• ‘Another legend claims that we descended from wolves and that the wolves are our brothers still. It’s against tribal law to kill them.’
    Jacob Black


    In een eeuwenoud indianenreservaat in de Washington, vlakbij het kleine dorpje Forks, wonen de Quileutes. Zoals iedere andere indianenstam vechten zij voor hun bestaan en hun tradities. Houten huisjes, kampvuuravonden, alternatieve leefwijzen en een aparte school voor de jeugd vormen samen een hecht eenheidsgevoel de basis van deze bevolkingsgroep.
    Maar zijn de Quileutes wel wat ze lijken – een vreedzame, kleine indianenstam – of verhullen ze verschillende, diepe en grote geheimen die aangeven dat ze legende waar zijn?

    'The histories that we always thought were legends. The stories of how we came to be. The first in the story of the spirit warriors.’
    Jacob Black




    || ROLLEN
    Black Roedel
    Jacob Black – Shooter
    Leah Clearwater – Emrys
    Embry Call – Shooter
    Seth Clearwater – Boromir
    Quil Ateara

    Uley Roedel
    Sam Uley – Boromir
    Jared Cameron
    Paul Lahote – Squib
    Brady Fuller – MindBreaker
    Collin Littlesea – Eyes

    Mensen
    Emily Young
    Rachel Black – Fantine
    Rebecca Black – Squib
    Kim Connweller
    Claire Young

    Cullens
    Carlisle Cullen – Boromir
    Edward Cullen – Shooter
    Bella Cullen – Fantine
    Renesmee Cullen – Fantine

    Onbekende personen
    Maximaal 8
    Ameleigh Bluebell Winter – Vampier – Phrases
    Jennifer Grindstone – Mens – RosalieBlack
    Jezebel Odys Fray – Hybride – Phrases
    Noah Mason Mahon – Mens – Eyes
    Paige Anna Eleonora Hymes – Vampier – Eyes
    Raphaël Embriël Fray Call – Hybride/Wolf – Shooter
    Skylar Rose Grayson – Mens – Pebble
    Valesca Adina Tverskaya – Vampier – Fantine

    || REGELS
    Doden zonder toestemming van de desbetreffende persoon is niet toegestaan.
    Leden van de roedels luisteren naar de alfa’s (beta’s wanneer de alfa’s niet aanwezig/bezet zijn).
    Rollen behorend tot Stephanie Meyer behouden hun karakter etc. zoals in de boeken/films.
    Drie rollen per account.
    Maximaal vijf verzonnen rollen.
    Relaties binnen de groep: Jacob en Renesmee – ingeprent, Quil en Claire – ingeprent, Jared en Kim – ingeprent, Paul en Rachel – ingeprent, Embry en Jezebel, Raphaël en Ameleigh, Edward en Bella.

    || HERSTART
    Door inactiviteit van de leden en het hoogstwaarschijnlijk vastlopen van de RPG is er besloten deze Quileute RPG een herstart te laten maken. Hierdoor zijn sommige rollen al bezet en zijn er al enige verhaallijnen gecreëerd in het originele Twilight verhaal.
    De grootste verandering is het feit dat Embry Call samen met Jezebel Odys Fray een kind hebben gekregen – een combinatie van een wolf en vampier – genaamd Raphaël Embriël Fray Call, die inmiddels een relatie heeft met Ameleigh Bluebell Winter.

    [ bericht aangepast op 2 maart 2013 - 10:30 ]


    Jezebel Odys Fray
    Ik voel mijn tanden wegzinken in mijn onderlip zodra Embry lippen het gevoelige stukje huid in mijn hals vinden. De plaaggeest, hoewel ik het ook wel een beetje verdient heb na al mijn geplaag.
    Ik sluit mijn ogen tevreden terwijl mijn vingers zacht over zijn rug glijden, ieder spiertje verkennen en uiteindelijk op zijn schouderbladen blijven liggen. Pas als ik er zeker van ben dat ik niet als een weke pop in Embry's armen zal eindigen - open ik mijn ogen om enigszins verbouwereerd naar de omgeving te staren: daar
    waar het gras verschroeid met de snelheid waarmee mijn hart tegen mijn ribbenkast bonkt. Er glijd dan ook een siddering langs mijn ruggengraat als ik mijn rug voel opbollen en de vlammen letterlijk aan mijn huid kan voelen likken. Wederom doe ik geen poging om het werkelijke vuur te staken: dit is mijn momentje waarop ik eens niet de controlfreak wil zijn en alles voor deze keer laat lopen zonder het te stoppen.
    Mijn vingers rollen een tijdlang over het droge gras voor ze opnieuw Embry's gezicht omvatten, zodat ik hem zonder moeite dichterbij me kan halen om mijn lippen genietend tegen de zijne te drukken. Zachte, kwetsbare huid en een nieuw stukje perfectie van mijn man. Helemaal van mij alleen.
    Mijn tanden zetten zich plagerig vast in zijn onderlip, waarna ik onschuldig grijns.
    ‘Vwampwier bwijt,’ probeer ik enigszins duidelijk zonder los te laten, waarna ik zachtjes grinnik. Een idioot, menselijk geluid.

