• Cover met dank aan Aragog


    WASHINGTON 23 September 2020.
    De wereld bevolking word te groot hebben de onderzoekers verkondigd, de brandstof en voedselbronnen raken uitgeput en met het drinkbare water staat het ook niet best. Amerika heeft besloten om de wereld bevolking met 1/3e uit te gaan roeien en doet dit op een agressieve manier. Hun troepen volgen hen tot over de hele wereld en stortte zich op de dicht bevolkte landen.
    De lichamen van de afgeslachte mensen worden gebruikt om een fossiele brandstof en voedingsbodems voor de boeren van te maken.
    Massa moord is aan de orde van de dag en niemand lijkt veilig te zijn tenzij je genoeg geld en aanzien hebt. De normale burger word uit hun huizen gesleept en in koele bloede vermoord, slecht een groepje mensen weet te ontsnappen en beginnen aan hun trek door europa. Ze hopen veiligheid te vinden, maar de weg is lang en zwaar. Verschillende landen hebben zich bij Amerika gevoegd wat hun weg alleen maar moeilijker maakt.

    gebaseert op dit artikel

    Rollen:

    Mannen:
    - Nanook Quayle - Cas - Pagina 1,1
    - Douglas Martell - Dooddoenervo - Pagina 1,4
    - Myka Franco Boyd. - Osaki - Pagina 1,3
    - Misha Adams - Tonto - Pagina 1,6
    - Ash DeMunn - Bequeath - Pagina 1,6
    - Jack holtzheimer Guinness - Pagina 1,7

    Vrouwen:
    - Christine winter [beroeps millitair] - Guinness - Pagina 1,1
    - Aerin Nara Yi - Olicity - Pagina 1,5
    - Valerie Savarin (Val) - Chekhov - Pagina 1,3
    - Luna Georgia Blake - VladiFerr - Pagina 1,5
    - Elise Bree - sandordinja - Pagina 1,4
    - Aurea Montericica - LadyJilly - Pagina 1,6

    Regels

    - Minimaal 1x per week reageren per personage.
    - Minimaal 300 woorden per post per personage.
    - Geen perfecte karakters.
    - Houd mannen en vrouwen gelijk, anders zal ik een stop op de vrouwen moeten zetten.
    - Geen ruzie maken, heb respect voor elkaar en geef feedback op een respectvolle manier.
    - Reservaties blijven 48 uur staan
    - Alleen Guinness maakt de topics aan, bij afwezigheid wijs ik de vervanger aan.
    - Denk goed na voor je mee doet, geen eendagsvliegen!
    - Hier alleen rollen, de rest in het praat topic (deze word aangemaakt zodra er wat deelnemers zijn).
    - 16+ en schelden is toegestaan, maar houd het fatsoenlijk.
    - Maximaal 2 personages per persoon (en dan een man en een vrouw, niet 2 van 1 geslacht.
    - Bespeel alleen je eigen karakter.
    - Moord is toegestaan maar alleen met toestemming van de eigenaar.



    Praattopic: Nr. 1-Nr. 2
    Rollentopic: Nr.1
    Speeltopic: Nr. 1




    Het begin van de RPG:
    Het begin van de RPG zal zijn in het schwarzwald in Duitsland. Omdat dit woud behoorlijk dicht bebost is, is de overlevings kans veel groter. Natuurlijk kunnen ze vanaf dit punt verder trekken.

    [ bericht aangepast op 8 dec 2013 - 22:36 ]


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    Aerin Nara Yi
    'Maak je maar geen zorgen hoor, zo interessant ben je niet,' mompelt hij beledigd. Ik snuif. 'Blijkbaar interessant genoeg om te stalken,' brom ik. Eens kijken wat hij daar op zet.
    Het is een tijdje stil maar dan vraag ik wat hij hier doet. 'Dat gaat je niks aan,' zegt hij droogjes. Ik trek mijn wenkbrauwen op. 'Goh, jij bent zeker de leukste thuis,' mompel ik sarcastisch. Maar goed, ik kan niet verwachten dat hij iets over zichzelf gaat vertellen, als ik dat ook niet doe. Dus, de kans is wel bijna honderd procent dat we niks over elkaar te weten komen en dat is wat mij betreft prima. Hij en ik zullen toch niet lang met elkaar "reizen". Ik kan nu al voorspellen dat daar veel gebekvecht van zou komen.
    Hij verandert ineens zijn richting en ik volg gedwee. Hij zal er wel een reden voor hebben. En die blijkt hij inderdaad te hebben, want na een tijdje komt er een beekje in zicht en ik zie dat de jongeman lichtjes glimlacht. 'Ik stop hier even, het is tijd voor een pauze.' Goedzo, hij leert het al. Hij bukt om het flesje te vullen en wast vervolgens zijn gezicht en handen. Ik zucht zacht en begin ook mijn flesje te vullen. Misschien is hij nog wel niet zo onhandig, aangezien hij waarschijnlijk het beekje hoorde en daarom van richting veranderde. 'Ik verlang echt naar een douche,' zeg ik, terwijl ik ook maar wat water in mijn gezicht plens. Dat is wel even fris. 'Waarschijnlijk stink ik ontzettend, dus sorry voordat.' Al is een douche volgens mij nog niet eens zo heel lang geleden, aangezien ik enkele dagen geleden het waagde een snelle douche te nemen in een verlaten huis. Helaas zal het wel weer even duren voordat ik weer kan douchen. Ze hebben in het woud vast geen verlaten huizen.
    Nadat ik mijn armen en hals ook een beetje gewassen heb kom ik weer overeind en pak ik een vieze energiereep uit mijn tas. Het ding smaakt nergens naar, echt, maar het vult tenminste wel een beetje. 'Heb je zelf wat te eten?' vraag ik aan Nanook.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Misha Adams.

