• Dit topic gebruiken we nog niet, alleen als de eerste niet meer kan.


    Never grow up, it's a trap.

    Ariël Greenleaf
    "One step closer"


    "Natuurlijk, is goed." zegt Peter, weer verschijnt er een lach op mijn gezicht, nu pas merk ik hoeveel ik lach. We lopen naar het gebouw en hij houd de deur voor mij open, een echte koning, ofja, voor de koning word de deur opengedaan, dat doet hij niet zelf maar wel goed opgevoed zegmaar.
    "Waar moet ik mij melden?" ik kijk hem even aan, "Als het goed is moet je gewoon op zoek naar je kamer, en dan naar de les. Daar word je dan opgeschreven als aanwezig..." zeg ik tegen hem, "Of als je dat prettig vind, de directrice..."

    Jo Mari Gold
    "I am a Ghost of a Girl"


    "Whats wrong with me?"

    Levi draait zich om, waarom loopt hij niet gewoon door!? 'Ik weet niet waar je het over hebt.' zegt hij en loopt onder een boom. Zijn wonen branden waarschijnlijk. Ik kijk op, ugh nu voel ik me weer super klein. Ik besluit recht vooruit te kijken, dan hoef ik hem niet aan te kijken en dan voel ik me minder klein.
    "Het was een test of je een vriend was, vrienden zouden elkaar niet slaan, wat je ook bij elkaar doet, echte vrienden slaan elkaar niet. Dat deed je goed, alleen op de vraag waarom je het niet deed gaf je niet het goede antwoord, het meest voordehand liggende antwoord wel, maar vrienden zouden elkaar niet slaan omdat ze vrienden zijn en niet omdat ze ernaar vragen." ik blijf nog steeds emotieloos voor me uit staren.


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]

    LEVI ACKERMAN
    × Teacher × Swordsman × Shingeki no Kyojin ×



    × Alias: Humanity's Strongest Soldier, Mr. Sixpack
    × Abilitiy: Power Negation
    × Mood: Very tired & Annoyed
    × Mentions: Jo

          Jo begint uit te leggen, ook al lijkt ze mijn blik te ontwijken. Ik snap alleen weinig van haar uitleg. Echte vrienden slaan elkaar niet? Waar gaat dit over? Betekent dit.. Ze zag me als een vriend? Op dit moment begrijp ik echt helemaal niets meer van dit meisje.
          'Ik zou in mijn situatie ook kunnen zeggen dat vrienden elkaar niet bewust pijn willen doen. Desondanks begon je op mijn verleden te hameren, op zoek naar een zwakke plek. En dan ben jij nu boos op mij, omdat ik een ander antwoord gaf dan jij had gehoopt.'
    Mijn blik verraad niets van mijn verwarring. Dat is maar goed ook, want ik ben behoorlijk in de war. Ik ben dan ook echt blij als ik zo een momentje voor mezelf heb. Ik ben al verschrikkelijk moe, maar deze discussie put me al helemaal uit. Vrienden slaan elkaar niet omdat ze vrienden zijn.. Ik denk aan vroeger, aan de "vrienden" die ik toen had. Waren dat echt vrienden, of waren we gewoonweg drie mensen die hun krachten bundelden alleen om te kunnen overleven? Als ik er zo over nadenk, kan ik me niet herinneren dat ik hen ooit echt dichtbij heb laten komen. Desondanks heeft hun dood me wel veel gedaan. Ugh, misschien kan ik beter stoppen met nadenken over dit hele "vriendschap"-gebeuren. Het is gewoon een vaag iets dat niet aan mij is besteed. Ik ben nu eenmaal iemand die niet goed in teamverband werkt. Dat is mijn zwakte.



    "A good book is always good, no matter how many times you've read it."

    Jo Mari Gold
    "I am a Ghost of a Girl"


    "Whats wrong with me?"

