• Het originele topic behoord tot Raegan, wij hebben het topic heropend met toestemming van Davos.


    Weston, West Virginia. USA, 1957
    Voordat geestesziekte enigszins begrepen werd, werden mensen die ook maar het kleinste teken van een geestelijk probleem vertoonden, in een gekkenhuis gegooid. Daar werden ze vaak onderworpen aan afgrijselijke martelingen en experimenten die vaak tot hun dood leidden. En door het grote aantal ziekten die door de inrichting zwerfden, was het het geen wonder dat de patiënten vaak zelfmoord of moorden pleegden.
    Het Asylum
    Het werd gebruikt als een psychiatrische inrichting van 1864 tot 1994. Het gesticht in Weston, West Virginia was eigenlijk gebouwd voor 250 patiënten, maar rond de jaren 50 zaten er meer dan 2600 ongelukkige patiënten in het gesticht. Dat was, natuurlijk, veel meer dan de werknemers voor konden zorgen. Het gevolg was dat het gesticht overvol werd en nog onaangenamer dan het al was. De patiënten leden aan verscheidene medische toestanden. Van schizofrenie tot dementie. En helaas werden velen onderworpen aan de verschrikkelijke medische behandelingen. Schoktherapie, waterschokbehandelingen, isoleercellen en normale afranseling vonden plaats tussen deze muren in de hoop hun geest te reinigen. Met het aantal van meer dan duizend overledenen is het duidelijk dat dit een van de meest verschrikkelijkste gestichten was die de VS ooit heeft gezien.
    De faciliteiten
    Het asylum telt één grote tuin, die de patiënten alleen mogen betreden onder toezicht van minstens één zuster. Er zijn vier slaapzalen, deze zijn speciaal gemaakt voor de patiënten die erin verblijven. Ze bevinden zich in de vier vleugels van het asylum: noord, oost, zuid en west. Er zijn twee grote multiseksuele badkamers, met daarbij een kleine voor hal drie. Zij bevinden zich tussen de noord-west vleugel en de zuid-oost vleugel. Verder is er nog een groot lijkenhuis en een ziekenruimte, gelegen inde kelder van het asylum.

    Slaaphal één [Noord]: Huisvestigd patiënten met eetziektes (zoals pica en boulimia)
    Slaaphal twee [West]: Huisvestigd patiënten met hevige mentale ziektes (zoals hullicinaties)
    Slaaphal drie [Zuid]: Huisvestigd patiënten met seksuele ziektes (zoals voyeurisme)
    Slaaphal vier [West]: Huisvestigd patiënten met angststoornissen en fobieën

    Regels van het Asylum:
    - ­Alle patiënten worden om 7:00 wakker gemaakt en dienen om 22:00 weer in bed te liggen. [Voor zusters 6:00-­23:00]
    ­- Geweld wordt niet getolereerd.
    ­- Romantische en seksuele relaties zijn niet toegestaan.
    ­- Slaapplekken worden op achternaam ingedeeld en moeten nageleefd worden.
    - Het ontbijt is voor de patiënten om 8:00, voor deze tijd kunnen ze zich klaarmaken. [Voor zusters 7:30]
    ­- Elke patiënt is verplicht om zondag naar de kerkservice te gaan.
    - Bij overtreding van de basisregels dient de patiënt gestraft te worden.


    De rollen:
    Mannen:
    Staff (Dokters):
    • Ezra Giles Hamilton • Directeur • Assassin
    • James Oliver Parker • Dokter • Frackles
    Patiënten:
    • Frederick Noah Morgan • AlexBertie • Nightmare Disorder • Hal 4
    • Jason Won • Frackles • Schizofrenie • Hal 2
    • Dwain Schuyler • Trikru • DID • Hal 2
    • Evan Sean Foley • PeterMaximoff • Cotard's syndroom • Hal 2

    Vrouwen:
    Staff (Nonnen, zusters):
    • Fern Fitzgerald • Hoofdzuster • Allura
    Patiënten:
    • Celeste Lea Cooper • Sapphic • DID
    • Brianna Emmanuelle Ravenshaw • Walkerbait • Autophagia • Hal 2
    • Marilyn George • Valor • ASPS • Hal 2
    • Molly Rogers • Assassin • Anorexia Nervosa • Hal 1
    • Arizona Riverdaile • Westwick • GAS • Hal 4
    • Lucy Elise Moore • nakito • Voyeurisme • Hal 3
    • Lizzy Bassinger • Littlepanda_ • Bipolaire stoornis • Hal 2


    Slaapindeling
    Hal één:
    - Molly Rogers.

