• Manhattan’s Elite

    “Your one and only source into the scandalous lives of Manhattan’s elite” – xoxo The Ultimate









    Welcome to the Upper East Side, the most expensive, classy and scandalous location in the whole of New York City. Hier leven de kinderen van de bekenste multinationals, bankdirecteuren, dokters. Ze zijn op de hoogte van de nieuwste mode, dragen de duurste diamanten, worden gevoerd door limosines met eigen chauffeurs, hebben de knapste vrienden en ze feesten hard. Ze heersen over de stad als Goden. Maar dit is enkel wat je aan de buitenkant ziet. Elk persoon heeft zijn eigen geheimen: hun diepste verlangens, misdaden, verraad… Deze Elite lijkt fantastisch, maar het is moeilijker dan je ooit had gedacht. Worden geheimen bewaard of komen deze aan het licht? Daar zullen we snel genoeg achter komen én jij kan hier deel aan nemen. De sms die je nu krijg is niet van je moeder die verteld of je vrij bent voor lunch of van je beste vriendin die de duurste jurk in Tiffany’s heeft gekocht. Neen, dit is een sms van The Ultimate Gossip. Open dit bericht met de diepste geheimen van de Elite’s en je gehele leven zal veranderen. No one’s secrets are safe.


    Rollen

    Verwijzing naar het rollentopic

    Regels


    - De Gossips worden door mij (Donnie) geplaatst. Niemand weet wie de Ultimate Gossip is.
    - Perfecte personages bestaan niet, al denken sommige Upper East Siders dit wel.
    - Naamsveranderingen doorgeven
    - Probeer minimaal 200 woorden te schrijven.
    - Alleen ik (Donnie) open een nieuw topic.
    - Als je voor korte of lange duur afwezig bent, laat mij dit dan weten.
    - En ten slotte: geniet van elkaar en de gossips.


    Bliep Bliep you have a text message

    Hier komen de roddels van the Ultimate Gossip te staan. Elke rol krijgt dit bericht sowieso via sms.
    GOSSIP 1: Het galabal vindt vanavond plaats. Zorg ervoor dat je op je opperbest bent gekleed. (het evenement loopt ten einde wanneer iedereen dit ten volle heeft beleefd met zijn rol.)


    Twinkle Twinkle little star, who is the prettiest of the Ball? Dress up, Upper East Siders! Het grote galabal komt eraan. Geef ons wat onze ogen willen zien. Ik zal er alvast zijn. You are warned.

    xoxo
    The Ultimate Gossip

    [ bericht aangepast op 27 juli 2015 - 20:09 ]


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    ( Josh? Ik weet niet wat ik moet doen met mijn perso's tbh..)


