• Arrendale State Prison


    Regels

    ° Minimum van 300 woorden.
    ° Bestuur enkel je eigen personage, tenzij
    je toestemming hebt van een ander.
    ° Geen Gary-Stu's en Mary Sue's.
    ° 16+ is toegestaan.
    ° Naamsveranderingen doorgeven.
    ° Alleen ik maak nieuwe topics.
    ° Maximaal 3 personage's, in variatie.
    ° Ruziemaken doe je maar ergens anders.
    ° Reserveringen blijven 5 dagen staan.
    ° Geef mensen de kans om rustig te reageren.
    ° Hou het realistisch!

    Topics

    Rollentopics: 1
    Praattopics: 1, 2
    Speeltopics: 1



    Arrendale State Prison, een gevangeniscomplex die beide sekses huist in Georgia. Waarom? Vanwege bezuinigingen. Deze gevangenis leidt daar erg onder, er wordt op van alles bezuinigd. Dit valt ook wel te merken aan het gebrek aan personeel. Ze proberen het gevangenisleven zo gemakkelijk en goed mogelijk te laten verlopen, maar er gebeurd altijd wel iets. De gevangenen zitten er natuurlijk ook niet voor niks.


    Rollen

    Gevangenen:

    ° Ivy "Smiley" Leone - 24 - Twisty 1,2
    ° Pilar Soledad Cruz - 23 - Wallace 1,9
    ° Devina "Dracula" May Black - 25 - Ambrose 1,9
    ° Laylah "Angel" Adkins - 26 - Yoda 1,5
    °
    ° Tabitha Hazel Guthrie - 25 - Gardenzio 1,5

    ° Nick "Barbie" Olsen - 32 - Assassin 1,1
    ° Duncan "Bad Luck" Henderson - 30 - Wallace 1,7
    ° Hayden "Spikey" Adams - 27 - Californication 1,6
    ° Floyd "Siren" Castiel Straye - 23 - Rekkles 1,8
    ° Aidan "Creep" Dean Thomson - 21 - C_A_L_M_ 1,3
    °

    Medewerkers:

    ° Cipier - Geneviva Amelia Jones - 27 - C_A_L_M_ 1,4
    ° Cipier - Catharina Penelope Gates - 25 - Gellert 1,6
    ° Cipier - Toran Celestine Harley Montgomery - 26 - Dumbledore 1,10

    ° Cipier - James "groentje" Redford - 24 - Assassin 1,5
    ° Psycholoog - Trevor "Manipulator" Goode - 28 - GrumpyCat 1,7
    ° Arts - Trenton Sawyer - 35 - Ambrose 1,9


    Celindeling


    ° Ivy Leone -
    ° Pilar Soledad Cruz - Devina May Black
    ° Laylah Adkins - Tabitha Hazel Guthrie

    ° Nick Olsen - Floyd Castiel Straye
    ° Duncan Henderson - Aidan Dean Thomson
    ° Hayden Adams -



    Rooster

    7:00 - opstaan
    8:00 - douchen
    8:30 - ontbijt
    10:00 - vrije tijd
    12:00 - lunch
    13:30 - vrije tijd
    18:00 - diner
    19:30 - mogelijkheid om film te kijken
    22:00 - slapen


    De gevangenis bestaat uit twee vleugels en een middengedeeltes waar je de gezamenlijke ruimtes vind. Een vleugel voor mannen en eentje voor vrouwen. Elke cel heeft een stapelbed, wat betekend dat iedereen een (willekeurige) celgenoot krijgt. Aan het einde van elke vleugel vind je douches. De gezamenlijke ruimtes bestaan uit een kantine, een recreatiezaal, een tuin buiten en een kapel. Verder heb je ook nog ruimtes waar gevangenen niet mogen komen, zoals de koffieruimte van de cipiers, de ziekenzaal en de kantoren.
    Elke gevangene krijgt standaard gevangeniskledij, wat bestaat uit een donkerblauw overal met lange lange mouwen, een donkerblauwe broek, een donkerblauwe jas voor als het koud is, een grijs shirt met lange mouwen, een wit t-shirt en een witte top. Ze krijgen ook een donkerblauwe muts en grijze schoenen zonder veters. Ze mogen echter ook door de gevangenis goedgekeurde kleding dragen.

    [ bericht aangepast op 15 dec 2014 - 19:57 ]


    Your make-up is terrible

    [MT]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    TABITHA HAZEL GUTHRIE