    Ameleigh Bluebell Winter
    'Oh mijn hemel!' Mijn ogen schieten enigszins verbaasd naar het enigszins mollige meisje dat aan de andere kant van de gang verschijnt. Kassandra.
    Haar omhelzing zou me hebben vermoord, als ik niet al min of meer dood was. Maar ik neem het voor lief, want er is in ieder geval iemand om de dag mee door te komen. Haar lichte wenkbrauwen krullen enigszins overstelpt samen terwijl ze me loslaat om haar ogen nadien bedachtzaam over mijn lichaam te laten glijden. 'Je bent zo anders!' Ik denk dat dit één van de dingen is waarop ik me mentaal heb kunnen voorbereiden. Het feit dat ik inderdaad anders ben.
    'Alleen de buitenkant,' prevel ik zacht, waarna ik mijn handen wegstop in de zakken van het jack. Een menselijke gewoonte die me is bijgebleven.
    'Laten we naar de kantine gaan. Je moet me absoluut helpen met algebra. Mijn cijfers waren dramatisch toen je..' ze lijkt enigszins te twijfelen voor ze lichtjes haar schouder ophaalt. 'Het maakt niet uit, Kas. Ik wil je graag helpen.' En daarmee is mijn foever awkward - en tevens enige - vriendin gerustgesteld.
    Ze vraagt niets waar ik niet over begin en daarom gaan de meeste gesprekken over koetjes en kalfjes rond de school, tot we uiteraard bij de vrij lege kantine aankomen. Het ruikt er precies zoals ik het me kan herinneren: naar vermoord eten en gehaktbrood. Dat laatste verontrust me enigszins.
    'Goed. Zoek jij een tafel? Dan pak ik mijn algebra uit mijn kluisje.' Overhaast en veel te onbezonnen rent ze terug de gang op, haar tas achter zich aan slepend. Ik kan het niet helpen, en moet daarom op mijn tong bijten om niet te lachen. Dat zou hoogstens onbeleefd zijn.
    En dus, zoals gewoonlijk, doe ik precies wat ze me vraagt. Ik zoek een tafel bij het raam en pak een stukgelezen paperback van Bukowski uit mijn tas. Ik zou iedere zin kunnen centeren - maar lees het nog altijd veel te graag over. Het geeft een mooie sfeer bij het sobere weer, met zijn grijze wolken die mijn irissen weerspiegelen.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Embry Call

    Het ene, korte, simpele moment dat Jezebel haar rug langzaam op bolt en haar lichaam compleet aangespannen raakt voel ik haar zich strakker rond me sluiten, waardoor ik een golving van ontlading door mijn lichaam trekken. Mijn spieren geraken allemaal samen gespannen, waarbij ik mijn kaken op elkaar klem om zo mijn snelle ademhaling enigszins binnen te komen. Met een aantal laatste, harde stoten voel ik de ontlading langzaam uit me glijden, waarbij mijn mond steeds verder open zakt en mijn ademhaling in kleine kreunen naar buiten glipt.
    De zachte handen van Jezebel die zich rond mijn gezicht glijden voelen vertrouwd aan, terwijl ik mezelf zachtjes op haar lichaam laat zakken ; waarbij ik er voor zorg dat ik in haar blijf zitten, zodat onze samensmelting nog niet wordt onderbroken. Wanneer haar lippen de mijne raken gaat mijn ademhaling nog steeds onregelmatig snel, wat het uiteindelijk half onmogelijk maakt om te lachen wanneer Jezebel in mijn onderlip bijt.
    ‘Vwampwier bwijt.’
    Mijn ene hand klemt zich vast in haar haren, terwijl mijn andere omhoog glijdt en langs haar borst krult. Enigszins ruw trek ik mijn lip uit haar tanden en druk ze daarna opnieuw tegen haar lippen aan, waarna ik mijn gezicht tegen haar nek druk.
    ‘Je verdient straf jij,’ grinnik ik zachtjes.
    Met enige tegenzin laat ik mezelf uit Jezebel glijden en rol daarna naast haar op het zachte gras, waarbij ik ervoor zorg dat ik haar lichaam niet loslaat door mijn handen te bewegen en laat mijn gezicht tegen haar nek gedrukt liggen. Zachtjes blaas ik een harde ademstoot uit tegen haar huid, waarna ik hem even inhoud om hem enigszins onder controle te krijgen. Mijn blik concentreert zich op mijn vingers, die voorzichtig over de huid van Jezebel’s borst glijden, terwijl ik kleine kusjes in haar nek druk.

    Raphaël Embriël Fray Call

    Sloffend loop ik door de gang, van de studiezaal terug naar de kantine, omdat ik me zojuist had bedacht dat het niet normaal was om voor schooltijd in de studiezaal te zitten. Daarnaast was stil zitten niet bepaald bevorderlijk voor mijn gedachten, aangezien ze zo alle ruimte kregen om over dingen na te denken die me mezelf alleen maar slechter lieten voelen. Het feit dat Ameleigh’s gezicht niet uit mijn hoofd te branden was ; op welke manier dan ook ; beviel me voor geen centimeter, aangezien ik niets meer van haar te horen had gekregen – geen woord.
    Met een neergeslagen blik stap ik vervolgens de kantine in, waardoor ik voor een aantal seconden geraakt wordt door de geur van rottend voedsel dat al te lang in de keuken ligt. Wanneer de geur uiteindelijk is weggetrokken voel ik een brandende geur in mijn neus, iets wat ik te danken heb aan mijn wolven – gen, waardoor ik direct in de gaten heb dat er een vampier aanwezig is in de kantine.
    Met gefronste wenkbrauwen richt ik vervolgens mijn blik omhoog, voor zover ik had geweten zaten er geen vampiers op mijn middelbare school. De enige vampier die hier op dit moment zou kunnen zijn was …
    Bij de aanblik van Ameleigh’s gelaat bleef ik als versteend staan, terwijl alle kleur uit mijn gezicht wegtrekt en mijn handen langzaam beginnen te trillen, alsof ik weer ieder moment op het punt sta om in mijn wolvenvorm te veranderen en er niets aan zou kunnen doen.