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Wolf Bricklander








          Champagne werd talrijk vergoten onder de twee jongens. Een lach kon er van af. Meer zelfs: Wolf voelde zich in zijn nopjes. Hoe meer de drank door zijn lichaam vloeide, hoe meer hij zin kreeg in het feest. Op dit moment kon het hem niet veel schelen dat hij dat ene meisje niet kon krijgen. Hoe dan ook: vanavond zou hij het bed delen. En met wie was voor hem een groot vraagteken.
          De grootste zorg dat hem nu baarde was dat hij in deze toestand niet met zijn Range kon rijden. En met blutsen en bulten aankomen op het feest was zijn ding niet. Daarbij was zijn wagen zijn grootste liefde. Dus besloot hij om Paul op te bellen. Die zou hen in stijl naar het bal brengen.
          Lachend en met hun voeten in de wolken, liep hij met Nate de trappen af naar beneden. Hij kon niet pijlen of Nathaniel even aangeschoten als hem was - maar dat zou niet veel goeds betekenen. Dan was hij nogal.. Heftig. En niet altijd in een positieve zin. Wolf integendeel was erg mondig en zonder angsten als er alchohol door zijn aderen liep. ‘Paul komt ons halen,’ mompelde hij tussen zijn tanden door. Uit zijn broekzak haalde hij zijn gsm. Zijn vingers gleden snel maar onnauwkeurig over het scherm. Be ready, babe - W.
          Niet veel later vlamde er een zilveren Porsche over de stoep, net voor hun voeten. Rond Wolf zijn lippen stond er een brede grijns. ‘Paul. Wat een genot om je knappe kop te zien.’ Hij opende de portier voor Nate en zichzelf en stapte achterin in. De jongen gaf hij een stevige handdruk. ‘Wat fijn dat je ons kan oppikken.’ Hij klopte met zijn vlakke hand op de zwarte leren zetels. Hopelijk zou zijn maag staande houden. Het zou zonde zijn om heel het interieur onder te braken.
          In deze toestand vertoonde hij zich niet graag aan de buitenwereld, maar de drang was groot om te gaan feesten. De normaliter gecontroleerde en beleefde Wolf, was met de horizon verdwenen. Niemand nam momenteel een voorbeeld aan hem, al was hij wel zeer geliefd bij anderen. Zijn charmes kwamen nu nog meer naar boven, evenzeer als zijn aanstekelijk lach die anderen meteen zouden plezieren. Zijn zusje zou hem een schande vinden, maar toch was hij populairder dan haar. Mensen hielden van hem. Net zoals hij van hen hield.
    En het was niet veel anders als ze op het feest aankwamen. Meteen werd hij begroet door talloze bekenden. Hij had de kans niet om Paul te bedanken voor de rit, maar dat zou hij wel een andere keer doen - als hij het zich tenminste nog zou herinneren. Nate integendeel vergat hij niet. Vanuit zijn ooghoek hield hij hem in de gaten. Op een bepaald tijdstip van de nacht zou hij zich wel verdiepen in een meisje en dan had Wolf vrij spel. Niet dat hij een babysit was voor de jongen, maar toch. Hij hield liever een oogje in het zeil. Je wist maar nooit met hem.
          Vanuit zijn andere ooghoek zocht hij Lennox op. Oh, wat had hij zin in haar. En niet enkel om haar aan te raken, om haar te voelen. Maar ook om haar te zien en haar stem te horen. Zijn verlangens werden groter en de ongeduldigheid was haast ondraaglijk. Maar hij kon haar niet openbaar aanraken. Neen, hij moest het op een andere manier proberen.
          En toen zag hij haar. Ze diende op in een ordinaire jurk. Hij rolde met zijn ogen maar kon zijn brede glimlach niet onderdrukken. Ze was verbazingwekkend knap. Wat ze ook droeg. Om onopgemerkt te blijven, keek hij de andere kant op en nipte hij zijn champagne naar binnen. Het glas zette hij op een dienblad van een andere dienster. Hij ademde diep in en stapte met grote en verzekerde passen op haar af. Zijn lichaam hield halt voor haar en zijn ogen vonden die van haar. Na al die berichten was het een opluchting om haar eindelijk terug te zien. En hij wist niet hoe lang hij deze gevoelens nog kon onderdrukken. Als zij het niet zou zijn dan werd het iemand anders vanavond. Hij griste een glas van haar dienblad en nipte eraan. Vanuit zijn ooghoek merkte hij een aantal argwanende blikken op. ‘Bedankt,’ sprak hij op een vlakke toon, maar zijn ogen spraken boekdelen. Ze ogen gleden kort naar een bord waar er nooduitgang hing. Zijn lippen bewogen zich en fluisterenden zacht ‘5 minuten.’
          Hij verdween het volk in en werd een paar keer begroet door rijke schoonheden. Hij beantwoorde hun blik met een knipoog en zocht Nate op. Nergens was die jongen te vinden. ‘Godverdomme, Nate.’ vloekte hij binnensmonds. Nu was het niet het moment om te verdwijnen. Het zweet parelde op het voorhoofd van Wolf. Het was hier bloedheet. En toen kropen er koude rillingen over zijn rug. Hij opende de nooddeur en kwam in een verlaten steeg terecht. De kille wind streek langs zijn gezicht en nu besefte hij pas hoe slecht hij zich voelde. Hij legde zijn hand tegen de muur en stak zijn vinger in zijn keel. Zijn lichaam boog zich automatisch voorover. Hij hoopte vanuit de grond van zijn hart dat niemand hem zag in dit zwak moment. Zijn maag braakte hij haast uit en het zweet parelde nu over zijn hele lichaam. Hij kon maar aan 1 ding denken: als zijn zus dit zou zien, zou ze zich uiterst vermaken.

    [ bericht aangepast op 12 sep 2015 - 14:33 ]


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    Camille Bricklander



    God.
          Het voelde behoorlijk frustrerend aan. Ik waande me verdwaald, zelfs al wist ik exact waar ik was. Lijdzaam staarde ik naar de menigte die zich prima leek te vermaken met belachelijk dure champagne, nog belachelijkere dansen en misschien wel de meest belachelijke flirtpogingen. En dan stond ik hier: weliswaar met een nog onaangeroerd glas van die dure champagne, maar toch behoorlijk alleen. Niemand die me ten dans vroeg, niemand die zelfs nog maar een poging deed om met me te flirten of zelfs maar een gesprek aan te knopen. Het was haast ironisch te noemen: Camille Bricklander, het zusje van de Wolf Bricklander, dat eigenlijk helemaal niet binnen de familie Bricklander paste, liet staan dit wereldje.
          Peinzend beet ik op mijn duimnagel, niet goed wetend wat ik hier überhaupt nog deed. Als men mijn mening zou vragen dan zou ik tienduizend keer liever in een of andere ongure club in de buitenwijken staan, waar mensen in volle extase verkeerden door drank en alles wat ze opsnoven en dit maar al te graag met iedereen wilden delen. Beter dan dit bijeengeraapte stelletje harken. De meeste mensen deden wel aardig tegen me, als het moest, maar was dit niet waar heel dit wereldje uit bestond? Lief doen in iemands gezicht, om hem vervolgens achter diens rug om zwart te maken. Ik vermoedde dat ik het feit dat mensen überhaupt aardig tegen me deden in mijn gezicht zelfs aan Wolf te danken had. Hoewel we elkaar vaak genoeg de tent uitvochten, wist ik dat hij ergens diep van binnen zielsveel van me hield. Familie ging voor alles - nou ja, bijna alles - en het recht om kwaad over mij te spreken had hij aan zichzelf toegedicht en ieder ander zou zijn mond moeten houden. That was what family was for.
          In één keer kapte ik de champagne achterover, om het glas met een klap op een dienblad te zetten van een van de meisjes die hier rondliepen. Met een vies gezicht, ik hield er immers niet eens van, wist ik mijn weg naar buiten te vinden waar ik net op tijd mijn tranen weg kon pinken en weinig charmant mijn neus op wist te halen. Het laatste wat ik wilde was de huilebalk gaan uithangen, want dan zou ik mezelf zieliger maken dan ik in eerste instantie al was. Gewoontegetrouw stak ik een sigaret op, gewoon, om mezelf weer wat te kalmeren. Niemand die überhaupt acht op me sloeg, dus niemand die merkte dat ik me meer en meer tegoed deed aan goedjes die iemand als ik niet zou moeten nemen. Roken was dodelijk. Met mijn astma voelde het aan alsof ik zeven doden stierf elke keer als ik er frequent een op stak, maar al met al voelde het op het moment zelf goed.
          En zo te horen was ik niet de enige die er slecht aan toe was. Bij het horen van braakgeluiden sloeg ik mijn ogen even ten hemel - god, waarom - maar toen ik niemand minder dan mijn eigen broer zag, drukte ik de sigaret met een lukraak gebaar uit, om zijn richting op te lopen.
          "Moet ik je haren vasthouden, Wolfje?" vroeg ik enigszins schertsend, al voelde ik me te slecht om nog rotter tegen hem te doen. Ik gaf hem voorzichtig een klopje op zijn schouder, zwakjes. "Pas op voor die mooie schoenen van je - en de mijne." Met tegenzin keek ik toe hoe hij zijn maaginhoud eruit gooide, terwijl ik nogmaals met een hand in mijn eigen ogen wreef. "Misschien moet je stoppen met drinken en gewoon naar huis gaan."
          Stiekem hoopte ik dat hij zou instemmen, maar ik vreesde dat dit ijdele hoop was. Geen feestje waar hij eerder vertrok, tenzij hij vrouwelijk schoon aan de haak had geslagen. Daarnaast was hij waarschijnlijk te stomdronken om te zien dat ik er behoorlijk doorheen zat en zelfs al zou hij het zien, dan vroeg ik me af of het hem iets zou kunnen schelen. Ik gokte van niet.


