• Voor de verhaallijn van de rpg (+ de regels & de plaatsen!) klik hier.
    Het rollentopic vind je hier, als je rol hier nog niet in staat kun je hem daar zelf in zetten of vragen of ik hem erin wil zetten (je helpt me als je je rol er zelf in zet)
    Voor kletspraat / praatjes die over het rpg gaan post je in het praattopic, wat hier te vinden valt.
    Het is ook handig als je voordat je een post maakt goed kijkt naar welke plekken / plaatsen er allemaal in het rpg zijn, zodat je weet waar je wel / niet met je personage kan komen.
    ~~~~~~~~~~~~~~~~

    Denk bij de omgeving aan; (een tropische omgeving -> het verboden bos)
    (waterval verboden bos)
    Naam van eerste dorp: Gilmore. Naam van tweede dorp: Dushville





    Het kasteel van de koning (alleen minder versleten verf!)


    ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
    De rollen: (De doorgestreepte personages zijn er nog wel, maar hebben al een tijd niet meer gereageerd..)

    Mensen die trouw zijn aan de koning: [in totaal: 7] -> Sterke behoefte aan jongens!

    Meisjes: [5]
    - Rosalie Elizabeth Flow - Rose - 17 - Prinses van nieuwe koning - Coockies
    - Rachelle Cliff - Rae, Rachel - 17 - Rachelle is een bediende van de prinses Rosalie - Jaimes
    - Yasmin Delores - 17 - Yasmin woont samen met haar vader in het dorp, vlakbij het paleis. Haar vader is de beste arts in omstreken en velen komen dan ook naar hem toe als ze hulp nodig hebben - Endure
    - Ayelle Ivy Stern - Ay , Ive, Elle - 19 - Ze is de dochter van de eigenaresse van het bordeel, maar ze woont zelf ergens anders. - DreamerN
    -Anna-Alicia Turner - Ann, Alice - 20 - Anna-Alicia werkt in het bordeel van de moeder van Ayelle. - Lexus

    Jongens: [2]

    -Ayden Samuel Parker - Ayden - 20 - Ayden was vroeger al als een klein binkie een schildknaapje en hielp zijn vader hij heeft zelf geholpen de koning van nu op de troon te krijgen. - Hurtedheart
    -Daniël Cameron Flow - 18 / 19 - Prins van de nieuwe koning - WillNotLearn


    Mensen uit verboden bos: [in totaal: 7]

    Meisjes: [3]
    - Maya Rosalie More - May, Maya of Rose - 18 - Is weggelopen van huis - HurtedHeart
    - Severina Opal Hawthorne - opal - 18 - De nieuwe koning is verantwoordelijk voor de dood van haar moeder - Hidan/Tortura
    - Allison Jade Skyler - bijnaam gezocht! - 21 - Jade's vader en broers werden vermoord door aanhangers van de koning, dit omdat ze zich op de verkeerde plaats op het verkeerde moment bevonden. Jade is uit op wraak en saboteert de koning wanneer dat kan. - Endure

    Jongens: [4]
    -Nathaniel Carter (gebruikt achternaam Verselli) - Nate - 18 - Is weggelopen van het kasteel toen zijn ouders de nieuwe koning steunden - Lexus
    -Miles Seth Carter - Seth - 20 - Ging op zoek naar zijn broertje - Hidan/Tortura
    -Will Edward Smith - Willy, Will, Eddie - 18 - Vader was ridder van koningin, ouders dood gegaan bij intreding koning, zusje gevlucht - Coockies
    -Dorian Langford (ik zet hem toch maar hier neer, omdat hij niet trouw is aan de koning) - 23 - Dorian is een ridder, net zoals zijn vader. Hij heeft alleen maar trouw gezworen aan de koning omdat ze een spion in het kasteel wilden en de koning hem lijkt te vertrouwen. Zijn loyaliteit echter, ligt bij diegenen in het bos. - Linchpin

    [ bericht aangepast op 3 jan 2013 - 14:55 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    {Mijn persoontje is sowieso helemaal alleen... Dus voor nu nog maar even mijn topics, zal morgen een nieuw stukje plaatsen}