    Het is een geluk bij een ongeluk dat de dagen in de gevangenis altijd vroeg beginnen, rond zeven uur moet je toch echt naast je slaapplaats staan. Wanneer je een plaats in de kantine hebt kunnen bemachtigen, moet je uitkijken voor de groepen die er allemaal zijn. Het moment dat er één of andere onzinnige reden is wat ze niet aanstaat, zullen ze dat zeker bij je laten merken. De eerste week van Tabitha is ook niet zonder slag of stoot gegaan, ze moest een boel doorstaan. Het meeste kon haar niet veel deren, maar wanneer het te persoonlijk word, zet ze wel haar stekels op. Ze zullen bij haar niet ongedeerd wegkomen, zelfs niet mocht het één of andere mannelijke leider van een kliekje zijn. Dat effect ziet ze dan wel de volgende keer.
          Een hard geluid wekt haar, laat haar de lichte poelen openen en zich voor een enkele keer omdraaien. Totdat ze een mannelijke stem hoor, zijn gestalte ziet verschijnen en vervolgens schaamteloos naar zijn voorkomen blijft staren. Tabitha had hem nog niet eerder gezien in haar kleine tijd hier, ergens voelde ze een lichte opluchting. Hem benaderen of wat tegen hem zeggen doet ze echter niet, ze wil alleen eten. Zodra ze zich gewassen en aangekleed heeft, wat je hoort te doen in de gezamenlijke doucheruimte, waar ze absoluut geen last van ondervind, begeeft ze zich richting de kantine. Voor een kort ogenblik denkt ze een glimp te hebben opgevangen van een specifieke man, Hayden om precies te zijn, waar ze enkele dagen terug behoorlijk wat onenigheid mee heeft gehad. De eerste keer was wel te doen, maar de opvolgende haalde het bloed onder haar nagels vandaan. Goddank was het hem niet, waardoor ze al snel verder beent, prut op haar bord laat gooien en met haar dienblad aan een tafel plaatsneemt ergens in een hoekje.

    [ bericht aangepast op 6 okt 2014 - 0:02 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    [Mijn topics.]

    [ bericht aangepast op 6 okt 2014 - 10:41 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Laylah 'Angel' Adkins - Gevangene

    Ik was allang wakker voordat de bewaker de deur opende en de slaperige zielen ontwaakte. Enkele uren van mijn dag waren al besteed aan staren naar het bed dat zich boven het mijne bevind en ik was blij dat ik eindelijk vrij was om te gaan en staan waar ik wilde. Of, nouja, vrij om te gaan en staan waar de regels zeiden dat ik mocht komen in het gevangeniscomplex zelf. Wat, na mezelf uitgebreid te hebben uitgerekt, de doucheruimte betekende. Voordat mijn nieuwe kamergenote goed en wel wakker is, ben ik de deur al uitgeglipt. Het eerste kwartier in de douches, is meestal het beste kwartier. Een geluk bij een ongeluk dat ik meestal vroeg wakker ben. Ik hoef me geen zorgen te maken over eerst wakker worden voordat het lauwe water een zwakke poging moet doen om dat voor elkaar te krijgen. Mijn haar knoop ik voor vandaag in een hoge knot voordat ik onder het water stap. Ik heb het gister net gewassen en als ik dat twee dagen achter elkaar doe, dan kan ik net zo goed een pruik van stro gaan dragen. Ik voel me nog steeds niet op mijn gemak in de openbare doucheruimte, na al die jaren. Je zou verwachten dat ik hier zonder te knipperen in volle glorie zou kunnen staan, maar dat is niet zo. De zenuwen zijn er tenminste af, dat scheelt al heel wat. Maar op mijn gemak ben ik nog steeds niet. Dus mijn douche is, zoals elke morgen, snel.
          In alle rust slof ik vervolgens richting de eetzaal. De afgelopen week is best hectisch geweest. Ik heb een nieuwe kamergenote gekregen, met wie ik nauwelijks een woord gewisseld heb (niet dat ik klaag) en ook is er een nieuwe man binnen gekomen. Niet zoals het gewoonlijke type dat hier ronddwaalt. En dan hebben we nog het groentje dat de wachter binnen hebben gesleept. Teveel verandering op korte tijd, als je het mij vraagt. Je weet nooit wat het in het dagelijkse ritme gaat veranderen.
          Zoals gewoonlijk bestaat het ontbijt uit een ondefinieerbare massa prut, ik gok na twee jaar nog steeds naar het precieze gerecht. Havermoutpap is tot nu toe mijn beste gok. Al kan het best zijn dat de havermoutpap en de rijstepap zodanig op elkaar lijken hier, dat ik het verschil niet eens meer kan zien. Toch denk ik dat het deze ochtend havermoutpap is. Het is een geluk bij een ongeluk dat ik slechter gewend ben. De brij op mijn dienblad is namelijk moeilijk weg te krijgen. Ik zoek een willekeurige plek op, plof neer en por wat in mijn eten. Echt aandacht aan of er al iemand aan de tafel zit, doe ik niet. Ik behoor toch niet tot een groepje en een gesprek op de ochtend zit er veelal niet in. Niet dat ik dat erg vind, zo praatgraag ben ik over het algemeen niet. Met moeite laat ik de dikke brij door mijn keel glijden. Het perfecte begin van de dag.


    If you don't stand for something, you'll fall for anything.

