• In slechts een paar weken tijd was het alsof zijn leven een televisieserie was geworden. Het was alsof The heroic adventures of Ashtray and Mister X vanwege onnavolgbare populariteit en na talloze seizoenen in een fase was beland waarop één hoofdrolspeler uit de serie werd geschreven omdat de acteur de tijd rijp vond om nieuwe paden te bewandelen en waarop de schrijvers niet goed meer aan wisten wat te doen met het achtergebleven personage. De eeuwige, nimmer werkende oplossing was zoveel shit over de achtergebleven main character gooien in de ijdele hoop om kijkers op het puntje van hun stoel te houden. Het werkte nooit. Zeker niet nu.
    Voor eerst in zijn leven was er geen leugen ter wereld meer die Xavier zou redden. Er was geen joint die hem zich beter zou laten voelen. Geen grap die Ash zou kunnen maken om Xavs jongensachtige grijns en ondeugende fonkeling in zijn ogen die aanduidden dat hij up to no good was tevoorschijn te toveren. Er was zelfs geen neerbuigende opmerking van Bruno meer die hem verder naar beneden zou kunnen halen. In slechts een paar weken tijd was hij op de absolute bodem beland en was het alsof hij vergeten was hoe hij moest zwemmen.
    Alle leugens die hij had verkondigd, alle halve waarheden en alle verzwegen geheimen hadden zich als gewichten aan zijn enkels geklemd en hij wist niet hoe hij eraan kon ontsnappen als er juist steeds meer voor zijn voeten gegooid werd. Met Ash kon hij er niet over praten. In werkelijkheid kon hij de jongen niet eens meer recht in zijn ogen aankijken. Het moment op de gang, zo’n twee weken terug, toen hij met Bruno werd geconfronteerd hing nog tussen hen in. Zijn wederhelft was niet boos geworden, maar had de blik in zijn ogen gezien. De specialist dacht niet nog een keer geconfronteerd te kunnen worden met de pijn en teleurstelling die hij in Ash’ zijn ogen had gebracht.
    Asher was echter niet de enige die hij ontweken had. Het aantal dagen dat hij zijn kamer niet eens was uitgekomen en enkel maar gamede of rookte waren niet meer te tellen; alle dagen leken op elkaar. Heel even had hij zijn gezicht laten zien op de wake voor de gevallen specialisten, zo stoned als hij maar zijn kon. Het knagende gevoel van wat zich daar in de donkere bossen had afgespeeld was hem zelfs in zijn miserabele toestand te veel geworden. De wetenschap dat hij hoogstpersoonlijk verantwoordelijk was voor een naam die voorgelezen zou gaan worden, vrat aan hem. Het was alsof het woord ‘moordenaar’ in rode letters op zijn voorhoofd was geschreven. Voordat er daadwerkelijk een eerbetoon aan Joshua gegeven kon worden, was hij de hal uitgebeend. Heel veel meer sociaal contact had hij niet gehad.
    Waarom zou hij ook? Zijn familieband met zijn wandelende nachtmerrie was door de wandelgangen gezongen. Heel fucking Alfea linkte hem en Bruno aan elkaar. Tot zover Plan Not Related, dat aan het einde van de rit enkel Ember maar had geholpen. Zelfs Cass had hij zo goed als mogelijk ontweken. Niet zozeer omdat hij bang was dat ze hem een lul zou vinden, maar uit angst dat ze echt zou zien hoe hard hij het verkloot had als ze in zijn hoofd zou gaan rondneuzen. Of misschien wel uit angst dat hij voor het eerst in zijn leven daadwerkelijk zou praten.
    Maar hij kon niet praten. Niet met Cassia. Niet met Ash. Niet met Remy, of met die god van haar. Onder aan de streep zouden ze hem allemaal veroordelen. Misschien zouden ze hem Bruno vergeven, maar niet Joshua. Bovendien: het was alsof hij hen al kwijtraakte zonder dat ze de slechtste versie van hem zelfs nog maar kenden.
    Nee, er was maar één persoon bij wie hij al zijn tekortkomingen zou kunnen opbiechten en die hem ondanks alles niet in een ander licht zou zien. Nev vond hem een eikel, een klootzak en nog veel meer van dat alles – zeker na het Bruno-incident – maar teleurstelling zou hij niet in haar ogen hoeven zien. Voor een meewarige blik hoefde hij al helemaal niet bang te zijn. Xavier wist dat hij een fuck-up was, maar als iemand dat zou begrijpen dan was het Nev.






    To Ash
    — idk. zelf gegeven ws?
    — wist niet dat je met hem hing

    To Cassia
    — ik heb de tijd van mn leven cas
    — altijd
    — het gaat fucking geweldig met me
    — wua?
    Yo
    - Je broer appt me vgm, hoe komt hij aan mijn nr?

    Xav
    Ik kom er zo aan, oke?
    Blijf op het feest, niet gaan afdwalen.

    Een krappe minuut later stond ze naast Xav. De tafel naast hem was bezaaid met lege shotglaasjes, waarbij enkele het suiker nog op de randen zat. “Oh, Xav,” zuchtte ze zachtjes. Op de achtergrond blerde ABBA – ze had genoeg tijd doorgebracht met Ash om de tekst mee te kunnen zingen, mocht ze daar ooit behoefte aan hebben. Haar ogen lichtten blauw op terwijl ze het geluidsniveau in Xav’s en haar omgeving liet minderen. “Kom, drink.” Nev draaide de dop van de fles en duwde het water in Xav’s hand. “Waar wil je het over hebben?” Ze vreesde er lichtelijk voor dat de jongen met nog meer dingen aankwam zetten waar hij over gelogen had.

    To: Xavvie💙🦋
    Geniet een beetje van vanavond ja?
    Als er iets is, kan je je frustratie altijd bij me komen uiten!

    [ bericht aangepast op 26 juni 2022 - 13:23 ]


    She's imperfect but she tries

    is dit toevallig ook vane en boek, want ik herken het ergens van, maar heb de film niet gezien.
    klinkt cool


    If only humans could have vertical asymptotes ~ Quinn

    Abo.


    • It is often the biggest smile, that is hiding the saddest heart. •

    Oeh ik ben super benieuwd Lotte!


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    Aleksey Belov

    Belov's don't start wars. We finish them.

