Phelan Laoidheach Aedán Roadh
De vraag van Miguel had Phelan wel verwacht, soms wilde de jongeman nog wel eens voorspelbaar zijn. ‘Ben je zeker dat je haar alleen wilt laten met mij?’ Kort was er een grijns op het gezicht van Phelan te zien, terwijl hij even zijn hoofd schudde, niet als antwoord op de vraag maar dat Miguel hem überhaupt stelde. Nog voordat hij een antwoord had kunnen geven praatte de bijna altijd vrolijke jongen weer verder. ‘Natuurlijk wil ik haar wel even in de gaten houden voor je, zolang je maar geen stommiteiten gaat uithalen.’ Het gebaar naar zijn handen kreeg Phelan wel degelijk mee, toch wierp hij geen blik op zijn handen, hij wist toch al hoe die er uit zagen, ingepakt en nutteloos. “Dat was ik niet van plan, ik heb al wel weer genoeg stommiteiten voor een geheel jaar uitgehaald.” Vertelde hij Panda. ‘Ja ja, zorg jij er maar voor dat je gedaan krijgt wat je wilt doen. Ik zorg er wel voor dat Eleanor de dag zonder kleerscheuren doorkomt.’ Miguel wuifde Phelan ongeduldig weg, iets wat hij helemaal niet erg vond. Na nog een glimlach aan de twee te hebben geschonken maakte hij dat hij weg kwam uit de keuken.
Hij zou het Miguel misschien niet snel vertellen maar wat was Phelan hem dankbaar, dat hij nu even Eleanor onder zijn vleugel wilde nemen zodat hij buiten kon proberen zijn gedachten weer op een rijtje te krijgen. Vlak voordat hij de keuken had verlaten had Phelan nog een korte blik geworpen op de rest van het personeel, William had hij niet gezien dus ontsnappen zou nu wel moeten lukken. Vluchtig liep Phelan de gang door die naar buiten leidde. Zodra een vlaagje wind hem tegemoet kwam haalde de jongeman opgelucht adem. Vrijheid, of in ieder geval even niet in die drukke bakkerij aanwezig zijn waar iedereen hem aankeek omdat hij een jongedame had ingebracht die lang niet alle kneepjes van het vak kende. Nog altijd was het voor Phelan onduidelijk waarom hij de jongedame een slaapplek had aangeboden. Wat had hij in haar gezien? Potentie? Kathryn? Nee, nee, dat laatste zeker niet. Eleanor leek dan weliswaar een aardige meid te zijn, ze kwam wat betreft uiterlijk al niet eens in de buurt van Kathryn. Begreep hem niet verkeerd, Eleanor was wel een leuk plaatje maar Kathryn had bij hem nog altijd een streepje voor.
Iedereen die hij tegenkwam terwijl hij over de binnenplaats liep knikte hij vriendelijk toe. Als hij maar liet blijken alsof hij gewoon wat in het dorp ging halen dan zou niemand hem tegenhouden. Zijn vingers prutsten met het verband rond zijn handen, het liefst wilde hij het eraf halen, hij voelde zich er ontzettend nutteloos mee maar hij wist dat het geen verstandig plan was. Bovendien zou hij van Kathryn een berisping krijgen als ze hem zonder het verband zag. Kathryn .. Wat hij precies van de hele situatie moest dingen wist hij nog altijd niet. Het was heel gemakkelijk om te zeggen dat ze hem ontzettend verward had. Zijn leven dat nog zo normaal had geleken toen hij vanochtend wakker was geworden in de bakkerij had in de span van een paar uurtjes flink op zijn grondvesten geschud. Een heel deel van zijn verleden dat hij zo zorgvuldig mogelijk had weggestopt kwam weer naar boven. Het verdriet, de teleurstelling en uiteindelijk de wrok had hij weg weten te stoppen gedurende zijn jeugd en met één blik waren ze allemaal weer terug. Alle gevoelens die hij had verdrongen waren in volle hevigheid terug gekomen bij het herkennen van haar gezicht. Zij, zijn kleine meisje .. Opgegroeid tot een prachtige vrouw. Verwoed schudde Phelan zijn hoofd, hij moest zich nu niet bezig gaan houden met zijn verleden dat zijn leven weer was komen binnen wandelen. Hij moest juist zorgen dat hij zichzelf bij elkaar kon rapen, hij moest terug naar het gevoel van vanochtend. De vraag was echter, hoe had hij zich vanochtend gevoeld? Het enige wat Phelan zich momenteel kon herinneren ging van het moment dat Kathryn hem verteld had dat hij een duivelskind was en vervolgens direct over naar vanochtend toen ze zich fatsoenlijk had voorgesteld. Kathryn Gervais ..