    Matheus "Mattie" Fallese

    Natuurlijk had ik geen zin om uit dit harde bed te stappen. Geloof me, ik lag liever de hele dag hier dan dat ik de cel uit ging. Het was gewoon mijn opstandige gedrag waar ik overheen moest. Ik kwam kreunend overeind en haalde een hand door mijn haar.
    Ik haalde mijn hand even langs mijn wang en stond op uit het bed. Ik liep naar mijn kleren toe en pakte deze op. Ik had nog wel even tijd om te douchen, dus ik liep de cel uit richting de douches. Daar kleedde ik me uit en zette de kraan aan, liet het water snel over me heen komen en waste mijn lichaam. Toen ik klaar was droogde ik mezelf af, trok de overall aan en knoopte deze halverwege om mijn middel. Vervolgens trok ik de tanktop aan en stopte deze in de overall. Ik liep de douches uit. Ik keek even de gang in en liep toen naar de kantine.
    Daar liep ik traagjes achter de rij aan en pakte een dienblad. Hierop zette ik een kommetje en liep achter de mensen aan. Bij het einde aangekomen had ik een vieze brij in het kommetje liggen. Ik trok mijn neus even op.
    "Bleh..." kwam er uit mijn keel en ik draaide me om - om te kijken bij wie ik eens kon gaan zitten (of dat ik alleen kon gaan zitten). Uiteindelijk viel mijn blik op een van mijn vrouwelijke medegevangene: Laylah, ook wel Angel genoemd, als je haar bij haar bijnaam aanspreekt.
    Ik hield het dienblad in mijn handen en liep naar Laylah toe. Daar zette ik het dienblad naast dat van haar en trok de stoel met luid geschuif naar achter. Ik nam plek en keek Laylah aan, voor een tijdje, en begon toen te eten. Als je het eten kunt noemen dan.
    "En, wat vind onze engel?" Ik keek even opzij en nam nog een hap van de brij.

    [Het is erg kort, sorry daarvoor (: ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    † Ivy "Smiley" Leone
    Zeven uur. Zeven uur, het tijdstip waarop de gevangenis wakker werd en de bewakers iedereen wakker schreeuwden - of nou ja, soms, dan. Ik was al wakker. Stipt vijf uur was het voor mij. Ik vond het fijn om naar de stilte te luisteren, me te bedenken of vandaag zou worden zoals elke dag hier of niet - of er wat viel te doen, of er zwakken rondliepen. Het was misschien een beetje vroeg om daarover na te denken, maar nu had ik daar ten minste de gelegenheid voor - nu waren er geen schreeuwen die mijn gedachten onderbreken, geen bewakers die je aanstaarden. Ik lag plat op mijn rug en staarde naar het plafond toen de secondeteller zeven uur passeerde. ''Dames, opstaan!'' hoorde ik ergens vandaan komen, en soepeltjes sprong ik uit mijn bed - de bovenste van het stapelbed - en haalde ik vluchtig een hand door mijn blonde, warrige haren. Ik pakte mijn verzorgingsspulletjes en sjokte zo door naar de douches, zonder nog wat te zeggen tegen mijn celgenoot - ik was een zwijgzaam persoon, maar dat wist zij inmiddels ook wel.
    Doordat ik redelijk snel was, waren er slechts twee waar ik op moest wachten voordat ik onder de douche kon springen. Het duurde niet langer dan vijf minuten voordat ik mijn haren had gewassen en ik voelde dat het langzaam koud werd, dus ik dook eronder vandaan en kleedde me om, om vervolgens mijn weg naar de spiegels te zoeken, waar ik mezelf een beetje opfriste. Heel even observeerde ik de ruimte - de wachtrij voor de douches die steeds langer werd, enkelen die boos werden omdat sommigen te lang onder de douche stonden, sommige dames die allang klaar waren en nu hun weg naar de ontbijtzaal zochten - ik sloot me aan bij deze groep en eenmaal aangekomen, ging ik in de rij staan voor het eten. Er waren veel rijen, en ja, dat maakte me behoorlijk chagrijnig. Ik hield er absoluut niet van om te wachten en mijn blik stond dan ook op onweer, wat het grootste deel van de dag wel zo was. Uiteindelijk was ik aan de beurt en er werd een prutje op mijn bord gegooid, dat met een vies geluidje terecht kwam. Een paar sneetjes brood en een kuipje yoghurt volgden en ik keek even rond om te zien waar ik kon zitten.
    Een tafel in een hoek ving mijn blik - een enkeling zat er al, maar verder zat alles vol - en ik liep er op mijn dooie gemakje naartoe. Ik nam plaats en met het nodige kabaal legde ik mijn dienblad neer. Ik raakte het eten nog niet aan en keek de ruimte rond, waar langzaam meer mensen naar binnen druppelde. Sommigen vrolijk, anderen net zo chagrijnig als ik. Kort liet ik mijn blik rusten op de jongeman aan de andere kant van de tafel. Ik dacht dat hij Nick heette, bekend stond als Barbie door zijn haren, maar daar bleef het ook bij. Ik praatte niet veel met mensen, dus nu zei ik ook geen woord. Ik keek even naar mijn havermoutpap en nam met tegenzin een hapje.

