• Labyrinth
    Zij die voet zetten in het labyrint en het kasteel kunnen vinden dat zich daar bevindt,
    Zullen oog in oog komen te staan met een duistere koning en zullen eeuwig mogen wachten op die ene beloning.
    Duizenden mensen gingen hen voor, ze kwamen niet terug en er ontbrak elk spoor.
    Kunnen ze het halen tot in het kasteel, hebben ze een probleem want ze zijn met te veel.
    Het duistere geheim dat daar op hen wacht, monster zo eng, de wezens van de nacht.
    De RPG speelt zich af in het heden en gaat over een groepje volwassenen, die via het internet op een wedstrijd zijn gestuit die een rijkelijke beloning geeft aan de winnaar. Het artikel geeft niet veel informatie prijs, alleen dat alle deelnemers om precies middernacht aan het labyrint van Crossroad Hill moeten staan, het meest beruchte labyrint ter wereld. Er zijn maar weinig mensen die zich er in wagen door de vele verhalen die de ronde doen maar doordat er een rijkelijke beloning wordt uitgereikt aan de persoon die tot in het hart van het labyrint weet te raken, zijn er mensen die het risico willen nemen.
    In het hart van het labyrint, staat een kasteel dat al eeuwen leeg staat, of zo lijkt het toch. Wat niemand weet, is dat het kasteel wordt bewoond door een hele vampierenclan die wordt bestuurd door een gekke vampierenkoning die dol is op het opjagen en het martelen van gewone stervelingen. Het hele labyrint zit vol vallen en obstakels waardoor het niet gemakkelijk is om tot in het hart van het labyrint te raken. De mensen die toch tot in het kasteel raken, staan voor een moeilijke keuze. Ze krijgen de kans om vrede te nemen met hun dood of als slaaf te werken voor de clan. De laatste keuze is dat ze het eeuwige leven aannemen en leven volgens de regels van het spel. Wat ze ook kiezen, ze zullen geen vrijheid meer kennen.


    Regels:
    • Er is een minimum van 300 woorden, meer is uiteraard ook toegestaan.
    • Reserveringen blijven 2 dagen staan.
    • OOC is altijd tussen haakjes of mag altijd in het praattopic geplaatst worden.
    • Het speeltopic, dient alleen voor posts van je personage, andere zaken horen thuis in het praattopic.
    • Schelden en 16+ is toegestaan maar probeer het wat netjes te houden.
    • Bespeel alleen je eigen personage en heb respect voor anderen.
    • Personages mogen vermoord worden, in overleg met de eigenaars.
    • Naamsveranderingen en afwezigheden altijd doorgeven.
    • Let op spelling en interpunctie, niets is zo erg als een post bomvol schrijffouten.
    • Denk er aan, niemand is perfect, Mary-sue's moet ik niet hebben.
    • Denk goed na voor je meedoet, ik wil geen mensen die na een dag al stoppen.
    • Alleen Cassia maakt de topics aan, tenzij ik anders vermeld.
    • De obstakels die de menselijke personages tegenkomen, worden door mij bepaald, je ontvangt deze via PB. Zo blijft het spannend.


    Rollen:
    Vampiers:
    Vampierkoning: Ramsey Kaufmann - 1ste rang - Kobain • (1,8)

    Mannen:
    - Sylvester Morningstar - 2de rangs - LyraPhoenix • (1,3)
    - Conan Reed - 2de rangs Cresseyde • (1,7)
    - Killian Fawkes - 3de rangs - Cashby
    • (1,11)


    Vrouwen:
    - Elizabeth Diona Farnese - 1ste rangs - Cassia • (1,1)
    - Rhozelle Eloise Bianchi - 3de rangs - Stiff • (1,14)
    - Nathifa Tanujaya - 2de rangs - LadyJilly • (1,4)
    - Victoria Shaw - 2de rangs - blackmath • (1,17)



    Mensen:
    Mannen:
    - Ace Morgan Axell DuRoche - Fairytalest • (1,7)
    - Micah Fynn Parker - Genest • (1,14)
    -



    Vrouwen:Tijdelijk vol
    - Autumn Avery McCaillin - Eavan • (1,10)
    - Eleanor Viviënne Lefèvre - Malcolm • (1,10)
    - Guinevere Nevada Glade - Medousa • (1,5)



    Bijkomende informatie:
    • Vampiers zijn van nature erg sterk en snel, hoe ouder ze zijn, hoe sterker en sneller.
    • De onsterfelijken hebben een normale oogkleur, deze kleur wordt echter wel intenser/feller naarmate ze honger hebben.
    • Niemand heeft een ring om in het zonlicht te kunnen lopen, misschien alleen op de koning na.
    • Een vampier verbrandt gewoon als hij/zij in contact komt met zonlicht.
    • Je kan ze alleen doden met een houten staak, gemaakt van een es, die je dwars door het hart steekt.
    • Wanneer een sterveling transformeert, moet hij of zij eerst vampierenbloed in het lichaam hebben zitten en dan vervolgens sterven.
    • Als vampier heb je altijd een sterke band met je maker.
    • In het kasteel hebben ze hedendaagse technologie, alles is dus vrij modern.
    • In het doolhof hangen er camera's, alles en iedereen wordt in het oog gehouden door de vampiers in de controlekamer.
    • In de kerkers van het kasteel, zitten er nog mensen uit vorige wedstrijden. Zij worden gebruikt als voedsel voor de vampiers.
    • Elke vampier heeft een eigen kamer, inclusief badkamer. Ingericht naar eigen smaak.
    • De mensen komen aan in de troonzaal van het kasteel. Een van de grotere en chiquere ruimtes van het hele kasteel.
    • De mensen die sterveling willen blijven, krijgen vertrekken in de kerkers van 2 à 3 personen.
    • Overdag kunnen de mensen niet door het kasteel dwalen, ze worden opgesloten in de kerkers maar hebben er wel een "ontspanningsruimte".