    Wanneer de wereld in brand stond en er niets dan as overbleef, dan nog zou de blondine hier voor hem woorden kunnen vinden om het als iets goeds te laten klinken. Het was al even bewonderenswaardig als vermoeiend. Even nobel als naïef. Met droge ogen beweerde ze hiertegenover hem dat ze er oké mee was dat zij en Wolf niet langer hun relatie wilden voortzetten, maar Alek was er niet zo zeker van. In ieder persoon trachtte ze iets goeds te zien, terwijl ze met haar vriend – met haar ex – daadwerkelijk een goed persoon had. Het was slechts een kwestie van tijd voordat Nore door zou hebben dat je pas wist wat je had, wanneer diegene niet langer voor je neus stond.
          “Lexie,” verzuchtte ze, toen hij haar op vlakke toon had medegedeeld dat ze haar tijd verdeed in delen van Wolf in hem terug te vinden. “Ik hoop dat je weet dat ik je niet wil laten veranderen. Ik bedoelde gewoon dat…” Hij trok zijn wenkbrauw op. “Ik ben het niet eens met dingen die je doet, maar dat wilt niet zeggen dat ik je niet leuk vind zoals je bent.”
          Een vreugdeloze lach rolde over zijn lippen. Normaal gesproken zou hij in een enkele adem een gevat weerwoord op haar hebben gehad, haar geplaagd hebben met haar bekentenis dat ze hem wel degelijk mocht, hoewel haar acties en woorden soms anders deden vermoeden. Ditmaal hield hij zich echter in, zodat Nore verder kon spreken.
          “Ik weet dat je Wolf niet bent, Alyosha. Ik ben blij dat je niet zo bent zoals hij. Er is niks met Wolf maar…”
          “Hij slaat geen mensen in elkaar op zodanige manier dat ze de rest van hun leven dagelijks met de gevolgen geconfronteerd worden, waar ook. Wat een gemis,” maakte hij op neutrale toon haar zin af. “Nog niet, althans. Misschien ziet hij na een maandje op die eliteschool van hem ineens het licht. Er is nog hoop.” Bij het uitspreken van de woorden wist hij dat het onder de gordel was om op haar angst dat haar inmiddels ex-vriend zou veranderen tot een persoon die ze niet meer terug zou herkennen in te spelen. Het ding van woorden was echter dat ze, eenmaal uitgesproken, niet meer teruggenomen konden worden en de Rus was het type niet om zijn excuses te maken. Licht schudde hij zijn hoofd en voor enkele seconden wendde hij zijn blik af. De oorsprong van het sentiment was hem onduidelijk, maar het knaagde dat hij nu pas van de verbroken relatie hoorde. Het was haast als enkele maanden terug, toen de hele wereld al wist dat de twee een relatie hadden en hij nog volledig in het duister tastte totdat zijn blik op de twee viel; hand in hand en niet veel later hun lippen die elkaar vonden.
          “Je hoeft je mening over Wolf en mij niet voor je te houden. Het is niet alsof je er anders voor terugdeinst om je mening ergens over te geven,” haakte de blondine in op zijn opmerking over de relatie van de twee. Waar hij zojuist wegkeek, vonden zijn helderblauwe ogen de hare dit keer feilloos. Natuurlijk. Waar Alek normaal gesproken te pas en te onpas zijn ongezouten mening gaf zonder dat daarom gevraagd werd en waar de blondine het nooit onder stoelen of banken stak dat dit niet gewaardeerd werd, wilde ze juist dit keer dat hij zijn mening voor zich hield weten wat er in zijn hoofd omging.
          “Ach Elya,” reageerde hij nonchalant, “het is niet alsof je anders wel ineens waarde hecht aan mijn mening. Waarom zou het dit keer anders zijn?” Over Wolf en Nore had Alek wellicht wel een sterkere mening dan ze zou vermoeden, maar voor deze ene keer zag hij de meerwaarde niet om deze te verkondigen. Zeker niet toen de houding van de blondine voor hem veranderde. Hoewel ze zojuist een heel relaas over hem had gestort met hoe het met haar ging, oogde haar lichaam nu fragieler dan enkele minuten terug. Het zorgde ervoor dat zijn bitterheid van zojuist als sneeuw voor de zon verdween, want hij wist meteen waar ze het over had toen zijn blik de hare naar het litteken volgde waar hij haar in het verleden naar had gevraagd.
          “Je bent niet gevallen, of wel?” vroeg hij zacht, waarbij zijn duim over het witte streepje huid streelde. Zwijgend observeerde hij hoe ze aan de kraag van haar blouse trok en haar ogen dichtkneep, alsof ze aan de waarheid trachtte te ontsnappen. In woordeloos gebaar van steun gaf hij een zacht kneepje in haar knie. De hand die Nore op de zijne legde voelde klam en Alek wist nog zonder dat ze haar antwoord gegeven had, wat ze zou gaan zeggen. Het was het antwoord wat ze beiden al hadden geweten op het moment dat hij de vraag voor het eerst had gesteld.
          “Nee.” Haar stem was nauwelijks hoorbaar, zelfs in de stilte van de bibliotheek, maar voor de Rus was het antwoord luid en duidelijk. Onbewogen bleven zijn ogen op haar gericht, zonder dat zijn gezicht ook maar een emotie prijsgaf, zelfs toen ze dichter naar hem toeschoof. Pas op het moment dat haar voorhoofd de zijne raakte, dwaalde zijn blik af naar beneden, naar haar hand die net zo leek te trillen als haar stem. Alek zweeg. Nu Nore eindelijk, na al die tijd, begon met praten, wilde hij haar niet onderbreken. Als een anker waaraan ze zich kon vastklampen, bleef hij zitten; zijn duim streelde gedachteloos over haar knie.
          “Ryker was… boos.” Zijn duim staakte zijn beweging, alsof Alek zijn volledig aandacht nu pas door haar woorden werd gegrepen. “Hij vond dat ik te veel tijd met andere jongens doorbracht. Met Wolf. Met jou…” De spieren van de jongen spanden zich aan en de greep op haar knie verstrakte iets. Het was niet zijn intentie om haar pijn te doen, verre van, maar zelfs nu midden in het verhaal wist Alek dat de conclusie van dit verhaal er een zou zijn die hem niet zinde. Dat het er een zou zijn die hij zichzelf kwalijk zou nemen omdat hij het niet gezien had. Dat hij, zelfs toen hij zijn vermoedens had, geen actie had ondernomen. Nore, heeft Ryker je pijn gedaan? Zijn eigen stem, meer dan een jaar geleden op dezelfde plek als waar ze nu zaten, galmde na in zijn hoofd.
          “We kregen er ruzie over en het liep uit de hand. Meestal deed hij niet… Meestal was het meer van…” Nore zocht naar woorden; Alek zocht naar kalmte. Maar waar de blondine haar woorden vond, brachten deze hem alles behalve de kalmte die hij had gezocht. “Het liep uit de hand en hij duwde me. Ik viel met mijn arm tegen de punt van de verwarming.”
          Alek had voldoende mensen toegetakeld om te weten dat een litteken niet zomaar ontstond. Een simpel ongeluk, een incident, leidde niet tot een litteken van dit kaliber. De plotselinge realisatie van iets wat hij al die tijd al had geweten zorgde ervoor dat zijn spieren zich aanspanden. Zijn kaken waren stevig opeen geklemd terwijl een bleke Nore haar verhaal vervolgde en hij moest moeite doen haar niet in de reden te vallen.
          “Hij zei later dat het hem speet. Dat hij mij geen pijn had willen doen. Ik wilde niet dat hij in de problemen zou komen en hield het maar op een valpartij tijdens het sporten…” Pizdets. Nore was veel, maar niet onhandig. Dat wist hij nu. Dat had hij toen al evengoed geweten. “Nu weet ik het niet meer zo goed. Of hij echt spijt had. Toen klonk het nog zo oprecht en hij was zo lief daarna, maar nu… Ik haat het dat ik hem niet eens kan zien of zelf maar aan hem kan denken zonder in paniek te raken.”
          Haar brekende stem raakte hem meer dan hij liet blijken. Honderdmaal liever zag hij de Nore die ze normaal liet zien: zelfverzekerd en gevat. Nooit schromend om hem op zijn plek te zetten. Het was een spel tussen hen dat vanaf hun eerste ontmoeting door hen beide was gespeeld zonder dat ze elkaar ooit op de spelregels hadden gewezen. Het was een spel waar ze onmogelijk mee hadden kunnen stoppen. Maar het was al evengoed onmogelijk om blind te zijn voor de momenten dat de twinkeling uit haar ogen weg leek te zijn en dat ze aanwezig leek te zijn zonder daadwerkelijk daar te zijn. Al die tijd waren de aanwijzingen daar; recht voor zijn neus.
          Nore, heeft Ryker je pijn gedaan?
          Op het moment dat hij de vraag had gesteld, had hij diep van binnen het antwoord al geweten. Desondanks was hij zo wanhopig op zoek geweest naar een ontkrachting. En waarom? Hij had de waarheid simpelweg niet onder ogen willen komen, omdat de wetenschap dat Ryker onder zijn ogen – onder zijn bewind van de Gentlemen’s clubNore fysiek pijn had gedaan niet te verkroppen was. Hij stond er met zijn neus bovenop en had alle invloed om er korte metten mee te maken, zoals hij de acties van Eichenauer de kiem in had gesmoord, maar hij had de andere kant opgekeken. Hij had haar laten vallen op het moment dat ze het het meeste nodig had gehad. Momenten van stilte gingen voorbij zonder dat de Rus antwoordde of zelfs maar bewoog. Zijn spieren ontspanden zich echter voor geen moment. Een gevaarlijke storm raasde door zijn lichaam.
          “Hoe vaak?” Het waren slechts twee woorden waarmee hij de stilte verbrak. Slechts twee woorden op haar hele bekentenis, maar hij moest het weten. Was het de keer op het feest, toen ze zijn blik had ontweken? Was het de keer in de gangen, waarop ze juist buiten proportie had gereageerd op iets wat bedoeld was als een simpele plagerij? Was het de keer dat ze zijn hand wegduwde, toen hij haar door de drukte van de gangen had willen loodsen? Hoe vaak had hij de kans gehad om in te grijpen? Hoe vaak had hij de stille schreeuw om hulp ijskoud genegeerd?
          In een abrupt gebaar schoof Alek zijn stoel wat naar achteren. Zijn hand op haar knie ging nergens heen en klemde zich nog steeds aan haar been vast, maar hij creëerde genoeg afstand zodat hij Nore weer met opeengeklemde kaken in de ogen kon kijken. Het schrapende geluid klonk plots luid in de stilte van de bibliotheek. Toen hij zijn mond weer opende, was het volume van zijn woorden echter opmerkelijk zacht.
          “Hoe vaak werd hij boos, Nore?” De toon van Alek was verraderlijk kalm. Zijn uitdrukking was neutraal en gaf nauwelijks iets van emotie weg. De blik in zijn ogen was koel te noemen. Eenieder die de Rus kende, zou op momenten als deze op hun hoede zijn. Het was als een stilte voor een allesvernietigende storm, waarvoor alles in de naaste omgeving zou moeten buigen. Zijn strakgetrokken kaken en aangespannen spieren waren de voorbode wat komen zou. Nog voordat de blondine haar blik kon afwenden, liet hij haar knie los om haar kin zacht tussen zijn vingers te nemen en haar hoofd voorzichtig zo te kantelen dat ze hem wel aan zou moeten kijken.
          “Alsjeblieft,” sprak hij zacht, smekend haast. “Hoe vaak?”






