• Beacon Hills



    Can someone in this town stay dead?! -Peter Hale


    Beacon Hills – California
          Wat door kan gaan voor een slapend stadje aan de rand van San Francisco, verbergt een groot geheim. Als je verder kijkt dan de mooie huizen, mooie parken en vriendelijke mensen kom je erachter dat Beacon Hills zijn naam niet voor niets draagt. Als baken van energie trekt het allerlei vreemde wezens aan. Sommigen op zoek naar vernieling, anderen om deze vernieling tegen te gaan.
          Vreemde moorden vinden plaats door de hele stad. Zonder motief, zonder enige aanleiding.
    Wie of wat deze moorden veroorzaakt is nog maar de vraag. Mensen verklaren een groot beest te hebben zien wegschieten vlak nadat iemand arriveerde op de plaats delict.
    De politie is echter niet in staat om de dader te pakken te krijgen. Angst en zorgen verspreiden zich meer en meer onder de bevolking. Wanneer zal hij immers opnieuw toeslaan?

    Ondertussen kampen een paar leerlingen van Beacon High met een heel ander probleem. Op de een of andere manier zijn ze aangevallen door een wild dier. En dit dier heeft meer sporen achter gelaten dan zou moeten…..

    Zal het dit groepje vrienden lukken om hun geheim verborgen te houden voor de rest van de wereld? Zijn ze in staat om tegelijkertijd hun school op orde te houden en het kwaad uit de stad te verdrijven? En hoe zit dat met hun normale leven?
          Het is een taak waar niemand op zit te wachten, maar dankzij de vindingrijkheid en moedigheid van deze jongeren zal men versteld staan.




    Dit is het officele speeltopic voor de RPG Beacon Hills!


    Rollen ¤

    Mensen
    ¤ Marilyn Rosa O'Connell • Nemeton[1,7]
    ¤Gehele rol vrij •
    ¤Gehele rol vrij •
    ¤Matthew Kendo Parker • Opalia[1,5]
    ¤Matthew Dallas Beswick • Rejects[1,5]
    ¤Alexalyn Ulyssa Velouetté. • Avus[1,6]

    Weerwolven
    ¤Aurelian North Hawthorne • Paracosm [1,7]
    ¤Eros Zenildo Caetano Veríssimo • Dunbar[1,2]
    ¤Ezequiel Leandro Caetano Veríssimo •Verde[1,2]
    ¤Gehele rol vrij •
    ¤Lennox Grace Reid • Leighton[1,3]
    ¤Gehele rol vrij •

    Overig
    ¤Werecoyote -Natasha Rose Zayev •Opalia[1,4]
    ¤Banshee -Raelin Mellari Anqeloir • Ressurect[1,6]
    ¤Hunter- Nicola Jason Westerbury• Yokubo[1,5]



    Rollentopic 01
    Praattopic 01


    Het begin :
    Maandagochtend : 08:00
    Het schooljaar begint met een introkamp naar de bossen van Beacon Hills. Onder andere om elkaar beter te leren kennen en de leraren hebben opdrachten gemaakt voor de hele week. Een bus staat klaar om de klas naar de heuvels te brengen, waar ze de week zullen spenderen. De leerlingen mogen zelf bepalen bij wie ze in de tent gaan - maar het moet wel van hetzelfde geslacht zijn. Tevens moeten ze zelf koken, en een kampvuur weten te maken.

    Het weer : de maan is driekwart, wat betekent dat aan het einde van de introweek de maan vol zal zijn - wat kan zorgen voor problemen. Overdag is er een fijne temperatuur met een zacht briesje, in de nacht is het iets kouder. De gemiddelde temperatuur ligt rond de 22 graden.

    [ bericht aangepast op 29 aug 2014 - 10:01 ]


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    MT


    'I don't want to leave her just because she makes me a better person.'

    Avus schreef:
    MT


    Rise and rise again until lambs become lions

    MT na introweek komt mijn character


    "Everytime I see the red hair bouncing so gracefully, I remember how much damage I did to that magnificient flower..."