    Jezebel Odys Fray
    'Je verdient straf jij.' Ik steek mijn tong protesterend naar hem uit waarna ik mijn armen ietwat theatraal over elkaar sla en vanuit mijn ooghoeken nauwkeurig toe zie hoe Embry naast me komt liggen.
    'Try me.' Prevel ik uiteindelijk, enigszins uitdagend. In korte tijd voel ik mijn hartslag temperen en de concentratie door mijn gedachten vloeien, waarmee ik mijn uitbarsting tot bedaren breng en het bos, al zij het met enige schroeiplekken, netjes dooft.
    'Hmm, ik zou hier nog wel uren willen liggen. Maar helaas, we hebben een zoon en ik sta niet in voor eventuele voorbijgangers.' Ik schud mijn hoofd glimlachend waarna ik opzij rol om een zachte kus tegen zijn kaak te drukken.
    'Ik hou van je, Em. Je bent een overheerlijk tussendoortje.' Ik grijns lichtjes onschuldig waarna ik soepel overeind kom en een hand door mijn lokken haal om het daarmee te ontdoen van eventuele takjes en grasstukken.
    Ietwat beteuterd glijden mijn ogen vervolgens over de gekrenkte stukjes stof die hier en daar een tikje gebraden bij elkaar liggen. Helaas ken ik nog geen back-up plan voor dit soort situaties, en kan ik niet in een gigantische wolf veranderen om mijn naaktheid te verdoezelen.
    Het is maar goed ook dat de weersomstandigheden mijn lichaam niet veel doen: anders had ik nu zeker zielig, bloot en vermoeid naar huis gestrompeld. Arme voorbijgangers. Ik neem echter de tijd om me uit te rekken en de omgeving in me op te nemen. Ik hoop niet dat Raphaël ongerust was, hoewel de jongen op een mentale leeftijd zit om prima te begrijpen dat Embry en ik er zo nu en dan ook eens tussenuit moeten.
    Ik weet zeker dat dit het moment is geweest waarop we hem enigszins moesten loslaten, en dat hij het prima zal redden. Daarnaast heb ik Embry lang genoeg moeten missen, en was deze nieuwe ervaring het meer dan waard.

    Ameleigh Bluebell Winter
    Ik voel mijn neus enigszins rimpelen wanneer ik een dierlijke geur op mijn lippen proef. Vrijwel meteen glijden mijn ogen van Bukowski richting de jongen die de kantine binnenloopt. Mijn keel knijpt enigszins dicht wanneer ik de bloedgeur die eveneens om hem heen hangt constateer. Vampier én wolf? Er verschijnt een perfecte frons boven mijn ogen terwijl ik de jongen een ietwat onwennig glimlachje probeer te schenken: ik ben niet gewapend, dus zou hij me niet als een dreiging moeten zien. Ik kom hier, waarschijnlijk net als hij, om me menselijk te voelen. Niet om oerinstincten uit te vechten.
    Uit beleefdheid sla ik mijn ogen echter al snel opnieuw op het boek in mijn handen, en hervat Bukowski's levensplot.
    Pas als Kassandra met een luide zucht tegenover me op een stoel zakt - kijk ik weg van het priegelige lettertype om haar geamuseerd aan te kijken.
    'Kijk me niet zo aan, je weet dat het even duurt voor ik bij- Oh, goed! Ik was aan het praten met Malcom! Malcom Vinque!' De onbezonnen kreetjes die aan haar lippen ontglippen zorgen ervoor dat ik niet anders kan dan meelachen. Uiteraard. Mensen en hun simpele verliefdheid. Kassandra's vorm van mannelijk schoon is echter niet meer dan waardeloos, als ik haar daar op mag wijzen. Dat doe ik echter niet, ze zou mijn mening toch niet waarderen en dus buig ik me al snel over haar algebra aantekeningen. Een slagveld vol fouten, dramatisch en tegelijkertijd is er niets anders dat me zou kunnen laten glimlachen.
    'Psst, A.' Kassandra knipt zo subtiel mogelijk voor mijn ogen, waarna ze iets té overdreven richting de hybride jongen wijst. Ze kijkt een tijdlang dromerig langs me heen, voor ze zich over de tafel buigt en de aantekeningen verpletterd onder haar ellebogen. De geur van bloed slaat me recht in mijn gezicht, hoewel ik dat brandende detail vergeet als ze opnieuw begint te praten.
    'Raphaël... Call? Was dat niet de jongen die je van school haalde?' Kassandra's ogen staan afwachtend terwijl een nieuwe frons boven mijn ogen verschijnt.
    'Raphaël?' Ik probeer de vorm van zijn naam, en stel me voor dat het een smaak is. Vanille. Raphaël klinkt absoluut als vanille. Zacht en zoet.
    Hoewel de naam een glimlach rond mijn lippen tovert, heb ik geen idee wat de inhoud van de naam is, en dus haal ik mijn schouders enkel op.
    'Ik heb hem vast wel eens gezien, maar..' Ik bijt peinzend op mijn onderlip - ik probeer me te herinneren wat ik ben vergeten en stuit daarmee op de onzichtbare muur die niet wil verschuiven bij het herhalen van zijn naam.
    'Het maakt niet uit, Ame. Hoe dan ook: Barbara van scheikunde vertelde me dat ze jouw naam in al zijn schriften heeft zien staan. Overal.' Haar ogen worden groter, terwijl de mijne enkel waziger worden.
    'Dat is..' Omdat Ameleigh nu eenmaal geen veelgebruikte naam was, kon ik niet vertellen dat het vast iemand anders moest zijn. Ik kende hem niet, dus dat is ook niet logisch. Ik weet niet wat het betekende, en dat maakt ook niets uit. Ik ken hem niet, zelfs nu mijn nieuwsgierigheid enkel groter is geworden door Kassandra's roddel.