    She's imperfect but she tries

    Wolf Bricklander







          Net wanneer de gedachte aan Camille hem was ontglipt, hoorde hij haar vertrouwde stem. In eerste instantie wist hij niet of hij droomde of dat ze écht naast hem stond, dus draaide hij zijn hoofd een kwartslag om. Zo kwam hij oog in oog te staand met zijn jongere zusje. Enerzijds voelde hij zich afschuwelijk dat ze dit zag -een zwakke Wolf- anderzijds was hij zo blij om haar bij zich te hebben. Maar wat hem het meest van al opviel: ze was even beroerd als hem en dat baarde hem zorgen. Achter haar snerpende woorden klonk een gebroken en gevoelige stem.
          Wolf was een persoon die zich niet snel blootgaf aan een andere persoon. Maar met zijn zus was dit anders. Hij was met haar opgegroeid, had haar altijd gezien als zijn eigendom. En hij liet het niet altijd blijken, maar hij hield doodgraag van haar. Hij had gewoon gedacht dat deze periode tijdelijk was. Elke tiener strijdt namelijk met zijn identiteit. De ene meer dan de andere. Maar aan Camille haar blik te zien, was er veel meer aan de hand. Hoe kon hij zo dom zijn om dat niet te zien?
          Hij haalde een papieren zakdoek uit zijn zak en veegde zijn mond af. Met wat speeksel spuugde hij het laatste beetje uit zijn mond. De smaak was verschrikkelijk, maar hij voelde zich meteen een stuk beter. Zijn hoofd was helderder en zijn lichaam kwam tot rust. Hij schraapte zijn keel en haalde zijn hand door zijn haren. Op deze manier herstelde hij zich.
          ’Het gaat alweer. Maak je over mijn geen zorgen,’ sprak hij op een kalme toon waarbij zijn ogen kort naar de uitgang gleden. Momenteel was er niemand anders dan hun te bespeuren. Goed. Alleen zijn zus had heel dit gebeuren opgemerkt. Hij hoefde zich niet te schamen.
          Teder streek hij met zijn vinger over haar wang waar hij een traan opving. ‘Het zit niet pluis, mh?’ sprak hij zacht waarbij hij haar kleine gestalte tegen zich aantrok. ‘Je bent zo mooi om verdrietig te zijn, Camille. Besef dat je meer waard bent dan iedereen hier op dit stomme feest.’ Hij drukte een kus in haar lange blonde haren en verstevigde zijn greep rondom haar. ‘En dat je nog meer waard bent dan al die junks. Drugs maakt je tijdelijk gelukkig.’ Hij duwde haar nu van zich af om haar diep in de ogen te kijken. ‘Wat je ook doet, mij zal je nooit kwijt geraken.’ Hij wist hoe ze hem zag: als een broer die het perfecte voorbeeld was voor iedereen. Maar Wolf was alles behalve perfect. Net zoals andere mensen had hij gebreken, maar deze toonde hij niet aan de buitenwereld. Mensen houden van imperfectie. Omdat ze erover oordelen en roddelen.
          ’Ik ga niet weg van dit feest,’ verzekerde hij haar. ‘En jij ook niet.’ Hij keek nogmaals naar de nooduitgang en zuchtte zacht. ‘Ik heb een geheim… Een meisje. Maar het is nog niets serieus.’ Hij beet op zijn onderlip en boog dichter naar haar toe. ‘Ze is niet zoals ons.. Ze is normaal.’ Het laatste woord kwam onwennig over zijn lippen. Lennox zou nooit zoals hun worden. ‘Ik weet het niet maar ik denk dat ik echt om haar geef.. Zoals ik om jou geef, maar dan op een verliefde manier.’ Het klonk stom en hij schudde dan ook zijn hoofd alsof het ridicuul was. ‘Ik neem je in vertrouwen. Vertel dit aan niemand.’ Uit zijn andere broekzak nam hij een paar muntjes die hij in zijn mond stak. Hopelijk was de stank voor anderen wat te verdragen.
          ’Ik hou van je zusje, voor altijd.’


