• Voor de verhaallijn van de rpg (+ de regels & de plaatsen!) klik hier.
    Het rollentopic vind je hier, als je rol hier nog niet in staat kun je hem daar zelf in zetten of vragen of ik hem erin wil zetten (je helpt me als je je rol er zelf in zet)
    Voor kletspraat / praatjes die over het rpg gaan post je in het praattopic, wat hier te vinden valt.
    Het is ook handig als je voordat je een post maakt goed kijkt naar welke plekken / plaatsen er allemaal in het rpg zijn, zodat je weet waar je wel / niet met je personage kan komen.
    ~~~~~~~~~~~~~~~~

    Denk bij de omgeving aan; (een tropische omgeving -> het verboden bos)
    (waterval verboden bos)
    Naam van eerste dorp: Gilmore. Naam van tweede dorp: Dushville





    Het kasteel van de koning (alleen minder versleten verf!)


    ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
    De rollen: (De doorgestreepte personages zijn er nog wel, maar hebben al een tijd niet meer gereageerd..)

    Mensen die trouw zijn aan de koning: [in totaal: 7] -> Sterke behoefte aan jongens!

    Meisjes: [5]
    - Rosalie Elizabeth Flow - Rose - 17 - Prinses van nieuwe koning - Coockies
    - Rachelle Cliff - Rae, Rachel - 17 - Rachelle is een bediende van de prinses Rosalie - Jaimes
    - Yasmin Delores - 17 - Yasmin woont samen met haar vader in het dorp, vlakbij het paleis. Haar vader is de beste arts in omstreken en velen komen dan ook naar hem toe als ze hulp nodig hebben - Endure
    - Ayelle Ivy Stern - Ay , Ive, Elle - 19 - Ze is de dochter van de eigenaresse van het bordeel, maar ze woont zelf ergens anders. - DreamerN
    -Anna-Alicia Turner - Ann, Alice - 20 - Anna-Alicia werkt in het bordeel van de moeder van Ayelle. - Lexus

    Jongens: [2]

    -Ayden Samuel Parker - Ayden - 20 - Ayden was vroeger al als een klein binkie een schildknaapje en hielp zijn vader hij heeft zelf geholpen de koning van nu op de troon te krijgen. - Hurtedheart
    -Daniël Cameron Flow - 18 / 19 - Prins van de nieuwe koning - WillNotLearn


    Mensen uit verboden bos: [in totaal: 7]

    Meisjes: [3]
    - Maya Rosalie More - May, Maya of Rose - 18 - Is weggelopen van huis - HurtedHeart
    - Severina Opal Hawthorne - opal - 18 - De nieuwe koning is verantwoordelijk voor de dood van haar moeder - Hidan/Tortura
    - Allison Jade Skyler - bijnaam gezocht! - 21 - Jade's vader en broers werden vermoord door aanhangers van de koning, dit omdat ze zich op de verkeerde plaats op het verkeerde moment bevonden. Jade is uit op wraak en saboteert de koning wanneer dat kan. - Endure

    Jongens: [4]
    -Nathaniel Carter (gebruikt achternaam Verselli) - Nate - 18 - Is weggelopen van het kasteel toen zijn ouders de nieuwe koning steunden - Lexus
    -Miles Seth Carter - Seth - 20 - Ging op zoek naar zijn broertje - Hidan/Tortura
    -Will Edward Smith - Willy, Will, Eddie - 18 - Vader was ridder van koningin, ouders dood gegaan bij intreding koning, zusje gevlucht - Coockies
    -Dorian Langford (ik zet hem toch maar hier neer, omdat hij niet trouw is aan de koning) - 23 - Dorian is een ridder, net zoals zijn vader. Hij heeft alleen maar trouw gezworen aan de koning omdat ze een spion in het kasteel wilden en de koning hem lijkt te vertrouwen. Zijn loyaliteit echter, ligt bij diegenen in het bos. - Linchpin

    [ bericht aangepast op 3 jan 2013 - 14:55 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    Ayden Samuel Dream || Kasteel in de tuin
    Ik loop voor ze uit en trek mijn zwaard uit het gras. Ik kijk naar de prinses en haar bediende. Je kan haar ook hofdame noemen. Ze gedroeg zich respectvol. Helaas tot mijn spijt deed ze dat niet richting mij. Ik kijk de prinses al aan. 'Goed wat weet je Prinses?' Vraag ik haar als ik mijn rug naar haar toe draai en een zwaard uit een schede uit de muur trek het over mijn hand laa draaien en het dan aan haar overhandig. Ik kijk ook even naar de bediende die er bijstaat. Ik kijk even naar de deur en er stond niemand. Ik pak het zwaard uit haar handen en leg het terug. 'Ga maar naar het dorp. Ik zou je niet hier moeten houden. Je wou er toch al heen gaan dus ga maar.' Zeg ik vriendelijk terwijl ik mijn zwaard teru in de schede doe. 'Maar je MOET terug zijn voor de klok drie uur slaat aangezien mij lessen dan voorbij zijn. In totaal heb je ander half uur. Dus ik zou er maar gebruik van maken prinses. Als je na drie uur pas hier komt en je vader is al bij me geweest zal ik het helaas moeten vertellen. Hij zal daarvoor niet komen aangezien hij zelf dingen moet bespreken dus ga jij maar naar het dorp.' Zeg ik vriendelijk met een glimlach rond mijn lippen. Ik verwachte een bedankje, maar ik wist niet zeker of ik het van haar zou moeten verwachten... Ik hoop dat ze in ieder geval niet boos was dat ik haar langer hier had gehouden en zou zeuren van. Had dat dan eerder gezegt bla bla bla want daar kon ik niet tegen.


    I'm finally back, Finally after a Year break

    Rosalie Elizabeth Flow

    Ik volg zijn handelingen met een chagrijnige blik ij mij ogen. Rachelle had haar best gedaan op mijn haar en in een jurk kon ik toxh niet vechten? Ik ben geen heldin of een of andere godin van het vechten. Ik kijk Ayden aan en pak het zwaard over van hem. Het voelde zwaar en koud aan in mijn hand. Ik wil net beginnen met een antwoord als hij het weer uit mijn hand pakt. Ik kijk hem verbaasd aan, maar een glimlach vormt zich op mijn gezicht. 'Eindelijk speel ik een keer assepoester na,' zeg ik met een klein glimlachje. Het was een sprookje die ik vroeger had gehoord van mijn moeder. Ik glimlach even bij de herinnering. Volgens mijn moeder is het waar gebeurd, maar ik weet het niet. 'Rachelle kan jij alles weer klaarzetten. We vertrekken naar het dorp,' zeg ik met een glimlach. Als ze weg is kijk ik naar Ayden. 'Dank je.' Ik kijk hem aan en loop ook naar de deur. Dan bedenk ik me. 'Zorg dat je door niemad anders gezien wordt,' zeg ik hem en kijk hem aan. 'Wil je anders mee,' vraag ik aarzelend en veeg een plukje haar uit mijn gezicht. Ik kijk over mij schouder de gang in en dan weer naar Ayden.

    [ bericht aangepast op 3 jan 2013 - 0:18 ]