    Hal twee:
    Boven, van links (de deur) naar rechts (de ramen)
    - Lizzy Bassinger.
    - Celeste Lea Cooper.
    - Evan Sean Foley.
    - Marilyn George.
    Onder, van rechts (de ramen) naar links (de deur)
    - Brianna Emmanuelle Ravenshaw.
    - Dwain Schuyler.
    - Jason Won.

    Hal drie:
    - Lucy Elise Moore.

    Hal vier:
    Boven
    - Frederick Noah Morgan.
    Onder
    - Arizona Riverdaile.


    De regels:
    • Niet iedereen heeft dezelfde ziekte, wees creatief!
    • Minimaal 7 regels, 200 woorden, schrijven, dat is niet heel erg moeilijk.
    • Graag met leestekens en hoofdletters typen.
    • OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    • Als je twee weken niet hebt gereageerd zonder te laten weten waarom lig je er zonder pardon uit.
    • Reserveringen blijven 48 uur staan. Reservatie telt tot dat de rol helemaal af is.
    • Geen Mary Sue's (perfecte personages)
    • Naamsveranderingen doorgeven.
    • Geen personages van anderen besturen.
    • Alleen Noek of Reyn maken de nieuwe topics aan.


    Het begin
    Het is zo'n zeven uur 's avonds. Dankzij een zware storm is de stroom uitgevallen. En met al het lawaai en de bliksem en wat lantaarns als enige lichtbron kun je wel stellen dat het enigszins rumoerig is tussen de patiënten en de medewerkers hier een stevige hand aan hebben.

    [ bericht aangepast op 19 aug 2016 - 21:09 ]


    Reality's overrated.

    Marilyn George || Antisociale Persoonlijkheidsstoornis



    Vanuit mijn stoel keek ik om me heen, mijn ogen al snel gewend aan het donker. Van het raam waar de regen goed te zien was met elke bliksem flits, tot het rumoerige zooitje in het ziekenhuis zelf. Het is toch ook echt zielig. Een zacht lachje rolt over mijn lippen en mijn linkermondhoek krult in een grijns. Langzaam beweeg ik wat vooruit, laat mijn linkervoet eerst op de vloer belanden voor mijn rechtervoet ernaast beland. Ik sta op van mijn stoel en loop wat rond, eerst door de gangen maar daar leek de chaos enkel erger. Oh well..
    Uiteindelijk loop ik de gezamelijke ruimte weer in en met dezelfde langzame pas beweeg ik me tussen de mensen. Zo nu en dan laat ik mijn vingers over de arm van een bekende glijden en geef ze een glimlachje, of meer een grijns. Ach wat is het verschil.. Uiteindelijk valt mijn blik op Liz en ik hou mijn hoofd een tikkeltje schuin. Ach, arm kind.. Ik grinnik zachtjes en loop naar haar toe, mijn ogen hou ik niet van haar gezicht af. 'Oh Lizzie... Er is al genoeg regen buiten, moet je nou echt nog een regenbuitje hier creëren?' zeg ik en ik leun wat naar haar toe. Mijn lippen nog altijd gekruld in een grijns, mijn ogen strak op die van haar gericht. 'Er is niks om voor te huilen, sweetheart...'


    El Diablo.

    LIZZY "LIZ"      BASSINGER







    Toen ik mij omdraaide stond Marilyn daar. "Oh Lizzy... Er is al genoeg regen buiten, moet je nou echt nog een regenbuitje hier creëren?" zegt Marilyn met een grijns op haar gezicht. Ze leunt wat naar mij toe, haar ogen strak op die van mij gericht. "Er is niks om voor te huilen, sweetheart..." "Ja, ik weet het. Het spijt me." Ik probeer haar blik te ontwijken en zet een stap naar achteren. Ik sta nu met mijn rug tegen het koude raam. "Weet jij misschien al meer over de stroom uitval?" vraag ik haar en ik geef een onzeker lachje. Ik wacht niet op een antwoord en ga weer in de stoel in de hoek zitten. Ik kijk naar Marilyn en zie bij elke flits haar gezicht oplichten. "Ik denk dat we ons zo moeten melden bij de verpleging." Zeg ik zacht. "Ik hoop dat de lichten zo weer aan gaan. Ik houd echt niet van het donker. Het maakt mij bang." Ik kijk om mij heen en zie minder mensen dan toen de stroom uitviel. Ze maken er vast misbruik van dat de stroom uit is, ze zijn vast naar een andere afdeling. Ik schud mijn hoofd bij de gedachte, wat dom van ze.


    Sometimes it's hard, but I will never give up.