    w/ Nore @ library









    [ bericht aangepast op 10 mei 2022 - 15:14 ]


    She's imperfect but she tries

    Paddy Mac Lochlainn

    May you be in heaven a full half hour before the devil knows you're dead

    Zwabberend of niet, hij had zijn best gedaan om zijn favoriete Française een grootse introductie te geven en aan de reactie van Jimmy te zien, was het verjaardagscadeau er een die welkom was. Paddy kon enkel maar hopen dat het een gebaar was dat onthouden zou worden. Jimmy en hij waren het er allebei over eens dat het bier hier in Berlijn niet te zuipen was, dus wanneer het ging om een verjaardagscadeau moest in andere categorieën gedacht worden.
          Vrouwen, bijvoorbeeld.
          Met luid kabaal had hij een rondje voor de hele kroeg besteld toen hij in zijn jeugdige enthousiasme (dat nooit volledig verloren zou gaan) het drankje van Charlie had omgestoten. Een kunstje van de brunette zou hij zonder twijfel waarderen, zeker wanneer het een two men job was met haar oudere zus. Of een two women job, voordat hij weer een klap, of erger: een preek, zou moeten incasseren van het soort feministische geneuzel.
          “Charlie, m’dear,” sprak hij, terwijl hij van de pokertafel naast haar neer op de grond sprong en joviaal zijn arm om haar schouder sloeg. “Vanavond is een goeie avond – let op mijn woorden. Eén voor in de boeken. Misschien moet die zus van je meedoen. Of jij.” Echt een filter had de Ier nooit gehad, bij niemand, maar zeker met wat alcohol achter de kiezen hadden zijn woorden zijn mond al verlaten nog voordat ze in zijn hoofd waren opgekomen. De glimlach die rond Charlies lippen verscheen, droegen echter bij aan zijn goede humeur: ja, vanavond zou een goede avond zijn. Haar woorden sterkten dat geloof enkel nog maar.
          “Je kunt het Josie altijd vragen, hoewel we beiden het antwoord weten. Het zou wel amusant zijn om je het te zien proberen.” Een lome grijns verscheen op zijn gezicht toen ze haar gezicht zo draaide dat haar ademhaling zijn huid streelde. Het was een grijns die enkel maar breder werd toen ze haar woorden vervolgde. “En ik ben meer van de privéshowtjes, mon chéri.”
          Hij draaide zijn hoofd al evengoed, waardoor hun lippen elkaar net misliepen en zijn arm gleed van haar schouders af, waarbij zijn hand over haar rug naar haar billen gleed. Weinig subtiel gleed zijn blik van haar ogen naar haar volle lippen en weer omhoog. “Vergeet Josie,” kwam hij terug op zijn eerdere plan, zijn brein nu volledig in de slag genomen van het beeld van Charlie. “Dat privéshowtje kan geregeld worden, m’dear. Wat zeg je van de garderobe?”
          Als gulle gift reikte hij haar de fles whisky in zijn vrije hand aan en liet hij haar verder los. De aarzeling in haar ogen merkte hij niet op, maar toen ze de fles alweer naar één enkele slok aan hem overhandigde schudde hij zijn hoofd. “Bottoms up, Charlie,” grijnsde hij breed. “Slechts één slokje op een feestelijke avond als dit leidt tot niets.”
          Het gevolg van alcohol was niet enkel dat zijn woorden of daden nog minder politiek correct waren dan gewoonlijk, maar ook dat zijn concentratievermogen verslechterde. Van de gedachte van Charlie die haar trucje deed in de garderobe van zijn nieuwgevonden stamkroeg, verschoven zijn gedachten naar minstens zo belangrijke zaken, te weten zijn daadwerkelijke stamkroeg: Ierland. Hoewel het wellicht leek alsof hij hier in Berlijn druk bezig was met de bloemetjes buiten zetten en zowel binnen als buiten de kroeg met zijn snelle vingers de zakken van de mensen om hem heen omkeerde, was hij zijn daadwerkelijke doel niet vergeten. Hij was hier niet enkel om lol te trappen of geld naar zijn familie te sturen. Hij was hier om zijn land te redden van de bezetting.
          “Zeg,” begon hij dan ook. “Jij werkt voor een bank, hè? Denk je dat ze te porren zijn voor een gulle lening aan een Ier die een nobel doel steunt?” De reactie van de brunette tegenover hem was niet zo positief als dat hij gehoopt had, maar dan kende ze Paddy nog niet: een nee was nooit echt een nee. Een nee was enkel een uitnodiging om verder in onderhandeling te treden.
          “Ligt eraan,” luidde Charlies voorzichtige antwoord. Elk ander antwoord dan een nee was voor de Ier praktisch gezien een ja. “Wat voor nobel doel hebben we het over? En nog belangrijker: heeft de Ier in kwestie een baan zodat hij de gulle lening terugbetalen kan? Je hebt jezelf toch niet in de problemen gewerkt, Paddy?”
          De blik die in zijn ogen was verschenen bij die woorden was slechts verontwaardigd te noemen. Hij opende zijn mond al om haar het pleidooi van zijn leven te geven om te laten weten hoe fout ze zat, toen hij werd onderbroken nog voordat hij begonnen was.
          “Bonsoir, ma choute et Paddy,” klonk een welbekende stem. Een brede grijns verscheen op zijn gezicht de blondine, aan wie de stem toebehoorde, na Lene’s wangen te hebben gekust zich ook naar hem toeboog. In opperbest humeur zorgde hij ervoor dat het niet bij twee kussen bleef, maar hij plantte de derde volmondig op haar lippen. De grijns op zijn gezicht werd enkel nog maar beter bij het zien van Maddies reactie. Zijn partner in crime schudde haar hoofd afkeurend en gaf hem een speelse tik tegen zijn neus, maar het was niets wat hij de volgende keer niet weer zou doen, hoe vaak ze hem ook 'boefje' zou noemen. Samen boeven aan de pokertafel was immers iets waar de blondine niet vies van was.
          “Je kunt het beter bij je lieflijke Ierse klanken houden, Paddy. Frans past niet helemaal bij je. Want vind jij, Lene?”
          De Ier wachtte het antwoord van Charlie niet af trok in plaats daarvan de fles whisky weer uit haar handen, om een flinke slok te nemen en de fles met een klap op de tafel voor hen te plaatsen. “Gelukkig past Frans wel bij jou, Maddie, ‘cause madamn.” Ongegeneerd gleed zijn blik van top tot teen en hij schonk haar een overdreven knipoog. Als Charlie koud watervrees zou krijgen, dan zou hij de blondine hiervoor hem wellicht nog kunnen strikken. Dingen puur zakelijk houden was immers toch geen zak aan.
          “Charlie hier beloofde me net een gulle lening om het mooiste land ter wereld te redden van die fuckers, toch Charlie?” Hij blikte naar de fles whisky, die al voor een groot deel soldaat was gemaakt. “Oh, en om dit rondje hier voor te schieten.”










    w/ Charlie & Maddie @ poker table

    ☘      ☘      ☘


    [ bericht aangepast op 7 mei 2022 - 15:25 ]


    She's imperfect but she tries

    Abo!


    Hurry up, We're dreaming!

    Uh oh mijn favoriet!
    Ik HOU van Justin Timberlake!
    I like!

    Yeeeey! Ik kan niet wachten op het volgende hoofdstuk.