    Embrace your weirdness - Cara Delevingne

    Allison Jade Skyler.
    Zwijgend hurkte Jade neer bij het lijk van een jongeman, erg lang lag hij er nog niet. Kort bestudeerde Jade de pijl die uit zijn borstkas stak, het moesten mensen van de koninklijke garde geweest zijn, alweer, dacht ze bitter. Het was niet het eerste lijk dat ze aantrof, integendeel. De laatste paar dagen leken ze met bosjes uit de lucht komen te vallen en elke keer was de doodsoorzaak zo'n verdomde pijl van de koninklijke garde. De mensen kende ze niet persoonlijk, het enige wat ze van ze wist was dat ze ook verzetsstrijder waren en daar was de koning natuurlijk niet van gediend. Niet gek, als zij in zijn schoenen had gestaan had ze waarschijnlijk ook alle lastposten de keel doorgesneden, toch was ze niet blij met deze ontdekking. Het was wel duidelijk dat er op ze gejaagd werd, meer dan anders. Jade stond op en keek nog kort naar de jongeman, ze boog nog even voorover om zijn ogen te sluiten maar vertrok toen weer. Ze had geen tijd om hem te begraven en als ze hem ergens zou verstoppen zouden de dieren hem toch wel vinden.
    Ze was nog maar een paar meter verwijdert van de overleden jongeman toen ze duidelijk paardenhoeven hoorde, gevolgd door een kar. Gauw en geruisloos klom Jade in een boom, ze trok haar sjaal over haar mond en neus en trok de capuchon van haar donkere mantel over haar hoofd. Voorzichtig pakte ze haar werpmessen tevoorschijn en zag niet veel later een paard en wagen van de koning, duidelijk te herkennen aan het embleem op de wagen. Voorop de wagen zat de man die de paarden begeleidde en Jade hield hem strak in het vizier. Het werd tijd om de koning weer eens duidelijk te maken dat ze zich niet ongehinderd op liet jagen, in tegendeel zelfs. Ze zat verscholen tussen de bladeren en keek hoe de wagen naderde en toen ze dichtbij genoeg waren zette Jade de aanval in. Ze gooide haar mes dat met een zacht zoevend geluid door de lucht schoot en zo de borstkas van de man voorop de wagen doorkliefde. Er gleed kort een zelfgenoegzame glimlach over haar lippen toen de man een korte, verschrikte kreet sloeg en vervolgens zo van de wagen gleed. Al gauw sprongen er vier mannen uit de wagen, waarvan Jade er twee helemaal wist uit te schakelen en er één in zijn schouder raakte. Soepel als een kat sprong ze uit de boom en keek de twee overgebleven mannen, die uit schrik al hun zwaard had getrokken, strak aan.
    Jade had om haar been ene leren band met daarin haar messen en trok deze keer een gewoon mes, waarna ze direct de aanval inzette. Ze wond er geen doekjes om en rende zo snel als ze kon op de gewonde man af, deze had niet verwacht dat ze zo snel zou aanvallen en dankzij deze verrassing kon ze hem in één soepele beweging uitschakelen. De laatste man was lastiger, hij was inmiddels bekomen van de schrik en zette met een brute schreeuw de tegenaanval in. Jade was niet van plan om deze man te doden en bleef zijn aanvallen dus ontwijken tot de man uitgeput leek te raken. Bij zijn laatste wanhopige aanval ontweek ze opnieuw zijn zwaard, ontwapende de man en greep hem bij zijn kraag. Met een snelle beweging haalde ze de sjaal, die tot die tijd het onderste gedeelte van haar gezicht bedekt had, omlaag. Ze bracht haar gezicht dicht bij die van hem en kon zijn angst haast ruiken toen ze de punt van haar mes tegen zijn keel plaatste. "Luister, ik kan je zo doden als ik wil en er zou niemand zijn die je kan redden, maar je hebt mazzel.." ze zweeg even om het effect te versterken en bleef de man strak aankijken, "Ik ben in een goede bui. Ik zal je laten gaan met een voorsprong van 15 seconden, niet meer en niet minder." De hele tijd had ze op een laag volume gesproken, maar toen de man niet leek te reageren verhief ze haar stem: "Hup! Rennen!" riep ze en gaf hem ruw een duw, waarna de man er half struikelend vandoor ging. Zwijgend keek ze hem na, waarschijnlijk zou hij rechtstreeks naar de koning gaan om hem verslag te doen. Dat was precies wat ze wilde, dat de koning zou weten tot wat ze in staat was.
    Jade draaide zich om en keek naar de vier mannen, lafaards waren het, vond ze. Ze liep naar de paarden die onrustig heen en weer bewogen, heel even dacht ze eraan om er één te slachten, de laatste tijd was de jacht minder goed gegaan en ze had al een poos niet goed meer gegeten, maar zo'n paard was veel te groot voor haar alleen en het zou zonde zijn om het beest te doden om het daarna weg te laten rotten. Daarom besloot ze de beesten te laten gaan en sneed ze de touwen door. De paarden leken te aarzelen, maar nadat ze één van de paarden een tik op zijn achterste had gegeven stoven ze er allemaal vandoor. "Laten we eens kijken wat jullie zo nodig moesten transporteren," mijmerde ze terwijl ze de wagen instapte en alles onderzocht. Tot haar grote ongenoegen waren het allerlei kleurrijke stoffen en stukken kledij, waarschijnlijk waren deze mannen al op weg naar de koning om de stoffen daar af te leveren. Ze haalde minachtend haar neus op en verliet de wagen, waar niks bruikbaars te vinden was, weer. Voordat ze vertrok haalde ze haar werpmessen, die vast zaten in de lichamen van de mannen, eruit en verdween. Ze had gemakkelijk hun zwaarden kunnen afnemen, maar ze moest er niet aan te denken te vechten met een wapen van zo'n hielenlikker.
    Onderweg maakte ze haar messen schoon met een paar bladeren die ze van de grond had gepakt en stopte ze daarna weer weg, waarna ze ook haar capuchon weer afdeed. Het werd tijd om eens wat te eten te halen, bedacht ze zich en met die gedachte in haar achterhoofd liep ze richting de zwarte markt.

    De zwarte markt was een markt vol mensen die zich bezig hielden met illegale praktijken en je moest dan ook goed op je spullen letten, het stikte er namelijk ook van de dieven en afpersers.Jade maakte haar haren, die ze al die tijd in een staart had gedragen, los en ging er kort met haar hand doorheen. Zwijgend liep ze door de menigte terwijl ze alles haarscherp in de gaten hield. Uiteindelijk liep ze een herberg binnen, ze kwam er wel vaker en de waard kende haar dan ook. Toen ze binnen was liep ze direct naar het tafeltje in de hoek dat ze zichzelf had toegeëigend, vanaf hier kon ze alles in de gaten houden en met name de deur. Als er mannen van de koning binnen zouden komen, moest ze zorgen dat ze dat direct zag en zich uit de voeten kon maken.
    "Hetzelfde als altijd?" De waard was opgedoken aan haar tafeltje en Jade knikte kort, waarna de man de keuken in verdween. Ze at hier graag, maar over het algemeen probeerde ze de keren dat ze hier at de laatste tijd te beperken. Het was niet goedkoop en de laatste tijd had ze niet zoveel meer te besteden. Af en toe verdiende ze wat doordat mensen haar om een gunst vroegen, informatie wilde of doordat ze een wedje won. De laatste tijd had ze helaas niet zoveel geluk en was ze zich meer gaan richten op het jagen, het ging haar goed af, maar de beesten leken allemaal gevlucht door de slachtingen van de koninklijke garde die hadden plaatsgevonden in het bos.
    Niet veel later zette de waard een stoofpotje voor haar neer, een stuk brood en een pul bier. Ze gaf hem een paar koperen munten uit haar geldbuideltje en nadat de man haar smakelijk eten had gewenst ging hij verder met de andere klanten. Deze man had de beste stoofpotjes vond ze, het vlees was heerlijk mals en de saus was prima van smaak. Het brood was ook niet zo oud als je bij andere herbergen kreeg en het bier was wel oké.
    Ondanks dat ze genoot van de heerlijke maaltijd bleef ze continue alert en hield ze iedereen die binnen kwam en weer vertrok in de gaten. Met een stuk brood veegde ze de laatste beetjes saus van haar bord en at het op, waarna ze ook haar pul bier leegdronk. Na zo'n maaltijd voelde een mens zich altijd weer als herboren en ze verbaasde zich er elke keer weer over wat een beetje warm eten wel niet met een mens kon doen. Met een tevreden gevoel verliet ze, nadat ze de waard een kort knikje had gegund, de herberg weer. Echt een doel had ze niet en daarom besloot ze naar het tweede dorp (heeft die überhaupt een naam?) te gaan, daar hoefde ze minder op haar spullen te letten en misschien kwam ze nog wat interessante dingen aan de weet.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Anna-Alicia Turner
    Het irriteerde haar mateloos dat plukken haar zich steeds maar voor haar ogen bevonden. Hierdoor kon ze af en toe minder zien dan normaal. Ze schudde haar hoofd dan even een klein beetje, maar de lokken leken steeds weer terug te komen. Ze hield er maar mee op, zo voelde ze zich een paard dat vliegen van zich afschudde, en daar eindeloos mee bezig kon zijn. Haar haren had ze in een staart kunnen binden, mits ze een lint of iets dergelijks voor had kunnen vinden. Onder haar weinige bezittingen bevond zich wel een lint, maar ze had het niet terug kunnen vinden. Dat vond ze aardig vervelend, aangezien ze het lint niet alleen voor haar eigen plezier gebruikte, maar vooral om er ‘goed’ uit te zien voor haar klanten. Over haar klanten gesproken. Ze had er meer dan verwacht gehad, in een korte tijd, waardoor ze haast de tijd niet meer had gehad om te gaan slapen. Het waren niet veeleisende klanten geweest, waardoor ze het toch had gered in de tijd die ze had. Slapen deed ze normaal gesproken overdag wel vaak, omdat haar werk het haar niet toestond om ’s nachts te gaan slapen. Dan had ze immers klanten, en daar kon ze absoluut niet bij in slaap vallen. ’S Nachts werkte ze, af en toe ook wel in de vroege uurtjes ’s ochtends, en als het moest ook ’s middags, maar laat in de middag kwam zelden voor. Doordat ze eigenlijk alleen maar nachtdiensten draaide had ze een heel ander ritme dan alle andere mensen. Nacht was bij haar dag en dag was bij haar nacht. Het was een ritme waar ze in het begin heel erg aan moest wennen maar wat nu deel was gaan maken van haar levensstijl. Ze was ook veel flexibeler geworden met de tijd. Hoewel ze wist dat ze overdag moest slapen, omdat ze anders haast geen rust had, had ze haar lichaam zover gekregen dat het overdag ook nog functioneerde, zonder te protesteren. De wallen onder haar ogen vertelden echter een heel ander verhaal, maar die werden vaak gemaskeerd door een plamuurlaag aan make-up. Vandaag had ze zich voorgenomen om naar de markt in het tweede dorp te gaan. Ze had een aantal dingen nodig, waaronder dat lint, maar was van plan om flink te onderhandelen. Dit kon natuurlijk veel beter op de zwarte markt, maar daar vertoonde ze zich liever niet. Hier was de kans veels te groot dat ze vervelende klanten tegen zou komen, die zich hadden bezat. Ze wilde alles voor een goede prijs hebben, vooral omdat ze dure waar niet kon veroorloven. Ze had de tijd niet genomen om zich heel fatsoenlijk aan te kleden, maar had het idee gehad om gewoon haar zwarte jas aan te houden, zodat niemand zag wat zich daaronder bevond. De zwarte, onder wijder uitlopende, jas omhulde haar lichaam. Haar haar zat los, waardoor de bruine krullen vrij spel kregen. Je kon haar al voordat je haar zag horen aankomen, door het klakkende geluid van haar stiletto hakken. Waarom ze die nog aanhad wist ze niet precies, ze was gewoon te lui geweest om geen andere schoenen aan te doen. Het was zo dat ze perfect op die dingen kon lopen. Haar ogen waren zoals gewoonlijk zwart omlijnd en haar lippen waren felrood door de lippenstift die ze erop had aangebracht. Ze struinde over de markt die zoals gewoonlijk levendig was. Hier waren de handelaren een stuk eerlijker dan op de zwarte markt en ging alles een stuk netter, maar ze vreesde soms wel dat ze haar waar op de zwarte markt veel goedkoper kon krijgen. Het was wel weer zo dat hier meer waar van kwaliteit te bewonderen viel. Na een tijd lang onderhandelen, rondkijken en lopen wist ze toch genoeg waar te verzamelen om haar handen vol te krijgen. Het leek wat drukker te worden. Plots voelde ze hoe iemand langs haar wilde, en haar hierdoor omver duwde, al dan niet opzettelijk. Meteen wilde ze zich omdraaien en diegene een flinke elleboog terug geven, omdat zij dit ook had gekregen, maar voordat ze het wist viel ze als een domino steentje om. Er was niets waar ze zich aan vast kon houden en haar stiletto hakken zorgden toch niet voor de stabiliteit die ervoor nodig was om te blijven staan. Ze viel tegen iemand anders aan, een persoon dat ze niet waarnam omdat ze zelf op de grond viel en haar waren uit haar tassen vielen. Ze vloekte, duidelijk hoorbaar.
    ~~
    Beetje sneu, maar het oude rpg had gewoon 'het eerste dorp' en 'het tweede dorp', dus dat heb ik maar overgenomen. Als je leuke namen weet, die zijn welkom.

