• Speeltopic 1




    Is this our world?
    I look in the mirror
    And I try to see myself
    My head full of terror
    I try to forget the fires I started
    I try to be nearer
    To where you are
    I look in the mirror
    And I try to understand
    And piece it together
    Wash the blood from both my hands
    I can't see the ending
    There are people who know my every secret
    I'm tired of pretending
    You're in my heart
    In my heart

    Deze wereld waar we nu in leven ,bestaat alleen maar uit ongeluk en gevaar. Jonge kinderen, worden al opgevoed met vuile woorden en mensen vinden het normaal om wapens op zak te hebben. Nee hier was de aarde niet voor gemaakt. God schonk enkele jongeren met een gave in de hoop dat hun iets voor de aardbol konden doen, maar wisten de kinderen eigenlijk, dat ze bijzonder waren? Hadden ze door dat ze anders waren dan de rest? Dat iedereen om hun heen eigenlijk een leugen was? Want wie zijn we nou echt?



    Een prof, die zelf begaafd was besloot deze wonderkinderen op te zoeken en hun een nieuwe thuis te geven, want hun leventje bestond ook alleen maar uit ongeluk.In ruil moesten ze kleine testjes voor hem doen, zodat hij er onderzoek kan over doen. Er was wel een keerzijde van de medaille. De jongeren wisten echter niet wat hun geluk zou worden. De jongeren kennen elkaar enkel van zien en weten echter ook niet van elkaar wat er zal gebeuren. De jongeren worden goed opgevangen en hebben de luxe die ze nooit tevoren gehad hebben. Ontbijt op bed, een lekker donsdeken en hun eigen kamer. Als ze elkaar leren kennen lijkt alles ook goed en wel te gaan tot ze toch beginnen na te denken waarom ze hier zijn. Misschien weet de ene al van zijn gave en de ander weet niet wat zich overkomt. Wat als ze verliefd worden op elkaar of op een normale sterveling? Zulle ze effectief de wereld beteren, of word het alleen maar een puinhoop? Het antwoord ligt nu eenmaal in hun handen, maar er zijn andere mensen op de loer die ook wel die macht kunnen gebruiken.


    10 Jongeren worden uitgekozen door de super geleerde prof, die zelf ook mutant is. Hij weet namelijk wie de mutanten zijn over de hele aardbol. De jongeren hebben elk een andere kracht, dit kan van alles zijn, van elementen besturen tot vliegen.Hier heb je zelf de keuze in. De jongeren hebben ook nooit een goed leven gekend en het is dus hun eigen keuze wat ze er nog mee willen doen.

    Mutanten 1 Vrouwelijke + mannelijke rol vrij
    (5 jongens, 5 meisjes)


    -Savannah Oliv Carter || Elektriciteit sturen || Raccoon
    -Allison Riley McAllister || Bloedsturen || After
    -Astrid Kimberly Emerson || Supersnel || Celebration
    -Emileigh Klaire Cherboury|| Genezer || Smother
    -Hazel Isis Mitchell || illusies || Wilted



    -Ethan Russel Spielman || Telepathie || Raccoon
    -Aval Niméro White || Supersterk || H00k
    -Jack Tyler Wynter || Ijs sturen || NCIS
    -NCIS


    Vijanden
    (de jongeren kunnen later hier ook naartoe gaan als ze dat willen) (min2)
    -Lydia Dorothea Godess || Telekinesie || Raccoon
    -Nicandro Jonathan Sadler || Copycat || Walt


    Mensen
    (oneindig, houd deze wel gelijk)
    -Finley Martin Smiths || Bootin





    Rollenstory
    Rollentopic
    Praattopic 1

    Regels

    #1 Heb plezier ^^ , het heeft geen nut om met tegenzin te Rpg'en
    #2 Denk goed na voordat je meedoet, ik wil niet dat je na een dag/week stopt
    #3 Je moet minstens 200 woorden schrijven, dit is makkelijk haalbaar
    #4 Wees origineel (bv; geen 3 wezen, bijna vermoord, etc)
    #5 Bestuur de andere personages niet, dit vind niemand fijn. (mag wel als dit effectief gevraagd is aan je medespeler)
    #6 Probeer minstens 2 keer per week te posten
    #7 Naamverandering doorgeven + gelieve ook te melden als je een tijdje niet kunt posten of niet meer mee wilt doen
    #8 Alleen ik en Bootin maken de topics
    #9 Geen ruzie alleen IC
    #10 Dingen worden besproken in het rollen of praattopic
    #11 Vragen mogen altijd gevraagd worden
    #12 Sluit niemand uit!
    #13 Maximum 2 personages per persoon
    #14 +16 mag, maar hou dit netjes en zet dit misschien onder een spoiler

    * Als je meerdere keren de regels overtreed stuur ik je een waarschuwing, doe je het daarna weer dan vlieg je uit de rpg


    Begin: Het is een normale dag , het zonnetje schijnt mooi en er steekt een koele bries op hier in de herfstige stad. De jongeren logeren in een hotelletje. Ze hebben de luxe die ze nog nooit gekend hebben en voelen zich er fijn bij. De jongeren krijgen de kans om elkaar te leren kennen. De ene heeft al eens kennis gemaakt de ander hield zich nog wat afstandelijk. Sommigen hebben misschien zin om de stad te verkennen, want sommigen komen van ver af.
    De mensen leven hun normale leven , doen hun werk of relaxen gewoon lekker thuis. Misschien gaan ze ook eens opstap in de stad en komen ze andere mensen tegen, de keuze ligt aan hun. En voor de vijanden, zij hebben een eigen huisje waar ze leven, er is niet al te veel luxe, maar het huis is zeker leefbaar.