    Meedoen kan ten allen tijde: Rollentopic
    Praattopic

    [ bericht aangepast op 25 maart 2014 - 21:47 ]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Ace Morgan Axelle DuRoche

    Ik schrok op uit mijn gedachten bij het horen van de simpele vraag hoe laat het was. Het was lang geleden dat er zo'n onschuldige vraag werd gesteld, daarom kostte het me ook moeite om niet toch te praten. Ik schaamde me voor mijn zwakheid van toentertijd, en wilde mijn mond hoe dan ook gesloten houden. Ik keek naar boven naar de stand van de maan, bijna 12 uur, het zou hoog tijd worden. Ik wilde het niet nog ongemakkelijker maken. Toen het meisje dichterbij kwam sloeg ik mijn ogen neer, hopend dat ze niet verder zou vragen, wat ze gelukkig ook niet deed. De ingang van het labyrinten had haar aandacht getrokken. Ik keek voorzichtig omhoog en nam haar in me op. Ze had lange bruine lokken en een slank postuur, alsof ze de verkeerde afslag naar een fotoshoot had genomen. Ik vroeg me af wat haar reden was om hieraan mee te doen, of hoe zij überhaupt op de site hiernaartoe terecht was gekomen, ze leek me geen gelovige waardoor ik niet geloofde dat ook zij een boodschap van God had gekregen. Ik wierp mijn blik nogmaals naar boven om te zien of de maan op wonderbaarlijke wijzen al verschoven was en de poort open zou gaan. Ik wilde met mijn vingers langs de heg strijken om te voelen of de veel te groene planten wel echt waren, ik wilde me laten vangen door de puzzel zoals vroeger, gelukkig hing hier geen prijskaartje met mijn hoofd aan vast als ik het niet oploste. Ik haalde van mijn witte bloes een zilveren ketting die de monniken uit het klooster mij hadden geschonken toen ik vertrok. Het was een prachtig gedecoreerd kruisje. Ik kneep er voorzichtig in, dat Hij over mij mocht waken als ik door het doolhof loop.


    Everyone wants a magical solution to their problem, and everyone refuses to believe in magic. - Jefferson (ouat)

    Rhozelle Eloise Bianch
    Vampier, 3e Rang | Controle over menselijke spieren
    •••


    ‘Ik zou niet weten hoe misselijkmakend romantisch het is – heb zelf nooit de moeite genomen om het te lezen.’ Alhoewel ik diep van binnen geen enkel ander antwoord had verwacht van een persoon als Killian – kon ik de steek in mijn borst met geen enkele mogelijkheid negeren. Ik had een zekere vorm van minachting ontwikkeld voor personen welke zich slecht in zichzelf interesseerden en hierdoor op geen enkele wijze zochten naar elementen in de wereld waar ze van konden leren. Behoeften om met hem te argumenteren over de meerwaarde van een boek als Romeo & Juliet had ik echter niet – waardoor ik hem op een heldere manier vertel waarom ik me hier bevind en niet in de controlekamer. Evenals ik geen enkele behoefte had om met hem te argumenteren over een boek, liet ik hem door middel van de ondertoon van stem weten dat hij binnen de gestelde grenzen zou moeten blijven – het gehele “ spel ” en het kijken vanuit de controlekamer was altijd een zeer kritiek punt bij mij geweest, iets wat geen enkele Vampier uit het kasteel had kunnen missen. Aveline was de enige persoon geweest die me hierin had gesteund – zelfs enkele malen zelf niet heeft gekeken naar het “ spel ” om mij gezelschap te houden, iets wat Killian vreemd genoeg op dit punt eveneens deed.
          ‘Eigenlijk verwoesten ze hun leven zelf, grotendeels. Ik wil zelfs wedden dat het labyrint alleen proberen door te komen omdat er een prijs aan vast hangt – ook al is het bekend dat er nooit iemand uit terug is gekomen, denk je ook niet? Daarbij, zorgen ze voor amusement – al is het wel wat minder als er iemand sterft in het labyrint, dan moeten we gaan opruimen.’ Door middel van zijn woorden – welke geen grote minachting voor een menselijk leven konden bevatten – voel ik een lichte huivering langs mijn ruggengraat naar beneden lopen. ‘Oké, nu even serieus. Wil je hier heel de nacht blijven zitten of gaan we kijken wat hier binnen juist aan het gebeuren is?’
    Inmiddels hebben mijn ogen zich ietwat verkleind – waardoor ik hem op een peilende, onderzoekende manier aan kan kijken. ‘Ik denk toevallig dat enkele personen om een andere reden door het labyrint gaan – aangezien ik zelf zo’n persoon was.’ Geen enkel woord is gelogen – ik ben toentertijd enkel en alleen door het labyrint getrokken om slechts weg te komen van mijn ex–vriend, van zijn vuisten en zijn bestraffingen. ‘Daarnaast heb ik je zojuist verteld dat ik het niets vind om daarbinnen te gaan kijken hoe personen hun dood tegemoet gaan, maar ik houd je niet tegen. Alhoewel dat geeneens benodigd is – je kan de controlekamer vanuit iedere kamer in het kasteel volgen. Wil je daadwerkelijk zo goed overkomen op Ramsey door je gezicht te laten zien?’ Mijn stem is sarcastisch – mijn ogen vlammend. Ik wist van vrijwel iedere Vampier uit het kasteel van zijn of haar gave af – iets wat ik geleerd heb van Aveline. Killian was echter een Vampier welke me voor een gedeelte interesseerde, omdat ik voelde dat hij geen enkele moeite deed voor zijn gave – ik kon niet aan de kracht van zijn spieren voelen of hij op dit moment zijn gave aan had gezet of niet.

