• Vampiers en jagers. Iedereen kent het fenomeen, maar ook de eeuwige vete tussen de twee. Wanneer vampiers mensen doden, willen de mensen wraak. Wanneer de mensen – of met andere woorden de jagers – wraak nemen, doen ze het goed. Met andere woorden slaagden ze erin een heel nest uit te moorden. Op een paar vampiers na, en dan nog niet de minste. Hun leider en de twee vampiers die erin geslaagd waren te vluchten, zijn uit op wraak. Het nest moet weer aangedikt worden vooraleer ze hun oorlog kunnen beginnen. Nieuw, vers bloed. Mannen en vrouwen, mensen, uitverkoren om met of tegen hun wil deel uit te maken van deze oorlog.
    De jagers, deze vieren hun overwinnen nog even na. Maar wanneer een vogeltje hen influistert dat het nest weer aan het groeien is, bereiden ze zich maar beter goed voor… Want het staat vast dat er heel wat bloed gaat vloeien.


    Rollen:

    Vampiers:
    De vampiers lijken heel erg op die in Supernatural. Wat betekend dat ze geen groeiende hoektanden hebben, maar tanden die ze over hun gewone tanden kunnen schuiven. ~ Klik
    De vampiers kunnen in de zon, maar niet voor lang. Na zo’n twintig minuten beginnen ze brandwonden te krijgen waar ze nog leken last van zullen hebben. Na die twintig minuten hebben ze nog zo’n tien minuten om uit de zon te raken voor ze eenmaal in as veranderen en nooit meer terug komen.
    Ze drinken bloed door hun slachtoffer in de pols te bijten, tenzij ze deze willen doden, dan bijten ze in de nek.
    Mensen veranderen in vampiers door het bloed van een vampier te drinken en vervolgens te sterven. Daarna zullen ze terug komen als vampier.
    De makkelijkste manier om vampiers te doden is hun hoofd eraf halen, ze blootstellen aan zonlicht of ze verbranden.

    ~ Jace Dylan Caine - Cas
    ~ Bethia Livsummer - Guinness
    ~ Grigori Afanas Andrei Rykov~ Delaheye

    Mensen:
    De mensen weten niets af van het bestaan van vampiers, tenzij ze er zelf mee in contact komen. Het nadeel is natuurlijk dat ze óf het niet kunnen navertellen óf niemand hen ooit zal geloven.
    De mensen doen dagdagelijkse dingen, van naar school gaan, tot werken, tot rondhangen in de kroeg.

    ~ Gereserveerd - Terrific
    ~ Eris Celeste Arellano - Olicity
    ~ Misha Winchester - Sigil
    ~ Lucas Harvey Waters - Bradbury

    Jagers:
    De jagers, of hunters, hebben van jagen hun beroep gemaakt. Ze hebben geen vaste werkuren, maar werken meestal ’s nachts of ’s avonds en ’s ochtends. Overdag slapen ze meestal of doen ze net zoals de mensen dagdagelijkse dingen. Ze hebben op z’n minst een paar uur slaap nodig.
    Hun hoofdkwartier vindt zich middenin de stad, ondergronds. Het is bevind zich gewoon in een bunker van een onbewoond huis in een eerder verlaten steeg. Dit vooral omdat men mensen niet in gevaar wil brengen. Soms veranderd hun hoofdkwartier wel eens als ze het gevoel krijgen dat ze ontdekt worden. Hoe dan ook beschikken ze over een heel arsenaal aan wapens. Houten staken zijn niet erg effectief, maar kunnen samen met zilver gebruikt worden om de vampiers te verwonden. Tenzij ze gebruikt worden om hun hoofd eraf te hakken. Dat en het verbranden of blootstellen van de vampiers in het zonlicht is de manier om ze te vermoorden.