    'Ik zou in mijn situatie ook kunnen zeggen dat vrienden elkaar niet bewust pijn willen doen. Desondanks begon je op mijn verleden te hameren, op zoek naar een zwakke plek. En dan ben jij nu boos op mij, omdat ik een ander antwoord gaf dan jij had gehoopt.' ik keek hem aan,
    "Ja, dat was de test ook, ik ging kijken of je me wou slaan, of dat je me alleen maar pijn deed met woorden..." ik stond op,
    "Maar weetje, vrienden zijn is niet voor jou bestemd. Vergeet dit alles maar weer, ik doe denk ik toch niet mee aan dat gevecht. Ik vind mijn leven goed zo..." zeg ik, mijn leven is toch al verprutst, als ik Rumple zou verslaan zou dat niet veel uitmaken omdat dan iemand anders de dolk krijgt, of de dolk verdwijnt. Maar ik kan hem toch nooit verslaan. Het is gewoon onmogelijk, ik heb het al een keer geprobeerd. "En wat je hart betreft, we zijn toch geen vrienden dus mij boeit het eigenlijk niet..." en met die woorden draai ik me om. Al was hij het eerste persoon waarbij ik me veilig voelde, toch zit er een groot irritatie vermogen in. Maar zelfs nu voel ik me veilig, zelfs met ruzie.


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]

    Peter Pevensie



    "Als het goed is moet je gewoon op zoek naar je kamer, en dan naar de les. Daar word je dan opgeschreven als aanwezig..." verteld Ariël me. "Of als je dat prettig vind, de directrice..." ik slik heel even. De directrice zou me vermoorden als ik haar kamer binnenkomt. Ik was te laat en niet zo'n klein beetje ook. "En waar is mijn kamer?" vraag ik een beetje beschaamd. "Deel ik deze kamer nog met iemand of?" ik kijk Ariël vragend aan, maar dan gaat mijn blik door de hal waar we nu staan. Het was even wennen. Dit was heel wat anders dan Narnia, maar ik kon hier zeker wel aan wennen. Ik moest alleen even mijn draai hier zien te vinden.


    If no one else will defend the world then I must

    Cat





    Ik heb de hele discussie van Jo en Levi een beetje gemist. Ik was ook in de ziekenboeg (kijken of ik Nel kon helpen met het meisje) gebleven en Levi en Jo waren weggegaan.
    Ik kijk rond. Jo heeft haar rug naar Levi toe gedraaid. Ik zucht. Die twee zijn onverbiddelijk.
    Ik liep op ze af. Ik zie in Jo's ogen dat ze zich stiekem wel veilig voelt, maar de rest van haar gezicht vertelt wat anders.
    Opeens dacht ik even aan een week geleden, toen mijn moeder zijn dat ik naar een kostschool moest.
    Het ging ongeveer zo:

    Het was een warme zomerdag.
    Ik had mijn laarzen aan en veranderde weer in een kat. Mijn moeder was om de een of andere vage reden in een mens veranderd. Dat doet ze anders nooit.
    Ook ik verander in een mens. Mijn moeder heeft een brief in haar handen. 'Wat is er, mam,' vraag ik.
    Ze kijkt me blij aan. 'Bastet,' zei ze. 'Je krijgt een geweldige kans. Een kostschool voor allemaal mensen zoals jij!'
    'WAT?!' schreeuwde ik. 'Naar die hel gaan?Nee dankje!'


    Ik besefte plotseling dat Quizlet High School helemaal niet zo erg was als gedacht.

    'Hi,' zei ik tegen Levi en Jo. Ik keek ze aan. 'Hebben jullie ruzie ofzo?'

    [ bericht aangepast op 22 juli 2016 - 13:34 ]


    Never grow up, it's a trap.

    LEVI ACKERMAN
    × Teacher × Swordsman × Shingeki no Kyojin ×



    × Alias: Humanity's Strongest Soldier, Mr. Sixpack
    × Abilitiy: Power Negation
    × Mood: Very tired & Annoyed
    × Mentions: Jo & Cat

