen en uiteindelijk in een positie te komen waarvan ik zeker weet dat er voor toestanders geen enkele blik onder mijn kledingstuk te werpen valt. Het ging daarbij alleen maar om de ervaring, er uit ziet als een of andere porno ster die achter op een motor zit was ik absoluut niet van plan.
          "Klaar?" Noah's stem klinkt wat gedempt door de helm, maar is daarentegen redelijk verstaanbaar. Vol automatisme sla ik mijn armen rond zijn middel, iets wat ik altijd al had gedaan wanneer ik bij iemand achter op de motor ging – ten eerste was het me altijd verplicht geweest dankzij mijn vader, maar ten tweede gaf het me een iets veiliger gevoel.
    "Ja," roep ik enthousiast van onder mijn helm, terwijl ik me schrap zet om de snelheid door mijn lichaam te voelen razen. Het is juist dat moment dat ik besef dat Noah hoogstwaarschijnlijk geen flauw idee heeft waar hij heen moet, waardoor ik haastig overeind kom zitten en mijn handen voor zijn middel uitsteek om richtingen aan te geven.
          "Twee keer rechts, dan links en uiteindelijk nog een keer rechts – het is een groot huis, aan het einde van de straat," roep ik, hopend dat hij het zou kunnen verstaan ondanks de helm. Daarnaast zou ik hem lichte kneepje in zijn zij kunnen geven om hem de richting te wijzen, waardoor ik mijn handen weer samen vouw voor zijn buik en mijn hoofd was verstop achter zijn rug.
    "Klaar," roep ik dan opnieuw, vol opwinding en enthousiasme.

    [ bericht aangepast op 2 okt 2013 - 18:01 ]


    •

    Aislynn schreef:
    [Wat moet hebben/weten dan? ]


    [Een korte samenvatting zodat ik een beetje weet waarover het gaat. En het laatste op Coopje, ik ga proberen wat te schrijven ^^ ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    [Zover als ik het heb gelezen; Ro is terug uit Griekenland en momenteel samen met Noah onderweg naar huis, nadat ze een soort van meningsverschil met Memphis heeft gehad. Memphis is bij Aowynn voor haar been en biologie notities, die twee hebben een licht breekpunt gehad. Marcy was geloof ik ergens in het bos, en Scarlett volgens mij bij Bonnie thuis.
    Mocht er iets niet kloppen, of iemand gemist hebben, sorreh ^^

    Dit is Ayla's laatste post:

    Ayla

    Ergens diep in de verte hoor iemand zacht mijn naam zeggen, voel lichtjes iets over mijn buik heen gaan wat er vervolgens blijft rusten. Mijn hoofd gonst en ik doe mijn best langzaam wakker te worden en de nare beelden die mijn dromen hadden veroorzaakt achter te laten.
    “Ben je wakker?” klinkt het zacht en vlak bij me, een stem die mijn humeur doet opkrikken. Een flauwe glimlach verschijnt op mijn gezicht waarop ik langzaam mijn ogen open om omhoog te kijken. Cooper. Hij was er nog steeds en ik lag in zijn ziekenhuis bed, dicht tegen hem aan.
    “Nu wel,” breng ik met een zachte schorre stem uit en onderdruk een diepe gaap. De neiging mezelf eens flink uit te rekken onderdruk ik, ik wilde Coop niet onbewust pijn doen. In plaats daarvan krul ik me nog iets dichter tegen hem aan, sluit mijn ogen en luister naar zijn ademhaling.
    “Hoe voel je je?” vraag ik met vervolgens en laat mijn vingers zachtjes over zijn arm heen glijden, richting zijn borstkas,, naar zijn buik en weer terug.

    [Het is een erg kort stukje (en een erg late reactie ), maar moet weer even inkomen :'D Met Aowynn wacht ik even op een post van Memphis. (: ]
    ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Cooper

    Ik zie een glimlachje op Ayla haar gezicht verschijnen en ze opent haar ogen langzaam, dan kijkt ze me aan. Met die prachtige ogen.
    "Nu wel," brengt ze zachtjes uit, haar stem klinkt wat schor, maar dat komt natuurlijk door het slapen. Zij heeft volgens mij meer geslapen dan dat ik gedaan heb. Met een glimlachje kijk ik Ayla terug aan. Eigenlijk wil ik ergens mijn excuses aanbieden dat ik haar gewekt heb, maar volgens mij vind ze het zo erg nog niet.
    Ik leg mijn arm iets strakker om Ayla heen als ze zich tegen me aan krult en haar ogen sluit.
    "Hoe voel je je?" vraagt ze en ik voel haar vingers zachtjes over mijn arm glijden, naar mijn borstkas, naar mijn buik en weer terug. Ik bijt even op mijn lip en probeer niet aan de kriebels, die zich ondertussen in mijn buik verzameld hebben, te negeren.
    Ik plaats mijn hand zachtjes in Ayla haar haren en streel er doorheen.
    "Ik voel me al een stuk beter, niet meer zo zwak en zo," zeg ik terwijl ik mijn ogen ook sluit. Onbewust trek ik Ayla wat dichter tegen me aan. Ik ontspan me helemaal en luister naar de geluiden om ons heen.

    [sorry dat het zo kort is, maar ik kon niet heel erg veel ^^ ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Ayla

    “Ik voel me al een stuk beter, niet meer zwak en zo,” hoor ik Cooper zeggen en voel hoe hij me dichter tegen zich aan trekt. Ik voel hoe de spieren in zijn lichaam lijken te ontspannen en laat een glimlach op mijn lippen verschijnen. Ondertussen strelen mijn vingers nog steeds licht over zijn huid heen, en open ik mijn ogen weer om naar buiten te kijken.
    Door alles wat er was gebeurd met Coop was ik even vergeten wat Memphis ons gisteren verteld had, voordat het weer even slecht leek te gaan met Coop.
    Er was zoveel gebeurd de afgelopen dagen, Memphis die zijn titel als Alfa had overgedragen aan Coop, de andere wolf die hem aan had gevallen en dan ook nog eens het vertrek van Scarlett en Ro. Ik mocht met de een misschien niet zo veel hebben als met de ander, het idee dat beide weg waren en misschien niet meer terugkwamen stond me niet aan. Onze roedel leek nu ineens zo klein, en ookal maakte de grootte opzich misschien nog niet zo veel uit. We waren één familie, en die was nu alles behalve compleet.
    Een lichte frons verscheen op mijn gezicht, we wisten ook nog steeds niet waarom Memphis ons die avond bij elkaar had geroepen. Een zucht verliet mijn lippen en ik schudde licht met mijn hoofd om deze even te bevrijden van haar verwarringen.
    “Denk je dat Scarlett en Ro nog terugkomen?” vraag ik hem zacht en verleg mijn hoofd zo dat ik naar zijn gezicht kon kijken. Zijn ogen waren gesloten, iets wat mij ongegeneerd de tijd gaf hem te bestuderen, hetgeen wat ik vlot nog even zou kunnen doen, totdat ik betrapt zou worden. Een nieuwe, wat kleinere, glimlach verscheen op mijn gezicht terwijl ik mijn vingers door liet strelen, en mijn lippen een lichte kus op zijn kaaklijn plaatste.

    [Geeft niks, ik ben m'n best aan het doen de mijne wat langer te maken, al vallen ze qua lengte nog steeds wat tegen :') ]

    [ bericht aangepast op 2 okt 2013 - 18:50 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'