Hij vond het vreselijk hoe hij weer terug in haar greep terecht was gekomen, in de ban van haar woorden, een duivelskind. Ze had het vanochtend goed proberen te maken, gezegd dat ze daar alle tijd voor uit zou trekken maar momenteel keek hij daar wat cynisch tegenaan. Zijn hele hoofd had ze onderste boven gehaald en daar baalde hij van. Het leek alsof grip op zijn gedachten krijgen onmogelijk was. Iedere keer als Phelan dacht de boel net op een rijtje te krijgen kwam er wel weer een gedachten voorbij die het rijtje als een huisje van de drie biggetjes omver blies. In dit geval had een gedachten over Eleanor, over Eleanor nog wel, er voor gezorgd dat zijn gedachten toch weer bij Kathryn waren uitgekomen. Wat hadden Eleanor en Kathryn nou gemeen? Afgezien van dat ze beide vrouw waren vrij weinig, leek het in eerst instantie. Met man en macht probeerde Phelan zijn gedachten weer terug te krijgen naar de vraag die hij zichzelf aan het stellen was geweest over Eleanor. Waarom hij haar bij Rastullah’s staart had aangenomen? Omdat hij haar wel goed assistent kon gebruiken herinnerde hij, maar ineens leek het een flut reden te zijn geworden. In principe had Phelan precies genoeg werk om zichzelf mee bezig te houden, als er dan een deel van zijn taken werden overgenomen door Eleanor zou hij alleen maar meer tijd overhouden. Hij betwijfelde echter of dat wel een goed vooruitzicht was, want dat betekende automatisch ook dat hij meer tijd had om na te denken en dus zouden zijn gedachten al snel gaan Kathryn. Nee, nee, hij moest nu niet aan haar denken! Het moest toch wel mogelijk zijn om minstens 10 minuten Kathryn niet in zijn gedachten te laten opkomen? Als dat al niet meer zou lukken was hij wel echt hopeloos verloren. In de tussentijd dat hij al deze gedachten de revue had laten passeren was hij de binnenplaats af gelopen, de bewakers had hij nog vriendelijk toegeknikt, waarbij hij hun blik naar zijn handen had geprobeerd te negeren. Door het witte verband leek de situatie nu veel ernstiger dan dat hij in werkelijkheid was, eigenlijk was de gebeurtenis om van te huilen. Welke gek verzon het ook om zijn frustratie op een muur te uit? Een muur, Phelan! Hij wilde zichzelf niet laten weg komen met het excuus dat voor de liefde alles geoorloofd was, want dat was echt een prut redenering. Het zou niet nodig moeten zijn om voor de liefde je vuisten te slopen. Hoe hij het ook wende of keerde, het was een ongelofelijk domme actie geweest. Waarvan hij blij was dat zijn collega’s hem niet hadden gezien want dan had hij het nog lang mogen horen, heel lang.
Nu de jongeman de binnenplaats had verlaten begon hij koers te zetten naar rust en ruimte, het bos. Omdat zijn gedachten maar terug naar Kathryn bleven schieten besloot hij te gaan rennen, in de hoop zich te kunnen dwingen zijn gedachten bij zijn ademhaling te houden en niets anders. Adem in. Adem uit. Adem in. Kathryn .. Bij Rastullah’s staart! De jongeman kon zijn eigen gedachten wel wat aandoen maar besloot in plaats daarvan het tempo op te voeren, hoe harder hij ging hoe meer hij om zijn ademhaling moest denken. Langzaam verdween Kathryn naar de achterkant van zijn gedachten. Adem in. Adem uit. Adem in. Adem uit. De ene voet voor de andere en dat keer op keer. Hoelang er voorbij ging wist Phelan niet, waarschijnlijk hoogstens tien minuten toen hij vaart minderde. Hij had wel enigszins een conditie maar aangezien hij niet dagelijks rende en al helemaal niet op dit tempo hield hij dat geen eeuwigheid vol. Uiteindelijk begon de jongeman te lopen, met zijn handen gevouwen achter zijn hoofd en zijn gezicht iets naar de hemel gekeerd.