    ~ Giza Camille Garber - Hector
    ~ Quinn Avery Montgomery - Cas
    ~ Ruby Tia Withersfield - Bradbury


    Regels:
    - Minimaal 300 woorden
    - Graag met leestekens en hoofdletters typen.
    - OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    - Liefde tussen mensen mag, maar houdt het realistisch.
    - Geen Mary Sue's (perfecte personages)
    - 16+ en schelden mag, maar niet OOC
    - Geen personages van anderen besturen.
    - Geen personage's doden zonder toestemming van die persoon
    - Melden als je je nickname veranderd


    Rollentopic
    Het begin:
    Het is een koude winteravond. De jagers duffelen zichzelf dik in en bereiden zich voor op de jacht. Vampiers bespreken hoe ze hun nest kunnen aandikken en mensen doen hun dagelijkse avonddingen of spreken af.

    [ bericht aangepast op 1 dec 2013 - 13:08 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    [Whooh, mijn topics]


    Your make-up is terrible

    [Mijn topics ^^]


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    (Yeaa mijn topics)

    Beth (Bethia) Livsummer Vampier

    Ik hoor mijn hakken tikken wanneer ik met elegante hooghartige stappen de vergaderruimte in kom wandelen. Ik had weer uren voor de spiegel gestaan om er weer verrukkelijk uit te zien. Het korte rokje dat ik droeg zwierde luchtig rond mijn heupen, terwijl mijn taille strak ingesnoerd was met een onderborst korset, mijn zwarte blouse was zoals altijd weer veel te open. Ach wat mooi is mag gezien worden, bedenk ik mij met een glimlach.
    Ik was onder de indruk hoe snel onze leider een nieuwe plek om te verblijven had gevonden en het beviel me prima. Een verlaten en vervallen landhuis ergen uit de eeuw waarin ik geboren ben. Met wat kleine aanpassingen en een opknap beurt was het prima leefbaar. Ik zucht wanneer ik zie dat ik de eerste ben, dat terwijl ik mijn dinerheb overgeslagen om optijd te zijn.
    Ik laat me rustig op een eikenhoute stoel glijden en sla mijn benen over elkaar om onrustig op de tafel te tikken. Ik ben geen persoon met veel geduld en verdorie dat wisten ze!
    Ik beweeg mijn roodgestifte lippen en denk terug aan de ellende van de afgelopen tijd. Zo veel van ons waren afgeslacht door de jagers, ik was maar net ontkomen van de definitieve dood. Ik miste veel vampieren stiekem, ze waren mijn familieleden, mijn vrienden. Mismoedig laat ik mijn wang op mijn hand rusten terwijl ik met mijn vrije hand een van mijn opvallende bijna witte lokken achter mijn oor strijk. Het was nu zaak onze familie weer aan te vullen en dat was nu net waar we het vanavond over zouden gaan praten.
    Een grommend geluid verlaat mijn keel wanneer ik weer besef hoeveel honger ik heb, ik hoop voor mijn vrienden dat het niet te lang duurt voor ik kan eten. Ik word aardig chagerijnig als ik niet optijd kan eten.

    [ bericht aangepast op 14 nov 2013 - 23:22 ]


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    Jace Dylan Caine - vampierleider

