• Vampiers en jagers. Iedereen kent het fenomeen, maar ook de eeuwige vete tussen de twee. Wanneer vampiers mensen doden, willen de mensen wraak. Wanneer de mensen – of met andere woorden de jagers – wraak nemen, doen ze het goed. Met andere woorden slaagden ze erin een heel nest uit te moorden. Op een paar vampiers na, en dan nog niet de minste. Hun leider en de twee vampiers die erin geslaagd waren te vluchten, zijn uit op wraak. Het nest moet weer aangedikt worden vooraleer ze hun oorlog kunnen beginnen. Nieuw, vers bloed. Mannen en vrouwen, mensen, uitverkoren om met of tegen hun wil deel uit te maken van deze oorlog.
    De jagers, deze vieren hun overwinnen nog even na. Maar wanneer een vogeltje hen influistert dat het nest weer aan het groeien is, bereiden ze zich maar beter goed voor… Want het staat vast dat er heel wat bloed gaat vloeien.


    Rollen:

    Vampiers:
    De vampiers lijken heel erg op die in Supernatural. Wat betekend dat ze geen groeiende hoektanden hebben, maar tanden die ze over hun gewone tanden kunnen schuiven. ~ Klik
    De vampiers kunnen in de zon, maar niet voor lang. Na zo’n twintig minuten beginnen ze brandwonden te krijgen waar ze nog leken last van zullen hebben. Na die twintig minuten hebben ze nog zo’n tien minuten om uit de zon te raken voor ze eenmaal in as veranderen en nooit meer terug komen.
    Ze drinken bloed door hun slachtoffer in de pols te bijten, tenzij ze deze willen doden, dan bijten ze in de nek.
    Mensen veranderen in vampiers door het bloed van een vampier te drinken en vervolgens te sterven. Daarna zullen ze terug komen als vampier.
    De makkelijkste manier om vampiers te doden is hun hoofd eraf halen, ze blootstellen aan zonlicht of ze verbranden.

    ~ Jace Dylan Caine - Cas
    ~ Bethia Livsummer - Guinness
    ~ Grigori Afanas Andrei Rykov~ Delaheye

    Mensen:
    De mensen weten niets af van het bestaan van vampiers, tenzij ze er zelf mee in contact komen. Het nadeel is natuurlijk dat ze óf het niet kunnen navertellen óf niemand hen ooit zal geloven.
    De mensen doen dagdagelijkse dingen, van naar school gaan, tot werken, tot rondhangen in de kroeg.

    ~ Gereserveerd - Terrific
    ~ Eris Celeste Arellano - Olicity
    ~ Misha Winchester - Sigil
    ~ Lucas Harvey Waters - Bradbury

    Jagers:
    De jagers, of hunters, hebben van jagen hun beroep gemaakt. Ze hebben geen vaste werkuren, maar werken meestal ’s nachts of ’s avonds en ’s ochtends. Overdag slapen ze meestal of doen ze net zoals de mensen dagdagelijkse dingen. Ze hebben op z’n minst een paar uur slaap nodig.
    Hun hoofdkwartier vindt zich middenin de stad, ondergronds. Het is bevind zich gewoon in een bunker van een onbewoond huis in een eerder verlaten steeg. Dit vooral omdat men mensen niet in gevaar wil brengen. Soms veranderd hun hoofdkwartier wel eens als ze het gevoel krijgen dat ze ontdekt worden. Hoe dan ook beschikken ze over een heel arsenaal aan wapens. Houten staken zijn niet erg effectief, maar kunnen samen met zilver gebruikt worden om de vampiers te verwonden. Tenzij ze gebruikt worden om hun hoofd eraf te hakken. Dat en het verbranden of blootstellen van de vampiers in het zonlicht is de manier om ze te vermoorden.

    ~ Giza Camille Garber - Hector
    ~ Quinn Avery Montgomery - Cas
    ~ Ruby Tia Withersfield - Bradbury


    Regels:
    - Minimaal 300 woorden
    - Graag met leestekens en hoofdletters typen.
    - OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    - Liefde tussen mensen mag, maar houdt het realistisch.
    - Geen Mary Sue's (perfecte personages)
    - 16+ en schelden mag, maar niet OOC
    - Geen personages van anderen besturen.
    - Geen personage's doden zonder toestemming van die persoon
    - Melden als je je nickname veranderd


    Rollentopic
    Het begin:
    Het is een koude winteravond. De jagers duffelen zichzelf dik in en bereiden zich voor op de jacht. Vampiers bespreken hoe ze hun nest kunnen aandikken en mensen doen hun dagelijkse avonddingen of spreken af.

    [ bericht aangepast op 1 dec 2013 - 13:08 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Beth (Bethia) Livsummer Vampier[/b]

    Niet heel veel later hoorde ik bekende voetstappen, mijn ogen volgen de man. Strak in pak, zoals altijd. Hij zag er goed uit, dat had ik altijd al gevonden van Jace en waarschijnlijk wist hij dat. Ik werp hem een van mijn zuinige goedkeurende glimlachjes toe en vergeet eigenlijk dat ik boos ben omdat ik mij niet heb kunnen voeden. Hij laat zich zakken in de leren stoel. Hij neemt een gemakkelijke houding aan en knikt mij kort toe. Jace had dan misschien niet mijn leeftijd, maar ik had hem altijd geschikt gevonden voor de rol als leider. Hij straalde een natuurlijke autoriteit uit, hoewel ik daar vrijwel altijd schijt aan heb gehad.
    Ik zag aan zijn houding dat hij direct ter zaken wilde komen en leun iets naar achteren, om vervolgens mijn been over de ander heen te leggen. Mijn handen leg ik losjes in mijn schoot om hem met een emotieloze blik aan te kijken.
    Hij duwd zijn vingertoppen tegen elkaar en laat zijn blik over mij en de ander glijden. "De planning voor vanavond dus," begon hij. "Uiteraard moeten we uitkijken naar nieuwe, geschikte leden voor ons nest, maar daarnaast moeten we zoeken naar een nieuw, beschikbaar onderkomen. Dit gewone huis is ten eerste niet geschikt en ten tweede niet groot genoeg. Ik wil iets dat groots is, ruim en alleenstaand met genoeg land. Hebben jullie nog voorkeuren over wie welke taak op zich gaat nemen?".
    Iets bezwaart had ik hem aangekeken, ik vond dit een prima plek. Een huis uit de negentiendeeeuw liet mij altijd thuis voelen. Maar ik wist dat hij gelijk had, misschien was dit niet de beste plek voor het nest. Dus ik besloot mij te gedragen en even niets te zeggen, al had ik wat willen zeggen had ik pech want Jace praatte alweer verder.
    "Ik ga opzoek naar een nieuwe donor voor bloed.", dan vestigd hij zijn blik op mij. Aan zijn houding af te lezen vind hij zichzelf al behoorlijk grappig, . "Of wilde jij dat soms doen, Beth?".
    Mijn rechter mondhoek krult iets omhoog terwijl ik mijn voeten weer naast elkaar neer zet. Ik leun iets naar voren en met geamuseerde blik keek ik Jace aan, "Luister liefje, ik heb een verfijnde smaak maar jij bent gewoon verwend" zeg ik misschien wat uitdagend. "Laten we het samen doen, misschien dat ik dan er ooit achter kom wat je echt lekker vind" ga ik verder met een zachte grinnik. Mijn hand glijd door mijn haren, "Ik zie daar meer in dan een nieuwe plek voor ons te vinden, gezien niets wat ik zal kiezen zal voldoen... dat en ik sterf van de honger" geef ik uiteindelijk toe. Ik zag er wel wat in om samen met Jace mij bezig te houden met een nieuwe bloeddonor.