Adem in. Adem uit. Adem in. Adem uit.
Het duurde even, het resultaat mocht er echter zijn, hij kreeg zijn ademhaling weer terug naar normaal. De lichte steek die hij in zijn zij had gekregen was weer verdwenen als sneeuw voor de zon. Voor toch wel 15 minuten had hij niet aan Kathryn gedacht. Hoewel Phelan nu klaar was met rennen besloot hij zijn gedachten nog wat verder af te straffen door iedere keer dat Kathryn bij hem opkwam acuut over iets anders te gaan nadenken. Een blaadje dat hij aan de kant schopte met zijn voet, de vogeltjes die een melodietje aan het fluiten waren of dat hij wel weer eens wat meer aan zijn conditie mocht gaan doen. Misschien had hij dan toch iets gevonden om te gaan doen in zijn ontstane vrije tijd als Eleanor straks een aantal taken van hem uit handen zou hebben genomen. Een betere conditie opbouwen. Daarnaast kon hij weer bezig gaan met het schrijven van gedichten, iets waar hij weinig aan toe kwam door de drukte in de bakkerij. Hoe meer gasten aan het hof van de heer, hoe meer drukte. Doordat er onlangs uitverkorenen waren aangekomen was ineens de druk toch wel omhoog gaan. Ze moesten ten slotte bewijzen dat ze het waard waren om het brood en andere lekkernijen voor de uitverkorenen te bereiden. Wat betreft Phelan was dat grote onzin, uitverkorenen waren niet veel anders dan ieder ander mens, op hun speciale opleiding na dan. Het eten wat uit de bakkerij was altijd van uitstekende kwaliteit, dat kon niet nog beter alleen omdat er uitverkorenen waren.
Langzamerhand begon het Phelan op te vallen dat hij wel bij een hele bijzondere plek kwam, een plek waar hij nu momenteel liever niet aan dacht maar toch liep hij door. Langzaam verscheen een lichte glimlach op zijn gezicht toen hij weer voor zich zag hoe hij in deze omgeving Kathryn had ontmoet. Op het moment dat er nog helemaal niets aan de hand was. Beide waren ze nog klein geweest, hij net wat groter dan haar, tenslotte was hij 2 jaar ouder. Eén simpele ontmoeting tussen een meisje van adel en een doodnormale jongen was genoeg geweest om een goede vriendschap op te bouwen. Phelan herinnerde zich nog goed dat ze hier vaak waren geweest, als het zomer was met een stralende zon maar ook als er net sneeuw was gevallen in het hartje van de winter. Op deze plek overviel een vreemd soort rust hem, zijn hele hersenspinsels werden automatisch op pauze gezet, iets wat hem hiervoor niet was gelukt. Zijn handen liet hij langzaam zakken, tot ze weer naast zijn lichaam bungelden. Hij zag voor zich hoe ze hier hadden gespeeld, meerder malen, hoe ze anderen plekken waren gaan ontdekken, hoe ze tranen met tuiten hadden gehuild of bijna buiten adem waren geraakt door het vele lachen. Deze plek hield veel goede herinneringen voor Phelan, deze hele omgeving deed dat. Langzaam begon het besef bij hem door te dringen dat hij deze rust moest bewaren, deze plek was de basis geweest van hun vriendschap. Phelan had wel vaker gehoord dat als je het niet meer wist, dat je dan terug moest keren naar de basis. Vaak had hij zich afgevraagd waar die basis dan lag, maar wat betreft de vriendschap met Kathryn had hij de basis weer gevonden. Hier, op deze plek in het bos waar het allemaal was begonnen. Het begin van al het goed gevolgd door al het kwaad.