    [ bericht aangepast op 1 maart 2013 - 18:20 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Skylar Rose Grayson.
    'Ik wil graag vrienden met je zijn, Sky,' zei Noah en ik voelde mijn wangen lichtroze kleuren toen hij voorzichtig terug knipoogde. Terwijl hij heel aandachtig met zijn glas cola bezig was, zag ik hoe Raphaël binnenkwam. Hij was de zoon van Embry, die toevallig mijn neef was. Ik begroette hem vrolijk en gaf hem een biertje. Nadat hij er nog heel wat achterover had getikt verdween hij weer. Hij was te snel weg om tegen hem te zeggen dat hij zijn vader de groetjes moest doen maar ach, ik zou mijn neef vast nog wel eens tegenkomen.
    Het café was inmiddels wat voller gelopen en ik moest nu achter de bar vandaan komen om mensen te serveren. Sommigen wilden wat eten, wat vanaf een bepaald uur ook mogelijk was. Mevrouw Von Sant, de eigenaresse van het café was me komen helpen door de toenemende drukte en meneer Von Sant was achter in de keuken bezig. Ik hield van dit café, de sfeer liet me altijd opvrolijken en de gezellige toeristen en bekende lieten me altijd aan andere dingen denken dan mijn thuissituatie. Ik had net mijn laatste klant voorzien van een drankje en liep weer achter de bar, waar nog steeds mijn halflege glas water stond. Binnen twee teugen dronk ik het leeg en glimlachte opnieuw naar Noah. 'Goede sfeer hangt hier hè? Daarom houd ik zo van dit café,' vertelde ik hem en nam weer plaats op mijn kruk, zodat ik ook beter door de ruimte kon kijken.

    [Heeft een tijdje geduurd, ik had het echt heel druk met school en rijles. Ik zal dit weekend en volgende week ook amper online kunnen zijn, ik ga dit weekend naar Engeland en aankomende week heb ik een uitwisseling. Ik ga proberen online te komen om een stukje te schrijven.]


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    Embry Call

    ‘Try me.’
    Grinnikend zie ik toe hoe Jezebel me een uitdagende blik toewerpt, waar mijn lichaam direct op lijkt te reageren ; wat helaas wordt verhinderd door het feit dat ik nog aan het bijkomen ben van het fantastische hoogtepunt wat ik zojuist heb gehad. Jezebel concentreert zich vervolgens op haar gave, waardoor ook de laatste vlammen uit het bos rondom ons verdwijnen en enkel een aantal smeulende plekjes achterblijven als getuigen van wat er zojuist heeft plaats gevonden.
    ‘Hmm, ik zou hier nog wel uren willen liggen. Maar helaas, we hebben een zoon en ik sta niet in voor eventuele voorbijgangers. Ik hou van je, Em. Je bent een overheerlijk tussendoortje.’
    Glimlachend zie ik toe hoe Jezebel overeind komt en de omgeving in zich op lijkt te nemen terwijl ze haar gedachten de vrije loop laat. Genietend van het uitzicht wat haar naakte lichaam me bied sta ik mezelf toe om nog een aantal seconden in het zachte gras te blijven liggen ; zodat ik mijn krachten langzaam weer door mijn armen en benen voel glijden. Diep binnen in mijn gedachten wist ik donders goed dat we weer terug moesten naar het huisje, naar ons leventje in La Push ; maar mijn hart wilde dat op dit moment nog niet. Het kleine deel binnen in me dat vertelde dat we hier konden blijven, gewoon liggen en van elkaar genieten klonk zo stompzinnig dat ik zachtjes grinnik en mezelf vervolgens omhoog laat komen.
    ‘Ik krijg je nog wel, bijtertje. Maar voor nu, mag ik je een lift aanbieden?’
    Mijn stem klinkt opgewonden en vrolijk, waarna ik mezelf direct in mijn wolvenvorm laat veranderen en zachtjes met mijn vacht schud en mijn poten strek om mezelf enigszins op te warmen. Speels duw ik mijn snuit tegen Jezebel’s blote buik, terwijl ik mijn flank wat laat zakken.

    Raphaël Embriël Fray Call

    Het zachte trillen van mijn handen verspreid zich over mijn gehele ledematen op het moment dat Ameleigh me aankijkt, langzaam haar wenkbrauwen fronst maar vervolgens haar blik weer naar haar paperback laat glijden. Wat me vooral was opgevallen in de korte periode waarin ik haar had aangekeken waren haar ogen ; niks geen rode vampier ogen, maar haar troebele, ondoorgronde grijze ogen. Het was onmogelijk, het zou op geen enkele manier kunnen – maar op dit moment heb ik het met mijn eigen ogen gezien en kan ik er op geen enkele manier omheen draaien.
    Wanneer ik de twee meisjes zachtjes over me hoor praten draai ik mezelf met een ruk om en storm terug naar de gang, waar ik het eerste beste kluisje wat ik tegen kom onder handen neem ; totdat er niets meer dan een hoopje schroot over is. De stem van de conciërge vult de gang op, waardoor ik er als een speer vandoor schiet en de hoek om ben voordat hij daadwerkelijk is aangekomen.
    Nog steeds woedend om het feit dat Ameleigh niets eens iets zei, na wat we allemaal samen hebben meegemaakt vervolg ik mijn weg naar het biologie lokaal. De koelte slaat me tegemoet als ik de deur open duw en mezelf bij het tafeltje dat het verst achterin het lokaal staat laat neerzakken. Mijn ogen staan woedend en vernederd op het bord gericht, terwijl ik mijn handen tot vuisten gebald op mijn tafeltje heb liggen.