    [ bericht aangepast op 19 nov 2013 - 19:45 ]


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    Misha Winchester

    Terwijl ik af en toe wat in mijn boekje schrijf over dit rare stadje, kijk ik ook af en toe een beetje rond. Mijn ogen ontmoeten die van een jonge dame van ongeveer mijn leeftijd. en ik glimlach dan maar even vriendelijk. Ik kijk weer naar mijn boekje en bedenk wat ik nog meer wilde schrijven, Ondertussen kauw ik op mijn pen. "Hey...Is deze stoel vrij?" Ik kijk op en het meisje wat daarnet mijn ogen ontmoette staat voor me "Of moet ik een nog doorzichtigere openingszin pakken?" Ik kan een glimlach/grijns niet onderdrukken, ondanks dat mijn pen in mijn mond zit. "De stoel is vrij hoor" zeg ik geamuseerd. "Je mag zitten"
    Ik leg de pen naast het boekje en doe het boekje dicht. "Ik zag je net al, daar bij de bar geloof ik?" vraag ik. Dan besluit ik mezelf maar even voor te stellen. "Ik ben Misha trouwens, Misha Winchester" Zeg ik glimlachend. "Ik ben hier net komen wonen, Is het hier altijd zo rustig?" vraag ik. "Zowel in de kroeg als in de stad. Ik heb echt amper iemand op straat gezien"
    Ik kijk door het raam even kort naar buiten terwijl ik een slokje van mijn bier nam. Ik wilde in eerste instantie niet eens hier heen verhuizen. Mijn oom en tante woonde hier vroeger en vond er vroeger al geen reet aan. Ik had alleen weinig keus toen ik hoorde dat ze mij hun huis hadden na gelaten toen ze overleden waren. Dus mijn ouders vonden maar dat ik hier heen moest, hun spullen moest uitzoeken en hier moest gaan wonen. Ik vond het toen al een slaapstad en er is in de jaren weinig veranderd. Misschien word ik wel kluizenaar als ik hier blijf wonen. Ik kijk het meisje weer aan en glimlach dan maar weer.


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Eris Celeste Arellano
    Het is al redelijk laat als ik nog viool aan het spelen ben, al zal ik wel zo moeten stoppen aangezien ik niet wil dat mensen gaan klagen er voor. Daarom speel en oefen ik ook meestal op een van de rustigere plekjes in het park, maar dat is het nu te laat voor en in het donker ben ik liever niet alleen daar...
    Na een tijdje leg ik toch mijn viool weg en til ik Dinky op, die zachtjes mauwt. 'En nu zal ik eens iets te eten voor je pakken,' zeg ik tegen hem. Dinky mauwt weer en likt over mijn hand, wat zachtjes kietelt. In de keuken zet ik hem weer neer, open ik een kastje en doe ik wat brokjes in haar bakje, waarna ik in het andere bakje wat water doe.
    Dan valt mijn blik op mijn schaatsen, die in het hoekje van de keuken liggen. Vanmiddag wilde ik eerst gaan schaatsen, maar toen kwam ik er achter dat ik nog iets voor school moest doen en is het er niet meer van gekomen. Misschien kan ik nu nog even gaan schaatsen... Het is vast nog wel druk bij de vijver en als het goed is, is er gewoon verlichting dus dat moet geen probleem zijn, maar de weg er heen is wel wat donker. Zachtjes bijt ik op mijn lip en haal ik mijn muntje te voorschijn. Kop is wel schaatsen, munt niet. Ik gooi hem omhoog en het wordt kop, dus wel schaatsen. Ik trek donkergrijze beenwarmers aan over mijn maillot, trek ik mijn jas aan en sla ik een warme sjaal om mijn hals. De schaatsen doe ik in een plastic tas en die doe ik weer in een andere tas, samen met wat klein geld zodat ik eventueel nog warme chocolademelk kan kopen. Voor de zekerheid doe ik ook nog een muts in mijn tas, voor het geval mijn oren koud worden. Als ik alles heb controleer ik nog even of Dinky alles heeft, waarna ik mijn appartement uit loop. Terwijl ik de deur op slot doe komt er een roodharig meisje uit het appartement van mijn buurman gelopen. Dat verklaart ook gelijk de herrie die ik vanochtend hoorde... Lichtjes schud ik mijn hoofd, nee, dat beeld hoef ik niet voor me te zien.
    Buiten aangekomen slaat de koud gelijk om mijn lichaam. Het was misschien verstandiger geweest een broek aan te trekken, maar ik heb geen zin om terug te gaan naar boven. Snel begin ik richting de vijver te lopen, die niet heel ver van mijn appartement vandaan is, maar wel ver genoeg dat ik me iets ongemakkelijk voel en ik begin iets sneller te lopen.
    Bij de vijver aangekomen zie ik dat er gelukkig nog best wel wat andere mensen zijn en ga ik op een bankje zitten om mijn schoenen te verwisselen voor schaatsen.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Erica Belt Mens