    [ bericht aangepast op 3 jan 2013 - 12:50 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    Ayden Samuel Dream || Kasteel Tuin
    ze kreeg een glimlach op haar gezicht toen ik het zei. Een echte glimlach die kon ik van iedereen herkennen. Ze had me eerst vreemd aan gekeken want wie vecht er nou in een jurk. Het was niet echt anders nee je had iets andere bewegings ruimte. Plus als ze in het echt overvllen werd moest ze zich zo verdedigen in een jurk. Dan had ze echter het voordeel. Wie zou er nou in hemelsnaam denken dat ze kon vechten in zo een strakke jurk. 'Rachelle kan jij alles weer klaarzetten. We vertrekken naar het dorp,' zegt de prinses met een glimlach. Als De bediende van de Prinses weg is kijkt ze me aan. 'Dank je.' Ze kijkt me even aan en loopt dan weg. Bij de deur draait ze zich naar me om en daardoor kijk ik haar vragend aan aangezien ze me vast wat gaat vertellen. ze had blijkbaar nog een hard en beschermde zich onder zichzelf alleen niet haar echt zelf. 'Zorg dat je door niemad anders gezien wordt,' Zecht ze me als ze me aankijkt. 'Wil je anders mee,' Vraagt ze dan plots. Ik kijk haar aan een tikkeltje vragend. Waarom zou ze mij mee willen niet voor de veiligheid anders hd ze me beveelt niet dat ik dan geluisterd had nee dat had ze op haar buik kunnen schrijven. Ik luister niet snel. Niet omdat ik niet goed was opgvoed. Mijn opvoeding was voortreffelijk gegaan, maar omdat ik mijn eigen weg wou gaan. Daarom wou ik dus niet trouwen en vooral niet op deze leeftijd. De leetijd waarbij je eigenlijk nogalles kon en moest doen. Ik glimlach vriendelijk naar haar. 'Ja graag.' Zeg ik met een glimlach rond mijn ippen. k was al lang niet meer meegevraagd vooral omdat mijn vrienden afgezien van de prins al wist ik niet of ik hem een vriend kon noemen. Mijn vrienden waren gevlucht en ik was achter gebleven. Ik loop uiteindelijk achter de Prinses aan en stap naar mijn paard. Rue. Ze was roodbruin had zwarte manen en een mooi wit ruitje op haar voorhoofd. Ze was prachtig groot n sterk met witte sokken. Ze was een geweldig springpaard en kon als een van de beste paarden springenal deed ik het alleen als ze het zelf wou. Rue was van mij en niemand mocht op haar rijden behalve ikzelf. Ik zadel haar snel op en doe mijn zwaard in zijn schede in het zadel zodat het niet verkeerd an vallen. Ik kijk naar de prinses die bij haar eigen paard is. Nu bedenk ik me wat loop naar buien en fluit hard in mijn vingers waarna ik naar binnen loop op Rue ga zitten en ik dan geblaf hoor. Diego gaat meteen doo mijn hoofd. Mijn blauwe ogen priemen naar de deur waar hij doorheen gerend komt. Hij staat bij Rue en gaat zitten. 'Kom maar.' Zeg ik grijnzend. diego was slim. Hij staat op en springt op Rue's houten stal om vervolgens op Rue te springn. Ik kalmeer har en zet Diego neer bij mijn zadeltas zodat hij wanneer dan ook erin kan zitten. Ik stap naar de prinses toe. 'Al bijna klaar Prinses?'Vraag ik haar beleeft, maar toch wel vriendelijk


    I'm finally back, Finally after a Year break

    Rosalie Elizabeth Flow

    Geduldig wacht ik op zijn antwoord. Mijn blik glijdt even de ruimte rond. Ik en vechten... Het was niet een onmogelijke combinatie, ik kon met een mes overweg, misschien met een zwaard. Iedereen dacht dat de combinatie onmogelijk was. Vooral mijn vader. Hij is vergeten waar we oorspronkelijk vandaan komen, wie we werkelijk zijn. Ik ben geen klein zwak meisje. Ik kan voor mezelf opkomen, ik kan mezelf beschermen. Ik knik om zijn antwoord. 'Dan zie ik je zo,' zeg ik met een kleine glimlach. Vlug loop ik de ruimte uit, richting de stallen. Eenmaal bij de stallen loop ik gelijk door naar Shadow. Rachelle zag ik even niet, maar wel zag ik mijn mantel. Met een tevreden glimlachlach loop ik er heen. De mantel doe ik aan over mijn jurk en de kap trek ik over mijn bruine loshangende golvende haren. Een uitstapje naar het dorp. Dat is waar ik behoefte aan heb nu. Als de mantel goed zit maak ik de box van Shadow open en leidt mijn paard naar buiten. Ik voed hem een wortel en grijns even. Bij Shadow lach ik altijd en voel ik me mezelf. Mijn echte zelf. Dan weet ik weer wie ik ben en wie ik moet blijven. Mijn vader wilt die persoon niet zien, maar ik wil mezelf zijn. Niet één of ander kreng. Het volk heeft een aardige koning nodig, ik hoop dat mijn broer daar voor kan zorgen. Ik hoop dat ik dan in een landhuis kan wonen, waar ik mezelf kan zijn. Geen strenge toon, geen emotieloze blik, gewoon ik. Het meisje die lacht, eerlijk is en weet wie ze is. Iemand die niet denkt dat ze het belangrijkste is. Soms vergeet ik dat nog wel. Ik vergeet het steeds vaker. Dit soort uitstapjes confrontreren me weer met wie ik ben. De mensen in het dorp zorgen daarvoor. Ik kijk op als ik een stem hoor en zie Ayden op zijn mooie paard. Ik grinnik even om zijn hond. 'Ja bijna klaar,' zeg ik terug. Ik druk nog even een kusje op Shadow's voorhoofd voordat ik op stap. Mijn benen aan dezelfde kant. Je balans moet goed zijn, en dat is mijne. Ik zit altijd zo, ik kan niet echt anders met deze jurk aan. Snel gaan hoef ik toch niet. Sterker nog, dat mag ik niet. Veel te gevaarlijk... Ik doe het maar gewoon, voordat ik gestrafd wordt voor mijn daad. Niet dat ik nu niet gestrafd zal worden, maar toch. 'We moeten nog even wachten op Rachelle,' deel ik mee en kijk Ayden even aan. Rustig bekijk ik de binnenplaats. 'Ik wacht buiten het kasteel, anders zien ze me misschien,' zeg ik zacht. 'Wacht jij hier op Rachelle,' vraag ik hem. Oplettend kijk ik om me heen