    Wooptie, MT


    “A reader lives a thousand lives before he dies. The man who never reads lives only one.” - George R.R. Martin

    MT


    El Diablo.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Eros Zenildo Caetano Veríssimo • 19 • Werewolf • Bèta

    • • •

    Zoals altijd zit ik achter het stuur van de matzwarte Dodge Challenger, terwijl mijn evenbeeld naast me in de zetel zit te chillen. Ik heb het geluid van de stereo eens goed hard gezet en Watermät van Bullit knalt door de boxen van de auto. Ik verhoog de bas van de muziek en trap het voertuig nog eens goed op zijn staart en rijd met veel lawaai de parking op. Ik hoor mijn broer naast me diep zuchten.
    "Eindstation, Beacon High." zeg ik en parkeer vlotjes tussen twee auto's. "Komaan bro, we gaan heersen hier dit jaar." zeg ik terwijl ik uitstap en mijn sporttas over mijn schouder gooi. Ik heb voor de gelegenheid eens mijn superman singlet aan met een leren vest over mijn schouders gegooid, een donkere jeans en Supra's er onder. Mijn grote Ray Ban staat licht pronkerig op mijn hoofd en ik maak de deur van de wagen vast. Ik zeg niets tegen mijn broer en loop het terrein op. Als ik een geel geval zie staan dat een schoolbus moet voorstellen met daarnaast één van onze leerkrachten, houd ik halt en leg mijn hand op de borst van mijn evenbeeld.
    "Dude, menen ze dit nu?" zeg ik met opgetrokken wenkbrauwen tegen Ezequiel. "Ik heb een auto die drie keer de snelheden haalt van dat ding. En het is lelijk." voeg ik toe terwijl ik vol walging naar het ding staar. Ik denk niet dat Ezequiel er veel laast van zal hebben, hij is namelijk veel lichter in dit soort dingen, maar ik moet toegeven: ik heb de pest aan schoolbussen. Ze zijn traag, druk en ze stinken meestal, en met bovennatuurlijk ontwikkelde zintuigen is dat alles behalve een pretje. Ik herinner me nog dat mijn vader het ook wist en ons elke dag liet brengen door een chauffeur, Eduardo. Ik haatte hem, wat hij stonk even hard als de schoolbus, maar hij bracht ons en er was op die moment nog geen gedachte om tegen vader op te roeien.

    [ bericht aangepast op 22 juli 2014 - 16:45 ]


    Sidera nostra contrahent solem lunamque



    Sofia Auditore
    "Mam, ik kan dit niet." Sprak ik terwijl ik mijn moeder aan keek. Ik zat in de auto naast haar, op weg naar mijn nieuwe school toe. We hadden deze week meteen kamp, dat was sowieso al iets waar ik tegen aan zat. Maar het feit dat aan het einde van de week volle maan was zat me al helemaal niet lekker. "Sofia je moet je niet aanstellen, het is maar schoolkamp." Geïrriteerd keek ik haar aan. "Mam ik heb het niet alleen over kamp oké, wat dacht je van het hele weerwolf gedoe. Jullie sluiten me op om me aan te kunnen, niemand weet daar wat ik ben. En dat wil ik houden zo. Straks vermoord ik iemand tijdens kamp dat is wel het laatste wat ik wil!" Verhief ik mijn stem. Echter liet de blik van mijn moeder mijn boosheid weg drukken en staarde ik naar buiten en richtte me op mijn muziek. Het was jammer dat ik geen auto had, en de tas niet mee kon nemen op de fiets. Anders had ik het gedaan, alles was beter dan met mijn moeder of mijn vader in een kleine ruimte te zitten. Zodra we dan ook bij de school waren aangekomen. Deed ik zonder iets te zeggen de deur los en stapte ik uit. Meteen liep ik naar de achterbak, haalde daar de tas uit voor ik die sloot. De tas om mijn schouders gooide en richting de grote bus liep die leek te wachten. Voor dat ik ook maar verder liep haalde ik mijn oordoppen uit mijn broekzak en deed die in. De muziek speelde al vanaf het moment dat ik het huis verlaten had. Kort sloot ik mijn ogen en concentreerde me op de muziek. Dat was in elk geval wat ik probeerde te doen. In plaats daar van hoorde ik de geluiden om me heen veel scherper. Ik kroop wat in elkaar toen ik een auto hoorde toeteren en schudde kort mijn hoofd. Hier door kwamen de lange wit blonde haren die los waren in mijn ogen terecht en blies ik ze weg. Oké concentreren hielp dus ook niet. De grip om de tas werd wat steviger terwijl ik mijn benen dwong in beweging te komen. Ik moest gewoon zo veel mogelijk mensen uit de weg gaan en dan zou dit vast lukken. Een week was een makkie. En voor de volle maan ook maar aan zou komen, zou ik zeggen dat ik ziek was en dat ik niet langer door kon gaan met kamp omdat ik wellicht de andere aan zou steken. En dat was zeker niet de bedoeling. Zodra de bus ook maar dichterbij kwam begon ik zenuwachtig aan mijn witte tanktop te plukken en keek ik om me heen. Toch hopend iemand te zien die net zoals mij nieuw was op de school of juist iemand die ik kende.