    Hoewel ik mijzelf in eerste instantie voor mn kop kon slaan, leek mijn doorzichtige opening toch te werken. Ik kon het dan ook niet laten iets wat verrast te kijken, Fuck jullie negatieve gedachte! bedenk ik mij met een klein gevoel van triomf. Hij glimlacht naar me, alhoewel het leek eerder een grijns. Het had wel iets schattigs zo met die pen in mijn mond. "De stoel is vrij hoor" zegt hij en ik meen een geamuseerde toon te horen. Maar goed ik had het wel vaker mis gehad. Je mag zitten" maakte hij zijn zin af.
    Ik glimlach, hoewel het er misschien wat onzeker uit zag. Tja het was dan ook een mega stap voor mij om zo casual op iemand af te stappen, toch vreemd dat ik daar in mijn beroep er geen last van had. Terwijl ik mij op de stoel laat zakken zie ik hem zijn boekje dicht slaan, "Ik zag je net al, daar bij de bar geloof ik?" vraagt hij mij.
    Ik knik, "Klopt..." even weet ik niet hoe ik verder moet gaan. "Ik had behoefte aan een goed gesprek en jij leekt me een goed slachtoffer" grijns ik. Humor was zo vaak mijn redmiddel om mijzelf te redden van de onzekerheid. Het constante gevecht tussen onzekerheid en het niet willen zijn was vermoeiend.
    "Ik ben Misha trouwens, Misha Winchester" zegt hij glimlachend, mooi hij was me voor. "Ik ben hier net komen wonen, Is het hier altijd zo rustig?" vraagt hij. "Zowel in de kroeg als in de stad. Ik heb echt amper iemand op straat gezien".
    Ik glimlach om zijn woorden, fijn dat hij open is dat gaf mij handvatten om het gesprek door te zetten. En als medewerker in de beveiligingsbranche wist ik genoeg van deze stad. "Erica Belt" stel ik mij zelf voor.
    "Op doordeweekse dagen valt er weinig te beleven, maar je bent dan ook aan de verkeerde kant van de stad" leg ik hem uit. Ik pak mijn mobiel en start google-maps op. "Hier zit een bekende discotheek, goede club... leuk mensen" ga ik verder terwijl ik hem de plek aanwijs. "Mensen blijven zeker in de winter veel binnen... hoewel ik het vandaag ook erg rustig vind hier" geef ik toe.
    Ik kijk even door de kroeg, er zaten twee mannen aan de gok machine en in de hoek zaten er nog eens twee te kaarten. Toen ik terug keek, keek hij mij precies aan en glimlachte naar mij. "In de binnenstad zitten leukere kroegen, er gaan doordeweeks vooral studenten heen. Maar gezelligheid is toch iets wat je zelf maakt" grinnik iets zenuwachtig.
    "Dus... je bent hier net komen wonen" ik probeerde het gesprek weer een beetje op te starten. "En welke beul heeft je gedwongen hierheen te verhuizen?" vraag ik opnieuw met een klein beetje humor.


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    Joseph Manhattan ~ Jager
    Giza en Quinn antwoorden, maar ze lijken allebei al vrij geconcentreerd op de missie. "De rest lijkt laat te zijn" zegt Giza. Ik proef de geïrriteerde ondertoon in haar stem. Ze buigt zich samen met Quinn over de kaart heen en ik volg hun voorbeeld. "Als we ze daar zetten, blijft het daar onbewaakt. Tenzij ze opsplitsen maar dat vind ik niet zo’n goed idee. O ja, kies al maar wat wapens uit. Wie eerst is, krijgt de beste wapens." Ik blijf zitten. Ik ben geen fan van wapens, ik heb ze enkel bij me in geval van nood of als de rest ze ook gebruikt. Het liefst gebruik ik mijn eigen vuisten als wapen. Quinn staat wel meteen op en grijpt naar de wapens die hij altijd lijkt te nemen. Typisch. Verder was het een goede kerel, Quinn. Hij kon goede trucjes met het wapentuig, dat zou ik hem niet na kunnen doen. "We kunnen niet constant overal dekken, maar wel zorgen dat we een langere route nemen op patrouille zodat we daar ook komen" vervolgt Quinn. Ik besluit ook op te staan om een wapen te pakken. Ik word echter tegengehouden door mijn nieuwsgierigheid, het luik gaat open. Ruby stapt naar binnen. "Ben ik laat?" vraagt ze terwijl ze haar jas ophangt. Zou je denken...
    Ze loopt direct richting het wapentuig en ik besluit haar te volgen. Ik loop langzaam langs alle wapens, zonder ernaar te kijken, terwijl mijn hand er zachtjes overheen strijkt. Ik wil mijn wapen niet op uiterlijk uitkiezen, maar op gevoel. Na twee keer alle wapens langs te zijn geweest kies ik er een uit en voeg me weer bij de rest toe. "Heb je iedereen al ingedeeld?" vraagt Quinn aan Giza. Ik glimlach. "Laat me raden: ik en Quinn, jij en Ruby?" vraag ik aan Giza. Soms heb ik het vermoeden dat ze bijbedoelingen heeft met deze opstelling.

    [ bericht aangepast op 18 nov 2013 - 15:05 ]


    Life is hard and then we die

    Grigori Afanas Andrei Rykov - Vampier

    Onrustig sta ik voor het raam te kijken hoe de zon met een rode gloed wegzakt. Het is een zeer mooi uitzicht en ik weet het zeker te waarderen, maar ik heb gewoon niet de rust om er lang naar te kunnen kijken. Naar mijn idee heb ik te lang stilgezeten in dit huis, maar ik weet niet of Jace het goed gaat vinden dat ik dit huis verlaat. Gelukkig hebben we vanavond een vergadering die hopelijk meer duidelijkheid over onze toekomst zal geven. Eerlijk gezegd bekommer ik me weinig om het voortbestaan van dit nest, maar meer om dat van mezelf. Toch heb ik gemerkt dat een Nest meer zekerheid geeft, een grotere kans op overleven, maar daar is weinig sprake van als je nog maar met z'n drieën bent.
    Als er helemaal niks meer van de zon te zien is, ga ik naar beneden naar de zaal waar de vergadering zal plaatsvinden. Ik heb geloof ik iets te lang gewacht, dus ik hoop dat ik niet te laat ben. Zachtjes loop ik de trap af, maar de oude treden zijn gevoelig voor elke druk, dus ik hoor toch nog een zacht gekraak. Ik erger me eraan, een van de meerdere dingen in dit huis waar ik me aan erger. Het is gewoon te oud, te lang niet bewoond geweest, waardoor het me een niet zo prettig gevoel bezorgd.
    De deur van onze vergaderruimte staat nog op een kier en deze duw ik wat verder open zodat ik erdoor kan. Binnen zitten Jace en Beth al klaar. Juist, ik ben aan de late kant, hopelijk gaat me dat niet in mijn nadeel werken, je weet het maar nooit met Jace. 'Sorry, de zonsondergang boeide mij wat te veel,' mompel ik verontschuldigend en doe de duer dicht. Ik neem plaats in een van de stoelen die er staan en na mij en Beth even aangekeken te hebben, komt Jace direct ter zake.
    'De planning voor vanavond dus. Uiteraard moeten we uitkijken naar nieuwe, geschikte leden voor ons nest, maar daarnaast moeten we zoeken naar een nieuw, beschikbaar onderkomen. Dit gewone huis is ten eerste niet geschikt en ten tweede niet groot genoeg. Ik wil iets dat groots is, ruim en alleenstaand met genoeg land. Hebben jullie nog voorkeuren over wie welke taak op zich gaat nemen?' vraagt hij en weer kijkt hij ons aan. 'Ik ga opzoek naar een nieuwe donor voor bloed.' Het is duidelijk dat hij ons niet de keus laat om die taak op ons te nemen. Ik hoop maar dat hij die taak goed vervuld, want ondertussen is mijn honger naar bloed aardig groot geworden. Ik heb geen zin om er nog lang op te moeten wachten.
    'Of wilde jij dat soms doen, Beth?' vraagt hij dan met een vlaag van humor in zijn stem. Toen viel me de opvallende kleding van Beth me pas op. Zij zou zich vast en zeker onder de mensen willen gaan begeven, maar ik heb eerlijk gezegd ook niet veel zin om op zoek te moeten gaan naar een nieuw onderkomen. Ik ken deze omgeving nog niet zo goed en op huizenjacht gaan is nou niet bepaald mijn ding. Nee, als ik de kans krijg, ga ik wel kijken of hier in de buurt nog mensen zijn, die geschikt zouden kunnen zijn voor ons nest.
    Beth leunt naar voren en ik volg met mijn hoofd lichtjes haar beweging. 'Luister liefje, ik heb een verfijnde smaak maar jij bent gewoon verwend. Laten we het samen doen, misschien dat ik dan er ooit achter kom wat je echt lekker vind. Ik zie daar meer in dan een nieuwe plek voor ons te vinden, gezien niets wat ik zal kiezen zal voldoen... dat en ik sterf van de honger.' Ik walg zowat van haar woorden. Is het nou echt nodig om zó slijmerig tegen hem te spreken. Maar stel dat Jace het goed vindt, dan kan ik me bezig houden met nieuwe leden. Dat huis komt later wel, het duurt vast nog wel even voor we met teveel voor dit huis zijn.
    Ik schraap even mijn keel om hun aandacht te trekken. 'Wel, als jullie je dan met de bloeddonor gaan bezighouden, zou ik dan opzoek mogen gaan naar nieuwe leden voor ons nest?' In tegenstelling tot Beth haar aanpak, blijf ik liever wat bescheidener. Ik schat mijn kansen dan wat hoger in en ik hoop dat Jace me toestemming zal geven.