    Frederick “Freddie” Noah Morgan.


    Hij zat al een hele tijd te wachten tot iedereen de gezamenlijke ruimte zouden verlaten, en hij uiteindelijk zelf ook weggestuurd zou worden om in zijn slaapzaal de nacht door te brengen. Zo ging het vaak, gewoon afwachtend tot hij zich moest verplaatsen. Uit veel meer bestond zijn leven eigenlijk niet meer, slapen deed hij al een lange tijd niet meer.
    Maar vandaag was het anders. Hij zag ze wel langzaam de ruimte verlaten, maar niet veel later kwamen ze ook weer terug. Dit had er vast mee te maken dat niet ver daarvoor alles plots in duisternis gehuld was. Stroomstoring. Freddie had geen moeite met onweer. Hij genoot er juist van, en de felle flitsen en harde donders weerhielden hem weer een stukje meer van in slaap vallen.
    De stroomstoring vond hij echter wel onaangenaam. Alles was plots donker geworden, de ideale gelegenheid om in slaap te vallen. Zijn hart begon langzamerhand sneller te kloppen, bang om zijn concentratie te verliezen en toch stiekem af te dwalen naar dromenland. Het was zo gedaan als hij ook maar voor even aan slapen dacht, hij was doodop.
    Hij voelde zijn oog leden loodzwaar worden, en schudde zacht zijn hoofd. Hij mocht niet in slaap vallen. Hij focuste zijn blik op de anderen in de ruimte. Hij zag Dwain, wie later vergezeld werd door Molly, het meisje waarvan bijna al haar botten uit haar lichaam zichtbaar waren. Had hij maar iemand naast hem op dit moment. Had hij Brianna maar dichtbij hem. De enige die de macht had zowel zijn hoofd als zijn hart op hol te laten slaan. De enige waarbij hij de moed had om naast in slaap te vallen, omdat hij zich bij haar zo veilig en vertrouwd voelde. Hij werd ruw uit zijn gedachten gehaald, en voelde iemand tegen hem aan kruipen.
    Het was Brianna. Hij keek naar haar, en zag hoe ze pure paniek uitstraalde. Hij twijfelde geen moment en sloeg zijn armen om haar heen. “Hey, shh.” fluisterde hij zacht in de hoop haar wat te kalmeren. “Het is al goed.” zei hij op zachte toon. Hij pakte haar hand vast, en keek haar strak aan in haar prachtig fel blauwe ogen, die door merg en been gaan. “Zeg hem dat je het niet wilt.” Zei hij en bleef haar aankijken. Daarna trok hij haar tegen zich aan, en leunde zacht met zijn hoofd op die van haar.


    How far is far

    James Oliver Parker


    Een hevige donderslag deed me opkijken van mijn dossiers en fronsend keek ik op. Nog een donderslag, heviger dan de eerste keer, klonk en bijna tegelijkertijd ging het licht uit. 'Verdomme' mompelde ik binnensmonds en ik sloot het mapje waar ik op dat moment mee bezig was. Ik hoorde wat rumoer van de gang en snel stond ik op, om me gelijk weer te bukken en het kastje onder het bureau te openen en daar een kleine lichtlantaarn uit te halen. Die stond daar voor noodgevallen en nu was het een noodgeval. Dit was zo'n moment dat je noodverlichting handig kon gebruiken, maar natuurlijk was dat alleen voorbestemd voor de luxere ziekenhuizen. Ik rommelde nog wat in m'n laatje en vond een pakje lucifers en daarmee stak ik de kaars aan. Het gelige licht wat ervan afkwam, was weinig, maar het was goed genoeg voor nu. Ik liep de gang op en de eerste die ik tegenkwam was Arizona Riverdaile. Ze leek niet bang, maar dat kon schijn zijn. 'Kom' Ik raakte haar arm even aan, 'ik zal je naar de gemeenschappelijke ruimte brengen, daar zullen de meeste wel zijn, volg mij' Ik liep voor haar uit, de lamp omhoog houdende. Ik draaide m'n hoofd toen ik iemand mijn naam hoorde zeggen en ik zag Ezra staan. 'Hier' Ik gebaarde met de lamp. 'De stroom is uitgevallen' vertelde ik hem toen, wat overbodig was, want hij was zelf ook niet blind. 'Heb je Fitzgerald al gezien'? vroeg ik hem toen. Ik had er een hekel aan om u tegen hem te zeggen, ook al was hij mijn meerdere, maar ik was wel een paar jaar ouder dan hem en wat meer werkervaring en ik vond hem gewoon nog een jong broekie. Maar dat zei ik natuurlijk niet tegen hem. Ik bedacht me dat ik Arizona nog naast me had staan en ik zwaaide wat met de lamp. 'Ik breng haar even naar de gemeenschappelijke ruimte, als je het niet erg vind' Afwachtend keek ik hem nog aan, geen idee wat hij ging zeggen.


