• Vijf jongeren [2 jongens en 3 meisjes] dansen hun hele leven al. Sinds 5 jaar geleden zijn ze samen een dansgroep, onder leiding van hun docent.
    Drie weken geleden is een van de leden vermoordt. De dader is bekend, niet gevat. Vooral uit op het leven van de anderen.
    Ze leven naar elkaar toe en hebben last van het enorme verdriet dat op hun schouders rust. De docent probeert hen erdoor te helpen, wat moeilijker lijkt dat gedacht.
    Wat als de dader van de moord op de dag van de jaarlijkse voorstelling andere plannen heeft dan een gezellige show?
    Valt de groep uiteen of houden de noten van hun lied hen bij elkaar?


    Rollen:

    Meisjes:
    - # Elizabeth 'Ellie' Esmée O'Pry ~ Souvenir
    - # Calliope ‘Callie’ McDroozy ~ Glucio


    Jongens:
    - # Jonathan Hojem McBright ~ Sinistra
    - # Daniel Cameron Vartanian ~ Shooter


    Docent:
    - # Milenka Popova ~ Sylvesti

    Slachtoffer:
    - # Maia O'Pry ~ Anguish


    Moordenaar:
    - # Valerio Javier Middleton ~ Sinistra

    Regels:
    # Minimum 4 regels.
    Er wordt oop gelet op extra enters!Meer mag natuurlijk!
    # 16+ mag.
    Daaronder wordt alles verstaan. Hou het wel netjes.
    # Géén eendags rpg.
    Je hoeft niet ervaren te zijn. Doe toch je best.
    # Sluit niemand uit etc.
    Praat met meerdere personen!
    # LET OP SPELLING EN ANDER DINGEN.
    Leestekens, woorden en andere.
    # Eén personage per account.


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    Ik schrijf vanavond een post.


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    Ik kreeg net bericht van Mirte dat Daniel misschien terugkomt.


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    Als jullie dat nog goed vinden.
    Ik heb al tegen Fren gezegd dat er wat individuele problemen waren,
    die zijn nu grotendeels afgezwakt of opgelost.
    Dus het spijt me van de manier waarop ik de afgelopen keer zo plotseling ben gestopt. <3

    [ bericht aangepast op 4 april 2013 - 22:09 ]


    Daniel Cameron Vartanian

    Tik. Tik. Tik.
    Het zachte, regelmatige getik van de rioleringsbuizen gaat gelijk op met mijn lichte, fladderende hartslag. De neiging om de wond op mijn schouder opnieuw open te trekken wordt tegen gehouden door het lichte, donzige gevoel dat zich in mijn hoofd afspeelt, bijgestaan door de dwangbuizen van het witte ziekenhuishemd dat rond mijn lichaam is gewikkeld.
    Wanneer de kleine lichtstraal mijn pupillen laat vernauwen, schiet het heldere moment me te binnen dat er een deur geopend moet zijn. De duisternis van de afgelopen – onbekende – periode lijkt hierdoor nog zwarter te worden dan hij in werkelijkheid geweest was.
    Het moment dat er een breed, duister silhouet van een immens gestalte druk ik mijn benen ongecontroleerd tegen de zachte kussens die de grond voor moeten stellen, trachtend om mezelf achteruit te schuiven en weg te komen van de volgende persoon die me zal proberen te belagen. Beelden van scherpe naalden en een koud, drukkend metaal op mijn borst flitsen als razende door mijn gedachten, afgewisseld met een slaperig gevoel dat ik niet kan thuis brengen maar toch o – zo – bekend voelt.
    Wanneer het brede, duistere silhouet de kamer in komt gelopen worden de voetstappen gedempt door de zachte ondergrond. Het gebroken wit van de kamer, waar zich niets anders bevind dan enkel ikzelf, wordt duidelijk op de vloer, de muren en het plafond – op het moment dat de deur verder open gaat om het silhouet er doorheen te laten.
    Hees en kermend fluister ik mijn eerste woorden sinds weken; alsjeblieft, niet weer.


