• Een groep jongeren word uitgekozen voor een geheim project. Project Morbid. Ze zijn met niet veel maar ze zijn heel verschillend en afkomstig uit bijna alle werelddelen. Op het kleine eiland worden ze getraind en opgeleid zonder dat ze weten waarom, zonder te weten dat ze speciaal zijn, anders zijn. Want iedere mens heeft bepaalde Machten, ze moeten alleen maar tot uiting gebracht worden.




    Trainers
    - Carolina Maellis Sawyer (Hoofdtrainster|Oprichtster)
    - Rose Victoria Stann

    jongeren.

    - Joachim Nowak
    - Jess(ica) Alexis Lane
    - Jayden Micah Rhodes
    - Celeste Artemis Dubois
    - Val (Valentin) Gray
    - Elín Jónsdóttir
    - Liberty Roxanne Summers
    - Jace Dagget



    Rose Victoria Stann

    Joachim Nowak
    Jess(ica) Alexis Lane
    Celeste Artemis Dubois
    Jace Dagget



    Carolina Maellis Sawyer

    Val (Valentin) Gray
    Elín Jónsdóttir
    Liberty Roxanne Summers



    Wat afspraken.


    # Ik wil vragen om toch iets meer dan 1 zinnetje te schrijven, het is heus niet zo moeilijk om een post te schrijven van een vijftal zinnen. Je hoeft ook geen posts van 800 woorden te gaan schrijven als de rest dat doet.
    # Maak geen ruzie, hou het leuk. Personages onderling mogen natuurlijk wel ruzie maken.
    # Houd je alsjeblieft aan de verhaallijn.
    # Don’t be scared. Stuur je personage gewoon op anderen af, PB mij of een ander dan om te vragen waar zijn personage is en of die naar jouw personage kan gaan.
    # Verhaal kwijt? Stop dan niet zomaar zonder wat te melden, maar vraag waar de rest is of om een kleine samenvatting.
    # Je maakt geen grote beslissingen in je eentje en bestuurt de anderen hun personage niet!
    # Have fun

    Je kan nog steeds inspringen als jongere!


    [ bericht aangepast op 18 maart 2012 - 19:21 ]


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    Celeste Artemis Dubois
    De jongeman waar ik naartoe gelopen was, keerde zijn hoofd een kwart in de richting van de glazen toegangsdeuren en ik gebruikte dit moment om zijn kaaklijn en zijkant van zijn gezicht te bestuderen. Hij heeft een sterke kaaklijn en zijn haar is sneeuwwit, het soort wit dat magisch lijkt. Hij is veel langer dan dat is ben, misschien nog wel langer dan de normale jongen. Dus ik moet omhoog kijken naar hem, maar op het moment dat ik nog wat meer over hem wil ontdekken en mijn kracht wil inschakelen, knikt hij licht en kijkt hij mij in mijn hazelkleurige ogen aan. Op dat moment schakel in mijn kracht wel in, al is het maar om te weten hoe hij zich nu voelt, misschien helpt het wat. "Er is niets fundamenteels gezegd. Je weet jezelf wel te redden, toch?" Waarom wil hij zo snel bij mij weg? Is het dan zo erg dat ik het even vroeg, dacht ik en ik kijk naar zijn aura. Hij ontwijkt mijn blik en stapt weg. Er is nog één vraag die mij bezighoudt en ik vernauw mijn ogen even, waarom was hij verward? Hij wilde zo snel mogenlijk weg, of hij heeft te veel om over te piekeren of het heeft met mij te maken. Toch liep ik hoofdschuddend weg en met een glimlach op mijn lippen stak ik mijn hand omhoog, roepend nog naar hem: "Natuurlijk weet ik mijzelf te redden, I'm a independent woman!" En ik liep naar binnen, al zag ik een ander meisje met blond haar naar buiten lopen, maar ik negeerde haar en ging naast een aziatisch meisje zitten die vanalles naar binnen propte. Ik keek haar even aan, rolde mijn ogen snel, maar glimlachte toen. Mijn benen deed ik over elkaar op een vrouwelijke manier en ik schoof dichter naar de tafel toe. Mijn kleding die ik aan heb, sluit zich goed aan op mijn lichaam.