    [ bericht aangepast op 10 april 2014 - 6:27 ]


    Micah Fynn Parker
    Crossroad Hill • Labyrinth
    Middernacht
    † † †


          Er klonk getoeter, waardoor hij zich kort omdraaide om met een enkele handeling gedag te zwaaien naar de blonde jongedame die zich in de auto bevond. Het was niet alsof ze het fijn had gevonden om hem hier, in het midden van de nacht, uit te laten stappen – laat staan dat ze hem naar het labyrint toe had moeten brengen. Maar hij hield voet bij stuk, zodoende dat de jongeman hier uiteindelijk toch stond, en het feit dat hij Lucy moest kalmeren het moment dat hij thuis zou komen, nam hij maar op de koop toe. Dit was belangrijk; zijn familie had hem nodig, al gaf hij dat na al die jaren niet toe.
          Geleidelijk aan liet hij zijn nonchalante kijkers over de personen vallen die al op de grond voor het labyrint stonden, verschillende vrouwen en mannen. Het was natuurlijk overduidelijk dat zijn keuze bij de vrouwen vielen, juist nu de blondine weg was had hij de kans ze eens in gedachten op te slaan door zijn ogen van top tot teen over hen heen te laten dwalen. Op het laatst had de man een brunette in de gaten, degene die hij speciaal voor het laatst bewaard had, gezien ze daarnet precies hetzelfde bij hem deed. Het was nu immers beleefd om hetzelfde terug te geven, dus zodoende liet Micah – met welteverstaan een halve grijns op zijn lippen – zijn blik over haar heengaan. De jongedame had zich alweer teruggedraaid richting het gevaarte voor ons, waar we straks allemaal doorheen mochten jannessen om de “uitgang” te vinden, zodat de prijs binnen handbereik was. Hoewel ze een charmante snoet had, zat Micah er niet bepaald op de wachten om het aan wie dan ook af te staan, dat liet hij niet gebeuren.
          Micah kon zich enigszins vaag herinneren hoe laat het op het klokje in de auto was geweest, één minuut over twaalf. Middernacht – wat betekende dat ze hetgeen mochten betreden. Dit scheen de dame eveneens in de gaten te hebben, want ze begaf zich al naar de ingang – het was dit ofwel ze was het wachten beu geweest en had niet iets wat “geduld” heette. Door dit gegeven moest hij zacht gniffelen, waarbij hij al naast haar liep en zo vaag “hier gaan we dan” hoorde mompelen. Ietwat tactvol gleed zijn hand over haar arm heen, alvorens hij voor haar ging staan, precies toen ze op het punt waren het labyrint te betreden. De man moest ietwat omlaag kijken, maar dit deerde hem niet; hij stak van wal.
          ‘Ah, we hadden daarnet een momentje en mevrouw loopt simpelweg door?’, Hij grijnsde. ‘How cruel.’ Zijn kijkers liet hij in die van haar doorboren, ervoor zorgend dat de blik een bepaalde uitdagende expressie had – op een goedgekeurde manier. Voor enkele seconden blikte Micah achter zich, om jegens de ingang te kijken die hem scheen te lokken, alsof het een magneet was, om vervolgens terug naar de jonge vrouwe te kijken. ‘Zeg, wat denk je ervan als we dit eens samen betreden?’ De vrouw voor hem had bruine haarlokken en hoewel hij eerder voor de lichtharige vrouwen ging, zag deze er eveneens aantrekkelijk uit.

    [ bericht aangepast op 30 maart 2014 - 19:04 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Autumn Avery MacCaillin

    Wanneer ik een hand over mijn arm heen voel glijden werp ik licht verrast een blik op degene die het deed. Ik was zo bezig geweest met het betreden van het labyrint dat ik niet eens gehoord had dat iemand me was in gaan halen, laat staan voorbij lopen. Voor iemand die net nog een flink stuk achter me was, had hij me in ieder geval snel weten in te halen. Aangezien ik de jongen voor me herkende als degene die ik uit had zien stappen en ongegeneerd had staan bekijken, iets waar ik me niet had voor geschaamd. Mijn pas hield ik direct in en stopte daardoor voor ik het labyrint daadwerkelijk in was gegaan zodat de jongen de tijd had om voor me te komen staan en mijn weg te blokkeren.
    'Ah, we hadden daarnet een momentje en mevrouw loopt simpelweg door?' Een van mijn wenkbrauwen schoot licht omhoog terwijl ik mijn armen over elkaar sloeg en naar de jongen op keek, iets wat wel moest doen doordat hij iets groter was dan mij. De grijns die op zijn lippen speelde paste perfect bij zijn gezicht, hetgeen wat helemaal niet onaantrekkelijk was, en de uitdrukking die daar op hing. 'How cruel,' ging hij verder en bleef me daarbij zonder enige schaamte aankijken terwijl een klein lachje op mijn lippen verscheen. Heel even haalde hij na een paar tellen alsnog zijn blik van me af, wierp deze een keer over zijn schouders heen, maar richten ze al snel weer terug op mij.
    'Is dat zo? Het stelde nog niet zo heel veel voor, wel?' wierp ik hem terug. Mijn ogen gleden inmiddels opnieuw over hem heen, namen hem ook deze keer weer volledig in me op, en kwam tot de conclusie dat hij er zeer zeker niet verkeerd uit zag. Misschien dat aan zijn manier van spreken nog wat viel te verbeteren, maar dan meer aan de manier waarop dan de rest. 'Zeg, wat denk je ervan als we dit eens samen betreden?' vroeg hij vervolgens waarop opnieuw een van mijn wenkbrauwen licht omhoog schoot. 'Durf je niet alleen?' reageerde ik vragend en zette een liefelijke glimlach op mijn gezicht terwijl ik hem aan keek. De toon waarmee ik het vroeg was uitdagend geweest, maar meer op een speelse manier dan met de bedoeling hem er mee te beledigen. Niet dat ik het hele sterke idee had dat de jongeman voor me makkelijk te beledigen zou zijn. Hij leek me wel het type wat makkelijk van zich af zou bijten en niet zomaar bij de pakken neer zou zetten. Daarbij was een flirterig opmerking ook geen onbekend terrein voor hem en stiekem kon ik daar best wel van genieten, mocht ik hem beter kennen.
    Heel even keek ik opzij en zag dat de jongen die hier als eerste was nog steeds diep in zijn gedachten verzonken leek te staan. Een kleine frons verscheen op mijn gezicht omdat ik niet zo heel goed kon begrijpen waar de jongen mee bezig was, waarna ik mijn schouders ophaalde en terug keek naar de jongen voor me.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Guinevere.
    'S nachts. Het was klokslag 12 uur. En daar stond ik dan. Crossroad Hill.
    Vanwege een aanlokkelijke aanbod op het internet die ik hier moest afhalen, begon ik toch lichtelijk te twijfelen. Het was niet door de tijd dat ik ging twijfelen – nee, ik besteedde meer mijn tijd op het kerkhof, dus zo snel bang werd ik niet. Het kwam door de deal, maar op dat moment was ik er niet helemaal bij met mijn hoofd.
          Er waren meerdere mensen, maar toch voelde ik mij alleen. Ik voelde me altijd alleen, zelfs met zoveel mensen om mij heen. Ik wist niet waarom, ik wist alleen dat ik het gevoel had sinds mijn geboorte – of in ieder geval toen ik voor mezelf kon denken. Nooit had ik rust, maar tegelijkertijd ook weer wel. Het was nooit rustig in mijn hoofd.
    Eenzaam. Dat was het juiste woord ervoor. Ik werd alleen geboren en ik ga alleen dood. Geen vader die ik kende mijn hele leven en ik dacht dat het zo goed was. Maar dat was het niet. Kleine kinderen die hand in hand liepen met hun vader, groeiden op met hun vader. Ik zag ze over straat lopen, gelukkig zijn. Ik miste een gevoel. Een gevoel van een vader, die zou zeggen dat je 's avonds niet alleen over straat mocht en zich zorgen maakte over je. Die om je gaf, maar ook waardeerde hoe je was en je zag opgroeien.
          Er ontstond een zachte bries met dat ik het doolhof inliep, zonder de rest gedag te zeggen – ik had ze alleen een kille blik toegeworpen, en de wind bracht een regengeur met zich mee. Het was droog, maar het had eerder geregend; wat de natte, regenachtige geur verklaarde.