    [ bericht aangepast op 21 juli 2014 - 22:52 ]


    Natasha Rose Zayev
    'Tasha'
    †††

    -Hoe durfden ze? Menselijke wezens vervoeren in een voertuig wat uit elkaar leek te vallen? De bus voor mijn neus leek aan alle kanten te wiebelen, de gele kleur was vervaagd en het rook naar..
    Oud zweet
    Niets meer, niets minder. De enige geur die mijn neus tot zover kon binnen dringen was alles behalve fijn. Onaangenaam, zoals veel mensen dat zouden verwoorden.
    Hoewel ik mijzelf buiten het gele gevaarte bevond, was de geur nu al sterk. Iets in mij vreesde ervoor dat ik om zou komen van de lucht eenmaal ik in het voertuig zat.
    De vraag was hier echter, wou ik wel mee? Mijn vrienden had ik nog niet gezien. Ik wist dat deze week verplicht was, maar wie zei dat iedereen zou doen wat er van hem of haar werd verwacht?
    Normaal zou ik er zelf tussen uit zijn geknepen – mits de brief voor de aanmelding niet in de handen van mijn moeder terecht was gekomen.
          Spiekend tussen mijn wimpers door keek ik naar het selecte groepje mensen om mij heen. Het was vroeg in de ochtend – tien voor acht om precies te zijn.
    De mist hing laag bij de grond en de wolken waren zo dik dat het voor de zon onmogelijk leek om er doorheen te breken.
          Mijn ouders waren zo vrij geweest om me om half acht te droppen voor de school. Ze hadden er op gestaan. Blijkbaar was het tegenwoordig uit den boze als een meisje alleen met haar gevaarlijk ogende wagen er op uit trok.
    Niet dat ik het niet waardeerde, het was eerder de frustratie die het van me over nam. Ik ben nu eenmaal iemand die zich snel op kan winden over nutteloze zaken. Helemaal zaken die mijn ouders betrokken.
          Naast mij stond een kleine koffer. Gezien de vochtigheidsgraad in de heuvels nam ik aan dat een koffer meer weerstand zou bieden tegen de ochtenddauw. Daarbij, ik wou er zeker van zijn dat er geen grijpgrage pootjes mijn spullen zouden weggrissen. Het ding was relatief gezien oud, maar in absolute termen was hij slechts tweemaal eerder gebruikt. Zwart, meer handvaten dan gezond was en een muffe geur die me deed denken aan thuis.
          Thuis was goed, thuis was slecht. Lastig verhaal om zomaar uit te kunnen leggen. Slechts een handjevol mensen zou begrijpen waarom ik liever niet thuis was.
          Onbedoeld zuchtte ik. De week was nauwelijks begonnen of ik wenste alweer dat ik in bed was gebleven. Veel mensen kende ik hier wel, we zaten immers al een aantal jaar bij elkaar in de klas. De gezichten veranderden, maar de karakters bleven hetzelfde. Behalve voor een paar mensen. Je kon ze er zo tussenweg halen.
          Afwachtend duwde ik mezelf overeind. Ik gaf mijn koffer af aan de buschauffeur, die deze netjes wegstopte in de laadruimte.
    Achter mij hoorde ik het geluid van een bekend voertuig. Ik dwong mezelf om niet om te kijken. Vroeg in de ochtend was er weinig mens aan mij. Het was meer dier.
    Ik trok de capuchon van mijn sweater over mijn hoofd en stopte mijn handen in de zakken voor ik de bus betrad.
          Weer die vieze geur. Maakte niemand die bus dan ooit schoon? Geërgerd plofte ik bijna aan het einde van de bus neer op een stoel bij het raam. Zo asociaal als maar wezen kon, zette ik mijn koptelefoon op en verhoogde het volume van mijn muziek nog iets meer. Iemand die me nodig had, moest me maar aantikken.
    Ik legde mijn hoofd tegen het koele ruit en sloot mijn ogen. Een held met sociaal contact kon je me niet bepaald noemen. En deze week zou er dan voor moeten zorgen dat ik iedereen betere zou leren kennen?
    Wat een grap.