    [ bericht aangepast op 3 jan 2013 - 15:13 ]


    Embrace your weirdness - Cara Delevingne

    Dorian Langford

    Moe bestudeerde ik mijn zwaard. Ik had het ondertussen al een keer of zeven schoongemaakt en nog steeds vond ik hier of daar een krasje of een vlek. Pas nadat ik het volledig geïnspecteerd had en tot het besluit was gekomen dat het feilloos in orde was, stak ik het terug in de schede en gespte mijn riem om. Het was een goed zwaard, dubbelzijdig met een makkelijk handvest en zonder al teveel prullen eraan. Ooit was het van mijn vader geweest en had hij er 'Voor eer, bloed en glorie.' in laten graveren. De gedachte maakte me even aan het lachen. Een korte, bijna blaffende lach. Een snelle blik in de spiegel vertelde me dat ik er verzorgd maar toch moe uitzag. Mijn haren piekten zoals altijd alle kanten op en mijn gezicht vertoonde alweer een lichte waas van stoppels. Ik vloekte. Die dingen groeiden al zo snel als gras na regen. Ruw wreef ik er even langs met mijn hand, alsof ik ze zo iets minder zichtbaar zou kunnen maken. Een zucht verliet mijn lippen. Naar beneden dan maar, in de hoop dat daar nog iets te eten te scoren viel op dit uur. Uiteindelijk moest ik mezelf tevreden stellen met een stukje grof brood en een beker ijskoud water. Het stoorde me niet. Eten was eten. Voedingsstoffen die je nodig had om te overleven, meer niet. De smaak deed er niet toe. De hakken van mijn laarzen maakten een zacht tikkend geluid als ik de eetzaal verliet en het bordes afliep.Ik verveelde me maar was te moe om me terug te gaan omkleden voor een training. Net op het moment dat ik het laatste stukje donkergrijze brood in mijn mond stak zag ik een gedaante met een hond op de rand van de fontein zitten. Pas als ik dichterbij kwam herkende ik de bordelendochter, Ayelle, als ik me niet vergiste. Ik twijfelde. Ze zag er niet uit alsof ze nood had aan mijn gezelschap en persoonlijk zag ik ook het nut niet van haar gezelschap. Maar misschien, met een beetje geluk, wist ze me iets van waarde te vertellen. Het was al een tijdje stil geweest en dat maakte me nogal onrustig dus schraapte ik mijn keel, probeerde nog eens tevergeefs mijn haar net te leggen en stapte op haar af. "Pas maar op dat je daar niet invalt, meid. Het ziet er nogal koud uit."