    [ bericht aangepast op 12 sep 2015 - 22:07 ]


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    Camille Bricklander



    Ik had op zijn minst een snauw verwacht - of een grom - want het was algemeen bekend dat Wolf daar een koning is was. Mijn grote broer wist me echter te verrassen door niets van dit alles te doen en zijn kwetsbare kant gewoon te tonen. Met enige onpasselijkheid wendde ik mijn blik af toen hij zijn mond wist vrij te maken van het laatste beetje overgeefsel, want als ik er nog veel langer naar zou moeten kijken dan wist ik dat ik zelf mijn maaginhoud ook naar buiten zou werken. Ik was Camille Bricklander. Ik stond erom bekend dat ik gruwelijk slecht tegen elk spoortje van alcohol kon en werd bovendien geplaagd door astma. Liet ik nu net een glas champagne in één teug naar binnen hebben gewerkt en er meteen een sigaret achteraan verslonden hebben. Good job, Camille, good job.
          Pas toen ik zijn vinger in een teder gebaar over mijn wang voelde gaan, richtte ik mijn blik weer op, om deze haast meteen weer neer te slaan. Wolf was toch minder ver van het padje dan ik had gedacht en moeiteloos was zijn prikkende blik op mijn verloren tranen gevallen. "Het gaat prima," rolde er wat knorrig over mijn lippen toen hij zijn sterke armen om me heen sloot. Wolf en ik hadden eigenlijk nooit echt opvoeding gehad van onze ouders, liet staan dat we een echte band met hen hadden. In deze armen had ik al zoveel ontelbare keren gelegen als ik weer eens moest huilen en ook nu leek de strijdbijl tussen ons begraven, nu ik hem zo ongelooflijk hard nodig had.
          Zijn woorden waren lief, maar kalmeerden me niet bepaald. Het was zo makkelijk om te zeggen voor hem. Hij hoefde niet in de schaduw te leven van zijn bloedverwant, werd niet gezien als het 'zusje van' en had aan aandacht geen gebrek. En ik was het losgeslagen zusje dat volledig gestoord was en dat je maar beter links kon laten liggen.
          "Een meisje," echode ik, waarbij ik mijn lippen in een glimlachje omhoog perste. Vreugdeloos weliswaar, want er waren zat meisjes aan wie Wolf zijn grote vriend daar beneden had getoond, dus dit was niet bepaald een schokkende verrassing. Ik hoopte hem echter af te leiden van mijn eigen miserabele zelf door op het meisje verder te gaan, want ik stond daadwerkelijk op het moment van instorten. "Normaal klinkt goed; leuk." Ik probeerde moedig te glimlachen, veegde zelf nog woest wat tranen weg en haalde nogmaals mijn neus op. Hij ging niet naar huis, natuurlijk niet. Het was altijd Wolf en feestjes, Wolf en meisjes. Ik haalde diep adem. "Ze klinkt aardig, Wolfje, dus wat doe je hier überhaupt nog buiten?"
          Met enige moeite zette ik een pasje naar achter, probeerde ik mijn schouders te rechten. Tevergeefs deed ik pogingen om mijn gebroken zelf aan elkaar te lijmen toen ik zei: "Ik hou ook van jou, Wolfje. Ga nu maar snel naar je 'normale' meisje, ik kom zo wel." Dit laatste was een grove leugen, want als er iets was waarin ik geen trek had dan was het om me weer in de feestelijke menigte te moeten mengen. Wat ik ook deed, ik zou hem nooit kwijtraken. Dat was hetgeen hij beweerde - maar waarom had ik dan het gevoel dat ik hem beetje bij beetje meer uit het oog verloor?