    Ik schrik op van mijn gedachten als ik Christine hoor praten. "Dankje dat je over mij hebt gewaakt... en mij niet hebt verraden" Ze klinkt nog wat slaperig en ik kijk haar even aan en glimlach dan vriendelijk. 'Geen probleem" antwoord ik. "Over een uur valt de schermering... ik stel voor hier te blijven en ons klaar te maken voor de nacht" Ik kijk even naar de lucht en dan naar haar Horloge. "we zijn hier goed beschut dus dat lijkt me een goed idee"
    Christine trekt haar tas naar zich toe en gooit dan een gedroogd vlees stripje naar me toe. "Alsjeblieft, het zit vol proteine en vuld goed..." Ik pak het stripje van mijn schoot en kijk er even na. Ik grinnik dan. "Dat is lang geleden dat ik die had. Heel erg bedankt" zeg ik dan glimlachend. "Ik ga kijken of ik vannacht of morgen wat kan vangen. Ik deel de buit dan wel met jou. Nu ik nog een keus heb tenminste" zeg ik glimlachend. "Ik heb zo'n gevoel dat als er inderdaad een kamp komt, ik geen keus meer heb" Ik kijk Christine even aan. Ik neem een hapje van het gedroogde vlees en het smaakt niet eens zo verkeerd. "Ik kan je misschien zelfs nog wel wat leren... Als we toch nu toch in het wild moeten overleven" zeg ik.
    Ik heb hier al genoeg eekhoorns gezien. Konijnen ook wel. Misschien met een beetje mazzel komen we nog wat wilde zwijnen tegen. "In de korte tijd dat ik hier in het bos ben, heb ik genoeg eetbaars gezien. zowel plant als dier. Maar ik denk dat als ik dier vang we wel een vuur moeten stoken. Ik weet niet of dat wel heel erg slim is op dit moment. Misschien over een paar dagen wel. Maar ik ben bang dat hier wel wat militairen zitten" Ik kijk Christine even ernstig aan en dan weer eens om me heen.


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Douglas Martell

    'Moord is geen werk.' zegt Elise bitter maar vol emoties.
    'Hangt ervan af, de enige reden dat ik er nog ben is dankzij het moorden, nu begrijp je het nog niet. Maar binnenkort zul je net zo makkelijk moorden als dat je water drinkt.' zeg ik haar. En dan wend ik me tot zowel Elise als Aurea. Als we hier blijven zullen ze ons weer vinden. We kunnen beter naar ergenst anders gaan want het wemelt hier van de soldaten.' ik loop richting een boom en ga zitten. Aurea en Elise zien er nog altijd geschrokken uit. Watjes! Denk ik in mijn eigen. Nog niet gehard, en ze zijn net zo onwetend als een boom. Ik kan een snuif niet onderdrukken en pieker verder. Eigenlijk zou ik beter verdertrekken, meschien is mijn kans op overleven dan groter. Dit is gekkenwerk, die twee zullen waarschijnlijk geen tweede confrontatie aankunnen. Als je ziet hoe Elise er nu uit ziet. Maar toch loop ik niet weg. Ik sta wel op en loop naar een soldaat. Ik voel in zijn zakken en vind een pas je waar zijn naam op staat. 'Jack Bonbana' ik breek zijn pasje en steek het terug in zijn zak. In een andere zak vind ik 100 dollar en dat steek ik in mijn broekzak. 'Je zou zelf ook beter in hun zakken kijken, je kunt best alles pakken waarmee je kunt overleven.' zeg ik tegen de twee meisjes. Ik kijk naar de hemel die al wat donkerder begint te worden. 'Ik meen het, als we nu doorgaan kunnen we nog enkele kilometers lopen en dan slapen. We moeten weg van deze plek want dit trekt alleen maar soldaten aan, en vijf zijn er niet veel maar twintig kunnen we niet aan.' En daarmee eindig ik mijn preek.


    Queer zijn is gewoon alles

    Myka Franco Boyd.
    Vaag voelde ik hoe ik naar de grond achter een boom werd geholpen. Waarom wist ik niet, maar ik nam aan dat hij het deed vanwege de beschutting. 'Rust maar, ik houd de wacht.' Had hij mij zachtjes beloofd en ik knikte enkel als antwoord, want ik viel snel weg.
    Ik had allerlei soorten dromen die ik al eens eerder gehad had, maar die nu bij elkaar werden gevoegd – alsof het een soort puzzelstuk was. Het was een droom, eerder geneigd richting een nachtmerrie te gaan, maar ik begon te zweten van de actie. En dan niet actie als in dat ik seks had in mijn droom, maar echt actie.
    Er waren er genoeg die mij wilden vermoorden, maar deze sloeg echt alles. Ik zag het vermoorde gezicht van Mickey, maar ook van mijn moeder en vader – terwijl ik mijn moeder geen eens in het echt kende. In tegenstelling tot mijn moeder die voor hulp riep, waren mijn vader en Mickey juist van plan om mij te vermoorden. Waarom wist ik niet, maar het was ze gelukt. Met een duistere grijns op hun gezicht keken ze op van mijn dode, bebloede lichaam.
    En ik schrok wakker.
    Bloed. Dat rook ik, bloed. Verschrikt keek ik naar boven en haalde meteen een hele hap met adem. Ik kon tussen sommige open stukjes door de bomen turen naar de lucht – dat liet mij al wat rustiger worden en rechtte mij toen wat op mijn ellebogen.
    De boom glimlachte naar mij, maar dat wierp niet mijn aandacht. Het waren de dode konijnen die van hun ingewanden waren ontdaan en de huiden tegen de boom was gespijkerd. Mijn hart begon meteen als een razende weer te kloppen en mijn ogen werden weer verschrikt groot. “Da-da-dat..” En ik wees met een trillende vinger naar datgene wat mij deed stamelen.
    Vader. Mickey. Dood. Ik. Bloed. Konijnen.
    Misschien ging ik dan wel echt dood.. dacht ik en mijn vinger trilde nog eventjes.
    'Goed geslapen?' Hoorde ik hem op de achtergrond vragen. Maar ik gooide de delen van de konijnen weg, zodat ik het niet meer kon zien en wierp een boos gezicht op. “Weg ermee.”