    Jayden Micah Rhodes
    Ahn Lyn sprong op toen ze het eten zag. Blijkbaar kon het haar niet zoveel schelen, but I couldn't blame her. "WOHOOOOH~!" schreeuwde zij, waarna ze snel weer ging zitten met een rood hoofd, omdat ze merkte dat mensen naar haar keken. Ik begon te lachen en keek naar haar, terwijl zij drie broodjes tegelijk naar binnen propte. Ik propte ook wat naar binnen en begon toen weer met praten. Een glimlach gleed op mijn gezicht, "Je bent echt schattig als je rood wordt," Grinnikte ik, terwijl ik weer door at, alsof het de normaalste zaak van de wereld was - en alsof ik het al duizenden keren gezegd had. "Wat vindt je van het eten?" Vroeg ik haar toen maar, het gesprek met haar gaande proberend te houden.
    Er kwam een ander meisje aanzetten en ik keek haar glimlachend aan, terwijl ze aan de andere kant van Ahn Lyn ging zitten. Ze deed haar benen even over elkaar en ik volgde haar benen, maar keek toen weer naar mijn bord en at nog wat.

    [ bericht aangepast op 27 jan 2012 - 12:41 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Ik denk toch anders echt dat ik me hier af ga melden als er niemand reageert, niemand doet ook z'n best om hier even een berichtje te plaatsen. Echt jammer.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    [naja het heeft geen zin om hier 3x achter elkaar te reageren, daarom wacht ik tot er andere mensen reageren, maar niemand lijkt er echt zin in te hebben of zo..]


    | Reality is for people that lack imagination |

    (Waarom motiveert niemand elkaar dan? Of nou ja, eigenlijk zou Patriot dat moeten doen, aangezien zij de 'oprichtster' is. I don't get it.)


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Ik weet dat ik dat zou moeten doen maar ik verdrink in het werk en ben daarbij ondertussen al drie weken ziek terwijl het totaal niet beter wordt dus moet ik nu mijn prioriteiten stellen en die gaan uit naar school -spijtig genoeg-, sorry maar ik heb echt niet genoeg tijd daarvoor.


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    Jess(ica) Alexis Lane.
    Een jongen en meisje lopen langs me heen. Ik hecht er verder geen waarde aan, want nu wil ik een paar minuutjes op mezelf zijn. Nog een laatste hijs neem ik van mijn sigaret en dan gooi ik 't vervolgens weg. Ik pak mijn tas op en doe mijn ballerinas dan aan. Vervolgens loop ik weer naar binnen, en eenmaal als ik binnen ben kijk ik verbaasd rond. 'What the..' Waarom heeft niemand mij gewaarschuwd? Denk ik.
    Mijn ogen zoeken een plekje waar ik kan zitten, en dan blijven ze hangen. Ja hoor, ik heb een plek gevonden naast een jongen. De jongen ziet er op zichzelf uit, en ergens heb ik het idee dat hij niet zo graag van drukte houdt. Snel kijk ik de zaal weer rond, maar vind dan geen ander plekje dan die naast de jongen. Hmph, dan moet ik naast hem zitten.
    Niet dat ik er wat tegen heb, maar ik zou hem bijna niet durven aan te spreken vanwege dat hij zo op zichzelf is. Ik houdt mijn tas goed vast en loop richting het plekje naast de jongen. Ik zou hoe dan ook te weten komen waarom we hier zijn. Mijn handen trekken de stoel naar achter en laat me met een plof vallen. Mijn tas hang ik aan de leuning van de stoel, en richt me dan tot de jongen naast me.
    'Zeg, weet jij misschien waarom we hier zijn?' En ik tik de jongen aan met stekelachtig bruin haar. Ik schat hem zo rond de 16 á 17 jaar. Eigenlijk wou ik het anders zeggen, maar ik kon me nog net inhouden. Deze jongen ziet er namelijk eenzaam en alleen uit, zelfs in deze zaal vol met mensen.
    De geur van het eten kroop mijn neus binnen, en meerdere malen zeg ik tegen mezelf dat ik er niks van ga nemen. Mijn buik echter protesteert er tegen en laat een rammel horen. Uch, dat heb ik weer. Rotmaag.