    Ik ben al eventjes wakker, misschien ook omdat we mazzel hebben dat de wintertijd aangebroken is. Dat betekent dat het vroeg donker is en we veel meer tijd hebben om ons voort te bewegen. Toch was ik al wakker toen de laatste zonnestralen nog een poging deden om deze armzalige aarde te verwarmen. Gelukkig is dat iets wat wij niet meer nodig hebben. Het enige wat ik gedaan heb sinds die tijd is op bed gelegen, die wel opgemaakt is, en naar het plafond starend. Toch heb ik geen tijd om lui te zijn want ik heb voor vanavond een vergadering belegd. We hebben nieuwe leden nodig en daarbij ook een groter en beter onderkomen. Iets dat niet opvalt zoals dit, maar niet helemaal uit de stad.
    Ik sta op en trek een zwarte pantalon aan met een donkergrijs overhemd. Daarbij draag ik gelakte schoenen, die eveneens zwart zijn. Mijn haar doe ik netjes strak zodat ik er weer piekfijn uitzie. Ik werp een blik op de bloemetjesgordijnen die voor het raam hangen, daar heb ik echt een hekel aan. Doe mij maar gewoon een dichtgetimmerd raam, dit is veel te keurig. Daarbij toch ook niet helemaal veilig, maar we hadden toch iets nodig en dit was beter dan niks. Ze zijn toch dag en nacht dicht. Ik werp nog een blik in de spiegel voordat ik mijn slaapkamer deur open en mezelf naar beneden begeef. Het is stil in huis, maar dat is logisch. We zijn nog met z'n drieën over en ik ben nog wel de jongste, maar ook de leider.
    Ook beneden hangen overal gordijnen, die dichtzitten. Dat is nog wel het meest belangrijk want ik wil niet dat mensen zien wat wij hier beneden uitspoken. Ik loop door de zogenoemde woonkamer heen, waar ik plaats neem op een oude, bruin leren leunstoel. De jonge vrouw met het witblonde haar zit er al, tot mijn verbazing. De enkel van mijn ene been leg ik op de bovenbeen van mijn andere been, net boven mijn knie. Mijn vingertoppen duw ik tegen elkaar aan als ik naar haar kijk en haar kort toeknik, waarna ik wacht op de ander. Zoals altijd heeft ze kleding aan die haar behoorlijk blootgeeft. Een kort rokje, met een strak korset en een blouse die wat van haar omhoog geduwde borsten laat zien. En borsten heeft ze zeker. Ze draagt zoals gewoonlijk veel make-up en haar lokken zijn aan de uiteindes gekruld.
    Ik kijk ze beide één voor één indringend aan voordat ik ook maar iets zeg, mijn blik uiterst serieus, want dat neem ik dit ook. Het is geen tijd voor lol of voor grapjes, geen tijd om te voeden. "De planning voor vanavond dus," begin ik. "Uiteraard moeten we uitkijken naar nieuwe, geschikte leden voor ons nest, maar daarnaast moeten we zoeken naar een nieuw, beschikbaar onderkomen. Dit gewone huis is ten eerste niet geschikt en ten tweede niet groot genoeg. Ik wil iets dat groots is, ruim en alleenstaand met genoeg land. Hebben jullie nog voorkeuren over wie welke taak op zich gaat nemen?" vraag ik, waarna ik ze opnieuw aankijk. Zolang ze mij maar inlichten voordat ze een keuze maken vind ik het goed. "Ik ga opzoek naar een nieuwe donor voor bloed." zeg ik voordat zij zich ergens voor kunnen aanbieden. Ik ben zeer kieskeurig en wil dit zelf beslissen. "Of wilde jij dat soms doen, Beth?" vraag ik met een spoortje humor in mijn stem en glimmende ogen door de manier waarop ze zich gekleed heeft.

    [ bericht aangepast op 14 nov 2013 - 19:38 ]