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Christine winter

    Hij leek even te schrikken van mijn stem toen ik hem zacht bedankte, maar goed dat was ook geen wonder gezien we nog steeds in een gevaarlijke wereld leefde. 'Geen probleem" zei hij met een vriendelijke glimlach die mij ook uitnodigde hem te beantwoorden met een al even vriendelijke glimlach.
    Ik begin over de tijd, "we zijn hier goed beschut dus dat lijkt me een goed idee" beaamd hij. Ik rommelde wat in mijn tas om hem uiteindelijk een stripje gedroogd vlees toe te werpen.
    "Dat is lang geleden dat ik die had. Heel erg bedankt" bedankt hij mij oprecht.
    "Geen dank... Ik had het juist gepakt als snel voer, het blijft lang goed en is prima te eten" grinnik ik en kauw op het stuk vlees. Het is droog maar door je eigen speeksel werd het taaie vlees weer zacht. Het ziet er niet heel charmant uit, maar ach... ik hoefde er hier dan ook niet als een prinses uit te zien. Ik gniffel zacht om mijn eigen gedachte, als een prinses zag ik er toch nooit uit.
    "Ik ga kijken of ik vannacht of morgen wat kan vangen. Ik deel de buit dan wel met jou. Nu ik nog een keus heb tenminste" hoor ik misha zeggen en draai mijn hoofd om naar zijn glimlach te kijken. Hij was in ieder geval geen verdwaalde chagrijn. "Ik heb zo'n gevoel dat als er inderdaad een kamp komt, ik geen keus meer heb".
    Ik slik mn hap door en kijk hem even bedenkelijk aan, "Luister Misha... ik ga je niet dwingen om bij mij te blijven, of bij het uiteindelijke kamp te blijven." ik pauzeer even om hem aan te kijken. "Maar ja... als je besluit dat je blijft dan verwacht ik van iedereen dat zij een bijdrage levert. Dat betekend delen." leg ik uit. Ik probeer niet bot, of kil over te komen, hoewel ik weet dat bij dit soort uitleg mijn natuur als sergeant boven komt.
    kan je misschien zelfs nog wel wat leren... Als we toch nu toch in het wild moeten overleven" gaat hij verder, "In de korte tijd dat ik hier in het bos ben, heb ik genoeg eetbaars gezien. zowel plant als dier. Maar ik denk dat als ik dier vang we wel een vuur moeten stoken. Ik weet niet of dat wel heel erg slim is op dit moment. Misschien over een paar dagen wel. Maar ik ben bang dat hier wel wat militairen zitten" hij kijkt me kort ernstig aan en kijkt dan weer om zich heen.
    "Ik zou graag wat van je leren" geef ik toe. "Wat dat betreft leren we bij defensie overleven, maar dan wel met militaire middelen. Ik heb een tas vol eten, gejat van de basis" grinnikte ik, "Rantsoenen zijn prima koud te eten... niet echt een verbetering maar goed. Maar als dat op is, had ik moeten gaan jagen en eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe dat moet".
    Ik kijk een tijdje om mij heen en herinner mij dan iets, "We hoeven geen kampvuur te maken, ik heb een petroleumbrander, Hij is bijna op maar een maaltijd is er nog wel op te maken ".

    Jack Holtzheimer

    Ik zag hoe hij overeind kwam, zijn ogen groot en zijn ademhaling had een paniekerige frequentie. Zijn ogen gericht op de konijnen wees hij naar de onherkenbare stukken vlees, “Da-da-dat..”.
    "Dude, rustig" probeer ik nu, ik raak nu zelf ook wat in paniek. Ik maakte hem bang en dat wilde ik niet, Zie je wel, je had uit zijn buurt moeten blijven. Hij leek echt buitenzinnen van angst. Ik kon het aan hem zien, ik kon het bijna ruiken en ik? Ik zat hier maar, totaal versteend.
    Uiteindelijk wist ik hem te vragen hoe hij had geslapen. Niet dat, dat nu een geweldige vraag was om te stellen, maar ik wist ook niet meer wat ik moest doen.
    Hij greep de konijnen smeet ze weg, “Weg ermee.”. Ik wist het niet meer, moest ik nu boos worden? Het had me toch flinke moeite gekost om die beesten te vangen en schoon te maken. Maar het leek hem echt van streek te maken. Zijn mummiek vertelde mij dat hij kwaad was, wat mij alleen nog maar meer hulpeloos maakte. Ik had echt goede bedoelingen om hem te helpen, ik wilde het vlees delen, ik... Mislukking, misbaksel... je doet hem pijn, ga weg van hem!
    Met mijn handen grijp ik mijn hoofd beet, die stemmen die verschrikkelijke stemmen! Ik wilde ze niet horen, ik ging hem geen pijn doen. Je doet hem al pijn!. Ik zou willen schreeuwen, maar alles in mij was verkrampt en ik kon mij voor een lange tijd niet bewegen. "Het spijt me... het spijt me..." pers ik uiteindelijk uit mijn mond.
    Ik sta uiteindelijk op, het was stom om mij onder de mensen te begeven. Een was er zelfs al te veel, ik moest weg hier. Ik zou hem enkel pijn doen, dwars zitten en dat wilde ik niet. Stroefjes begon ik weg te lopen, waarheen wist ik ook niet meer. Gewoon weg van hier, weg van mensen. Ik keek niet meer achterom, ik wilde geen veroordelende blikken zien.