    [ bericht aangepast op 12 jan 2014 - 12:57 ]


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Aval Niméro White ||Super sterk||

    Ik zit met een glas melk en een pistoletje gezond aan een tafeltje voor twee. Al zit ik hier alleen. Niet dat ik het erg vind, ik ben het gewend. Ik neem een hap en kauw rustig op het beetje eten in mijn mond en neem een slokje melk. Rustig kijk ik op wanneer er een jongen mijn kant op komt lopen.
    “Hoi, vind je het erg als ik erbij kom zitten? “ Ik schud mijn hoofd. Graag zelfs.
    “Ik ben trouwens Ethan, aangenaam." Stelt de jongen zich voor. Met mijn voet duw ik de stoel tegenover mij naar achter, zodat Ethan plek kan nemen.
    "Aval," stel ik mezelf met een glimlachje voor. Ik neem nog een slok melk en zet het glas op de tafel terug.
    "Hoe lang woon jij hier al?" Vraag ik geïnteresseerd en kijk naar Ethan. Rustig neem ik nog een hap van mijn pistoletje. Heerlijk, buikvulling. Rustig kauw ik op het eten en wacht rustig op antwoord van hem. Ik heb heerlijk geslapen vannacht, want toen ik er net in lag viel ik vrijwel meteen in slaap. Ik had een best wel leuke droom ook, over dat ik naar een lang ging waar ik heel graag heen wilde, Oostenrijk, daar was ik op vakantie aan het skiën in de bergen, vlakbij het drielandenpunt. Oostenrijk, Italië en Slovenië. Het was prachtig, en het uitzich was heerlijk. De lucht was koud, maar niet verkeerd. Het deed me goed. Ik kon skiën zover ik wilde, er kwam geen einde aan. En dat terwijl ik niet eens kan skiën. Ik wil het wel leren, ooit. Wanneer ik het geld ervoor heb, het is een droom van mij. Net zoals dat een droom van is dat ik een leven heb zonder problemen, zonder verdriet. Alleen maar vrolijkheid en perfectie.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Nicandro Jonathan Sadler
    • Copycat

          'Mag ik zeggen – U ziet er vermoeid uit, meneer Sadler.'
    Alhoewel ze het hoogstwaarschijnlijk goed had bedoeld – werp ik Ruby een dodelijke blik toe, waardoor ze direct geschrokken haar lippen opeen klemt en geen enkel woord meer uit durft te brengen. Zij had geen enkel idee dat ik gisteravond moedeloos was vertrokken vanuit Lydia's huisje – waar we opnieuw gestand waren met onze zoektocht. Lydia was moe geweest ; waardoor ik geluidloos was vertrokken om haar niet tot last te zijn, al had ik ontzettend graag willen blijven. Alhoewel ik normaliter gesproken niet veel op had met andere personen, was dit anders wanneer ik bij Lydia was – het gevoel dat ze me gaf was gewoon zo ... puur.
    Knipperend gris ik mijn gitzwarte koffie van de toonbank, waarna ik direct de koffie – tent uit been. Nadat ik gisteravond thuis was gekomen in mijn appartement had ik enkel en alleen rond gelopen en mijn gedachten de vrije loop gelaten over mijn ietwat vreemde band met Lydia. Ik kon er de nadruk niet op leggen – op wat ik voelde en ik herkende het ook niet van eerdere contacten met personen. De nacht zonder slaap had me echter opgebroken – onder mijn ogen lagen lichte wallen, mijn haar zat warrig dan normaal en zelfs in mijn overhemd ; waarvan ik de mouwen tot aan mijn ellebogen had opgerold ; zaten enkele kreukels. Het was daarom ook niet vreemd dat Ruby een opmerking had gemaakt over mijn uiterlijk – normaliter gesproken zou ik zo nooit de straat op gaan, maar mijn gedachten weigerden dienst en dachten steeds aan het vreemde gevoel.
          Uiteindelijk laat ik me zuchtend op een bankje neer zakken, terwijl ik mijn koffie tussen mijn voeten plaats en mijn gezicht in mijn handen leg. 'Hou je kop erbij, Sadler,' brom ik dan streng tegen mezelf.

    | Iemand voor Nicandro? |

    [ bericht aangepast op 16 jan 2014 - 10:31 ]


    •

    Emileigh Klaire Cherboury – Outfit
    • Genezer.