    Het lichte, warme zonlicht dat op mijn lelieblanke huid schijnt zorgt automatisch voor een grote, sprankelende glimlach op mijn gezicht – die mijn oude, jongensachtige kuiltjes in mijn wangen laat verschijnen. Voor een laatste keer draai ik me op de toppen van mijn tenen om naar het gigantische gebouw dat ik voorgoed achter me zal laten, in ieder geval van de reden waarvoor ik er terecht ben gekomen.
    Het gezicht van Elena, die ik de koosnaam Silly heb gegeven – als verwijzing naar het brede, duistere silhouet dat ik op de dag van mijn doorbraak zag – kijkt me enigszins bedroefd aan. De band die ik met haar had opgebouwd tijdens de afgelopen drie weken was onbreekbaar geworden, waardoor ik mijn voorgaande gedachten veranderde door mezelf voor te nemen minimaal een keer per maand terug te komen met een grote bos bloemen voor mijn lieve Silly.
    Het was de grote, moederlijke negerin waar ik mijn doorbraak aan te danken had gehad. Geen van de dokters op de gesloten afdeling haf het aangedurfd mijn isolatiecel te betreden zonder enige vorm van verdovende middelen om me op te vangen wanneer ik weer door het lint zou gaan. Silly was echter degene die de grote stap had genomen, me recht in mijn ogen had aangekeken en vervolgens langzaam was begonnen aan het verwijderen van de dwangbuizen van mijn ziekenhuishemd.

    De afgelopen drie weken was het ook Silly geweest die me iedere nacht – exact klokslag drie uur – had gekalmeerd wanneer ik schreeuwend was wakker geworden van de nachtmerries, omdat ik alleen en verlaten in het grote ziekenhuisbed had gelegen.
    Samen hadden we terug gekeken naar mijn leven en gebeurtenissen, naar de verhalen die ik had te vertellen en de opbiechten die ik had te doen. Samen hadden we geleerd onszelf te vergeven – de fouten die we hadden gemaakt – en te kijken naar de dingen die ons leven maakten zoals het was, zodat we alleen daar aandacht aan konden schenken en gemakkelijk weg konden lopen van alles wat ons kapot zou kunnen maken.
    Het moment dat de politie me had gevonden; vrijwel kapot gemaakt door de heroïne en met een forse messteek in mijn schouder was het keerpunt in mijn leven geworden. Als allereerste was ik terecht gekomen in een zwart, duister gat waar men met geen mogelijkheid uit kon komen – totdat Silly was verschenen.

    Op dit moment zie ik haar glimlachende gezicht steeds kleiner worden vanuit het raampje van de bus waar ik mezelf in bevind. Mijn nieuwe, donkerblauwe spijkerbroek is van het laatste model, samen met het witte, strakke blouseje dat Silly me vanmorgen had toegestopt. Ze had als geen ander in de gaten gehad hoe vaak ik de afgelopen weken in de sportzaal van het afkickcentrum was geweest, om mijn agressie en stoom kwijt te kunnen en verder te gaan met de gesprekken en afkickverschijnselen.
    Glimlacht schuif ik de band van mijn rugzak over mijn schouder als de buschauffeur aangeeft bij de volgende halte aangekomen te zijn. Vanuit mijn ooghoeken vang ik een glimp op van de voorgevel van de danszaal, die ik in totaal twee maanden niet meer heb gezien; bang om iemand tegen te komen van mijn voorgaande familie – bang dat ze zouden zien wat voor monster ik was geworden, bang om ze wat aan te doen door mijn gedachten.
    Met een kort plofje belanden mijn allstars op het trottoir wanneer ik uit de bus spring en nadat het korte gebrom aangeeft dat hij aan het einde van de straat is beland hef ik mijn hoofd op om het gebouw te bekijken, terwijl het zonlicht over mijn huid glijdt en er opnieuw een glimlach op mijn gezicht verschijnt.