    [ bericht aangepast op 7 okt 2014 - 10:34 ]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    ° Nick "Barbie" Olsen ° gevangene

    Het wordt steeds drukker in de kantine, de rij voor het ontbijt wordt langer en langzaamaan raken de meeste plekken bezet, terwijl mensen elkaar opzoeken. Daarbij komen de cipiers een oogje in het zeil houden en wordt het ook nog eens steeds lawaaieriger. Ik eet wel op mijn gemak, het lawaai heb ik leren buitensluiten en mensen komen niet vaak bij me zitten. Als ze hier al komen zitten, zijn het einzelgängers net als ik, of groepjes die uit maximaal 3 personen bestaan.
          Ik ben dan ook niet verbaasd als Ivy haar dienblad tegenover me neerzet en plaatsneemt. Ze is een stil meisje en volgens mij heb ik nog nooit met haar gepraat. Haar bijnaam is Smiley, maar ze kijkt toch behoorlijk chagrijnig. In tegenstelling tot mezelf, ik eet mijn eten rustig op en kijk er niet eens naar, kijkt ze met een wantrouwige blik naar het goedje op haar dienblad voordat ze een hap neemt, alsof het stront is. Toevallig lijkt het wel bijna dezelfde structuur als diarree, maar daar denk ik maar niet te lang over na, dan kijk ik er straks op dezelfde manier naar.
          "Het is maar havermoutpap," merk ik op, als ik haar aankijk. "Je doet je bijnaam ook vandaag geen eer aan, meis."
          Ik wijs haar schaamteloos op haar chagrijnige blik waarna ik mijn aandacht weer op mijn eten richt en dooreet. Ik let niet al te veel op de mensen hier, toch heb ik ondertussen wel een beetje door hoe de anderen zijn, wat hun gewoontes zijn. Zelfs als ik me helemaal zou terugtrekken, zou ik dat nog opmerken. Het kan ook niet anders als je 24 uur per dag op elkaars lip zit.
          Mijn koffie bewaar ik altijd tot het laatst, om de smaak van het ontbijt weg te spoelen. Het is toch eerder zwart water dan echt koffie, maar beter dan niks. Thee moet je mij echt niet geven, dan ga ik wel stampij maken. Ik wil mijn dag echt niet zonder koffie beginnen. Het is nog heet, de damp slaat eraf, dus eet ik rustig verder. Niet gehaast, ik ben eigenlijk nooit gehaast.
          "Ik hoop toch dat we morgen eens rijstepap krijgen, voor de verandering."


    Your make-up is terrible

    † Ivy "Smiley" Leone
    Ik was zoals gewoonlijk weer in gedachten verzonken terwijl ik het spul met kleine hapjes naar binnen werkte. Ik deed mijn best om de vieze smaak te negeren, maar helaas lukte dat niet zo goed. ''Het is maar havermoutpap.'' Ik schrok op van zijn stem en langzaam hief ik mijn hoofd weer, om Nick aan te kijken. Ik gaf geen antwoord. ''Je doet je bijnaam ook vandaag geen eer aan, meis.'' Ik trok een wenkbrauw op en het duurde even voordat ik antwoord gaf.
    ''Dat gaat ook een beetje moeilijk, als je weet waar ik 'm aan verdiend heb,'' zei ik met een zachte stem. Mijn mondhoeken krulden lichtjes omhoog aan de herinneringen - de naam had ik gekregen van de baas van mijn vader, die vaak bij ons thuis was om dingen te bespreken. Zodra hij wist wat ik allemaal uitvoerde barstte hij in lachen uit, ondanks dat ik hem enkel met een glasharde blik had aangestaard. 'Ha!' had hij uitgeroepen, 'Je moet haar eens Smiley noemen, Joel.' Mijn vader. Hij lachte nog steeds. 'Geniaal, gewoon. Een 'big smile' voor eeuwig, meis, in tegenstelling tot jou.' Ik had mijn schouders opgehaald, maar die bijnaam was toch altijd gebleven. Ik werd vanaf dat moment amper aangesproken met 'Ivy' en ergens gaf het me wel trots - het liet ten minste zien dat ik niet bang was om mijn slachtoffers te verminken. Dat ik ervan genoot. Het had er voor gezorgd dat ze me wat serieuzer namen en dat vond ik fijn.
    Ik bleef Nick nog even aanstaren en at toen verder. Ondanks dat ik halverwege al vol zat, dwong ik mezelf om verder te eten. 'S ochtends kreeg ik nooit veel eten naar binnen, maar ik wist dat ik geen keuze had, hier. Die energie had je simpelweg nodig, want veel kregen we nou niet bepaald.
    ''Ik hoop toch dat we morgen eens rijstepap krijgen, voor de verandering,'' zei Nick. Ik knikte langzaam en slikte mijn laatste hap weg, om vervolgens mijn lepel neer te leggen. ''Dat smaakt toch nog wat beter dan dit,'' mompelde ik. Ik spoelde de smaak weg met een paar nipjes van mijn thee en zuchtte toen even. Ondanks dat ik hier jarenlang zat, kon ik er niet bij - het eten was zo verschrikkelijk vies. Ik wilde mezelf nou niet verwend noemen, ook al wist ik dat ik dat was, maar thuis kon ik letterlijk eten wat ik wilde. Pizza? Iemand werd gestuurd om pizza voor me te halen. Die luxe miste ik, maar ik wist dat ik het nooit meer zal meemaken dus ik probeerde er maar mee te leven. Ik keek even de kantine rond en de drukte maakte mijn humeur er niet beter op.