    Gisteren is een dag die ik zowel vergeten wil als blijven onthouden. De enigszins aparte ontmoeting met een mede begaafde, het bijna misdrijf met de Rus en het doodgewone avondje met Finley in het koffiehuis. Niet bepaald een dag als velen. Zoals ik vandaag met alle liefde wil meemaken. Het is nooit druk vandaag, dus Ruby runt de tent alleen. Meer reden voor mij om mijn vrije dag eveneens rustig in te delen. Het is lang geleden dat ik me zo kalm heb gevoeld onder alle levensdruk. Ik voel me nog altijd niet geheel gemakkelijk in de luxueuze kringen die ik mijn 'thuis' moet noemen. Het allervaakst ben ik dan ook al weg voor de zon goed en wel is opgekomen. Het ontbijt op bed, de bedienden die om me heen kringelen op zoek naar bevelen om uit te voeren; ik word er niet veel meer dan ongemakkelijk bij. Dan mis ik het ongecompliceerde leventje dat ik in Tennessee leidde. In de oude chevy van mijn moeder en een voluit gedraaide radio over de zandweggetjes scheuren en hallo lachen tegen iedere, bekende inwoner.
    Ongewild krullen mijn mondhoeken iets omhoog bij het terugdenken aan mijn geboorteplaats. De zomers waren altijd snikheet, en de winters tot noch toe bar koud. Ik weet zeker dat ik er gelukkig had kunnen worden.
    Ik weet pas dat ik onbewust richting het koffietentje ben gelopen als ik de roodbruine voorgevel in het vizier krijg. De kleurige plantenbakjes buiten zijn nu nog leeg, maar ik ben van plan om een deze dagen viooltjes te kopen om ze de aparte sfeer van het tentje zelf mee te geven. Ruby verklaart me voor gek – dat ik al die dingen graag doe om het gezelliger te maken. Het enige dat zij graag in de gaten houdt, is haar fooienpot die nog iedere dag rijkelijk wordt gevuld door zwijmelende jongemannen.
    Ik schud mijn hoofd vaagjes glimlachend terwijl ik mijn lokken bij elkaar pak om deze vluchtig bij elkaar te binden. Op die manier hoef ik de rode plukken in ieder geval niet telkens voor mijn ogen weg te blazen. Wellicht is het wat te lang geworden, maar ik ben veel te dol op mijn haar om het zomaar af te knippen. Bovendien moet ik toegeven dat ik niet bepaald de tijd heb gehad om daadwerkelijk iets aan mijn uiterlijk te veranderen.
    Met mijn ogen op de slanke, lange bomen aan de stoepkant gericht – loop ik het koffietentje voorbij. Ik weet niet echt waar ik naartoe wil, of naar wie ik op zoek ben. Ik heb niet bepaald zin om de hele dag te slenteren, maar teruggaan naar een plek waar het stikt van de andere begaafden lijkt me ook niet bepaald een vrijwillige optie. Met een lichte frons boven mijn ogen laat ik mijn blik terloops over de hardhouten bankjes langs de parkrand glijden.
    Een oud koppel dat elkaars hand vasthoud, een moeder met een buggy in haar ene – en een klein jongetje aan haar andere kant. Het derde bankje wordt bezet door een handjevol duiven. Ik schud mijn hoofd glimlachend, en wil doorlopen als mijn ogen het eenzame gestalte op de vierde bank vinden. Enerzijds is het griezelig dat ik de jongeman uit duizenden zou herkennen – maar anderzijds kan het niet anders dan toeval zijn dat ik hem op de meest gekke plekken tegen het lijf loop.
    ''Je ziet er beroerd uit, Nicandro.'' Ik laat mezelf naast hem op het bankje glijden en kruis mijn enkels voor ik opzij kijk om zijn reactie te kunnen ontwarren. Ik kan de vermoeide, weinige energie door hem heen voelen razen. De arme jongen. Hij gebruikt gaven waarvan hij de grenzen – noch belangrijkste punten niet kent. Dat hij er met de mijne zo gemakkelijk vanaf is gekomen, is nog een wonder.
    ''Ik hoop dat je geleerd hebt dat het gevaarlijk is om iets klakkeloos over te nemen. Je had jezelf kunnen vermoorden, door dat meisje te genezen. Weet je dat?'' Hoewel ik nog altijd glimlach, is de blik in mijn ogen iets moedelozer. Het is geven en nemen – en overal hangt een prijskaartje aan. Het is de vraag of je de prijs kúnt betalen.
    ''Ik had kunnen weten dat het niet bij toeval was dat je mij er uit wist te pikken. Dat meisje waar je mee was – waar je mijn gave op gebruikte. Zij is het ook, niet waar?'' Er rolt een zachte zucht over mijn lippen als de wind iets aanzwelt en er voor zorgt dat ik mijn handen in mijn zakken stop.
    ''Als je wilt dat ik er voor zorgt dat je – je beter voelt, moet je me iets beloven,'' ik kantel mijn hoofd iets als ik opnieuw opzij kijkt. Hij ziet er vreselijk uit, maar daarover besluit ik wijselijk mijn mond te houden. Nicandro lijkt me niet het type dat zoiets graag over zijn kant laat komen.

    [ bericht aangepast op 16 jan 2014 - 9:35 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Nicandro Jonathan Sadler
    • Copycat

          'Je ziet er beroerd uit, Nicandro.'
    Alhoewel het me ontzettend veel moeite kost om de diepe kreun binnen te houden – bijt ik hard op de binnen kant van mijn wang en dwing mezelf om mijn hoofd uit mijn handen te halen, om op deze manier te kijken wie het aan heeft gedurfd om deze woorden uit te spreken. Diep van binnen verbaasd het me voor geen seconde wanneer ik de rood harige serveerster – Emileigh – naast me op het parkbankje zie zakken ; het was me gisteren al opgevallen dat ze zich niet zo snel uit het veld leek slaan en geen blad voor haar mond nam.
          'Ik hoop dat je geleerd hebt dat het gevaarlijk is om iets klakkeloos over te nemen. Je had jezelf kunnen vermoorden, door dat meisje te genezen. Weet je dat? Ik had kunnen weten dat het niet bij toeval was dat je mij er uit wist te pikken. Dat meisje waar je mee was – waar je mijn gave op gebruikte. Zij is het ook, niet waar? Als je wilt dat ik er voor zorg dat je – je beter voelt, moet je me iets beloven.'
    Verbaasd knipperend met mijn ogen haal ik mijn rechterhand door mijn haren – ik kon niet geloven dat iemand zo direct kon zijn, al helemaal niet tegen mij. Normaliter gesproken waagde het niemand om zich zo tegen mij te uiten – door mijn welbekende status in de stad ; maar Emileigh leek zich daar geen enkele zorgen over te maken en zei gewoon wat op dit moment op haar gedachten lag.
    'Haar enkel moest genezen worden – tegen welke prijs dan ook. Ik kon het niet gebruiken dat ze een aantal dagen geheel uit de running zou zijn," begin ik dan langzaam – om het gebruik van haar gave goed te praten. Ik had niet geweten dat ik mezelf ermee had kunnen vermoorden ; maar het was een lichtpuntje dat ik dan was gestorven om iemand te helpen, waardoor ik besloot er niet al te lang over in te zitten. Daarnaast was Lydia een persoon die dat waard geweest zou zijn – waardoor ik Emileigh's woorden in zijn geheel naar de achtergrond drong.
    'Daarnaast, was het zonder enige twijfel toeval dat ik jou "eruit pikte" – Zoals je dat zelf mooi zegt. Ik kom al jaren in die koffie tent, waardoor ik gefascineerd was door het feit dat er een nieuwe serveerster was, die ook nog eens een bijzondere gave had. En, om je vraag te beantwoorden ; ja, zij is "er ook een" – Als je onze soort zo zou willen beschrijven.'
          Inmiddels had ik mijn wenkbrauwen in een lichte frons samen geknepen – terwijl ik mijn blik onderzoekend op Emileigh's gezicht richt. Ik kon me er altijd uren over verbazen waarom meer – begaafden niet ontzettend trots waren op hun mogelijkheden, en zich er juist tegen leken te verzetten. Ik was van mening dat we samen sterker stonden en elkaar zo konden helpen ; maar daar was niet iedereen het over eens.
    "Ik maak geen beloften,' sluit ik mijn woorden dan uiteindelijk af – naar waarheid. Beloften waren dingen waar je uiteindelijk alleen maar door in de problemen zou komen, doordat personen dan iets hadden om je mee te manipuleren – en dat was iets wat ik niet met mezelf zou laten doen. Ik had eenmalig in mijn leven een belofte afgesloten en deze had ik nooit na kunnen komen ; waardoor ik had besloten dat nooit ot te nimmer meer te doen, al helemaal niet bij een persoon welke ik zojuist een dag eerder had ontmoet.
    'Je kan me wel helpen door mee te gaan naar de winkel en nieuwe kleren uit te kiezen – want volgens mij zie ik er niet uit,' glimlach ik dan even charmant – terwijl ik naar mijn eigen kleren kijk en probeerde te bedenken wat ik vanmorgen in hemelsnaam heb gedacht.

