• [face=courier]

    Now is our time

    Nederlandse RPG
    Rollen VRIJ


    "We are only a moment"


    Het begon allemaal op 20 mei. Een groep vrienden waren aan het genieten van hun leven. Ze waren aan het barbecuen in een of ander veld dichtbij een bos wanneer het plots hard begon te regenen en onweren. De jongeren liepen het bos in om ergens te schuilen. Ze waren hier al vaker geweest maar het kioskje hadden ze nog nooit eerder gezien. Toch besloten ze om er te schuilen omdat ze vonden dat dit misschien wel de veiligste en dichtste plek zou zijn. Uiteindelijk zijn ze er in slaap gevallen en wanneer ze de volgende ochtend wakker werden in het kioskje beseften ze al snel dat alles er helemaal anders uitziet. Hun kledij is anders en niets lijkt nog op hun omgeving. Ze zijn teruggekeerd naar de middeleeuwen. Ja, de tijd van ridders en grote kastelen. Hoe zullen ze ooit terug naar hun eigen tijd terugkeren?

    Roles:
    Invullen:
    Naam:
    Leeftijd:[15-18]
    Innerlijk:
    Uiterlijk:
    Geschiedenis: Hoe is degene terecht gekomen waar hij/zij nu is?
    Rol:
    Relaties: Deze worden afgesproken in het praattopic.
    Extra:


    Naam | User | Pagina

    Middeleeuwse mensen:
    Mannen
    - Lukas Francisco Lukas Atanagildo | Oneira | 2
    - Albert Eden Steel | Dalis | 6
    -

    Vrouwen
    -Clemense Florie Godelief | Sanjit | 4
    - Naam | Artwork | Pagina
    Eigentijdse jongeren:
    Mannen
    - Evan James Hale | Inclination | 6
    - Nathaniel Alexander Jackson | Theodosia | 4
    - Sebastian • Mikael • Reyes | Oneira | 5
    -Calum Nabil Adib-McDonnell | Artwork | 6
    -

    Vrouwen
    - Imogen Autumn Campbell | Kaiho | 1
    - Joanne Lynn Wilson | Nakito | 2
    - Aurora Laure O'Neill | Dalis | 6
    -





    De RPG start op een zonnige vrijdag, 20 mei. We zijn in de middeleeuwen. De jongeren hebben nu pas door dat ze niet in hun eigen tijd zitten terwijl de middeleeuwse mensen hun leven gewoon rustig voortleven.

    IMOGEN AUTUMN CAMPBELL
    I WANT TO FEEL FREE AS THE FLOWERS.

    Nadat Joanne mij heeft wakker gemaakt, lijkt ook de rest van de groep langzaam wakker te worden. Zo zie ik mijn eigen verbazing keer op keer terug in de gezichten van mijn vrienden. Ik merk hoe sommige mensen er grapjes over maken, zo zegt Sebastian lachend dat we in de middeleeuwen zijn beland en hoor ik dat er grappend wordt gepraat over onze kleding. Ik - echter - vind dit alles totaal niet grappig.
    "Ik heb geen idee waar we zijn. Wat ik wel weet is dat we er belachelijk uit zien en op een andere plek zijn dan dat we gisteren waren." Mompelt Joanne. Ik kijk haar even vreemd aan.
    "Op een andere plek?" Herhaal ik vragend. Voor zover ik zie lijkt deze hele ruimte nog behoorlijk op de ruimte waar ik gisteren in slaap ben gevallen. Joanne luistert niet echt.
    "De middeleeuwen," Zegt ze een beetje tegen haarzelf als ze Sebastian's opmerking hoort. "Zou dat het zijn?" Ik ben een beetje te verbaast over haar woorden om er lang over na te gaan denken.
    "Wat hebben jullie in godsnaam aan?" Zegt Nate zodra hij wakker wordt. Ja, dat was ook ongeveer mijn eigen gedachtegang. Ik kijk toe hoe Sebastian en Joanne naar buiten stomen en moet er wel achteraan gaan. Ik moet weten waar Joanne het over had toen ze iets zei over 'een andere plek'. Hoewel ik geen idee heb wat ze daarmee bedoeld, zit het me toch niet helemaal lekker.
    ''What the actual fuck?'' Hoor ik Sebastian zeggen voordat ik goed en wel buiten ben. Zodra ik een blik werp op de omgeving, weet ik wat hij bedoelt. Ik ben over het algemeen nooit een al te grote voorstander geweest van schelden, maar dit lijkt me toch een goed moment om daarmee te beginnen. Deze plek lijkt in niets op de plek waar we gisteren zijn geweest en daarnaast is het gewoon ook niet mogelijk dat deze plek in de afgelopen nacht zoveel is veranderd.
    Op dat moment raak ik officieel in paniek. Mijn gedachten staan op nul en na even stil te hebben gestaan, begin ik te lopen richting de plek waar we gisteren ongeveer moeten hebben gebarbecued. Ik moet en zal iets bekends vinden, iets wat me zegt dat alles net zo gewoon is als normaal.


    She was always looking for more..



    AL B E R T       ST E E L .