    She's imperfect but she tries

    LENNOX ROOSEVELT




          De blondharige jongedame had afscheid genomen van haar neef, welke zich van haar had gescheiden op het moment dat het feest daadwerkelijk begon. Ze fatsoeneerde haar haren, haar simpele jurk en zoog voor een tweede maal op een pepermuntje terwijl ze een dienblad in haar slanke vingers pakte. De champagne — duur en vol — rook naar een mooie avond. Ze waande zich tussen de gasten en serveerde hen met minimale glimlachjes. De meeste vrouwen zagen haar niet staan — ze was een serveerster, iets onbelangrijks. Maar de mannen aan hun zijde, welke haar soms zonder veel subtiliteit in zich opnamen — waren een geheel ander verhaal. Haar dienblad was nog maar voor een kwart vol toen ze Wolf Bricklander in levende lijven vond.
          Hij stond in duur pak, volle glorie en met die prachtige ogen voor haar neus. Ze hield zich kalm, volgde met haar ogen hoe hij een glas sprankelende alcohol van haar pakte en deze vervolgens achterover sloeg. Een geheel maandloon in één simpele slok verdwenen.
          ''Bedankt.'' De toon was mat, zoals de meesten haar toespraken als ze al iets zeiden — maar zijn ogen blonken en vormden de zachte ondertoon die zijn woorden hadden gemist. ''Vijf minuten,'' was hetgeen dat er achteraan volgde, waardoor haar wenkbrauwen voor een fractie van een moment naar elkaar toe fronsten. De nooduitgang? Ze schonk hem een halfslachtig knikje voor ze bij hem vandaan liep. Op evenementen als deze keek iedereen naar elkaar. Een langere staar en Wolf had er geweest kunnen zijn. Niet zozeer spannend, maar behoorlijk gevaarlijk.
          ''Hierzo, dame.'' Met haar ogen ten hemel geslagen overhandigde ze een zoveelste glas richting een rijkeluis jongen. Het viel haar op dat hij ontzettend veel dronk voor een socialite, en dat hij bovendien niet bepaald succes had bij de vrouwen. De conclusie? Natuurlijk was het zijn recht om een arme serveerster lastig te vallen. Vijf minuten kropen eindeloos langzaam voorbij. Wilde ze hem achterna sluipen als een hond zonder huis? Zijn ego strelen was het laatste dat ze vrijwillig zou doen.
          ''Ik heb mijn sleutels in mijn auto laten liggen, Jen. Ik ben zo terug.'' De donkerharige vrouw knikte sceptisch vooraleer ze haar lege dienblad overpakte en Lennox zich uit de voeten maakte. Ze nam de nooduitgang, op het punt om naar buiten te stappen, toen ze stemmen hoorde en bevroor. Haar neus rimpelde zich van de misselijkmakende gal—lucht die er bleek te hangen, waardoor ze haast geschokt richting het tweetal keek dat in de zijstraat stond.
          Eén van hen was overduidelijk Wolf — die er tamelijk aangedaan uitzag. De tweede was een jongedame die ze enkel had gezien op feesten als deze. Camille? Hoewel het moeilijk te zien was, deed het haar denken aan zijn jongere zusje. Ze overwoog terug te rennen, of casual naar voren te stappen. Maar het zag er niet naar uit dat ze daadwerkelijk nodig was.
          ''Ik had geen idee dat je een woeste alcoholist was, Wolf Bricklander.'' Hoewel teruggaan een goede optie was geweest, wilde ze het niet riskeren gehoord te worden en te worden afgeschilderd als laf. In plaats daarvan stapte ze de koude straattegels op terwijl ze zich zo min mogelijk op de plek met braaksel probeerde te richten. Camille zag er van dichtbij ook niet bijster goed uit — waardoor ze zich toch wel wat zorgen begon te maken om het tweetal.
          ''Kan ik iets voor je doen?'' Ze had geen idee wat Camille dacht van een buitenstaander — of wat Wolf had verteld, maar aangezien ze hier met z'n drieën in de kou naast overgeefsel stonden, wist ze niet wat ze anders kon vragen. ''Ik heb tien minuten.'' Dat was meer een onopvallende mededeling voor Wolf, alhoewel ze zich realiseerde dat dit niet het moment was om te doen alsof zijn zusje niet bestond.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    ChocoIate schreef:
    [Iemand waar Amity dan heen kan?]


    [Misschien kan ze samen met Abigail boodschappen doen?]


    Bowties were never Cooler

    Wolf Bricklander







          Zijn bezorgde blik van eerst verdween haast voor de zon toen hij het bekende meisje aan de uitgang van het gebouw zag. Ergens diep vanbinnen schaamde hij zich verschrikkelijk. Het aanbeeld die ze nu zou hebben, was niet bepaald fijn. Hij leunde half tegen de muur en bleef daar ook staan. Er gingen zoveel gedachten door zijn hoofd dat hij niet in staat was om een simpel woord over zijn lippen te krijgen. Simpelweg likte hij langs zijn lippen en strekte hij zijn lichaam in een normale houding.
          ‘Laat je vooroordelen maar liggen, Lénnox.’ Met de nadruk op haar naam. Wie Wolf Bricklander goed genoeg kende, wist hoe hij ineen zat. Het probleem met haar was dat ze niet zoals hun was. In een zekere mate zou zij hen nooit begrijpen. Maar Wolf was net zoals alle anderen gek op alcohol en alles wat daarbij hoorde. Het was een gewoonte die je niet kon afleren. Ingeburgerd door je ouders. Al van kleins af aan nipte je van een glas champagne, om op je zestiende en hele fles op je eentje leeg te drinken.
          ‘Ik ga niet terug naar binnen.’ Hij haalde uit zijn broekzak een pak sigaretten en stak er eentje op. Spontaan gooide het pakje terug naar zijn jongere zus. Die was zo’n dingen wel gewend. Drugs, alcohol en ook sigaretten. Wolf zag je niet vaak in zo’n toestand en het was dan ook zelden dat je hem op zo’n kwetsbare manier zag. Normaal rookte hij nooit, maar zijn lichaam snakte iets onecht. Iets wat niet bij hem hoorde, maar hem beter zou maken. ‘Je moet ons naar huis brengen, Len. Ik laat je baas wel weten dat je oke bent en ik betaal je ervoor.’
          Hij liep met grote passen naar haar toe en legde zijn vinger op haar kin maar achtte verder geen verdere handelingen. ‘Ik ga niet smeken, maar doe het voor ons.’ Zijn zus had hem nodig en het was moeilijk om een keuze te maken. Hij hoopte ergens diep vanbinnen dat Lennox toch bij hen zou blijven. ‘En je hoeft niet bang te zijn van Camille. Ze is gek op jullie en alles wat jullie doen.’ Hij keek om naar zijn jongere zus en toen weer naar het meisje die amper een paar centimeter van hem vandaan stond. ‘Oké, ik smeek je. Breng ons naar huis.’ Zijn hand nam die van haar vast waarin hij zacht kneep. Bij het voelen van haar warmte, voelde hij een fijn gevoel door zijn ganse lichaam. ‘En blijf bij me vannacht,’ fluisterde hij haar zacht toe.