    Ellie
    Moeizaam slik ik het stuk brood dat ik zonet ik mijn mond stopte door. Mijn mond is droog en dat is niet verwonderlijk. Volgens mij heb ik al het vocht dat in mijn lijf zat eruit gehuild, die bewuste avond van het vluchten naar de danszaal en Daniel die naar hier kwam. Daniel. Ik neem een slok water en sta op. De helft van mijn boterham vliegt de vuilbak in en de rest van mijn glas water verdwijnt in de gootsteen. Samen met Daniel verdween al mijn etenslust, ik zou zelfs durven zeggen mijn levenslust. De nacht van Daniels verdwijning heb ik niet geslapen, de nachten daarna had ik geluk als ik vier uren sliep. Dat slaaptekort was de oorzaak van de zware griep die me de weken daarop gevangen hield. Mijn ribben waren te tellen op het einde van mijn antibioticakuur en nu ben ik slechts enkele kilo's aangekomen, waardoor mijn tutu nu losjes om mijn schouders hangen. Niet dat ik nog dans. Nee, ook de zin om te dansen is samen met Daniel weggegaan. Misschien is het tijd voor een nieuwe start, denk ik bij mezelf. Maar ach, ik weet dat ik niet de fut heb om opnieuw te beginnen. Toch ga ik naar boven, stilletjes. In de gang die naar mijn kamer loopt trek ik de schoenenkast open, zodanig bruut dat het bovenste scharnier losschiet. Op handen en voeten moet ik opzoek gaan naar de vijs die loskwam, al is het uiteindelijke resultaat de moeite waard. Ik vis mijn allereerste spitzen uit een doosje, ook mijn eerste tutu zit daarin. Opeens, ik weet niet waarom, voel ik me verslagen. Misschien omdat ik stopte met dansen? Omdat ik niet het karakter toonde om door te gaan? Wel, nu is het echt tijd om opnieuw te beginnen. Stap per stap.

    Het is niet koud buiten en toch bibber ik van zodra ik buiten ben. Mijn regenjasje hangt om mijn lijf, nonchalant, en ik rits hem dicht. Mijn zak hangt over mijn schouder. Erin zit een stapel cd's, een jogging, een fles water en mijn dansschoenen. Nog steeds rillend vervolg ik mijn weg naar de danszaal. Eenmaal daar aangekomen, ik heb er zeker een half uur over gedaan, ga ik op de trap zitten. Totdat hij uit de bus stapt. Ik sta op en vlieg de danszaal in. Even vraag ik me af waarom ik me verberg, maar ik twijfel niet als ik me in de kleedkamer verstop.


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    (En er is weer leven c: Oké, ik maak morgen een post. Ga nu slapen, want heb morgen een pw scheikunde dat ik niet wil verprutsen)


    Happy Birthday my Potter!

    [Is goed!]


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    Daniel Cameron Vartanian

    De lichte aarzeling die door mijn lichaam trekt komt geheel onverwacht – op het moment dat ik de eerste trede van de trap richting de openingsdeur van de danszaal betreed. Direct staak ik mijn bewegingen en laat mijn ogen dan onderzoekend over de voorgevel glijden, waarbij ze niets kunnen ontdekken wat me op dit moment van slag of van streek zouden kunnen maken.
    De afgelopen periode in de afkickkliniek waren er verschillende punten geweest waarop er angsten bij me werden geconstateerd, die me voor enkele dagen totaal in hun greep hadden gehouden. Het gevoel om compleet alleen en verlaten te zijn, het gevoel om in het nauw gedreven te worden en het gevoel van mijn oude ‘familie’ opnieuw onder ogen te komen waren de redenen geweest dat ik vanuit het niets in mezelf gekeerd in een hoek zat, zachtjes het lied van het Zwanenmeer neuriënd.
    Op dit moment zag ik echter geen van deze angsten, waardoor ik de lichte aarzeling toeschoof aan het feit dat ik lang niet meer op deze plek was geweest en niet voor de volle honderd procent wist wat ik precies allemaal kon verwachten op het punt dat ik naar binnen zou gaan. Er zouden mensen aan het dansen kunnen zijn, mijn oude ‘familie’ zou zelfs aan het dansen kunnen zijn – maar er zou ook niemand kunnen zijn, waardoor ik in alle rust de herinneringen terug zou kunnen laten komen.