    "Kom eens onder het gewone volk Albert!", zeurt mijn moeder weer. Dat is haar dagelijkse routine. Zeuren over alles. Vandaag beslis ik maar eens om haar te gehoorzamen zodat ze eindelijk stopt met zeuren. Voordat ik vertrek heeft ze me nog een hele lijst met benodigd gegeven die ik moet meebrengen van de markt. De lijst is enorm. Ik ga normaal nooit naar de markt. Veel te druk voor mij. Ik wurm mezelf tussen de menigte. Waarom willen al die mensen nu zo vroeg naar een markt gaan? Ik stop bij enkele kraampjes terwijl ik het lijstje afloop. Na ongeveer een uurtje heb ik bijna alles. Behalve nog enkele dingen die ik niet kan vinden. En ik ga echt geen moeite doen om het te zoeken. Mijn mama moet maar iemand sturen of er zelf om gaan. Dit doe ik nooit meer. Na een half uur was ik dit al zo beu als iets. Bij een kraampje waar het veel minder druk is zie ik een jong meisje die in paniek lijkt te zijn. Een man heeft haar bij haar pols vast terwijl zij probeert los te raken. Dit zie je wel vaker bij die armen in het dorp. Nog een reden waarom ik hier niet graag naar toe kom. Ik besluit maar om te gaan helpen. "Kom laat haar los!", zeg ik kwaad tegen de man en duw hem weg. De man is zo mager en onverzorgd. Hij kan mij helemaal niets doen.

    [ bericht aangepast op 6 mei 2016 - 21:02 ]

    Joanne Lynn Wilson
    “Let’s find some beautiful place to get lost”.





    ''What the actual fuck?'' zegt Sebastian. Ik loop naar hem toe en ga naast hem staan. Ik bekijk de omgeving en heb even geen idee of ik in paniek moet raken of dat im rustig moet blijven. Versteend blijf ik staan, ik knipperde met mijn ogen en kneep mijzelf in mijn arm. Ik wist toch zeker dat ik wakker was en dit niet droomde. Hoe kon dit gebeurt zijn? Hoe kon een aantal tieners die in slaap zijn gevallen in één of andere kiosk in één nacht op een totaal andere plek terecht komen? Was dit soms een grap? Een nieuw tv programma of iets dergelijks, ik verwachte dat er elk moment een filmploeg uit de bosjes zou stappen en zou zeggen haha dit is allemaal niet echt. Ik moest toegeven dat dit een goede prank zou zijn. Maar er gebeurde niets anders dan wat er normaal gesproken in een bos zou gebeuren. Ondertussen was Imogen ook naar buiten gekomen. Zachtjes hoor ik haar schelden, waardoor ik weet dat ze net zo in de war is als ik. Vervolgens zie ik dat ze in paniek raakt. Waarna ze het veld op begint te lopen. Ik werp Sebastian even een blik toe, maar die is nog steeds verbaast aan het rondkijken. Ik volg Imogen, ik weet wat ze aan het doen is. Ze zoekt naar iets van herkenning, maar ik weet dat we dat hier niet gaan vinden. We zijn niet meer op dezelfde plek als waar we gister waren, daar begin ik steeds meer van overtuigd te raken. Als ik naast het meisje sta pak ik voorzichtig haar hand. 'Ik weet niet waar we zijn en hoe we hier gekomen zijn, maar ik beloof je dat het goed komt.' zeg ik geruststellend. Ik kijk naar onze handen en kleur rood. Snel laat ik haar hand weer los. 'Als er nou ergens een aanwijzing was van waar we zijn...' mopper ik, waarna ik verder loop.


    When you believe your dreams come true

    IMOGEN AUTUMN CAMPBELL
    "I want to feel as free as the flowers."
    17 jaar Eigentijdse jongere Buiten het kioskje With Joanne

    Voordat ik het überhaupt doorheb, blijk ik al verder van de groep en het kioskje te zijn afgelopen, dan ik in eerste instantie had gedacht. Redelijk awkward blijf ik voor de bosrand staan, zonder te weten of ik verder moet lopen. Misschien moet ik even met de rest overleggen, maar ergens heb ik het idee dat het toch niets uitmaakt. Deze hele situatie slaat nergens op, ik denk niet dat alles zinvoller wordt als we er even rustig over praten. Ondertussen wordt ik ook gek van de kleding die ik draag en eigenlijk zou ik niets liever willen dan het uittrekken. Het hoort niet om mijn lichaam heen en ik kan maar niet bedenken hoe het kan dat ik het aanheb. De gedachte aan een vaag iemand wie mijn kleding zou hebben verwisseld, blijft maar in mijn hoofd rondzwerven.
    Ik lijk even kort te schrikken, wanneer ik iemand mijn hand voel pakken. Ik had geen idee dat iemand me achtervolgde. Vrijwel meteen nadat ik Joanne's gezicht zie, ontspannen mijn spieren zich weer, al merk ik dat ze mijn hand dan alweer heeft losgelaten.
    "Ik weet niet waar we zijn en hoe we hier gekomen zijn, maar ik beloof je dat het goed komt." Ik weet niet precies hoe het komt, maar na die woorden uit haar mond te horen, voel ik me een stuk beter dan eerst. Ik voel me kalmer in de buurt van Joanne. Ik zeg niet echt iets terug, maar ik glimlach naar haar. "Als er nou ergens een aanwijzing was van waar we zijn..." Even denk ik goed na over haar woorden. Het lijkt alsof ze denkt dat we niet meer zijn waar we eerst waren. Het zou wel even duren voordat ik die gedachte verwerkt heb, maar tegelijkertijd denk ik gelijk weer een hoop andere dingen.
    "Maar als we niet meer zijn waar we waren.." Begin ik. "Waar zijn we dan?" Ik kan mijn vinger maar niet op dit alles leggen. "Deze plek lijkt hetzelfde, maar ook weer niet." Mijn ogen gaan uit naar de plek waar we gisteren gegeten hebben, en dan weer terug naar het donkere bos. "Onze stoelen zijn weg, en de barbecue." Besef ik me pas als ik de woorden uitspreek. "En ik zou zweren dat hier ergens een rood bord stond."


    She was always looking for more..

    Joanne Lynn Wilson
    “Let’s find some beautiful place to get lost”.