    [ bericht aangepast op 16 jan 2014 - 18:23 ]


    •

    Emileigh Klaire Cherboury – Outfit
    • Genezer.

    ''Haar enkel moest genezen worden – tegen welke prijs dan ook. Ik kon het niet gebruiken dat ze een aantal dagen geheel uit de running zou zijn.'' Ik schud mijn hoofd langzaam – al is er ongewild toch een miniem glimlachje rond mijn lippen verschenen. Ik heb waarschijnlijk gewoon een veel te groot zwak voor goede bedoelingen; zoals ik zelf graag uitvoer.
    ''Je had mij kunnen vragen om haar te genezen. Zo had jij geen held hoeven te spelen, door jezelf haast in een coma te werken.'' Verbeter ik hem – vrijwel zonder aarzelen – niet lang nadat hij is uitgesproken.
    ''Daarnaast, was het zonder enige twijfel toeval dat ik jou "eruit pikte" – zoals je dat zelf mooi zegt. Ik kom al jaren in die koffie tent, waardoor ik gefascineerd was door het feit dat er een nieuwe serveerster was, die ook nog eens een bijzondere gave had. En, om je vraag te beantwoorden ; ja, zij is "er ook een" – als je onze soort zo zou willen beschrijven.'' Ik tuit mijn lippen lichtelijk terwijl ik zijn woorden verwerk, en mijn ogen kortstondig over het oude stel – twee banken verder op – laat glijden. Ze hebben duidelijk plezier in het voeren van de gretige duiven om hen heen.
    ''Ik wil ‘ons’ helemaal niet omschrijven.'' Laat ik hem lichtelijk gepikeerd weten. Als ik eerlijk ben, sluit ik me het allerliefste af van al die hooggegrepen termen en dan met namen de 'anderen'. Op de één of andere manier heb ik me nooit aangetrokken gevoeld door mijn eigen categorie. Ik ga veel prettiger op in de alledaagse mensenmenigte.
    ''Ik maak geen beloften.'' De robuuste toon in zijn stem zorgt ervoor dat ik mijn ogen opnieuw op zijn gezicht fixeer. Nicandro is een type dat perfect tussen de jongemannen in Manhattan zou passen. Een zakelijke, welbespraakte man met idealen en een hoop ideeën. Ik zie hem absoluut niet tussen de jongens in Tennessee; die het gehele jaar door in afgeknipte spijkerbroeken en tanktops rondlopen. Onbewust voel ik mijn wangen iets gloeien. De laatste tijd gaan mijn gedachten een bizar vreemde kant op.
    ''Goed. Dan maken we een compromis. Ik zorg ervoor dat je niet langer een wandelend lijk presenteert – mits jij mijn gave nooit opnieuw gebruikt.'' Vraag ik hem redelijk direct. Ik weet dat mijn rechtstreekse reacties een impact kunnen geven – maar als ik het goed zie, kan Nicandro wel tegen een stootje. Hij lijkt alleszins niet onder de tafel te kruipen van mijn directe toon.
    ''Je kan me wel helpen door mee te gaan naar de winkel en nieuwe kleren uit te kiezen – want volgens mij zie ik er niet uit.'' Niet ontkennend, maar ook niet geheel bevestigend schenk ik hem een lichte knik. Het is in ieder geval een goed teken dat hij zelf lijkt te beseffen dat hij er niet geheel smetteloos uitziet.
    ''Je zult mijn kledingsmaak vast niets vinden. Ik ben veel te onhandig met de laatste mode.'' Ik glimlach waterig terwijl ik mijn vingers wat voorzichtig in elkaar vouw. Daarnaast heb ik er absoluut geen geld voor, maar dat detail laat ik liever achterwege.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Nicandro Jonathan Sadler
    • Copycat