    [ bericht aangepast op 7 okt 2014 - 13:21 ]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    Silas "Suit" Sinclaire || Gevangene

    Terwijl hij de dikke brij opat die men hier havermoutpap noemde, bestudeerden zijn hemelsblauwe ogen de veroordeelden die zich in de kantine vestigden. Silas herkende een aantal arrestanten van gezicht, maar er was nog maar één persoon waar hij een naam op kon plakken, en dat was toevallig zijn celgenoot. Hij had nog geen tijd kunnen vinden om de mensen in het complex te leren kennen, en daarnaast was het nog maar de vraag of de donkerharige man daar wel zo veel behoefte aan had. Hij had immers vernomen dat de meeste veroordeelden in deze gevangenis een ellenlange lijst aan aanklachten in hun bezit hadden, waarvan de meeste klachten een stuk ernstiger waren dan de illegale zaakjes waar Silas zich mee bezig had gehouden.
          Uiteindelijk viel zijn blik op een jongedame met een ongewone haarkleur. De vrouw had plaatsgenomen aan één van de lege tafeltjes in de kantine, en op de één of andere manier had ze Silas zijn aandacht weten te trekken. Misschien was het wel haar enigzins, aparte manier van voorkomen die hem was opgevallen, maar wat het ook mocht zijn, het was in ieder geval genoeg geweest om Silas lichtelijk te intrigeren.
          De blauwogige man besloot om zijn lauwwarme thee in één teug leeg te drinken, waarna hij zijn laatste lepel pap naar binnen werkte en vervolgens overeind kwam om zijn dienblad op te ruimen. De ietwat vreemde blikken die men hem toewierp, negeerde hij weeral. Blijkbaar vonden een aantal gevangenen het eigenaardig dat iemand zijn troep vrijwillig opruimde, maar Silas was nou eenmaal niet de persoon die om een dienblad zou gaan mokken. Hij kon weliswaar vrij koppig en trots zijn, maar hij had nog steeds het fatsoen om zijn eigen rommel op te ruimen, voordat hij plaatsnam op de stoel tegenover de opvallende jongedame.
          "Het zou erg onbeleefd van me zijn geweest als ik een dame in haar eentje liet zitten," verklaarde Silas zijn plotselinge aanwezigheid, waarna hij besloot om zich direct voor te stellen om ongemakkelijke stiltes te voorkomen, alhoewel hij niet zeker wist of de vrouw wel zo gecharmeerd zou zijn van zijn toenadering. "Mijn naam is Silas. Silas Sinclaire."

    [Ik ga toch in de derde persoon schrijven, want dat vind ik een stuk gemakkelijker]

    [ bericht aangepast op 7 okt 2014 - 17:04 ]


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Hugh Creed McAvoy ~ Cipier

    Zoals gewoonlijk stap ik mijn auto uit. Ik doe hem op slot en loop naar de ingang. Ik laat mijn pasje zien en geef de bewaker een hoofdknikje, waarna ik zonder op een reactie te wachten doorloop naar de personeelskamer. Ik bekijk het rooster, en zie al gelijk dat ik weer goed zoet ben voor vandaag. Tot de vrije tijd van de gevangenen heb ik niet veel te doen, behalve de gangen te controleren, dus ik zet koffie en plof neer in een van de stoelen. Ik zwaai mijn benen op de tafel en kijk de kamer rond. Aan kleine dingen kan ik al zien dat er iemand is geweest. Dan besluit ik maar alvast een rondje door de gevangenis te maken. Veel kom ik op mijn weg niet tegen, behalve een paar gevangenen, die me blikken toewerpen. Ik negeer de blikken en loop richting de kantine, met mijn pasje bij de hand.
    Eenmaal in de kantine, kijk ik hoe de gevangenen één voor één binnendruppelen voor het ontbijt. Ik ga met mijn rug tegen de muur staan en kijk gedachteloos voor me uit. Deze baan die ik nu al een paar jaar heb, cipier, was al vanaf ik hier begon niet zo heel lastig. Soms miste ik het leven als marinier weleens, maar na mijn laatste uitzending kon ik het niet meer. En ach ja, zolang ik bij mezelf de orde kan behouden vind ik dit niet zo'n heel vervelend baantje, ondanks dat het slecht betaald wordt. Mijn blik glijdt over de gevangenen. Elk hebben ze hun eigen misdrijf, de heer mag weten wat ze allemaal hebben uitgespookt. Sommige zitten hier al een aantal jaar, sommige zijn vorige week pas aangekomen als nieuwe. Een gevangene werpt een bakje naar me toe, en humeurig kom ik van de muur af. "Ruim je dat even op?' Zeg ik nors. "Over nieuwe gesproken... Ik moest ons groentje maar eens gaan zoeken." Mompel ik in mezelf, waarna ik de kantine weer uitloop.