    [ bericht aangepast op 18 nov 2013 - 20:57 ]


    Stenenlikker

    Jace Dylan Cane - vampier

    Beth trekt haar mondhoek iets omhoog na mijn voorstel, haar voeten zet ze naast elkaar neer en ik krijg een geamuseerde blik. "Luister liefje, ik heb een verfijnde smaak maar jij bent gewoon verwend," zegt ze op een uitdagende toon en ik doe mijn best om mijn gezicht strak te houden en niet te grimassen over dat veel te zoete 'liefje'. "Laten we het samen doen, misschien dat ik dan er ooit achter kom wat je echt lekker vind. Ik zie daar meer in dan een nieuwe plek voor ons te vinden, gezien niets wat ik zal kiezen zal voldoen... dat, en ik sterf van de honger." stelt ze voor. Ik zet mijn benen ook naast elkaar en leun met mijn ellebogen net boven mijn knieën, waardoor ik iets naar voren leun. Mijn vingertoppen zijn nog altijd tegen elkaar gedrukt als ik Beth een redelijk intense blik geef.
    Grigori is degene die deze blik verstoort door zijn keel te schrapen, maar ik kijk hem niet aan als ik praat. Mijn ogen houd ik op het bleke meisje. "Wel, als jullie je dan met de bloeddonor gaan bezighouden, zou ik dan opzoek mogen gaan naar nieuwe leden voor ons nest?" vraagt hij aan mij. Ik grijns iets en wend mijn blik dan toch af van het meisje om naar hem te kijken en knik lichtjes. "Goed, zoek maar nieuwe leden," antwoord ik erbij, waarna ik op sta. "Dan blijft voor jou de taak over om een nieuw onderkomen te vinden." ga ik verder tegen Beth, haar woorden van daarnet te negeren. Ze zal haar dorst maar moeten kunnen weerstaan tot ze weer terug komt, al vertrouw ik erop dat het best lukt.
    Nadat ik dat haar mede heb gedeeld, met een sluw grijnsje op mijn lippen, draai ik me om en loop ik de kamer uit. Je kan wel merken dat ik Beth niet zelf gecreëerd heb, dan zou ze wel anders piepen. Al zou ik haar niet graag bijten, ze is veel te zoet naar mijn smaak. Ik ben erg kieskeurig, niet verwend maar verfijnd. Ik hou niet van te zoet, of te bitter. Ik loop door de gang, pak een donkergrijze jas van de kapstok en trek deze aan. Het is eigenlijk meer voor de sier, maar het past goed bij me. De hak van mijn zwarte lakschoenen maken een zacht tikkend geluid als ik het huis verlaat en me naar buiten waag, de bewoonde wereld in.


    Your make-up is terrible

    Misha Winchester
    Het meisje knikt "Klopt..Ik had behoefte aan een goed gesprek en jij leekt me een goed slachtoffer" Het meisje grijnst en ik grinnik even. Als ik mijzelf voorstel stelt zij zich voor."Erica Belt" Zegt ze. Ik knik glimlachend. "Aangenaam." zeg ik. Het meisje is inmiddels gaan zitten. "Op doordeweekse dagen valt er weinig te beleven, maar je bent dan ook aan de verkeerde kant van de stad" Legt ze uit. Erica pakt haar mobiel en opent google maps.
    "Hier zit een bekende discotheek, goede club... leuk mensen" Ik kijk naar de plek die Erica aanwijst. "Mensen blijven zeker in de winter veel binnen... hoewel ik het vandaag ook erg rustig vind hier" Zegt Erica. Ik kijk haar even aan, kijk dan de kroeg weer rond waar een paar mannen hier en daar rustig van hun biertje staan te genietenj. "In de binnenstad zitten leukere kroegen, er gaan doordeweeks vooral studenten heen. Maar gezelligheid is toch iets wat je zelf maakt" Erica grinnikt en het klinkt wat zenuwachtig. Ik glimlach vriendelijk, misschien gaan haar zenuwen dan wat weg. Ik ben tenslotte geen monster,
    "Dus... je bent hier net komen wonen. En welke beul heeft je gedwongen hierheen te verhuizen?" Ik grinnik even, om het beul gedeelte. "Mijn ouders" antwoord ik. "Toen bleek dat mijn tante en oom mij hun hele fortuin en huis na lieten. Ik mocht het niet verkopen" zeg ik dan. "Mooi moment om voor jezelf te leren zorgen Misha, zoals mijn vader dat zo leuk zei. Als ik maar wel nog af en toe op zondag kom eten" ik rol even met mijn ogen. "Ze wonen in de stad verderop" leg ik uit.
    Ik sta even op. "Oh..je hebt je drinken net. Ik ben zo terug" ik stop het boekje in mijn binnen zak en loop dan naar de bar waar ik nog een glas bier haal voor mezelf. Dan ga ik weer tegenover Erika zitten en neem een slok. "Denk dat mijn vader gewoon baalde dat hij niets meer dan een oude klok heeft gehad en ik...Hun huis.. en zo'n beetje al hun geld. Wat...veel geld is" zeg ik. Ik haal mijn wenkbrauwen even kort op.
    "Ik ben niet van plan daar van te leven. Ik wil wel werk gaan zoeken zodra ik daar de mogelijkheden toe heb" Dan kijk ik Erika weer aan. "En wat is jouw verhaal? Wat doe jij in zo'n spookstadje als dit?"