    Noah Mahone

    Het word steeds drukker in het café. En Sky moet aan het werk.
    'Goede sfeer hangt hier hè? Daarom houd ik zo van dit café', zei Sky tegen mij.
    'Ja, er hangt hier een goede sfeer', beantwoord ik haar vraag.
    Ik hoor mensen praten en ik hoor dat sommige mensen aan het eten zijn. Sky heeft gelijk er hangt hier een goede sfeer. Een café kan je goed vergelijken met een huis. Sommige huizen zijn koud en kil, waardoor je een ongemakkelijk gevoel krijgt zodra binnen stapt. Andere huizen zijn warm en gezellig, waardoor je een gevoel krijgt dat je welkom bent en je eigenlijk meteen op je gemak voelt. Dat ligt voor een deel natuurlijk ook aan de personen die in het café werken of de mensen die in het huis wonen. Hoewel bij een koud en kil café verwacht je ook personeel dat afstandelijk is en meestal niet zo klantvriendelijk. En dan bij een warm en gezellig café personeel dat graag babbelt met de klanten en ook negen van de tien keer wel redelijk geïnteresseerd is in wat je hebt zeggen. Maar ik denk dat ik zo weer naar huis moet. Niet dat mijn moeder zo gauw ongerust word als ik niet voor het eten thuis ben. Toch vind ik het fijner om op tijd thuis te zijn.
    'Sky? Wat krijg je van mij voor de goede service en het drankje?', vraag ik aan haar.

    [ bericht aangepast op 1 maart 2013 - 20:34 ]


    Physics is awesome

    Jezebel Odys Fray
    'Ik krijg je nog wel, bijtertje. Maar voor nu, mag ik je een lift aanbieden?' Ik steek mijn tong naar hem uit en sla vervolgens mijn armen demonstratief over elkaar om hem vervolgens een koppige blik toe te werpen voor ik mijn bovenlip omkrul en vervolgens een zachte sis aan mijn lippen laat ontsnappen.
    'Eigenlijk mag ik niet met wolven mee liften,' prevel ik uiteindelijk met een licht ondeugende grijns, waarna ik een hand door mijn lokken haal. Ik blijf er bij dat het oneerlijk is dat Embry een vacht heeft om zich te bedekken en ik nog altijd naakt tussen een enigszins gemollesteerd, stukje bos sta.
    'Goed. Als je maar niet denkt dat ik me over had gegeven als ik kleding had gehad.' Ik tik zacht tegen zijn neus wanneer hij deze tegen mijn buik drukt en loop vervolgens met iets te harde stappen naar zijn zij. Allereerst glijden mijn handen een tijdje bedachtzaam door zijn zachte vacht. 'Help me herinneren dat ik je moeder vraag je te knippen. Ik wil niet dat andere wolven je straks aanzien voor een zwerfhond,' plaag ik grijnzend waarna ik me uiteindelijk op zijn rug hijs en mezelf toesta om het me gemakkelijk te maken tussen zijn zachte vacht. Om toch nog enigszins houvast te hebben, laat ik mijn armen om zijn hals glijden.
    Ik weet nog dat ik, toen ik jonger was, graag paardreed. Als ik er nu zo aan terugdenk lijkt een wolf me net iets compacter. Comfortabeler, zoals ik zijn rug bedeel in ieder geval. Voor nu kan ik niet wachten op een lange douche en warme kleding. Het huis ordenen voor Raphaël thuiskomt.

    Ameleigh Bluebell Winter
    Kassandra besluit het onderwerp Raphaël te laten liggen, waar mijn hersens overuren maken. Ik probeer haar de algebra stof uit te leggen en spring bijna overeind als de bel na een veel te lange tijd eindelijk door het gebouw schud.
    'Je bent een engel, Ameleigh Winter. Ik zie je bij Engels.' Ze zwaait terwijl ze naar de wiskunde lokalen loopt - daar waar ik een trap naar boven neem om richting het deel voor de biologie lokalen te komen. Ik weet dat mensen het niet met opzet doen, toch hoor ik in iedere hoek mijn naam. ''Is dat haar?'' ''Dat is toch Ameleigh Bluebell?'' ''Was ze niet vermist?''. Uiteindelijk kan ik niets meer dan me er bij neer leggen en met een waterige glimlach de klas in stappen.
    Sommigen gezichten herken ik vaag, terwijl het uiterlijk van de leraar me helemaal niets zegt. 'Ameleigh Winter.' De middelbare vrouw glimlacht een koffiekleurige glimlach terwijl ze voorzichtig de klas in wijst. 'Eh.. Mevrouw..?' Mijn ogen glijden enigszins verontschuldigend over de vrouw, die een tikje gekrenkt lijkt.
    'Harper. Ik heb je bijles gegeven voor..' Hoe meer de vrouw verteld, hoe stiller de klas lijkt te worden tot er uiteindelijk een ongemakkelijke en hoogstens gespannen sfeer ontstaat. Helaas ben ik nu veel te goed geworden in het voorliegen van mensen en weet ik haar met een kleine glimlach gerust te stellen.
    'Uiteraard.. wiskunde, niet waar?' Een ruwe gok, hoewel ik me herinner dat ik er voor mijn transformatie enorm mee schommelde in mijn cijfers.
    De vrouw knikt enigszins opgewekt waarna ik in een rechte lijn, zonder oogcontact te proberen maken, naar achter loop. De lege plek naast de aparte jongen is nog vrij, en ik weet niet of het mijn lichaam of een vreemde samentrek in mijn borst is die me naast hem dwingen te zitten - maar ik weet wel dat het de plek is waar ik uiteindelijk eindig.
    Ik probeer mijn boeken zo luchtig mogelijk op het tafeltje te openen en neem vervolgens de aantekeningen over die de vrouw in een krabbelig handschrift op het bord schrijft. Vanuit mijn ooghoeken kijk ik echter stilletjes toe wat de jongen doet.
    'Gaat het wel?' Vraag ik hem op gedempte toon, als ik opmerk dat hij er wel heel erg belabberd uitziet. Pas dan besef ik dat hij natuurlijk alles heeft kunnen horen van Kassandra, en wordt de trek om mijn mond als vanzelf verontschuldigend.
    'Trek je maar niets aan van Kassandra, hoor. Ze bedoelde het echt niet vervelend, ze heeft alleen nog een zwak voor jongens en wil me veel te graag koppelen aan iedere jongen die haar goedkeuring passeert.' Als ik er zeker van ben dat de vrouw zich niet zal storen aan mijn kleine excuses ronde, keer ik me voorzichtig een beetje weg van mijn boeken om hem fatsoenlijk aan te kunnen kijken.
    'Ik ben Ameleigh, trouwens. Ame.' Prevel ik vervolgens zacht.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Jennifer Grindstone
    Kijkend naar de twee waterdruppels die een wedstrijd deden wie als eerst beneden was zat ik in de taxi opweg naar mijn nieuwe huis in La push voor een nieuw begin. De gedachte dat ik nog helemaal niemand kende en dat ik daar dus de komende week helemaal allee zou zijn, zonder dat ik bezoek zou krijgen liet mij rillen van angst, ik haatte het om alleen te zijn. Die leegte die je dan voelde was verschrikkelijk, geen warmte of liefde, niet het gevoeld dat iemand om je geeft dat was voor mij gewoon verschrikkelijk.
    In de verte zag ik mijn huis staan, nu het af was, zag het er echt prachtig uit. Binnen stonden alleen nog wat dozen met kleine spulletjes waar ik tot nu toe nog niet echt een geschikt plekje voor gevonden had De keuze om naar La Push te gaan, daar had ik géén moment aan getwijfeld. We reden La Push binnen en meteen werd ik een stukje vrolijker. Toen ik een aantal mensen zag lopen die me wel aardig leken kreeg ik weer een beetje moed. Moed, dat had ik al een hele lange tijd niet meer gehad, het voelde goed om dat weer te hebben.De taxi stopte voor mijn geweldige huis, de witte muren lieten het huis opvallen, iets waarvan ik altijd gehouden had. Ik opende de deur en rook de lucht van pas geverfde muren en nieuw meubilair. Met een brede grijns liep ik naar de doos waar de laatste spullen in zaten. Ik zette mijn swarovski beeldjes in mijn kast. Helemaal onder in de doos stond een fotolijstje van mijn ouders. Meteen verdween de grijns van mijn gezicht en kreeg ik een steek in mijn hart, ik miste ze echt verschrikkelijk veel.Ik besloot om het fotolijstje naast mijn bed op mijn nachtkastje te zetten. Het stond er perfect bij.