    [Sorry dat het zo kort is, ik hoop mijn stukjes langer te kunnen maken :'D ]


    "At least I am much stronger than when I was unaware of my own weakness."

    TABITHA HAZEL GUTHRIE


    Hoewel ze hier pas enkele dagen verkeerde, was het in sommige opzichten al duidelijk wat ze wel en niet kon maken bij enkele personen. Zo was er een man die stiekem voor bepaalde spullen kon zorgen, de jongedame had enkel geen flauw benul wie deze persoon was. Ze luistert regelmatig andere gesprekken af, praat zachtjes mee en probeert wat meer informatie los te peuteren bij de medegevangenen. De eerste week is niet gemakkelijk geweest, maar dat had ze eveneens niet verwacht en degenen die zoiets wel hadden gedacht, waren achterlijk naïef. Er waren in het geheim redelijk wat mensen waar ze de naam van afwist, wat voor misdaad ze hadden begaan en welke leeftijd ze hadden. Dat soort informatie vind ze elke keer wel interessant om te weten, tenzij de personen bij haar gaan speculeren – daar is ze wat geheimzinniger in.
    Haar lichte poelen glijden door de grote, maar rumoerige ruimte heen, totdat deze bij een opvallende man blijven hangen. Hij is uitdrukkelijk apart, gezien hij haar al aan het bestuderen was, waar ze nog geen negatief ofwel positief gevoel bij had gekregen. Ze probeerde de situatie in te schatten, wellicht zou ze wel naar hem toe lopen om gegevens los te krijgen ofwel zou ze op een speelse manier oogcontact houden en daarna acteren alsof hij lucht is. In eerste instantie had ze al helemaal besloten de tweede optie te nemen, totdat hij plotseling bij haar aan tafel was gaan zitten. In een wazige herinnering zag ze nog dat hij op haar af was gelopen, waardoor opstaan en het hazenpad nemen geen optie meer was.
          “Het zou erg onbeleefd van me zijn geweest als ik een dame in haar eentje liet zitten,” liet de desbetreffende man haar weten, wat een cryptisch glimlachje bij de jongedame uitlokte. Verder scheen ze niet onder de indruk te zijn, maar ze keek het vaak eerst aan hoe het verliep, daarna trok ze pas een conclusie. “Mijn naam is Silas. Silas Sinclaire.” Er viel een stilte van luttele seconden bij de twee, terwijl het rondom hen nog altijd rumoerig was in de kantine. Ze nam een paar happen van de prut, schoof het vervolgens weg en leunde wat meer naar achteren, tegen de leuning van de stoel aan. Haar hazelkleurige kijkers dwalen bijna onopmerkelijk over zijn gezicht heen, drongen vervolgens in zijn ogen, welk een lichtblauwe kleur hadden en – voor haar – redelijk nieuwsgierig stonden. Tabitha grijnsde kwajongensachtig.
          “Silas Sinclaire, gezien er zeker enkele jonge vrouwen nog alleen zitten,” begon ze uiteindelijk haar eerste woorden, waarbij ze de ruimte rond keek om haar woorden kracht bij te zetten, “waarom heb je voor mij gekozen?” Ze glimlachte ondeugend tegelijkertijd dat ze haar gezicht afwendde – dacht hij dat ze eerder hulpeloos zou zijn? Er kwam een spottende opmerking bovendrijven, maar ze vond het momenteel niet nodig dus slikte ze het in. “Bij nader inzien is het wel zo galant van je een vrouw de benaming 'dame' te geven, zelfs al zit ze in de bajes.” Haar poelen vonden die van hem tijdens de zin weer, terwijl ze een gekleurde haarlok rondom haar slanke wijsvinger wond. “Zodoende zal ik het door de vingers zien dat je bij me eerder zat te bestuderen.” Het gegeven dat hij zich voor had gesteld, negeerde ze verder. Ergens was ze geïntrigeerd om te weten hoe hij erop zou reageren en of hij dat überhaupt wel zou doen.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    ° Nick "Barbie" Olsen ° gevangene