          'Ja, dat was de test ook, ik ging kijken of je me wou slaan, of dat je me alleen maar pijn deed met woorden..'
    Oké, dus zij denkt alles tegen me te kunnen maken vanwege een zogenaamde "test", maar als ik ook maar één ding anders doe, gaat ze direct als een klein kind hier zitten mokken. Hoe zielig. Ze komt overeind.
          'Maar weetje, vrienden zijn is niet voor jou bestemd. Vergeet dit alles maar weer, ik doe denk ik toch niet mee aan dat gevecht. Ik vind mijn leven goed zo..'
    Ik blijf haar strak aankijken. Haar vriendschap hoef ik ook niet. Daar heb ik nooit om gevraagd. Alleen het laatste is vervelend. Ze kan ons namelijk goed dwars gaan zitten, als het even tegenzit.
          'En wat je hart betreft, we zijn toch geen vrienden dus mij boeit het eigenlijk niet..'
    Nog altijd kijk ik haar aan. Ik ben totaal niet onder de indruk.
          'Je legt je erbij neer om als een stuk voetenveeg behandeld te worden. Misschien heb ik je dan toch verkeerd ingeschat.'
    Achter me hoor ik voetstappen. Pas wanneer de persoon vlak achter mij staat, went ik mijn blik af. Daar zie ik dan Cat staan, die naar mijn idee op het perfecte moment aan is komen lopen. Zij is vast beter in communiceren met deze brutale snotaap.
          'Hi, hebben jullie ruzie ofzo?'
    Ik zwijg en kijk weer naar Jo. Ik heb immers geen last van ruzie. Zij is hier de enige die zich op loopt te winden, ook al ben ik redelijk geïrriteerd. Als zij dit een ruzie noemt, dan mag ze dat hier en nu aan Cat toe gaan geven.


    [ bericht aangepast op 22 juli 2016 - 15:06 ]


    "A good book is always good, no matter how many times you've read it."

    Jo Mari Gold
    "I am a Ghost of a Girl"


    "Whats wrong with me?"

    'Je legt je erbij neer om als een stuk voetenveeg behandeld te worden. Misschien heb ik je dan toch verkeerd ingeschat.' ik draai me even om, de klootzak, natuurlijk schat hij me anders in! Na een dag kan je toch niet weten hoe ik ben? Maar als hij probeert te zeggen dat ik een opgever ben dan heeft hij het mis.
    "Hoe zag je me dan en hoe zie je me nu dan? Wat is het verschil?" vraag ik en draai me helemaal om. Ik zie Cat aanlopen, 'Hi, hebben jullie ruzie ofzo?' vraagt ze, ik glimlach en kijk haar even aan, "Nee, alleen een klein meningsverschil..." zeg ik vriendelijk. Mijn toon veranderde meteen weer van harteloos naar aardig. Vroeger was het altijd handig, als je dan iets deed wat niet mocht werd je snel onschuldig omdat je stem niets verraadde. Waarschijnlijk gaat Levi nu wel denken, 'wat nou een klein meningsverschil? Noemt ze dat een meningsverschil?' maar dat maakt me niet uit, en ik vind het ook een meningsverschil, een kleine. Want een grote daarbij word je geslagen, en bij een ruzie word je in elkaar gemept. Dat is toch altijd zo? Of heb ik het fout...?
    Ach bij mij thuis is het meestal een groot meningsverschil of een ruzie, een klein meningsverschil komt haast nooit voor.


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]

    Cat



    'Nee, alleen een klein meningsverschil,' zegt ze verdacht vriendelijk. 'Oké,' zeg ik langzaam. Ik zie dat Jo haar gezicht in de plooi houdt,
    net zoals Levi. 'Weet je,' zeg ik. 'Misschien hebben jullie juist een zogenaamd 'meningsverschil' omdat jullie over iets vrijwel hetzelfde denken. Alleen denken jullie niet dat jullie dat denken.
    En dat klinkt nogal vaag, maar als je goed bedenkt wat ik gezegd heb weet ik zeker dat je het snapt.'
    Ik loop weg, niet omdat ik een "Dramatische wegloop scene" wil nabootsen, maar eigenlijk omdat ik gewoon honger heb. Ik loop de kantine binnen.
    We hebben een eetzaal en een kantine. De kantine is voor donuts, pizza, patat en dat soort vette shit, en de eetzaal is voor echte maaltijden. De eetzaal is ook prachtig met lange houten banken en kroonluchters,
    terwijl de kantine echt zo'n Amerikaanse "High School" kantine is. Ik bestel een bananen milkshake. Terwijl ik wacht, kijk ik om me heen. Iedereen zit te kletsen of te leren.
    Mijn shake is klaar en ik pak hem aan. Ik neem een grote slok. Aaah, heerlijk dit. Ik ga ergens zitten, doe mijn headset op en lees een boek.
    Het is een boek over het verhaal van Robin Hood. Zo'n mooi verhaal is dat.
    Ik lees lekker verder en het kan me een niet schelen wat er om me heen gebeurt.