    [wilt iemand Jenny ontmoeten?]


    Nobody is perfect

    Embry Call

    ‘Eigenlijk mag ik niet met wolven mee liften. Goed. Als je maar niet denkt dat ik me over had gegeven als ik kleding had gehad. Help me herinneren dat ik je moeder vraag je te knippen. Ik wil niet dat andere wolven je straks aanzien voor een zwerfhond.’
    De brede wolvengrijns die als automatisch op mijn kop verschijnt laat zien hoeveel plezier ik er in heb om Jezebel te plagen met het feit dat ik het voordeel heb om niet naakt rond te hoeven lopen. Nu is zij degene die op een kwetsbaar punt zit en ben ik degene die haar daarmee kan plagen. Zo blijft onze relatie en de geintjes die we daarin uithalen prima in stand.
    Wanneer ik haar tengere lichaam op mijn rug voel glijden til ik mijn flank met een klein rukje omhoog, waardoor ze hoogstwaarschijnlijk lichtelijk heen en weer moet wiebelen van de schok die het produceert. Mijn gedachten vervagen langzaam als ik mezelf afzet om terug te keren naar ons kleine, vertrouwde huisje – wat uiteindelijk verder weg is dan ik van te voren had verwacht.
    De veranda is haast te klein voor mijn grote wolvenlichaam, maar eenmaal erop geklommen verander ik me soepel terug in mijn mensenlichaam waardoor Jezebel een tijdje in de lucht hangt maar vervolgens opnieuw op mijn rug terecht komt. Grinnikend grijp ik haar benen vast waardoor ze genoodzaakt is te blijven zitten.
    ‘Ik ben zo’n perfecte taxi dat ik je zelfs bij je eindstation afzet,’ zeg ik grinnikend.
    Snel schiet ik door de achterdeur ons huisje binnen, waardoor de kans om naakt gezien te worden door anderen is bekeken. De trap hebben we binnen de kortste keren afgelegd en zonder te aarzelend laat ik mezelf de douche cabine binnen glijden, terwijl ik Jezebel’s benen niet loslaat.
    ‘En dan nu, al die stoutheid van je afwassen,’ schater ik dan zachtjes als een klein kind die zichzelf betrapt voelt omdat hij een vies grapje heeft gemaakt, waarna ik de douchestralen aanzet en Jezebel zachtjes langs mijn rug naar beneden laat glijden terwijl het water op ons neer klettert.