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Beth (Bethia) Livsummer Vampier

    Ik houd Jace zijn bewegingen nauwkeurig in de gaten, of je nu mens of vampier bent, ik vind het leuk om iets uit te lokken. Zo ook bij Jace, ...vooral bij Jace. Ik ben oud genoeg om te weten hoe ik wezens kan uit testen en het is een spel geworden die ik maar al te graag speel. Hij keek me geamuseert aan, maar ik zie zijn blik veranderen zodra ik mijn zoete stem op zet. Ik weet dat Jace een hekel heeft aan die kant van mij, wat het eigenlijk alleen nog maar leuker maakt. Ach mijn andere kant is nog veel minder leuk. Je hebt me liever zo geloof mij.
    Jace leunde op een zelfde soort manier naar voren als ik, enkel hielt hij zijn vinger toppen tegen elkaar geduwd. Zijn blik was iets wat intens. Als hij dacht, dat hij mij op een of andere manier mee kon intimideren had hij het mis. Grigori was de gene die zijn blik verstoorde, hoewel hij nog een paar tellen het contact aan hielt. Ik kan niet anders dan een sluikse glimlach op mijn lippen vormen. Jace wist heel goed dat ik enkel een spel speelde, maar wat wilde je met tweehonderd jaar leven. Moe was ik nog niet, maar dat was mede omdat ik mijzelf goed bezig weet te houden. Ik weet heel goed wat ik wil en niet wil, en alles was voor mij een spel, hoewel ik het trouw zijn niet als een spelletje zag.
    "Wel, als jullie je dan met de bloeddonor gaan bezighouden, zou ik dan opzoek mogen gaan naar nieuwe leden voor ons nest?" hoor ik grigori zeggen, toen Jace het contact brak keek ik even naar de andere vampier.
    "Goed, zoek maar nieuwe leden," antwoord Jace, "Dan blijft voor jou de taak over om een nieuw onderkomen te vinden." gaat hij verder tegen mij. Ik houd mijn gezicht in de plooi, hoewel ik hem nu wel iets kon aan doen. Maar goed, ik wist al de perfecte manier om hem te stangen zonder mijzelf daarin tekort te doen. Ik kon het eigelijk niet uitstaan dat hij mijn woorden negeerde, dacht hij daadwerkelijk dat ze haar maaltijd zou overslaan? -HA- Nee hoor, ik wist het perfect te combineren.
    Hij staat op en dan spot ik het sluwe glimlachje die bewees wat ik had bedacht. Ik knik naar Grigori, hoewel hij mij een rede had gegeven om hem later ook nog wel een hak te zetten. Ik grijp mijn strakke zwartejas en zet mijzelf voor de deur voor Jace erdoor zou kunnen lopen.
    "Je maakt een grove denkfout als je denkt mij te kunnen stangen Jace... Over een uur ben ik terug, met een sleutels van een nieuw huis en een gevulde maag. Eens zien hoe snel jij je verwende mond genoegen zal doen" hoewel mijn woorden bijna vijandig zijn weet ik het bijna zwoel en speels over te brengen. Mijn talent, mijn muse was dat ik alles als een compliment kon laten klinken terwijl dat het niet was.
    Zonder nog iets te zeggen draai ik mij om en been ik het huis uit, ik duw met mijn nagel het knopje van de afstandbediening en een schelle piep laat mij weten dat mijn Auto open is. Soepeltjes glij ik in het leer van de bestuurdersstoel en gooi de geur dicht. Zodra ik de sleutel van het contact omdraai weet ik niet wat meer geluid maakt, de motor of de harde hardrock muziek die uit de speakers blaast.
    Ik kijk door het raampje naar Jace met een scheve uitdagende grijns en wiebel met mijn vingers als een afscheid voor ik mijn auto een dot gas geef en op de oprijlaan verdwijn. Ik grinnik in wendig, dit amuseerde mij en ergens wist ik dat dit nog wel een staartje zou krijgen.