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    Xavier Castillo

    The best lies about me are the ones I told




    In slechts een paar weken tijd was het alsof zijn leven een televisieserie was geworden. Het was alsof The heroic adventures of Ashtray and Mister X vanwege onnavolgbare populariteit en na talloze seizoenen in een fase was beland waarop één hoofdrolspeler uit de serie werd geschreven omdat de acteur de tijd rijp vond om nieuwe paden te bewandelen en waarop de schrijvers niet goed meer aan wisten wat te doen met het achtergebleven personage. De eeuwige, nimmer werkende oplossing was zoveel shit over de achtergebleven main character gooien in de ijdele hoop om kijkers op het puntje van hun stoel te houden. Het werkte nooit. Zeker niet nu.
          Voor eerst in zijn leven was er geen leugen ter wereld meer die Xavier zou redden. Er was geen joint die hem zich beter zou laten voelen. Geen grap die Ash zou kunnen maken om Xavs jongensachtige grijns en ondeugende fonkeling in zijn ogen die aanduidden dat hij up to no good was tevoorschijn te toveren. Er was zelfs geen neerbuigende opmerking van Bruno meer die hem verder naar beneden zou kunnen halen. In slechts een paar weken tijd was hij op de absolute bodem beland en was het alsof hij vergeten was hoe hij moest zwemmen.
          Alle leugens die hij had verkondigd, alle halve waarheden en alle verzwegen geheimen hadden zich als gewichten aan zijn enkels geklemd en hij wist niet hoe hij eraan kon ontsnappen als er juist steeds meer voor zijn voeten gegooid werd. Met Ash kon hij er niet over praten. In werkelijkheid kon hij de jongen niet eens meer recht in zijn ogen aankijken. Het moment op de gang, zo’n twee weken terug, toen hij met Bruno werd geconfronteerd hing nog tussen hen in. Zijn wederhelft was niet boos geworden, maar had de blik in zijn ogen gezien. De specialist dacht niet nog een keer geconfronteerd te kunnen worden met de pijn en teleurstelling die hij in Ash’ zijn ogen had gebracht.
          Asher was echter niet de enige die hij ontweken had. Het aantal dagen dat hij zijn kamer niet eens was uitgekomen en enkel maar gamede of rookte waren niet meer te tellen; alle dagen leken op elkaar. Heel even had hij zijn gezicht laten zien op de wake voor de gevallen specialisten, zo stoned als hij maar zijn kon. Het knagende gevoel van wat zich daar in de donkere bossen had afgespeeld was hem zelfs in zijn miserabele toestand te veel geworden. De wetenschap dat hij hoogstpersoonlijk verantwoordelijk was voor een naam die voorgelezen zou gaan worden, vrat aan hem. Het was alsof het woord ‘moordenaar’ in rode letters op zijn voorhoofd was geschreven. Voordat er daadwerkelijk een eerbetoon aan Joshua gegeven kon worden, was hij de hal uitgebeend. Heel veel meer sociaal contact had hij niet gehad.
          Waarom zou hij ook? Zijn familieband met zijn wandelende nachtmerrie was door de wandelgangen gezongen. Heel fucking Alfea linkte hem en Bruno aan elkaar. Tot zover Plan Not Related, dat aan het einde van de rit enkel Ember maar had geholpen. Zelfs Cass had hij zo goed als mogelijk ontweken. Niet zozeer omdat hij bang was dat ze hem een lul zou vinden, maar uit angst dat ze echt zou zien hoe hard hij het verkloot had als ze in zijn hoofd zou gaan rondneuzen. Of misschien wel uit angst dat hij voor het eerst in zijn leven daadwerkelijk zou gaan praten.
          Maar hij kon niet praten. Niet met Cassia. Niet met Ash. Niet met Remy, of met die god van haar. Onder aan de streep zouden ze hem allemaal veroordelen. Misschien zouden ze hem Bruno vergeven, maar niet Joshua. Bovendien: het was alsof hij hen al kwijtraakte zonder dat ze de slechtste versie van hem zelfs nog maar kenden.
          Nee, er was maar één persoon bij wie hij al zijn tekortkomingen zou kunnen opbiechten en die hem ondanks alles niet in een ander licht zou zien. Nev vond hem een eikel, een klootzak en nog veel meer van dat alles – zeker na het Bruno-incident – maar teleurstelling zou hij niet in haar ogen hoeven zien. Voor een meewarige blik hoefde hij al helemaal niet bang te zijn. Nev wist dat hij een fuck-up was, maar als iemand hem ondanks dat zou steunen waar ieder ander hem zou veroordelen was het Nev.
          En dus had hij haar gezegd dat hij met haar wilde praten.
          De wetenschap dat zijn vriendin er zou zijn, was voor hem de enige reden geweest om daadwerkelijk naar het Halloweenfeestje van Myka te gaan. Te laat had hij stilgestaan bij de dresscode die gold, maar in ieder geval was hij niet zo’n sul die een paar gaten in een laken had geknipt en dat als kostuum beschouwde. Met de labelprinter waarmee hij normaal er een sport van maakte om stiekem labels te printen voor anderen, had hij ditmaal het zwarte T-shirt dat hijzelf al een paar dagen achtereen droeg voorzien van een label met de tekst ‘Halloween outift’. Met een beetje fantasie pasten zijn geschaafde knokkels, die hij uit frustratie een aantal dagen terug aan de muur had opengehaald perfect in de categorie gore.
          De muziek die door de boxen knalde, had niet hetzelfde effect op hem als normaal. Dit keer hoefde hij niet te claimen niet te dansen (waarna hij op de dichtstbijzijnde tafel toch zijn heupen soepeltjes losgooide) maar had hij zich daadwerkelijk afgezonderd in de hoek van de zaal. Xav had zichzelf voorzien van een bak popcorn en een rijkelijk aantal shotjes en wist dat het niet veel feestelijker zou gaan worden. Een feest zonder Ash was zinloos. Waar was die gast überhaupt? Met Bruno, waarom zouden die twee anders appen? God, hij zou zelfs zo sentimenteel worden te stellen dat een feest zonder Fenwick niet hetzelfde was. Waar Fenwick is, is dankzij jou al evenmin een raadsel.
          Neerslachtig was hij langs de muur neergezakt en met de bak popcorn tussen zijn benen probeerde hij zo nu en dan een korrel in een shotglaasje te mikken, om het uitverkoren shotglaasje vervolgens met een zucht achterover te kappen en zijn hoofd vervolgens weer minutenlang met gesloten ogen tegen de muur te laten rusten. Voor iemand die had geappt er zo aan te komen, bleef Nev een eeuwigheid weg. Het was een eeuwigheid die gestopt werd met het wegvagen van de verdovend harde klanken van de muziek.
          “Oh, Xav.” De zachte stem van de brunette die zich bij hem had gevoegd zorgden ervoor dat hij loom zijn ogen opende. Het duurde even voordat hij erin was geslaagd zijn blik scherp te stellen op het flesje water dat ze in zijn hand had geduwd. “Kom, drink.”
          Normaal gesproken zou er een vreugdeloze, spottende lach over zijn lippen zijn gerold, gepaard met de vraag sinds wanneer Nevya zo zorgzaam was, kon hij het nu niet opbrengen. In stilte hoorde hij haar volgende vraag aan: "Waar wil je het over hebben?"
          “Het maakt niet meer uit,” bracht hij hees uit. Enkele momenten van stilten verstreken terwijl hij zijn greep rond het flesje zo verstrakte, dat het waterlevel steeg. Net op tijd verslapte hij zijn vingers weer om te voorkomen dat het water eruit geforceerd werd. Na dit spelletje een paar keer te hebben herhaald, richtte hij zijn blik pas op Nev. Traag wandelden zijn ogen van de hare naar haar tenen.
          “Fuck, je ziet er zo geil uit en ik zit hier als een…” Moordenaar. “Zwerver.” Gefrustreerd wreef hij met zijn handen door zijn gezicht. Een wanhopige blik stond in zijn ogen toen hij Nev weer aankeek. Waarom the fuck wilde hij eigenlijk praten? Echt verschil zou het niet maken. Wat was gebeurd, was gebeurd. Misschien was het ergens de hoop dat zijn vriendin het zou begrijpen, op het moment dat hij de beklemmende woorden eindelijk aan iemand zou uitspreken.
          “Ik ben een fucking slecht persoon, Nev,” stootte hij terneergeslagen uit. “Wat als ik… als ik iets fucking onvergeeflijks heb gedaan?” Dat het lijstje met onvergeeflijke dingen in werkelijkheid langer was dan hij in zijn herinnering had, zou blijken als hij de kersverse snapmelding van Rothberg zou openen, maar op dit moment spookte maar één ding door zijn hoofd: Joshua Fenwick was dood. Door hem.



    From Ashtray
    — Yo
    — Je broer appt me vgm, hoe komt hij aan mijn nr?


    To Ashtray
    — idk. zelf gegeven ws?
    — wist niet dat je met hem hing


    From Cass
    — Geniet een beetje van vanavond ja?
    — Als er iets is, kan je je frustratie altijd bij me komen uiten!


    To Cass
    — ik heb de tijd van mn leven cas
    — altijd
    — het gaat fucking geweldig met me
    — wua?


    Unanswered
    From Nev



    Snap from Rams
    Ik ben single! Nevya jij ook?
    Xavier en Gia hebben geneukt. Have fun vnv all!