    Ik zie dat Imogen zich ontspant, wat mij geruststelt. Na mijn woorden zegt ze niets terug, alleen een glimlach. Maar dit is voor mij genoeg, haar glimlach zegt meer dan duizend woorden. Ook na mijn volgende opmerking bleef het meisje even stil. "Maar als we niet meer zijn waar we waren.." Begint ze. "Waar zijn we dan?" Nu is het mijn beurt om te zwijgen, want ik kan haar vraag niet beantwoorden. "Deze plek lijkt hetzelfde, maar ook weer niet." Ik begrijp wat ze bedoelt, de omgeving lijkt hetzelfde te zijn, maar alles wat er gister stond was verdwenen, op het kioskje na. Ik volg haar blik over de omgeving waar wij ons bevinden. "Onze stoelen zijn weg, en de barbecue." Ik knik langzaam. "En ik zou zweren dat hier ergens een rood bord stond." gaat Imogen verder. Ik merk dat we precies dezelfde gedachten delen en dat het voor ons allebei net zo vreemd is. Ik loop naar een boom toe en laat mijn hand even over het schors glijden. Alsof ik voor mezelf nog een keer wil controleren of dit allemaal echt is. Ik draai mij weer om naar Imogen. 'Maar als jij dit ook allemaal ziet, betekend het in ieder geval dat ik dit niet droom of gek ben,' grinnik ik. Nu ik bij Imogen in de buurt was merkte ik dat ik mijn angstgevoelens los kon laten. We waren nou eenmaal hier beland, dan konden we maar beter het beste er van maken. Ik glimlach even naar haar. 'We komen er samen wel achter hoe we hier gekomen zijn.' zeg ik overtuigend, ook al heb ik geen idee of dat zal lukken aangezien er geen aanwijzingen te vinden zijn. Ik kijk naar het kioskje. 'Als de rest nou ook eens wakker wordt en naar buiten komt, dan kunnen we een plan gaan maken ofzo.' Ik schop tegen een steentje. 'Of wil je met z'n tweeën op pad?' mompel ik zachtjes.


    When you believe your dreams come true

    IMOGEN AUTUMN CAMPBELL
    "I want to feel as free as the flowers."
    17 jaar Eigentijdse jongere Buiten het kioskje With Joanne

    Joanne lijkt het gelukkig met me eens te zijn. Hoewel, ik weet ook niet of ik daar erg blij mee zou moeten zijn. Misschien was het beter geweest als dit allemaal een droom is. Een hoop mensen denken in gestoorde situatie's dat ze dromen, maar ik weet dat dat niet zo is. Deze werkelijkheid is een te grote werkelijkheid om geen werkelijkheid te kunnen zijn.
    "Maar als jij dit ook allemaal ziet, betekend het in ieder geval dat ik dit niet droom of gek ben," Zegt het meisje naast me, wat exact mijn gedachte bleek te zijn. Ik vind het echter absoluut niet grappig. Normaal gesproken ben ik volgens mij niet echt een control-freak te noemen, maar nu wordt ik gek als ik de grip op het leven verlies. Steeds meer bedenk ik me dat dit alles teveel is voor mijn hersenen om te begrijpen.
    "We komen er samen wel achter hoe we hier gekomen zijn." Ik zou hem allang helemaal flippen mocht Joanne hier niet naast me staan. Net als net weet ik een soort rust in haar woorden te vinden, welke me weer beter maken.
    "Als de rest nou ook eens wakker wordt en naar buiten komt, dan kunnen we een plan gaan maken ofzo." Er staan nog steeds een aantal mensen voor het kioskje, al is niemand ons gevolgd. Misschien is iedereen al wel wakker, ik weet het niet.
    "Of wil je met z'n tweeën op pad?" Vervolgd ze. Ik twijfel over wat te doen. Ik voel geen bepaalde drang om ons op te splitsen, omdat een klein deel in mij bang is dat deze ons nooit meer terug kunnen vinden. Aan de andere kant wil ik graag iets anders zien dan dit. Ik wil rennen totdat ik een snelweg tegenkom en dan snel naar huis gaan en deze morgen vergeten.
    "We kunnen er samen wel op uit gaan." Zeg ik uiteindelijk met een lichte twijfel in mijn stem. "Als we met een grote groep gaan komen we nooit ergens."


    She was always looking for more..

    Joanne Lynn Wilson

    “Let’s find some beautiful place to get lost”.




    Peilend kijk ik Imogen aan, ik probeer te raden wat er zich afspeelt in haar gedachten. Af en toe lijkt het alsof ze overstuur raakt, maar het lukt me om haar rustig te houden. Ik ben benieuwd of ze kiest om bij de groep te blijven of om samen op pad te gaan. De twijfel speelt in haar ogen. Zolang kennen we elkaar natuurlijk ook nog niet. Ik woon pas sinds een paar weken hier en zit net bij haar op school. We konden het wel direct goed met elkaar vinden, tenminste ik vind haar erg aardig, maar ze wilde vast bij de mensen blijven die ze al een langere tijd kende. "We kunnen er samen wel op uit gaan." Zegt ze met een lichte twijfel in haar stem. Verstoort ze mijn gedachten. ‘Echt?’ merkt ik verbaast op. Ik kan met moeite mijn enthousiasme inhouden, toch kan ik een glimlachje niet onderdrukken. "Als we met een grote groep gaan komen we nooit ergens." Legt ze haar keuze uit. Ik knik begrijpend. Ik ben blij dat we niet naar de anderen terug gaan. Ik ben van nature nieuwsgierig aangelegd en wil dus zo snel mogelijk de omgeving gaan verkennen. Bovendien ben ik niet zo goed met grote groepen, ik word er verlegen door en klap snel dicht. Dus ik ben blij dat Imogen samen met mij op pad wil, op deze manier kunnen we elkaar ook wat beter leren kennen buiten school om. ‘Kom,’ ik pak haar hand en trek haar achter mij aan voordat ze zich kan bedenken en toch terug wil naar de rest. Na een paar meter ga ik iets langzamer lopen, zodat we naast elkaar kunnen lopen. ‘Ondanks dat deze hele situatie beangstigend is, is dit best vet.’ Grijns ik. ‘Het voelt alsof we in een spannend boek of film terecht zijn gekomen, vindt je ook niet?’ Het bos zorgt er voor dat ik mij kan ontspannen en ik geniet van de omgeving. Het doet mij denken aan de plek waar ik ben opgegroeid, waardoor het vertrouwd voelt. Bovendien ben ik hier de oudste en is Imogen overduidelijk in de war door deze situatie. Hierdoor voelt het als mijn taak om de leiding te nemen en haar gerust te stellen.