    'Darling, just hold on'

    Jason 'Jay' Won


    Ik was zo geconcentreerd in het tekenen dat ik letterlijk een meter de lucht in sprong toen er een harde knal klonk en daarna het licht uitviel. Verward keek ik om me heen, het was toch nog geen tijd om te slapen? Het duurde even een paar secondes dat ik door had dat de stroom was uitgevallen en ik legde mijn potlood neer. Het was zinloos om nu verder te gaan, ik kon toch niet zien waar ik mee bezig was en ik zou het alleen maar verpesten. 'Evan'? vroeg ik met schrille stem en ik keek om me heen om de deur te zoeken. Ik was licht gedesoriënteerd en ik voelde langs de wand om een richting op te kunnen en de deur te vinden. Ik voelde iets hard, de deurklink, en ik bewoog hem wat heen en weer en de deur ging open. 'Evan, ben je daar'? Ik draaide m'n hoofd heen en weer om geluiden te lokaliseren, maar dat was nogal moeilijk, maar de storm die in m'n hoofd tekeer ging en ik wenste dat het eens een keer op zou houden. Ik had geen idee od Evan wel bij mij in de buurt was, zeker als ik met tekeken bezig was, kon je een kanon naast me afschieten en dan zou ik het nog niet horen. Maar de bliksem hoorde ik wel. Ik bedacht me dat als ik misschien beter naar de gemeenschappelijke ruimte kon gaan, want daar zou ik waarschijnlijk Brianna en Freddie wel zien.


    'Darling, just hold on'

    E Z R A      H A M I L T O N

    De eerste die reageerde en die ik vond was Parker. Hij gebaarde naar me met een lamp, waarop ik zijn kant uitgelopen was. Mijn licht voegde zich samen met de zijne. Naast hem stond een patiënte waarvan ik me de naam niet kon herinneren. Dat kon ik van de meeste toch niet.
          "De stroom is uitgevallen," meldde hij, alsof dat nog niet duidelijk was. "Heb je Fitzgerald al gezien?"
          "Nee, nog niet gezien. Ik zocht haar wel," antwoordde ik hem.
          "Ik breng haar even naar de gemeenschappelijke ruimte, als je het niet erg vind."
          "Goed idee, kan je gelijk de patiënten daar controleren," zei ik. "Dan ga ik op zoek naar Fitzgerald. Als je lampen vind, kan je ze voor de patiënten aansteken als je ze ermee vertrouwd?"
          Nadat we dat besproken hadden, gingen Parker en ik allebei onze eigen weg weer. De patiënten die ik op de gang tegenkwam, beval ik op naar de gezamenlijke ruimte of de slaaphallen te gaan. Zo was er tenminste overzicht en verloren we ze minder snel uit het oog. Sommige namen stroomuitval namelijk uit als een uitdaging en probeerden allerlei streken uit te halen, of zelfs te ontsnappen. Er waren genoeg mensen onder dwang opgenomen, dus mochten ze zeer zeker niet ontkomen. Ik stapte stevig door, mijn lamp zorgde ervoor dat de schaduwen op de muur dansten.


    M O L L Y      R O G E R S

    "Hé," klinkt het. "Balen van de stroomuitval hé? Ik snap niet waarom er geen reservestroom is..."
          Ik keek op en zag hoe Dwain op een stoel ging zitten. Dwain vond ik wel aardig, zijn alter ego's echter niet zo. Een van hen was makkelijk bang te maken, maar de ander was te agressief voor mijn smaak. Met een glimlachje keek ik naar de anderen in de ruimte voordat ik naar hem toe liep. Ik maakte mijn passen zo groot mogelijk, gewoon om te kijken hoe groot ik ze kon maken. Ondertussen was mijn ademhaling alweer normaal.
          "Nee hoor, ik hou wel van het donker," antwoordde ik met een onschuldige toon in mijn stem. "Je weet maar nooit wat zich dan in de schaduwen verstopt. Spannend, vind je niet?"
          "Kom je er bij of blijf je staan?" vroeg hij met een glimlach.
          "Oh, ik sta hier prima, hoor," liet ik hem weten.
          Mooi niet dat ik nu ging zitten. Er was niemand aanwezig om me hierop te wijzen, dus ik bleef lekker staan. Ik liep een langzaam rondje om de stoel van Dwain heen en ging vervolgens naar een kast vlakbij, waarbij ik aan verschillende dingen zat, terwijl ik niet echt registreerde wat ik precies aan het doen was. Het was gewoon een automatisme om bezig te lijken, terwijl ik dat helemaal niet was. Ik negeerde iedereen die binnen was en liep naar het raam, waar ik kort uitkeek voordat ik terug naar Dwain liep.
          "Het zou wel gaaf zijn om nu naar buiten te mogen. Dansen in de regen, met het licht van de bliksem om ons te leiden."