    Enkele stappen had ik al in het doolhof gezet, maar nu klonk er een krakend geluid vanonder mij – wat er eerder niet had geklonken. Ik keek naar beneden naar wat het zou kunnen zijn en als de zwaartekracht er niet geweest was, voelde ik het vaste materie nu niet onder mij verdwijnen en was ik nu niet gevallen.
          Een pijnlijke kreun verliet mijn lippen, maar al snel voelde ik iets wat duidelijk maakte dat ik niet alleen in de val zat. Ik had mijn ogen geopend en zag duizenden spinnen, die overal zaten. De muren, de grond, mijn lichaam – overal zaten ze. Ik was niet bang voor spinnen, maar ik vond het niks als er zoveel waren – die ook nog eens mijn blikveld versperden met hun dikke, zwarte achterlijven en hun harige poten.
    Ik voelde ze kriebelen onder mijn kleding, dus ik sloeg ze snel weg – al wist ik dat het zinloos was. Om hulp roepen zou zinloos zijn, dacht ik zo. Meer omdat ik mij eenzaam voelde, dus dan zou niemand mij helpen – dat was mijn logica. Je ging alleen dood.
          Na een paar minuten, die er iets van 5 waren; misschien zelfs 7, merkte ik de ladder pas op die mij uit de val zou halen. Dit komt doordat ik meer druk was met het wegslaan van de spinnen dan het proberen een uitweg te vinden.
    Ik had een sterke hart, maar het was gewoon geen fijn gevoel als ze over je heen liepen. En ik was al geërgerd, maar door het feit dat ik in een of andere val was gevallen – liet mij nog meer ergeren.

    Ik liet een dodelijke zucht toen ik eindelijk de val was uitgeklommen. Enkele spinnen sloeg ik nog van me af, maar ik betwijfelde of ik ze wel allemaal van me af had geslagen.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    [Malcolm went Nymphe.]


    Reality's overrated.

    Micah Fynn Parker
    Crossroad Hill • Labyrinth
    Middernacht
    † † †


          ‘Is dat zo? Het stelde nog niet zo heel veel voor, wel?’ kaatste ze terug, waar de donkerharige man op zijn beurt een vermakelijk gegrinnik door liet. Ze was zeker een uitdaging, dat stond vast. Hierbij stelde hij zich dan eveneens af of ze wellicht een vriend had, een “lover” of iets dergelijks wat erop leek, wat haar smaak dan ook zou zijn. Ergens had hij het idee dat ze geen vrouw was voor enkel en alleen één man, ze had dan ook een bepaalde uitstraling over zich heen die dit op haar afriep.
          ‘O, dat kan nog wel komen – misschien dat we hierna gezellig wat glaasjes achterover kunnen slaan bij mij thuis,’ beantwoordde hij haar terug, een speels glimlachje op zijn lippen terwijl hij haar uitdaagde met de glinstering in zijn ogen. ‘Daarna kunnen we ons wel verplaatsen naar de slaapkamer.’ Hij was nog nooit werkelijk tactvol geweest, wat momenteel eveneens te merken is. Wanneer hij een vrouw zag die hij wilde hebben, ging hij altijd recht op het doel af – dat was nu niet anders. Eigenlijk was het schandalig, gezien de blondine pas net vijf tot tien minuten weg was en hij weer iemand in het oog had gekregen. Hij kon er echter niets aan helpen, het was nu eenmaal een trek van hem welke niet weg wilde gaan.
          ‘Tevreden?’ grijnsde hij, door het feit dat haar poelen nogmaals over hem heen waren gegaan. Micah gaf het niet toe, maar hij verwachtte echter geen ander antwoord dan dat hij “goedgekeurd” was, alsof hij een stuk vlees was – wat in feite ook het geval was. Welteverstaan met botten. Hij kon het niet laten een zacht vermakelijk lachje uit te stoten door haar “durf je niet alleen” vraag, alsof ze hem opnieuw begon uit te dagen. Dit nam hij natuurlijk met beide handen aan, anders was het Micah niet geweest. Zo nu en dan hield hij hier wel van, meer om zichzelf te bewijzen en het in de ander z’n gezicht te wrijven – al stond er altijd iets tegenover bij vrouwen, dat niet te vergeten.
          ‘Ben je altijd zo uitdagend, of is dat enkel tegenover mannen?’ stelde hij haar met een grijns die niet van zijn gezicht af was gegaan de gehele tijd, hoewel deze net iets meer uitdagender was. Daarna deed hij zijn handen in de broekzakken van zijn jeans, waarbij hij zijn blik weer over de andere kandidaten liet glijden om uiteindelijk bij de dame te eindigen.