Voor een moment hoopte Phelan dat hij opnieuw dat kleine jongetje kon zijn, zodat hij alles wat ze ooit hadden gehad opnieuw kon ervaren. Al snel schudde hij deze gedachten echter weer van zich af, opnieuw alles mee maken betekende ook opnieuw te horen krijgen dat hij een duivelskind was. Van zijn beste vriendin. Een duivelskind. Hij balde zijn vuist, tegenwoordig wist de jongeman beter. Hij was geen duivelskind, nooit geweest en zou dat ook nooit worden. Op het moment dat zijn beste vriendin hem dat echter had verteld had hij het geloofd. Een kleine jongen had geloofd dat hij vervloekt was door de duivel, dat er nooit iets goeds van hem terecht kon komen. Dat hij voor altijd een prutser was, die alleen maar ongeluk zou brengen. Beverig haalde hij adem, alvorens zichzelf te dwingen diep te ademen. Nee, hij ging deze prachtige plek niet vervuilen met wrede woorden uit het verleden. Woorden die hij nooit verdient had en nog steeds niet verdiende. Met zijn blik gericht op zijn voeten probeerde hij opnieuw de rust van deze plek aan te raken.
Adem in. Adem uit. Adem in. Adem uit.
Geheel gericht op zijn ademhaling meende hij in de verte de stem van Kathryn te horen toen ze nog jong was. Hoe ze zich had voorgesteld en hoe Phelan daarop had gereageerd. Ja, zo moest deze plek blijven. Vol gestopt met goede herinneringen, alleen maar goede herinneringen. Langzaam draaide hij zijn lichaam om, nadat hij zijn hoofd had opgericht en begon weer te lopen. Minder in de war dan voordat hij hier kwam, rustiger in lijf en leden, gekalmeerd en zelfs met een glimlach op zijn gezicht. Om niet nog een keer hetzelfde stuk terug te nemen besloot hij bewust een ander pad te kennen, eentje die hij dacht te herkennen van vroeger maar van welke hij dat niet zeker wist. Dit pad was duidelijk minder vaak belopen dan degene waarover hij daarnet was komen rennen, dus zo af en toe moest hij een tak op zij duwen of uitwijken naar het gras. Het was gelukkig niet iets dat hij erg vond, het paste wel bij de goede herinneringen die hij had aan de plek waar hij daarnet was geweest. Op een goed moment hoorde hij geluiden die leken aan te geven dat hier meer mensen waren dan hij alleen. Phelan wilde absoluut geen problemen met wie het ook maar mocht zijn. Problemen kon hij er nu even niet bij hebben. Als iemand van adel hem sowieso zou zien dan was hij flink de sigaar, dus dook hij wat weg in de bosjes, weg van het geluid. Zo geruisloos als mogelijk was vervolgde hij zijn weg. Toch was hij enigszins nieuwsgierig naar wie er zich hier in het bos begaf. Phelan besloot te proberen zo onopvallend mogelijk een glimp op te gaan vangen van wie er ook maar tijd doorbracht in het bos. In eerste instantie zag hij één paard, wat echter al snel werd gevolgd door een jongedame en een jongeman die op een kleed zaten. Aan het eten te zien dat ze bij zich hadden leek het wel alsof ze aan het picknicken waren. Het lukte Phelan al gauw om een blik van het gezicht van de jongeman op te vangen. Het gezicht kon hij niet zo snel plaatsen al wist hij wel zeker dat hij deze man eerder had gezien, waar of wanneer kon hij zich niet herinneren. Luttele seconden later kreeg hij zicht op het gezicht van de jongedame, iets wat zijn hart deed stil vallen.
Kathryn ..