    [ bericht aangepast op 29 jan 2012 - 22:18 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Otto Darmov

    Pas later voelde hij de gevolgen van zijn gulzige maaltijd. Het eten had zijn lege maag bereikt. Een maag die al twee dagen niets had gegeten. Hij voelde zich misselijk worden en greep een glas water beet die hij in een teug naar binnen werkte. Zijn daden werden verstoord door een meisje die naast hem kwam zitten. Hij was zo druk geweest met zichzelf,dat hij de anderen rond hem was vergeten. Een besef van tijd had hij niet, al wist hij dat het dag was. Ja, de zon scheen door de matte gordijnen heen.
    "Ik weet evenveel als jou." Sprak hij met een zachte, maar aardige toon. Zijn ogen ontmoeten kort de hare, maar al snel wendde hij zijn blik af. Hij wou zich niet hechten aan iemand, al wou het meisje vast een doodnormaal gesprek, op een plaats waar niemand wist waar hij was of wat hij hier precies deed. Misschien was het wel goed om contact te maken. Dan zou je de tijd hier niet alleen moeten doorbrengen. Maar wie kon hij vertrouwen?
    Voor de tweede keer keek hij naar het meisje, deze keer langer. Het was een speciaal meisje, dat moest hij eerlijk toegeven. Rond haar ogen was het donker geschminkt, maar haar ogen hadden een zachte, warme kleur. Haar kleren wekte een dubbel gevoel bij hem op. Waarom zou iemand zich zo kleden? Het leek hem niets om een shirt te dragen met een doodskop op, al kon het een uiting zijn van haar gevoelens en die wou hij niet kwetsen. Haar lichaam had een mooie verhouding. Buiten haar kledij, leek het meisje aardig. "Misschien kan je beter iets eten." Hij schoof een kom met fruit haar kant op en glimlachte zijn mondhoeken omhoog. "Maar wees niet te gulzig"


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    Jess(ica) Alexis Lane.
    'Ik weet evenveel als jou,' had hij terug geantwoord met een zachte toon. Zijn stem klinkt wat onzeker, maar hier lette ik niet zo op. Het viel me meer op, dat hij snel zijn blik afwendde toen onze ogen elkaar ontmoette. Hij leek even na te denken, en richtte zijn ogen toen weer naar me op. Zijn warme, maar onzekere blik hadden zich op mij gericht. Wat zou hij denken? Zijn ogen gaan richting mijn kleding, en ik had het idee dat 't een afkeurende blik zou zijn, maar ik kan er niets uit op maken. Ja, daar gaat het al. Nog iemand die me haat of hij denkt dat ik een trut ben. Wedden? Kwam in mijn gedachten op.
    Ik schudde mijn hoofd vanwege de gedachten. Misschien was 't helemaal niet zo, en denkt hij juist dat ik.. aardig ben. Een ironische glimlach kwam er op mijn gezicht en mijn ogen keken toen weer naar de jongen. Grappig. Dat kan gewoon niet kloppen. Dan is hij vast een van de eerste. Ik deed wat korte plukjes haren achter mijn oor, want het irriteerde mijn ogen een beetje.
    'Misschien kun je beter iets eten,' Hij schoof een kom met fruit mijn kant op, en zijn mondhoeken gingen omhoog. 'Maar wees niet te gulzig.' had hij erachter gezegd. Ik keek vies naar de kom met stukjes fruit erin, en toen naar de jongen. Het zou onbeleefd zijn om het af te wijzen, maar aan de andere kant kon me dat niet veel schelen. Wat zou het dat ik honger heb?
    Mijn ogen keken naar de rest van het eten dat op de tafel stond. Yuk, daar heb ik al zeker geen zin in. Alleen maar vettig eten, en dat betekend 'eten waar je dik van kunt worden'. No way, dat ik dat ga eten. Ik keek weer naar de kom met het fruit, en wou mijn mond open doen om het af te wijzen. Maar mijn buik protesteerde met een luide grom.
    Een zucht verliet mijn mond, en pakte met tegenzin het kommetje fruit aan. 'Bedankt,' had ik als enigste gezegd. Het was niet dat ik hem wilde beledigen dat ik het wou afwijzen. Hij leek me wel een aardige gozer. 'Ken jij hier voor de rest al iemand?' vroeg ik, terwijl ik een stuk appel, met een vies gezicht, mijn mond in propte.