    Credendo Vides

    Ik zal zo snel mogelijk iets posten, maar mijn broertje was jarig [24e] en ik moet nog bij andere reageren + rollen afschrijven.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Miles Seth Carter – ‘t verboden bos.
    Miles had de waarschuwende blik van Nathaniel wel gezien, maar hij vond het nu gewoonweg niet nodig erop te reageren – iets wat hij anders zeker weten wel had gedaan. Hij irriteerde zich mateloos aan de zogenoemde Maya, haar bemoeienis onderbrak het belangrijke gesprek met zijn broertje. Het was een gesprek waarop hij zich wel had voorbereid: hij had bijvoorbeeld wel dingen in zijn hoofd zitten die hij wilde vragen, maar toen hij hem uiteindelijk toch tegen was gekomen, kwamen deze niet over zijn lippen vandaan. De helft wist hij niet eens meer. Hopelijk zouden die later wel terug boven water komen, anders had Miles een probleem, aangezien hij het antwoord erg graag wilde weten op al die vragen. Het was niet enkel belangrijk voor hem, maar ook voor hun familie, die wekenlang met hem meezocht.
    Nathaniel had de hele tijd zijn mond gehouden, maar toen hij uiteindelijk toch zijn mond had open gedaan, fronste hij. “Je hebt er anders wel heel lang over gedaan om me te vinden.” Siste hij naar hem toe, waarvan hij de zin maar telkens door zijn hoofd liet malen. Hij was veranderd en dit antwoord was toch niet echt wat hij verwacht had. Toen kwam de vraag in hem op of hij zijn broertje eigenlijk wel ooit echt had gekend. Had iedereen niet een eigen persoonlijke, geheime kant van zichzelf? Zo waren er ook vast dingen die Nathaniel niet van hem wist. “Je mag van geluk spreken dat we tot elke uithoek hebben gezocht voor jou, Nathaniel.” Expres sprak Miles zijn naam uit, zodat hij wist dat het menens was en hij elk moment uit kon vallen tegen wie dan ook. Hoewel Maya voornamelijk de aanstichter was geweest. “Je mag dan ook even haarfijn uit gaan leggen waarom je precies weg wilde. Het is nog steeds niet duidelijk genoeg.” Sprak hij tegen zijn broertje, op een ietwat bevelende toon misschien.
    Nu keek Nathaniel naar Maya, alhoewel Miles blik nog steeds op hem was gericht. Misschien was er zelfs ietwat verslagenheid in te zien, niet iets wat hij door wilde laten schijnen. “Ik heb liever dat je ons alleen laat, zie je zo wel weer.” Zei hij tegen haar, waardoor Miles het dit keer niet kon laten en expres groots grijnsde. Hij was dan ook blij om te zien toen de jonge, bemoeizuchtige vrouw wegliep en hen met rust liet. Nog even en Miles was hem toch uit zijn vel geschoten. Op dit moment kon hij enkel merken dat Nate er weer niet met zijn gedachten bij was, aangezien zijn handen tot vuisten waren gebald, alsof hij aan iets pijnlijks dacht. Toch had Miles tegen hem gepraat, misschien dat hij er eindelijk eens uit kwam. Het bezorgde hem nog altijd dat zijn broertje dunner was geworden, het leek hem ook helemaal niet gezond. Hij vond dat hij maar eens wat vet aan moest maken op dat tere lichaampje van hem, zo ziet een echte man er ook niet uit. Nate verbleekte bij de woorden die hij uit had gesproken. “Het is een lange tijd geleden, ik weet niet waar ik moet beginnen…” zei hij zacht aarzelend, bijna onhoorbaar. Nu stond Miles op, waarbij hij zijn broertje overeind trok en hem nog altijd in de gaten hield. “Laten we dan maar praten. Het is tijd.” Meldde hij streng.

    [Wie wil er nu naar mijn vrouwelijke personage? 8D]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Schrik niet, dit is die lange flashback (hihi)
    ~~~~~~~~
    Nathaniel Carter (/Verselli)~ Verboden bos
    Hij wilde het niet, hij wilde niet afdwalen naar het verleden, maar hij was het zijn broer verschuldigd. Hij kon hem nu niet afwimpelen, al helemaal niet tegen hem liegen en was daardoor gedwongen om de waarheid te spreken. Iets anders dan de waarheid zou hij nooit geloven, en het was daarom beter dat hij gewoon meteen de waarheid vertelde. Al wist hij niet precies hoe hij alles moest vertellen. Hij had spijt van de woorden die hij net tegen zijn broer had gesproken, hij meende er helemaal niets mee. Toen hij zijn volledige naam uitspraak, voelde hij een steek van schuld door hem heen gaan. Hij zei niets. Miles was niet bepaald in een goed humeur, en daarom liet hij het ook om iets te zeggen over die achterlijke grijns die hij op zijn gezicht had gehad. Maya had zich dan wel enigszins met hun bemoeid zonder toestemming, dat gaf hem nog niet het recht om zo bot tegen haar te doen en haar zo af te wimpelen.. Tot zijn verrassing trok zijn broer hem omhoog, waar hij wel blij mee was. Snel trok hij zijn broek aan, die al die tijd nog op de grond had gelegen. De riem deed hij op het laatste gaatje, strakker dan dat kon hij helaas niet. Zijn broek viel ruim, maar zakte gelukkig niet af. Nate had de neiging om ergens heen te lopen, maar liet het. In plaats daarvan knikte hij op de woorden van zijn broer en klopte hij het modder van zijn handen af, voor zover dat mogelijk was. Zijn oren spitsten zich op ieder geluid om hen heen. Met zijn ogen bekeek hij vlug de hele omgeving waarin ze zich bevonden. Hij wilde niet spreken voordat hij er zeker van was dat ze de enigen hier waren. Ergens beginnen, hij moest ergens beginnen met praten. ‘Wat wil je allemaal weten?’ vroeg hij aan zijn broer, het was ergens wel een domme vraag. ‘Waarom ik het daar niet uithield, waarom ik niets van me heb laten horen, waarom ik niet gewoon na een paar dagen ben teruggekomen?’ somde hij zo op. Het zou hem niet lukken om zomaar een goed samenhangend verhaal over zijn lippen te krijgen, een goede uitleg. Hij had wat aanknopingspunten nodig. ‘Ik weet niet zeker of je alles gelooft, als ik je alles vertel..’ zei hij wat zachter.