    Your make-up is terrible

    Giza Camille Garber ~ Leider jagers
    Mijn lichte gympen maakten haast geen geluid toen ik op de houten vloer van het verlaten huisje liep. Het enige wat de stilte verbrak was het korte gerinkel van mijn sleutel, waarmee ik met gemak het luik opende zodat de andere jagers naar binnen zouden kunnen. Ik was altijd als eerste daar, zodat ik dingen klaar kon leggen. Wapens, beschermers, kaarten, …
    Ik trok het luik weer achter me dicht. Ze zouden het zelf wel merken als het open was. Ik hoopte maar dat ze vanavond niet te laat zouden zijn, want daar had ik geen zin in. Ik had een hekel aan laatkomers en ze moesten al echt een goed excuus hebben als ze niet wilden dat ik de hele avond boze blikken naar hen zou werpen.
    Ik knipte bedenkelijk het licht aan, dat bestond uit zo’n twee gloeilampen. Een boven de tafel en één bij de ingang.
    Mijn tas zette ik tegen de muur, mijn muts, dikke winterjas, sjaal en leren handschoenen trok ik toch maar uit, hoewel hier koud was. Adem viel hier in kleine, witte wolkjes te zien.
    Wapens waarvan ik dacht dat we ze nodig zouden hebben, stalde ik uit op tafel, samen met een kaart van de stad. Volgens mij volstond het wel om patrouille te doen vanavond. Gewoon rondlopen en alles in het oog houden. Natuurlijk verdachte dingen laten weten. Ik had niet echt het gevoel dat de vampiers vannacht zouden toeslaan, al wist je natuurlijk nooit en wilde ik toch maar liever voorbereid zijn met wapens die je makkelijk kon verstoppen zoals messen en staken.
    Met een zucht liet ik me op mijn stoel zakken en bond ik mijn losse haren hoog op in een staart, zodat het niet meer in de weg hing. Nu moest ik enkel nog wachten op de rest.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    {Mijn topics}


    Stenenlikker

    Misha Winchester

    Winter. Koud. Sneeuw. Dat is het eerste dat bij mij op komt bij het woord winter. Het is ook koud, En er is ook sneeuw. Ik ben hier pas heen verhuisd en ben eigenlijk nog niet in de stad of ook ergens maar in dit stadje geweest behalve mijn huis. Ik heb besloten vanavond maar even naar de plaatselijke kroeg te gaan. Ik heb me niet al te bijzonder aangekleed. Slechts een spijkerbroek, sneakers en t-shirt. Ik heb een klein beetje gel in mijn haar gedaan. Ik loop de trap af na de lichten boven te hebben uitgedaan. Ik stop mijn sleutels en mijn portomonnee in mijn broekzak. Ik werp nog een blik in de spiegel en trek dan mijn zware bruine leren jas aan en stap het huis uit.
    Ik doe de deur achter me op slot en kijk even om me heen. Het begint donker te worden. Of is het al? Mijn adem komt in wolkjes uit mijn mond en als ik begin te lopen knispert het sneeuw onder mijn voeten. Dit is een mysterieus stadje. Stil. Ik heb nog geen enkele vorm van lawaai gehoord hier. Ik loop langzaam door de straatjes. Ondertussen kijk ik rond. Hier en daar brand er een lantaarnpaal.
    Ik kom uiteindelijk bij de plaatselijke kroeg. Even blijf ik buiten staan en kijk even rond. De straten hier zijn me echt te stil. Dan word het te koud en loop ik de kroeg binnen. Het is hier ook al te rustig. Ik loop naar de bar en bestel een biertje. Zodra ik die heb gekregen loop ik naar een tafeltje bij het raam. Daar pak ik mijn notitie blokje en een pen. Ik kijk naar buiten, Waar het nog steeds erg rustig is. Dan kijk ik de kroeg rond maar ook daar is er niks veranderd. "vreemd stadje" mompel ik.


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Quinn Avery Montgomery - rechterhand vampierjagers