    [ bericht aangepast op 22 juli 2016 - 19:48 ]


    Never grow up, it's a trap.

    LEVI ACKERMAN
    × Teacher × Swordsman × Shingeki no Kyojin ×



    × Alias: Humanity's Strongest Soldier, Mr. Sixpack
    × Abilitiy: Power Negation
    × Mood: Very tired & Annoyed
    × Mentions: Jo & Cat

          Wanneer ik zeg dat ik haar anders in had geschat, lijkt ze beledigd te zijn. Niet mijn probleem. Het is de waarheid.
          'Hoe zag je me dan en hoe zie je me nu dan? Wat is het verschil?'
          'Eerst zag ik je als een vechter. Maar nu lijk je eerder op iemand die zich op haar kop laat zitten.'
    Jo antwoordt op Cat dat het slechts om een klein meningsverschil gaat. Daar kan ik me wel in vinden. Als het een echte ruzie was geweest, had ik haar allang aangepakt.
          'Weet je, misschien hebben jullie juist een zogenaamd "meningsverschil" omdat jullie over iets vrijwel hetzelfde denken. Alleen denken jullie niet dat jullie dat denken. En dat klinkt nogal vaag, maar als je goed bedenkt wat ik gezegd heb weet ik zeker dat je het snapt.'
    Ik trek een wenkbrauw op. Cat slaat de plank hier volledig mis. Dachten we er maar hetzelfde over. Dan zou dit gedoe een heel stuk makkelijker zijn. Maar nee, Jo moet zo nodig emotioneel worden, omdat ze vindt dat ik niet als een vriend reageer. Überhaupt, ik kan als docent lastig een vriendschap sluiten met een leerling. Het zal op zijn hoogst een soort acceptatie kunnen zijn. Ik snap niet hoe ze erop komt dat het meer zal kunnen worden. Of is het ijdele hoop van haar kant, omdat ze op zoek is naar een vaderfiguur? Ik denk er even overna. Opzich zou het niet heel vreemd zijn. Toen ik jong was, was ik blij toen in eerste instantie mijn oom me opving, ook al pakte het niet heel goed uit. Ieder kind heeft blijkbaar een ouder nodig. Hoe meer ik erover nadenk, hoe logischer het gaat klinken. Ook al blijf ik vinden dat ze haar emoties beter onder controle moet houden.



    "A good book is always good, no matter how many times you've read it."

    Ariël Greenleaf
    "One step closer"


    "En waar is mijn kamer?" vraagt hij een beetje beschaamd. "Deel ik deze kamer nog met iemand of?" hij kijkt me vragend aan maar dan gaat zijn blik door naar de gangen, ik stoot hem even aan, "Komt goed joh, je went eraan..." dan denk ik even na, slaap ik nog met iemand op 1 kamer? Ik weet het eigenlijk niet...
    "Ik weet niet waar je kamer is en ik weet zelfs niet of je samen met iemand slaapt. Je naam staat sowieso op de deur van de kamer..." vertel ik,
    "Het was me allemaal een beetje voorbij gegaan toen ik hierheen ging zegmaar..." ik kijk even naar beneden, ik wist het zelf niet eens...
    "Weetje, anders gaan we het gewoon zoeken..."

    Jo Mari Gold
    "I am a Ghost of a Girl"


    "Whats wrong with me?"

    'Eerst zag ik je als een vechter. Maar nu lijk je eerder op iemand die zich op haar kop laat zitten.' ik kijk hem verwonderd aan, hij moest eens weten...
    'Weet je,' zeg ik. 'Misschien hebben jullie juist een zogenaamd 'meningsverschil' omdat jullie over iets vrijwel hetzelfde denken. Alleen denken jullie niet dat jullie dat denken. En dat klinkt nogal vaag, maar als je goed bedenkt wat ik gezegd heb weet ik zeker dat je het snapt.' met die woorden draait Cat zich om en loopt weg, ik kijk haar even na, wat?? Ik kijk even naar Levi, volgens mij dacht hij precies hetzelfde,
    "Volgens mij zij we over 1 ding allebei eens..." begin ik en er komt een vriendelijke lach op mijn gezicht, "Wat ze zegt klinkt wijs maar bij ons is het niet het geval..." ik kijk hem even lachend aan, wow, daarnet was ik nog boos? Wat is er toch met me aan de hand, komt het door dat gat in mijn hoofd, heb ik gewoon extreem veel stemmingswisselingen? Ik dacht even na, of ik weet nog niet wie ik ben en ik moet mezelf vinden... Ach ze klinken allemaal logisch...