    When you believe your dreams come true

    IMOGEN AUTUMN CAMPBELL
    "I want to feel as free as the flowers."
    17 jaar Eigentijdse jongere Buiten het kioskje With Joanne

    Ergens vindt ik het vreemd dat Joanne zo verbaast lijkt over mijn woorden, alsof ik liever hier rond zou blijven hangen terwijl de helft hier nog slaapt. Liever niet nee.
    "Echt?" Op haar lippen ligt een klein glimlachje en haar vrolijke enthousiasme laat me - zonder dat ik eigenlijk weet waarom - verlegen naar de grond kijken.
    "Eh, ja." ik weet niet of ik wel had moeten antwoorden en of het een retorische vraag was geweest, maar mijn ge-eh klinkt niet erg zeker. Waarschijnlijk heeft ze mijn twee kleine woordjes niet eens gehoord, gezien de zachtheid in mijn stem - welke er gewoonlijk niet echt is - en omdat ze besluit niet te kunnen wachten om erop uit te gaan.
    "Kom," Ik moet toegeven lichtelijk te schrikken wanneer ze me mee trekt in de struiken, welke al snel over lijken te gaan in bomen en bos. Echter lijk ik al snel een meer ontspannen houding aan te kunnen nemen en krijg ik het zelfs voor elkaar om een glimlach op mijn gezicht te zetten.
    "Ondanks dat deze hele situatie beangstigend is, is dit best vet." Ik moet lachen om de woorden van Joanne. "Het voelt alsof we in een spannend boek of film terecht zijn gekomen, vindt je ook niet?" Dat is het zeker ja. Al zijn spannende boeken spannend voor een reden, welke ik waarschijnlijk in realiteit niet al te fijn zal vinden.
    "Wel een beetje ja." Antwoord ik. "Ik hoop maar dat het niet één van die films is waarin iedereen uiteindelijk dood gaat. Al heb ik altijd al willen weten hoe het is om actrice te zijn." Zodra ik die woorden uitspreek, merk ik dat ik in elk geval niet bang ben dat we dood gaan, hoe erg kan dit alles nou zijn? De gedachte dat we elk moment aangevallen zouden worden, vindt ik eerlijk gezegd zelfs grappig. Ik merk dan ook dat het zogeheten 'yolo' erg in mij binnendringt op het moment. Het is aan de andere kant wel enorm vervelend dat ik een jurk draag welke duidelijk niet gemaakt is voor deze plek. Ik merk nu al dat het stof zo nu en dan vast blijft haken aan alles wat er uit de grond lijkt te groeien.
    "Ik mis mijn eigen kleding." Zeg ik enigszins treurig. Ik ben er nog steeds niet over uit waar dat gebleven is. Het voelt alsof alles wat ik gisteren droeg, in het niets is opgegaan. Dat is een erg onwerkelijk gevoel.


    She was always looking for more..

    Joanne Lynn Wilson

    “Let’s find some beautiful place to get lost”.





    Na een tijdje merk ik dat Imogen zich al wat begint te ontspannen en dat ze zelfs kan lachen om mijn enthousiasme. “Wel een beetje ja.” Beantwoord ze mijn vraag. ”Ik hoop maar dat het niet één van die films is waarin iedereen uiteindelijk dood gaat. Al heb ik altijd al willen weten hoe het is om actrice te zijn.” Gaat ze verder. Ik grinnik om haar opmerking. ‘Laten we elkaar nou niet bang maken,’ zeg ik plagend. In gedachten loop ik alle horror films na die ik ken en daar past onze situatie verdacht goed tussen. Het enige verschil is dat wij allemaal nog leven, niet opgesloten zijn in één of ander huis en de zon volop schijnt. Niets komt in de buurt van een horror sfeer en daar ben ik stiekem wel blij om. Het is niet echt mijn ding. Toch houd ik de omgeving nauwlettend in de gaten na deze opmerking, hier betrap ik mijzelf op. Maar hé, waarom zou ik niet wat extra opletten in deze nieuwe omgeving. Wie weet wat ons te wachten staat, ik ben liever voorbereid op wat komen gaat.
    “Ik mis mijn eigen kleding,” zegt Imogen, het klinkt ietwat treurig. Ik laat mijn ogen nog een keer over het meisje gaan en moet moeite doen om mijn lachen in te houden. ‘Het ziet er ook nog steeds niet uit.’ Grinnik ik.
    Karma is a bitch, want prompt struikel ik over mijn eigen jurk en val languit op de grond. ‘Verdient,’ kreun ik verdwaast. Snel klim ik overeind en klop de viezigheid van mij af en strijk vervolgens de jurk weer glad. ‘Kan dat onding niet uit? Er is hier toch verder niemand.’ Ik voeg direct daad bij woord en trek het lelijke ding over mijn hoofd, waardoor ik in mijn ondergoed loop. ‘Stukken beter,’ mompel ik tevreden.
    De weg loopt een heuvel op, ondanks dat ik een goede conditie heb is het best vermoeiend. Hijgend kom ik aan op de top en kijk uit over een groot bos. Hoopvol laat ik mijn ogen over de omgeving glijden. ‘Volgens mij zie ik daar teken van leven.’ Roep ik enthousiast uit. Als ik goed kijk ziet het er uit als een dorp of stadje. ‘Eindelijk kunnen we weer terug naar huis.’