    [Je wacht al best op me, dus ik wilde snel wat in elkaar flansen. Kan je er wat mee?]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Mijn topics.


    † Love? I want to sleep.

    Killian Fawkes~ 3e rangs

    De lichte grijns was gewoon niet van zijn gezicht te slaan, net zoals dat eigenlijk altijd het geval was. Killian was gewoon iemand die moeilijk van zijn stuk te brengen was en als dat al gebeurde, was de kans klein dat hij het echt liet zien. Alleen als je goed oplette zou je kunnen zijn dat hij wat met zijn mondhoek trok als er iets gebeurde dat hij totaal niet had voorzien en het niet in zijn voordeel werkte. Zijn woorden over de mensen die het labyrint betraden, schoot bij Rhozelle blijkbaar in het verkeerde keelgat aan haar gezichtsuitdrukking te zien. Oeps, misschien had hij de grens net toch een stukje overschreden ookal was dat niet direct zijn bedoeling geweest. Deze keer vertelde hij gewoon zijn mening, probeerde niemand kwaad te krijgen. Killian tuitte nadenkend zijn lippen terwijl hij haar woorden nog eens in zijn hoofd herhaalde. Daar had ze misschien een punt. “Ik ging meer voor het avontuur en omdat ik voor de rest toch niets te verliezen had.” Nee, hij had echt niets te verliezen gehad. Zijn ouders zouden hem in ieder geval niet missen, vrienden had hij ook niet echt en voor de rest was er niet echt iemand die ooit op hem gesteld was geweest. Voor een kort moment stonden zijn mondhoeken een stukje naar beneden voordat hij zich wist te herpakken en liet hij de grijns in een iets minder bredere variant terugkomen. Na de tweede stroom van woorden die ergens best hard aankwamen, wist de grijns echter wel stand te houden. Ja, hij wilde op een goed blaadje bij de koning komen, wilde geen derderangs blijven waar iedereen op neer keek. De grijns hield dan misschien wel stand, maar op de een of andere manier kon hij geen gevatte opmerking verzinnen waardoor hij zijn schouders dan maar gewoon ophaalde. “Misschien,” was het enige dat hij na een tijdje uitbracht. De man dacht verwoed na om een beter antwoord te vinden toen iets op een van de vele schermen bewoog. Meteen liet hij zijn bruine kijkers naar het scherm net naast Rhozelle’s hoofd schieten om ze daar even op te laten hangen. De pretlichtjes dansten weer in al hun glorie op en neer in zijn ogen toen hij nog net zag hoe een vrouw in een of andere kuil viel. Voor zover hij wist zaten daar de spinnen, scary. “Er is net iemand het labyrint ingetrokken, al heeft ze een niet al te veilige weg gekozen.” Langzaam liet hij zijn blik terug naar het meisje voor hem glijden terwijl er een geniepige glimlach rond zijn lippen verscheen. “Ik dacht dat je misschien wilde weten dat het officieel begonnen is.” Hij liet expres details weg om de spanning er even in te houden. “Hmn, daar is ze weer. Ze is dus niet gestorven van angst. Zou dat eigenlijk kunnen, sterven van angst?” Toch maar een poging doen om van onderwerp te veranderde, om Rhozelle niet meer in het harnas te jagen. Ze waren nog altijd allebei derderangs vampiers, lotgenoten om het zo maar te noemen.


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Ramsey Kaufmann • 1ste rang
    Ik keek naar de schermen voor mijn neus en van wat ik nu zag viel de opkomst wat tegen. Niet zoveel mensen als vorig jaar, maar de nacht was nog jong. Er kon nog van alles gebeuren. Ik boog voorover en zette mijn haakte zijn vingers in elkaar, waarna ik mijn kin erop zette en bestuderend naar de schermen keek. Uiteindelijk was het Elizabeth, prachtige Elizabeth, die als eerste antwoord op mijn vraag gaf.
    'Zo, jij bent goedgeluimd,' zei ze en ik haalde enkel even mijn schouders op. 'Het is moeilijk te zeggen wat de wedstrijd dit jaar op zal leveren, er zijn mensen die nog niet zijn aangekomen maar ik heb er toch een goed gevoel bij.'
    Vervolgens mengde ook Conan Reed zich in het gesprek. 'Veelbelovend, my lord.' Ik knikte, maar rolde toen met mijn ogen. Die 'my lord'-zever was wel leuk in het begin, het streelde mijn ego zeker en vast, maar het begon een beetje tegen te steken. En het liet me oud voelen. Ik was dan ook wel oud, maar ik had nog een jong uiterlijk. En daar ging het om.
    'Dit jaar waag ik mezelf eens in het labyrint. Het is eens wat anders,' sprak Elizabeth vervolgens. Ik reageerde niet. Het boeide me amper wat er met de mensen gebeurde eenmaal ze in het labyrint waren. Waar het met om draaide waren de mensen die 'overleefden' en in de kerkers werden gegooid.
    'Het is uiterst amusant,' antwoordde Conan en zei nog wat over aflossing. Ik keek nog even naar de schermen en naar de mensen die zich aan elkaar voorstelden en een babbeltje sloegen en kon bijna het bloed door hun halzen zijn pompen. Honger. Wat had ik honger. Het duurde me veel te lang.
    'Wie gaat er nog naar binnen?' vroeg Conan. Ik negeerde de vraag. 'Laat me weten wanneer de eerste mens aangekomen is,' zei ik op bevelende toon. De klok boven de schermen sloeg twaalf en een sadistische grijns gleed op mijn gezicht. 'Laat de wedstrijd beginnen.'
    Zonder de vampieren een blik waardig te gunnen, liep ik de zaal uit richting de kerkers, waar ik me voedde met de éérste de beste opgesloten mens.


    kindness is never a burden.