    Your make-up is terrible

    Lucy Elise Moore
    “What are you looking at?”




    Het werd steeds rustiger in de badkamer, door de stroom uitval kon men hier weinig beginnen. Ik zuchtte en kwam overeind, elk voordeel moest natuurlijk ook weer z'n nadeel hebben. Voorzichtig opende ik de deur en wierp een blik op de gang. Niemand te zien, dus ik kon de badkamer veilig verlaten. Het stormde nog steeds, ik was niet bang voor de donder, maar op deze plek deed het mij toch huiveren. Ik kon nu twee dingen doen, of terug gaan naar de slaapzaal of naar de gezamenlijke ruimte gaan. Het was nog redelijk vroeg, dus ik besloot om toch maar een kijkje te nemen bij de gezamenlijke ruimte. Op deze manier kon ik mijn vrije tijd optimaal benutten. Ik was benieuwd of er mensen zouden zijn. In dit Asylum zaten vooral mensen met mentale ziektes, waardoor ik mij toch een beetje een buitenbeentje voelde. Ik wist niet of ik dat als iets positiefs of negatiefs kon opvatten. Toen ik de hoek om liep hoorde ik voetstappen naderen, waardoor ik verstijfd bleef staan. Met de voetstappen kwam ook een licht steeds dichterbij, wat betekende dat iemand van het personeel er aan kwam. Wij patiënten hadden de middelen niet en mochten deze ook zeker niet zelfstandig gebruiken. Ik voelde hoe mijn hart steeds sneller begon te bonken, de schaduwen die door het licht veroorzaakt werden gaven mij de kriebels. Verstoppen kon ik hier niet en terugrennen had ook geen zin. Dan rende ik alleen maar verder weg van mijn afdeling, als ik dan gesnapt zou worden zal dat vast heel nadelig voor mij uitpakken.


    When you believe your dreams come true

    Brianna "Bree" or "Brian" Emmanuelle Ravenshaw


    Ze kneep in zijn hand, als een bevestiging voor haar dat hij er was, zijn zachte stem en bloeiende, maar vermoeide ogen. Hij moest slapen, dat was duidelijk. Hij had altijd slaap nodig, want zelf deed hij dat niet, hij durfde het niet. Enkel soms, als zij bij hem in bed wist te kruipen en hun armen en benen zo in elkaar verwikkeld waren dat het bijna niet meer duidelijk was wiens ledemaat van wie was, dreef hij weg. En terwijl zij in zijn armen lag kon niet alleen hij wat rust krijgen, maar beschermde hij ook haar tegen har demonen. Hij kalmeerde haar, hield haar tegen. De nacht was een tijd van nadenken, dan kon ze niet wegrennen en daarom had ze haar beschermelingen nodig. Zo kroop ze bijna iedere avond tegen iemand aan en meestal - met de factor van slaaphallen als meetellende factor, maar ook omdat hij er soms beter in was als Freddie - was dat Jay.
          Nu had ze lieve Freddie. Freddie die de juiste dingen zij, die haar hielp met het verjagen. Ja, hij had gelijk, dat moest ze doen, voor haarzlef, maar ook voor hem, al hielp het nooit. Maar misschien, misschien liet hij haar dan even met rust. Ze knikte en sloot haar ogen. "Ik wil niet," fluisterde ze eerst, haar stem zo flinterdun dat het onverstaanbaar was. "Ik wil niet," kwam er nu iets harder uit. Ze opende haar ogen en keek op, naar de zijne. "Ik wil niet," zei ze nu hardop, haar vuisten gebald. Direct daarna keek ze schrikkerig om zich heen, geen schaduw, geen schaduw, geen gezicht. Ze begon te lachen, zomaar en sloeg haar ene arm om hem heen, als een omhelsing. "Je hebt hem helpen weg te jagen," grinnikte ze hikkend. Haar ogen gleden langs zijn hals en de aders daarin, waarna ze langs haar eigen polsen gingen. Daarna begroef ze haar neus in het kuiltje van zijn nek. "Hmm."
          Satan was even de hoek om, ze zat even in haar veilige kooi. Haar adem sloeg tegen zijn huid, zijn huid was gebruind, wat grauw dankzij het slaapgebrek en het tekort aan zonlicht, maar hij was prachtig goud tegen haar porseleinen vel. Het porselein dat bijdroeg toen de eerste rumoeren kwamen dat ze stiekem een vampier was, begonnen door een beet in haar arm en dat zij en haar vrienden op elkaar voedden. Maar vampierbeten waren anders en zij kickte helemaal niet op andermans bloed, nee, ze had dat van haarzelf nodig. En toch was ook dit gouden huidje glimmend onder haar verlangens.