    [ bericht aangepast op 22 feb 2012 - 18:34 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Otto Darmov

    Hij was het type niet om iemand aan te spreken. Het was een wonder dat hij het gesprek met dit meisje zo vlot kon aanhouden. Otto was niet gemakkelijk. Nee, verre van. Hij was aardig, deed wat je vroeg, maar zijn gevoelens uiten was een onderwerp dat niet ter sprake kwam. Hij kon er niet over praten. De woorden zouden niet uit zijn mond komen. Misschien kwam dit door de scheiding van zijn ouders. Het verwerken had hij alleen moeten doorstaan. Geen hulp van anderen. Niemand die met hem kon of wou praten. Misschien was hij z'n stille jongen geworden met verborgen gevoelens.
    "Nee, ik heb nog geen kans gehad om iemand aan te spreken." Loog hij. Het was geen optie geweest om een gesprek aan te knopen met een onbekende. Zeker niet in deze situatie, al was hij blij dat dit meisje een poging had gewaagd. Nu was hij niet alleen. Hij had geen vooroordelen. Ze was niet zoals hem. Helemaal niet zelfs, maar er was een klik. Iets wat hij wél voelde.
    "Ik ben trouwens Otto" Hij keek het meisje aan en stak zijn hand naar haar uit, in de hoop dat ze haar hand in de zijne zou nemen. "Otto Darmov" vervoledigde hij zijn naam. Oorspronkelijk kwam hij uit Zweden, vandaar die vreemde achternaam. Zijn moeder had hem genoemd naar een hoofdpersonage in een romatisch boek. Best ironisch als je ouders niet veel later uit elkaar gingen en zijn moeder er vandoor ging met een andere man. Otto had het nooit kunnen begrijpen en zou het nooit begrijpen.