    Autumn Avery McCaillin – Mens

    'O, dat kan nog wel komen – misschien dat we hierna gezellig wat glaasjes achterover kunnen slaan bij mij thuis,' antwoordde de jongen voor me , op mijn eerste gestelde vraag, waarop ik hem met een licht geamuseerde blik aan keek. 'Daarna kunnen we ons wel verplaatsen naar de slaapkamer,'voegde hij er enorm tactvol aan toe. Ik kon het niet helpen zacht te grinniken terwijl ik nog steeds naar hem opkeek en mijn armen opnieuw losjes over elkaar heen vouwde. Waar hij het lef vandaan haalde om zo zeker over zichzelf te zijn was de vraag nog maar, maar ik moest ergens deels toegeven dat dát hem wel sierde. Vermoedelijk was niet iedereen gediend van deze manier en zouden ze waarschijnlijk een botte opmerking terug hebben gemaakt, of hem in het ergste geval een knal verkopen, op zijn tijd vond ik dit wel leuk. Tenslotte was ikzelf ook geen heilig persoon en hield ik er van om hier en daar een jongen uit te dagen. Wanneer deze er dan zelf mee begon, en hij zag er ook nog eens enorm goed uit, liet ik dat niet gauw voorbij gaan.
    'Dan natuurlijk wel nadat we voor mij de prijs naar binnen hebben gesleept,' bracht ik uit en schonk hem mijn meest zoete blik toe die nog net niet te veel onschuld liet doorstralen. Dat ik er zelf van hield, wilde niet zeggen dat ik makkelijk was. Iets wat sommige nog weleens konden, of wilden, denken van me. In dat geval, als de jongen voor me dat ook maar een klein beetje dacht, dan kwamen ze van een koude kermis thuis wanneer het voorbij was. 'Tevreden?' hoor ik hem zeggen, vermoedelijk als reactie op het feit dat ik hem ongegeneerd had staan bekijken.
    'Misschien..' reageerde ik terug, niet van plan om nu al te veel door te laten schemeren over hoe tevreden ik nu al over hem was. 'Ben je altijd zo uitdagend, of is dat enkel tegenover mannen?' vroeg hij me vervolgens met een grijns die net iets uitdagender was dan degene die van te voren al de hele tijd op zijn gezicht had gestaan. Een nieuwe glimlach verscheen even op mijn lippen terwijl mijn ogen zich weer focuste op zijn gezicht, waarna hij op zijn beurt zijn handen een keer in zijn zakken stopten, rondkeek om vervolgens terug bij mij te eindigen.
    'Soms, ligt eraan of ze er zelf om vragen of niet en of ik er zelf zin in heb, maar meestal is het wel alleen tegenover mannen hoor,' antwoordde ik met een speelse blik op mijn gezicht en haalde vluchtig een keer mijn vingers door mijn lokken heen. 'En jij, ben je altijd zo...' begon ik en zocht heel even naar de juiste woorden, aangezien ik nogal twijfelde tussen recht voor z'n raap of een losse flirt, want ergens kreeg ik het idee dat de jongen voor me wel zo'n beetje van beide was. Plus het feit dat hij net zo goed van uitdagen hield als ik, en vrij zeker van zijn zaak was. 'Ongelofelijk zeker van je zaak?' Maakte ik mijn zin af.
    Vanuit mijn ooghoeken ik zag een meisje het labyrint inlopen en merkte, voordat ze daadwerkelijk naar binnen ging, de kille blik die ze op haar gezicht had staan op. Een van mijn wenkbrauwen schoot licht afkeurend omhoog terwijl ik haar heel even nakeek en ze steeds dieper het labyrint in verdween. Ik wist dat iedereen dolgraag die prijs naar binnen wilde slepen, maar om bij voorbaat iedereen zo'n blik toe te werpen leek me wellicht niet een hele slimme zet. Vooral niet wanneer je ergens misschien wel een beetje hulp nodig zou hebben. Lichtjes haalde ik mijn schouders op en richtte me weer tot de jongen voor me, wachtende op zijn reactie.

    [ bericht aangepast op 7 april 2014 - 17:13 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Rhozelle Eloise Bianchi
    Vampier, 3e Rang | Controle over menselijke spieren
    •••