    [ bericht aangepast op 18 okt 2015 - 18:30 ]


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    LENNOX ROOSEVELT




          Het was Wolf die het woord nam — en ze had niet anders verwacht. Hij zag er allerminst goed uit in het halfduister waarin ze zich bevonden. Enkel zijn ogen straalden een warme bekendheid uit. ''Laat je vooroordelen maar liggen — Lénnox.''
          De nadruk op haar naam deed haar wenkbrauwen voor enkele seconden fronsen. Het was zomin een oordeel geweest, als een kleine ijsbreker. Haar handen gleden zacht wrijvend over haar armen, die langzaam maar zeker koud begonnen te worden. Het was nooit deel van het plan geweest om zo lang stil te staan buiten. ''Ik ga niet terug naar binnen.'' Ze onderwierp hem aan een onderzoekende blik, voor ze haar eigen kijkers ten hemel sloeg. Het was alsof deze avond steeds verder langs de afgrond naar beneden gleed. Alles aan Wolf was in een bepaalde hoek mooi; maar Lennox kwam uit de tegenovergestelde richting, en daar begreep deze jongeman zo weinig van dat ze niet eens haar best deed om zich in hem te verplaatsen. ''Je moet ons naar huis brengen, Len. Ik laat je baas wel weten dat je oke bent en ik betaal je ervoor.'' Haar lippen weken van elkaar om te weigeren, maar ze voelde hem dichterbij komen voor hij daadwerkelijk voor haar stond en zijn vinger onder haar kin plaatste. De warmte schokte door haar heen, en liet haar zacht zuchten.
          'Wolf — jij gaat me mijn baan nog eens kosten.'' Maar ze protesteerde niet, het was zelfs geen verwijt. Ze zou zich niet goed voelen als ze het niet deed, en bovenal wist ze dat Wolf er voor zou zorgen dat ze niet ontslagen werd. Daar had ze in ieder geval vertrouwen in.
          ''Oké, ik smeek je. Breng ons naar huis. En blijf bij me vannacht.'' Hij stond dicht bij haar, hield haar hand vast en bracht haar verder van haar stuk af dan wat dan ook. Ze besteedde zelfs geen aandacht meer aan het gal verderop, of de ijzige atmosfeer.
          'Ik had op een ander verloop van de avond gehoopt, Wolf,'' fluisterde ze zacht, het kneepje in zijn vingers teruggevend. Ze glimlachje kort naar Camille, vooraleer ze naar de straat knikte die begon zodra de steeg eindigde. ''Mijn auto staat in die zijstraat geparkeerd. De zwarte ford. Als jullie alvast gaan zitten, ga ik mijn jas en baan redden.'' Ze haalde de sleutels uit de onopvallende, kleine zak die de jurk had — voor ze deze in Wolf zijn hand drukte en hem een kus op zijn kaak gaf. ''Er liggen pepermuntjes in het handschoenenkastje.'' Ze ademde diep in voor ze het tweetal verliet en naar binnen keerde, waar ze zo vluchtig mogelijk de ruimte voor de catering opzocht. Haar baas vulde een tree scherp ruikende drank bij — haar ogen schoten haast vergif toen ze Lennox in het oog kreeg.
          ''Waar bleef je nou?'' Beet de blondharige vrouw haar toe, bijna twee flessen tegelijk in haar armen duwend. Ze knipperde kort met haar ogen voor ze de flessen op een tafeltje zette.
          ''Ik moet gaat. Noodgeval. Ik ben oké, maar ik moet iemand helpen.'' Als ze Wolf of Camille zou noemen, zou ze er vast en zeker op staan dat er een taxi of limousine gebeld werd. Dat was verre van een ramp — maar ze wist dat Wolf niet op de voorkant van een roddelblad wilde verschijnen. Niet zo. Dus bleef het bij de zwakke smoes.
          ''Vergeet het maar, Lennox. Belangrijke avond, belangrijke baan. Als je gaat, hoef je niet meer terug te komen.'' Ze staarde een voltallige twee seconden naar de vloer, voor ze haar jas van het haakje pakte en wegliep. Het was ongelooflijk om een tweetal socialites te verkiezen boven haar baan. Toch deed ze het.
          Buiten stond enkel personeel. De feestgangers waren binnen, de rode lopen was al half opgerold. Ze struikelde bijna over de zijkant, maar hield zich staande voor ze bij haar auto uitkwam en het bestuurdersportier opentrok. Haar vingers trilden; gedeeltelijk van de kou, gedeeltelijk van het verlies van haar baan.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Matthew Jason Roosevelt
    Wannabe • 20