    ''Dat gaat ook een beetje moeilijk, als je weet waar ik 'm aan verdiend heb,'' antwoordde ze, haar stem klonk zacht en haar mondhoeken krulden lichtjes omhoog in iets dat geen gewone glimlach leek te zijn waarbij ze me aanstaart voordat ze verder begon te eten.
          Ik heb wel een idee, het zal vast met de reden te maken hebben dat ze hier zit, maar daar heb ik geen idee van. Ik weet dat veel gevangenen eeuwig zullen blijven volhouden dat ze onschuldig zijn en als je aan ze vraagt waarom ze hier zitten, zullen ze zeggen dat ze een slechte advocaat hadden en niks hebben gedaan. Ik ben echter niet het type om vol te blijven houden dat ik onschuldig ben, maar mijn daden zal ik ook nooit rond strooien. Maar weinig mensen weten waarvoor ik zit.
          "Het ziet er niet naar uit dat je van plan bent om de reden te delen, of wel Ivy?" vraag ik, waarna ik verder eet en een opmerking maak over rijstepap.
          Ze knikt erop. ''Dat smaakt toch nog wat beter dan dit,'' mompelt ze, waarna ze nipt van haar thee, met een zucht.
          "Ik denk dat alles beter smaakt op dit moment."
          Mijn dienblad is nu helemaal leeg, waarna ik hem opzij schijf en mijn handen om de plastic beker met koffie sla. Een mok van aardewerk zal je hier toch niet krijgen. Mijn koffie hou ik zwart, niet dat ik veel keus heb. Je kan suiker kopen, maar daar wil ik mijn geld niet aan verspillen. Ik bewaar het liever voor als ik echt iets nodig heb, zoals badslippers of tandpasta. Net zoals in de normale samenleving moet je van alles kopen, hoewel het niet zo duur is als hierbuiten. Maar daarbij hebben wij ook niet veel hierbinnen.
          Mijn blik glijd naar de klok, zelfs die zit half verstopt achter een rij stalen tralies. Het ontbijt is nog lang niet voorbij en ik kan amper wachten tot het tien uur is. Dan kan ik eindelijk naar buiten om een rondje te rennen, iets dat ik elke ochtend doe. Ik vind het prettig om te bewegen, mijn benen te strekken en mijn kracht uit te testen, wat ik later doe met de daarvoor beschikbare apparaten. Van alles hier is verboden omdat je een ander ermee kan verwonden, maar je eigen wapens mag je wel trainen, je lichaam. Ik kan oprecht zeggen dat ik hier sterker ben geworden dan ik ooit hierbuiten geweest ben.


    Your make-up is terrible

    † Ivy "Smiley" Leone
    ''Het ziet er niet naar uit dat je van plan bent om de reden te delen, of wel Ivy?'' Ik haalde zwakjes mijn schouders op en nadat ik mijn blik langs allerlei mensen heb laten glijden, liet ik hem weer rusten op Nick. ''Je mag het best weten,'' zei ik, ''Maar soms houden vragen een mens interessant.'' Een zacht, vreugdeloos lachje rolde over mijn lippen en ik speelde een beetje verveeld met een haarlok nadat ik zijn blik even had gevolgd naar de klok. ''Ik weet ook niet erg veel over jou, Nick,'' zei ik op dezelfde toon als hij had gebruikt. Ik nam even de kans om hem in me op te nemen. Blonde haren, gespierd, opvallende blauwe ogen en een klein baardje. Op deze manier bekeek ik hem schaamteloos. ''Ziet er ook niet echt naar uit dat je dat gaat vertellen.'' Mijn stem had een uitdagende ondertoon, maar was nog altijd zacht. Ik hield er niet zo van om geforceerd intimiderend te doen, want ik wist dat ik dat niet was. Niet op het eerste gezicht, ten minste, maar sommigen hier leken zo hard hun best te doen om de stoerste te zijn. Het liet me alleen maar lachen. Uiteindelijk wendde ik mijn blik weer af, kijkend naar de andere tafels. Sommigen zaten alleen, andere tafels hadden amper genoeg plek voor de mensen die er zaten. Er waren ontzettend veel groepjes in de gevangenis, maar ik heb daar nooit behoefte aan gehad. Ik vertrouwde mensen niet, net zoals dat ik niet te vertrouwen ben. Niemand was dat, hier.
    Een zachte zucht rolde over mijn lippen en de haarlok waarmee ik speelde, wikkelde ik even om mijn vinger. Ik zat hier dan wel al een aantal jaar, maar het vooruitzicht van levenslang was allesbehalve motiverend. Elke dag opstaan en dezelfde routine begaan als de dag ervoor kon soms nog behoorlijk lastig zijn, maar het wende wel. Alles wende uiteindelijk.


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    Mikhail "Mickey" Hranica // Gevangene

    Een tevreden glimlach stond om zijn lippen gekruld terwijl hij zich nog eens in zijn bed omdraaide en zich terug fatsoenlijk legde. Hij lag net stil toen er ineens iemand de cel met veel kabaal opendeed en ervoor zorgde dat de man bijna twee meter de lucht invloog. In een plotse beweging had hij zichzelf recht gezet. Als hij groter was geweest, had hij door die beweging vast en zeker zijn hoofd tegen het plafond gestoten, maar hij was nu eenmaal een stuk kleiner dan de gemiddelde man die hier rond liep waardoor hij het plafond alleen met zijn hoofd raakte als hij op zijn knieën zou gaan zitten. Loom wreef hij met zijn handpalmen door zijn ogen voordat hij zijn benen over de rand van zijn bed zwierde en op de grond sprong. Zijn knieën bogen een stukje door van zodra hij de grond raakte en met verende passen liep hij naar de plek waar hij zijn overall en shirt de vorige avond had heen gegooid. Een nieuwe boxer werd aan de kledingstukken toegevoegd waarna hij zich naar de douches begaf. Fluitend kleedde hij zich uit, schaamde zich niet echt. Aan zijn lichaam was niet veel spectaculairs te zien afgezien van de littekens die over zijn rug heen liepen. Hij had niet zoveel spiermassa als sommige mannen die hier rondliepen en hij had geen fancy tatoeages die de helft van zijn lichaam in beslag namen. Hij had vroeger wel een tongpiercing gehad, maar die had hij moeten uitdoen op het moment dat hij de gevangenis betrad” waardoor er alleen een minuscuul gaatje in zijn tong te vinden was. Eigenlijk best spijtig dat hij het ding had moeten uitdoen, hij had het altijd fijn gevonden om er mee te spelen. Op zijn gemak kantelde de man zijn hoofd naar achteren zodat de waterstralen zijn gezicht raakten en langs zijn nek naar beneden liepen. Pas toen het echt heel erg koud begon te worden en hij aan het trillen was, ging hij er onderuit en kleedde zich op een iets sneller tempo aan. Scheren deed hij morgen wel, daar had hij vandaag gewoon geen zin in.