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    Nanook Quayle

    Ze snuift beledigd. "Blijkbaar interessant genoeg om te stalken," bromt ze terug. "Dat was dan ook voor je je mond open trok." kaats ik daarop terug, ik raak bijna chagrijnig van haar. Hierna blijft het lange tijd stil, tot ze vraagt wat ik hier doe en zeg dat het haar niks aangaat. Ze trekt haar wenkbrauwen omhoog. "Goh, jij bent zeker de leukste thuis," mompelt ze sarcastisch, opnieuw. "Ja, dat vond je net ook al." mompel ik erop terug. Volgens mij heeft ze niet veel in haar mars, of is ze gewoon een dommekracht. Misschien had ik haar inderdaad beter met rust kunnen laten en in mijn eentje verder kunnen trekken. Twee leek me gewoon gemakkelijker, maar wat dit is... geen idee.
    Ik verander de richting en het meisje volgt me gewoon braafjes. Als we bij het beekje komen zeg ik dat ik even stop om pauze te houden, buk mezelf, vul mijn flesje en was mijn gezicht en handen. Naast me doet Aerin hetzelfde. "Ik verlang echt naar een douche," zegt ze ondertussen. "Waarschijnlijk stink ik ontzettend, dus sorry voordat." Ik moet nu zachtjes grinniken, zo is ze al minder erg. "Ik ruik het vast niet omdat ik minstens even erg stink," antwoord ik, ik heb al in geen dagen een douche gezien, misschien al langer dan een week niet. De laatste keer heb ik mezelf gewassen in een meertje. Ik ga naast het meertje op mijn kont zitten, Aerin wast eerst haar armen en haar hals nog even voordat ze ook gaat zitten en opent haar tas.
    "Heb je zelf wat te eten?" vraagt ze, waardoor ik verbaasd opkijk. Ze houd een reep in haar handen, het lijkt echt zoiets dat sporters eten. Ik knik maar, aangezien ik wel eten in mijn tas heb, maar open deze niet. "Ja, maar ik heb daarnet al gegeten, vlak voordat ik je zag," geef ik toe. In plaats van te eten drink ik wat water. "Ik heb geen zin om al mijn eten in één dag te verspillen, daarbij is er ook genoeg te eten om ons heen." Ik hoef me maar iets uit te strekken en dan kan ik een paar planten plukken die eetbaar zijn, zelfs insecten. Maar die eet ik toch liever niet rauw, de meeste zijn nog wel lekker als je ze boven een vuurtje houd.
    "Heb je eigenlijk nog plannen?" vraag ik dan, als ik wegkijk van de grond waar alles op groeit en mijn ogen op haar richt. "Ik bedoel, ga je ergens specifiek heen, scheiden onze wegen hier weer of ga je met mij mee? Ik ben in ieder geval van plan om zo ver mogelijk het woud in te trekken en dan op plekken meerdere dagen te blijven, maar nooit echt lang, denk ik..." bedenk ik mezelf, waarna ik mijn waterflesje weer dichtmaak en terug mijn tas in steek.


    Your make-up is terrible

    Aurea Montericica

    Ik voel hoe mijn bloed begint te koken als ik Douglas zo onverschillig hoor praten. Als hij naar de boom toe loopt, trek ik mijn mond open.
    'Maar als je moord kan je niet liefhebben. En mensen houden niet van jij. Dat je dat wilt opofferen, je menselijkheid, zal ik nooit begrijpen,' sis ik met een ijskoude stem naar hem en ik kijk naar Elise, om te zien of ze het met me eens is.
    Als Douglas verder praat trek ik alleen mijn wenkbrauw op.
    'Gast, ik vind het enorm aardig van je, alles wat je hebt gedaan, maar je moet stoppen met zo arrogant zijn. Anders beland mijn mes in een dezer dagen tussen je ogen,' waarschuw ik hem. Als hij het heeft over het zoeken van de lichamen knik ik, al gaat het wel moeizaam. Daar heeft hij wel een punt.
    Ik loop naar een soldaat en doorzoek zijn zakken. Ik vind een pistool en een aantal kogels. Deze laad ik en ik hang hem aan mijn riem. In zijn andere zak voel ik een paspoort zitten. Deze laat ik daar liggen, ik heb er toch niks aan. Verder vind ik ook wat geld en dit steek ik in mijn achterzak. Ik wil net naar de volgende soldaat gaan als ik Douglas verder hoor praten. Hij heeft het over dieper het bos in gaan.
    'Ik ken het bos op mijn duimpje,' zeg ik. 'Ben er vaak op vakantie geweest,' ga ik verder.
    Ik kijk even om me heen.
    'Om dieper het bos in te kunnen komen moeten we richting het Noorden gaan,' zeg ik zachtjes in mezelf, maar ik weet dat ze het wel horen.
    'Daar heen,' zeg ik harder, en ik wijs naar een punt achter Elise.
    'We komen daar bij een beekje terecht. Kunnen we het bloed van ons afwassen,' zeg ik zacht terwijl ik walgend naar het bloed op Douglas' en Elise haar kleren kijk. Ik besef niet dat het ook op mijn kleren zit.
    'Laten we gaan,' zeg ik zacht, en ik maak een gebaar met mijn hand als teken dat zij voor mochten gaan.