    ''Ik heb beloofd dat ik voor je zou zorgen, Matt. Laat dat spul alsjeblieft niet tussen ons in komen.'' Matthew kon zijn teleurstelling niet verbergen en knuffelde haar lichtjes terug. ''Kom. Ik moet echt beginnen.'' Matthew beet kort op zijn lip en volgde haar via de personeelsingang en gaf Lennox een korte knipoog, ''doe geen dingen die ik ook niet zou doen.'' Hij liep zich een weg door de menigte op zoek naar een bekend gezicht, althans 'bekend' iemand die hij eerder had gezien. ''Goedenavond dames,'' hij schoof een stoel bij de twee dames en pakte een glas wijn voordat hij begon met bluffen over zijn 'oh-zo-geweldige-leven'.
          ''Ik heb mijn eigen bedrijf en je kent het wel.. Altijd druk.'' Matthew rolde met zijn ogen en lachte terwijl hij de twee dames grondig bekeek. Een stereotype blonde meid die met een nog diepere decolleté net zo goed geen jurk aan had kunnen doen en een brunette die haar haren netjes op had gestoken en net uit een vergadering leek te komen. Aangezien de brunette weinig interesse in hem toonde had hij zich volledig gefocust op de blonde meid die zich had voorgesteld als Jennie en haar handen niet van hem af kon houden. Zijn ogen gingen over de zaal voor nog een glas wijn en toen pas kwam het in hem op dat hij Lennox al een tijdje niet meer had gezien. Ondanks dat het normaal was dat hij haar niet om de vijf minuten zag was het voor zijn gevoel alsof er al enkele uren voorbij waren gegaan. Hij excuseerde zich dan ook gelijk en gaf er een vlugge kus op haar lippen, ''maak je geen zorgen; ik ben zo terug.'' Zijn stappen waagde zich weer door de overvolle menigte op zoek naar Lennox maar ze was werkelijk nergens te bekennen, op een gegeven moment besloot hij het maar te vragen aan een andere serveerster die hem kort vreemd had aangekeken aangezien het niet gewoonlijk was om te vragen naar iemand die zich niet in de hogere rang schikte. ''Waar is Lennox Roosevelt als ik zou mogen vragen?'' Schichtig gingen haar ogen over hem heen en ze haalde haar schouders op. ''Het meeste personeel staat buiten voor zover ik weet.'' Matthew knikte kort en stapte in haastige pas naar buiten en fronste toen hij zag hoe ze bij haar auto stond en het portier opende. Hij bewoog zich voor haar en sloot het portier, ''waar denk jij dat je heen gaat Lennox? Het feest is net begonnen, wat bezielt jou? Je moet werken.'' Zijn ogen gingen nu over de twee heen die niet op personeel leek maar die netjes gekleed waren net als hem. Matthew zijn blik gleed van hen weer naar Lennox en hij keek pissig richting haar, ''wat is dit?'' Siste hij.


    Everything is illuminated by the light of our past.

    Aspyn Florènce Chamberlain
    Upper East Sider | Dress





    Aspyn wandelde de grote zaal van het bal binnen en keek even rond. Als ze liep, moest ze haar blauwe jurk een stukje omhoog houden omdat ze niet al te lang was en de jurk wel. Acuut kwam er een serveerster naar haar toe met champagne. Zonder iets te zeggen, nam ze deze van het meisje aan en wuifde haar daarna weg zodat ze door zou gaan met haar werk. Aspyn had liever geen interactie met de mindere bevolking van New York. Aspyns's blonde haar was half opgestoken naar achteren en de rest viel golvend over haar schouders naar beneden. Ze nipte wat van haar champagne en wurmde zich door de drukte heen richting iemand met wie ze wel wilde praten. Ergens werd ze aangesproken door een zakenpartner van haar moeder maar ze wist dit gesprek er vanaf te brengen door veel te glimlachen en dure woorden te gebruiken, omdat ze eigenlijk geen idee had wie de vrouw nou echt was. Opnieuw dronk Aspyn van haar drankje en toen vielen haar ogen op Matthew Roosevelt - een jongen die totaal het recht niet had om hier als gast te zijn. Aspyn wist zeker dat zijn zus aan het werk zou zijn dus ze had hem binnen weten te krijgen. Ze volgde hem met haar ogen en schudde haar hoofd.
          'Arm volk,' fluisterde ze toen tegen zichzelf. Aspyn deed graag alsof ze een intense hekel had aan Matthew, maar eigenlijk kon ze niet verbloemen dat ze zijn charme niet altijd kon weerstaan.