    Raphaël Embriël Fray Call

    Mijn ijskoude blik blijft op het zwarte schoolbord gericht op het moment dat de andere studenten binnen komen gelopen, waarvan vele – enkel en alleen meisjes – hun blikken giechelend op mij richten. Ik had ondertussen geleerd het te negeren, de blozende blikken en subtiele knipogen die ze me gaven deden me niets meer sinds ik gevoeld had wat Ameleigh me alleen maar kon geven.
    Op het moment dat ik haar naam door mijn gedachten liet flitsen leek haar geur mijn neus binnen te dringen, waardoor ik mijn handen sterker in elkaar kneep. Het feit dat de geur steeds sterker leek te worden was voor mij bewijs dat ik het niet had gedroomd, maar dat Ameleigh zelf het lokaal was binnen gekomen. Niet veel later klonk haar perfecte stem als een soort gezang door het klaslokaal, wat alle fluisteringen stil had gelegd. Vanaf dit moment zou ik niet meer het object zijn in de klas waar iedereen naar zou kijken, die had Ameleigh zojuist van me overgenomen, waar ik haar op de een of andere manier dankbaar voor was ; ook al gunde ik het niemand om zo lang naar Ameleigh te kijken als ik.
    De sterkte van de geur betrad nu zijn hoogtepunt, en aan de lichte bewegingen die naast me werden gemaakt kon ik opmaken dat Ameleigh op de plaats naar mij was komen zitten – kon de dag nog slechter gaan dan hij eigenlijk begonnen was?
    ‘Gaat het wel? Trek je maar niets aan van Kassandra, hoor. Ze bedoelde het echt niet vervelend, ze heeft alleen nog een zwak voor jongens en wil me veel te graag koppelen aan iedere jongen die haar goedkeuring passeert. Ik ben Ameleigh, trouwens. Ame.’
    De spottende glimlach die rond mijn lippen verschijnt is op geen enkele manier tegen te houden, waar ik zachtjes mijn hoofd bij schud maar mijn ijskoude blik op het bord gericht houdt, terwijl mijn aantekeningenschrift leeg en open voor me op het tafeltje ligt.
    ‘Je haat het om Ame genoemd te worden,’ is mijn enige antwoord, waarbij mijn stem kil en koud klinkt. Het feit dat Ameleigh zich niets meer van me kan herinneren is niet door te komen in mijn gedachten ; ik wil het niet onder ogen zien, ook al bied deze kans mogelijkheden. Ik kan het niet verkroppen dat ze alles wat we hebben meegemaakt ; bij de Volturi, in de blokhut … dat ze dat zomaar aan de kant gooit.


    Renesmee Carlie Cullen

    Niet veel later hadden mijn ouders me ingehaald, zoals altijd. "Serieus.." zucht ik geïrriteerd. Papa springt omhoog en slaat zijn armen om een enorm hert, die hij helemaal leeg drinkt. Uit mijn ooghoeken zag ik een jonkie wegschieten, door de bomen naar een veilige plek. Ik deed geen moeite om het diertje mijn prooi te maken, het was te klein om mijn dorst te stillen en bovendien was het zielig.
    "Opschieten, dames, de verrassing wacht." zegt papa grijnzend. Ohja, de verassing!
    Op een hoog tempo schoot ik door het bos, mijn ogen zochten het terrein automatisch af. Mijn neus snoot gecontroleerd en scheen wat geuren te herkennen. "Woeh, poema!" schreeuw ik triomfantelijk door het bos. De klanken van mijn stem kaatsen tegen de rotsen en raasden weer terug, zodat er een soort rare echo ontstond. Ik greep de laaghangende, dikke tak boven me vast en slingerde zo naar de volgende om de poema bij te houden. Toen ik er haast boven hing liet ik me vallen. Het dier had deze actie niet kunnen voorspellen en had even nodig om zich te herstellen. Maar voor die tijd had ik mijn tanden al in zijn nek geboord.

    Isabella Marie Cullen

    Omdat ik pas geleden nog gejaagd had sloeg ik de maaltijd vandaag over. Veel liever keek ik naar Renesmee, die er steeds beter in leek te worden. Ze vond mensenbloed veel lekkerder natuurlijk, en omdat ze het elke week wel van Carlisle kreeg had ze in het begin moeite om volledig over te stappen op ons dieet. Maar inmiddels had ze zich er over heen gezet en leeft ze nu gewoon op dierenbloed. Gefascineerd keek ik naar mijn kleine meisje die zich op een poema had geworpen, het beest was twee keer zo groot als zijn aanvaller maar toch kreeg Ness hem met gemak op de grond. Ze deed er iets langer over om hem leeg te drinken dan Edward, maar na een minuutje liet ze het dier zakken. Ze slaakte een verlekkerde zucht en stond weer op. Ik liep naar haar toe om een druppeltje bloed wat van haar kin af droop weg te vegen.

    || Sorry voor de korte stukjes, ben tegelijkertijd bezig met een nieuw personage (: @Eyes, ik hoop dat je er iets mee kan! ||


    But calm, white calm, was born into a swan.

    Ameleigh Bluebell Winter
    Er verschijnt een lichte frons boven mijn ogen wanneer er een vrij duidelijke, spottende glimlach rond zijn lippen verschijnt.
    'Je haat het om Ame genoemd te worden.' Mijn keel voelt kurkdroog als ik het zinnetje laat bezinken. Niemand heeft me ooit gevraagd wat ik van de bijnaam vindt: hij is in ieder geval niet vervelend nu ik er aan gewend ben. Ameleigh heeft in ieder geval nog altijd mijn voorkeur.
    Terwijl mijn gedachten malen - op zoek naar stukjes van Raphaël - stuit ik op niets dan de onzichtbare muur en een koude leegte die mijn handen tot vuisten laat ballen.
    Ik negeer de eerste gedachte om mijn onuitgesproken vragen aan hem te stellen; iets zegt me dat de onaangename stilte die tussen ons in hangt, bewijs is dat ik degene ben waardoor hij zo onderuitgezakt zit. En dus staak ik mijn pogingen een gesprek met hem aan te knopen om me tot mijn schrift te richten.
    Ietwat overbodig doorblader ik het vierkanten, paars bekladde biologieschrift. Mijn handschrift is in ieder geval niet veranderd, of de tekeningen die ik tussen de zinnen door graag maak. Mijn ogen klampen zich echter vast op de laatste bladzijde - waarboven een datum te lezen is van enkele weken geleden.
    Ameleigh B. Call, met daarachter enkele krabbels en een typische smiley. Als vanzelf blader ik door naar de laatste bladzijde om vervolgens met opeengeklemde kaken naar achter te leunen. Hoewel ik de blikken op mijn gezicht voel branden en het geroezemoes in mijn oren suist, bots ik nog altijd op tegen de onzichtbare wand die mijn gedacht van elkaar scheidt.
    'Ameleigh?' Ik kijk op naar de vrouw die mijn naam onderhand nu minstens drie keer heeft herhaald.
    'Sorry, ik voel me niet zo goed.' De woorden klinken leeg, zacht en vreemd terwijl ik overeind krabbel en de achterdeur van het lokaal neem om op de gang te komen.