    Waarom was hij weggegaan? Dat was de vraag waarop Miles graag antwoord wilde hebben maar het was een vraag die hij niet zomaar kon beantwoorden. Achter die simpele vraag zat een diepgeworteld antwoord, dat zelfs zijn ouders niet meteen zouden verwachten. Beelden kwamen in zijn hoofd op en overheersten zijn gedachten. Hij kon ze niet stoppen, al wilde hij dat maar al te graag.

    Een klein jongetje, dat was hij nog maar geweest. Hij rende door de gangen, niemand die hem zag, niemand die last van hem had. Totdat hij plots in zijn kraag gegrepen werd, en recht in zijn vaders ogen keek. Hij was woedend, niet alleen omdat hij in de gangen renden, nee, hij was woedend om allerlei dingen. Dat hij vieze schoenen had, zijn verf weer eens was vergeten om op te ruimen en zijn moeder deze ochtend vergeten was om gedag te zeggen. Nathaniel wist niet dat hij zich op gevaarlijk terrein begaf toen hij in opstand kwam tegen zijn vader, door zijn schoenen niet uit te trekken en boos op de grond te gaan zitten. Dat was de eerste keer dat zijn moeder er niet was om hem overeind te trekken en een milde straf te geven. Dat was de eerste keer dat zijn vader hem sloeg. Beiden spraken ze er niet over, hij wist dat zijn vader dat nooit goed zou vinden. Zelfs zijn broer vertelde hij het niet, terwijl hij hem toch altijd alles wel vertelde. Hij dacht ook dat het maar eenmalig zou zijn, een ongelukje van zijn vader, al wist hij ergens wel beter.

    In deze tijd was hij echter nog een blij jongetje, dat gewoon met vriendjes uit de buurt speelde. Dit veranderde echter, geleidelijk, werd hij steeds minder zichzelf. Alles werd alleen maar steeds slechter, zijn band met zijn vader, en de wonden, zowel lichamelijk als geestelijk, werden steeds dieper. Één herinnering die hij nooit zou vergeten. De herinnering was pijnlijk, heel pijnlijk, en hij lag zo ver weggeborgen in een hoekje van zijn ziel dat hij zich afvroeg of hij hem wel zo makkelijk kon ophalen. Hij wilde hem niet ophalen, het was de herinnering die ervoor zorgde dat hij weg was gegaan en hij had hem zo lang mogelijk proberen op te sluiten, hopend dat hij nooit meer boven water zou komen. Het was ook zo’n tijd geleden. Maar nu zijn broer er naar vroeg zat hij plotseling al in die herinnering. Hij kon er niet uit. De beelden waren zo vers dat het leek alsof het hem gisteren was overkomen. Zijn lichaam leek te verstrakken door de spieren die zich opeens aanspanden, hij had het niet door.
    Hij was ouder. Maar nog steeds jong. Al weken had hij zijn vader proberen te mijden, omdat iedere keer dat hij hem tegenkwam en deze een rothumeur had hij de klos was. En hij mocht niets zeggen, want dan zou het geheid alleen maar erger worden. Zijn moeder wist niet wat ze moest doen, ze was wanhopig en probeerde haar gezinnetje bij elkaar te houden, al moest ze dat doen met leugens. Ze kon haar man niet in toom houden, vooral niet omdat ze vaak zelf aan het werk was. Voor de buitenwereld was er niets te zien, de wonden werden immers verhuld onder kleren en aan Nathaniel zijn gedrag was niets te merken. Op een dag had hij een vaas gebroken, per ongeluk, maar hij wist zeker dat hij zijn vader niet moest tegenkomen. En toen gebeurde het. Hij kwam zijn vader tegen.