    Never run faster than your guardian angel can fly

    Valerie -Val- Savarin

    "'Wel voor mij niet. Je naam is niet meer belangrijk. Je kan namelijk binnen nu en een dag dood zijn en dan is er niemand die je naam ooit nog zal noemen," Ik snoof. "Zalupa." Ergens hoopte ik dat hij geen Russisch verstond, het zou me niet verbazen dat hij het niet zo geweldig zou vinden dat een wildvreemde, die hij net overmeestert had, hem uitschold voor Dickhead. Dat zou mijn overlevingskansen niet bijster veel vergroten. Hij stond op en keek even op me neer. De minachting in zijn ogen overtuigde me alleen maar meer van mijn op hem toegepaste scheldwoord. Eenmaal terug vrij, sprong ik recht, mijn ogen gefixeerd op zijn rug.
    "Vy glupaya suka!" Stomme trut. Het was eerder tegen mezelf bedoeld dan tegen hem. Ik was zelf zo stom geweest om mezelf te laten overmeesteren door die Zalupa, alsof ook maar één iemand, gezien de recente gebeurtenissen, rustig zou blijven zitten als je op hun rug sprong en een wapen tegen hun kop drukte. Ik moest dringend weer wat helderder worden, ik begon fouten te maken. Fouten die me mijn leven zouden kunnen kosten. Uit mijn ooghoeken zag ik hoe hij zijn spullen bij elkaar raapte, waaronder een kruisboog en een geweer. Het zou onmogelijk zijn om mijn eigen wapen te nemen zonder dat het hem zou opvallen dus klemde ik het korte mes hardhandig vast in mijn rechterhand en hield die zo laag en dicht mogelijk bij mijn dijbeen. Enkel ter bescherming, zolang hij mij niet aanviel, zag ik geen enkele reden om hem aan te vallen.
    "Wat? Ga je me niet afmaken?" Ik trok honend mijn wenkbrauwen op. Op zich mocht hij wel, dan was ik er direct van af en daarbij, ik verdiende het na mijn stomme fouten. Wet van de snelste, het zou toch wel ooit eens gebeuren dat die tegen mij en niet voor mij gold. Dit leek mij het geschikte moment daarvoor. Lichtelijk nerveus bewoog ik mijn hoofd van links naar rechts in een poging mijn nek te doen kraken, het werkte. Een, relatief luid, gekraak steeg op en een aangenaam gevoel verspreidde zich door mijn hals. De nervositeit was echter niet helemaal verdwenen. Ongeduldig speelde ik met mijn lippiercing, alles beter dan hier staan trillen. Ik zuchtte zacht, wachtend op een antwoord of een schot en niet goed wetend welke van de twee ik als het meest aangenaam zou ervaren.


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    Myka Franco Boyd.
    Normaal gesproken was ik helemaal niet bang voor iets doods of überhaupt voor bloed, maar wat ik zojuist had gezien hakte er toch wel bij mij in. Vooral omdat ik eindelijk iemand had gevonden die mij aardig leek te vinden.
    'Dude, rustig,' had de man geprobeerd. Het was verloren zaak, want ik had de konijnen - of wat er dan van over was, weggegooid. Weg met die vieze zooi, dacht ik eerst, waarna ik er meteen spijt van had gekregen. Hoe kon ik zoiets doen? Het was walgelijk, maar eten! Het was van hem en hij had er zo zijn moeite voor gedaan.
    Ik wilde mijn excuses aanbieden, maar ik bleef de vieze geur echter nog steeds ruiken - wat mij een beetje deed twijfelen.
    Maar toen ik het hulpeloze gezicht zag van de bomenman, die naar zijn hoofd greep, kreeg ik ergens medelijden voor de man.
    Hij was zo'n grote man en toch leek hij zo hulpeloos. Ik zuchtte kort en wilde tegenover hem gaan zitten, maar voor ik nog wat kon zeggen had hij zijn mond al geopend en de woorden 'het spijt me, het spijt me' eruit geperst. Iets waar ik niet tegenkon waren mensen die 'het spijt me' zeiden zonder dat ze daar enkele reden voor hadden, dus ik begon meteen heftig met mijn hoofd te schudden.
    “Het -” begon ik, maar hij was al opgestaan en begon zelfs weg te lopen. Verbaasd keek ik hem na. What the fack was hij nou aan het doen? Al liep hij wel wat stroefjes weg. Ging het überhaupt wel goed met hem?
    Met gefronste wenkbrauwen rende ik hem achterna en stopte vlak voor hem, om hem de weg te beletten. Ik hief mijn handen op.
    “Het is niet jouw schuld, man. Ik ben gewoon een beetje.. ehh.” Ik dacht even na. “In shock van iets.” En ik keek hem met een zekere en eerlijke blik aan.

    Oh, kut. Het is wel een heel kort stukje..