    @ corner of partyroom w/ Nev









    [ bericht aangepast op 28 juni 2022 - 8:44 ]


    She's imperfect but she tries

    Josephine Rosler

    SHOW ME YOUR EYES AND YOU MIGHT AS WELL SHOW ME YOUR CARDS



    Mannen waren allemaal hetzelfde.
          Hoewel het mannelijke gezelschap in Die betrunkene Katze behoorlijk gemêleerd was, leken ze stuk voor stuk op elkaar. Aan de oppervlakte waren er wellicht verschillen. De wijze waarop Misha haar hand koppig van zijn schouder schudde zoals zij eerder bij hem had gedaan, leek immers in niets op de manier waarop Jimmy haar eerder met suggestieve blik en een jongensachtige grijns op zijn gezicht te woord had gestaan. Nee, de Duitser en Amerikaan verschilden in eerste oogopslag als dag en nacht van elkaar. De laatste, die met zijn charmante woorden en fonkeling in zijn ogen maar al te duidelijk maakte haar gezelschap op prijs te stellen. Tegenover Misha, die een poging deed zich koeltjes te gedragen en haar met gelijke munt terug te betalen, terwijl Josephine wel beter wist.
          Aan de oppervlakte waren er wellicht weinig verschillen, maar in feite waren mannen allemaal hetzelfde: ze hadden een fragiel ego én konden een vrouw die op lieflijke wijze hun ego vleide in geen geval weerstaan. Helaas voor Misha had Josie geen plannen om de plooien van haar koele gedrag eerder glad te strijken: hij wilde haar spreken en zij wilde weten waarom. Ze sloeg haar ogen kort op naar het plafond toen hij haar hand van zich afschudde en nam desalniettemin plaats naast de Duitser om direct met de deur in huis te vallen.
          “Ah, Josephine,” groette de man haar op eenzelfde wijze als dat ze zijn volledige naam had uitgesproken, en ze moest moeite doen om haar irritatie te verbergen. Al vanaf het eerste moment dat ze hem kende wist hij een reactie in haar uit te lokken. Op sommige momenten wist ze niet goed wie een spelletje met wie speelde, maar ze weigerde hem het genoegen te gunnen dit te laten merken. Bovendien werd haar aandacht getrokken door het luide gebons op de deur, gevolgd door de entree van de Ier die een schaars geklede brunette in het kielzog had. Josie klemde haar kaken opeen en terwijl haar blik teruggleed naar Misha, merkte ze nog een nieuw gezicht op naast Lore. Had de brunette haar uitgenodigd? Josies ranke vingers trommelden op het tafelblad, enigszins gespannen en bovendien in gedachten verzonken, alvorens ze haar blik weer op de man naast haar vestigde en hem een sigaret aanbood. Rustig wachtte ze af tot hij de aangeboden sigaret pakte, waarna ze voorstelde een rustigere plek op te zoeken.
          “Wat is het, Josie, durf je niet met mij in het openbaar gezien te worden?” Zijn plagerige woorden waren tekenend voor de onderlinge band tussen de twee. Feilloos voorzag de Française hem van een weerwoord, waarbij haar rode lippen tot een lieflijke lach zuinig omhoog krulden.
          “Wat is het, Misha?” kaatste ze op zoete toon terug. Haar donkere ogen blikten onschuldig in de zijne. “Zou je fragiel mannelijke ego dat niet aankunnen?” Al even uitdagend als zijn toon was geweest, trok ze haar wenkbrauw naar hem op. De man wist verdomd goed dat ze weinig behoefte eraan had om binnen de kroeg te betrokken te raken. In werkelijkheid wilde ze hem hier niet eens hebben. Haar aversie tegen zijn gokverslaving stak ze niet onder stoelen of banken.
          “Kom, laten we naar buiten gaan,” stelde Misha voor. “M’lady.” Haar blik dwaalde af naar de arm die hij aanbood. Woordeloos nam ze hem aan, om zijn ego nog enigszins in tact te kunnen laten blijven.
          “Oh, haal die grijns van je gezicht, Blumenthal,” murmelde ze desondanks zacht bij het zien van zijn glimlach. “Het staat je niet.” Toch vond ze het fijn om voor kort, bij wijze van uitzondering, de buitenlucht op te zoeken. Minutenlang stonden ze daar in de koele avondbries. Zwijgend, zonder dat de stilte ongemakkelijk voelde. Haar bruine ogen bleven zijdelings op de man gericht om zijn bewegingen te volgen. Ze wist dat hij erom deed; het moment om het onderwerp waar hij haar zo graag over wilde spreken zo lang mogelijk uitstellend. Ze had haar trots daarbinnen al eenmaal opzij gezet door op de man af ernaar te vragen, maar ze zou het vertikken het nogmaals te doen. Al zou ze er nog een half uur moeten staan.
          “Zal ik je maar uit je lijden verlossen?”
          Een kleine scoff rolde over haar lippen. Eikel. Ze nam met een weinig geamuseerde blik in haar ogen een laatste trek van haar sigaret om deze vervolgens lukraak te doven met haar schoen. “Ik heb niet de hele avond, nee.”
          “En, laat me uitpraten voor je met allerlei tegenargumenten komt,” gaf de Duitser nog een disclaimer. Dit zorgde voor haar interesse en alert richtte ze haar blik op zijn gezicht, alsof ze trachtte de woorden die op zijn lippen brandden daar al vanaf te lezen. Wat had hij te zeggen? Waarom verwachtte hij tegenargumenten? Toen hij een stap naar haar toe zette had hij ongetwijfeld wat hij wilde: haar onverdeelde aandacht.
          “Laat mij papieren voor je regelen, waarmee je makkelijker de grens over-en-weer komt.” Josephine wist niet wat ze had verwacht, maar zeker niet dit. Een lichte frons verscheen op haar gezicht en ze opende haar mond om tegen te sputteren, maar sloot deze weer – de waarschuwing van Misha dat ze hem moest laten uitpraten nog vers in haar achterhoofd.
    “Het zou dingen gemakkelijker voor je maken, geen gezeur als je de grens over moet, geen…” Ze trok haar wenkbrauw op. “Geen grenswachters die je dan kunnen lastig vallen met andere dingen. Ik kan ze ook voor Lene regelen. En ik weet dat je normaal prima jezelf kunt redden, maar dit is anders, Josie.”
          De brunette reageerde niet meteen, maar wendde haar blik kort van hem weg; turend in de duisternis voor hen. De recente ontwikkelingen in Berlijn waren haar niet in de koude kleren gaan zitten, maar het was niet zichzelf over wie ze zich zorgen maakte. Het was de club en hoe de leden er zouden moeten raken. Het was haar zusje. Het feit dat Misha haar erbij betrok deed Josephine iets. Ze wilde er niet aan denken hoe Lene zich staande moest houden tegenover de machtsbeluste grenswachters die er zo nu en dan stonden, maar kon zich niet laten leiden door sentiment.
          “Wat is er zo anders aan, Misha?” vroeg ze op semi-luchtige toon. “De grens is maar wat prikkeldraad en blokken beton. De wachters zijn maar mannen. Je breekt mijn hart als je insinueert dat ik een stelletje machtsgeile mannen die meer denkvermogen hebben in hun geslachtdeel dan hun hoofd niet aan zou kunnen.” Ze weigerde terug te denken aan het incident jaren geleden, dat fataal was afgelopen voor haar belager. Of de keren daarna, na haar optreden, toen ze verstijfde wanneer enkele aanbidders handtastelijk werden. Ze was nog jong toen. Onervaren. Het waren fouten die ze niet nogmaals zou maken. De jaren hadden haar geleerd hoe om te gaan met perverselingen. Zij speelde nu met hen; niet langer andersom.
          Een huivering gleed over haar rug en ze sloeg haar armen over elkaar, om de koele avondlucht zo goed en zo kwaad als het ging buiten haar lichaam te houden. Ze wist niet of het de kou was of dat het haar herinneringen waren die haar deden rillen, maar ze geen tijd om zich druk te maken over dit soort futiliteiten: het aanbod dat Misha haar deed kwam volledig uit de lucht vallen. Argwanend nam ze de Duitser in zich op. Een illegale pokerclub of het hebben van een gokprobleem was één ding, maar zich inlaten met dit soort zaken was iets heel anders. Ze had in clubs her en der verhalen gehoord over de mensen die dit soort valse documenten verspreidden. De prijzen waren hoog en zelfs als je die kon betalen, dan had het maar zelden een goede afloop. Je verkocht je ziel en kreeg in ruil ervoor broddelwerk. Stond in het slechtste geval levenslang bij iemand in het krijt. Hoe ze het ook wendde of keerde: het volk in dat circuit was voor geen goud te vertrouwen.
          “Je laat je toch niet in met dat soort louche gasten?” vroeg ze wel, gedempt en met een bezorgde ondertoon. “Echt, Misha, zeg me alsjeblieft dat je geen zaken doet met dat soort volk. Daar krijg je alleen maar problemen van. Problemen die groter zijn dan een grenswachter die zich machtiger voordoet dan hij daadwerkelijk is,” verzuchtte ze, in de hoop tot hem door te dringen. “En ik denk dat we allebei weten dat je al problemen genoeg hebt.”