    When you believe your dreams come true

    IMOGEN AUTUMN CAMPBELL
    "I want to feel as free as the flowers."
    17 jaar Eigentijdse jongere Op ontdekkingstocht in het bos Met Joanne


    "I believe love is stronger than hate. If not so, what would have been the point of love?"


    "Revenge ruins happiness. Just let it go and you'll find yourself in heaven."

    "Laten we elkaar nou niet bang maken," Ik grinnik een beetje om Joanne, hoewel de volgende serie takken die ik tegenkom me niet langer aan die woorden laat denken. Ugh, blaadjes in mijn mond, niet een erg prettige smaak moet ik stellen.
    Joanne lijkt het echter niet eens te zijn met mijn moeite om op deze wijze gekleed te dealen met een bos.
    "Het ziet er ook nog steeds niet uit." Zegt ze enkel, waarna ik met mijn ogen rol. Het gaat me nu ook niet eens om het feit dat het er allemaal vreselijk uitziet, maar het is gewoon ontzettend onhandig. Blijkbaar is Joanne daar uiteindelijk ook achtergekomen. Zonder mezelf tegen te kunnen houden moet ik ontzettend hard lachen wanneer het meisje de grond vind.
    "Verdient," Zegt ze niet al te blij.
    "Ja, ja. Inderdaad." Antwoord ik nog steeds met een brede glimlach op mijn gelaat. Voordat ik haar een hand aan kan bieden en eer ik weer een beetje serieus ben, is ze alweer opgestaan. Niet dat ik daardoor het moment eerder zal gaan vergeten.
    "Kan dat onding niet uit? Er is hier toch verder niemand." Er is inderdaad niemand, behalve ik. Voordat ik het met de volle honderd procent doorheb, ben ik aan het toekijken hoe haar - enigszins vervreemde - kledingstuk de grond bereikt. Ik weet niet of zij altijd graag halfnaakt rondloopt en hoe haar omgeving daarop zou hebben gereageerd, maar ergens laat het mij erg, ehm, ongemakkelijk voelen.
    "Stukken beter," Hoor ik haar zeggen, wat mij duidelijk maakt dat zij het niet vreemd vindt. Zelf probeer ik er in eerste instantie niets over te zeggen en ik ben ook niet echt van plan haar voorbeeld te volgen, ondanks de irritante jurk. Gezien dat ze voor me loopt, is het moeilijk om haar niet aan te kijken. Dit soort 'ondergoed' is niet het soort ondergoed wat ik gewend ben, maar desondanks heeft het enige - blote - overeenkomsten.
    "Volgens mij zie ik daar teken van leven." Ik ben verrast dat nieuws te horen, omdat ik de laatste gelopen meter niet erg bezig ben geweest met tekens van leven. Zodra ik naast haar ga staan merk ik dat we ons op de top bevinden.
    "Eindelijk kunnen we weer terug naar huis." Ik kan het niet helpen om een glimlach op te zetten bij die woorden en meteen doe ik al een paar enthousiaste stappen naar voren. Voor twee magische seconden weet ik de gedachtes van de rest die we achter hebben gelaten, de meest haatvolle jurk ooit, Joanne's ondergoed en de onzekerheid van net te vergeten. Dit is allemaal totdat ik - twee seconden later - opmerk dat er iets niet klopt.
    "Er klopt iets niet." Mijn woorden klinken dof, voornamelijk naar mezelf gericht, alsof ik gedachtes beter zou geloven als ik ze hardop uitspreek. Joanne mocht hier in de buurt dan nog relatief nieuw zijn, maar ik ben hier opgegroeid en ik weet best hoe de plaatsen hier eruitzien.
    "Het lijkt niet hetzelfde." Vervolg ik mezelf, waarna ik even bezorgd naar Joanne kijk en tegelijkertijd door blijf lopen. Hoe langer ik loop en hoe dichterbij het allemaal komt, hoe meer ik lijk te merken dat dit inderdaad niet is wat het eens was.


    She was always looking for more..

    Joanne Lynn Wilson

    “Let’s find some beautiful place to get lost”.




    Als ze naast mij komt staan verschijnt er een glimlach op het gezicht van Imogen. Maar haar blik veranderd al snel. "Er klopt iets niet." Haar woorden klinken dof. Voorzichtig kijk ik het meisje aan, bang voor wat komen gaat.
    ‘Wat?’ vraag ik zachtjes.
    "Het lijkt niet hetzelfde." Ze kijkt mij bezorgt aan en loopt vervolgens verder.
    ‘Wacht, wat bedoel je.’ Snel loop ik het meisje achterna en pak haar schouder vast, zodat ze niet verder kan lopen.
    ‘Wat bedoel je met het lijkt niet hetzelfde?’ een angstig gevoel bekruipt mij nu toch wel een beetje. Al die tijd had ik gedacht dat het wel goed zou komen, gewoon een dorpje tegen komen en dan weer naar huis kunnen.
    ‘Misschien ken je het hier gewoon niet zo goed, of lijkt alles anders door de storm van gisteravond?’ Opper ik, de wanhoop in mijn stem probeer ik te onderdrukken. Mijn blik glijdt over haar gezicht en blijft hangen bij haar ogen. Een vreemde kriebel in mijn buik, een gevoel dat ik niet zo snel kan plaatsen, zorgt er voor dat ik even afgeleid ben. Als ik besef dat dit vast awkward over komt, draai ik me half om. Snel herstel ik mijzelf van dit vreemde gevoel en de angstgevoelens die ik daarvoor had. ‘Ook al is het niet hetzelfde, er zijn daar mensen. Zijn kunnen ons vast helpen,’ probeer ik vooral mijzelf te overtuigen. Omdat we al vlak bij de plek zijn, wurm ik mijzelf weer in de jurk. Zo bij Imogen vond ik het prima, maar om nou in mijn ondergoed een vreemd dorp in te lopen gaat mij een beetje te ver.
    ‘Wauw,’ vanaf nu haat ik jurken echt,’ mompel ik lichtelijk geïrriteerd. Als alles weer goed zit loop ik snel verder, om het moment van net te kunnen vergeten. Als ik voorbij een enorme struik loop kan ik nog net op tijd in de berm springen. Een groep ruiters komt in galop voorbij rijden. Geschrokken kijk ik achterom naar Imogen.
    ‘Alles goed?’ bezorgt kijk ik haar aan. Mijn blik volgt daarna de groep ruiters, die langzaam aan in de verte verdwijnen. Even kijk ik bedenkelijk, het leek alsof de mensen een harnas droegen, maar ik kon het niet goed zien. Waarschijnlijk verbeeldde ik het mij maar. Ik krabbel voor de tweede keer deze dag overeind.
    ‘Het moet geen gewoonte worden, merk ik sarcastisch op.