    [ bericht aangepast op 22 juli 2014 - 1:35 ]


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Mijn topics.


    But perhaps the monsters needed to look out for each other every now and then.

    Lennox Grace Reid
    |||


          Vermoeid door de luttele hoeveelheid van twee uur slaap die ik had gehad en de mist die ondoordringbaar leek voor de zon, was ik desondanks vrij opgetogen toen ik mijn rammelbak de parkeerplaats opreed. Ik moest eerlijk zeggen - het was niet zozeer het kamp waar ik zin in had. Het was jaarlijks en verplicht en kinderachtig. En ik wist dat dit jaar niet anders zou worden. Een aantal achttienjarigen die kinderachtige spelletjes spelen waar niemand zin in had - en ook niemand zijn best voor deed. Leuk, zeiden de leraren dan. Ja, echt leuk... als je tien bent. Maar het verplicht sociaal zijn werkte wel voor mij. Ik was graag onder de mensen - en ik vond het heerlijk om weer op school te zijn.
          Ik checkte voor de laatste keer mijn haren en make-up in de achteruitkijkspiegel. Mijn donkere haren golfden sierlijk over mijn schouders, ik haalde er nog een keer een hand door heen. Ik griste mijn spijkerjasje en mijn grote reistas van de achterbank en stapte toen uit.
          Begrijp me niet verkeerd, ik was inderdaad vrij opgetogen geweest. Maar die opgetogenheid verdween als sneeuw voor de zon toen ik het vervoer zag die ons naar het kamp zou brengen. Hierbij vergeleken was mijn oude Mazda nog een BMW. De gele Amerikaanse school bus leek uit elkaar te vallen zodra je er maar tegenaan stond. En echt geel kon je het nou ook niet meer noemen. De verf bladderde er aan alle kanten af en geroest staal was zichtbaar. De geur van oud zweet kon ik al bijna ruiken.
          'Dit kan je niet menen.' mompelde ik in mezelf terwijl ik het schoolterrein verder opliep en de bus naderde. Her en der stonden kleine groepjes verspreid te wachten. Ik nam aan dat iedereen zo lang mogelijk wilde wachten met instappen. Iets wat in mijn ogen vrij logisch leek. Ik daarentegen stapte in - opzoek naar fatsoenlijke plek om te zitten.