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    Jess(ica) Alexis Lane.
    Toen hij zei dat hij de kans niet had om iemand aan te spreken, keek ik argwanend. Hij had er de kans nog niet voor gehad? Is hij een druk mannetje? Houdt hij zoveel van eten dat hij er niet de kans voor had? Ach, het zou wel. Het maakte ook niet zoveel uit. "Ik ken ook nog niemand hoor. Ik ken jou als eerst," en ik liet een ironische glimlach horen. Nou ja, soort van. Dat arrogante meisje dat 't lef had om zo tegen me te doen krijg ik nog wel. "Dus voel je vereerd." zei ik als grapje er achteraan.
    Hij stelde zichzelf voor als Otto, en stak zijn hand uit. Daarna voegde hij zijn achternaam er aan toe. Ik bleef naar zijn hand kijken, en keek toen weer naar hem. Ik ben daar eigenlijk niet zo van, maar hij zag er breekbaar uit - alsof het een soort afwijzing zou zijn als ik hem geen hand zou geven. Ik gaf hem een stevige handdruk, en stelde mijzelf ook voor als Jess Lane. "Voluit heet ik Jessica, maar noem me alsjéblieft Jess." zei ik met nadrukking op 'alsjeblieft'. Ik heb er slechte herinneringen aan. Het liefst zou ik gewoon mijn naam veranderen, maar dat kost teveel geld. Het onderwerp over mijzelf veranderde ik. Ik houdt er niet van als ik over mezelf praat, en zeker niet met iemand die ik pas net ken.
    "Darmov? Speciale naam. Waar vandaan?" vroeg ik hem, toen ik nog een stuk appel in mijn mond propte en ik draai wat meer richting Otto. Een aardige jongen, maar zo onzeker en stil. Dat hoeft hij helemaal niet te zijn. Het is een leuke jongen om te zien, dacht ik terwijl ik hem in mij op neem. Bruin stekelig haar, mooie bruine ogen - die er overigens erg warm uitzien, maar zijn emoties niet laten zien. Af en toe laten ze alleen wat onzekerheid zien, maar voor de rest kan ik zijn emoties niet raden. Zelfs niet uit zijn ogen.
    Zijn kleding ziet er gewoontjes uit, gewoon een zwarte broek met grijs shirt. Iets wat je niet snel opvalt in een drukke menigte. Hij wilt vast en zeker niet opvallen en zichzelf laten verdwijnen. Ergens deed me dit wat. Ik weet niet wat het is of hoe ik het moet noemen, deze emotie. Hij had wat. Hij was totaal verschillend van wat ik ben, totaal. Maar hij is zo rustig. Misschien dat ik dit al die tijd al nodig had in mijn leven.. en niet al die drukte. Ik krabte aan mijn schouder, waardoor mijn tattoo half zichtbaar was. Een siberische husky.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Otto Darmov

    Hij trok zijn mondhoeken op in een grijns. Vereerd was een groot woord. Het was eerder een fijne kennismaking, al kon hij zich bedenken dat hij het plagend moest opvatten.
    Met zijn vingers plukte hij aan zijn bruine haren. Hij voelde zich behoorlijk vuil. Ze waren drie dagen onderweg geweest. Niemand wist waarheen. Niemand wist waarom. Het was een groot vraagteken die onbeantwoord bleef. Hij miste het gevoel van de warme stralen water die over zijn lichaam een weg zochten naar beneden. Het hete water. Een douche lag niet in handbereik. Niemand had zich kunnen wassen of een poging wagen tot. Ze moesten blijven zitten en gehoorzamen. De gevolgen wou hij niet onder ogen komen. Niemand wou dat.
    Hij vroeg zich af of hij daadwerkelijk stonk. De meiden leken hem afkeurend aan te kijken, maar wat kon hij er aan doen? Als hij een douche zou kunnen nemen, dan zou dat een geschenk zijn uit de hemel.
    "Mijn ouders komen uit Zweden, maar mijn vader en ik wonen in Engeland." Begon hij zijn verhaal. Hij zou het kort houden, zodanig dat het voor haar boeiend bleef. "Mijn moeder vond een andere vriend, dus heeft ze me achtergelaten en is ze vertrokken. In die tijd hadden we het moeilijk. Weinig geld, de boerderij stond op instorten en we leefden van aardappelen. We besloten om naar Engeland te vertrekken. Nieuw land, nieuwe kansen. Die hebben we gekregen. Mijn vader werkt hard om me te onderhouden." Hij streelde met zijn vingers over zijn knie en zuchtte zachtjes. Hij had het goed thuis, zonder zijn moeder. Hij mocht niet klagen. Zijn vader was een goed mens, ook al legde hij hoge waarden en normen op. Het was voor hun eigen bestwil.
    De tatoe in haar hals viel hem meteen op. Hij herkende de hond. Een Siberische Husky. "Waarom heb je voor dit ras gekozen?" Vroeg hij nieuwschierig. Hij zou het zonde vinden als ze een tatoe nam zonder betekenis. In Zweden had zijn buur zo'n hond. Het waren vriendelijk en betrouwbare beesten, al hadden ze veel beweging nodig.