    Sorry, rare post, het vlotte niet echt goed :/


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    Allison Jade Skyler.
    Het was ontzettend druk, maar ze wist zich behendig tussen de mensen door te manoeuvreren. Er werd op ze gejaagd.. Ze vroeg zich af hoe lang de koning dit idee al had gehad, om zijn mannen er op uit te sturen en hun één voor één af te slachten. Zouden de anderen het al weten? Als dat niet het geval was kon ze hun misschien wat informatie verschaffen in ruil voor iets waardevols. Jade verschafte altijd informatie naar wat ze kreeg van de nieuwsgierige. Waren ze gierig? Dan was zij dat ook, maar anders kon ook zij gul wezen met haar informatie.
    "Hé!" zei ze boos toen er iemand tegen haar opbotse. Fel vlogen haar ogen naar de onbekende die inmiddels, zoals ze zag, op de grond gevallen was. Het was een jonge vrouw met, naar haar mening, mooi haar. Ze had bruine, grove krullen en het stond haar goed vond ze. Het meeste verbaasde het Jade nog dat de jonge vrouw even lang was, dat maakte ze niet vaak mee. De meeste vrouwen waren korter, alleen de mannen kwamen boven haar uit. Kort liet Jade haar ogen over de vrouw heen glijden. Stiletto hakken, verhullende jas en een dikke laag make-up. Het moest een prostituee zijn, besloot ze uiteindelijk, en daar had ze alles behalve respect voor. Je eigen lichaam, jezelf als feite, verkopen vond ze ontzettend raar. Iemand die dat deed had geen zelf respect en was zichzelf niet waardig vond ze.
    Minachtend haalde Jade haar neus op, niet van plan te helpen. Zo iemand verdiende dat niet. "Beter kijk je voortaan uit," zei ze kalm, maar de kilte was duidelijk in haar stem te horen. Jade keek zowel figuurlijk als letterlijk op de jonge vrouw neer. Jade gunde de jonge vrouw geen blik waardig meer en vervolgde haar weg, wel prentte ze gezicht van de jonge vrouw zich in. Jade had haar vaker wel zien lopen herinnerde ze zich nu. Het leek er niet altijd naar, maar ze prentte zich ieder gezicht van iedereen in en probeerde altijd zoveel mogelijk te weten komen van iedereen. Dingen weten was een winst en haar specialiteit.
    In de verte zag ze het kasteel en ze voelde de haat als een brandend vuur binnen in haar. Ze haatte iedereen die er mee te maken had, alle lafaards die niet in opstand durfden te komen.
    "Black Swan?" Er was een man van middelbare leeftijd naast haar komen lopen en hij maakte een nogal zenuwachtige indruk op haar. De man heette Frederic, een slager van middelbare leeftijd die net rond wist te komen. De jongevrouw voor hem zag er rustig uit en toch gaf ze hem de zenuwen, hij had vaak verhalen en geruchten over haar gehoord. De vreemdste dingen en hij wist niet meer wat hij moest geloven nu hij zelf oog in oog met haar stond. Het was wel waar dat ze elegant bewoog en het zag er inderdaad naar uit alsof ze alles wist. Plots keek ze hem aan en meer dan dat hoefde ze niet te doen, want haar ogen spraken boekdelen. Zeg wat je te zeggen hebt, en dat deed hij: "Ik heb een vraag over WIlhelm, de schapenverkoper hij.." begon hij, maar onderbrak zijn zin toen hij de uitgestoken hand van de jongevrouw zag. Zijn vrienden hadden al gezegd dat ze niks zou zeggen zonder dat je betaalde. Met tegenzin voelde hij in zijn zak en haalde er een paar koperen munten uit die hij haar overhandigde. Frederic keek toe hoe Black Swan ze kort bekeek, wegstopte en vervolgens kort knikte.
    Het maakte Jade nooit veel uit hoeveel ze kreeg, natuurlijk was het mooi als ze een keer iemand trof die wat meer te besteden had, maar de informatie die ze zou geven baseerde ze op de gegeven hoeveelheid. De man, ze wist dat hij een slager was en Frederic heette, had haar enkel een paar koperen munten gegeven. Het was niet veel, misschien net genoeg voor een karige maaltijd, en haar informatie zou dan ook niet optimaal zijn. Net toen ze dacht dat hij misschien weggegaan was of niet meer durfde begon Frederic weer te spreken. "Over Wilhelm dus," ging hij verder, "hij wilde me een paar schapen verkopen en op het eerste gezicht zagen ze er gezond uit. Alleen waarschuwde een paar mensen me, ze beweerde dat hij me aan het bedriegen was."
    Frederic leek uitgesproken en Jade knikte kort terwijl ze nadacht over hoe ze haar antwoord zou formuleren, hij had niet echt een vraag gesteld en veel geld had hij niet over gehad voor zijn informatie. "Hij heeft in het verleden wel vaker mensen bedrogen," antwoordde ze uiteindelijk, terwijl ze de slagen vanuit haar ogen in de gaten hield. "Ik wist het wel!" riep die plots boos uit, "Al die tijd heeft hij me voor zitten te liegen! Ik zal hem eens duidelijk gaan maken dat niemand Frederic Jones voor de gek houdt!" En weg was de man. Jade schudde triest haar hoofd, ze kon nu al raden wat er volgen ging en dat omdat de simpele ziel enkel had gehoord wat hij had willen horen. Het was haar al vaker opgevallen, mensen zagen wat ze verwachtten of wilden zien en zo ging het ook met dingen die ze hoorden. Altijd gingen ze met een bepaald idee ergens heen en zo gingen ze wel vaker in de fout, ze had de man nooit gezicht dat Wilhelm hem bedroog, noch had ze gelogen. Toch zou ze over een paar dagen een kwade Wilhelm tegenover haar hebben, hij was wel het type die zich niet gauw liet kennen en in ieder geval meer lef had dan Frederic, die vaker alleen praatjes had, maar het ondertussen wel in ze broek deed.
    Echt zorgen maakte ze zich er niet om, ze had immers weer wat geld verdiend vandaag en ze had wel vaker boze mensen op zich afgekregen, die ze vervolgens met gemak weggejaagd had. Soms hielp het haar wel dat mensen verhalen rond vertelden over haar, ze hoefden niet eens per se waar te zijn, als het haar reputatie maar goed deed.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Maya Rosalie More / Rosalie Jane Elizabeth Equataur / Mystique || Hoofdweg bij het Kasteel
    Ik blijf zitten op mijn dierbare paard. Lost. Mijn voorspoed. Mijn geluk. Alles wat ik nodig had. Mijn beste kameraad en mijn maatje. Ik loop de markt in en je hoort de sfeer al. De illegale handel. Illegale handel en nog meer. Ik stap van lost die me op de hoef volgt en kijk naar de man met de wapens. Ik leg het zwaard hard op tafel en de man kijkt er gelijk naar. Erik ik herkende hem. Ik verkocht mijn wapens als ik ze niet meer nodig had of had gestolen altijd hier. 'Aah daar ben je weer Maya.' Zegt hij grijnzend. 'Erik.' Zeg ik rustig. Ik doe mijn mondkapje af en haal de bedekking van mijn ogen af. Ze herkende me hier toch niet. 'Ik geef je voor dit prachtige zwaard 10 goudstukken.' Zegt hij rustig. Ik lach even. 'Dat dacht ik niet Erik. Eerste klas zwaard. Ik verwacht er 20 voor.' Zeg ik rustig. Hij kijkt me boos aan. '13.' Zegt hij dan. '15 en geen goudstuk minder of ik ga naar de overkant.' Zeg ik sluw. Hij zucht en overhandigd me de goudstukken die ik in mijn goudzakje aan mijn riem doe. Ik kijk naar zijn wapens die hij heeft. Ik zag vuurwapens, maar die wou ik niet. Ik vertrouwde het niet en kon zelfs niet door mijn pak heen. Het was gemoderniseerd zoals ze het noemen. De slimme mensen in het kasteel. De uitvinders. De platen op mijn pa waren van een meteor. Een onwijs lichte steen en hij was bijna ondoordringbaar. Alleen diamanten en edelstenen konden er op tekenen. Een kogel of een zwaard zou hooguit een krasje maken. De uitvinders noemde de meteor een steen van god maar ik wist beter. Ik bestudeerde de hemel. Ik stap op lost en groet Erik en andere mannen of vrouwen. Ik loop door naar de groentes en bessen. Ik lstap weer af en kijk naar Harry. 'Hoeveel voor die bessen?' Vraag ik hem. 5 goudstukken voor een kilo.' Zegt hij. Dat vond ik een eerlijke prijs. Mij gaf hi altijd zo een prijs. Als ik ging onderhandelen kreeg hij immers minder winst. Ik heeften de goudstukken en pak de jutte zak met de bessen. Ik proef even en proef de heerlijke smaak over mijn tong. Ik doe het in mijn zadel tas en nu rij ik weg.
    Ik doe mijn masker niet op maar wel mijn monddoekje zodat je alleen maar mij ogen en voorhoofd kan zien. Niet mijn neus of mijn lippen. Ik rij door. Galoppeer weer aan en aai Lost over zijn hals. 'Braaf lieverd wat zou ik zonder je moeten.' Zeg ik glimlachend. Hij hinnikt even en loopt dan verder. We wachten eigenlijk gewoon op het punt waar we erin moeten vlakbij het eerste dorp. Ik kon het kasteel al zien. Hoe graag ik er ook heen sou en die verdomde koning wou doden. Een pijl door zijn keel heen wou boren of door zijn hart. Mijn zwaard tegen zijn ledematen aan slaan. Hem horen kermen. Hij had onze koningin gedood en mijn ouders de hertog en de hertogin stonden achter de nu zo genaamde koning. Ze wouden me zelfs uithuwen aan hem of iemand in zijn hof. Straks zou hij een zoon hebben en dan zou ik Maya Rosalie More. Nee ik zou nu mijn echte naam gebruiken. Rosalie Jane Elizabeth Riffley met hem moeten trouwen. Ze Zouden gek zijn als ze dat dachten. Nu was Rosalie of liever Rose ontvoerd door een onbekend persoon. Overal hadden ze voor me gezocht, maar ze konden me niet vinden tot hun spijt. Ik was Mystique in dit pakje. In Normale kleding Maya en netjes opgedoft in een jurk Rosalie. Ik had een vreemde wereld. Eigenlijk kon ik namelijk in een normale jurk gewoon over straat lopen zonder herkent te worden Als Mystique of Rosalie. Nu zou je natuurlijk denken, maar Maya waarom doe je dat niet?? Dan mis ik al het avontuur. Het zou zo verschrikkelijk saai zijn. Dan zie ik een wagen met lijken. Ik kijk erin en merk de kleren op. Dat was goed voor mijn mensen. Ik pak er een hoop prop ze in mijn zadel tas en rij weg. Andere mensen hadden zich er ook al op gestort. Ik was nu in de buurt van het tweede dorp en het kasteel, maar Lost werd onrustiger dus ik beluit rechts omkeerd te maken. We komen langs het kasteel over de hoofdweg. Nu ik geen mantel had en het zwarte pak aan had had niemand me door. Aan mijn tassen leek ik een reiziger helaas was niets minder waard.
    Naïeve mensen toch. Ze zouden het nooit leren. Nooit weten wanneer de achterdochtig zouden moeten zijn, want de meesten zijn daar simpel weg gewoon te dom voor. Slim kon je ze in ieder geval zeker niet noemen. Het waren stuk voor stuk lafaards. Schijters die niets durfde te beginnen zoals mij en de weinige vluchtelingen. Eigenlijk overleefde ook de slimmen het bij mij. De strategische. Iedereen die naar mij luisterde. Ik heb al genoeg mensen verloren. Ze zijn opgepakt en naar de gevangenis gebracht. In tegendeel als ik ooit gepakt zou worden zou ik naar de koning worden gebracht. Worden gemarteld over de plekken van mijn partners die me allemaal helpen en aan mijn zijdes staan. Ik ben een van de most wanted. Bij iedereen behalve die me kennen heet ik ook Mystique. Ik was sluw en onzichtbaar. Zonder uiterlijk en niet vind baar. Snel. Ja vooral snel. Onvangbaar dat zeker. Niet een keer was ik gepakt in de afgelopen tijd. Als dit wel gebeurde was ik wel de klos, maar ik had drie gedaantes. Mystique Maya en Rose. Genoeg keuze dus. In pak was ik Mystique als ik normaal zou wandelen in normale kledij zoals ze het noemen. Een jurk dus. Een van de kledingstukken die ik eigenlijk niet zo fijn vond. Ik vond dames zit al vreselijk en dat moest met een jurk en dat was Maya al kon ik net zo goed in een witte mantel of in een andere kleur over straat gaan. Eigenlijk had ik naar het eerste dorp moeten gaan. De mensen snakken naar brood graan tarwe. Iets wat we bijna nooit krijgen. Ik kon een hoop brood halen. Hiervoor rij ik toch even de bossen in. Ik ging niet in deze kledij daarheen. Nee. Ik doe mijn zwarte mantel en harnas uit. Mijn witte bloes en broekje dat aan elkaar vast zat, maar met knoopjes uit kon had ik aan en ik deed een jurk aan die ik van voren kon aanrijgen. Mijn zwarte laarzen deed ik uit en ik pakte sandaaltjes die ik aandeed. Ik deed als laatste nog mijn witte mantel aan met goude stiksels. Het haar dat voor mijn ogen zou komen vlecht ik naar achter en ik spring op Lost en ga tot mijn grote spijt in dames zit zitten. Zoals ik al zei. Alleen met rooftochten was ik Mystique. Gilmore was veel te gevaarlijk voor Mystique. Teveel wachters. In bushville viel dat nog mee. Ik kende hoe ze vochten, maar in Gilmore wist ik het niet. Ik rij weer over de hoofdweg langs de muren van het kasteel. Ik staar echter emotieloos voor me uit met een flauw emotieloos lachje. Gewoon hooguit uit vriendelijkheid voor deze zwakke mensen.
    Ik keek naar mijn jurk. Hij was mooi in details gewerkt. De draden bij mijn borst waren prachtig goud kleurig. De rest was simpelweg bloedrood en wit. Aan de zijkant op mijn borst was rood en in het midden wit. De mouwen waren ook wit en de rok was dan weer rood al was de vulling spierwit. Ik vond het opzich een mooie jurk al haatte ik jurken. Mijn favoriete kleur zat erin verwerkt. Rood. Naast zwart was rood mijn favoriete kleur. Als ik een koets zie met prachtige witte paarden word ik bet zo wit als hen. De paarden tenminste. Watik gehoord had was dat mijn moeder, de hertogin, emotielozer werd en bijna niet meer lachte. Mijn vader, de hertog, werd ook steeds norser. Het Lierse grijnzen dat het door mij kwam. Ik doe mijn mantel over mijn hoofd en hou mijn hoofd laag. Ze rijden me gewoon voorbij, maar ik waag het nog om in de koets te kijken. Mijn moeder kijkt uit het raam, maar ze mist mij iets waar ik erg blij mee ben.
    Als ik bijna bij Gilmore ben het eerste dorp zoals sommige het ook noemen zie ik plots een hoop ridders. Lost word onrustig en draait zich om iets wat ik begreep. Ik kon ook brood halen in het tweede dorp. Ik draaf aan en daarna springt lost in de galop om als de bliksem terug te rennen. Zodra ik bij Bushville ben stop ik hem en stap ik van hem af. Ik kijk hem aan en geef een kus op zijn snuit. Ik doe mijn zwaard onder mijn nurk zodat je hem niet ziet, maar ik hem in noodgevallen wel kan pakken. Niemand zal me trouwens herkennen dus het was eigenlijk niet nodig. Ik kijk hem aan. 'lever de spullen af bij de mensen die het nodig hebben. Vooral de kleren en de dekens.' zeg ik terwijl ik hem over zijn hals aai. Ik pak een stuk perkament en schrijf erop van de kleren. 'daarna kom je naar mij en zie ik je bij de grote eik.' zeg ik met een glimlach rond mijn lippen. Ik pak mijn tas en loop het dorp in. Mijn jurk raakt de grond op een centimeter niet en zweeft er echter boven. Ik kon mijn jurk zo losscheuren aangezien het een makkelijke stof was. Mijn masker net zo snel en mijn sjaal als de bliksem. Mijn pak, mijn harnas zat onder deze jurk. Hij was zo gestroomlijnd dat je hem niet eens zag. Inzag bange gezichten, maar niet om mij, maar naar een andere jonge vrouw. Ik herkende haar als Black Swan, maar naar research kwam ik erachter dat ze Jade heette. Dat wist ik omdat ze bij mij in het bos leefde. Ze was nogal op zichzelf net als mij. Ik wist inmiddels bijna iedereens naam dus moeilijk was het niet. Ik kijk haar echter niet bang aan nee. Dat was ik niet ik kende geen angst. Angst was slechts een illusie. Gevaar is echt, maar angst is er door ons eigen brein. We bedenken het zelf en ik had het ook onder controle. Ik was niet bang voor iets. Zelfs niet voor een spin noch de dood. Hoogtes of water. Nee ik was Angstloos Fearless ik bekijk haar. Ze staat er een beetje bij. Al ik zou het misschien van haar kunnen winnen. Ik denk eigenlijk dat ik het wel tegen haar win, maar ik wist het nooit zeker al lijkt ze me een waardige tegenstander. Ze was net als mij een toonbeeld dat vrouwen alles behalve zak waren. Want dat waren we niet. Alles behalve dat. Vrouwen waren ook niet zwak sommige gedraagde zich alleen zo. Dat ze minder sterk was. Je hoefde niet sterk te zijn. Als je dat niet was moest je slim en sluw zijn. Altijd kunnen ontsnappen en zelfs dat konden de meesten niet eens. Een man word boos bij haar en stormt weg. Ik vroeg me af wat ze gezegd had. Ik moest haar niet onderschatten. Ik wist dat ze sluw was en bijna alles wist. Ja bijna. Niemand weet alles. Niemand is perfect. Als je perfect bent ben je officieel nep. Je kan perfect lijken nou dat is anders. Onder een laag make - up. Je karakter veranderen, maar dat kan niet je valt altijd wel terug hoe hard je het ook probeert. Ik hou Jade nauwlettend in de gaten. Aangezien ze hier op vijandig gebied zit. Ik kende deze dorpen op mijn duimpje van vroeger. Mijn vader Jack Henry James Riffley woonde hier. De maker van de gevangenis. Ik zou mensen kunnen helpen ontsnappen uit die plek, maar het was zelfs voor mij te goed beveiligd. Ik kijk weer naar Jade. Ik vroeg me af of ze me zou herkennen in deze jurk. Ze kwam af en toe in het verboden bos, maar simpelweg alleen als ze informatie had en iets van ons wou. Sms was dat eten soms geld of iets anders. Het waren allebei dingen die vrij schaars waren. Mijn ogen als een Havik.
    Nu besluit ik op haar af te lopen en sta ik voor haar. 'je herkent me nog wel of niet? Heb je nog nuttige informatie voor ons? Dat scheelt je een reis door de ongekapte wildernis of langs de bergen te gaan.' zeg ik iet wat vriendelijk. Ik vroeg me eigenlijk af of ze me zou herkennen, maar dat zal wel zo zijn. Ze had zo gezegd oog voor precisie.