    When you believe your dreams come true

    IMOGEN AUTUMN CAMPBELL
    "I want to feel as free as the flowers."
    17 jaar Eigentijdse jongere Op ontdekkingstocht in het bos Met Joanne


    "I believe love is stronger than hate. If not so, what would have been the point of love?"


    "Revenge ruins happiness. Just let it go and you'll find yourself in heaven."

    Het voelt alsof ik me in een soort trance bevind, waarin ik absoluut geen idee heb hoe ik ook maar moet beginnen met het antwoorden van Joanne's vragen.
    "Wat?" Komt er haar mond uit rollen, al lijkt het woordje mijn gehoorgangen niet helemaal te bereiken. De hoop welke die ene twee seconden gegeven had, lijkt nu in mijn maag te bevriezen.
    "Wacht, wat bedoel je." Deze keer heeft Joanne besloten niet enkel op antwoord te wachten, maar om me te laten stoppen door de fysieke aanraking van mijn schouder. Meteen draai ik me om, waarna ik recht ik haar ogen kijk en haar hand op hetzelfde moment op mijn huid voel branden, zelfs door de jurk heen.
    "Wat bedoel je met het lijkt niet hetzelfde? Misschien ken je het hier gewoon niet zo goed, of lijkt alles anders door de storm van gisteravond?" Nee, komt er gelijk in mij naar boven. Ik ken deze plekken, ik zal nog niet verdwalen met een blinddoek om. Ik wil Joanne's woorden niet meteen in twijfel trekken, al kan ik niet veel anders op dit moment.
    "Het lijkt kleiner. Hoe kan een storm alles kleiner maken?" Zeg ik zacht. Ik zeg het niet luider, omdat ik me op het moment besef dat ik mijn zekerheid over dat dit alles niet klopt, probeer te verbergen voor Joanne. Net als mij lijkt haar gelaat - ik weet het niet - onzeker, lichtelijk wanhopig, een uitdrukking welke ik nu niet kan beschrijven. Onzeker kijk ik haar aan en voor even vinden onze ogen elkaar, waarna ik de hare niet meer los kán laten. Zodra zij zich wegdraait, krijg ik een vreemd gevoel in mijn buik, wat ik probeer te negeren.
    "Ook al is het niet hetzelfde, er zijn daar mensen. Zijn kunnen ons vast helpen," Ik knik even afwezig. Mensen is een gegeven waar ik me even aan kan vasthouden. Zelfs in deze kleinere stad dan normaal, moeten er mensen zijn. Anders zweer ik dat ik ga gillen.
    "Ja, mensen, great." Geef ik als reactie, waarna ik in mijn ooghoek zie dat Joanne's jurk zich inmiddels weer om haar lichaam sluit. Op een bepaalde manier voel ik me daar rustiger over, minder awkward of iets dergelijks.
    "Wauw,’ vanaf nu haat ik jurken echt," Hoor ik haar zeggen, wat ik best grappig vind om te horen. Mijn glimlach wordt even nog breder als ze uit het niets een rare beweging in de berm lijkt te maken, al lijkt deze in een grimas te veranderen wanneer ook ik de ruiters opmerk. Het is een grote groep en ze lijken niet erg, ehm, normaal.
    "Alles goed?" Ik geef pas antwoord als de ruiters en het geluid wat ze maken, totaal is verdwenen. Er is namelijk iets goed mis met die mensen, al kan ik mijn vinger er niet helemaal op leggen.
    "Ja, ik stond gewoon hier, maar is alles goed met jouw?" Vraag ik terug. Zij was degene die half in de berm viel, niet ik.
    "Het moet geen gewoonte worden" Ik lach en doe een poging de rest even te vergeten.
    "Dadelijk breek je nog iets, de volgende keer vang ik je wel op." Zeg ik terug, waarna mijn ogen uiteindelijk toch weer onbewust afdwalen naar de kant waar de ruiters waren verdwenen. "Misschien deden ze aan een verkleedfeestje?" Ik zeg het maar half als een vraag. "En wij maken er op één of andere manier onderdeel van uit." Vervolg ik mezelf. Even schud ik mijn hoofd, zodat ik stop met gissen.
    "Zullen we maar gewoon doorlopen?" Vraag ik Joanne. Misschien krijgen we toch meer duidelijkheid als we in het dorp zijn. Op een rustig tempo loop ik verder, totdat we uiteindelijk in het dorp aankomen. Vreemd kijk ik op als we dichtbij genoeg zijn om het goed te zien.
    "Wat is dit?" Vraag ik me hardop af, terwijl mijn blik glijd over de kleine huisjes. Deze zijn voornamelijk van steen en hout gemaakt, op een erg rommelige manier welke totaal niet lijkt op alles wat ik ooit heb gezien. Nee, dit is zeker niet thuis.