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    Jess(ica) Alexis Lane.
    Hij begon uitgebreidt te vertellen waar zijn achternaam vandaan kwam. Niet dat het me verveelde - eindelijk kon ik een goed gesprek met iemand voeren. Meestal voerde ik alleen maar gesprekken die slecht eindigden of maakte ik alleen maar ruzie. De meeste mensen zien me liever vertrekken uit hun leven dan dat ik blijf. Toen hij zei dat ze van aardappels leefden draaide mijn maag om. Verschrikkelijk, aardappels zijn zo vies om te eten. Otto was klaar met zijn verhaal en liet een zacht gezucht horen. Het moet vast moeilijk zijn om het zo te zeggen en er weer aan te denken. Een blik van mijn eigen verleden kwam in mijn gedachten op toen hij dit alles had verteld. Felle lichten schenen op ons, en een hard racend geluid kwam onze kant op. Een snelle blik deed ik naar buiten, en toen naar mijn broer. Ik schreeuwde naar hem, ik schreeuwde zijn naam. Maar hij kon zichzelf niet meer redden. Hij keek naar me met zijn ogen. Hij wist zelf ook dat hij zich niet meer kon redden. Zijn ogen spraken dat uit. Al zei hij niets als afscheid tegen me, maar zijn ogen zeiden genoeg. De auto kwam steeds dichterbij, en sloeg met een harde klap in op onze auto. Toen was alles zwart geworden. Dit is alles dat ik me nog herinner. De traan van de wang van mijn broer viel op mijn zwarte jas. Ik had dit gezien, omdat ik mijn broer geen enkele keer heb zien huilen. Geen enkele keer, zelfs niet toen mijn vader wegliep zonder ons. Hij was als een steun voor mij. En nu is hij weg. Ik merkte dat ik een afgeleid werdt door mijn eigen gedachte, en schrok toen op. Oke, niets laten merken. Ik kuchtte. "Een heftig leven heb je dus gehad, als ik het zo hoor. Hoe heb je jezelf kunnen redden? Het lijkt me dat je echt iemand nodig had om je te steunen of.." Ik durfde mijn zin niet af te maken. Nu zeker niet vanwege 't verleden dat hij vertelde. "Had je toen niemand?" Vroeg ik, toch mijn zin afmakend.
    Nu hij het over zijn familie heeft moet ik aan mijn moeder denken. Ik maak me zorgen om haar. Mijn moeder ligt nu ziek bij mijn opa en oma, en ik hoop nog altijd dat het beter met haar komt. Al weet ik dat dit niet kan. De ziekte van Alzheimer is moeilijk tot helemaal niet te genezen. Ik mis haar - ik zou willen dat ik nu even snel met haar kon bellen, maar het kan niet. Nu niet.
    "Waarom heb je voor dit ras gekozen?" vroeg Otto nieuwsgierig. De autolichten kwamen weer op me af in mijn gedachten. Dit deden ze ook altijd in mijn nachtmerries, dus ik schrok er niet meer van. Het deed wel pijn, dat zal het ook blijven.. Ik liet een glimlach zien met dat er niets aan de hand is. "Ik heb een zelf Siberische Husky. Hij is mijn beste maatje. Ik kan echt alles aan hem vertellen." Beantwoorde ik zijn vraag.