    Erica Belt Mens

    Het valt mij op dat deze jongen een erg vriendelijk gezicht heeft, ergens stelt het mij op mijn gemak. Hij schijnt ook humor te hebben want ik spot een grinnik. Ik spel mijzelf voor, "Aangenaam" zegt hij terug.
    Dan volgd het gesprek waarin ik hem uitleg dat het doordeweeks niet zo druk is en laat hem de club zien waar ik werk. Wanneer het gesprek iets wat vast loopt kijken we allebij even weg en dan pak ik het gesprek weer op. Ik vertel hem dat in de binnen stad leuke kroegjes zitten. Ik sluit af met een wat zenuwachtige grinnik als ik zeg dat gezelligheid iets is dat je zelf maakt. Weer werpt hij mij een glimlach toe, maar dit keer voel ik er wat geruststelling bij.
    "Dus... je bent hier net komen wonen. En welke beul heeft je gedwongen hierheen te verhuizen?" vraag ik hem waardoor hij een korte grinnik laat horen.
    "Mijn ouders" antwoordt hij en ik knik even. "Toen bleek dat mijn tante en oom mij hun hele fortuin en huis na lieten. Ik mocht het niet verkopen" zegt hij dan. "Mooi moment om voor jezelf te leren zorgen Misha, zoals mijn vader dat zo leuk zei. Als ik maar wel nog af en toe op zondag kom eten" hij rolde met zijn ogen, blijkbaar was hij het toch niet helemaal met zijn ouders. Een steek van heimwee gaat door mij heen, ik had geen ouders gehad die mij vertelde dat het tijd werd om voor mijzelf te zorgen. Ik had het moeten doen om te overleven. Gelukkig wist ik het voor elkaar te krijgen mijn gezicht in de plooi te houden, dit was niet echt iets wat ik nu wilde delen met hem.
    Hij staat op, waardoor ik hem misschien iets geschrokken aankeek. Had ik dan toch mijn gezicht niet zo neutraal gehouden? "Oh..je hebt je drinken net. Ik ben zo terug" zei hij waarnaar hij naar de baar loopt en een biertje besteld. Opgelucht haal ik adem, echt iets voor mij om meteen te denken dat hij de benen neemt. Niet dat je hem dat kwalijk zou kunnen nemen weerklinkt er in mijn hoofd.
    Dan komt hij weer tegenover mij zitten, ik glimlach naar hem maar door de verzamelde emotie in mij zal het er wel iets anders uit zien.
    "Denk dat mijn vader gewoon baalde dat hij niets meer dan een oude klok heeft gehad en ik...Hun huis.. en zo'n beetje al hun geld. Wat...veel geld is" zegt hij.Hij haalt mijn wenkbrauwen even kort op.
    "Ik ben niet van plan daar van te leven. Ik wil wel werk gaan zoeken zodra ik daar de mogelijkheden toe heb" Dan kijkt hij mij weer aan.
    "Gecondoleert met het verlies van jouw familie... ik weet als geen ander hoe het is om iemand te verliezen." zeg ik oprecht en glimlach medelevend naar hem. Gevoelens en herinneringen druk ik net zo hard weg als dat ze kwamen. "Het is moeilijk om niet jaloers te zijn om je kind, zeker als je zelf de harde manier hebt geleerd. Laten we eerlijk zijn, het zal behoorlijk zuur voor ze zijn" grinnik ik. "In welke brance wil je gaan werken? Je lijkt me het sociale typen dat prima met mensen kan werken" geef ik hem mee als compliment. Het gedeelte over zijn rijkdom sla ik over, ik wil hier geen oordeel over vormen en riskeren dat ik op een of andere manier jaloerzie zou ontwikkelen.
    "En wat is jouw verhaal? Wat doe jij in zo'n spookstadje als dit?" vraagt hij vervolgens aan mij. Oh fuck, zal ik hem de waarheid vertellen, of zou dat hem alleen maar afschrikken?
    "Ik... ehm..." iets vertwijfeld staar ik een korte tijd naar de sneeuw buiten. "Ik heb een nogal rotte jeugd gehad, ik ben hier min of meer heen gevlucht om een leventje op te bouwen. Ik heb hier mijn werk en vastigheid en dat vind ik prima" glimlach ik ontstemd en onzeker. "Sorry voor dat zwaarmoedige verhaal..." verontschuldig ik mij meteen. Ik wilde het gesprek helemaal niet zo verzwaren.
    "Ik werk in de beveiligingsbrance, de discotheek die ik je aanwees... dat ben ik vrijdag en zaterdag te vinden." begin ik om het gesprek weer wat luchtiger te krijgen. Ik wilde hem niet afschrikken door voor te komen als een vrouw met te veel ellende, in tegenstelling het ging nu goed met mij! "Waar precies woon je? Hier in de omgeving staan bijna alleen maar flats en ik neem aan dat je geen flat heb geerft. Of juist wel en heb je een compleet gebouw voor jezelf?" vraag ik hem met een glimlach.

    [ bericht aangepast op 19 nov 2013 - 21:42 ]


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    Misha Winchester

    Erica glimlacht even naar me, naar me verhaal over dat ik verhuisd ben en een fortuin geërfd heb. "Gecondoleert met het verlies van jouw familie... ik weet als geen ander hoe het is om iemand te verliezen." Ze glimlacht oprecht en gemeend. Ik haal mijn schouders even op. "Ik heb er niet zo veel moeite mee, Het was gewoon hun tijd om te gaan, ze hebben een mooi leven gehad" Zeg ik, ik wil een slok nemen van mijn bier, maar stop even als Erica weer begint te praten. "Het is moeilijk om niet jaloers te zijn om je kind, zeker als je zelf de harde manier hebt geleerd. Laten we eerlijk zijn, het zal behoorlijk zuur voor ze zijn" Erica grinnikt. Ik neem een slok van mijn bier en grinnik. "Je zult wel gelijk hebben"
    "In welke brance wil je gaan werken? Je lijkt me het sociale typen dat prima met mensen kan werken" zegt ze. Ik kijk haar even aan. "Ik heb verschillende baantjes gehad, dus kan als meerdere dingen aan de slag. Ben uitsmijter geweest, barman ben ik ook geweest maar ik kan ook in een garage aan de slag, want daar heb ik ook mijn diploma's en werk ervaringen in. Het maakt me niet zo veel uit" antwoord ik haar vraag.
    "En wat is jouw verhaal? Wat doe jij in zo'n spookstadje als dit?" vraag ik aan Erica. "Ik... ehm..." Ze staart even naar buiten. "Ik heb een nogal rotte jeugd gehad, ik ben hier min of meer heen gevlucht om een leventje op te bouwen. Ik heb hier mijn werk en vastigheid en dat vind ik prima. Sorry voor dat zwaarmoedige verhaal..." Erica glimlacht verontschuldigend, en zelfs een beetje onzeker. "Geeft niks" beantwoord ik haar. "Het spijt me voor je. Ik hoop dat je je geluk hier vind" zeg ik dan voor ik weer een slok neem.
    "Ik werk in de beveiligingsbrance, de discotheek die ik je aanwees... dat ben ik vrijdag en zaterdag te vinden." Zegt Erica en ik kijk haar even verbaast en met opgetrokken wenkbrauwen aan voor ik mijn slok bier doorslik. "Oh echt? Dat had ik niet verwacht, wat leuk" zeg ik. "Waar precies woon je? Hier in de omgeving staan bijna alleen maar flats en ik neem aan dat je geen flat heb geerft. Of juist wel en heb je een compleet gebouw voor jezelf?" Vraagt Erica vervolgens. "Ik woon niet in een flat en heb ook geen gebouw" zeg ik grinnikend. "Ik woon in een vrijstaand huis iets buiten het centrum" beantwoord ik haar vraag. " Weet de straat naam niet precies. het was iets met -ster en dan street maar verder.. Ik woon er ook pas een paar dagen" zeg ik verontschuldigend. "Het is vrij groot. Soms best wel fijn, maar 's avonds een beetje creepy, het is zo hol he alles galmt" ik grinnik zelf even. "Woon je zelf wel in het Centrum Erica?" vraag ik. "In een van de flats?" Ik kan een grijns niet onderdrukken, inverband met het grapje van toenet.