    w/ Misha @ outside










    LIFE IS LIKE A POKER GAME
    ONE SHOULD ALWAYS BE READY FOR A BLUFF







    [ bericht aangepast op 9 april 2022 - 0:35 ]


    She's imperfect but she tries

    Lune Castemont

    She was like the moon – part of her was always hidden away

    Het maakte niet uit hoe slecht de reeks aan openingszinnen was die Ramsay uit zijn mouwen schudde. Hoe slecht dan ook, het stond haar toe om af te dwalen naar goede tijden. Voor even voelde ze zich weer de naïeve eerstejaars die hem net leerde kennen. Een jonge light fairy vol levenslust, zonder ooit echt hartenzeer te hebben gekend. Hoewel ze zichzelf aanvankelijk had wijsgemaakt dat het niet meer was dan een spel van aantrekken en afstoten, was ze genadeloos hard voor de al even jonge specialist gevallen. Maar het was Ramsay zelf geweest die deze val het dubbel en dwars had waard gemaakt. In werkelijkheid zou Lune er veel voor over hebben om terug te kunnen keren naar het prille begin en een kans te krijgen om alles over te doen.
          Beter, dit keer.
          Maar zelfs in een magische wereld als Alfea behoorde dat niet tot de mogelijkheden. Hoewel de openingszinnen van eenzelfde kaliber waren als destijds en wederom een gniffel over haar lippen lieten rollen, was alles anders nu. Na hem van een zachte elleboogstoot in zijn ribben te hebben voorzien, waren het haar ogen die afdwaalden naar zijn lippen. Hun lippen zouden elkaar echter niet raken. Het leek een vicieuze cirkel: de fysieke aantrekkingskracht zorgde ervoor dat het bijna zeer deed om hem niet aan te kunnen raken, maar steeds weer zorgde zijn nabijheid voor een chemische reactie die niet te stoppen was. Wanneer Ramsay en zij bij elkaar waren kon de klok erop gelijk gezet worden dat het zou ontaarden in een knallende ruzie. Het was een prijs die Lune altijd bereid was geweest om te betalen, want voor iets wat goed was, was ze bereid om te vechten. Wanneer dan ook.
          Vanavond voelde het echter anders; kwetsbaarder. Op het moment dat Ramsay zijn blik op haar appjes met Rainn vielen en hij daaruit zijn conclusies trok, had ze weinig in te brengen tegen zijn tirade. Haar protesten waren zwak en nauwelijks hoorbaar. Met het woord dat hij sprak leek ze zichzelf meer en meer te verliezen. Leek ze hem meer en meer te verliezen. Maar waren die twee dingen niet inwisselbaar? De afgelopen paar jaar had de kleine light fairy zich zo gehecht aan de eigenzinnige specialist, dat ze er niet zeker meer van was wie zij was zonder hem. Of ze überhaupt wel iemand was die de moeite waard was, zonder hem.
          Pas toen zijn greep verstrakte naarmate zijn spraakwaterval vorderde en ze hem zacht aangaf dat hij haar pijn deed, leek hij haar te horen. Het was niet meer dan een fluistering geweest, maar alert liet hij haar pols los.
          “Sorry…” Zijn snelle handelen en zachte toon vertelde haar dat hij het meende. Ramsay had haar op meer wijzen dan gewenst kapot gemaakt, maar fysiek had hij haar nooit met één verkeerde vinger aangeraakt. Zacht schudde de blondine dan ook haar hoofd: hij hoefde er geen sorry voor te zeggen; het was oké. Haar blauwe ogen keken toe hoe hij een handreiking leek te willen toen, maar vervolgens vertwijfeld zijn hand liet zakken nog voordat hun huid elkaar raakte. Met de fysieke afstand tussen hen, leek Lune mentaal wat ademruimte te krijgen. Haperend probeerde ze zijn woordenvloed van zojuist te ontkrachten. De aanname dat ze de afgelopen maanden nooit meer aan hem had gedacht, hadden niet meer onjuist kunnen zijn. Heel Alfea wist dat de specialist degene was met wie Lune in haar gedachte opstond, leefde en weer ging slapen.
          Zelfs Rainn Kovsky.
          Verwoed had ze het scherm van haar mobiel in haar ex zijn gezicht gedrukt, om aan te tonen dat er niets tussen hen speelde. Niet vanuit haar kant, in ieder geval. Wellicht was het iets wat ze beter achterwege had kunnen laten. In plaats van in te gaan op haar woorden erna, bleef Ramsay zijn aandacht steken op het scherm van haar mobiel. Ze zag hoe zijn ogen over de tekst schoten en hoe de blik in zijn ogen veranderde. De blondine wilde de berichten afzwakken, maar juist op het moment dat ze haar mobiel uit zijn gezichtsveld wilde halen, griste de jongen de telefoon kordaat uit haar handen.
          “Jij fucking, zieke, gore freak,” stootte hij vrijwel direct uit. Lune haar maag kromp samen en op slag werd haar gelaat bleek. Ze hoefde niet te raden tegen wie deze voicememo was gericht en een vlaag van paniek spoelde over haar heen.
          “Rams, nee, alsjebl…”
          “Wie the fuck denk je dat jij bent met je misselijkmakende berichtjes naar Luun… Ze wilt niet met je praten. Ze wilt niet met je omgaan. Waarom hou je jezelf zo voor de gek? Jij fucking clown. Lune moet jou niet, dus blijf bij haar uit de buurt. Val haar niet lastig. Stuur haar geen berichten. Spreek haar niet aan. Kijk haar niet eens aan met je smerige ogen. Je bent zo tering sneu. Een meisje lastig vallen die duidelijk zegt dat ze niks met je te maken wilt hebben… is dat zelfs niet voor de schoolgriezel iets te laag? Als je godverdomme nog één woord tegen Luun spreekt, dan beloof ik je dat de hele school weet wat voor een treurige engerd jij bent die meisjes lastig valt.”
          Aan de grond genageld hoorde Lune alles aan. Met de zin die Ramsay sprak werd het erger. Haar maag draaide zich om en haar handen voelden klam aan. Hoewel de light fairy bij hoog en bij laag volhield dat Rainn geen macht over haar had en dat ze geen vrees voor hem had, was het niet de gehele waarheid. Het liefst wilde ze haar telefoon uit Ramsay zijn handen rukken om de voicememo te verwijderen nog voordat de fire fairy het onder ogen kwam, maar haar lichaam leek volledig versteend. De gedachte aan Rainn die dit bericht zou horen en hoe zijn reactie hierop zou zijn, liet haar hart onrustig in haar borstkas kloppen. Een onbehaaglijk gevoel gonsde door haar lijf nog voordat ze de fairy zelfs nog maar onder ogen was gekomen.
          “Ik heb hem geblokkeerd,” gaf Ramsay terloops te weten, alsof Rainn Kovsky zich liet tegenhouden door iets triviaals als een blokkering op whatsapp. Met trillende hand pakte ze haar mobiel terug. “Weet Dora hiervan?”
          “Je had dat niet…” Haar stem stierf weg toen hij haar broer aanhaalde. Vrijwel direct schoten haar blauwe ogen smekend op naar die van Ramsay. “Nee,” sprak ze snel. “Alsjeblieft niet tegen hem vertellen, Rams.”
          Wat er zich tussen Kovsky en haar afspeelde, wilde Lune krampachtig voor ieder ander verbergen. Maar als iemand het al moest weten, dan zeker niet Dorian. De light fairy wist niet wat ze erger zou vinden: de teleurstelling in zijn ogen te moeten zien omdat ze het hem niet zou hebben toevertrouwd, of het schuldgevoel dat hij zou hebben als gevolg daarvan. Ze was er desondanks niet happig op om dat uit te vinden. Desalniettemin voelde haar historie met Rainn zelfs te fragiel om te delen met anderen. Ze had het niet over haar lippen kunnen krijgen aan Mae, misschien omdat ze te bang was dat haar vriendin het met haar broer zou willen delen. Ze schaamde zich te zeer om het op te moeten biechten aan Nev. Ook Matt, bij wie ze haar meeste issues kwijt kon zonder bang te zijn dat hij haar vertrouwen beschaamde of zou veroordeelde, had ze dit niet kunnen vertellen. Zelfs Ramsay wist enkel nog maar het tipje van de ijsberg.
          “Zeg het alsjeblieft tegen me als hij weer zoiets flikt,” verzocht haar ex toen. “Die wenkbrauwen kunnen me niks schelen.” Hun blikken vonden elkaar en Lune deed haar best om haar tong terug te vinden.
          “Ik kan hem wel aan,” loog ze en ze toverde een waterige glimlach op haar gezicht. De arm die Ramsay over haar schouders sloeg om haar opnieuw tegen zich aan te trekken was echter een welkom gebaar. Het gaf een veilig en geborgen gevoel, alsof Rainn daadwerkelijk geen macht over haar had zolang ze hier dicht tegen Ramsay aan gekluisterd was. Kort sloot ze haar ogen en liet ze haar hoofd tegen zijn schouder rusten, totdat de specialist lichtjes bewoog, hun ogen elkaar vonden en hij de stilte verbrak.
          “Wat nu? Heb je tijd nodig? Jezelf terugvinden?” Hij was haar eerdere, kwetsbare woorden niet vergeten. “Wat kan ik voor je doen?”
          Niet langer klonk de toon in zijn stem verwijtend. Sterker nog: hij klonk oprechter en meer begaan met haar dan ooit te voren. Een brok vormde zich in haar keel. Hoe nerveus ze ook werd van de voicememo die hij zojuist had verstuurd, het liet tegelijkertijd haar hart gloeien. Ramsay had geen moment geaarzeld om in de bres voor haar te springen en om haar te beschermen tegen de invloed van Kovsky. Ze wist dat hij het meende: hij zou zijn wenkbrauwen tienduizend maal opofferen als het zou betekenen dat zij met rust gelaten werd. Het was iets wat ze nooit in twijfel had hoeven trekken. Hoe vaak ze ook ruzie hadden, wist Lune dat de enige die haar pijn zou kunnen doen in nabijheid van Ramsay, Ramsay zelf was. Soms had die beschermingsdrang of wellicht zelfs bezitterigheid verstikkend gevoeld, maar niet nu. Het voelde veilig en geborgen.
          “Ja…” fluisterde ze, met een vochtige waas voor haar ogen. “Tijd zou fijn zijn. Ik… denk dat dat het beste is.” Voor even bleef ze stil. Haar hand dwaalde af naar de zijne en ze vervlocht hun vingers met elkaar. Haar hoofd zakte weer tegen zijn schouder en de lichtbal die ze had gecreëerd was weer stabiel; het licht warmer ditmaal.
          “Ik kan je niet kwijtraken, Rams,” murmelde ze, naar haar eigen creatie starend. “Al is heel Alfea boos op me, bij jou doet het me het meest pijn. Maar… ik kan mezelf ook niet kwijtraken. Snap je? Dus… als je tijd wil geven… als je dat snapt. Dan… dankjewel.”
          In stilte zaten de twee naast elkaar. Toen Ramsay naar zijn mobiel greep, unlockte Lune die van haarzelf ook. Haar blik bleef op de chat met Rainn rusten. Er zouden geen berichten meer volgen. Het bracht haar rust en onrust tegelijkertijd, want ze kon hem onmogelijk voor eeuwig blijven mijden. En zelfs als ze daarin zou slagen, dan nog was de fire fairy vaak daar in haar hoofd. Soms vroeg ze zichzelf weleens af of de stem die haar in haar hoofd treiterde sinds die nacht daar was en aan hem toebehoorde, maar ze kon het zich niet herinneren.
          Het bericht van Aerys verraste haar en onwillekeurig blikte ze in het rond. Hoe wist haar vriend hiervan? En wellicht belangrijker: hoeveel wist hij? Ze had nooit het vermoeden gehad dat Rainn hun historie met anderen deelde, maar elk ander scenario was ondenkbaar. Vertwijfeld tikte ze berichten terug, en snel daarna naar Matt en Nev, in de hoop die twee ervan te kunnen overtuigen dat ze daadwerkelijk oké was. Over Rush zijn bericht moest ze langer nadenken. Haar hart gloeide warm op bij het lezen van zijn eerste woorden. Het was niet iets wat ze zich verbeelde. Hij gaf echt om haar. De wedervraag daarop was er echter één die ze niet verwachtte.
          Was Rush een rebound? De eerste keren dat Ramsay op haar gecheat had, zocht ze in ieders armen hem terug. Maar niets aan Rush voelde als haar nacht met Rainn, of Týr. Steeds weer vond ze haar weg naar hem terug en hij, hun gesprekken onder de sterren en fragiele band voelden oprechter en belangrijker voor haar dan slechts de seks. Ze vond Ramsay niet in hem, maar misschien wel stukken van zichzelf die ze verloren was. Gemakkelijk maakte dit het echter niet, want de toezegging dat ze echt vol voor hem kon gaan omdat Ramsay niet meer in haar hoofd zat, kon ze evenmin doen. Maar dat begreep hij, toch? Ze had gewoon even tijd nodig om… zichzelf te vinden. Aarzelend tikte ze berichten terug, maar haar vingers haperden toen er ineens nog een bericht volgde: zijn vraag of ze Cassia over hen had verteld. Verbouwereerd staarde ze naar het scherm en haar hart werd niet langer verwarmd. Het was het zoveelste bewijs dat woorden niet meer waren dan dat, en wat ze steevast zorgvuldig probeerde te negeren. Met een lichte zucht stak ze haar mobiel weg en nestelde ze haar hoofd weer tegen Ramsay aan, leeg en moegestreden.
          “Hé Rams?” verbrak ze zacht de stilte. “Dankjewel voor net. Dat je dat voor me deed, ondanks dat ik een beetje gek ben.” Ze blikte naar hem op met een waterige glimlach. “En dat je me de tijd wil geven om alles op een rij te zetten. Dat is meer dan ik verdien.”