    Meteen wilde hij naar zijn bureau rennen, toen hij nadat zijn vader hem had geroepen in zijn kamer was gekomen en de dranklucht rook. ‘Alsjeblieft…, alsjeblieft…, sorry… ’ mompelde hij, smekend, tegen zijn vader die hem met zijn akelig strenge adelaarsogen aankeek. Nathaniel voelde al aan wat er ging gebeuren maar wist dat hij weer eens machteloos was. In zijn ogen was angst te zien, een immense angst gemengd met schuld. Hij had die vaas niet moeten breken, dan zou er niets aan de hand zijn. Maar hij wist wel beter. Zelfs al was er niets gebeurd dan had hij dit nog steeds niet kunnen voorkomen. Zijn vader negeerde zijn gejammer en liep al wankelend naar hem toe. Nathaniel rende zo snel als hij kon naar het bureau, om zich eronder te verschuilen. De krassen in het ding verhulden dat dit niet de eerste keer was. Met zijn adem ingehouden wachtte hij ineengedoken af. Er was niemand die hem kon horen, niemand die hem kwam halen en niemand, behalve zijn moeder, die hem zou geloven. En dat wist niet alleen hij, dat wist ook zijn vader. Ineengedoken zat hij daar, met zijn nagels in zijn vuisten geklemd. Zijn vader was dronken, dat kon hij zo zien, en begon opeens tegen hem aan te schelden, zoals hij wel vaker deed. Nu was het echter erger, hij vuurde de woorden op hem af alsof het schoten waren en hij leek maar niet op te houden. Drank viel op de grond, spullen vlogen overal in het rond en hij sleepte Nathaniel zo aan één van zijn armen onder het bureau vandaan. Nathaniel was zo bang geweest dat hij zich na één enkele poging niet meer kon opdragen om zichzelf te verdedigen. Na de eerste paar klappen ging het heel snel, en kon hij zich niet meer precies herinneren waar hij allemaal wel niet pijn had op dat moment. Niet alleen sloeg hij hem, ook gooide hij hem op de grond, schopte hem een enkele keer toen hij roerloos bleef liggen, sleepte hij hem weer overeind en sloeg hem dan recht in zijn gezicht. Een bloedneus. Net toen hij dacht dat alles was afgelopen, zoals het altijd na een tijd was, hield het niet op. Nathaniel probeerde al trillend van angst naar de deur te kruipen, maar voelde plots een akelig scherpe steek in zijn zij. En meerdere steken. Ze volgden elkaar op, hij zakte in elkaar, als een machteloos slachtoffer. En bloed. Overal bloed. Die ongelovige blik in zijn ogen, toen hij het mes in zijn vaders handen zag, leek maar niet te verdwijnen. De rest dat hij zich kon herinneren was vaag, heel vaag, maar wel heel indrukwekkend. Zijn moeder gillend, al het bloed op de grond, wat van hemzelf afkomstig bleek te zijn, en zijn vader, vloekend. Hij wist niet waarom hij vloekte, maar hij had nooit het idee gehad dat het om zijn eigen stupiditeit was geweest. Toen werd alles zwart.

    De volgende dag lag hij in bed, zijn gordijnen gesloten en hoorde hij dat mensen op de gang die voor hem op bezoek kwamen werden weggestuurd. Een dienstmeisje vertelde hen op de gang dat hij dat hij een ernstige griep had, en dat hij onder geen omstandigheden mensen op bezoek kon krijgen. Op dat moment had hij zo graag zijn broer gezien, al was het maar even, maar zijn deur bleek op slot te zitten. Misschien was zijn broer wel naar hem toegekomen, maar hadden zijn ouders hem weten te overtuigen dat het beter was dat hij niet bij hem kwam, vanwege zijn griep. Hij kreeg helemaal niets uit zijn ouders als hij ernaar vroeg en moest tevreden zijn met de kaarten en korte brieven die hij soms kreeg. Zijn hele lichaam deed pijn, niet alleen die dag, maar de dagen daarna ook. Toch was het niet de fysieke pijn die het meeste stak, maar de geestelijke pijn. ’S Nachts sliep hij amper en werd hij constant belaagd door nachtmerries, die allemaal op de een of andere manier met die ene gebeurtenis had te maken.