    [ bericht aangepast op 5 jan 2013 - 12:19 ]


    I'm finally back, Finally after a Year break

    Allison Jade Skyler.
    Ze had Maya allang opgemerkt voordat ze naar haar toe kwam. "Je herkent me nog wel of niet?" vroeg ze tot Jade's grote verbazing, al liet ze dit niet blijken. "Natuurlijk," antwoordde ze enkel en hoorde toen haar verhaal aan. Alsof haar het reizen uitmaakte, ze wist zich altijd moeiteloos voort te bewegen door de omgeving en ze begreep dan ook niet waarom Maya daar over begon. Keek ze soms op haar neer? Jade haalde arrogant haar neus op, een trekje wat veel mensen niet aanstond, maar het was de enige manier waarom ze het beste haar minachting kon uiten zonder er te veel woorden aan vuil te maken. "Ligt eraan wat jullie nuttig vinden," antwoordde ze en keek Maya kort aan, ze wilde het kort houden, "wat heb je te bieden?" Cliënten betaalden, zij gaf informatie en dan ging ze weer verder. Zo ging het altijd, ze had nooit zin om te blijven hangen bij cliënten, het was maar een enkele keer dat ze een gesprek met iemand aanknoop en dat was dan omdat ze informatie nodig had of iets anders.

    Deze is onwiiiiijs kort, mijn korste sinds een jaar ofzo, maar ik kon héél eg weinig met je post en ook omdat je rol beschrijving heel beperkt was in 't rollentopic. Ik bedoel, hoe ziet ze er überhaupt uit?

    [ bericht aangepast op 5 jan 2013 - 14:11 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    [Sorry heb mijn uiterlijk uitgebreid. Was vergeten dat ik dat nog niet had S:]
    Maya Rosalie More || Tweede Dorp
    Ze haalde haar neus op, misschien had ik haar met mijn vorige vraag onderschat waardoor ze kon denken dat ik me hoger voelde. Zo bedoelde ik het niet, maar dat kon zij onmogelijk weten. Ik blijf haar aankijken. Haar neus optrekken stond me eigenlijk niet aan, maar ik liet het rusten. Het was niet aan de orde. Al veel mensen keken gevreesd naar Jade. Het was in iedergeval niet voor mij. Ik vond het eigenlijk vrij raar dat ze zo over straat ging om over een paar minuten omsingelt te worden door soldaten, want dat kon ook hier. "wat heb je te bieden?" Vraagt ze dan. Ik probeer haar te doorgronden in haar ogen. Ik liet nooit oogcontact los. Nooit. We stonden ongeveer op gelijke hoogte. Ze was net als m vrij lang. Ik pak blind een zakje van mijn riem, waar toevallig ook een dolk zat, maar die had ik niet nodig. Ik open hem en haal er 4 zilverstukken uit. Ik pak haar hand open hem en gooi er twee stukken in. Ze kende mijn methode. Ik betaalde nooit voluit van te voren. De helft en de ander helft als ik haar informatie zou horen gaf ik dus pas de rest. Ze kon me min of meer vertrouwen als ik eenmaal mijn woord gaf zou ik het ook doen ook. 'het geld. Nu de informatie.' zeg ik rustig. Ze zou de informatie wel moeten begrijpen. Alles over de koning en het kasteel. Hoe we het gemakkelijk konden doorgronden. Hoe we er het makkelijkste doorheen konden komen. Want dat wist ze vast wel mocht ik hopen.