    To Aerys
    — Het wordt beter, oké?
    — Met de ochtend is alles altijd beter
    — En… vanwaar die vraag?
    — Ik ga niet met Kovsky om
    — Niet echt
    — Vind je het erg om gewoon een keer iets samen te doen?
    — Zou ik fijner vinden



    To Nev
    — Ik denk wel dat hij om me geeft, Nev
    — Oprecht
    — Je had hem moeten horen net
    — Hij doet anders dan normaal nu
    — Soms zijn dingen gewoon even niet zo zwart-wit
    — Je hoeft me niet te komen halen
    — Ik ben okay
    — Echt


    To Mati
    — Niet straks, nu
    — Ik ben meer okay dan jij, geloof me maar
    — Dankjewel wel, Matt
    — Dat je er altijd voor me bent
    — Misschien zeg ik dat niet genoeg. Sorry daarvoor


    To Exhibit C: Rush 🚩🚩🚩
    — Meen je dat?
    — Dankjewel daarvoor. Dat je dat zegt
    — Betekent veel
    — En nee
    — Natuurlijk ben je niet de zoveelste gast
    — Misschien in het begin
    — Maar niet meer, Rush
    — Niet na al die nachten
    — Zeker niet na vannacht
    — Hij zoende me en ik heb hem geslagen
    — Niet hij, maar jij zat in mijn hoofd
    — Maar het is niet alsof ik hem zomaar van het een op het andere moment uit mijn hart kan wissen
    — Ik heb gewoon tijd nodig om alles op een rijtje te zetten
    — Maar dat moet toch iets betekenen?
    — Was je maar de zoveelste rebound
    — Dat zou alles zoveel gemakkelijker maken
    — Dan zou ik me niet continu hoeven af te vragen wat wij zouden kunnen zijn
    — Of er daadwerkelijk iets zou kunnen ontst
    — Oh
    — Okay
    — Duidelijk
    — Nee, ik heb Cassia niets verteld
    — Had gehoopt dat je dat wel zou weten na al die tijd






    • @ classroom w/ Ramsay • Outfit










    [ bericht aangepast op 25 mei 2022 - 10:37 ]