    She was always looking for more..

    Joanne Lynn Wilson

    “Let’s find some beautiful places to get lost”.




    In mijn hoofd probeer ik alle puzzelstukjes in elkaar te leggen, maar het blijft één grote brei.
    "Het lijkt kleiner. Hoe kan een storm alles kleiner maken?" galmen de woorden van Imogen nog een keer door mijn hoofd. Eigenlijk heb ik wel een vermoeden van waar we beland zijn, maar ik durf het niet toe te geven. Bang voor de waarheid, bang dat we nooit meer terug kunnen. Het duurt even voordat ik antwoord krijg, maar gelukkig is Imogen ongedeerd.
    "Ja, ik stond gewoon hier, maar is alles goed met jouw?" Ik knik alleen maar, niet wetend wat ik met de situatie aan moet. Als ik zie dat Imogen wel kan lachen, verschijnt er een glimlachje op mijn gezicht. De adrenaline die nog door mijn lichaam pompt maakt dat ik mij onrustig voel.
    "Dadelijk breek je nog iets, de volgende keer vang ik je wel op." Antwoord Imogen op mijn reactie dat het geen gewoonte moet worden, waarop ik grinnik.
    ‘Ik zal mijn best doen op vóór je te vallen.’ Antwoord ik ad rem. Pas dan merk ik wat ik heb gezegd en dat de zin op verschillende manieren opgevat kan worden. Ik voel mijn wangen rood kleuren en besluit me maar gewoon stil te houden. Imogen begrijpt vast wel wat ik bedoel, ook al weet ik zelf niet eens wat ik er mee bedoel.
    "Misschien deden ze aan een verkleedfeestje?" Klinkt het half vragend. Opnieuw wordt ik uit mijn gedachten gehaald. Ik moet echt proberen om dat niet steeds te doen.
    "En wij maken er op één of andere manier onderdeel van uit." Vervolgt Imogen. Ik knik, maar ik weet dat ze dat alleen maar zegt om de waarheid niet onder ogen te hoeven komen. Toch stelt het mij gerust, omdat ik blijkbaar niet de enige ben.
    "Zullen we maar gewoon doorlopen?" Weer knik ik.
    ‘Ja, laten we dat maar doen.’ Mompel ik, waarnaar we richting het dorp vertrekken. De weg zelf verloopt zwijgend, maar de stilte is fijn. Ik ben bang voor wat we gaan aantreffen, maar aan de andere kant ook erg nieuwsgierig. Als we voor het dorp staan kijk ik mijn ogen uit en worden al mijn vermoedens bevestigd. Tenminste, een andere verklaring kan ik niet verzinnen.
    "Wat is dit?" Ik zie Imogen ’s blik over de omgeving glijden, haar gezicht vertoond geen duidelijke emotie waardoor ik niet weet of ze nu bang is of niet.
    ‘Ik denk…’ ik twijfel even maar herstel mijn woorden. ‘Nee ik denk niet, Imogen we zijn in de Middeleeuwen.’ Spreek ik hard uit en kijk haar ernstig aan. Toch voelt het als een opluchting om de waarheid eindelijk onder woorden te brengen. Ik voel verschillende blikken branden en zie dat er meerdere mensen naar ons staren.
    ‘Ga aan de kant,’ roept een harde stem. Snel stap ik opzij, waarna er een man met een stel ganzen voorbij komt lopen. Versteend kijk ik het gezelschap na. Pas nu komt de omgeving daadwerkelijk bij mij binnen. Er scharrelen kippen rond, een koe staat aangebonden naast een huis. Een smid is bezig met het bewerken van metaal, vrouwen lopen met grote emmers en manden voorbij in rare kledij. Ik kijk mijn ogen uit. Maar ik zie de blikken wel, de mensen fluisteren en wijzen zelfs naar ons. Angstig kijk ik Imogen aan, niet wetend wat we moesten doen. Grote groepen mensen, onbekende mensen maken mij altijd onzeker. Helemaal als de aandacht op mij gevestigd werd, wat nu bij ons het geval was. Zenuwachtig schuifel ik op mijn plaats en wil hier eigenlijk zo snel mogelijk weer vandaan, mijn hart bonkt in mijn keel. Dit haatte ik zo aan mij zelf, waarom werd ik altijd zo onzeker? Ik haal diep adem en probeer mijzelf rustig te houden. Tenminste, voor de buitenwereld want de onzekere gevoelens gaan toch niet weg.
    ‘Wat moeten we doen?,’ vraag ik heel zacht aan Imogen. Zo zacht dat ik twijfel of ze er wel iets van verstaan heeft, maar meer krijg ik momenteel niet over mijn lippen.

    [ bericht aangepast op 4 aug 2016 - 12:27 ]


    When you believe your dreams come true

    IMOGEN AUTUMN CAMPBELL
    "I want to feel as free as the flowers."
    17 jaar Eigentijdse jongere Op ontdekkingstocht in het bos Met Joanne


    "I believe love is stronger than hate. If not so, what would have been the point of love?"


    "Revenge ruins happiness. Just let it go and you'll find yourself in heaven."