    Geheel onbekende – echter ongetwijfeld triomfantelijke – gevoelens stroomden van het ene op het andere moment door mijn lichaam, enkel en alleen door het gegeven dat ik Killian zojuist voor enkele seconden zijn woorden uit zijn mond had genomen. Alhoewel het enigszins aandoenlijk bleek te zijn dat hij krampachtig naar woorden zocht – om zijn antwoord hoogstwaarschijnlijk zo gevat mogelijk te maken – had ik er geen enkele problemen mee dat ik het voor enkele seconden stil had gekregen. Sterker nog – het bracht me enige rust, waarin ik ook de kans kreeg om over mijn eigen woorden na te denken in plaats van direct voort te schieten naar het volgende onderwerp.
          ‘Misschien.’
    Met geen mogelijkheid kon ik tegen houden dat mijn ogen in hun kassen heen en weer begonnen te rollen, om vervolgens geërgerd op Killian’s gezicht tot stilstand te komen. Inmiddels had ik Killian leren kennen als een mannelijk persoon dat altijd zijn woordje klaar had staan om zijn mening te verkondigen en dit aan iedere persoon in de omgeving te laten horen. Gegeven dat hij op mijn lichte “tirade” slechts het woord “misschien” had geantwoord stak me enigszins – alsof mijn woordenstroom geen volledig antwoord waard was, alsof hij het niet nodig vond om in te gaan op mijn mening. Wanneer ik vanuit mijn ooghoeken verbazingwekkend genoeg op merk dat hij in een dromerige toestand in het luchtledige loopt te staren – voel ik langzaam een grote woede opborrelen in mijn onderbuik.
          ‘Er is net iemand het Labyrint ingetrokken, al heeft ze een niet al te veilige weg gekozen. Ik dacht dat je misschien wilde weten dat het officieel begonnen is. Hm – daar is ze weer, ze is dus niet gestorven van angst. Zou dat eigenlijk kunnen, sterven van angst?’
    Inmiddels voelde ik mijn mond enkele millimeters open zakken – grotendeels door de geniepige grijns die op zijn gezicht was verschenen nadat hij me de onnodige informatie over het “spel” had geschonken. Woedend drukte ik mijn handen tegen zijn borst, om hem zo een kleine meter van me weg te duwen – waarop ik de kans zag om overeind te schieten en met grote passen weg te benen. Walgelijk – de manier waarop hij met de menselijke levens om ging op dit moment, het was nota bene voor hem zelf ook slechts enkele jaren geleden dat hij zelf vol angst in het labyrint had gestaan.
    Alhoewel ik door mijn woedende tirade veel meer lomp scheen te bewegen dan normaal, gaf ik nog steeds geen enkel geluid wanneer ik de traptreden richting de kerkers (oftewel, kelder) af daal. Sinds enkele dagen heb ik vrij interessante gesprekken met een van de mannelijke gevangenen, welke literatuur bleek te studeren in zijn eigen thuisplaats. In mijn gedachten had ik al enkele plannen gemaakt om Ramsey zo ver te krijgen hem te gaan veranderen – zodat hij me meer kon leren over de verschillende boeken welke verspreid liggen over het kasteel.
          Echter, het moment dat ik in het zachte licht van de kerker sta en het slappe lichaam van mijn naamloze vriend op de grond zie liggen – slik ik slechts een keer. Ramsey staat er overheen gebogen en het ziet er naar uit dat hij zich opnieuw gevoed heeft. ‘Meneer,’ brom ik dan alleen maar zacht – terwijl ik mijn vingers strakker rondom mijn boek klem en de giftige blik uit mijn ogen probeer te houden.


    Micah Fynn Parker
    Crossroad Hill • Labyrinth
    Middernacht
    † † †


    Op zijn tactvolle opmerkingen begon ze zacht te grinniken, wat hij maar als een goed teken zag. Anders had hij immers allang een klap in zijn gezicht gehad, wat hij nu niet voelde. Hierdoor begreep hij dat hij het wel kon maken door zijn grijns iets uitdagend te geven, want ook een botte uitspatting bleef eveneens weg. Micah maakte het niet heel vaak mee dat vrouwen een andere handeling hadden hiertegen, maar hij vond het wel best, want doorzetten zou hij sowieso wel.
          ‘Dan natuurlijk wel nadat we voor mij de prijs naar binnen hebben gesleept,’ vermeldde ze enkel als antwoord terug. Hij nam erg veel genoegen uit haar zoete blik die verder alles behalve onschuldig was, gezien hij al wel kon zeggen dat hij ervaring had en waardoor hij dus eveneens wist dat je dit katje zelfs niet met handschoenen op kon pakken. Toch viel hij precies op dit soort rebelse types die altijd wel wat te zeggen hadden, misschien zou dit nog eens zijn dood worden. Hoewel hij wel van een uitdaging hield soms.
          ‘Ach meisje,’ begon hij met een speelse twinkeling in zijn ogen en zijn scheve glimlachje rondom zijn mondhoeken, ‘de prijs staat voor je.’ Hij streelde zijn vingers van één hand over haar wang heen tot deze plotseling bij haar sleutelbeen tot stilstand kwam, waarop hij het langzaam terug trok en zijn hand weer in zijn broekzak deed. Ze reageerde terug met een enkele “misschien” op zijn vraag, waar Micah verder ook niet op reageerde. In bepaalde dingen hoorde je namelijk niet door te draven, dat wist hij wel.
          ‘Soms, ligt eraan of ze er zelf om vragen of niet en of ik er zelf zin in heb, maar meestal is het wel alleen tegenover mannen hoor,’ antwoordde ze met een speelse blik en haalde haar vingers door de donkere lokken heen. Voor even volgden zijn ogen de snelle handeling, waarna hij zijn kijkers de haren lieten doordringen. ‘En jij, ben je altijd zo…’ Er viel een korte pauze, waardoor zijn grijns enkel breder werd en haar op een plagende manier afwachtend aankeek. ‘ongelofelijk zeker van je zaak?’
          ‘Als ik nu eenmaal iets zie wat ik wil, hebben ga ik erop af, dus je kunt het eerder doorzettingsvermogen noemde,’ beantwoordde hij met een brutale grijns, terwijl er een andere vrouw langs hen liep al het labyrinth in. Ze had een kille blik in haar ogen en was binnen enkele seconden al diep het labyrinth in verdwenen.
          ‘Laten wij ook maar eens gaan lopen, voor iedereen eerder dan ons aankomt,’ merkte hij op, waarbij hij haar arm met een zachte greep vast pakte en op deze manier meetrok het labyrinth in. Luttele seconden later liet hij haar weer los, om vervolgens zijn armen langs zijn lichaam te laten hangen.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Killian Fawkes|| 3e rangs