    Er weerklinkt een irritant gepiep naast me. Ik trek een chagrijnig hoofd, maar open mijn ogen niet. Mijn hand gaat op de tast naar het nachtkastje en vind dan mijn telefoon, waar ik random op het scherm begin te drukken om het geluid weg te krijgen. Ik heb een hekel aan wekkers, zeker in het donker. Het is niet alleen donker omdat mijn ogen dichtzitten, maar ook omdat het alweer avond is. Naast me beweegt een lichaam, waardoor ik toch maar mijn ogen opendoe en mijn hoofd omdraai. Naast me ligt een roodharige vrouw half onder de dekens te slapen. Dat is waar ook, gister na mijn eenzame patrouille ben ik een kroeg binnengestapt, heb ik flink gezopen en dat mee naar huis gebracht ergens toen het al licht werd buiten. Mijn hoofd doet er nog pijn van.
    Ik trek de dekens weg waardoor het meisje nu goed wakker word en me slaperig aankijkt met vragende, blauwe ogen. "Je moet weg," mompel ik. "Ik moet werken." Het kost me wat moeite om het meisje mijn appartement uit te werken terwijl ik in mijn boxer rond blijf lopen. Ik zet koffie, zoek de pijnstillers voor mijn hoofdpijn en neem die in. Tijd om onder de douche te stappen heb ik nu niet meer, ik werp zelfs geen blik meer in de spiegel. Ik laat de koffie afkoelen terwijl ik een zwarte jeans aantrek, donkerbruine enkellaarzen die warm gevoerd zijn erboven, een grijs shirt met lange mouwen en een v-hals en een donkerbruin gevoerde leren jas. Mijn hand haal ik door mijn haar, ik drink mijn koffie snel op en gooi de rest in een thermobeker voor onderweg. Dan loop ik mijn appartement uit, die ik afsluit en daarna naar buiten ga om in mijn auto te stappen.
    Ik ben niet de beste rijder, het is ook al donker, ik zigzag gevaarlijk tussen auto's door terwijl ik vaak te hard rijd en ondertussen ook nog van mijn koffie drink. Als ik op de klok kijk zie ik dat ik nog redelijk op tijd zal komen als ik even flink gas geef, wat ik dan ook doe. Ik veroorzaak bijna een ongeluk maar rijd nog even snel door tot ik eindelijk kan parkeren. Dan open ik mijn deur, haast ik me de steeg in en open ik daar de deur van het huisje. Mijn enkellaarzen maken wat lawaai op de houten vloeren, maar ik let er dan ook niet op of ik zacht loop. Als ik het luik openmaak, merk ik dat Giza er uiteraard al is, omdat hij niet op slot zit.
    Ik loop snel door, het licht is ook al door en ik zie haar al snel. Ze heeft al van alles uitgestald op de tafel en ik kijk er grijnzend naar. "Goedenavond Giza, wat ben je toch ook een vroege vogel. Zin in een beetje geweld?" vraag ik als ik mijn ogen over de wapens laat glijden. Ik rits de jas open en hang die over een stoel heen, niet dat het heel warm is hier, maar dat word het nog wel met mijn warmte hier. Ik heb het niet erg snel koud gelukkig.


    Your make-up is terrible

    [Mijn topics]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Erica Belt Mens

    Ik trek mijn Leren broek aan en stap in mijn zwarte schoenen, ik neem niet de tijd om ze te strikken en loop door naar de kapstok om mijn motorjas over mijn schouders te slingeren. Na een weekend hard werken kan ik zelf wel wat normaal contact kon gebruiken. Eenmaal buiten vraag ik mij af of het wel verstandig is om nu de motor te pakken. Ik was van plan de stad in te gaan, maar de plaatselijke kroeg zal wel voldoen. Ik steek een sigaret op en wandel op mijn gemak naar de kroeg. Binnen was het redelijk rustig en dat vond ik eigenlijk niet erg. Contact maken zou nu veel makkelijker zijn, wanneer mijn sigaret op is duw ik het in een asbak en wandel naar binnen. Ik schuif mijn billen op de bar kruk en bestel een doodgewone cola light. Zodra het drankje voor mijn neus staat, kijk ik de kroeg door. Een man van een jaar of vijfentwintig ontmoet mijn blik, ik werp hem een vriendelijke glimlach toe.
    Hij was best knap, zag er vriendelijk uit, waarom niet? Omdat je toch niet goed genoeg bent hoor ik mijn gedachte zeggen. Ze staar naar mijn cola en neem uiteindelijk een slok, ik kwam voor contact. Gewoon even eruit, dus dan ga ik dat nu ook doen! spreek ik mij zelf toe. Ik glij van de kruk en grijp mijn cola van de bar. Elegant of vrouwelijk lopen is mij nog nooit gelukt, dus ik probeer het ook maar niet. Eenmaal aangekomen bij de tafel glimlach ik opnieuw, "Hey..." begin ik. Ik probeer ondanks de knagende onzekerheid toch zeker te klinken. "Is deze stoel vrij?" vraag ik, hoewel ik mijzelf weer voor mijn kop kan slaan. Wat een stomme opening. Zie je wel, je had beter thuis kunnen blijven. Wie wilt jou nou om zich heen klinkt het weer in mijn hoofd. Ik probeer mijn gezicht in de plooi te houden.
    "Of moet ik een nog doorzichtigere openingszin pakken?" grinnik ik uiteindelijk iets beschaamd, om met humor mijn genante opening te dekken.