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]

    Peter Pevensie



    Ik voel en stoot en uit reactie ga ik er met mijn hand over de plek heen, ook al was ik erger gewend. "Komt goed joh, je went eraan..." het blijft even stil. Ariël lijkt na te denken. Dan kan ik nog eens goed de hal rondkijken. "Ik weet niet waar je kamer is en ik weet zelfs niet of je samen met iemand slaapt. Je naam staat sowieso op de deur van de kamer..." vertelt ze, "Het was me allemaal een beetje voorbij gegaan toen ik hierheen ging zegmaar..." ik kijk weer naar Ariël en zie dat haar blik naar de grond gericht is. Met mijn hand geef ik een klop op haar schouder om haar wat op te peppen. "Weetje, anders gaan we het gewoon zoeken." Dat leek me een uitstekend plan. "Laten we daarnaartoe lopen." zeg ik. We liepen naar een gigantische trap toe. Mijn gedachtes zeiden dat de slaapkamer op één van de bovenste verdiepingen moest zijn.


    If no one else will defend the world then I must

    Ariël Greenleaf
    "One step closer"


    "Laten we daarnaartoe lopen." zei Peter "Oké, is goed..." we liepen naar een grote, lange trap. Ik keek even omhoog, ja volgens mij waren daar de jongens hun kamers... En zo te ruiken ook de jongens wc's. Ik moest even lachen om mijn eigen grapje, niet dat ie grappig is maar... Ach laatmaar.
    Ik zette een voet op de trap, toen dacht ik even aan Joey, de arme jongen, hij is vast aan het slapen, het voelt zo vredig, maar ik ben bang dat hij de kamer een beetje aan het mollen is... Opeens merkte ik dat ons contact sterker werd, dat betekent dat hij dichter bij is dan daarnet. Dat is vreemd want ik sta op dit moment stil, en ik had mijn kamerdeur op slot gezet... Oooh, Orcs zijn sterk... Dat was ik echt niet eventjes vergeten... Ik keek even om me heen, ja hoor, daar komt ie aan... Ik zie de kinderen om hem heen raar kijken en sommige zijn zelfs een beetje bang. Nou, het plan om geheim te houden dat ik een Orc op mijn kamer heb is mislukt... Hij ziet me en rent naar me toe, ik zie de schoonheid in hem, zelfs al is hij een Orc, ik vind hem schattig. Hij vliegt ik mijn armen zodra hij een Elf is geworden. Het is altijd zo'n mooi gezicht! Ik til hem op en kijk hem even streng aan, "Je hebt mijn kamer gemold he? En mijn deur?" hij krijgt een schuldbewust lachje op zijn gezicht, "Sorry... Er viel een kast op mij..." ik keek hem even aan en toen verscheen er een lachje op mijn gezicht, "Daarom had ik ook even zoveel pijn, slimmerik!" dan pas realiseer ik me dat Peter nog naast me staat, ik kijk weer naar Peter, "Peter dit is Joey, Joey dit is Peter..." stel ik hen voor.


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]


