Het deed haar goed dat er Michael Jackson door de auto dreunde. Het was niets nieuws dat ze soms kilometers reden zonder enig woord te zeggen: gewoonweg de radio was vaak al genoeg voor het tweetal.
‘Je bent altijd zo vreselijk geobsedeerd door die telefoon.’ Betrapt schoten haar ogen omhoog. Haar interesse in haar mobiel was toegenomen nadat ze was aangenomen als hulpje bij het cateringbedrijf. Het was ontzettend belangrijk dat ze
stand by stond voor iedere, mogelijke oproep. Maar daarbuiten was het de laatste tijd vooral te danken aan iemand in de Upper East Side dat ze het ding vaak te boven haalde. Dat, en de stomme maar zeer verslavende spelletjes die ze stiekem deed tijdens haar pauzes. ‘Ik zou wel moeten, of niet?’ Antwoordde hij op haar andere vraag, waardoor ze haar telefoon wegstak en beamend knikte. ‘Doe je voorzichtig, je kent het spreekwoord dat vrouwen niet achter het stuur moeten.’ Ditmaal verkocht ze hem een dreun tegen zijn schouder vooraleer ze de motor startte. Het zoemen van de telefoon naast haar maakte dat ze hem het liefst opnieuw had opgepakt, maar ze negeerde de binnenkomende SMS en richtte zich volledig op het wegdek. Lennox nam binnenwegen en reed iets harder dan ze normaal zou doen, tot uiteindelijk de feestlocatie van vanavond voor haar neus opdook. Opgelucht dat ze niet in een file had hoeven staan, zette ze de auto stil en gingen haar ogen als vanzelf naar Matthew.
‘Dus, waar kan ik U mee van dienst zijn vanavond dame?’ Terwijl ze haar jas van de achterbank pakte — het werd in de nachten behoorlijk koud op weg naar huis — overdacht ze haar antwoord. Ze moest eerlijk bekennen dat hij er vooral was zodat ze niet met de UES zou hoeven praten. Lennox had geen diepgrondige haat tegenover de rijkelui — maar aangezien de meesten haar neerbuigend behandelden waren ze ook niet haar favoriet. Ze was hier omdat het goed betaalde, maar over zich heen laten walsen deed ze niet. Iedereen die de frêle blondine kende wist dat ze zich niet liet behandelen als een stuk vuil.
‘Wel, je zou me kunnen helpen met het sjouwen van al die dozen champagne. . .’ Haar gezicht vertrok kort: die dozen waren loodzwaar en laten vallen betekende zoiets als je doodvonnis ondertekeken. Iedere fles was genoeg om voor haar voltallige vier jaar aan de uni te betalen, inclusief accomodatie.
Ze volgde Matthew's voorbeeld en stapte uit, de haren waar hij mee had lopen klooien glad strijkend — en haar jurk recht trekkend. ‘Een verrassinkje voor mijn favoriete nichtje.’ Ze voelde zijn arm om haar heen, iets wat haar op een bepaalde manier altijd goed deed. Al jaren waren ze zoveel closer dan neef en nicht: ze hadden broer en zus kunnen zijn. Matt was volgens haarzelf dan ook de broer die haar moeder nooit gewild had. Haar gezicht werd ditmaal echter niet geheel vrolijk door zijn broederlijke gedrag — puur en alleen op wat hij haar voorhield. Als er iets was waar Lennox niet tegen kon, dan was het drugs. Drugs maakten alles kapot. Inclusief haar tante. ‘Voor na het werk misschien? En ik weet dat het slecht is, Len, maar is het niet hilarisch?’ Ze plukte het zakje uit zijn handen en liet het in haar jaszak verdwijnen, voor haar ogen zich onderzoekend op zijn gezicht vestigden.
‘Ik heb beloofd dat ik voor je zou zorgen, Matt. Laat dat spul alsjeblieft niet tussen ons in komen.’ Ze wilde niet hier, vlak voor de personeelsingang en het oog van anderen, emotioneel worden. Dus verbeet ze het opkomende gevoel van angst voor ze hem in een knuffel trok. Ze hield hem vast, kneep kort in zijn schouders en liet hem vervolgens weer los. Vroeger knuffelden ze steeds vaker, maar nu ze hun eigen levens gingen leiden leek dat ook zo de tol van hun band te eisen. Er was niemand die ze liever als familie had gehad als Matthew. Dat was dan ook precies de reden waarom ze hem nooit zou laten afvallen richting het slechte leven.
‘Kom. Ik moet echt beginnen.’ Ze schonk hem een waterig glimlachje en beende vervolgens op de personeelsingang af. Bij de deur deden ze nooit zo moeilijk, bovendien kende Lennox het hele team inmiddels wel. Op de vrije automatische piloot begon ze al dozen met drank te openen die ze bij aanvang zouden serveren. Toch kon de jongedame het niet laten om haar telefoon vluchtig te boven te halen. Zoals verwacht kwam het SMS'je van Wolf. Wolf was een jongeman die inhoud had. Daarom had ze enigszins versteld gestaan toen ze hem ontmoette. Op één of ander evenement. Hij had gedacht dat ze een arme sloeber was die niets van de wereld wist, en zij had gevonden dat hij een rijke zak met zaagsel in zijn kop was. Nee, liefde op het eerste gezicht was het voor haar zeker niet. Maar toch was het langzaamaan gaan kriebelen. En waarom begreep ze maar niet. In gedachten was haar hart nog altijd waar het vanaf het begin was geweest: in de capabele handen van Joshua Sherman. Het was behoorlijk triest, want ooit had Lennox gefantaseerd over de dag dat ze Roosevelt—Sherman zou gaan heten. Zo serieus was hun relatie op een zeker punt geweest. Toegeven deed ze niet, maar ze miste hem. Misschien zo zeer, dat haar hart nu verlangde naar dat gevoel bij iemand anders. En Wolf, ondanks zijn origine in de UES, was een type waarvan dat zelfde hart sneller kon slaan. God, wat had ze graag een uit—knop voor dat orgaan gehad. Voor ze haar mobiel opnieuw wegstak, opende ze een chat naar Josh. Zo stond hij nog altijd in haar contactenlijst: inclusief het hartje erachter dat er al vanaf dag één had gestaan. Ze waren immers vrienden gebleven. Iets verwijderen was ondenkbaar.
Ik weet niet of ik je vanavond zie, maar ik hoop dat we snel eens kunnen afspreken. Veel te vertellen. Love, L. Ze drukte op verzenden, glimlachte en richtte zich op de vele dozen die haar nog te wachten stonden. Het leven was goed, tot je gevoelens zich er mee gingen bemoeien.