          'Je had mij kunnen vragen om haar te genezen. Zo had jij geen held hoeven te spelen, door jezelf haast in een coma te werken.'
    Gedurende mijn eigen woorden zakten mijn wenkbrauwen steeds verder in een diepere frons – ik moest toegeven dat Emileigh een heleboel pit in zichzelf had, aangezien ze mij op deze manier beschuldigde van 'de held uithangen'. Wanneer ik eerlijk was ; had ze voor een minimaal punt wel gelijk – ik vond het niet erg om als 'held' of als 'redder' gezien te worden ; aangezien dat alleen maar positief was voor mijn status en ik daardood een zekere macht verwerfde bij de personen rondom me.
          'Ik wil 'ons' helemaal niet omschrijven. Op de één of andere manier heb ik me nooit aangetrokken gevoeld door mijn eigen categorie. Ik ga veel prettiger op in de alledaagse mensenmenigte.'
    Mede door het feit dat ze opnieuw haar eigen mening zonder enige aankondiging door mijn woordenstroom laat schieten en door de inhoud van deze mening – maak ik haar meer dan duidelijk dat ik geen enkele belofte maak. Gepikeerd haal ik opnieuw een hand door mijn haren ; terwijl ik mezelf in mijn gedachten opnieuw verbaas over het lef dat de rood harige dame naast me lijkt te bezitten.
    'Goed. Dan maken we een compromis. Ik zorg ervoor dat je niet langer een wandelend lijk presenteert – mits jij mijn gave nooit opnieuw gebruikt.'
    Voor het derde maal klem ik mijn kaken gepikeerd op elkaar – waar haalde ze in godsnaam het lef vandaan om het te blijven doen en geen rekening te houden met het feit dat ik aan het woord was? Wanneer ik iemand anders door een andere persoon heen hoorde praten schonk ik daar vrij weinig aandacht aan – ik deed het zelf ook verschillende keren op een dag. Maar, het was me nog onbekend dat andere personen het waagden om door míj heen te praten in plaats van rustig af te wachten totdat het hun beurt was.
    'Je zult mijn kledingsmaak vast niets vinden. Ik ben veel te onhandig met de laatste mode.'
          Mijn ogen zijn tot kleine spleetjes samen geknepen wanneer ik mijn blik onderzoekend op Emileigh's gezicht richt. Voor een minimaal moment bedacht ik me dat ik een gigantische fout had gemaakt – maar dan speelt het onbewuste gevoel op dat mijn interesse aan haar ontzettend deed opwakkeren. Haar manier van doen sprak me aan ; dat kon ik niet ontkennen.
    'Zoals ik al zei – maak ik geen beloften. Daarnaast, ga ik zeker geen compromis sluiten over het feit dat ik mijn eigen gave zal moeten inperken door de gave van een ander persoon niet te mogen gebruiken. Je denkt dat ik je gave gebruik om de 'held' uit te hangen – en alleen dat al geeft aan hoe weinig je van me weet, Emileigh.'
          Met een soepele beweging zet ik mezelf af van het bankje – waarbij ik mijn koffie op til en hem met een wijde boog in de prullenbak laat belanden. Direct voel ik de gevolgen van mijn beweging in de vorm van een slap gevoel – maar ik weiger me zo op te stellen in de buurt van Emileigh, waardoor ik met een licht grijnzende glimlach omlaag kijk.
    'Daarnaast, gebruik ik liever professionele hulp wat mijn kleding betreft.'
    Met mijn hoofd ietwat gekanteld kijk ik omlaag naar het rood harige meisje op de bank – waardoor er onbewust een lichte, maar zachte glimlach rondom mijn mondhoeken komt te liggen. Ik mocht haar en dat was iets wat ik zou moeten koesteren, aangezien niet ontzettend veel personen dat voorrecht verdienden.
    'Het is zo'n tien minuten lopen, vanaf hier. Mocht je vragen hebben kun je ze in die tien minuten stellen – Daarna zal ik hoogstwaarschijnlijk onbereikbaar zijn totdat ik er weer fatsoenlijk uit zie,' zeg ik dan voorzichtig – terwijl mijn glimlach iets breder wordt. Mijn gedachten gaan voor een kort moment uit naar Jean Pierre ; mijn hoogstpersoonlijke stylist bij de Abercrombie & Fitch, zo'n tien minuten hier vandaan.

    [ bericht aangepast op 16 jan 2014 - 19:16 ]


    •

    (Ethan?)


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Emileigh Klaire Cherboury – Outfit
    • Genezer.

    ''Zoals ik al zei – maak ik geen beloften. Daarnaast, ga ik zeker geen compromis sluiten over het feit dat ik mijn eigen gave zal moeten inperken door de gave van een ander persoon niet te mogen gebruiken. Je denkt dat ik je gave gebruik om de 'held' uit te hangen – en alleen dat al geeft aan hoe weinig je van me weet, Emileigh.'' Het hooghartige toontje dat hij gebruikt, zorgt er onbewust voor dat mijn wenkbrauwen de hoogte in schieten. Met getuitte lippen sta ik vervolgens op. Ik ben er wel aan gewend geraakt dat mensen altijd op me neerkijken, maar Nicandro heeft iemand nodig die hem met gerechte rug in de ogen kijkt – klein van stuk, of niet.
    ''Daarnaast, gebruik ik liever professionele hulp wat mijn kleding betreft.'' Hoewel de toon voorzichtig klinkt, zijn de woorden koud. Kwetsend, eigenlijk. Ergens, ver van binnen, mag ik me ook gekwetst voelen. Maar dat doe ik niet. Daar is geen plaats voor, en dat is enkel iets dat de pret zal drukken.
    ''Het is zo'n tien minuten lopen, vanaf hier. Mocht je vragen hebben kun je ze in die tien minuten stellen – Daarna zal ik hoogstwaarschijnlijk onbereikbaar zijn totdat ik er weer fatsoenlijk uit zie.'' De woorden zijn hard, scherp, zakelijk en glad. Een mix van de emoties die over zijn gelaat trekken op het moment dat ik mijn armen stuurs over elkaar sla.
    Het is dit geringe moment dat ik me besef dat Nicandro en ik niets minder dan tegenpolen van elkaar zijn. En toch lijken we beiden de overhand te willen nemen, de hoogste stem. Ik ben altijd vatbaar geweest voor uitdaging – uitlokking.
    ''Je genas dat meisje pas toen ik in de koffie tent zat, niet waar?'' Ik besluit het stijve gesprek over een andere boeg te gooien en draai me absoluut niet uit het veld geslagen in Nicandro's richting. Met een geduldige glimlach rond mijn lippen haak ik mijn arm door de zijne waarna ik richting het centrum van de stad begin te benen. Het moet er vast aandoenlijk uitzien voor de tegemoetkomende massa – want velen draaien hun hoofd zoetjes als we hen passeren. Dat schattige, roodharige meisje met de perfecte man. Ik probeer een glimlach achter mijn hand te verbergen als ik de weerspiegeling in een winkelruit kan onderscheiden.
    ''Dat betekend dat je een gave enkel kunt gebruiken als de desbetreffende bezitter in de buurt is. Dat is heel.. interessant.'' Laat ik hem dan ook op bedenkelijke toon weten.
    ''En om je te bedanken voor de hulp die je wilde bieden, zal ik iets terug doen.'' Besluit ik standvastig, als we langs een rustiger stuk komen. Het is er onopvallend genoeg om even te stoppen, en kort mijn vingertoppen tegen zijn hals te drukken. De plek waar de belangrijkste energie pompt; de slagader.
    Met concentratie sla ik mijn ogen kort neer – waabij ik de overtollige energie die in van de Rus heb gestolen. Zwijgend laat ik toe dat die energie zich een weg door Nicandro vecht. Zijn lichaam eigent het bijna toe; zo vermoeid moet het zijn geweest.
    Ik lik kort langs mijn lippen als ik genoeg heb afgestaan en mijn handen opnieuw in mijn zakken kan laten glijden. Ik verwacht niet dat hij dankbaar is, maar wellicht gedraagt hij zich minder zakelijk.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Nicandro Jonathan Sadler
    • Copycat