    Voor ik het goed en wel in de gaten had nam de automatische piloot het van me over en drukken mijn handen tegen de zware openingsdeur, die me de verlichte gang tonen met de deuren naar de kleedkamers, de keuken en uiteindelijk de danszaal.
    Mijn tas belandt met een korte plof in de jongenskleedkamer, waar het nog steeds rook naar zweet en een lichte aftershave die door iedereen werd gebruikt na de vele trainingen. Omkleden was op dit moment niet nodig, mijn danskleren lagen nog in mijn appartement – dat geheel was opgeknapt door de moeder van Stan op het moment dat ik ‘weg’ was.
    Dankzij Silly had ik verschillende berichten van de kleine Stan doorgekregen – brieven waarin hij me een fijne vakantie wenste en zei dat hij foto’s wilde zien als ik terug zou komen. Zijn moeder had hem – terecht – in bescherming genomen door hem niet de gehele waarheid te vertellen, maar er een verbloemde versie van de maken zodat Stan op geen enkele manier beschadigd zou kunnen worden.

    De gedachten van Stan probeer ik zo goed als ik kan naar de achtergrond van mijn gedachten te drukken – het kleine mannetje zou ik later wel opzoeken om hem alles te vertellen van mijn ‘reis’ en vervolgens samen een ijsje te delen in de speeltuin waar we altijd al heen gingen.
    Met lege gedachten en geen enkele verwachtingen stap ik vervolgens de danszaal in – die tot mijn enige opluchting leeg en verlaten was, waardoor ik de complete zaal voor me zelf zou hebben om even tot mezelf te komen in mijn ‘oude leven’.
    De dokters hadden me gewaarschuwd dat het behoorlijk confronterend zou kunnen zijn, dat ik zoveel veranderd was en dat ik mezelf eerst terug zou moeten vinden voordat alles weer zou worden zoals het was. Op dat moment had ik het glimlachend weggewuifd, niemand zou zoiets kunnen meemaken – dat hij zichzelf was verloren en weer op zoek moest gaan naar zichzelf. Echter, op het moment dat ik in de spiegel keek nam ik al mijn woorden tegen de dokters terug.
    De jongen die me aankeek had een glimlach op zijn gezicht, maar zijn ogen waren pikzwart en leken op geen enkele manier mee te doen. Ik herkende mijn oude glimlach – het was de glimlach die ik opzette als ik aan het dansen was of als ik mezelf écht op mijn gemakt voelde. Het was de glimlach waarbij mijn ogen als enige mee zouden doen en er lichte kuiltjes in mijn wangen zouden verschijnen.
    Mijn ogen bleven echter pikzwart, waarbij er geen enkele emotie doorheen schoot.
    Zuchtend keek ik vervolgens omlaag, ik zou werkelijk een hele toch moeten ondernemen om mezelf terug te vinden.


    Ellie
    Als ik, met een bonzend hart en trillende handen, me achter de deur van een van de toiletten verstop, weet ik waarom ik mezelf probeer te verbergen. Ten eerste, omdat ik Daniel niet onder ogen wil komen. Wie weet haalt dat oude wonden open en dat is wel het laatste wat ik in gang zou willen zetten. Ten tweede, wat zou het met mezelf doen? De woorden die Daniel die avond naar mijn hoofd slingerde, zijn meerdere keren in mijn dromen verschenen. Niet alleen in mijn dromen, ook overdag word ik soms compleet van de kaart geveegd door die herinnering. Ik had hem kapot gemaakt, zei hij. Verraden en in de grond geboord. Oké, hetgene wat ik gedaan had was misschien niet de allerbeste oplossing. Het was een impulsieve reactie om Maia weer voor me te winnen, alleen had ik niet verwacht dat Daniel mijn woorden tegen me zou gebruiken. Het is wel logisch, maar ik dacht dat hij me zou vergeven. Niet dus. Langs de andere kant zou ik niets liever willen dan de danszaal instormen en hem in de armen springen. Ik heb hem zo gemist. Zijn stem, zijn gracieuze loopje, zijn elegante bewegingen. De geur van shampoo, de geur van deodorant. Maar vooral de stiltes die soms tussen onze woorden door ontstonden. En ik kan natuurlijk niet ontkennen, zijn kussen. Dus het is verleidelijk om de zaal in te stormen en zijn naam te schreeuwen. Even blijf ik besluiteloos zitten, ik weet niet wat te doen. Ik twijfel, en een verkeerde keuze zou weer een duwtje meer richting de afgrond betekenen. Dus ik besluit de gouden middenweg te vinden en sta op. Al sluipend schuifel ik naar de deur. Als ik mijn blik over de zaal laat gaan, merk ik dat Daniel naar zichzelf staat te kijken. Ik blijf staan, mijn lichaam verborgen achter de muur en gewoon mijn hoofd die als een sluwe vos door de opening gluurt.