    [ bericht aangepast op 21 nov 2013 - 23:56 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Misha Adams

    "Geen dank... Ik had het juist gepakt als snel voer, het blijft lang goed en is prima te eten" Christine grinnikt. Als ik zeg dat ik nu nog er voor kies om nog te delen kijkt Christine me bedenkelijk aan, "Luister Misha... ik ga je niet dwingen om bij mij te blijven, of bij het uiteindelijke kamp te blijven. Maar ja... als je besluit dat je blijft dan verwacht ik van iedereen dat zij een bijdrage levert. Dat betekend delen." Ik sta even op na dat. "Hoe graag ik ook op mezelf ben en dat wilt blijven, kan ik niet op mezelf blijven. Ik heb iemand nodig die mij rug dekking geeft, anders kom ik nooit aan slapen toe en word ik gewoon uit een boom geschoten. Dus ik blijf wel ja. En ik weet dat ik Moet delen, daarom gebruik ik de keuze die ik nu nog heb."
    "Ik zou graag wat van je leren" geeft Christina toe wat betreft het jagen "Wat dat betreft leren we bij defensie overleven, maar dan wel met militaire middelen. Ik heb een tas vol eten, gejat van de basis" Christina grinnikt en ik grijns even kort. "Rantsoenen zijn prima koud te eten... niet echt een verbetering maar goed. Maar als dat op is, had ik moeten gaan jagen en eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe dat moet".
    Ik kijk Christina dat even aan. "Dat kan ik je wel leren, dat is geen probleem. Ik zal het hoe dan ook wat mensen moeten leren. Ik zal wel met jou beginnen. 1 op 1 is makkelijker en veiliger. Geen zorgen" ik knipoog even. "We hoeven geen kampvuur te maken, ik heb een petroleumbrander, Hij is bijna op maar een maaltijd is er nog wel op te maken ".
    Ik kijk Christina even aan. "Dat gaat toch een keer opraken, en dan zullen we toch een keer een Kampvuur moeten maken. Dat stel ik het liefst zo lang mogelijk uit. Tot ik zeker weet dat de militairen hier niet meer zijn" ik rek me even uit en rommel in de tas. "He ik heb nog snoep!" Ik haal een zakje tumtums uit mijn tas.


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Elise Bree

    'Hangt ervan af, de enige reden dat ik er nog ben is dankzij het moorden, nu begrijp je het nog niet. Maar binnenkort zul je net zo makkelijk moorden als dat je water drinkt.' Antwoordde Douglas mij. Ik stond langzaam op, wist de pijn enig sinds te negeren, terwijl op de arrogante Douglas inliep. 'Water drinken is in deze tijd net zo hard als het moorden.' Bracht ik uit. Douglas wende zich nu tot zowel mij als Aurea: 'Als we hier blijven zullen ze ons weer vinden. We kunnen beter naar ergens anders gaan want het wemelt hier van de soldaten.' Hij liep richting een boom en ging ertegen aan zitten, alsof hij daarmee een statement wou maken. Ik wou bijna mijn mond open trekken maar wist het te onderdrukken, de gedachtes die door zijn hoofd spookte spraken boekdelen, en hij kon beter nog maar even zo over mij blijven denken. 'Gast, ik vind het enorm aardig van je, alles wat je hebt gedaan, maar je moet stoppen met zo arrogant zijn. Anders beland mijn mes in een dezer dagen tussen je ogen,' Snauwde Aurea uit het niets. Douglas bleef arrogant kijken, stond op, en begon in de zakken van de soldaat voor hem te graaien. 'Je zou zelf ook beter in hun zakken kijken, je kunt best alles pakken waarmee je kunt overleven.' Zei hij, waarmee ik instemde. Hij zou ons ooit verlaten, als hij de kans had, maar voor nu, moesten we met z'n drieën blijven. Ik snoof. Ging op m'n hurken zitten bij de soldaat met de blauwe ogen, nog altijd gedoofd. In zijn zakken zat een paspoort, wat geld, en een reserve pistool, al leek deze niet bruikbaar meer. Het geld stopte ik bij me. Ik bekeek de soldaat op nog meer zakken. Mijn blik viel echter op een ketting, die hij om zijn nek had. Van brons, gokte ik. Ik haalde het langzaam van zijn nek af, stopte het bij me. Het hertje dat erop stond intrigeerde me, zo hulpeloos, zo alleen. Het was het laatste wat ik van de soldaat pakte, stond op, luisterde naar wat we van plan waren. Naar het noorden, water, dat leek me een prima plan, ik had het mos weten te volgen, en het klopt, het mos was vochtiger aan de noordelijke kant. Ik stemde er dus mee in. Stopte mijn messen stevig in hun hulzen, en beende richting het noorden.


    'Speak the truth, even if your voice shakes...'