    [ bericht aangepast op 19 nov 2013 - 23:11 ]


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Ruby Tia Withersfield
    Ik sla mijn handen over elkaar terwijl ik even diep nadenk. Twee vlijmscherpe messen en een pistool. Ik laat mijn ogen over een kruisboog glijden en kies uiteindelijk toch die maar. 'Heb je iedereen al ingedeeld?' hoor ik Quinn aan Giza vragen. 'Laat me raden: ik en Quinn, jij en Ruby?' vraagt Joseph aan Giza. Ik strijk even met mijn handen over mijn armen, die nog lekker warm waren. Eigenlijk maakte het me niet zoveel uit bij wie ik ingedeeld zat. We hielpen elkaar altijd en werkten samen. Ondanks dat er soms meningsverschillen waren vond ik toch dat we veel teamwork hadden. Mijn gedachten dwaalden af. Het was een paar jaar geleden dat ik me in de groep voegde. Met trainingen kwam ik er snel doorheen maar het echte werk was anders. Met maar een paar jagers wisten we een hele groep vampiers af te slachten. Er waren een paar gevlucht, maar die kregen we binnenkort nog wel. Ook was ik benieuwd waar ik zou patrouilleren. Er waren plekken die ik verschrikkelijk vond, zoals het park. Het was er aardig donker afgezien van alle lantaarnpalen en bovendien waren er veel bomen en schuilplekken. In het centrum was er in elk geval nog een beetje licht. Met mijn handen in mijn zij leunde ik een beetje naar voren om de zien wat Giza allemaal van plan was vanavond. Ik knikte onopvallend en ging weer rechtop staan. Om eerlijk te zijn had ik nooit zin om te jagen. Toch ging ik altijd, omdat er misschien vampiers verdwaald waren. Dan konden wij ze een lesje leren. Ik haal mijn hand door mijn haar en plofte op de oude, versleten bank. Mijn handen legde ik onder mijn dijen. Want het werd met de minuut kouder. Ik aarzelde een beetje of ik mijn jas vanavond wel moest aantrekken. Maar die gedachte schudde ik weer van me af aangezien ik het vast wel warm kreeg tijdens het lopen.

    Giza Camille Garber - Leider jagers
    "Daar heb je gelijk in, ik verwacht niet dat ze zich nog lang koest zullen houden," stemde Quinn met me in. Ik vond het leuk dat hij het meestal met me eens was, maar ik vond ook zijn tatoeages zorgen ervoor dat ik hem mocht. Ik wist niet juist waarom, maar ik vond ze mooi en kleurrijker dan de mijne, in ieder geval.
    "Denk je dat deze plaatsen voldoende zullen zijn?" vroeg ik daarna geconcentreerd.
    Quinn liet zijn blik geconcentreerd over de kaart glijden en knikte toen uiteindelijk. "Ja, ik denk het wel. Is er soms iets, Giza? Je kinkt afwezig."
    Ondertussen had ik mijn mond alweer geopend om te antwoorden, maar op dat moment kwam Jozeph binnen en schudde ik enkel mijn hoofd, met een verzekerende glimlach. Ik had toch al geen zin om erover te praten. Hij begroette ons en ik begroette hem terug. "De rest lijkt laat te zijn."
    Daarna bogen we weer over de kaart heen en begon ik verschillende plaatsen aan te duiden, zodat Quinn mijn gedachtegang kon volgen. "Als we ze daar zetten, blijft het daar onbewaakt. Tenzij ze opsplitsen maar dat vind ik niet zo’n goed idee. O ja, kies al maar wat wapens uit. Wie eerst is, krijgt de beste wapens."
    Quinn stond meteen recht om zijn wapens uit te kiezen. Typisch, maar ik kon het hem niet kwalijk nemen. Als ik hem was zou ik het ook doen. Maar nu ik leider was, was het gewoon beter als ik nam wat overbleef. Meestal waren dat de slechtste of minst geliefde wapens. "We kunnen niet constant overal dekken, maar wel zorgen dat we een langere route nemen op patrouille zodat we daar ook komen," vervolgde Quinn. Dat was het moment waarop Ruby ons onderbrak. "Ben ik laat?" vroeg ze.
    “Beetje,” mompelde Quinn, maar mijn blik zei wel genoeg. Ik hield niet van laatkomers, maar die kaart was me nu net wat belangrijker.
    Beiden liepen Jozeph en Ruby richting de wapens. De manier waarop Jozeph zich baseerde bij het kiezen van wapens, begreep ik niet echt. Maar als het voor hem werkte, was het goed. "Heb je iedereen al ingedeeld?" vroeg Quinn.
    "Laat me raden: ik en Quinn, jij en Ruby?" vroeg Jozeph, plots met een glimlach. Ik was niet zeker of hij het sarcastisch bedoelde of niet.
    “Nou, als jullie het liever anders willen vormen jullie zelf maar groepjes,” antwoordde ik er schouderophalend op en keek iedereen schattend aan. “Dan toon ik jullie daarna wel wie waar moet.” Ik leunde naar achteren in mijn stoel en speelde zachtjes met mijn lange haar terwijl ik alles met een opgetrokken wenkbrauw aanschouwde. Ik was eens benieuwd of ze hierin overeen zouden komen.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Quinn Avery Montgomery

    De rest gaat ook wapens uitkiezen, maar ik heb die van mij al. Daarom vraag ik of ze iedereen al in heeft gedeeld, ik hoop dat wij bij elkaar zitten. Ik geloof niet zo dat er niks is, niet door de manier waarop ze haar hoofd eerder schudde toen we onderbroken werden. Toch is die kans erg klein omdat wij het hoogst staan en daardoor amper met elkaar patrouilleren. Degene die op mijn vraag antwoord geeft is dan ook niet Giza maar Joseph, waardoor ik hem iets verbaasd aankijk.
    "Laat me raden: ik en Quinn, jij en Ruby?" vraagt hij met een glimlach. "Nou, als jullie het liever anders willen vormen jullie zelf maar groepjes," antwoord ze als ze haar schouders ophaalt en ons aankijkt. "Dan toon ik jullie daarna wel wie waar moet." Ze leunt naar achter en speelt met haar lange haar met haar opgetrokken wenkbrauwen en typische blik. Ik zucht zachtjes. "Mij maakt het niet uit, lijkt me een goede indeling," mompel ik. "Al heb ik wel een voorkeur voor de plek, vind je het erg als ik langs de buitenkant van de stad ga?" vraag ik aan Giza. Ik hou niet echt van mensen of om ze tegen te komen en het liefst ontwijk ik ze dan ook. Ik pak mijn jas weer beet van de stoel waarover ik hem gehangen had.
    "En als jij mee wilt daarheen natuurlijk," richt ik me dan met een glimlachje op Joseph. Zeker een beste jager. Ik trek de leren jas gauw aan, verberg mijn wapens zo goed als het lukt eronder, maar wel zo dat ze nog makkelijk te pakken zijn en ben er dan alweer klaar voor. Het enige waar ik echt tegenop kijk is de kou. Helaas beland ik daarna vaak in de kroeg om mezelf op te warmen met een drankje, hoewel ik in de zomer ook wel een excuses vind om daarheen te gaan en lang te blijven.