    [ bericht aangepast op 5 april 2013 - 11:12 ]


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    (Ik heb maar wat gedaan, aangezien mijn laatste Callie post al een hele tijd geleden is :') )

    Calliope ‘Callie’ McDroozy

    In vlugge vaart, schoot ik door de straten. Het was niet dat ik op een motor of in een auto zat. Nee, ik fietste gewoon heel snel. Dat deed ik de laatste tijd heel veel, terwijl ik zachtjes mee neuriede met liedjes waarvan je gewoon wel vrolijk moest worden. Muziek deed immers iets met de emoties van de mens en ik had een onverzadigbare behoefte gehad aan vrolijkheid de laatste weken. Mijn dagen waren nog net geen sleur geweest, een strak rooster dat ik iedere dag als vanzelf volgde. Zo moest ik door de weeks naar school, oefende ik het stuk van de zwarte zwaan dagelijks op standaard tijden en las ik om de zoveel dagen om ondanks alles te kunnen relaxen. Bovendien had ik mijn leven gebeterd. Ik had een vriendin van school, die in meer problemen zat dan de meeste mensen zich zouden kunnen voorstellen. Natuurlijk was het niks vergeleken bij wat mijn mede-balletters hadden meegemaakt -dat was haast onmogelijk te overtreffen- maar ik had haar geholpen en dat was een bijzonderheid in mijn geval. Daarbij kwam nog dat het góéd voelde, echt goed. Ik vond problemen van anderen altijd hoogst irritant, maar ik had nooit verwacht dat die mensen helpen goed zou voelen. Het voelde dan ook haast onwerkelijk, alsof ik mijzelf niet was. Ik was beter dan mijzelf geweest de afgelopen weken.
    Mijn vrolijke gedachten werden abrupt onderbroken aan mijn herinnering aan de klap die mijn hele "ik ga mijn leven verbeteren en mensen met problemen helpen in plaats van negeren" instelling had veroorzaakt. Mijn geest had het zwaar te verduren gehad en mijn ziel had wel geteld drie dagen als gebroken aangevoeld. Het was erger dan toen Maia zo erg toegetakeld was, want ik voelde mij schuldig en ik voelde mij haast nooit schuldig. Dat paste gewoon niet bij mij. Ik was eigenlijk zeer egoïstisch ingesteld als je het zo bekeek. Behalve tegenover Jon dan, maar die kende ik ook al té lang. Voor zover je iemand te lang kan kennen dan, bedacht ik mijzelf, terwijl mijn heel kort mondhoeken iets omhoog krulden.
    Ik vroeg mij wel af hoe het met hen ging, allemaal. Ik was eigenlijk toe aan het helpen van hen, de balletgroep, "de familie". De angst voor de immens grote problemen die zich binnen de muren van de dansschool hadden ontwikkeld was nog wel aanwezig, maar ik was klaar om die te overwinnen. Ik had geleerd had dat angst goed was, maar dat je je er niet door moest laten leiden. Dat zou alleen maar grotere problemen veroorzaken en was dat niet juist hetgeen wat ik zo krampachtig probeerde te voorkomen?
    Ik had geen idee waarin in verzeild zou raken. Waarschijnlijk zouden mensen wel woedend worden als ik zou zeggen dat ik ze zou helpen en ze hadden gelijk ook. Ik had ze flink laten stikken toen Maia in coma lag en nu had Daniel in het ziekenhuis gelegen en was ik wéér niet langs geweest. Eigenlijk wist ik niet eens of hij alweer beter was? Ik ging er wel vanuit, hoewel hij ook nog steeds in één van die nare witte kamers kon liggen. In ieder geval moest ik mijn oprechte interesse voor deze mensen tonen en moest ik erachter komen hoe het met iedereen ging. Hoeveel problemen ik dan ook tegen zou komen.