    [ bericht aangepast op 21 aug 2016 - 21:30 ]


    Reality's overrated.

    Frederick “Freddie” Noah Morgan.


    De kneep in zijn hand was een bevestiging dat ze tegen de hem die bezit van haar probeerde te nemen aan het vechten was. Het gaf Freddie hoop dat zij dit keer wellicht de overhand had in het gevecht, het was namelijk ook wel eens anders geweest. Soms was het gewoon net te sterk om tegenin te gaan. Het deed hem verdriet haar zo te zien, vechtend, vooral tegen haar zelf. Maar ook omdat hij haar enkel kon helpen hem voor even weg te sturen, maar hij kwam altijd weer terug.
    Hij keek toe hoe ze eerst zacht en onzeker, daarna zeker en vastberaden tegen hem in ging. Het leek te werken. Hij kneep zacht aanmoedigend in haar handen, welke veel weg hadden van porseleinen poppen handjes.
    Hij ging mee in haar spontane omhelzing, en sloot voor even zijn ogen, meegaand in haar bewegingen, luisterend naar haar ietwat hese maar toch prachtige stemgeluid. Nog even en hij was afgedreven naar dromenland, wat voor hem meer pijn dan geluk beloofde. Hij voelde zich veilig, en was bijna zijn bewustzijn verloren in haar armen.
    Gelukkig werd hij hiervan weerhouden door de bevestiging dat ze dit keer gewonnen had. Hij keek haar aan, in die adembenemende ogen, en glimlachte. Zichzelf betrappend in het verdrinken in haar schoonheid. Het was haar gelukt. Hij drukte een kus op haar hoofd, en wikkelde zijn armen weer om haar heen. Hij begroef zijn gezicht in haar rommelige krullen welke zoals altijd heerlijk roken. Hij genoot van de stilte om hen heen, en nam haar en haar geur goed in zich op. Zo zaten ze voor een momentopname in hun eigen wereldje, een wereld enkel en alleen van hun. "Ik wist dat het je zou lukken. Jij bent sterker dan hem." Fluisterde hij door haar warrige krullen, haar net iets dichter tegrn hem aan drukkend. "Het is je gelukt." Fluisterde hij, nu pas echt beseffend dat ze hem voor even echt had weten weg te jagen.

    [ bericht aangepast op 22 aug 2016 - 0:42 ]


    How far is far


    Dwain Schuyler


    "Oh, ik sta hier prima, hoor," vertelde ze en ik knikte. Ik volgde haar met mijn ogen, maar ik kon niet goed zien wat ze precies deed. Langzaam werd de ruimte drukker en iedereen had zo'n beetje zijn plek weten te vinden. Het onweerde nog altijd hevig en ik vroeg mij af of het niet ergens in zou slaan. Als dat zo was, hoopt ik dat het niet op het gebouw was. Wie weet ontstond er een brand of iets anders. Het stroom was ook al uit gevallen, dus dat was wel genoeg voor vanavond, vond ik maar zo. Molly kwam teruglopen en ik keek naar haar.
    "Het zou wel gaaf zijn om nu naar buiten te mogen. Dansen in de regen, met het licht van de bliksem om ons te leiden." Ik knikte een beetje. Dansen in de regen en onweer. Het was niet het veiligste, maar eigenlijk is dat wel iets dat je eens in je leven moet hebben gedaan.
    "Ik denk alleen niet dat we weg kunnen komen," zei ik eerlijk en ik keek haar kant uit. Toen dwaalde mijn blik de ruimte door. Tot nu toe was er nog geen begeleiding. Ik kwam overeind en pakte haar pols vast, waarna ik haar achter me aan trok. Het was het proberen waard.
    Plots stopte ik met lopen en ik keek naar Molly.
    "Tenzij je het niet meende natuurlijk. . . " Mompelde ik ietwat onzeker en ik keek naar haar. Als ze een grapje maakte had ik mezelf nu best voor schut gezet, dacht ik. Ik keek haar even aan en richtte toen mij blik op de grond.