          'Je genas dat meisje pas toen ik in de koffie tent zat, niet waar?'
    Alhoewel ik langzaam en voorzichtig mijn mond open om Emileigh haar welverdiende antwoord te geven – sluit ik hem abrupt wanneer ze haar zachte arm rondom de mijne haakt en we vervolgens samen richting het centrum lopen. Mijn antwoord blijft hangen in mijn gedachten, terwijl ik moeite doe om een glimlach binnen te houden en me ondertussen niets aan te trekken van de starende blikken. Hoe langer ik bij haar was – hoe meer ik haar begon te mogen. Het feit dat ze zojuist dit gebaar had gemaakt beschreef hoogstwaarschijnlijk het feit dat ze met me de wedstrijd was aangegaan over het feit wie er zou winnen met 'boven de ander uitkomen'.
    'Dat betekent dat je een gave enkel kunt gebruiken als de desbetreffende bezitter in de buurt is. Dat is heel ... Interessant. En om je te bedanken voor je hulp die je wilde bieden, zal ik iets terug doen.'
          Mijn mond had zich opnieuw geopend om haar ditmaal wel van een antwoord te voorzien – aangezien ik haar dat op dit moment wel was verschuldigd. Ik had voorheen bij de parkbankjes ietwat bot gereageerd, waar zij eigenlijk vrijwel niets aan kon doen – het had enkel en alleen te maken met mijn gemoedsrust en het feit dat ik me nog steeds leeggezogen voelde, ook al wilde ik dat niet hardop toegeven.
    Het plotselinge gevoel van enkele zachte, ietwat warme vingertoppen tegen mijn hals laten mijn woorden echter voor het tweede maal steken in mijn keel – terwijl ik dondersgoed weet dat Emileigh van plan is. Protesteren lukt me echter niet – omdat ik langzaam een bepaalde energie dichterbij voel komen en mijn lichaam geen weerstand kan bieden wanneer het door mijn aders stroomt. Genietend laat ik mijn ogen dicht zakken en voel langzaam hoe mijn lichaam weer tot leven lijkt te komen – mijn spieren voelen opnieuw sterk aan en zelfs de donkere deken welke over mijn gedachten lag wordt geheel opgetrokken.
          Wanneer ik mijn ogen open, knipper ik ietwat verbaasd tegen het licht dat plotseling vele malen feller lijkt te zijn dan voorheen – iets wat me geen enkel moment was opgevallen gedurende deze ochtend. Mijn blik wordt direct gevangen door de rode, glanzende haren van Emileigh en frons vervolgens kort wanneer ik de ietwat twijfelachtige blik in haar ogen zie. Diep van binnen weet ik waar haar twijfelachtige blik vandaan komt – ze verwacht hoogstwaarschijnlijk niet dat ik er ontzettend blij mee ga zijn wat ze zojuist heeft gedaan.
    'Bedankt, Emileigh.'
    Mijn woorden komen langzaam over mijn lippen naar buiten – bedachtzaam, terwijl mijn blik plotseling met een intense ondertoon onderzoekend over haar gezicht glijdt. Ik ben ontzettend nieuwsgierig naar haar reactie op mijn dankbare woorden – aangezien het overduidelijk is dat ze die van te voren geen enkele seconden had verwacht. Echter, voordat ze goed en wel de tijd heeft gekregen om mijn woorden tot zichzelf door heeft laten dringen – trek ik haar ietwat verder mee in een klein steegje, zodat we uit de mensenmassa verdwijnen.
    'En, ja – Ik moet inderdaad in de buurt zijn van een persoon om zijn of haar gave over te nemen. Enkel en alleen bij personen waar ik een bijzondere band mee heb, kan ik de gave van verdere afstanden kopiëren en dusdanig gebruiken. Zoals ...'
          Glimlachend richt ik mijn blik naar het uiteinde van de steeg – waar aan de overkant van de straat een kleine bloemenwinkel te zien is. De hoogblonde – haast wit gekleurde – haren van Flower zijn gemakkelijk zichtbaar, waardoor ik voor een moment door mijn knieeën zak en een stukje onkruid tussen de straattegels pluk.
    Wanneer ik overeind kom te staan en het stukje onkruid op de palm van mijn hand omhoog houdt – krullen mijn mondhoeken zich op in een dromerige glimlach, terwijl het stukje onkruid langzaam maar zeker tot leven lijkt te komen en uiteindelijk als een prachtige rode roos op mijn hand prijkt. De gave van Flower was me al verschillende keren tegemoet gekomen wanneer ik langs haar zaak liep en uiteindelijk waren we ontzettend goede vrienden geworden – zondanig dat ik het voor elkaar kreeg om haar gave binnen een straal van honderd meter zelf te gebruiken.
    Ietwat afwachtend kijk ik naar Emileigh – terwijl ik stilletjes hoopte dat ze nu zou inzien dat ik mijn kopieer gave niet enkel en alleen voor 'helden' daden zou gebruiken.

    [ bericht aangepast op 18 jan 2014 - 22:58 ]


    •

    (And again I have to wait for long --'


    Slow down please?)