    Ik inhaleerde een grote hap lucht en duwde tegen de deuren van de balletzaal. Mijn haar zat al in een vlecht en onder de spijkerbroek en trui had ik mijn zwarte legging en shirt al aan. Het was een gewoonte van mij geworden om zwart te dragen tijdens het oefenen de laatste tijd, hoewel ik heel veel van kleur hield. Het voelde gewoon goed om de stukken die ik oefende in het zwart te dansen. Het paste en kwam als natuurlijk op mij over. Hield mijn aandacht bij de dans, de muziek, de sierlijke passen en niks anders.
    Pas toen ik half de dameskleedkamer in was gelopen, mijn tas met onnodige spullen had achtergelaten en de deur van de danszaal al half open had gedaan, merkte ik Ellie op. Ze gluurde de danszaal in, alsof ze iemand aan het bespieden was. Gelukkig was ik slim om niet gelijk iets uit te roepen en was ik ook redelijk stil binnengekomen. Hierdoor verried ik haar niet, zonder te weten wie ze door de opening aan het bekijken was en wat haar bedoelingen daar mee waren. Mijn ogen volgden de haren en zag Daniel staan. Waarom keek ze zo naar hem en ging ze niet gewoon naar hem toe? Het was duidelijk dat ze zich verschool en hem vanachter de deur bekeek als een soort, tja, stalker? Een beter woord wist ik niet te verzinnen voor haar vreemde gedrag. Ik wist echter haar beweegredenen nog niet en vond dus eigenlijk dat ik er niet zo'n veroordelend woord aan vast moest koppelen.
    Uiteindelijk besloot ik het hele Ellie geval maar gewoon te negeren en duwde de deur verder open, zodat een stap de danszaal in kon zetten. Wat ik tegen de jongen daar moest zeggen, wist ik echter niet en meer dan die ene stap, zette ik dus ook niet. Ik wilde hem niet negeren, zoals ik eerst zou hebben gedaan. Ik wist echter ook niet wat hij ervan vond dat ik hier was en de laatste keer dat hij iets tegen mij had gezegd, was hij boos geweest en had mij verweten dat ik niet te vertrouwen was. Ik keek dus behoedzaam naar hem voor een zachte 'hoi' mijn lippen verliet.

    [ bericht aangepast op 5 april 2013 - 20:53 ]


    Happy Birthday my Potter!

    [OMG, de lengte van jullie stukken?!]


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    (Ja, let er vooral niet op. Ik heb overduidelijk te weinig geschreven de laatste tijd. Als ik aan een post begin, blijf ik maar doortypen. Had het gister ook bij een andere RPG. Bovendien gaat het nog altijd om de inhoud van de post :') )


    Happy Birthday my Potter!

    Daniel Cameron Vartanian

    ‘Het wordt een zware, moeilijke zoektocht naar je innerlijke zelf, meneer Vartanian. Deze zoektocht moet u zonder enige hulp van anderen gaan maken – het gaat namelijk niet om de anderen, het gaat hier om u zelf. Het is de bedoeling dat uw eigen innerlijke kracht weer hervonden wordt en dat er zo’n gevoel door uw aderen stroomt dat u denkt dat er niets is veranderd in de afgelopen periode dat u het normale leven opzij hebt geschoven om hier te komen.’