    [ bericht aangepast op 22 aug 2016 - 0:54 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Marilyn George
    || Antisociale Persoonlijkheidsstoornis ||



    "Ja, ik weet het. Het spijt me." zegt ze, mijn blik ontwijkend als ze een stap naar achter zet. Ik grijns breed en tevreden, dat is hoe ik het wil zien. "Weet jij misschien al meer over de stroom uitval?" vraagt ze me en ik schud mijn hoofd. 'Nah, het is natuurlijk niet belangrijk voor ons...' Ik rol mijn ogen terwijl ik mijn schouders ophaal. Ik loop ondertussen naar het raam en kijk naar buiten, al voel ik haar blik op mij branden. "Ik denk dat we ons zo moeten melden bij de verpleging." Zegt ze zacht en ik lach zachtjes. "Ik hoop dat de lichten zo weer aan gaan. Ik houd echt niet van het donker. Het maakt mij bang." vervolgt ze al snel en ik schud mijn hoofd. Ik loop weer naar haar toe. 'Je moet niet zo bang zijn darling, that's no fun...' zeg ik en ik til mijn hand op om zachtjes op haar wang te kloppen. 'En ik zie de lol er ook niet van in om te melden... Kom op sweetheart.. We zouden gebruik moeten maken van de situatie, dit kom je niet vaak tegen. Een beetje lol....' zeg ik en dan glimlach ik. 'Waarom niet toch? Wat kunnen ze doen als ze erachter komen, we leven hier toch al in de hel. Erger wordt het niet...' zeg ik en ik steek mijn hand naar haar uit. 'Wat zeg je ervan darling.. Er zal niks fout gaan, ik beloof het...' Zeg ik met mijn bekende glimlachje, werkt altijd..


    El Diablo.

    LIZZY "LIZ"      BASSINGER








    Marilyn schudt haar hoofd en ze loopt weer naar mij toe. Ik voel mij geïntimideerd bij haar. "Je moet niet zo bang zijn darling, that's no fun..." zegt ze terwijl ze haar hand optilt en op mijn wang klopt. "En ik zie de lol er ook niet van in om te melden... Kom op sweetheart...We zouden gebruik moeten maken van de situatie, dit kom je niet vaak tegen. Een beetje lol..." Zegt ze en er verschijnt een glimlach op haar gezicht. Alsof ze het allemaal al voor zich ziet. "Maar..." probeer ik te zeggen. Marilyn laat mij niet uitpraten "Waarom niet toch? Wat kunnen ze doen als ze erachter komen, we leven hier toch al in de hel. Erger wordt het niet..." Daar heeft ze een punt. Ze steekt haar hand naar mij uit."Wat zeg je ervan darling... Er zal niks fout gaan, ik beloof het..." Zegt ze met dat glimlachje. Hoe kan ik nu nog nee zeggen, ik hoef niet na te denken. Ik pak haar hand en samen lopen we de gezamenlijke ruimte uit. Ik kijk een beetje angstig om mij heen. Bang dat iemand van de verzorging ons ziet. "Straks moeten we de isoleercel in. Daar is het nog donkerder." Zeg ik met een trillende stem. Ik heb het idee dat ik voetstappen hoor. Oh nee ik hoop echt dat die van een andere patiënt zijn. Ik kijk met grote ogen de kant op waar het geluid vandaan komt.


    Sometimes it's hard, but I will never give up.

    Marilyn George
    || Antisociale Persoonlijkheidsstoornis ||



    Ik grijns weer als ze mijn hand pakt en ik trek haar met me mee, de gezamelijke ruimte uit. Zei het toch. "Straks moeten we de isoleercel in. Daar is het nog donkerder." hoor ik haar zeggen en ik rol met mijn ogen. 'Wat zei ik nou... Er is niks om bang voor te zijn.' zeg ik en ik kijk kort naar haar. Ik kijk op als ik wat voetstappen hoor en vernauw mijn ogen. Niet veel later wordt duidelijk wie het is. Amanda, een geval apart... Compleet gestoord zoals de meesten hier. 'Moet jij niet slapen?' zeg ik dan ook en ik zie haar naar me opkijken, ze blijft echter stil. 'Kom op, ga terug naar je zaal.' zeg ik simpel en ik kijk naar haar met een kille blik. Ze knikt snel en keert zich dan weer om om naar haar slaapzaal te lopen.
    Ik draai mijn hoofd naar Liz en glimlach weer. 'Zei het toch' zeg ik en ik verstrengel onze vingers om haar weer met me mee te trekken. Zo lopen we een tijdje door de donkere gangen, met zo nu en dan een bliksemflits om het op te lichten, tot ik de grote deuren richting de tuin zie. Ik grijns breed en bijna kinderlijk, mijn pas versnelt tot ik mijn hand om de deurklink sluit...