    Christine winter

    Misha staat op en mijn ogen volgen hem automatisch, "Hoe graag ik ook op mezelf ben en dat wilt blijven, kan ik niet op mezelf blijven. Ik heb iemand nodig die mij rug dekking geeft, anders kom ik nooit aan slapen toe en word ik gewoon uit een boom geschoten. Dus ik blijf wel ja. En ik weet dat ik Moet delen, daarom gebruik ik de keuze die ik nu nog heb." zegt hij.
    Eigenlijk snap ik het ook wel. Hij is een type dat graag op zichzelf is en dat moest hij nu op gaan geven. Blijkbaar wilde hij even genieten van zijn vrijheid, voor zover men dit leven vrijheid kon noemen. "Dat begrijp ik" zeg ik doen ik uit mijn gedachte raakte.
    Toen ik hem vertelde dat ik de inhoud van mijn tas had gejat van de basis grijnst hij kort en kijkt mij aan, "Dat kan ik je wel leren, dat is geen probleem. Ik zal het hoe dan ook wat mensen moeten leren. Ik zal wel met jou beginnen. 1 op 1 is makkelijker en veiliger. Geen zorgen" knipoogt hij naar mij. Hij had het misschien zelf niet door, maar hij had een bepaalde charme die haar wel beviel. Hij was vriendelijk, wel wat op zichzelf, maar draaide zijn hand niet om, om hulp te bieden. Die paar uurtjes slaap hadden haar goed gedaan, ze voelde zich een stuk beter en een stuk veiliger.
    "Dat gaat toch een keer opraken, en dan zullen we toch een keer een Kampvuur moeten maken. Dat stel ik het liefst zo lang mogelijk uit. Tot ik zeker weet dat de militairen hier niet meer zijn" hij rekt zich even uit en rommel in de tas. "He ik heb nog snoep!" Ik haal een zakje tumtums uit mijn tas.
    Ik zucht kort, "Misha... ik ben niet achterlijk, ik besef me heel goed dat het op raakt daarom heb ik de afgelopen dagen zo'n beetje alles wat koud gegeten kon worden, ook koud gegeten. Hier is de activiteit van de millitairen erg hoog, dus leek het mij verstandig het nu te gebruiken en dan opzoek te gaan naar een plaats waar we een kampvuur kunnen maken in het vervolg" zeg ik hem langzaam, kalm, maar duidelijk.
    Ik kijk naar zakje snoep en glimlach, "Hoe kleine dingen je ontzettend blij kunnen maken he..." zeg ik zacht, "Maar besef wel dat hoe meer suiker je eet, hoe meer kans je hebt op hoofdpijn, het is een tijdelijke energie bron". Ook ik sta nu op en kraak mijn rug, "Maar geniet ervan, als het op is zul je niet snel aan nieuwe raken".

    Jack Holtzheimer

    De jongen zuchtte maar voor hij iets kon doen was ik al opgestaan en liep ik weg. Ik werd gek van de stemmen, gek van de angst om iemand pijn te doen. Ik moest gewoon... weg. Toen ik het spijt me had uitgebracht schudde hij zijn hoofd, ik had het wel gezien maar ik voelde mij zo opgesloten ook al was dat misschien niet zo. “Het -” begon hij precies toen ik weg was gelopen,
    Waarschijnlijk dacht hij dat ik een gestoorde was, ach heel veel zit hij er ook weer niet naast. Ik hoorde vaagjes de voetstappen van hem mij volgen, wat moest ik hier nu weer mee? Blij zijn dat hij achter mij aankwam, of het verschrikkelijk vinden omdat ik nu gewoon een uitweg zocht. Ik wilde gewoon niet het risico lopen hem schade te doen.
    Hij stond plots vlak voor mij, ik keek hem wat hulpeloos aan. Wat moest ik doen, hem aan de kant duwen en verder lopen? Nee dat was geen goede optie, misschien moest ik hem eerst even laten uitpraten.
    “Het is niet jouw schuld, man. Ik ben gewoon een beetje.. ehh.” Hij dacht even na. “In shock van iets.” Hij keek mij met een zekere en eerlijke blik aan.
    Fijn... nu voelde ik mij een grotere idioot, natuurlijk was hij in shock! Maar ik was zo overrompeld geweest door de gevoelens en stemmen, dat ik enkel mijn eigen shit had kunnen zien.
    Besluiteloos keek ik hem aan en zuchtte tenslotte "Ik heb gewoon al heel lang niemand rond mij gehad, ik ben in de war..." geef ik toe. Waarschijnlijk zou ik er wat verstrooid uitzien, maar op dit moment kan dat mij heel weinig schelen. "Ik wil je geen pijn doen of in gevaar brengen..." voeg ik er na een korte ongemakkelijke stilte aan toe.
    Ik haalde langzaam een hand door mijn haar, "Dus... wil je er over praten?" vroeg ik hem wat onzeker. Hij had het zo voorzichtig gezegd dat ik vermoedde dat hij het eindelijk helemaal niet wilde vertellen. Maar ik wist nu gewoon even niet meer wat ik kon doen, om voor hem betrouwbaar te zijn. Of eigenlijk, betrouwbaar voor mijzelf te zijn.


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    Douglas Martell

    'Maar als je moord kan je niet liefhebben. En mensen houden niet van jij. Dat je dat wilt opofferen, je menselijkheid, zal ik nooit begrijpen,' sist Aurea.
    'Mijn menselijkheid werd al weggevaagd lang voordat ik begon met moorden! Mensen hebben nooit van mij gehouden! Andere mensen hebben mij gemaakt zoals ik nu ben! En als je ook maar uithaald met dat mes van je naar mij knal ik jou tot een plasje bloed! En dat geld ook voor jou!' kijkend naar Elise. Uiteindelijk zegt Aurea dat we het best naar het noorden kunnen gaan en ik volg haar. We lopen langs verschillende bomen en struiken. Tien minuten, een kwartier, een half uur... we blijven zwijgen. Uiteindelijk komen we aan een open plek en ik blijf staan.
    'Meiden, ik denk dat we hier kunnen overnachten. Ik loop naar het midden van die open plek. 'Ja dit is perfect, iemand moet hout verzamelen, er moet ook voor eten gezorgd worden en er moet een kamp gebouwd worden. Ik ga jagen. s' Nachts moet iemand de wacht houden, dat kunnen we het best in een beurtrol doen. We graven best ook greppels rond het kamp voor als het regelt. Elise en Aurea hebben nog niks gezegd tijdens mijn uitleg. 'Ik weet dat jullie het niks vinden dat ik hier de leiding neem, maar in overleven en vluchten ben ik de beste. Al jaren doe ik dat en ik ben nog nooit gepakt. Of jullie het willen of niet, jullie zullen me moeten vertrouwen, anders staan we nergenst.' Ze geven nog steeds geen teken dus ga ik tegen een boom staan en kijk ze allebij aan. Vreselijk vind ik dit. 2 kogels en ze liggen er allebij. Maar nu heb ik ze nodig. Over een paar weken ontdoe ik me van deze twee vrouwen.