    Peter Pevensie


    "Oké, is goed..." stemde Ariël met me in. Ik liep al omhoog terwijl Ariël even achterbleef om naar boven te staren. Ik was niet van het getreuzel en wilde altijd gelijk actie ondernemen. Dat pakte niet altijd goed uit. Ik denk terug aan het moment dat de Naniërs samen met mij, Edmund en Caspian het kasteel aanvielen van Minaz. De aanval was een grote mislukking geweest. Ik schud mijn hoofd. Dat was mijn schuld niet geweest. "We hadden op Aslan moeten wachten." hoor ik weer de stem van Susan in mijn hoofd. Als Caspian zich aan het plan had gehouden was dat niet nodig geweest. Opnieuw schud ik mijn hoofd. Ik moest nu geen oude koeien uit de sloot halen. Ik schrik wanneer er een Orc voorbij mij komt rennen. Mijn zwaard zat in mijn koffer, anders lag zijn kop er al van af. Het was een pure reactie. De Orcen van Narnia waren alle weg toen Susan, Edmund, Lucy en ik aan de macht kwamen. Samen met Edmund en het leger had ik ze eigenhandig Narnia uitgedreven. Het waren wezens die geen trouw zweerde aan ons en daarom niet in Narnia mochten blijven. Samen met de weerwolven en heksen probeerde zij er alles aan te doen om de Witte Heks weer terug te krijgen.
    De Orc was verdwenen en in zijn plaats stond nu een elvenjongentje. Ik probeerde normaal te kijken en mijn verbaasde blik achterwegen te houden. "Je hebt mijn kamer gemold he? En mijn deur?" ik luister stil het gesprek mee. "Sorry... Er viel een kast op mij..." verbaast keek ik de Orc, euh Elf aan. "Daarom had ik ook even zoveel pijn, slimmerik!" ik snap niks van wat er wordt gezegd, maar ik was altijd nooit iemand van de magie geweest. "Peter dit is Joey, Joey dit is Peter..." ik geef een klein kort knikje richting de Orc/Elf, die als Joey wordt geïntroduceerd. "Peter, aangenaam."


    If no one else will defend the world then I must

    Ariël Greenleaf
    "One step closer"


    "Peter, aangenaam." zegt Peter en ik zet Joey op de grond, Joey rent naar Peter toe, valt daarbij een keer maar staat al snel weer op, het was echt te schattig gewoon! Het voelde echt alsof ik zijn moeder was, Joey was 5 jaar, en dat kon je ook zien.
    Joey ging voor Peter staan en pakte zijn hand beet, oh god, dit betekend dat hij gaat gedachten lezen. Ik loop een beetje met hem mee zodat hij in de straal van 3 meter blijft. Joey kijkt recht in de ogen van Peter, wel een grappig gezicht. "Jij niet veel van magie weten..." zegt hij, "Jij Orcs verdreven uit je land.." ik moest even lachen om het taalgebruik van Joey, bij mij ko hij gek genoeg altijd beter praten dan bij anderen. "Nou Joey, nu is het wel genoeg he..." zeg ik met een gebaar dat hij terug moet komen. Joey kijkt me even aan, dan kijkt hij Peter even vriendelijk aan en laat hij zijn hand los. "Okey..." zegt hij en loopt naar me toe terwijl ik hem optil en naar Peter loop, "Ik hoop niet dat Joey je heeft afgeschrikt..." verontschuldig ik me voor het feit dat hij zijn gedachten las.


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]


    Peter Pevensie

    Ariël zet Joey op de grond en het monstertje komt gelijk mijn kant oprennen. Hij valt, maar staat snel weer op. ik moest er wel even om grinniken. Joey kwam voor me staan en pakte mijn hand beet. Moesten we echt de hand schudden? Maar de handen bleven stil bij elkaar. Ik probeerde mijn arm terug te trekken, maar dat lukte niet. "Laat me los." mompelde ik. Waar was mijn zwaard als ik hem nodig had? Joey kijkt me recht in de ogen aan. Wat was dat monster aan het doen? "Jij niet veel van magie weten..." zegt hij, "Jij Orcs verdreven uit je land.." verbaast en geschrokken keek ik naar Joey. Las hij nou serieus mijn gedachtes? Ik probeerde nergens aan te denken, maar het lukte niet. Ik hoorde Ariël zachtjes lachen, maar ik vond niks grappig, al liet ik dat niet merken. "Nou Joey, nu is het wel genoeg he..." zeg ze met een gebaar dat hij terug moet komen. Joey werpt haar blik naar Ariël en kijkt vervolgens mij weer vriendelijk aan. "Okey..." zegt hij. Eindelijk laat hij mijn hand los, die ik snel weer terugtrek. Hij loopt terug naar Ariël, die hem optilt. Ze loopt wat dichter naar mij toe. "Ik hoop niet dat Joey je heeft afgeschrikt..." ik schud mijn hoofd. "Het is al goed. Ik neem aan dat Joey heeft gezien dat ik ergere dingen heb meegemaakt." dat laatste zei ik vrij bot. "Sorry." zei ik er gelijk achteraan.


    If no one else will defend the world then I must