    [ bericht aangepast op 23 juli 2014 - 10:50 ]


    “A reader lives a thousand lives before he dies. The man who never reads lives only one.” - George R.R. Martin

    Aurelian North Hawthorne
    ° ° °
    Werewolf ––– True Alpha

    ‘Aurelian North Hawthorne – Wee je gebeente mocht je dit huis verlaten zonder bril en afscheid van je vader en moeder.’
          Met zachte, grommende geluiden belandt mijn zwarte bril uiteindelijk alsnog binnen in mijn bagage – een sporttas welke normaliter gesproken slechts voor de lacrosse trainingen en wedstrijden wordt gebruikt. Mijn transformatie van een normaal mens naar een Weerwolf zou mijn zicht verbeterd moeten hebben, volgens een Alpha welke ik in een ver verleden heb gesproken. Echter, mijn eigen transformatie heeft slechts een enkele verbetering van mijn zicht teweeg weten te brengen. Voorheen bevond mijn bril zich constant op mijn neus, maar op dit moment heb ik hem slechts nodig wanneer ik me dien te concentreren of wanneer ik ontzettend moe of uitgeput ben.
    Wanneer ik met bonkende voetstappen langs de trap naar beneden storm, bedenk ik me dat niets anders dan het blinde zicht van mijn moeder de reden is van het gegeven dat mijn zicht alsnog belabberd is gebleven. Mijn ene mondhoek schiet echter omhoog in een lichte grijns wanneer de glaskleurige kijkers van mijn moeder direct op mijn gezicht worden gericht wanneer ik de woonkamer binnen kom stappen. Alle doktoren en specialisten in de omgeving van Beacon Hills hebben aangegeven dat mijn moeder geen enkele vorm van zicht heeft en slechts enkele lichte en donkere vlekken kan onderscheiden. Mijn vader en ik weten echter dat mijn moeder meer ziet dan welke persoon dan ook – niets gaan aan haar scherpe blik voorbij en uiteindelijk zal alles uitkomen, alsof ze binnen in haar gedachten een helder zicht heeft op alles rondom haar.
          Voordat ik binnen haar bereik ben, steekt ze haar handen naar me uit – waar ik me vertrouwd in laat glijden en haar zoete geur voor een laatste maal in mijn gedachten neem. De bewegingen van haar handen door mijn haren laten me zacht grinniken, waardoor er een zachte klap tegen mijn achterhoofd volgt – een teken dat ik dien te genieten van het contact en de liefde die ze me op dit moment aan het schenken is.
    ‘Ik wil geen slechte verhalen horen, tevens niet van je leerkrachten. Je dient een goede jongeman te zijn en te laten zien waar je allemaal toe in staat bent.’ Met een simpele beweging van mijn kijkers welke in hun kassen rollen, trek ik mezelf terug van haar greep en mompel een zachte ‘beloofd’ naar mijn moeder. De zachte klap tegen mijn bovenbeen geeft aan dat mijn moeder weet dat ik met mijn kijkers heb staan rollen, waardoor ik opnieuw versteld sta van haar intuïtie. Voor een laatste maal druk ik een zachte kus op haar voorhoofd, waarna ik een hand opsteek naar mijn vader en mezelf met enkele stappen uit het huis begeef.

    Neuriënd tracht ik een lied van ACDC omhoog te halen – maar het geluid van de auto’s rondom me maken het onmogelijk om me goed te concentreren op de tonen. Mompelend over het gegeven dat iedereen simpelweg op de fiets zou moeten komen – zoals ik – in plaats van grote, onnodige auto’s ; uit ik mijn irritatie over het statussymbool dat de auto’s voor dienen te stellen. Inmiddels heb ik mijn eigen mountainbike vast gezet aan een van de ijzeren palen welke als fietsenstalling dienen. Ironisch genoeg is mijn fiets op dit moment de enige en ik ben er niet van overtuigd dat er op een dag meerdere fietsen geplaatst zullen worden.
          Wanneer ik mijn blik op de schoolbus richt, kruipt er direct een gigantische grijns rondom mijn mondhoeken. Vrijwel alle personen binnen de school hadden een gigantische hekel aan de gele voertuigen, maar voor mij was het een teken van geschiedenis. Dit had slechts te maken met het gegeven dat iedereen waarde hechtte aan auto’s en ik dit absoluut niet deed – ik genoot van belangrijkere elementen van het leven, in tegenstelling tot mijn leeftijdsgenoten.
    Alhoewel de schoolbus over een kwartier zou gaan vertrekken, besloot ik me in het gras neer te laten zakken – met mijn sporttas naast me en mijn benen in een kleermakerszit over elkaar heen gebogen. Met simpele bewegingen haal ik een appel uit mijn tas en laat mijn tanden er vervolgens in weg zinken, een ontbijt zou ik thuis eigenlijk gehad moeten hebben – maar door het zoeken naar die vervloekte bril had ik hier geen enkele tijd voor gevonden.