    Na die dag was hij geen kind meer te noemen, ook al had hij wel een kind moeten zijn. Hij was beschadigd, zo erg beschadigd dat hij niet meer gemaakt kon worden. Zijn vrolijke lach was als sneeuw voor de zon verdwenen van zijn gezicht en hij speelde nauwelijks meer. Hij meed ieder contact met anderen, ook al wilde hij stiekem heel graag zijn broer zien. Het was echter zo dat zijn ouders hem dwongen om naar alle familiebezoekjes te gaan en zich op andere gelegenheden te vertonen, zodat het niet opviel hoe erg hij zich afzonderde van de buitenwereld. Waar andere kinderen nog nergens over nadachten en op de schommels schommelden, dacht hij na hoe hij zich op zo’n schommel kon ophangen. Hij wilde niet meer nette kleren aandoen als hij daarom werd gevraagd. Urenlang kon hij naar horrorfilms kijken zonder ook maar een spoortje van emotie op zijn gezicht te hebben. Hij begon zich steeds vreemder te gedragen, en langzaam maar zeker werd dit ook duidelijk voor anderen dan zijn vader en moeder. Hij sprak nauwelijks met andere kinderen, staarde vaak voor zich uit en wilde niet op sportclubjes, zoals alle andere kinderen wel deden. Eten deed hij nauwelijks en vaak op onregelmatige tijden. Alleen in gezelschap van anderen dan zijn vader en moeder wist hij dat hij wel meer moest eten, al koste dat hem veel moeite. Dan dwongen vooral zijn vader zijn ogen hem. Werd hij eerder als een spontaan, vrolijk jongetje omschreven, nu leek die beschrijving het tegenovergestelde te zijn geworden. Alle bekenden van hem werd wijsgemaakt dat het een naslaap was van die zware griep, maar zijn juf vond tekeningen die iets anders beweerden. Naast dat het haar opviel dat Nathaniel beschikte over uitzonderlijk goede tekenkwaliteiten voor die leeftijd viel haar nog wat anders op. Het waren gruwelijke tekeningen, waar niets meer dan geweld, bloed, dode mensen en afzonderlijke lichaamsdelen in bloedplasjes te zien waren. Zijn juf was dit niet gewend, ze herkende Nathaniel zijn tekeningen eerder altijd aan een hoop kleur en vrolijke fantasievolle figuren. Nu was er niets meer van kleur in zijn tekeningen en schilderijtjes te bekennen, hij gebruikte haast alleen nog maar zwart, rood en wit als kleuren. Zijn juf wilde onmiddellijk een gesprek, en wat daaruit voortgekomen was wist Nathaniel tot in het heden nog niet. Wat hij wel wist was dat ze op de een of andere manier haar mond erover had gehouden tegen anderen.

    Op zijn kamer zonderde hij zich af. Het was een donker hol, doordat hij de gordijnen altijd dichtdeed, al deden de kamermeisjes ze weer open. Onder zijn bed lag een hele verzameling messen, die hij stuk voor stuk van zijn vader stal nadat hij weer eens een dinertje had gehad. Één enkele keer was hij maar betrapt, en dit was op een verjaardag. Zijn moeder was er achter gekomen, maar had niet direct er wat aan gedaan. Terwijl iedereen de taart stond te bewonderen keek Nathaniel gefascineerd naar het aansnijmes van de taart. Het lag er zo voor het pakken en leek enorm scherp. Vreemd maar prachtig taartmes, had hij nog gedacht. Het glom, glinsterde, en leek veel te groot te zijn voor zijn handen. Hij had het zo mee gegrist en had zich onopvallend opgesloten in zijn kamer, letterlijk, door de deur op slot te doen. Het enige licht dat in zijn kamer scheen was afkomstig van een klein lampje. Plots moest hij weer denken aan die gebeurtenis, die hem steeds leek te achtervolgen in zijn gedachten, als hij alleen was. Vreselijke beelden, die hij ontzettend graag wilde negeren. De enige manier die hij zichzelf had aangeleerd om pijn te bestrijden was simpel: Pijn moet je bestrijden met pijn. Iets anders had hij niet kunnen verzinnen, het was het enige wat ooit bij hem had geholpen. Hij had geen twijfel, en hij kende de pijn al dus zette hij het mes zo in zijn hand. Dit had hij wel vaker gezien, in al die horrorfilms en series die hij de afgelopen tijd zeer interessant leek te vinden. Hij keek naar het bloed wat uit zijn hand stroomde, het bleef maar vloeien en maar vloeien, maar hij wist deze pijn wel over zou gaan, dat dit er alleen maar voor zorgde dat hij duizelig werd. Nog een paar steken, zo. Zijn gedachten waren zo donker als de nacht. Hij was niet nodig, hij was niemand, een vervelend zwaar blok aan zijn vader zijn been, een onzichtbare schim voor anderen. Hij wilde er anders over denken. Maar dat kon niet, niet na die gebeurtenis. Zijn pols, het leek opeens veel lastiger te zijn nu hij het definitief had besloten. Net toen hij daar een snee in aan het maken was, en hem steeds dieper maakte, en het hem eindelijk bijna was gelukt, hoorde hij dat iemand het slot van zijn kamerdeur had weten kapot te maken. Een gillende stem, zijn moeder. Ze griste het mes uit zijn handen voordat hij er helemaal geen stoppen meer mogelijk was aan het vloeiende bloed. Dan zou hij zijn ene pols wellicht al hebben doorgesneden. Hij staarde haar aan met een lege blik in zijn groene ogen, waarin geen enkele sprankeling van vrolijkheid of hoop meer in te bekennen was. Zijn hele bed zat onder het bloed en hijzelf ook. Ze was gechoqueerd, maar had er al snel voor weten te zorgen dat er een dokter was gekomen. Het was dat deze doktor in de buurt was, anders had hij het niet gered. Alles wat scherp of ‘gevaarlijk’ was werd uit zijn kamer verwijderd, inclusief de messen, tot zijn grote verdriet. Maar in haar wanhopige toestand was zijn moeder vergeten om die avond zijn deur op slot te doen. Hij besloot dat hij weg moest en niets zette hem van dat idee af. Hij nam alleen de bezittingen die in zijn kamer lagen mee, bang dat er anders iemand wakker zou worden als hij in andere kamers zou komen. Een afscheidsbriefje, daar moest hij niet aan denken. Hij vertrok in het midden van de nacht en was niet van plan om ooit nog terug te keren.