    De zware bromstem van een van de psychologen uit het ziekenhuis galmt fluisterend door mijn gedachten op het moment dat ik mijn blik op mijn schoenen heb gericht. Op de momenten dat ik naar zijn kleine kamertje werd geroepen schold ik hem in gedachten uit voor gek en zielenknijper – maar op dit moment wist ik als geen ander dat hij gelijk had gehad in al zijn gesprekken die we samen hebben gevoerd.
    Niet alleen de afkickkliniek – maar vooral de grote hoeveelheden drugs en drank die daarvoor om de hoek kwamen kijken – hebben ervoor gezorgd dat ik de grip op mezelf en de werkelijkheid heb verloren, waardoor ik nu in de danszaal stond en geen enkel idee had wie ik nu daadwerkelijk was en wie ik nu daadwerkelijk wilde zijn of worden. Alle toekomstdromen die ik ooit in mijn leven had voorgespiegeld aan mijn eigen leven leken nu onhaalbaar, fantasierijk en volkomen belachelijk – waardoor ik op zoek zou moeten gaan naar wat anders. Het moeilijke was alleen dat de psycholoog niet had gezegd hóé ik op zoek zou moeten gaan naar mezelf en dat dat dus een van de vele dingen zou moeten zijn die ik zelf moet uitvinden.

    ‘Hoi.’
    Het ene zachte, fluisterend woordje dat plotseling zijn weg door de danszaal had gevonden deed me een moment verstijven van angst – alsof ik mezelf betrapt voelde en iedereen mijn gedachten van zojuist had kunnen horen. Nog geen enkele seconden later – alsof mijn hersenen een manier hadden gevonden om de angst direct weer achter de dikke deur in mijn hoofd te stoppen – hef ik mijn hoofd op, zodat ik in via een van de vele spiegels een blik kan werpen op de persoon die zojuist was binnen gekomen; Callie.
    Opnieuw schoten mijn herinneringen alle kanten op, maar kwamen uiteindelijk uit bij het laatste gesprek dat ik met Callie heb gevoerd in het ziekenhuis – waardoor het leek alsof er met een zware moker op de plek van mijn hart werd geslagen en ik overvallen werd door een gigantisch schuldgevoel.
    Tijdens ons laatste gesprek had ik woorden uitgesproken die ik nooit zou hebben mogen uitspreken; die haar ongetwijfeld gekwetst hebben en die vanuit het niets waren gekomen, zonder een duidelijke aanleiding. De naam van Jon kwam even opzetten in mijn gedachten, maar die probeerde ik zo snel mogelijk weer weg te drukken – op dit moment was hij niet de persoon waar ik aan wilde denken.

    Op mijn hielen draai ik mezelf dan soepel om – een beweging die ik had onthouden van de vele danslessen die ik in deze danszaal met mijn ‘familie’ had gevolgd. Mijn gitzwarte ogen schoten voor een kort moment angstig en onzeker heen en weer, maar een oud automatisme leek mijn lichaam over te nemen waardoor ik mijn blik niet veel later op Callie richtte, die aan de andere kant van de danszaal was blijven staan.
    ‘Hallo.’
    Het simpele woordje dat over mijn lippen was gerold leek net als de ‘hoi’ van Callie in het niets te vallen in de gigantische danszaal. Voor een kort moment beet ik zachtjes op mijn onderlip – doordat de onzekere kant het weer van me leek over te nemen en ik wild in mijn gedachten zocht naar woorden.
    ‘Ik – Ben weer terug,’ mompel ik dan uiteindelijk, waarna ik mijn ogen neersla.

    || Hahaha, ik heb precies hetzelfde. Het is zo lang geleden dat ik stukjes heb geschreven voor de RPG, dus nu wil ik er ook alles instoppen wat ik eruit kan halen. En omdat we een tijdsprong hebben gemaakt natuurlijk even laten weten wat Daniel allemaal heeft meegemaakt.
    Maar het gaat om de kwaliteit, niet de kwantiteit Frennie! ||