    Een opgelucht gevoel dringt bij me naar binnen zodra Joanne knikt, wat in mijn hoofd betekent dat ze oké is.
    "Ik zal mijn best doen op vóór je te vallen." Zegt ze op mijn opmerking van net. Bij het horen van die woorden kan ik het niet helpen om alle mogelijke betekenissen ervan te analyseren. Daarna sta ik half aan de grond genageld, met mijn gezicht in dezelfde kleur als mijn haren. Het is een irritant karaktertrekje dat ik altijd dingen letterlijk neem, al weet ik na een beetje logisch nadenken dat het helemaal nergens op slaat. Zodra ik dat doorheb lach ik zacht, hopend om mezelf vervolgens op andere dingen te concentreren.
    Ik voel me beter als Joanne ermee instemt om verder te lopen. Onder het lopen door kan ik mijn gedachten vaak even laten gaan en op het moment voel ik me nogal verward. Er lijkt niets te kloppen van deze wereld.
    In het dorp aangekomen lijkt Joanne al snel antwoord te geven op mijn 'wat is dit?' vraag.
    "Ik denk…" Ik zeg niets en besluit enkel naar haar te luisteren en haar uit te laten praten. Ik ben nieuwsgierig naar haar ideeën.
    "Nee ik denk niet, Imogen we zijn in de Middeleeuwen." Ik weet niet wat ik verwacht had dat ze zou zeggen, maar dit had ik met geen mogelijkheid kunnen indenken. Ik kan er niets aan doen, maar ik begin te lachen. Ergens begrijp ik dat ze deze conclusie heeft getrokken, maar aan de andere kant: mijn ogen zouden elfjes kunnen zien en zelfs dan zouden mijn hersenen het niet kunnen geloven. Het kan net zo goed allemaal een droom zijn, of misschien zou ik dat gewoon willen. Misschien geloof ik mezelf niet eens meer.
    Ondertussen heb ik nog steeds geen antwoord gegeven op Joanne, niet wetend welke woorden ik over mijn tong moet laten rollen. Wat moet ik zeggen? 'Ja, sure, we zijn in de middeleeuwen?' Nee.
    Voordat ik verder wat kan bedenken, moeten we uitwijken voor een man en een gevolg bestaand uit ganzen.
    "Ga aan de kant," Roept hij. Perplex kijk ik ze even na.
    "Wat moeten we doen?," Een aantal keer herhaal ik het zachte stemgeluid van Joanne in mijn gedachten, waarna ik naar haar kijk.
    "Kunnen we niet rondkijken?" Zeg ik, omdat ik niet echt wil toegeven wat er aan de hand is, voordat ik het echt zeker weet. "Stel dat we hier vannacht nog zitten, dan kunnen we toch niet in het bos blijven hangen?" Vervolg ik mezelf. Ik weet niet of ik nu voorstel om één of ander huis binnen te gaan, maar wie weet zijn er wolven of andere dieren die ons op willen eten.
    Als ik verder rond kijk, zie ik waar de man heengaat.
    "Kijk, is daar niet een soort markt of zo?" Vraag ik aan haar, al betwijfel ik of Joanne het antwoord wel weet. Nieuwsgierig zet ik een aantal stappen in die richting, al wil ik niet ergens heen gaan zonder Joanne's toestemming.


    She was always looking for more..

    Joanne Lynn Wilson

    “Let’s find some beautiful places to get lost”.




    Imogen kijkt mij aan, het zorgt er even voor dat ik word afgeleid van mijn angst.
    "Kunnen we niet rondkijken?" Ik sloeg mijn ogen neer, ik zag wel aan haar uitdrukking dat ze mijn theorie niet geloofde, of in ieder geval niet wilde geloven. Wat ik niet snapte, want er waren zoveel aanwijzingen voor. Een andere verklaring kon ik gewoonweg niet bedenken. Tegelijkertijd bedacht ik mij dat ik haar vraag nog niet beantwoord had. Aan de ene kant wilde ik nu het liefst terug naar de plek waar we vanochtend wakker zijn geworden, in de hoop dat wij op die manier terug naar huis konden. Maar aan de andere kant, er was daar niets. Imogen leek juist graag op onderzoek te willen gaan en ik wilde niet gaan dwarsliggen. Ik moet zeggen dat ik zelf ook wel nieuwsgierig ben naar wat wij nog meer gaan aantreffen.
    "Stel dat we hier vannacht nog zitten, dan kunnen we toch niet in het bos blijven hangen?" Vervolg Imogen haarzelf. Hiermee maakt ze een punt en trekt ze mij over de streep, ik knik instemmend. Imogen kijkt even om zich heen en ik volg haar blik, de man met de ganzen verdwijnt in de verte, waar de menigte steeds drukker wordt.
    "Kijk, is daar niet een soort markt of zo?" Vraagt Imogen mij. Ik haal mijn schouders op, het zou wel een logische verklaring zijn voor de drukte die daar heerst.
    ‘Ik denk het wel,’ knik ik. Imogen loopt al een stukje in de richting van de markt, ze wil dus overduidelijk een kijkje nemen. Ik zucht en raap al mijn moed bij elkaar.
    ‘Goed, we gaan kijken,’ glimlach ik. Snel volg ik het meisje, want ik wil haar niet kwijtraken. Zoveel verschillende mensen die kriskras door elkaar heen lopen en met etenswaren en andere producten voorbij komen zeulen. Ik kijk mijn ogen uit, alles is zo anders en zeer primitief. Imogen zou mij nu wel moeten geloven, enthousiast kijk ik opzij. Maar Imogen is nergens meer te bekennen, waardoor de schrik direct toeslaat. Ik draai mij om en loop een stukje terug, maar ook hier is ze nergens te bekennen. Ik kom tot de conclusie dat ik afgedwaald moet zijn. In paniek begin ik haar naam te roepen en zoek in de menigte naar haar lange, rode haren. Omdat ik niet meer let op waar ik loop krijg ik een aantal keren een duw van passerende voorbijgangers, ook word ik raar aangekeken. Ik wist wel dat het geen goed idee was om hier heen te gaan, ik wilde dat ik nee had gezegd. Moedeloos zakte ik op de grond, waar ik direct weer werd weggejaagd, want bedelaars waren hier niet welkom werd mij toegeroepen.
    ‘Imogen,’ riep ik nog een keer, in de hoop dat ik haar zou vinden. Ik moest moeite doen om mijn tranen tegen te houden.


    When you believe your dreams come true