    She's imperfect but she tries

    Oskar Hartmann

    Crawling still gets you there

    De stilte die vanuit Klaus uitging was om te snijden. In het hoofd van de Hartmann telg hadden de woorden die hijzelf uitsprak beter geklonken, maar hij probeerde te redden wat er te redden viel. Montreuxe was een bolwerk van verraders en het enige wat hij kon doen was Klaus hiervoor waarschuwen. Vroeg of laat zou de voorzitter inzien dat Ozzy het beste met hem voor had en hem van dienst kon zijn op manieren die de andere leden hem niet zouden verschaffen. Toch?
          In een wanhopige poging om zijn eigen geratel te onderbreken en om niet langer naar de frons op Klaus zijn gezicht te hoeven kijken, vluchtte Ozzy weg van zijn plek om de karaf whisky die in de weelderige vergaderzaal op een bijzettafel stond aan Klaus aan te bieden. Zijn hand trilde al net zoveel als zijn stem, toen hij de voorzitter ervan trachtte te overtuigen dat hij hem kon helpen. Eindelijk stopte het slaan van het glas op het houten tafelblad. Met grote ogen keek Ozzy lijdzaam toe hoe de jongen tegenover hem zich overeind drukte. Gespannen blikte de jongerejaars naar hem omhoog.
          “Je wilt helpen?” Klaus’ stem was kil en haast onheilspellend, maar in de stilte die na zijn woorden viel, kon Ozzy enkel maar gretig knikken. Aan alles voelde hij dat dit het moment was om Klaus ervan te overtuigen dat hij niet de vijand was binnen de Gentlemen’s club. De kilte in Klaus’ stem was echter een stilte voor de storm. Eén laatste keer raakte het glas de tafel en dat waar Ozzy al die tijd gevreesd voor had gebeurde: de scherven vlogen door de ruimte heen. Voor de zoveelste keer kromp de jongen ineen, waardoor Klaus nog verder boven hem uittorende en Ozzy durfde geen adem te halen toen hij de afstand tussen hen dreigend overbrugde en het vlijmscherpe restant van het glas langs Oskars hals liet glijden. Paniekerig kneep hij zijn ogen dicht, alsof de situatie waarin hij zich had gewerkt zou verdwijnen wanneer hij de Duitser niet zag.
          “Als ik erachter kom dat je tegen me liegt…” De dreigende stem klonk angstaanjagend dichtbij en viel niet naar de achtergrond te verbannen door slechts het dichtknijpen van zijn ogen. Een rilling ging over zijn rug en zijn ademhaling zat hoog. Het drukkende gevoel op Ozzy’s borstkas was als een oude bekende; een al even ongenodigde gast als hijzelf was geweest. Hij moest blijven ademen. Hij kon geen aanval krijgen. Niet nu. Niet bij Klaus.
          “Ook al is maar één woord gelogen… Dan kun je me op mijn woord vertrouwen dat je hier in een slechtere conditie wordt afgevoerd dan die lafaard die de zogenaamde verrader Belov heeft toegetakeld twee jaar terug.” Hij ging dood. Klaus Kahl maakte geen loze dreigementen, dat wist iedereen. Gespannen wachtte Ozzy af tot zijn leven aan hem voorbij zou vliegen, waarbij hij zich troostte met het feit dat hij tenminste zou worden toegetakeld door een Duitser, en geen vuile Rus.
          De stekende pijn in zijn hals volgde echter niet en voorzichtig opende Ozzy één oog om te kijken wat er gebeurde tegenover hem. De scherven van het glas had Klaus achteloos op de grond laten vallen en nu moest de kostbare whisky eraan geloven. Met leden ogen keek de donkerblonde jongen toe hoe de vloeistof zich verspreidde over de houten vloer, zich beseffend hoe weinig het had gescheeld of dat die whisky zijn bloed was geweest.
          “Je wilt helpen?” Te nerveus om te antwoorden sloeg Ozzy zijn ogen naar Klaus op. De momenten van stilte die de voorzitter liet vallen voordat hij zijn weg vervolgde, stelden Ozzy niet gerust, maar de vraag bood hoop. Dood zou hij immers niemand van dienst kunnen zijn.
          “Je kunt beginnen met dat opruimen.” Klaus Kahl wilde zijn hulp. ‘Beginnen’ was een indicatie dat er meer zou volgen en dat moest dan weer een teken zijn dat Ozzy zijn leven had veilig gesteld. Voor nu. Vluchtig schoot zijn blik naar de gelekte vloeistof en gehaast knikte hij.
          “J-j-ja, m-m-meneer,” sprak hij gewillig, zijn stem nog piepend van de nervositeit, maar Klaus was nog niet klaar. Nog voordat hij door zijn hurken kon gaan, vervolgde de jongen zijn woorden.
          “Maar maak eerst je zakken leeg.” Verward gleed Ozzy zijn eigen blik naar zijn zakken, niet-begrijpend waar dit bevel vandaan kwam. Zouden zijn bezittingen eenzelfde behandeling krijgen als de bezittingen van de joden waar zijn vader eerder die dag over had gesproken? Zou het eenzelfde lot krijgen als het glas dat aan diggelen op de grond lag? Ozzy wist het niet, maar durfde het ook niet te vragen. Iemand zoals hij stelde geen vragen aan iemand zoals Kahl. Iemand zoals hij volgde bevelen op zonder na te denken over de ‘waaroms’. En dus haalde hij met trillende handen de inhoud uit zijn zakken, om het op tafel te leggen: een verfrommelde en gebruikte zakdoek, een drietal dropjes, twee lege propjes van een verpakking waar zuurtjes in hadden gezeten, zijn lunchgeld, een bedeltje dat anderhalve maand terug van Aurora Camorra’s armband was afgevallen en hij sindsdien bij hem droeg en als laatst zijn puffer.
          “A-a-a-astma,” lichtte hij nerveus en met piepende ademhaling toe. Het liefst zou hij een hijs van het ding nemen om vrijer te kunnen ademhalen, maar Klaus had geboden het op tafel te leggen en ertegen in durven gaan durfde hij niet. “V-v-voor a-aanvallen.” Hij keerde de voering van zijn zakken binnenstebuiten om aan te tonen dat hij alles had leeggehaald en wilde snel op zijn knieën zakken om de whisky op te ruimen.
          “En Oskar,” weerhield Klaus hem hier echter van op zijn gebruikelijke toon. “Daarna ga je wat klusjes voor mij opknappen. Je hebt de ontgroening net gemist, maar als je mij tevreden stelt… Wie weet zit je de volgende vergadering dan wel aan deze tafel, in plaats van als een gore rat achter die deur.”
          Zijn hart sloeg een slag over. Alles waar hij op had gehoopt, werd hem nu op een presenteerblaadje aangedragen, zolang hij Klaus maar tevreden kon stellen. De kilte in Klaus’ stem stond in sterk contrast met de warmte die zich door Ozzy’s iele borstkas verspreidde. Een glundering verscheen op zijn gezicht en gretig knikte hij. “A-a-alles,” beloofde hij plechtig. “V-v-vertel me w-w-wanneer en w-w-waar en i-i-ik doe h-h-et g-g-gisteren n-nog.”
          Om daad bij woord te voegen zakte hij naar beneden, te midden van de scherven en whisky. Vlijtig veegden zijn handen de scherven bijeen. De steek van glas in zijn handen en de ondiepe snee die donkerrood kleurde, merkte hij nauwelijks op. Enkele druppels bloed vermengden zich met whisky. De woorden van Klaus zorgden voor een roes: wie weet zit je dan de volgende vergadering dan wel aan deze tafel, in plaats van als een gore rat achter die deur. Hij kon zijn geluk niet op. De eerste stap was een lidmaatschap en daarna zou hij snel doorgroeien tot Klaus’ zijn vertrouweling. Dat vooruitzicht alleen al maakte dat Ozzy alles zou doen wat nodig was om zijn voorbeeld tevreden te houden. Zoekend keek hij de kamer rond, maar iets in hem vertelde dat hij onmogelijk de tafelkleedjes kon gebruiken om de grond schoon te boenen. Ozzy rijkte naar de zakdoek en schudde deze wat uit, om de whisky weg te deppen. Binnen de kortste keren was de zakdoek doorweekt, maar hij gaf niet op. Net zoals hij niet op zou geven voordat hij aan de imposante tafel mocht zitten.
          “En wat weet je nog meer?” klonk de stem van Klaus weer, nadat hij opnieuw was gaan zitten en toekeek hoe Ozzy daar op zijn knieën de veroorzaakte bende opruimde. “Wat zegt Fin? En mijn neefje… hij gedraagt zich vreemd… Heeft hij hier ook iets mee te maken?”
          Een gevoel van trots gonsde door het lichaam van Ozzy. Klaus wilde zijn mening weten; vertrouwde zijn waarnemingen. “F-f-fin h-houdt z-zich op d-d-de v-vlakte. M-m-maar B-belov p-p-praat o-op h-hem i-in.” Hij stopte niet met het schoonmaken van de vloer. “I-Ingvar i-is g-g-gevaarlijker. H-hij b-b-benijdt w-wat je h-hebt. O-of h-had.” Overduidelijk doelde hij op de ex-vriendin van Klaus. Pas toen Klaus over zijn neef begon, sloeg Ozzy kort zijn blik op. De woorden brandden op zijn lippen, maar het dreigement dat Klaus hem bij één gelogen woord zou afmaken, stond te vers op zijn geheugen om zonder bewijs te veel prijs te geven.
          “I-i-ik k-kan h-h-hem s-s-schaduwen,” bood hij eerbiedig aan. “O-o-m erachter t-te k-k-komen. I-ik z-zag hem l-laatst w-wegs-sluipen, maar k-kon h-hem n-niet v-volgen. D-die f-fout z-zal ik n-niet n-nogmaals maken.”





    @ meeting room w/ Klaus














    [ bericht aangepast op 13 mei 2022 - 0:46 ]


    She's imperfect but she tries

    Abo. Ga binnenkort beginnen met lezen. (:


    Pretty is just a pretty word.