    Calliope ‘Callie’ McDroozy

    Toen dat ene kleine woordje Daniel had bereikt, zag ik zijn spieren aanspannen, alsof hij van mij schrok en deze angst hem deed verstijven. Het maakte mij een beetje zenuwachtig en ik wipte onrustig van mijn ene voet naar mijn anderen, terwijl ik op de binnenkant van mijn wang kauwde. Ik had gelukkig de slechte gewoonte om nagels te bijten wanneer ik mij niet helemaal op mijn gemak voelde afgeleerd in groep acht -mijn moeder had mij een eng verhaal verteld over blindedarmontsteking naar aanleiding van nagels die je doorslikte bij het nagelbijten- maar het was nog steeds duidelijk zichtbaar wanneer ik zenuwachtig was. Wat dat betreft zou ik nooit een goede leugennaar worden.
    Ik ving Daniel zijn blik in de spiegel waar hij voor stond en probeerde in te schatten wat er door hem heen ging. Hij was echter haast onmogelijk te lezen. Voor mij dan in ieder geval, maar ik was sowieso niet bepaald geweldig in inschatten wat iemand dacht. Ik bleef dus op mijn wang kauwen, wachtend op antwoord, dat nog steeds niet was gekomen.
    De stilte werd voor mijn gevoel steeds zenuwslopender en ik had de neiging om mij om te draaien en gewoon de balletzaal achter mij te laten en er nooit meer terug te komen. Ik stond dan ook net op het punt om weer weg te gaan, toen Daniel zich omdraaide. Zijn ogen schoten even door de zaal heen -hij leek wel onzeker en angstig, maar dit viel niet met zekerheid te zeggen- voor hij zich eindelijk tot mij richtte.
    ‘Hallo,’ kwam er even klein en zacht uit, als mijn eigen “hoi” had gedaan. Ik fronste even, aangezien ik meer had verwacht dan één woordje. Vandaar dat ik ook mijn mond hield, mijn kauwen en heen en weer wippen staakte en hem afwachtend aankeek. ‘Ik –Ben weer terug,’ besloot hij uiteindelijk te zeggen, waarna hij zijn ogen neersloeg. Mijn hoofd kantelde zich ietwat naar rechts. Het kon aan mij liggen, maar hij leek heel anders dan voorheen. Hij was onzekerder en overduidelijk helemaal nuchter, wat waarschijnlijk kwam doordat hij was afgekickt van alle verslavende middelen. Ik ging er in ieder geval vanuit dat hij dat gedaan had, aangezien dat logisch was en hij hier waarschijnlijk anders niet zou rondlopen.
    Nu was het mijn beurt om iets te zeggen en ik moest toegeven dat de woorden niet echt vanzelf kwamen. Het gesprek liep stroever dan ik ooit met iemand had meegemaakt, wat mij niet verbaasde, maar ik irriteerde mij er wel mateloos aan. Ik hield er niet van wanneer ik onzeker was over wat ik moest zeggen en zei het liefst gewoon wat ik op mijn hart had. Dan hoefde ik daar niet meer mee te zitten. Maar wat had ik op mijn hart? Ik voelde mij schuldig. Ik was niet langs geweest en blijkbaar had ik daarvoor al iets gedaan, waar ik mij schuldig over moest voelen. Dat was wel duidelijk geworden uit dat “gesprek” toen Maia net was bijgekomen.
    ‘Ja,’ beaamde ik uiteindelijk. ‘Het spijt mij dat ik niet ben langsgekomen of zo. Ik wist niet- Je was eerst boos en-‘ Verder kwam ik niet, aangezien ik geen idee had, hoe ik moest formuleren, wat ik had gedacht, toen ik besloten had niet bij hem op bezoek te gaan, toen hij in het ziekenhuis -of waar hij dan ook allemaal had uitgehangen- had gelegen.
    ‘Dus, sorry,’ besloot ik uiteindelijk maar en keek hem aan in de hoop dat hij zou begrijpen wat ik bedoelde en niet weer boos zou worden. Ik wilde niet dat hij boos op mij was, ik wilde dat niemand boos op mij was. Ik voelde de zenuwen weer in mij opkomen en zette mijn kiezen weer in mijn wang, om er vervolgens weer op te gaan kauwen. De ijzerachtige smaak in mijn mond vertelde mij dat het bloedde, maar ik besteedde er geen aandacht aan. Mijn blik was gefocust op Daniel, wiens beurt het nu was om iets te zeggen.


    Happy Birthday my Potter!