    I'm finally back, Finally after a Year break

    Miles Seth Carter – verboden bos.
    Hij had Nathaniel wel overeind getrokken, waar hij dan ook blij mee was, maar Miles vroeg zich nog steeds af wat er allemaal in zijn hoofd omging. Nate leek nu niet bepaald op deze wereld te zijn op het moment, eerder alsof hij zich verdwaalde in zijn gedachten. Dat was iets waar Miles niet al te blij mee was, want hij wist dat flashbacks niet altijd iets goeds waren en misschien kon dit één van de redenen zijn waarom Nate was weggerend van huis. Van het dorp en zijn familie, van Miles. Hij had er dagen over nagedacht, zelfs nu bleef het door zijn hoofd malen, maar hier stond hij dan uiteindelijk met hem. Zijn broertje die hij zo graag terug wilde vinden.
          Ondertussen had hij snel zijn broek aan getrokken, maar Miles kon dat echter niet, want die lag nog bij het meer. Hopelijk zouden ze niet weg zijn wanneer hij daar terug kwam, als hij die plek überhaupt weer kon vinden. Natuurlijk wilde hij wel zijn kleding terug, nu begon hij het best wat koud te krijgen, al liet hij dit niet merken. Miles keek naar zijn broertje, die om zich heen kijk, waarschijnlijk of niemand anders er was. Hij liet hem dit maar doen, terwijl hij het niet kon laten zijn ogen weer bestuderend over zijn broertje te laten gaan. Hel, hij zag er echt ondervoed uit, hij moest snel wat goed eten binnen krijgen en Miles zou daarvoor gaan zorgen.
          “Wat wil je allemaal weten?” vroeg hij aan zijn broer, waar door Miles opkeek uit gedachten en snel zijn blik afwendde van hem. “Waarom ik het daar niet uithield? Waarom ik niets van me heb laten horen, waarom ik niet gewoon na een paar dagen ben teruggekomen?” somde hij op, waar zijn broer enkel wat op kon knikken. “Bijvoorbeeld, ja… Al zijn er nog wel meer vragen.” Murmelde Miles verder, waarbij hij toch even over zijn armen wreef en naar zijn broertje keek. “Ik weet niet zeker of je alles gelooft, als ik je alles vertel…” zei hij wat zachter, maar dat was het punt waarop zijn broer hem vreemd aankeek. Hoe bedoel je, als hij hem al alles verteld? Het is beter als hij alles verteld, anders zal zijn broer eens kunnen flippen. Hoewel hij soms wel loog, was dit iets kleins en zijn broertje had hij jaren niet gezien. Waarom kon hij dan niet direct eerlijk zijn, was het zo erg?
          De gehele tijd was hij stil geweest en Miles bleef zo geduldig mogelijk op een antwoord wachten. Hij kreeg het niet, geen enkel woord verliet zijn lippen nadat hij de eerdere woorden gezegd had. Na daar zeker een kwartier gestaan te hebben zonder enig antwoord, liep hij naar zijn broertje toe en pakte zijn schouders vast. “Nate…” Hij leek diep in gedachten te zijn, soms had hij zelfs een pijnlijke blik gezien dus knipte Miles met zijn vingers, zodat hij misschien ontwaakte eruit. “Nate, gaat het wel?” Het was geen leugen wist hij, er was iets ergs gebeurd waardoor hij wegging en Miles zou erachter komen. “Laten we eerst even mijn kleding halen, die ligt nog bij de waterval.” Zei ik hem, terwijl ik zijn blik probeerde te peilen. Ik was zo nieuwsgierig, maar ook beschermd over hem. Wat was er aan de hand?

    Severina komt eraan, Endure.

    [ bericht aangepast op 5 jan 2013 - 17:09 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Psst, 't is Simone. Ohja guys, I would like to remind you; Lexus heeft awesome nieuwe plaatsen bedacht, je kan ze vinden in de story ;D

    Allison Jade Skyler.
    Maya pakte haar hand en het liefst had ze die teruggetrokken, maar ze wist inmiddels wel wat er komen ging. Ze liet haar blik over de twee zilveren munten glijden alvorens ze die in haar geld buideltje liet glijden. Ze hield niet van Maya's methode en ze zou dan niet meer informatie geven dan de twee zilveren munten waard waren. Hoe kwam Maya daar überhaupt aan? Ze begreep nog altijd niet hoe zij aan zilverstukken kwam, de meeste mensen moesten het doen met koperen muntjes en enkel de rijkste bezaten goudstukken.
    "Jij hebt hier niks te zeggen, Maya," zei ze met een kalme stem die vervuld was met kilte. Niemand deelde haar bevelen uit, ze ging niet voor niets alleen te werk. Ze kon niet goed tegen autoriteit en dat was dan ook gelijk één van haar minpunten en waarschijnlijk was dat ook één van de redenen dat ze de huidige koning niet kon uitstaan. "De koning heeft plannen," vertelde ze en keek Maya dwingend aan en stak haar hand naar haar uit. Na korte aarzeling overhandigde Maya haar dan toch de overige twee zilverstukken, ze wisten beiden van elkaar hoe ze te werk gingen. "Goed," begon ze en ging verder op een lager volume, "de lijken in 't bos? Werk van de koning, er wordt op ons gejaagd." Ze was samen met Jade naar een rustigere straat gelopen zodat ze minder bang hoefde te zijn voor nieuwsgierige mensen.
    Het leek Jade genoeg informatie, Maya moest zelf de rest maar uitzoeken. Welke wapens de koninklijke garde had gebruikt, met hoevelen ze waren -zijzelf had het kunnen zien aan de verse voetstappen die ze gevonden had- en dergelijke. Jade was wel iemand die in groepsverband werkte en ze mocht zelf de rest inlichten, zijzelf had haar taak gedaan. Vroeg of laat was ze het anders zelf wel wezen vertellen, want ondanks dat ze zelfstandig werkte, je begon weinig als je de enige verzetstrijder was.
    "Dat lijkt me genoeg informatie," beëindigde ze het gesprek en verdween in de menigte zonder Maya nog een blik waardig te gunnen. Ze kon haar niet zo goed uitstaan, helaas zou ze haar nog vaker zien en spreken.
    Jade liep in westelijke richting waardoor het kasteel steeds dichterbij leek te komen, maar ze zou eerst nog Dushville uit moeten en langs de vruchtbare akkers moeten lopen. Alleen was ze dat niet van plan, in plaats daarvan stelde ze zichzelf gedekt op in de schaduwen, met haar rug leunde ze tegen een herberg aan en bekeek ze alle voorbijgangers en luisterde naar hun gesprekken. Ze stond er al een poos en moest concluderen dat dit laatste vandaag er weinig opleverde, de gesprekken gingen zoals meestal over bloemetjes en bijtjes en de mensen hadden geen interessante roddels voor elkaar. Even slaakte ze een korte zucht en wierp nogmaals een blik op het kasteel, haar ogen iets vernauwd. Hij zou binnenkort vast met een groter plan komen, de koning, en anders zijn oh zo lieve kindertjes wel. Bah, wat verafschuwde ze hun en ze zou zich dan ook niet zomaar uit de weg laten ruimen. Daar was wel wat meer voor nodig dan een paar boogschuttertjes.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Dankje, Simone ;3. En ik heet Louise (voor diegenen die het zouden willen weten)
    ~~~~~~
    Nathaniel Carter (/Verselli) ~ Verboden bos
    Enig besef van tijd had hij niet meer op het moment dat hij in gedachten was verzonken. Miles had niet zoveel tegen hem gezegd, maar hetgeen wat hij tegen hem had gezegd was amper tot hem doorgedrongen. Het waren de gedachten die hem in bezit namen die ervoor zorgden dat de omgeving om hem heen leek te vervagen. De blik van zijn broer had hij wel gezien, een vreemd gezicht dat hij hem gaf op het moment dat hij zei dat hij hem misschien niet zou geloven als hij alles zou vertellen. Uit die blik had hij niet kunnen opmaken of hij hem zou geloven of niet en of hij zijn mond snel zou voorbijpraten over wat hij hem zou vertellen of niet. Natuurlijk vertrouwde hij zijn broer, zelfs naar die paar jaren had hij nog volle vertrouwen in hem. Er was ook geen reden die hij kon bedenken om geen vertrouwen in hem te hebben maar toch vond hij het risky om hem zomaar te vertellen over informatie waar hij zelf liever niet eens over nadacht.