    Big girls cry when their hearts are breaking

    LENNOX ROOSEVELT



          'Waar denk jij dat je heen gaat Lennox? Het feest is net begonnen, wat bezielt jou? Je moet werken.'
    Ze had op het punt gestaan om in te stappen, toen ze de veel te bekende stem van Matthew hoorde. Behoorlijk verbaasd draaide ze zich om naar de persoon in kwestie; om geconfronteerd te worden met zijn boze gelaat. Haar ogen schoten betrapt opzij, alhoewel ze niet het idee had dat ze iets verkeerd had gedaan. 'Wat is dit?' Haar handen wreven ontkennend over haar gezicht, bedenkend wat ze hem in hemelsnaam moest vertellen. Wat was ze eigenlijk aan het doen?
          'Ik weet het, Matt.' Ze vertrouwde hem, natuurlijk. Maar ze wist niet in hoeverre hij zou begrijpen wat er gaande was. Het was niet zo dat ze Wolf kon introduceren als haar casual flirt; of zijn zusje als vriendin. Het was een belachelijke scène, en ze had geen idee hoe ze zichzelf hieruit kon redden. 'Maak je geen zorgen over mij, oké? Dat werk wordt geregeld, maar ik moet hen naar huis brengen.' Ze pakte zijn handen vast en wierp hem een lichtelijk smekende blik toe. 'Alsjeblieft, Matt. Ik leg het je allemaal uit morgen.' Toch wist ze ergens dat hij haar nooit alleen zou laten gaan met deze twee praktisch vreemden. Matthew was in vele opzichten soms een bodyguard, die ondanks zijn liefde voor feestjes nog best kon inschatten wanneer er iets belangrijkers voorbij kwam. Ze wierp een blik over haar schouder, richting het tweetal in haar auto, waarna ze een diepe zucht over haar lippen voelde rollen. Het was een grote chaos geworden waarvan de schade nog maar half bekend was. Als haar moeder te horen zou krijgen dat ze ontslagen was om nota bene een rijkeluis jongen zou ze de wind van voren krijgen. Want hoewel het niet veel leek, betaalde dit baantje beter dan wat dan ook en had ze er soms zelfs enigszins plezier in. Met een frons tussen haar wenkbrauwen keek ze omhoog naar Matt; hopende dat hij het niet moeilijker zou maken dan het already was.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Abigail Guadalupe Medina


    Eigenlijk had ik vandaag een avond alleen gehad. Mevrouw en Meneer waren nogsteeds de stad uit en de jongeheer had een gala. Het huis was schoon, boodschappen waren gedaan, en hopelijk zou het rustig blijven. Jammer genoeg hadden Mevrouw en Meneer lucht van het bal gekregen, en wilden dat ik ook ging om een oogje in het zeil te houden. Ik snapte eigenlijk niet waarom, gezien Blake echt wel voor zichzelf kon zorgen en vast ook prima kon bedenken wat wel door de beugel kon en wat niet. Toch kon ik mijn werkgevers niet tegenspreken, ze gaven me onderdak en salaris notabene. Ik had alleen niet veel jurkjes, laat staan een die toepasselijk was voor een bal, een gelegenheid waar ik zelf nog nooit aan had deelgenomen. Uiteindelijk vond ik in mijn kas hetgeen wat nog het meest bij een net jurkje in de buurt kwam. Dit, met mijn haren die los over mijn schouders golfden en de zwarte schoentjes die ik ook droeg bij feesten van Mevrouw en Meneer, was mijn feestoutfit. Ik zou vast underdressed zijn, opvallen als een schurftige straathond op een hondenshow, maar meer had ik niet. Ik hing het kettinkje van mijn oma om mijn nek, om toch iets om te hebben. Hierna sloot ik het appartement af en pakte de bus naar het gala. Het binnenkomen was niet makkelijk, maar gelukkig lukte het toen ik de naam van Mevrouw en Meneer liet vallen, die ze hier duidelijk niet tegen zich wilden krijgen. Binnen zocht ik eigenlijk naar twee dingen, terwijl ik mijn ogen uitkeek naar alle weelde van het feest: Blake en een rustig plekje om niet op te vallen. Beiden waren eigenlijk onvindbaar, waardoor ik uiteindelijk bij de bar uitkwam, hopend dat ik niet direct onder de bus werd gegooid door de eerste de beste persoon die me herkende. Met een jurkje en mijn haar los hoopte ik zoizo dat niemand me herkende, maar ik wist ook wel dat die wens waarschijnlijk niet uit zou komen.


    Bowties were never Cooler

    @Mignon , Sanjit , zouden jullie eerst willen reageren of zal ik reageren? :Y)


    Everything is illuminated by the light of our past.

    Matthew Jason Roosevelt
    Wannabe • 20





    Toen Lennox ontkennend over haar gezicht wreef begon Matthew zich zorgen te maken, verborg ze nou iets voor hem? ‘’Ik weet het, Matt.’’ Ongeduldig keek hij haar aan om vervolgens haar door haar woorden verbaasd aan keek. ‘’Maak je geen zorgen over mij, oké? Dat werk wordt geregeld, maar ik moet hen naar huis brengen.’’ Ze greep naar zijn handen en haar licht smekende blik deed Matthew kort twijfelend op zijn lip bijten. ‘’Alsjeblieft, Matt. Ik leg het je allemaal uit morgen.’’
    Matt schudde zijn hoofd, ‘’wie zijn ‘hen’?’’ Spottend keek hij door de raampjes heen en liet zijn blik op de twee rijkeluiskinderen vallen en licht fronsend keek hij richting Lennox.
    ‘’Lennox, ik heb werkelijk geen idee waar je mee bezig bent. Wat is er met je aan de hand? Dit baantje betaalt voor jou en je moeder de huur.’’ Matt kamde gefrustreerd met zijn handen door het haar en begon lichtelijk te ijsberen. ‘’Ik ga je niet laten gaan. Ik breng ze wel, maar je hebt mijn hele avond verpest, verdomme!’’ Zijn woede was totaal niet zo bedoeld maar hij had een kort lontje en door dit soort kleine dingetjes kon hij nog weleens uit zijn slof schieten. Zijn nichtje was alles voor hem, het zusje wat hij nooit gehad had maar ze kon hem mateloos irriteren door dat geheimzinnige gedoe van haar. Nu hadden ze zichzelf in een lastig scenario gewerkt en dat allemaal door wie? De twee Bricklanders, een van de grootste namen in Manhattan. Ge-wel-dig.


    Everything is illuminated by the light of our past.