    [ bericht aangepast op 22 juli 2014 - 15:14 ]


    Avus schreef:
    MT


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Ezequiel 'Ezro' Leandro Caetano Veríssimo

    Mannelijke weerwolf - 19 jaar - Kleding



    22:00.. 00:00..02:00..03:00..04:00.. Hoe meer de uren verstreken en hoe langer ik me focuste op de rode schijn die afkomstig was van de gloeiende cijfertjes op mijn alarmklok hoe meer de irritatie leek op te spelen terwijl het muzikale geronk van mijn evenbeeld duidelijk op de achtergrond een orkest aan het spelen was. Er leek geen einde aan zijn zogenaamde bos te komen – zelfs het trucje om hem volop op zijn neus te slaan leek hem niet uit deze diepe slaap te wekken – de eikel.
    Slapen was momenteel het enige dat ik daadwerkelijk wilde maar in tegenstelling van dat besloten mijn hersenen en het geronk van Eros weer eens een nachtje overuren te maken. Slapeloosheid was niet een geweldig iets dat je wilde – zeker niet in het midden van de nacht wanneer het de bedoeling was dat je net zoals het merendeel van de hele wereldbevolking een goede nachtrust had. Om vier uur was het dan eindelijk zo ver dat mijn lichaam besloot om toch nog drie uurtjes slaap te benuttigen waardoor ik al snel verzonk in dromenland. Echter duurde het niet lang voor deze wereld werd omgetoverd in een regelrechte hel toen het schelle geluid van mijn alarmklok om zeven uur besloot om mijn brein te versplinteren. Het negatieve humeur dat ik al reeds in de nacht bezat was dan ook tot het vriespunt gedaald en zoals verwacht maakte Eros het met zijn luide stem alleen maar erger waardoor ik weigerde uit het bed te komen.
    Na een driekwartiers te zweven tussen slaap en realiteit leek Frank – de man van ons gastgezin die samen met zijn vrouw Jessica ons in huis had gehaald – er genoeg van te hebben en werd ik bijna letterlijk het bed uit gesleurd en de badkamer ingejaagd.
    En zo kwam ik hier nu terecht; half slapend met een gigantische honger en een geweldig groot ochtendhumeur naast mijn broer die zijn muziek uiteraard loeihard door de boxen moest laten knallen en met hoge snelheden door de vredige straten van Beacon Hills scheurde. Gosh. Hoezo zou je dan een ochtendhumeur hebben?
    “Eindstation, Beacon High.” De iets te vrolijke stem van mijn wederhelft galmde in mijn oren nadat hij onze auto vlotjes tussen de twee andere voertuigen parkeerden. “Komaan bro, we gaan heersen dit jaar.” Zijn opmerking alleen al – nog niet gesproken over de toon waarmee hij het verkondigde – deed mijn oogbollen al in hun kassen rollen terwijl ik met een verveelde zucht de auto uitstapte en mijn donkerblauwe sporttas op mijn beurt uit de koffer nam. De hele rit hier naartoe had ik er als een zwijgend lijk bij gezeten en nu nog was ik nog steeds niet van plan om nog maar één woord te zeggen. Hij wist hoe ik ’s morgens was dus wist hij ook aan wat voor een gezellig persoon hij zich deze ochtend had kunnen verwachten. Met een verveelde en moeë uitdrukking liep ik achter Eros aan en wreef de overige slaapresten met mijn duim en wijsvinger weg. De luide geeuw die uit mijn mond ontsnapte maakte het hele plaatje dan ook volledig.