    Plots werd hij uit zijn herinneringen en gedachten gehaald en stond hij weer in de realiteit. Hij was zo geschrokken van die ene aanraking, al wist hij dat het zijn broer was die zijn schouders vastpakte. Het was een aanraking die hem gelijk deed denken aan zijn vader, juist doordat hij net in gedachten aan hem dacht. Zijn vader had dat ook meerdere malen bij hem gedaan, onverwachts, zij het op een stuk minder vriendelijkere manier. Hij had even geschrokgeschouderd, iets wat zijn broer vast niet was ontgaan, maar wist wel gelijk dat hij zijn gedachten weer in het hier en nu moesten zijn. Focus. Hij had gelijk een paar stappen bij zijn broer vandaan gezet nadat deze zijn schouders had vastgepakt. Nu verminderde hij de afstand weer door een paar stappen naar voren te doen. De eerste keer dat hij zijn naam had gezegd had hij niet eens opgemerkt. ‘Ja, het gaat wel. Weer.’ zei hij tegen hem. Op dat moment bleef hij zichzelf eraan herinneren dat hij in het verboden bos stond, met zijn broer, en dat er niemand om hen heen stond en dat het de bedoeling was dat hij weer wat ging zeggen. Hij was enigszins opgelucht toen zijn broer voorstelde om terug naar de waterval te lopen, om zijn kleding te halen. Het was een kleine afleiding. Het deed hem eraan herinneren dat hij ook graag wilde weten wat zijn broer in die jaren zoal had beleefd. Hij knikte op de woorden en ging voor zijn broer lopen. Hij vond het niet meer dan logisch dat hij hem zou leiden, aangezien hij de weg hier vast niet goed kende. Bij de waterval aangekomen wachtte hij totdat hij zijn kleding op zou pakken / aantrekken. ‘Ik weet een plek hier vlakbij, waar we beter kunnen praten’ zei hij, doelend op een blokhutje wat voor zover hij wist al langer leegstond. Hij wachtte op zijn broer, en nam aan dat hij hem wel zou volgen, toen hij richting het blokhutje begon te lopen. Ze waren er al snel. Het blokhutje leek op een Noors blokhutje, klein maar knus. Ergens, wist hij, zou een sleutel liggen. Onder de mat, achter een plantenpot, hij had ooit iemand er een sleutel vandaan zien te toveren. Hij hoopte maar meteen dat de sleutel onder de mat lag, het meest voor de hand liggend. Als hij meer dan 2 pogingen nodig had om die sleutel te zoeken zou hij nogal op een inbreker lijken. Hij had geen idee of het eigenlijk inbreken was, als het ding al zo’n lange tijd niet meer gebruikt leek te worden. Het was een aangename verrassing om te zien dat de sleutel onder de mat had gelegen, en dat hij meteen met de sleutel het blokhutje kon openen. Binnen was het vrij leeg, afgezien van een paar stoelen, een houten eettafel en wat kastjes, was er niets wat wees op de (vroegere) aanwezigheid van een mens. Of toch nog wel wat, een openhaard! Nate liep gelijk naar het ding, om het hout wat er nog in zat met een lucifer (uit een pakje dat er ook nog lag) aan te staken. Met de pook kon hij het vuur wat beter aanmaken. Hij ging voor de haard op de grond zitten in kleermakerszit en keek naar zijn broer. Hij had al lang genoeg zijn mond dichtgehouden en vond ook dat hij zijn broer toch een paar woorden schuldig was. Zonder enig aanknooppunt begon hij maar te praten. ‘Ik was heel erg kwaad over het feit dat ze allebei nog voor de koning door gingen werken’ zei hij, ‘ze allebei’ waren hun ouders. ‘En daar hebben we ook flink ruzie over gehad.’ Hij liet een kleine stilte vallen. ‘Maar dat is niet de reden waarom ik ben weggelopen..’ Tijdens dat hij dit zei keek hij zijn broer aan. ‘We hadden vaak ruzie, vader en ik, zoals je misschien wel weet’ vervolgde hij. Plots wist hij niet hoe hij de woorden uit zijn mond kon krijgen, dit gedeelte was het gedeelte waar het eigenlijk om ging maar hij kon het niet goed verwoorden. ‘Wist je nog dat ik die griep had?’ vroeg hij aan zijn broer, terwijl hij hem aankeek. ‘Die ernstige griep waar ik dagen lang voor in bed heb moeten blijven?’ vroeg hij hem, en weer liet hij een kleine stilte vallen. Ditmaal lukte het hem niet om zijn broer recht aan te kijken, en dus staarde hij naar de vlammen in het vuur. ‘Dat was geen griep’ zei hij, iets zachter maar duidelijk hoorbaar, waarbij hij probeerde om geen emotie in zijn stem door te laten klinken, dan zou hij al helemaal niet meer goed kunnen vertellen.


    Aan niets denken is ook denken.

    Ayelle Ivy Stern

    "Wat heeft het ook voor zin om hier te blijven zitten mokken ?" zuchtte ik tenslotte voor me uit terwijl ik opstond en de neergedwarrelde stof en minieme waterspettertjes van de zoom van mijn rok af veegde.
    Ashe keek me met haar hoofd schuin gehangen aan waarna ze haar kop weer tegen mijn benen aan duwde voor aandacht.
    Lachend aaide ik haar over haar zachte vacht.
    Ze is echt net een grote schoot kat, jammer dat mijn moeder dat niet in kon zien.
    Plotseling schoot er een gedachte door mijn hoofd.
    Wat nou als ik op mezelf ga wonen ?
    Maar al snel werd dat door mijn eigen hoofd alweer de grond in gestampt, hoe moest ik dat ten eerste al voor elkaar krijgen ?
    Er waren hier bijna geen banen vrij en de banen die vrij zijn kan ik niet aan als vrouw, daar was echt manskracht voor nodig.
    Mijn moeder huur betalen was ook geen optie, aangezien ik voor zover het meest geld van haar kreeg als maandelijkse zakgeld.
    Langzaam begon ik te lopen, de straten hier waren schoon en licht en er verspreide zich heerlijke geuren doorheen van de etenswinkels en restaurants die zich in de kavels gevestigd hadden.
    Ik sloot mijn ogen toen ik de zoete geur van suikerbrood in mijn neus kreeg al snel gevolgd door de frisse geur van appeltaart.
    Een steek ging door mijn maag heen, ten eerste door de honger die erin borrelde en ten tweede door de gedachte aan mijn oma, die altijd voor me klaarstond en die het maar niets vond dat mijn moeder de eigenaresse van een bordeel is.
    Als ze nog zou leven was ik allang bij haar ingetrokken, zij had zelf ook een mooie leven als patissiere en ze had haar eigen winkeltje gehad waarbij je de lekkerste zoetigheden kon kopen waar ik makkelijk had kunnen werken als haar assistente, cassiere of bediening.
    Tot mijn spijt was ze vorig jaar overleden en ik was er nog steeds kapot van.
    Haar gras lag te ver weg van Gilmore, dus jammer genoeg kon ik haar niet zomaar even bezoeken, wat me ook nadrukkelijk verboden is door mijn moeder, die zelf ook nog maar één keer er heen was geweest en dat was met de begrafenis.
    Natuurlijk ben ik er wel eens een paar keer stiekem heen geweest, dan leende ik een paard van één van mijn vrienden wiens vader paardenfokker was en snelde ik ervandoor om toch even een bezoekje aan haar te brengen, ook al is de sfeer die er op het kerkhof dwaalt niet bepaald aanlokkelijk.
    Een spinnend geluid van Ashe haalde me uit mijn gepeins, waarna ik erachter kwam waar ik heen gelopen was.
    De ironie.
    We stonden voor het pand waar de winkel van mijn oma in had gezeten, maar na haar dood was het verkocht door mijn moeder aan één of andere man die van Dushville hierheen was verhuisd om hier een slagerij te beginnen.
    Ashe likte aan haar lippen terwijl ze verlekkerd naar de halve varkens in de vitrine keek en even trok ik een vies gezicht.
    Uiteindelijk heeft ze altijd vlees nodig en laat dit nou haar favoriete plek zijn om eraan te komen.
    De bel boven de deur rinkelde terwijl ik naar binnen liep.
    "Ah, miss Stern, het gebruikelijke ?"
    Een forse man met warrig rood haar en een kort evenals rood baardje kwam uit één van de achterruimtes gelopen.
    Ik knikte. "De volle 6 pond." Waarna ik al snel in mijn tasje wroette om het vaste bedrag eruit te vissen.
    Met een bonk legde de man - Richard genaamd- een tas met de inhoud op de toonbank. "Voor jou is er momenteel een korting, gewoon omdat jij het bent."
    Hij nam mijn geld aan en gaf er een aantal weer van terug.
    Richard wees op Ashe. "Het beessie kijkt wel een beetje sip." Waarop ik zuchtte.
    "Mijn moeder vind het niet goed dat ik haar nu nog steeds heb, maar ik wil haar niet weg doen, dus moet ik een oplossing verzinnen."
    Richard boog zich een beetje over de toonbank. "Hé, bij mij ben je aan het goede adres." Hij grijnsde. "Het hokkie achter dit pand staat leeg, met een beetje geld en tijd ken het verbouwd worden als huis."
    Opgewekt keek ik hem aan. "Zou je dat echt willen doen?"
    "Tuurlijk, en dan ken het beessie ook de restjes van mijn slacht werk eten, ben ik daar ook mooi vanaf." Hij stak zijn hand uit. "Ieder diens win-win."
    Nog steeds overwegend keek ik naar de forse en ruwe hand van Richard.
    De hand die ik uiteindelijk toch met een brede glimlach aannam. "Deal."

    [ bericht aangepast op 6 jan 2013 - 17:44 ]


    Credendo Vides