    Your make-up is terrible

    Erica Belt Mens

    Hij haalde zijn schouders op, "Ik heb er niet zo veel moeite mee, Het was gewoon hun tijd om te gaan, ze hebben een mooi leven gehad" zei hij en nam een slok van zijn bier.
    Het was een nogal koude reactie vond ik, maar goed wie was ik om daar over te oordelen? Ik gooide het dan ook maar over een andere boeg en begin over een mogelijke oorzaak dat zijn vader kon balen. Toen ik daarmee klaar was reageerde hij door zacht te grinniken, "Je zult wel gelijk hebben".
    Ik vraag hem in welke brance hij zou willen werken, puur nieuwsgierigheid eigenlijk. Ik mocht dan wel onzeker zijn, maar ik luisterde graag naar mensen.
    "Ik heb verschillende baantjes gehad, dus kan als meerdere dingen aan de slag. Ben uitsmijter geweest, barman ben ik ook geweest maar ik kan ook in een garage aan de slag, want daar heb ik ook mijn diploma's en werk ervaringen in. Het maakt me niet zo veel uit" antwoord hij mij.
    We hadden in iedergeval een overeenkomst, hij kende het werk in de uitgaans brance. Toen vroeg hij mij naar mijn verhaal, ik vertelde hem kort en eigenlijk zonder details te noemen mijn verhaal en verontschuldig mij tenslotte dat ik het gesprek zwaar maakte. Ik wilde niemand opzadelen met mijn jeugd of mijn problemen en al helemaal niet iemand die ik net had ontmoet.
    "Geeft niks" beantwoord hij mij. "Het spijt me voor je. Ik hoop dat je je geluk hier vind" zegt hij dan voor hij weer een slok neemt.
    Dan vertel ik hem maar dat ik als beveiliger werk. Het levert misschien niet veel op, maar genoeg om van te leven en ik kon mij prima vinden in mijn werk.
    "Oh echt? Dat had ik niet verwacht, wat leuk" zegt hij. Ik zag aan hem dat hij het echt niet had verwacht, tja... dat had ik dan ook wel vaker. Ik was niet heel erg lang en zeker niet breed. Toch kon ik je er van verzekeren dat je mij niet zomaar klein krijgt... fysiek dan. "Waar precies woon je?" vraagt ik met een grinnik, en voeg er mijn vorm van humor in toe.
    "Ik woon niet in een flat en heb ook geen gebouw" zegt hij grinnikend. "Ik woon in een vrijstaand huis iets buiten het centrum" beantwoordt hij mijn vraag. " Weet de straat naam niet precies. het was iets met -ster en dan street maar verder.. Ik woon er ook pas een paar dagen" zegt hij verontschuldigend. "Het is vrij groot. Soms best wel fijn, maar 's avonds een beetje creepy, het is zo hol he alles galmt" hij grinnik weer even.
    Ik vond het erg leuk dat hij zo goedlachs was, het stelde mij gerust en op mijn gemak. Ik neem een slok van mijn cola en draai het glas tussen mijn vingers. "Een groot huis is leuk... maar ik zou er niet kunnen wonen. Als ik dezelfde wijk in mijn hoofd heb zijn dan echt kasten van een huizen" ik glimlach. "Nee hoor ik houd het wel bij mijn kleine apartement, ik houd niet van alleen zijn in grote gebouwen" geef ik toe. "Maar goed, dat zal ook wel slijten naarmate je er langer woont, of iemand vind om het huis mee te delen" ik frons even, goed het was geen hint geweest maar ik twijfel er toch aan of het niet toevallig zo overkwam.
    "Heb je eigenlijk niet iemand om je huis mee te delen, je lijkt me een leuk iemand en ik kan mij bijna niet voorstellen dat je nog single bent" ik gooi het maar over een andere boeg en eigenlijk omdat ik er ook best wel nieuwsgierig naar was. Niet dat ik meteen zou afknappen als hij toevallig wel een meisje had, maar gewoon... ik weet het niet.
    "Woon je zelf wel in het Centrum Erica?" vraagt hij mij dan. "In een van de flats?" hij grijnst en ik vermoed dat hij even terug denkt aan mijn grapje. Er speeld een glimlach rond mijn lippen. "The South building" vertel ik hem. Een van de bekende flats uit deze stad, niet omdat het nu zo exclusief is maar omdat de flat boven elk gebouw uittorend. "Hier dus twee straten vandaan, het is klein maar knus. Meer heb ik toch niet nodig." ik strijk mijn haar naar achteren. "Als ik in het centrum had gewoond had ik daar nu geweest" leg ik uit.
    "Dus, nog wilde plannen, of houd je het een tijdje rustig tot je gesetteld bent waar je nu woont?" vraag ik hem geintresseert.


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    Joseph Manhattan ~ Jager
    "Nou, als jullie het liever anders willen vormen jullie zelf maar groepjes" antwoord ze. Ze lijkt mijn reactie niet helemaal goed in te kunnen schatten. Soms wist ik zelf ook niet helemaal hoe ik het bedoelde. Alsof mijn onderbewustzijn me wat liet zeggen. "Dan toon ik jullie daarna wel wie waar moet." Ik blijf glimlachen, expres. Ik heb eigenlijk wel zin om Quinn te vergezellen vanavond. Hij had altijd een zeer exentrieke manier om zich te uiten tegen de vampiers. Het is niet precies mijn manier, maar zijn haat tegen vampiers bevalt me zeer. "Mij maakt het niet uit, lijkt me een goede indeling" antwoord Quinn. "Al heb ik wel een voorkeur voor de plek, vind je het erg als ik langs de buitenkant van de stad ga?" Hij richt zich tot Giza met zijn vraag. Ik heb er in ieder geval geen moeite mee. "En als jij mee wilt daarheen natuurlijk." Dit keer richt hij zich tot mij. "Daar hoef je je geen zorgen over maken, Montgomery" antwoord ik hem, mijn glimlach nog breder dan voorheen. Ik vraag me af hoe hij over me denkt. Ik weet dat er roddels over mij in de ronde gaan, niet alleen hier, maar bij iedereen bij wie ik bekend ben. Alleen mijn vader en zijn werkrelaties weten er niets vanaf, godzijdank. Ik snap wel waar het vandaan komt. Mannen die op hetzelfde geslacht vallen lijken zich altijd piekfijn te verzorgen. En inderdaad, ik ben ook zo iemand. Om eerlijk te zijn weet ik het zelf ook niet zo goed. Ik heb me nooit bezig gehouden met verliefdheid, relaties of houden van. Het is niet echt mijn ding. De laatste tijd laat mijn vader wel doorschemeren dat hij zich afvraagt wanneer ik me ga binden aan een vrouw. Een vrouw, inderdaad. Je hoeft bij hem niet aan te komen met een homoseksualiteit. Daar is hij als geen ander tegen. Ik schud mezelf wakker uit mijn gedachten. "Volgens mij kunnen we gaan, niet?" vraag ik aan Giza.


    Life is hard and then we die