    [ bericht aangepast op 14 nov 2013 - 23:23 ]


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    Joseph Manhattan ~ Jager

    Het was al bijna donker aan het worden en ook al was ik al ruim twaalf uur wakker, mijn dag zat er nog lang niet op. Ik was vanmorgen wat vroeger opgestaan dan normaal om mijn vader te vergezellen bij een brunch met twee belangrijke zakenpartners. Normaal ging ik niet mee naar zulk soort uitjes, maar schijnbaar had een van de twee nadrukkelijk naar mij gevraagd. Mijn vader hield van opscheppen, vooral als het ging om mijn 'heldendaden' bij de vampierjagers. Hij was in de veronderstelling dat ik de leiding had over deze groep. Ik had al een paar keer geprobeerd om hem uit die waan te halen, maar zijn trots negeerde mijn woorden.
    Het maakte ook eigenlijk niet uit, het feit dat ik bij de vampierjagers zat was al reden genoeg voor zijn zakenrelaties om mij als gespreksonderwerp te gebruiken. Dat ik nu eindelijk in de gelegenheid was om mee te gaan viel bij hun uiterst in de smaak.
    Ik had mijn best gedaan om extra goed voor de dag te komen. Ik was een uur eerder opgestaan dan normaal en wist het voor elkaar te krijgen om nog langer voor de spiegel te staan dan gebruikelijk. Mijn vader had daar geen moeite mee, hij was zelf precies zo, al ging hij de laatste jaren wel wat achteruit.
    De brunch ging voortreffelijk. De twee heren waren uiterst gecharmeerd van mijn voorkomen. Een van hen vroeg mij en mijn vader zelfs om een keer met hem en zijn gezin te gaan dineren. Ik had vriendelijk geglimlacht en de taak voor afwijzing aan mijn vader overgelaten. Hij wist dat 's avonds nooit een optie voor mij zou zijn, hij kende me goed genoeg daarvoor.
    Na de brunch had ik thuis de gelegenheid genomen om nog even bij te slapen, om vervolgens nog een uur in de badkamer te spenderen. Mijn outfit voor de dagelijkse patrouille was toch aanzienlijk anders dan mijn outfit tijdens een zakelijke brunch. Toen mijn ritueel in de badkamer was geëindigd was het inmiddels echt bijna donker, het was tijd om weg te gaan. Ik pakte vlug de sleutels van mij auto en liep naar beneden. Giza hield niet van te-laat-komers.
    "Vader, tot morgenochtend, wees voorzichtig vannacht" riep ik naar boven, in de richting van mijn vaders studeerkamer. Ik hoorde een goedkeurend geluid en moest even glimlachen. Mijn moeder, of eigenlijk stiefmoeder, rende snel vanuit de keuken naar me toe.
    "Voorzichtig hè jongen, je weet nooit wat er kan gebeuren." Ze ging op haar tenen staan en gaf me een zoen op mijn voorhoofd. Ik legde kort mijn arm over haar heen.
    "Ik zal voorzichtig zijn, ma." Ze was altijd bezorgd, ook al wist ze dat ze dat niet hoefde te zijn.

