• De cover is gemaakt door DreamerN Alle rechten gaan dus naar haar.

    In de tijd van eind middeleeuwen, begin Gouden eeuw, breekt een ziekte uit.
    Een ziekte erger dan de zwarte dood.
    Mensen gaan dood door vuur in hun magen of enorme bulten op hun hoofd.
    The departement, de bazen van de stad, geven bepaalde mensen de schuld.
    Er word een prijs op hun kop gezet.
    De mensen vluchten de bossen in.
    Daar waar dingen gebeuren die niemand kan verklaren.
    Maar wat de dorpelingen niet weten, is dat The Departement de vijand is.
    In het bos schuilen speciale mensen.
    Engelen, half-goden, vampieren, tovenaars en heksen.
    Ze schuilen in een kamp.
    De dorpelingen noemen het Camp Wicked.
    Zal het hun lukken om The departement te verslaan en de dorpelingen te overtuigen van hun onschuld?
    Er is maar één ding zeker...
    Als The Departement eenmaal jacht op je maakt,
    vertrouw dan alleen zij die zich uw soortgenoten noemen.


    Trailer.





    Rollen:

    ** = foto.
    3,1 4,1 = Bladzijde waar je personage staat.

    Vampieren.
    Ashton Nyx Finne door AtticusM
    Celebrian Clera Aura 5,1 ** Chilaw
    Vampieren hebben de kracht van snelheid. Ze zijn sneller en sterker dan welk leven wezen dan ook. Je bent, volgens het departement, een gevaar voor de samenleving. Vampieren hoeven niet per sé bloed te drinken. Het maakt ze wel sterker en sneller. Ze kunnen gewoon dierenbloed drinken, maar het departement denkt dat ze mensenbloed drinken.


    Half-god. VOL
    Raven Willow Chase. 3,1 ** door Vladiferr
    Enisue Orion Rewe 15,1 ** Traitor
    Danielle Niamh Johnson.
    8,1 ** ** Vexy
    Half goden zijn de zonen of dochters van Griekse goden. Zoals Zeus en Athene. Wat ze kunnen, hangt af van wie ze de dochter of zoon zijn. Wat ook kan is dat ze een dochter of zoon zijn van goden. Dus dan zijn de vader en moeder een god. Alleen is het kind dus op aarde gedumpt en word hij of zij niet meer gezien als dochter of zoon van de goden.



    Tovenaar/heks. VOL
    Freyanna Odain 15,1 ** DreamerN
    Agaraine Odian 3,1 ** Papaoutai¨¨
    Meandery Lune Boromir 6,1 ** Chilaw
    Adam Mikkelson 13,1 ** TicTac
    Tovenaars en heksen beschikken over de krachten van magie. Ze kunnen van alles toveren, maar kunnen geen helingsspreuken.
    Tovenaars en heksen beschikken over een speciale ketting. Hier zit al hun kracht in. Die zit dus niet in hun toverstok. Als de tovenaar of heks het wilt dan kan hij, of zij, dus ook gewoon met zijn handen toveren. Maar moet gedurende alle tijden de ketting om houden. De ketting ziet eruit als de ziel van zijn gebruiker.Dus de kleuren zijn zoals de ziel van de tovenaar of heks is.


    Engelen.VOL.
    Eveline Hailey Sevenster. 5,1 Skull
    Orion Feniks 16,1 ** Ninuturu
    Aria Sotiria. 7,1 ** ** Pebble
    Drew Jay Lyuin Grity Bray Quinn 7,1 ** ** Faisean
    Engelen hebben de geweldige kracht om te vliegen. Hun prachtige witte vleugels, die meestal op hun rug zijn gevouwen, zijn veel geld waard. Hun tranen hebben een helingskracht. Het bloed van de engelen is prachtig zilver en ze genezen snel.


    Mensen van het departement.
    Perry James Chase 3,1 ** Vladiferr
    Deze mensen zijn er op gebrand om de magische wezen te pakken te krijgen. Ze zullen er alles voor over hebben.
    Wat niemand weet behalve het departement is dat ze de levenskrachten nodig hebben van de magische wezens. Hun leider blijft zo langer leven.
    Door de levenssappen die de leider insnuift word hij/zei weer jong en sterk. Alleen het departement weet dit! Voor de rest niemand.


    Meedoen kan altijd.
    Rollentopic
    Praattopic

    RPG Regels;;
    - Graag zeker zijn over het aanmaken van je personage en niet na een dag al stoppen.
    - Minimaal zes regels schrijven in je post.
    - OOC met haakjes [] () - - | |
    - We sluiten hier niemand buiten.
    - 16+ en schelden Is toegestaan, het hoeft niet als je het niet wilt.
    - Beoordeel elkaar niet teveel, want sommige mensen kunnen ook nieuw zijn in de RPG wereld.
    - Bestuur alleen je eigen personages!
    - Je mag niet meer dan twee personages hebben.