Kathryn Gervais. De vrouw die eerder vandaag zijn handen nog had verbonden. Het was als een donderslag bij heldere hemel. Van alle vrouwen die hij hier had verwacht was zij wel de laatste geweest. Met die man nog wel, die man waarvan Phelan niet eens wist wie het was. De in eerste instantie ontstane verbazing was al snel omgeslagen naar verontwaardiging en woede. Wat moest Kathryn bij Rastullah’s staart met die man hier? Was dat de man aan wie ze was uitgehuwelijkt? Zijn kleren leken te leiden tot een nee als antwoord maar helemaal zeker wist hij het niet. Allemaal lief en aardig doen tegen Phelan om daarna achter zijn rug om af te spreken met een andere man. Een man van haar leeftijd nog wel. Misschien was hij wel niet haar verloofde maar haar scharrel, wist Phelan veel wat ze allemaal uitspookte. Er waren heel wat jaren over het einde van hun vriendschap heen gegaan, er kon van alles gebeurd zijn. Hoewel Kathryn een vrij eerlijke indruk op hem had gemaakt wist hij nu ineens niet meer wat hij moest geloven. Het plaatje voor hem was vrij duidelijk. Ze ging met een man picknicken die Phelan niet kende. De enige waarmee ze vroeger ging picknicken was Phelan, was hij niet gewoon vervangen voor deze man? Wat had hij wel te bieden dat Phelan niet had? De man had vast één of andere hoge positie, daar leek Kathryn altijd al gekickt op te hebben zolang ze haar rijke leventje maar in stand kon houden. De jongedame had vandaag wel beweerd dat ze alle zou achterlaten om verder te gaan met Phelan, plots geloofde hij daar geen woord meer van. Jaren konden een mens veranderen. Ze meende dat ze vroeger had gelogen, dat hij helemaal geen duivelskind was, maar als ze toen zo goed had kunnen liegen dan zou ze dat nu ook nog kunnen. Na een ontmoeting na al die jaren loog ze hem nog steeds voor. Wat haar bedoeling met Phelan was, was hem onduidelijk maar veel goeds kon het niet betekenen.
Wedden dat ze hem later weer gewoon een duivelskind ging noemen? Een kind van het kwaad. Ondanks de woede die Phelan zijn bloed deed koken maakte hij wel dat hij geruisloos weg kwam. Momenteel had hij alles behalve behoefte aan een Kathryn die hem ging vertellen dat het niets was. Jaja, daar was hij eerder vandaag goed in getrapt. Al die jaren geleden had ze een goed besloten genomen door de vriendschap te beëindigen, kennelijk was die nog altijd gemeend van slechts één kant, de kant van Phelan. Zijn handen balde hij tot vuisten, hij ging dit keer echter nergens tegenaan slaan. Hij had immers genoeg stommiteiten uitgehaald voor een geheel jaar, zoals hij Miguel had verteld. De jongedame die daar zo leuk zat te picknicken met die man was het niet waard. Hij was veel beter zonder haar af. Dit duivelskind kon in zijn eentje de wereld veel beter aan, dan met haar. Alles in het lichaam van Phelan verstrakte, ze kon het bekijken. Al haar woorden waren leugens geweest, ieder woord. Ze verdiende het niet om in zijn gedachten voor te komen, het was dom van hem geweest om haar de ruimte in zijn gedachten in te laten nemen. Ontzettend dom. Er ging nu snel verandering inkomen. Hij zou zich gaan storten op zijn werk, daar waar hij al zijn creativiteit in kwijt kon. Kathryn kon het bekijken.
Zodra Phelan weer op een normaal pad was, vlak bij het dorp liet hij zijn strakke houding varen. Hij wilde geen vragen, hij wilde er geen woorden aan vuil maken. Door zijn woede vergat Phelan volledig dat hij eigenlijk gewoon ontzettend gekwetst was. Degene die hij weer een kans had willen geven bedroog hem zo ontzettend achter zijn rug om. Dat hij daar ooit in getrapt was. Wat Phelan nooit zou gaan toegeven was dat hij eigenlijk jaloers was op de jongeman die tegenover Kathryn had gezeten op het kleed. Hij zou nooit toegeven dat hij jaloers was op de man die wel de aandacht kreeg van die prachtige vrouw. Al die gevoelens stopte hij zo ver weg dat alleen de woede nog maar overbleef, het enige wat hem kon behoeden van verdere fouten.
Dit duivelskind ging zijn duivelse zaken verder zetten en hij zou er verdomd duivels in worden.
[ bericht aangepast op 4 juni 2014 - 20:36 ]
Stand up when it's all crashing down.