    Queer zijn is gewoon alles

    Ja, ja. Hier is tie dan! ;D.

    Myka Franco Boyd.
    Ik had het idee dat de bomenman meer problemen aan zijn kop had, dan dat hij dat gezeik van mij moest aanhoren. Maar aan de andere kant voelde ik mij toch wat.. hoe noemde je zoiets? Vergeten? Nee, dat was het niet. Onbelangrijk.
    Hij had nu een hulpeloze blik op zijn gezicht met dat ik hem aankeek en vertelde wat ik ervan dacht.
    Wat ik nogal ironisch vond, want ik dacht nooit eerst na voor ik iets zei.
    'Ik heb gewoon al heel lang niemand rond mij gehad, ik ben in de war..' Had hij toegegeven. Hij was er ten minste eerlijk over, dat kon ik wel waarderen in een man – ook in een vrouw natuurlijk.
    Er volgde een wat ongemakkelijke stilte, maar dat was er alleen doordat ik op zijn andere antwoorden wachtte. Ik had gedacht dat hij nog meer zou zeggen, dit bleek echter niet zo.
    De man opende zijn mond. 'Ik wil je geen pijn doen of in gevaar brengen..' Meteen hief ik mijn handen op toen ik dit hoorde.
    “Hey, man, rustig maar. Ik kan heus wel mijn eigen boontjes doppen. Anders was ik er allang geweest.”
    Ik liet mijn handen weer zakken en keek kort naar de grond, waarna ik stiekem door mijn wimpers een seconde naar hem spiekte. Hij was echt verward, dat kon je duidelijk zien. Maar hoe kwam dit?
    Eigenlijk wilde ik helemaal niet benieuwd zijn naar zijn problemen of erover praten, het waren toch zijn dingen, maar het nieuwsgierige instinct van mij nam het over.
    Ik voel mij gewoon altijd ongemakkelijk als men hun problemen willen vertellen, dan weet ik soms geen eens wat ik erop moest antwoorden.
    Als bij donderslag opende de man zijn mond. Als ik had geweten dat hij zoiets zou vragen, had ik er überhaupt niet over nagedacht – echter wist ik het niet, en zou ik mij schuldig gaan voelen. 'Dus.. wil je er over praten?' Hij had een hand door zijn haar gehaald en het leek net alsof hij het heel voorzichtig wilde brengen – wat ik natuurlijk van hem waardeerde, maar zoals ik al net tegen hem zei; ik kon mijn eigen boontjes wel doppen. Ik was er zoiezo niet voor om mijn problemen aan iemand anders te vertellen.
    “Nee.” Antwoordde ik heel eerlijk, misschien dat het zelfs meer harteloos klonk, maar dat was niet mijn bedoeling.
    “Je kan mij beter vertellen,” begon ik. “Waarom je die bijl hebt? Ben je mij soms van plan om in mootjes te hakken?” En ik begon wat te lachen over mijn stomme grapjes.
    “Mootjes hakken? Snap je hem?” Ik begon weer wat gek te lachen en gaf hem een vriendschappelijke stomp tegen zijn schouder. Hij zou dat toch amper voelen, zijn armen waren zowat van staal.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Elise Bree

    Het ploegen door het bos ging beter dan verwacht. Mijn dij leek niet meer te protesteren, of mijn brein was gewoon instaat er niet op te letten. Ik snoof enkele keren, wachtend op iemand die de stilte zou gaan verbreken, maar dit gebeurde niet. Het was al donker toen we op een grote open plek aankwamen. Hier verbrak Douglas de stilte: 'Meiden, ik denk dat we hier kunnen overnachten.' Hij liep naar het midden van de open plek en praatte ondertussen verder. 'Ja dit is perfect, iemand moet hout verzamelen, er moet ook voor eten gezorgd worden en er moet een kamp gebouwd worden. Ik ga jagen. s' Nachts moet iemand de wacht houden, dat kunnen we het best in een beurtrol doen. We graven best ook greppels rond het kamp voor als het regelt.' Ik snoof reageerde niet, die gast moest ons niet, gebruikte ons, het was van zijn hele houding af te lezen. 'Ik weet dat jullie het niks vinden dat ik hier de leiding neem, maar in overleven en vluchten ben ik de beste. Al jaren doe ik dat en ik ben nog nooit gepakt. Of jullie het willen of niet, jullie zullen me moeten vertrouwen, anders staan we nergens.' Ik liet mijn hand langs mijn hulzen glijden en gaf er een kort bemoedigend tikje op. Vertrouwen in hem, dat had ik niet, niet zolang hij liet merken dat hij ons niet moest, maar daar te lang bij stilstaan had ook geen zin. 'Ik zorg voor het hout,' Bracht ik uit. Houthakken was iets wat ik als de beste kon, of het nou donker was of niet, de perfecte boom wist ik altijd te vinden. 'Eveneens kan ik voor het eten zorgen, maar dit kan pas nadat jij met een fatsoenlijk dier terug bent.' ging ik verder. Ik trok een van mijn messen uit zijn huls en pakte deze met beide handen vast. 'Het duurt niet lang, ik ben snel terug, zorg dat ik dan aan het koken kan.' Zei ik nog, voor ik het bos in rende.


    'Speak the truth, even if your voice shakes...'