    Het idee dat hij weg wilde had hij al veel langer gehad en het was ergens gepland. Alleen het moment was nog niet duidelijk geweest. Voor de dagen van die verjaardag had hij expres tegen zijn moeder en vader zitten schreeuwen en lokte hij ruzie uit over dat ze toch voor de koning gingen werken. Dan zouden zij makkelijker excuusjes (leugens) kunnen verzinnen over het feit dat hun zoon plotseling was verdwenen zonder iets van zich te laten horen. Gewoon een opstandige puber, die het niet met hun ouders beslissing eens was en hij wist zeker dat zijn moeder en zijn vader ook dachten dat hun beslissing hetgeen was wat ervoor had gezorgd dat hij was weggelopen. Wat ze na zijn vertrek hadden gedaan wist hij niet, want hij had nooit contact proberen op te nemen met één van hen. Of ze allemaal leugens hadden verteld over zijn vertrek en daar zelf ook in geloofden vond hij aannemelijk, maar hij zou het nooit echt weten. Zijn moeder was vast en zeker in paniek geweest toen hij niet te vinden was, wetend dat er een grote mogelijkheid was dat hij een nog een poging zou doen om zichzelf om zeep te helpen. Maar dat wist hij dus niet. Hoeveel zijn broer wist, wist hij helemaal niet. Als hij achter die tekeningen van die juf was gekomen.. De littekens op Nathaniel zijn huid verwezen in het heden nog altijd naar het verleden. Op zijn onderrug had hij het grootste litteken, maar ook die op zijn rechterpols was nog duidelijk zichtbaar, al viel hij niet meteen op. Het verleden stond in hem gekerfd.

    [ bericht aangepast op 28 dec 2012 - 12:04 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    [Omg hahahahah (: ]


    Embrace your weirdness - Cara Delevingne

    Coockies schreef:
    [Omg hahahahah (: ]


    [Haha, ja ik weet het]


    Aan niets denken is ook denken.

    Nice, heb ik wat te lezen. Ghehe. I like it. :3

    Edit: N'aww. Dat was echt heel mooi geschreven, maar er zit zo'n triest randje aan. Nu heb ik zin om Miles en Severina hem te laten troosten lol.
    O, en die vader te slaan. Wat hij waarschijnlijk ook gaat doen, zo opgefokt zal hij wel zijn.

    [ bericht aangepast op 28 dec 2012 - 13:18 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Kunnen de personages misschien in beginpost? ;p Anders moet ik steeds kijken wie waar hoort.
    En sorry, het is geen geweldige post, ik kwam er niet zo lekker uit.. D:

    Yasmin Delores
    Het was een drukke ochtend geweest, er waren vele cliënten langs geweest en haar vader had haar niet kunnen missen. Soms waren er ochtenden waarop er niks te beleven viel en dan had je ochtenden zoals deze, waarop de ene gewonde na de ander binnen kwam. Zelf had ze wat verbandjes aangelegd bij mensen en daarbij had ze zelfs wat complimenten gekregen over hoe ze het gedaan had. Ze werkte verfijnd vonden de mensen,al zag ze dat zelf nog niet zo. Haar vader, die was pas goed in het werk wat hij deed, maar zijzelf? Nee, zij kwam pas net om de hoek kijken en kon alleen helpen bij simpele dingen en zelfs die volbracht ze, volgens haar, niet perfect.
    "Yasmin," begon haar vader, vlak nadat hij de laatste cliënt met een of andere zalf naar huis had gestuurd, "de kruiden zijn bijna op, kan jij ze halen." Het was een vraag geweest, maar haar vader had in de loop der jaren de vreselijke gewoonte gekregen alles uit te spreken als een bevel. Toch ging ze er niet tegenin en knikte. "Natuurlijk," zei ze zachtjes, maar duidelijk. Uit verhalen bleek dat ze een uitbundig kind was vroeg, blijkbaar liep ze altijd te schreeuwen en te lachen van plezier, maar haar vader had dat er bijna letterlijk bij haar uitgeslagen. Nu sprak ze zachtjes, altijd bang dat haar vader weer boos op haar zou worden om iets wat ze zei of volgens hem verkeerd deed. Het tegendeel was waar, hij gunde haar geen blik meer waardig en ging verder met zijn eigen zaken. De papieren ordenen, potjes rechtzetten en nog meer van die dingen die nou eenmaal gedaan moesten worden.
    Yasmin verliet zachtjes het huis zonder nog afscheid te nemen van haar vader. Hij zou haar vanzelf wel weer zien verschijnen en o wee als dat naar zijn zin te laat was, dan zou ze het weten ook. In haar hand droeg ze een mandje, de kruiden die ze nodig had waren namelijk bijna nergens te koop en als ze al ergens te vinden waren, dan waren ze schoftelijk duur. Daarom stuurde haar vader haar eens in de zoveel tijd naar het verboden bos om de kruiden daar te plukken. Het was een vervelende klus, maar het voordeel was dat ze even alleen was en rustig na kon denken.
    Ze snoof de frisse lentegeur op en ontweek alle mensen behendig. Het dorp was altijd vol levendigheid, iedereen had altijd wel wat te doen of te vertellen. Vertellen vooral, want de mensen waren dol op roddelen wist ze. Al gauw merkte Yasmin dat er steeds minder mensen waren en toen ze het dorp verliet was ze helemaal alleen. Hoe druk en lawaaierig het net was geweest, zo rustig was het nu ineens. Bijna zonder een geluid te maken liep ze door het bos en hurkte zo nu en dan neer om de desbetreffende kruiden te plukken en in haar mandje te doen, daarbij lette ze er vooral elke keer op dat ze haar rok niet vies maakte. Dat waren van die dingen waar ze een hekel aan had, dat haar kleding of zijzelf vies werd. Soms schrok ze van wat geritsel, maar stelde zichzelf dan gerust dat het waarschijnlijk gewoon weer een haas was die zichzelf uit de voeten maakte.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Ayelle Ivy Stern