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    H00K schreef:
    (And again I have to wait for long --'


    Slow down please?)


    | 't Zijn maar zes posts, easy (': |


    •

    Ethan Russel Spielman || Telepathie Outfit

    De jongen schudde zijn hoofd als teken dat hij het niet erg vond en duwde met zijn voet de stoel naar achteren zodat ik plaats kon nemen, wat ik dan ook deed."Aval,"stelde hij zichzelf dan vriendelijk voor en ik knikte even. "Hoe lang woon jij hier al?" vroeg hij me plots, nou ja wonen zou ik het niet meteen noemen. "Ik ben hier al 3 dagen, jij?" vroeg ik hem met een zwak glimlachje. Ik vroeg me af wat hij zou kunnen, ik wilde hem niet meteen overvallen met mijn vraag en gelukkig voor mij kwam er een serveerster naar ons toe en vroeg wat ik wilde bestellen. Aval had al zijn ontbijtje, maar ik nog niet. "Voor mij een croissant en een koffie graag." zei ik vriendelijk. Nadat ze dat opgeschreven had was ze weg en keek ik weer even naar Aval. Hij leek me ietsje jonger dan mij. "Waarvoor ben jij hier? In dit hotel bedoel ik." vroeg ik hem dan nieuwsgierig en ondertussen kwam de dame terug met mijn ontbijt en ik bedankte haar vriendelijk om vervolgens een slokje van de warme koffie te nemen. Ik probeerde me te concentreren op de jongen en hoopte zo zijn krachten te achterhalen. 'Welke gave heb je?' vroeg ik hem via gedachten en keek hem nieuwsgierig aan.

    [ bericht aangepast op 16 jan 2014 - 20:30 ]


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Aval Niméro White Super sterk

    Ik slik het stukje brood door en kijk nog altijd vragend naar de jongen, die onderhand is gaan zitten op de stoel die ik naar voor duwde met mijn voet.
    "Ik ben hier al drie dagen, jij?" Antwoorden op de vraag kon ik niet, want er kwam een serveerster aan Ethan vragen wat hij wil.
    "Voor mij een croissant en een koffie graag." Zegt hij vriendelijk, en de serveerster schrijft het op. Ik schud mijn hoofd als zij aan mij vraagt of ik nog wat wil. Ze gaan er vandoor en ik neem een slokje van mijn melk. Ik ben niet zo een koffiedrinker, ik vind het om eerlijk te zijn niet zo lekker.
    "Waarvoor ben jij hier? In dit hotel bedoel ik," vraagt Ethan, de nieuwsgierigheid is hoorbaar. De serveerster kwam terug waardoor ik weer niet kon antwoorden. Ik moet toegeven, ik weet het niet. Terwijl de serveerster de dingen op tafel zet neem ik het laatste slokje van mijn melk.
    'Welke gave heb je?' Ik schrik zodanig dat de melk uit mijn mond vliegt en ik overeind spring.
    "Wat was dat, wie was dat. Maar kwam dat vandaan?!" Roep ik, best wel in een soort shock. Ik kijk rond en dan naar Ethan.
    "Hoorde jij dat ook? Zeg dat je het hoorde, of ik word gek hoor!" Roep ik haast smekend en kijk hem aan. Mijn hart gaat als een bezetene te keer als ik merk dat ik van schrik mijn glas heb stuk geknepen en dat de scherven in mijn hand zitten.
    "Auw, auw, auw, auw," jammer ik terwijl de glasscherven uit mijn hand peuter. Ik zak neer op de stoel terwijl ik het glas verder verwijder. Mijn hele hand, met name de binnenkant, ligt open en zit onder het bloed. Ik klem mijn kaken op elkaar en probeer rustig te ademen.
    Met geschrokken gezicht kijk ik naar Ethan.

    [ bericht aangepast op 16 jan 2014 - 21:02 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    (sorry ik had het de afgelopen dagen best wel druk en ik kan ook niet garanderen dat ik dit weekend kan reageren, want zondag is het mijn b-day :3 )

    Ethan Russel Spielman || Telepathie Outfit

    Op mijn gemak at ik van mijn ontbijtje terwijl ik luisterde naar Aval. Aangezien hij telkens gestoord werd wist ik zijn antwoorden nog steeds niet. Blijkbaar was mijn trucje dan ook niet echt goed overgekomen bij Aval, want ik zag hoe hij schrok. Zijn glas met melk viel in tientallen scherven in stukken en ik zag hoe de witte kleur van de melk zich vermengde met het rode kleur van zijn bloed." Wat was dat, wie was dat. Maar kwam dat vandaan?!" riep hij in schok en meteen stond ik op om naar hem toe te snellen. "Hoorde jij dat ook? Zeg dat je het hoorde, of ik word gek hoor!" riep hij bijna smekend tegen me en ik probeerde hem te kalmeren. "He rustig , het was vast niets. "zei ik kalmeren. Hij jamerde en probeerde de grote glasstukken uit zijn hand te halen. "Kom laten we naar de toiletten gaan, kunnen we dat bloed wegspoelen." zeg ik ook een beetje geschrokken, niet wetend wat te doen. Als klein kind had ik het dan ook tien keren erger meegemaakt en het as mijn eigen schuld en dat heeft ook zeker iets achtergelaten en nu, heb ik Aval een soort van verwond, dus het was ook deze keer mijn schuld. Ik neem hem mee naar de herenkamer en laat een kraan met koud water stromen om dan vervolgens zijn hand onder het water te steken. "Het spijt me." mompel ik verontschuldigend. "Het is mijn schuld. Ik moest je niet zo laten schrikken." mompelde ik er zacht achterna.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Emileigh Klaire Cherboury
    • Genezer