    [ bericht aangepast op 23 feb 2012 - 20:38 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Otto Darmov

    Hij zag de afwezige blik in haar ogen. Hij vroeg niet waaraan ze dacht, dat kon altijd nare gevolgen hebben. Misschien was het beter dat hij er niet om vroeg. Aan haar blik kon je afleiden dat het niet iets prettig was. Hoogstwaarschijnlijk was het erger dan zijn verhaal, dan zijn verleden. Eigenlijk mocht hij niet klagen. Zoveel ouders vroegen de scheiding aan en vertrokken naar een ander land om daar een nieuwe start te maken, met of zonder de kinderen. “Nee, ik heb nooit hulp gekregen. Mijn vader wou er niet over praten. Hij was te koppig. Mijn moeder was een gesloten hoofdstuk voor hem. Ik snap hem wel. Hij wou verder met zijn leven en niet in zijn verleden blijven hangen, want dat zou hem enkel verdrietig maken.” Hij keek het meisje in haar ogen aan en kreeg een zwakke glimlach rond zijn lippen. Hij vond het wel aangenaam. Iemand om je tijd mee te bedrijven, om de situatie voor een moment te vergeten. “De meeste tijd zat ik op mijn kamer met muziek en boeken. Het was een remedie om mijn moeder te vergeten. Pas later ging ik naar buiten om met vrienden weg te gaan. Op het begin is het altijd moeilijk, maar na een tijd aanvaard je het. Je hebt geen andere keuze.” Hij kon moeilijk zijn vader achterlaten en naar zijn moeder vertrekken. Hij was blij met zijn vader. Iemand die om hem gaf en hem de liefde gaf die een zoon nodig had.
    Terug zag hij die blik in haar ogen. Die afwezige, bezorgde blik. Kort kneep hij in haar hand. “Als er iets is, kan je altijd je hart luchten.” Sprak hij eerlijk. Hij kende het meisje amper, maar hij wou dat ze wist dat hij een persoon was die ze kon vertrouwen. Hij had geen enkele reden om haar te kwetsen. Ze leek een sterke persoonlijkheid te hebben, maar dat wou niet zeggen dat ze niet kwetsbaar was. “Vertel het me als je het een goed moment vind.” Voegde hij eraan toe. Hij dwingde haar tot niets. Als ze het niet wou vertellen, dan vond hij dat oke. Het was immers haar beslissing.
    “Het zijn mooie beesten.” Zei hij. Hij schoof een potje fruit zijn kant op en prikte erin met een vork. Niet veel later belandde het in zijn mond. Eigenlijk smaakte het best goed als je in dagen niet meer had gegeten. “Mijn buurman had zo'n hond. Als het had gesneeuwd, dan spande hij ze voor een slee en liet hij ze rennen in het bos. Het was best leuk en de honden genoten ervan.” Het waren mooie herinneringen die hij niet snel zou vergeten.


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    Jess(ica) Alexis Lane.
    De hele tijd had ik het idee dat hij het niet doorhad, en dat was ook veel beter zo. Maar toen hij vermeldde dat ik mijn hart altijd kan luchten bij hem voelde ik mijn hartslag wat sneller gaan. Waarom deed hij toch zo? Waarom deed hij zo aardig? Dit kon gewoon echt niet, dat mensen zo lief kunnen zijn, en dan vooral tegen haar. Dit kon gewoon niet waar zijn, toch? De zin lag op het puntje van mijn tong om eraf te rollen, maar mijn mond hield ik dicht. Nee, ik houdt het in. Dit kon ik gewoon niet zeggen. Hij is de enige die zo aardig tegen me doet.
    "Ja, die honden zijn ook erg actief. Dat waren vast en zeker goede en leuke herinneringen?" Een glimlach kwam op mijn mond. "Hmm, het is wel knap van je vader dat hij dat inziet en daar niet in bleef hangen. Dat zou natuurlijk slecht zijn, en ook slecht voor jou opvoeding." Begon ik snel om het onderwerp te ontwijken. Ik was ook niet van plan om hier wat over te zeggen. Al zouden ze me dronken voeren of iets anders geven waardoor ik de waarheid zou spreken. "Mis je je moeder wel eens?" vroeg ik, zonder er echt bij na te denken. Ik zat nog steeds half met mijn gedachten bij mijn moeder. Ik keek naar beneden toen ik het vroeg. Daarna keek ik naar hem.
    Toen ik merkte dat ik meer half in gedachten zat te staren naar hem, kuchtte ik even en richtte mijn aandacht op het fruit. Het bakje was nog half gevuld met fruit, en ik begon de stukjes meloen er tussenuit te pikken.