    Ergens irriteerde het hem gewoon dat hij geen beter antwoord dan ‘misschien’ kon verzinnen. Normaal had hij zijn antwoord altijd klaar staan, maar deze vraag had hem gewoon verrast. Er was niemand die ooit had gevraagd of hij bij Ramsey in een goed blaadje wilde komen. De meesten dachten van niet door het feit dat hij zich het grootste deel van de tijd als een rotzak gedroeg. Er was dan ook niemand die zijn iets softere kant kende, zijn zwakke kant. Niemand wist juist waarom hij het labyrint in gegaan was. De meesten dachten dat hij het puur om de prijs gedaan had, anderen dachten dan weer dat hij wat avontuur nodig had gehad. Iedereen zou hem toch alleen maar zwak vinden als ze zouden weten dat hij eigenlijk gewoon wegliep van zijn problemen.
    Killian kon het gewoon niet laten om de dingen die in het labyrint gebeurden te delen met Rhozella, enerzijds om haar te irriteren en anderzijds gewoon om te zien hoe ze erop reageerde. De man kon nog net overeind schieten en een stapje achteruit zetten zodat hij zijn evenwicht kon bewaren toen de dame hem ineens achteruit duwde. Met zijn armen over elkaar geslagen, keek hij toe hoe ze wegliep. Misschien moest hij volgende keer toch wat vriendelijk proberen te zijn in plaats van haar constant uit te dagen. Of hij zich op dit moment schuldig voelde om het feit dat hij haar weggejaagd had? Nee. Er waren maar weinig moment dat hij spijt had van de dingen die hij gezegd had, zelfs als hij met zijn woorden anderen kwetste. Waarom zou hij ook? Het lag in zijn aard om direct alles te zeggen dat in hem opkwam, iets waar je volgens hem nooit spijt van moest hebben.

    Zijn blik werd terug naar het scherm -waar het meisje op te zien was- getrokken terwijl de grijns op zijn gezicht alleen maar breder werd. Het was donker buiten, dus hij zou makkelijk het labyrint in kunnen om wat angst te gaan zaaien. In de controlekamer was er toch niets wat hij kon doen aangezien hij alles dat de camera’s oppikten altijd en overal kon volgen. In eerste instantie had hij zijn gave best nutteloos gevonden, maar op momenten als deze begon hij het nut er toch wel van in te zien. Zonder verder nog tijd te verdoen, baande hij zich een weg naar de voordeur om via daar het labyrint in te stappen. Bij de eerste de beste camera hield hij halt om even zijn hand op te steken. De grote grijns die op zijn gezicht stond, kon gewoon niet te missen zijn. Na enkele seconden wendde hij zijn blik terug van het ding af en ging verder. Ondertussen merkte hij dat twee anderen –een man een vrouw- het labyrint ook al betreden hadden. Misschien kon hij die twee achteraf nog eens een bezoekje brengen, als de zon dan nog niet om het hoekje kwam piepen tenminste.
    Het duurde niet lang voordat hij de plaats had bereikt waar de dame zich nu zou moeten bevinden. Het zou grappig zijn moest hij zich voor kunnen doen als iemand die ook net het labyrint had betreden en haar wilde helpen. Natuurlijk zou hij haar dan gewoon richting de vallen leiden voor amusement. Spijtig genoeg kon dat niet aangezien het verboden was om met de mensen in contact te komen als ze het kasteel niet bereikt hadden, regels waren regels. Niet dat de man zich altijd netjes aan de regels hield, maar aan deze ging hij zich toch houden. Zoals Rhozelle al opgemerkt had, probeerde hij in een goed blaadje bij Ramsey te komen en dat ging niet lukken als hij de belangrijkste regel aan zijn laars lapte.

    Zijn bruine kijkers blonken toen hij de dame spotte en met vampiersnelheid liep hij langs haar heen terwijl hij in het voorbijkomen op haar schouder tikte. Een zacht lachje was te horen terwijl hij zich terug naar de andere kant haastte zodat ze hem niet kon zien. “Twinkle, twinkle little star. What brings you here so far?” Het zangerige toontje galmde door de gang van het labyrint heen, gevolgd door zacht gegrinnik. Nu wachten op haar reactie, al was hij ervan overtuigd dat ze zou gaan beginnen te gillen.


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher


    Het was een enorme labyrint, dat kon ze wel toegeven. Ze had een kasteel in de verte zien opdoemen, ver boven de doolhof uit, en had geprobeerd om de richting in te schatten. Nu ze zich in de doolhof bevond en een valkuil tegemoet was gegaan vol met harige spinnen, was ze enigszins de richting vergeten – dat wil zeggen het einde om bij het kasteel te komen.
          Ze had haar schouders nonchalant opgehaald en slofte op haar zwarte kisten verder een bocht om. Maar met dat ze de bocht om de struik nam, dat wat dorre bladeren had, bracht de wind een geur met zich mee. Een verdorven geur dat haar neusgaten in kwam zwieren. Het had iets doods, iets wat totaal anders dan haar wierook was – dat zich altijd om haar heen geurde. Ze hield stand met dat ze deze geur rook en met dat ze kalm naar de dingen om haar heen luisterde, probeerde ze af te wachten naar hetgeen dat zich dichtbij bij haar in de buurt hield.
    “Ik zal al te wachten op goed gezelschap,” fluisterde ze, zachtjes, terwijl ze een kriebelende spin – dat zich de hele tijd had weten te verstoppen in haar jurk, er vandaan haalde en wegzette in de grote, groene struik dat zich naast haar bevond.
          Er was een zachte tik op haar schouder, maar ze keek niet op. Ze zag de zwarte aura die haar tegemoet kwam en bleef stijf stilstaan. Een zacht lachje leek in de verte te verdwijnen. 'Twinkle, twinkle, little star. What brings you here so far?' Het kwam met een zangerige toon in haar oren kronkelen.
          Een klein glimlachje sierde haar gezicht. “Misschien dat je me kan helpen om bij het kasteel te komen? Ik verlies niet graag, weet je,” vertelde ze nonchalant, terwijl ze koeltjes haar ogen dichtdeed en luisterde naar de geluiden rondom haar heen – naar de bewegingen van personen, bladeren die over de grond zwierden en de wind die haar grijsblauwe haren voor haar gezicht bliezen.
          Zoals ze al eerder dacht, ze werd niet zo snel bang. Het begon zojuist interessant te worden. “Of je moet verlegen zijn.”

    [ bericht aangepast op 4 mei 2014 - 20:18 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.