    ''Bedankt, Emileigh.''
    De woorden laten een opgelaten glimlachje op mijn lippen na. De zachtblauwe kringen onder zijn ogen zijn verdwenen als ik opnieuw een blik op zijn gezicht waag. Ik weet wat energie met mensen kan verrichten. Normale mensen kunnen bijvoorbeeld verslaafd raken aan de adrenaline–stoot die het overbrengen nalaat. Energie junkies, heb ik ze bestempeld. Tot ik een jaar of veertien was, leefde ik nog bij mijn moeder. Zij was huisarts. Het is niet gek, dat ik een medische gave erfde. De ontwikkeling is iets dat wellicht als apart gevonden mag worden. Mijn moeder was geen genezer; haar gave beperkte zich tot een kleinere vorm.
    Zij kon ziekten voelen en sturen. Zo raadde zij met groots gemak of ik daadwerkelijk ziek was – of gewoon niet naar school wilde. Als klein meisje vond ik haar een superheld. Het was voor mij zo magisch dat ze zoveel mensen kon adviseren, enkel op basis van een spreekuur. Pas later, nadat mijn gave zich ontpopte, vertelde ze mij de waarheid. Ze was vroeger altijd zo levendig geweest; perfect. Na de plotselinge dood van mijn vader, werd het goud in haar ogen mat. Het leefde niet meer – zoals het had gedaan als ze mensen in haar speekkamer ontving om hen te helpen. Haar praktijk sloot. Ik was negen. Ze lachte wel, maar haar gelaat was altijd treurig. Ze was niet langer trots op haar gave, noch verheugd op de mijne. Iedere ochtend – vlak voor ze me op de bus naar school zette – zei ze me hetzelfde.
    'Emmekind?' zoals alleen mijn vader me vroeger noemde. 'Wat je niet ziet, hoeft er niet te zijn.'
    Alleen ik wist wat ze ermee bedoelde. Ik had me voorheen altijd gelukkig geprezen; ik was trots, om een echte dochter van mijn moeder te zijn. Of mijn vader gaven bezat, wist ik niet. Dat weet ik nog steeds niet. Mijn moeder sprak nooit over hem. Ze prees zich gelukkig, dat haar enige zoon geen sporen van het magische gen bezat. Ik was zo bang om haar teleurgestelde hart te breken – dat ik mijn gave verachtte te gebruiken. Een pure gave, waarvan ik altijd zeker had geweten dat ik geweldige dingen zou kunnen verrichten, maar waarvan ik wist dat ik hem nooit tot uiting zou willen brengen. Voor mijn moeder.
    Het was alsof iemand me wakker schudde uit een wazige dagdroom – als ik me herinner dat ik hier sta; nog steeds naast Nicandro in de winkelstraat.
    ''Alsjeblieft. noem me Em.'' Mijn mondhoeken krullen iets omhoog. De gevoelens aan vroeger beïnvloeden mijn humeur meer dan ik wil toestaan. Het gezicht van mijn moeder trekt een leeg en hol gevoel door mijn borstkas.
    Ik probeer me op iets anders te richten, als ik geboeid Nicandro's blik naar een vrolijke bloementent verderop vindt.
    ''En, ja – Ik moet inderdaad in de buurt zijn van een persoon om zijn of haar gave over te nemen. Enkel en alleen bij personen waar ik een bijzondere band mee heb, kan ik de gave van verdere afstanden kopiëren en dusdanig gebruiken. Zoals ...''
    De informatie prikkelt me op een haast hypnotiserende manier. Ik ben van nature nieuwsgierig, daar zijn geen doeken omheen te binden. Het is een deel van mijn instincten – maar ik ben er bijna heilig van overtuigd dat het ook een deel van mijn gave is; alsof ik nieuwsgierig hoor te zijn.
    Gebiologeerd neem ik het stukje onkruid in me op dat hij tussen de versleten straatstenen uit trekt. Hoewel het geen mooie planten zijn, vindt ik ook niet direct dat het ongewenst hoort te zijn. Het is enkel wat stugger en minder makkelijk te verdelgen.
    Als een magische truc ontwaar ik hoe hij het groene stekje veranderd in bloeiende roos met bladen zo rood als bloed. Het is zonder overdrijven adem benemend.
    Voorzichtig en haast teder krullen mijn vingers zich rond de stengel – waarbij ik er zorgvuldig voor zorg dat de broze blaadjes ongeschonden blijven.
    ''Iedere gave – klein en groot – heeft zijn beperkingen. Een limiet, een grens of een keerzijde. Ik ben er van overtuigd dat met iedere schenking, een teruggave wordt verwacht.'' De woorden zijn zacht en lijken mee te deinen in de geduldige wind zodra ik ze heb uitgesproken.
    ''Mijn gave is mooi. In de medische wereld zou ik de sleutel tot genezing van iedere ziekte kunnen zijn – bij wijze van spreken. Maar aan die onweerstaanbaar mooie kant hangt een zwart anker.'' Ik sla mijn ogen neer richting de roos; klein en teer maar vol gezond leven. Ik kan het voelen – zoals bij alles dat ook maar enigszins levensverschijnselen vertoond.
    ''Voor alles dat ik geef, moet ik iets terugnemen. Als in een.. ruil.'' Mijn wenkbrauwen krullen lichtelijk samen als ik me bedenk dat ik deze kostbare energie deel met een complete vreemde – Nicandro is immers een lener van andermans gaven. Hoe weet ik dat hij de mijne niet zal misbruiken als ik hem de prijzenkaart onder zijn neus schuif? Simpel; ik kan vluchten als hij de verkeerde intenties blijkt te hebben – maar als hij de man is die ik denk dat hij is, zal hij stof tot nadenken hebben als ik hem mijn ervaringen en kennis deel. Iets dat ik tot noch toe voor mezelf heb gehouden.
    ''Als ik een meisje genees van haar blaren, heb ik iemand nodig om energie van te nemen om mezelf te kunnen voorzien van wat ik heb weggegeven. Maar dat is niet alles. Als ik mijn gave vaker gebruik; bijvoorbeeld voor een brandwond, een uur daarna een ontsteking en misschien wat dagen daarna een botbreuk – verander ik verschillende bronnen van energie. Ik gebruik het om te genezen, maar ik kan ook niet eindeloos teren op de energie van anderen. In vergelijking met wat ik genees, kan ik maar heel weinig energie terug winnen om mezelf te herstellen. Ik durf te wedden dat jij dat aardig hebt kunnen voelen. Voor zo'n kleine daad; het helen van een verzwikte enkel – het voelde alsof je leeggezogen was.'' Het kost me moeite om de zinnen te vormen. Zelfs mijn hart is iets sneller gaan slaan, nu ik hem daadwerkelijk van plan ben te vertellen over de kern van mijn gave.
    ''Voor iedere keer die ik mijn gave gebruik, is er een deel van mijzelf dat die pijn overneemt en houdt.'' Ik kauw afwachtend op mijn onderlip terwijl ik me probeer te focussen op zijn reactie. Dat is dan ook meteen de reden dat ik hem niet wil gebruiken – en probeer te vechten tegen dat bestaan. Pijn is namelijk pas ondraaglijk als je er niets tegen kunt doen.


    Feel the fire, but do not succumb to it.