    Jezebel Odys Fray
    Ik steek mijn tong opnieuw naar hem uit als hij mijn benen om zijn middel houdt zodat ik gedwongen ben op zijn rug te blijven zitten.
    'Ik ben zo’n perfecte taxi dat ik je zelfs bij je eindstation afzet.' Embry grinnikt; duidelijk blij dat hij nu degene is die me kan plagen. Ach, als hij maar weet dat hij zich maar in moet houden als hij ooit nog aan zijn trekken wil komen.
    'En dan nu, al die stoutheid van je afwassen.' Ik schud mijn hoofd langzaam, enigszins geamuseerd terwijl ik toezie hoe ik eindelijk weer op mijn eigen benen kan staan. De warmte van de douche is hemels, en de geur van mijn lievelingsshampoo geenn overbodige luxe.
    'Ik zweer het je, als Quil dit hoort ben je de komende tien jaar nog niet verlost van zijn seksistische opmerkingen.' Ik grinnik zachtjes, een tikje moe misschien, terwijl ik mijn lokken zorgvuldig inzeep en uiteindelijk - als ik er geen zin meer in heb - tegen Embry's borst blijf leunen.
    Hoewel ik deels onverwoestbaar ben, betekend dat helaas niet dat ik overmoeibaar ben en na een nacht in de bossen denk ik dat ik mijn weg naar bed straks niet eens meer zal gaan vinden. Voor nu ben ik nog even de controlfreak die geen controle meer heeft en zich voor deze ene keer gewillig tegen Embry vlijt. Er rolt een zachte, ietwat ingehouden gaap over mijn lippen terwijl ik mijn armen langzaam om zijn middel krul en vervolgens waterig glimlach.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Paige Hymes

    Met mijn auto rijd ik zachtjes naar mijn huis. Mijn nieuwe huis, ik ben weer eens verhuisd. In mijn leven ben ik heel vaak verhuisd. Moet ook wel aangezien ik een vampier ben en mensen merken op een gegeven moment nou eenmaal dat ik niet ouder word. Forks lijkt een rustig stadje waar niet zoveel gebeurt. Het huis is wel wat kleiner dan wat ik gewend ben maar dat is een kwestie van wennen. Wat ben ik ook een verwend kreng, ik heb echt te veel geld. Soms is dat wel handig. Ik open het portier, de lucht is grijs. De aarde die er ligt is een beetje vochtig wat er op wijst dat het kort geleden nog heeft geregend. Aan regen ben ik al een hele tijd gewend. Mijn favoriete soort weer is het niet maar het is wel zo veilig. Dan pak ik mijn tas van de achterbank van de auto. Met zachte passen loop ik naar de voordeur. De gang is nu nog wat kaal, binnenkort zal ik hem wel op knappen. Daar heb ik nu geen zin in. Ik loop door mijn huis heen. Overal staan dozen, zoals verwacht. Mijn tas zet ik in mijn slaapkamer en begin dan de dozen uit te pakken die in mijn slaapkamer staan. Al snel is dat klaar, dan begin ik aan de volgende kamer om alles uit te pakken en ergens neer te zetten. Echt, een voordeel dat ik een vampier ben. Hoewel ik de inrichting zeer waarschijnlijk ook binnenkort ga veranderen.
    Als ik eenmaal klaar ben met de bovenverdieping, vind ik dat het tijd is voor een blokje om. Ik heb wel trek en zo kan ik mooi de bossen hier verkennen. Uiteraard hoop ik dat ik ergens nog een poema kan vinden, die kans zal echter klein zijn. Wanneer ik weer beneden sta, ga ik naar buiten door de voordeur. De voordeur trek ik achter mij dicht. Dan begin ik met rennen. Eigenlijk loop ik gewoon mijn neus achter na. De wind waait door mijn haar en mijn voeten raken slechts lichtjes de aarde. Al snel vind ik een hert. Voorzichtig nader ik het hert nader. Als ik dichtbij genoeg ben, val ik aan. Meteen breek ik de nek van het dier en begin te drinken. Ik breek altijd meteen de nek van het dier aangezien het dier dan meestal snel dood is en niet onnodig hoeft te lijden. Nadat ik klaar ben met drinken, ruik ik iets vreemds. Zo te horen zijn er twee vampieren in de buurt maar er is nog iets bij hen. Het heeft een hartslag dus een vampier kan het niet zijn. Ik twijfel even want er zijn twee vampieren. Uiteindelijk wint mijn nieuwsgierigheid het en ga ik op pad om wat dichterbij te komen. Ik zal wel genoeg afstand te bewaren. Ik weet wel beter dan twee onbekende vampieren uit te lokken.

    {Ik kan er wat mee, dankjewel Fantine}


    Physics is awesome

    | Leave -> Phrases |


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Phrases schreef:
    | Leave -> Phrases |


    & Voor de mensen die het nog niet door hadden, Ceremonials = Fantine.

    + @Eyes, je mag me Delilah noemen hoor!


    But calm, white calm, was born into a swan.

    Fantine schreef:
    (...)

    & Voor de mensen die het nog niet door hadden, Ceremonials = Fantine.

    + @Eyes, je mag me Delilah noemen hoor!


    {Die had ik inderdaad nog niet door. Ik ben heel slecht met namen dus als ik je weer Fantine noem dan ben ik even je naam kwijt. Je naam doet mij denken aan Samson en Delila}


    Physics is awesome