    “Wat krijg jij nou?” De eerste woorden van deze ochtend rolden schor en uitermate geïrriteerd over mijn lippen terwijl ik broertjelief chagrijnig aankeek toen hij zijn hand op mijn borstkast legde om me zo tot een halt te roepen. “Dude, menen ze dit nu?” Zijn opgetrokken wenkbrauwen en verontwaardigde blik zorgden ervoor dat ik over zijn schouder keek en zo het gelige geval kon aanschouwen. Met een blik dat zoveel mogelijk de sfeer ‘waag het niet om daarover te zeuren’ uitstraalde keek ik Eros aan hoewel ik ongetwijfeld beter had moeten weten dat hij toch nooit zijn mond zou kunnen houden.
    “Ik heb een auto die drie keer de snelheden haalt van dat ding. En het is lelijk.” De walgelijke uitdrukking die hij naar de oude bijna in elkaar vallende schoolbus schoot paste erg goed bij de minachtende manier hoe hij zijn eerdere woorden had geformuleerd. Oké. Het stonk uiteraard – dat viel niet te ontkennen; zeker niet als je neus duizend keer beter was ontwikkeld – en ongetwijfeld waren ze ook trager en drukker maar dat wilde toch niet zeggen dat hij er zich zo druk om moest maken.
    “WIJ hebben inderdaad een auto die sneller is. Who cares. Grow up, maninho*.” Ik klakte eventjes mijn mond waarna ik met een schouderophaal mijn broer achterliet en rechtstreeks naar de schoolbus toeliep. Hoe dichterbij ik kwam hoe sterker en doordringender de zweetgeur werd maar nog steeds was het niet iets waarvan je ter plekke dood zou vallen. De donkerblauwe sporttas klemde ik in mijn hand terwijl ik de gele schoolbus betrad. Het zou geen verbazing zijn dat ik de helft van de spullen was vergeten. Ik had namelijk in de laatste vijf minuten nog snel de sporttas ingeladen met wat kleding en benodigdheden die me op dat moment te binnen hadden geschoten. Het was te hopen dat Eros zich wat beter had voorbereid; dan kon ik wat dingen van hem lenen. Ik had namelijk geen zin om al ruikend naar bloemetjes en aardbeien wilde avonturen te beleven en dat alleen maar omdat we beide onze zeep waren vergeten en ik dus had moeten lenen van Alex.
    Voor enkele seconden stond ik vooraan in de bus en schoten mijn ogen over de rijen koppen heen op zoek naar het bekende bruine krullende haar aangezien ik Alex buiten nog niet had gezien of geroken. Toen ik eenmaal tot de conclusie kwam dat ze ook niet hier te vinden was liep ik met een diepe zucht naar het einde van de bus waar mijn blik viel op wel een heel bekend iemand en haar geur mijn neus betrad. Tasha. Nog zo’n ochtend en sociaal mens – kuch kuch. Haar gesloten ogen en de muziek die ik tot hier kon horen verraadde maar al te graag haar humeur.
    Met een plof liet ik me schuiven op het duosetje zetels die op gelijke hoogte van Tasha’s plaats maar aan de linkerkant van de bus bevond. Ik besloot om niets tegen haar te zeggen – merendeels omdat ik gewoon zo slecht gehumeurd was maar ook omdat het gewoon niet van me werd verwacht. Het was algemeen bekend dat we – op zijn zachtste gezegd – niet de beste vrienden waren. Met mijn ogen gesloten leunde ik tegen het koele raam terwijl ik hoopte om nog een beetje slaap te kunnen meepikken. De plaats naast me was gereserveerd voor Alex of Eros maar aangezien ik verwachtte dat Eros wel naast Tasha zou zitten wachtte ik op de vertrouwde geur van Alex.