    Na vijftien minuten was ik op locatie. Het steegje zag er verlaten uit. Enkel de straatlantaarn zorgde voor een beetje sfeer in het steegje. Ik wist dat er al mensen waren, het luik was een tikje verschoven. Ik keek nog even om mij heen, pas toen ik zeker was dat er niemand in de buurt was liep ik naar binnen.
    "Goedenavond, heer en dame." Ik knikte kort met mijn hoofd in hun richting en nam plaats op een van de stoelen. Mijn jas hield ik aan, dat was immers onderdeel van mijn outfit. Ik was klaar voor een lange nacht.


    Life is hard and then we die

    Giza Camille Garber ~ Leider jagers
    Met een zucht zette ik me neer op de stoel en verdiepte ik me in één van de kaarten. Met de botte punt van mijn potlood trok ik een paar cirkels over de stadskaart. Ik wist niet wie er vandaag zou komen en of we zouden moeten opsplitsen. Het leek me al een goed plan als twee samen het centrum zouden doen en dan twee het park en de buurt errond. Als we er dan nog vier buiten het centrum in de meer bewoonde delen hadden, dan zou het vast moeten lukken.
    Aan de luide voetstappen te horen, kon ik al gelijk raden wie er nu naar beneden zou komen. Quinn leek nooit echt veel moeite te doen om zich stil te houden. Met een grijns kwam hij naar beneden.
    Ik keek op en glimlachte. Quinn was wel aardig. Soms een beetje vreemd, maar ik kon hem wal appreciëren. Ik vond zijn tatoeages leuk. “Goedenavond Giza, wat ben je toch ook een vroege vogel. Zin in een beetje geweld?”
    Fronsend keek ik op van mijn kaart, terwijl ik scheef grijnsde. “Jij ook goede avond,” zei ik zachtjes. “En hmm, niet per se,” antwoordde ik ietwat afwezig. “Het zou wel leuk zijn als ze zich koest houden vanavond. Ze zijn toch maar met… weinig. Ik schat drie of vier. Maar aan de andere kant hebben ze vast nieuwe leden nodig.”
    Ik schoof de kaart naar hem toe en zuchtte nog een keer zacht. “Denk je dat deze plaatsen voldoende zullen zijn?”
    Ondertussen had Quinn zijn jas al uitgedaan. Er was kippenvel op mijn armen ontstaan door de koude hier, maar ik weigerde mijn jas aan te houden anders zou ik het buiten ook koud hebben.
    Voor de tweede keer ging het luik open. De rest leek laat te zijn. “Goedenavond, heer en dame,” klonk het netjes. Joseph knikte in onze richting terwijl hij plaats nam op een van de stoelen. “Hé, Jozeph,” mompelde ik hem afwezig toe. “De rest lijkt laat te zijn.”
    Met mijn vinger wees ik weer op de kaart. “Als we ze daar zetten, blijft het daar onbewaakt. Tenzij ze opsplitsen maar dat vind ik niet zo’n goed idee. O ja, kies al maar wat wapens uit. Wie eerst is, krijgt de beste wapens.” Mijn regel. Het moest ze maar aanmoedigen om op tijd te komen, al nam ik meestal toch wat overbleef.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Ruby Tia Withersfield - Jager
    Met een volle mond trok ik mijn kast open en haalde mijn donkerblauwe Vans eruit. Nog al kauwend trok ik ze aan en strikte de veters netjes. Toen ik al mijn eten had doorgeslikt slofte ik door naar de keuken, legde mijn bord in de gootsteen en deed het licht uit. Ik gaf nog even een snelle blik op de klok. Crap! ik moest opschieten. Ik zie voor me hoe iedereen zich geïrriteerd omdraait als ik binnenkom. Niet dat het me heel erg veel doet. Terwijl ik mijn jas tastte ik nog even in mijn linkerzak of mijn sleutels erin zaten. Vervolgens liep ik de deur uit. Het was aardig koud buiten. Ik keek even om me heen, er was geen mens te bekennen. Ik was wel blij dat ik dichtbij woonde, maar toch was ik altijd te laat. Ik liep over de stoep naar de plek. Ik haatte het als het snel donker werd. Als klein meisje was ik er doodsbang voor. Nu niet, het enige waar ik me aan ergerde was dat ik niet zoveel kon zien in het donker. Toen ik er uiteindelijk was en het luik opendeed was de meerderheid er al. 'Ben ik laat?' vroeg ik terwijl ik mijn jas op de kapstok hing. Het shirt wat ik aanhad gaf niet veel warmte, maar mijn jas was veel te lang. En daarbij zou ik daardoor misschien een gevecht kunnen verliezen met een vampier. Ik zag al wat mensen om de wapens heenstaan. Met een versnelde pas liep ik eropaf, nadenkend welk wapen ik zou gebruiken. Nou ja, gebruiken was hard uitgedrukt. We hadden al een tijdje niets meer gehoord van vampiers. Het leek net of ze iets van plan waren. Stel je voor, vampiers zouden terugkomen met een heel leger en zouden de wereld overnemen. Ik grijnsde even bij de gedachte. Dat zouden we niet laten gebeuren.