    El Diablo.


    Cpt. Evan Sean Foley
    Ik had stil op de rand van mijn bed gezeten, strategieën uittekenen, zoals ik vroeger wel deed. De doctor had gezegd dat het misschien zou helpen om me weer normaal te voelen. Om eerlijk te zijn snapte ik niet hoe. Ik was gestorven, mijn hart klopte niet meer, en ik had geen idee hoe dit dat zou kunnen veranderen. Toch deed ik het, al was het maar om bezig te blijven. Met een luide bliksemslag, als een granaatinslag, waardoor ik me plat op de grond liet vallen, vielen alle lampen uit. Zodra mijn brein merkte dat het alleen maar de storm was, stond ik weer op en kroop in het raamkozijn, om nog wat licht op te vangen. Buiten klonk het als een slagveld, wat het vreemd genoeg makkelijker voor me maakte om mijn opdrachten te doen. Het deed me beter voelen, alsof ik weer even leefde. De storm leek mijn rottende lichaam een kick te geven wat de adrenaline van vroeger imiteerde. Het voelde bijna of ik niet meer dood was, en dat gevoel voelde raar goed, al wist ik dat het maar een illusie was. Ik hoorde wat gemompel, maar kon het door het geweld buiten niet horen. Het werd niet veel later luider, waardoor ik merkte dat het Jason was die me riep. "In het raamkozijn. Wat is er aan de hand?" Ik sloot mijn opschrijfboekje en sloot het slotje, als een reflex bijna. Ik moest altijd alles geheim houden wat ik uitdacht, voor iedereen behalve degenen die het aangingen, waardoor dit een automatisme was geworden. Ik bleef zitten en wachtte op een reactie van een van de weinigen die ik toe had gelaten in mijn leven hier. Het liefst wilde k gewoon dat ze me in een gat 2 voet breed en 6 voet diep zouden leggen en me gewoon zouden laten gaan en het feit dat ik hier zat opgesloten zonder wat dan ook om mijn zombie staat nog nut te geven, maakte het niet beter. Ik voelde me nutteloos, wat misschien nog wel erger was dan dood n een wereld vol levenden.


    Bowties were never Cooler

    Arizona Riverdaile

    Ik voelde een vlaag van opluchting toen ik dokter Parker zag. Ondanks de duisternis, herkende ik hem aan zijn houding en de manier waarop hij liep. De lamp die hij met zich meedroeg, wierp een kleine bron van licht over zijn gezicht. Ik deinsde onbewust achteruit toen hij mijn arm even aanraakt. 'Kom. Ik zal je naar de gemeenschappelijke ruimte brengen, daar zullen de meeste wel zijn, volg mij,' zei hij vlot. Al snel hoorde ik beweging en kwam er nog een persoon in mijn blikveld. Direct herkende ik directeur Hamilton. Ik probeerde mezelf zo onzichtbaar mogelijk te maken, uit angst dat ook hij tegen me zou gaan praten en ik antwoord moest geven. Op de een of andere manier had ik altijd moeite gehad met autoritaire personen, ik werd er onzeker en angstig van. Ik luisterde terwijl dokter Parker uitlegde dat de stroom was uitgevallen. Even leek het alsof hij mijn aanwezigheid was vergeten, tot hij zich leek te beseffen dat ik nog altijd naast hem stond.
    'Ik breng haar even naar de gemeenschappelijke ruimte, als je het niet erg vind,' zei hij toen tegen de directeur. Ergens hoopte ik dat de directeur dat niet nodig zou vinden, ik had er spijt van dat ik van mijn kamer was gekomen. Het liefst rolde ik me op onder mijn dekens en luisterde ik de rest van de avond naar de druppels die tegen het raam tikten en de donderslagen die afgewisseld werden met lichtflitsen. Op de een of andere manier werd ik altijd rustig in mijn hoofd van de storm, maar die rust leek nu ver te zoeken. Mijn hart begon sneller te bonzen en ik voelde hoe mijn handen begonnen te trillen.
    'Ik wil anders ook wel naar mijn kamer gaan,' mompelde ik toen met moeite. Ik probeerde te glimlachen en hoopte dat de twee mannen met mijn voorstel akkoord zouden gaan.


    I was an angel living in the garden of evil