    *Klein broertje

    [ bericht aangepast op 22 juli 2014 - 19:55 ]


    Rise and rise again until lambs become lions

    Eros Zenildo Caetano Veríssimo • 19 • Werewolf • Bèta

    • • •


    En ik krijg mijn gelijk weer, mijn slechtgemutste broer zet zijn 'I don't give a fuck' gezicht op, zoals ik verwachtte.
    “WIJ hebben inderdaad een auto die sneller is. Who cares. Grow up, Maninho.” zegt hij met een wegwerpgebaar. Hij klakt met zijn tong en haalt zijn schouders op, om daarna rechtstreeks naar de bus te lopen. Ik maak een gebaar dat zegt 'hij is echt onmogelijk' en richt mijn ogen ten hemel en schud mijn hoofd. Vreemde kerel, serieus. Ik zucht en loop dan in lichte looppas achter mijn evenbeeld aan. De geur wordt erger en erger bij elke stap die ik dichter in de buurt van de bus zet, maar ik probeer het te negeren en zie hoe Ezequiel zijn tas een beetje verkrampt, nog harder omklemde. Ik durf er om te wedden dat hij weer de helft niet bij heeft, de chorão*. Zit hij te zeuren dat ik snurk, wel ook met bovennatuurlijke zintuigen kan je beroep doen op oordopjes. Maar waarschijnlijk is hij daar te koppig voor, steenezel. Maar dan nog, ik weet dat hij weigert meisjeszeep te gebruiken, onder geen enkel beding, maar dat Alexalyn hem zou dwingen als hij stinkt. Als ze dat doet, ga ik weer dood van het lachen, omdat ik het nog eens extra hard ruik. Ik zucht als ik voor de deur van de bus kom te staan, adem nog eens diep in en uit en ga naar binnen. Ik zie hoe al enkele mensen hebben plaatsgenomen in het lelijke geval en speur met mijn haviksogen de hele bus af. Ik besluit mijn neus niet te veel te gebruiken in deze erbarmelijke omstandigheden en zie dus Ezequiel al snel zitten. Meneer Grumpy is al neergeploft op één van de bankjes in de bus en heeft zijn gezicht al tegen de koude vensterwand gedrukt en zijn ogen zijn gesloten. Ik loop geniepig het gangpad door en zet mijn tas neer op de plek naast Tascha en plof neer naast mijn tweelingbroer. "A próxima vez que você me chama de 'Maninho' você fica deitado na cela no chão, entender escravo**?" zeg ik venijnig en best luid in zijn oor. Ik weet bijna zeker dat hij me zou aanvallen als we niet omringd werden door mensen, maar dat hij het nu niet zou doen. Ik sta op en zet mijn sporttas tussen mijn benen neer voor ik me op Natascha richt en op de lege plek naast haar plof. "Olá, Black Widow***." zeg ik, doelend op haar voornaam. Ik praat expres Portugees, omdat zij net Spaans is en daarin de nadruk anders ligt en steek mijn tong naar haar uit. "Como está****?" Ik glimlach breed, ook al weet ik dat ze net zo'n grote brompot is in de ochtend als Ezro. Het kan me niet schelen om eerlijk te zijn, ik trek me toch meestal niks aan van andere mensen hun gedrag. Als ik weet dat het niet gemeend is laat ik het sowieso varen, wat er ook gezegd mag zijn.

    *Zeurpiet
    **De volgende keer dat je me 'klein broertje' noemt lig je in houdgreep op de grond, begrepen slaaf?
    *** Black Widows naam is Natascha Romanoff mocht je deze verwijzing niet snappen.
    **** Hoe gaat het?

    [ bericht aangepast op 22 juli 2014 - 23:48 ]


    Sidera nostra contrahent solem lunamque