    Op een iets sneller tempo baande hij zich terug een weg naar de cel om zijn spullen op te bergen om zich daarna om te draaien en de stroom naar de eetzaal te volgen. Ritmische geluiden ontstonden toen de zolen van hun schoenen contact maakten met de vloer en werd aangevuld met luid geroezemoes toen hij de eetzaal binnenliep. Mikhail trok een gezicht toen na wat aanschuiven een lepel bruine brij werd opgeschept, maar hij herpakte zich zo snel mogelijk. Iets beters zouden ze toch niet krijgen en daarbij had hij genoeg honger om het goedje op te kunnen eten. In plaats van zoals iedereen een plaatsje te zoeken aan een van de tafels, pakte hij zijn bord van het dienblad af, zette dat dienblad aan de kant en glipte de eetzaal uit. Er waren nog genoeg mensen naar binnen aan het lopen en hij was klein genoeg om helemaal op te gaan in de menigte. Het kon zijn dat een van de bewakers hem gezien hadden, maar normaal zouden ze moeten weten waar hij juist naartoe ging en dat hij heus niet zomaar iemand ging neersteken of een ontsnappingspoging ging doen. In plaats van ook maar in de richting van de uitgang te lopen, ging hij opweg naar de ziekenzaal terwijl er een glimlach om zijn lippen krulde. “Heb je me gemist?” kwam er over zijn lippen van zodra hij door de deuren liep en zich met zijn bord eten op het bed liet zakken. Geen normale begroeting, geen ‘hoe gaat het’ alleen de vraag of ze hem gemist had. Zijn lichtblauwe ogen vestigen zich op de vrouw nadat hij een hap havermout in zijn mond had gestopt en langzaam kauwde hij op het goedje. “Heb je iets met je haar gedaan? Ziet er leuk uit.” Hij had werkelijk geen idee of er iets aan haar haren was veranderd. Voor zover hij kon zijn hadden ze nog altijd dezelfde kleur en was er niet veel veranderd. Het was meer een retorische vraag, een poging om een gesprek op gang te brengen.

    [ bericht aangepast op 7 okt 2014 - 22:03 ]


    Hayden 'Spikey' Adams


    Een hard geklop op de deur deed mij ontwaken uit mijn slaap en ik rekte mij kort en overdreven uit. Het was niet de lekkerste plek om wakker te worden maar je raakte er aan gewend op de een of andere manier.
          Ik gaapte nogmaals voordat ik van mijn keiharde matras afkwam, ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik heerlijk had geslapen. Mijn ochtendritueel was volledig voor mij uitgestippeld waar ik om eerlijk te zijn echt een vreselijke hekel aan had. Ik wou zelf bepalen wanneer ik opstond, wanneer ik at en wanneer ik onder douche zou stappen. Daarbij werd je hier rondgeslingerd en gecommandeerd alsof je niks was - wat voor mij het toppunt was om soms letterlijk uit mijn vel te vliegen tegen een cipier. Je had namelijk een paar onervaren erbij zitten en die waren makkelijk te herkennen, zenuwachtig en vol angst in hun ogen.
          Ik geef ze geen ongelijk, deze plek zat vol gestoorde. Ik liep mijn cel uit richting de douches, de gezamenlijke douche ruimtes vond ik niet fijn dat moest ik toegeven maar ik had weinig keuze. Nadat ik me had gewassen vervolgde ik mijn weg richting de kantine, niemand viel echt op behalve Tabitha die met haar felgekleurde haren mij al snel op mijn zenuwen werkte. Hoelang was ze hier nu al? Een week?
          Mijn ogen gingen over mijn maaltijd en ik zuchtte geërgerd, het zag er niet uit. Ik liep naar een tafeltje toe en aangezien de helft al bezet was besloot ik bij Aidan te gaan zitten. 'Creep' - ik kreeg al de rillingen van zijn bijnaam. Alhoewel ik nog nooit echt met hem had gepraat en er eigenlijk ook nog nooit behoefte aan had gehad, besloot ik nu maar gewoon mijn ontbijt met hem te spenderen en ging tegenover de jongeman zitten en knikte hem kort toe.


    Everything is illuminated by the light of our past.