    Zuchtend liet ik me op de zijkant van de fontein rand zakken die op een pleintje verderop laatst nog nieuw gebouwd was, waarna Ashe haar kop tegen mijn hand aan drukte en ik voor het eerst mijn moeders woorden even vergat.
    Of nou vergat, ze werden even opgesloten in een klein kamertje voor latere zorgen.
    Ik keek om me heen, naar de mensen die zich over de straat heen begaven en hier en daar gaf ik eens een beleefd knikje naar passerende mensen, die me allemaal vriendelijk of uit de macht der gewoonte terug groette.
    Lachend voelde ik opeens een tong over mijn mijn pols heen gaan.
    "Hé, ik ben geen hapje om op te eten." Waarna ik wat water op haar kop spetterde waarna ze verwoed met der hoofd schudde wat me weer deed lachen.
    Waar is ook was of in wat voor een bui ik ook was, Ashe kon me altijd opvrolijken.
    Een zucht ontsnapte mijn lippen terwijl ik in het heldere water van de fontein staarde, waar mijn spiegelbeeld me met wat doffige ogen aankeek.
    De woorden van mijn moeder hadden zich weten te bevrijden uit hun kamertje, waardoor ze zich weer door mijn hoofd heen lieten spoken.
    Geen haar op mijn hoofd die eraan dacht om mijn lieverd van een sneeuwpanter weg te doen.
    Maar als mijn moeder er achter zou komen is ze er geweest, ik moest dus iets bedenken waardoor ik Ashe kan houden.
    Al piekerend liet ik mijn hoofd op mijn handen rusten en het denken begon.

    [ bericht aangepast op 31 dec 2012 - 20:52 ]