    [ bericht aangepast op 16 nov 2013 - 19:02 ]

    Quinn Avery Montgomery

    Giza glimlacht naar me als ik aan kom lopen, maar blijft kijken naar een kaart. Pas als ik haar goedenavond wens kijkt ze fronsend op en krijg ik een scheve grijns. "Jij ook goede avond," zegt ze zachtjes. "En hmm, niet per se. Het zou wel leuk zijn als ze zich koest houden vanavond. Ze zijn toch maar met… weinig. Ik schat drie of vier. Maar aan de andere kant hebben ze vast nieuwe leden nodig." Ze klinkt afwezig waardoor ik eventjes kort frons. "Daar heb je gelijk in, ik verwacht niet dat ze zich nog lang koest zullen houden," antwoord ik. Met een zucht schuift ze de kaart naar mij toe, waar ik me lichtjes overheen buig. "Denk je dat deze plaatsen voldoende zullen zijn?" vraagt ze.
    Ik bekijk de kaart, de plekken die ze aangegeven heeft en in gedachten ga ik de plekken af, waarna ik knik. "Ja, ik denk het wel. Is er soms iets, Giza? Je kinkt afwezig." merk ik dan op, maar het luik gaat opnieuw open waardoor we gestoord worden. "Goedenavond, heer en dame," zegt Joseph die zich bij ons voegt. Hij knikt naar ons, ik knik terug als hij zich op een stoel laat zakken, zijn jas nog aan. Die kerel ziet er altijd piekfijn uit. "Hé, Jozeph,” mompelde ik hem afwezig toe. “De rest lijkt laat te zijn." merkt Giza op, maar ze wijst al snel weer op de kaart waar ik me ook weer overheen buig. "Als we ze daar zetten, blijft het daar onbewaakt. Tenzij ze opsplitsen maar dat vind ik niet zo’n goed idee. O ja, kies al maar wat wapens uit. Wie eerst is, krijgt de beste wapens."
    Ik grijns jongensachtig terwijl ik mijn favoriete wapens er al snel tussenuit pikte en weg stak. "We kunnen niet constant overal dekken, maar wel zorgen dat we een langere route nemen op patrouille zodat we daar ook komen," antwoord ik vervolgens. "Opsplitsen vind ik ook niet al te best klinken eerlijk gezegd." Nadat ik dat gezegd heb gaat het luik weer open en komt Ruby tevoorschijn. "Ben ik laat?" vraag ik als ze haar jas ophangt. "Beetje," mompel ik. Ze heeft al snel door dat de wapens uitgedeeld worden en komt er dan ook snel op af. Gelukkig heb ik mijn favorieten al, net waarom ik graag op tijd kom. "Heb je iedereen al ingedeeld?" vraag ik.


    Your make-up is terrible