    [ bericht aangepast op 26 feb 2012 - 19:57 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Ik heb in het rollentopic mijn rol gezet :]. So ehm, I'll just start posting ofzo.

    Val Gray.

    Met de handen in de zakken sjok ik achter de menigte aan die net zo verward is als ikzelf. Mijn ogen glijden over de ruggen en gezichten die zo nu en dan achterom kijken. Zoals verwacht ben ik kleiner dan de mannen en veel vrouwen. Gedurende de reis heb ik - als ik mezelf niet tot rust wist te brengen door de beschikbare kubieke ruimte te berekenen exclusief de stoelen - me talloze keren afgevraagd waar deze ontvoering voor dient. Het ene moment liep ik van school naar huis, het andere moment zat ik in een auto die me naar het vliegveld(?) bracht. Zelf had ik niet veel in te brengen. Men had mijn paspoort en wonder boven wonder zelfs mijn mp3-speler. Dit moet betekenen dat ze, wie ZE ook mogen zijn, al het een en ander over mijn karakter weten. We naderen een glazen deur in een enorm gebouw. Ik kijk om me heen. Wat is het hier warm en zonnig. Goh, als ik dit had geweten had ik wel zonnebrandcreme meegebracht. Ik slaak een inwendige zucht. In plaats van me druk te maken over zulke zaken, zou ik me moeten afvragen wat we hier doen. Logischerwijs zou er een gemeenschappelijk doel zijn, iets wat ons verbindt. Tenzij mijn manier van denken niet overeenkomt met hun manier van denken. En bovendien... wie zijn 'hun'? Het beste is om af te wachten.
    We stappen naar binnen. Al gauw spreekt een vrouw ons toe. Mijn ogen en oren spitsen zich.
    'Welkom allemaal, jullie zullen vast verward zijn en jullie afvragen wat jullie hier komen doen,' Het blijft even stil. 'Dat, heeft geen belang. Jullie zijn uitgekozen om hier te trainen en te leren. Later zal jullie de nodige informatie toegekend worden. Voor nu kan ik alleen maar zeggen. Veel plezier en smakelijk.' Trainen? Leren? De rest is al aan hun maaltijd begonnen als ik nog nadenk. Ze heeft ons de exacte hoeveelheid informatie gegeven om ons ergens in ons bewustzijn zowel gerust te stellen als te alarmeren.
    "Hmm, het is wel knap van je vader dat hij dat inziet en daar niet in bleef hangen. Dat zou natuurlijk slecht zijn, en ook slecht voor jouw opvoeding." Mijn ogen schieten naar het meisje dat naast me zit, maar haar aandacht op iemand anders heeft gevestigd. Mijn oog valt op haar blote schouder, waar een hond op staat afgebeeld. Ik mag hopen dat hier een huisdierenverbod is, bedenk ik me cynisch. Ik sta op en kijk om me heen, op zoek naar een koffiezetapparaat.
    'Eh.. pardon? Pardon?' Het meisje en haar gesprekspartner lijken me niet op te merken, dus ik zet een stap dichterbij.
    'Pardon,' zeg ik nogmaals. 'Mijn excuses voor het onderbreken van dit gesprek, maar heeft een van jullie hier toevallig een koffiezetapparaat gezien?' Mijn ogen glijden kort over de personen.

    [ bericht aangepast op 28 feb 2012 - 18:14 ]


    No growth of the heart is ever a waste