    Credendo Vides

    Maya Rosalie More
    Ik was uiteindelijk dus weggelopen iets wat ik eigenlijk helemaal niet wou, maar het waren broers die zouden elkaar niets den en anders was het niet mijn schuld. Ik spring op Lost zijn rug en rij weg. Terug naar de waterval en hij begint te galoperen en ik hou zijn manen vast. Ik hoe hij vliegt overde stenen en onder het sterke water. Ik pak mijn droge schoenen en doe zijn zadel en hoofdstel in omdat ik naar de zwarte markt ging. Ik loop naar mijn slaapplek en pak mijn zadeltas waar een goudzak in zat van mijn ouders. Ik kijk rond en breng het vlees van vanmorgen naar de koks die schaars warn. Hier komden ze lekkere soep van maken. Ik spring weer op Lost en ga netsjes zitten. Ik doe mijn masker nu voor mijn gezicht. Ik zat zoals altijd in een licht harnas. Mijn gezicht was beschermt, maar het was niet zwaar. Noch voor mij of lost. Lost had hetzelfde enook van dezelfde bijzondere stof. Zijn hoofd zat erin net zlas zijn hals en borst. Zijn benen ook zodat hij altijd kon rennen, maar de rest niet. Alleen wat echt schadelijk was in een Gevecht. Ik was nogal een ruzie zoeker. Ik had altijd wel een woordje terug te zeggen. Ik maak een klik geluidje en Lost begint te lopen. Ik draaf aan en hij springt in de draf en daarna weer in de galop. Ik glimlach en spring weer onder de waterval. Nu galopperen we door de bossen. Mijn zwaard zat in zijn zwarte schede en ik hoor de stemmen van Nate en Miles, maar nu rij ik als de bliksem door. Het was niet bedoelt om langs hen te rijden, maar het maakt niet veel meer uit.
    De tijd verstrijkt langzaam en als ik over nog een stronk heen spring in de verlichtte zit stop ik met galopperen en laat ik hem stappen waarna ik hem over zijn nek aai en er een klopje op geeft. Tot mijn verassing was er niemand en liep ik dus maar naar het tweede dorp. Mijn geboorte stadje. Daarna zou ik naar de markt gaan. Ik had nog pijlen nodig voor mijn boog. Ik stap van Lost af en laat hemlos en ga de winkel binnen. Mensen kijken verschrikt en dijnzen achteruit. Niemand kende me hier of toch wel. Ik was in dit stadje geen Maya of princess meer. Dat wisten ze niet een. Ik was Mystique. De vreemdeling. Ik vervorm mijn stem. 'Twintig Pijlen pronto.' zeg ik met een andere stem dan ikzelf. De oude versleten man geeft me een pijlenkoker en ik kijk naar de pijlen. Mooi hij kende mijn smaak. Geen hout te zien en alleen maar van metalen gemaakt. 'danku.' zeg ik iet wat vriendelijk. Ik pak mijn goudzak en haal er zes goudstukken uit en leg het neer. Hij wiltme zilver stukken terug geven maar ik schud mijn hoofd. 'u mag het houden. Amders kan u al niet meer eten.' ik toon hem mijn glimlach en hij glimlacht breed. Zo te merken is hij hier dus blij mee. Ik draai me om en loop terug en spring op Lost. Nu merk ik dat het stil is en draai ik lost om. De officier van mijn vader staat daar met een stel mensen in harnassen. 'Mystique.' bromt de man. Ik grijns. 'brombeer.' zeg ik met een grote grijns. Ik hoor hem vanaf hier snuiven. 'Je staat onder arrest omdat je gezlcht staat bij het koningshuis.' zegt hij duidelijk. Ik pak mijn pijlenkoker. 'Kijk eens Brombeer. Dit heb ik net gekocht.' zeg ik met een grote grijns. Ik maak z weer vast en pak mijn pijl en mijn boog. Ik span hem aan en hij kijkt naar ieder detail dat ik doe. Ik grijns. 'Bang Brombeertje?' Zeg ik grinnzend. Hij gromt en ik laat los. Ik schiet diegene naast hem neer vol in edele delen waardpor ik grijns. Hij schreeuwt het uit. 'Laat me erlangs of ik schiet ook op die van jou Brombeer.' zeg ik rustig terwijl ik mijn boog op mijn vingertop balanseer. Hij gaat me uit de weg en ik stap langs ze. Ik draaf dan en dan galoppeer ik, maar hij heeft guts dus ik voel iets rond mijn middel en word van Lost af getrokken. Ik trek gelijk mijn zwaard en snij het touw weg. 'een lasso. You got te be kiddin' me.' zeg ik geergerd. Hij kijkt me aan en ik zie zijn hele troepen. Ik hou hem op afstand, maar ik ben geen superheld dus ik hou het niet lang vol, maar lost komt terug en trapt er een paar tot ze vuur hebben. Lost was er als de dood voor. Ik let niet op en mijn zwaard vliegt door de kucht achter me. 'haal je helm van je hoofd.' Zegt hij dan. Ik kijk hem vuil aan. Ik wou het niet. Ik maak een handstand naar achterwaarbij ik ook zijn zaard uit zijn handen trap en hem opvang. Ik trek mijn eigen uit de grond. Ik fluit dn lost komt weer de voorschijn. Ik spring op hem voor hij schrikt. 'bedankt voor het zwaard.' zeg ik grinnzend waarna ik weggalopeer nu blijf ik laag zodat hij geen lasso kan gooien als net. Ik rij door tot ik uit zicht ben en loop over het. Gras naar de rommelmarkt. Even kijken hoeveel brombeers zwaard waard was.


    I'm finally back, Finally after a Year break

    [O zie net datik qblijkbaar uitgeschreven was. Moet ik hem dan weghalen?]


    I'm finally back, Finally after a Year break

    HurtedHeart schreef:
    [O zie net datik qblijkbaar uitgeschreven was. Moet ik hem dan weghalen?]


    Nee, niet uitgeschreven, alleen even doorgestreept omdat ik niet zeker wist of je nog mee wilde doen, check je inbox


    Aan niets denken is ook denken.

    [Ja nu zie ik het. Ik was gewoon heel druk. Heb elke dag snowboard les en heb het druk met mijn verhaal die ik echt uit ga geven. En dan heb ik ook nog dagelijkse klusjes enzovoort. Dus vandaar dat ik niet reageerde]


    I'm finally back, Finally after a Year break

    [Kan je ook reageren met je boy? (:]


    I'm Ellie's & Mitshy's little secret. Rawr.

    Mijn Topics :3


    Don't be like the rest of them, darling