    [ bericht aangepast op 10 sep 2013 - 21:29 ]


    "Rebellion's are build on hope"

    VladiFerr schreef:
    Perry James Chase - The Departement.

    Onzeker gleden mijn ogen over de wapens. Ze verwachten dat ik dit allemaal mee zou nemen. Ik gespte twee gevesten aan mijn onderarmen. Daar stopte ik dolken in. De mouwen van mijn donkerrode buis gingen erover heen. Het zwaard zat zoals gewoonlijk om mijn middel.
    Ik had voor de rest niks mee. Behalve nog een deken en dat was het. Ik liep de kamer uit en sloot de deur. Ik liep de trappen omlaag.
    Ik stond in de grote deuropeningen van het dorp. Ik zag twee paarden staan. De grote, witte, ros was waarschijnlijk voor mij. Ik zag een vrouw met blond haar staan bij het paard ernaast. Ik zuchtte diep en liep er toe heen. Ik gooide de opgerolde deken op de achterkant van het paard. Ik pakte de teugels en aaide de hengst over zijn manen.
    Daarna draai ik me naar Daniëlla. Ik steek mijn hand uit.
    'Wij hebben elkaar als eens ontmoet?' zeg ik. 'Maar ik heb me nooit goed voorgesteld. Perry Chase, aangenaam.'
    Ik kreeg plots een soort Flashback binnen.

    'Perry hou op' giechelt Raven. Ik ga door met kietelen en we vallen haast van het dak af.
    Samen zaten we op het dak van de schuur. Het mocht niet, maar onze ouders waren in het dorp.
    Ik stop met kietelen en trek haar op schoot. Het vijf jarige meisje glundert en daardoor gaat de zon schijnen. Ik vond het altijd prachtig hoe ze dat deed.
    Haar stemming gaf vaak het weer aan. Als ze ouder was moest ze het wel onder controle krijgen.
    Ik druk een kus in haar nek en ze leunt tegen me aan.
    'Perry?' vraagt ze, plots. Haar hoofd gaat iets naar achter. Hierdoor zie ik haar fonkelende ogen.
    'Ja?' vraag ik.

    [Klaar ^^]
    'Ga je me ooit verlaten?' vraagt ze. Verbaasd keek ik haar aan. Ik draai haar nu zo, zodat we recht tegen over elkaar zitten.
    'Ik zal je nooit, maar dan ook nooit verlaten Raven,' zeg ik. 'Wat er ook gebeurd. Je bent mijn zusje en ik hou van je.'
    Ze glundert en slaat haar armen om mijn nek.


    Ik kom terug in de werkelijkheid. Het kon me niks schelen hoeveel monsters we gingen doden. Van Raven bleef Daniëlla af.


    "Rebellion's are build on hope"

    Ik wil niet spammen, maar kon het niet laten nog even één post te dumpen (:

    Daniëlla Moore ~ Departement.
    Ik stond al een poosje te wachten toen ik eindelijke een vrij lange man met een zwarte bos haar aan zag komen, Perry. "Ik dacht al dat je, je verslapen had en ik alleen zou moeten vertrekken," merkte ik met een schaapachtige grijns op, waarop ik een waarschuwende blik kreeg toegeworpen van een van de bewakers die er stonden. "Sorry, heer," mompelde ik tegen Perry, met al het tegenzin van de wereld. Als we eenmaal buiten de poorten waren hoefde hij absoluut geen excuses meer te verwachten, het was enkel dat de bewakers erbij stonden en ik me moest gedragen. Ik had mijn voet al in de beugel staan en wilde net opstijgen toen Perry begon te praten. "Wij hebben elkaar als eens ontmoet? Maar ik heb me nooit goed voorgesteld. Perry Chase, aangenaam," vertelde hij en ik wierp kort een blik op zijn uitgestoken had. Deze laatste negeerde ik, ik schudde enkel de handen van mensen die ik respecteerde en Perry hoorde daar nog niet bij. "Daniëlla," antwoordde ik enkel en nam de teugels van Epona in mijn handen. "Laten we gaan." Het was misschien oneerlijk boos te zijn op Perry omdat ik nu met hem opgescheept zat, maar ik kon het niet helpen. Het irriteerde me mateloos dat ik aan iemand gekoppeld was voor mijn eerste missie, ik was immers goed genoeg het zelf te kunnen! "Doe voorzichtig," het was Mikhials stem die me ineens uit gedachten haalde en ik grijnsde naar hem. "Hé, dit is niet het moment om te gaan twijfelen hoe goed ik ben," zei ik, "maar hé, als je, je er beter door voelt. Ik zal een souvenir voor je meenemen." Ik knipoogde naar hem, Mikhial mocht ik altijd wel. Hij was aardig en kon wel tegen een grapje, ook had hij me wel eens betrapt als ik rondneusde waar ik niet hoorde te zijn, maar hij was de enige die aardig genoeg was te doen alsof er niks gebeurd was. Ik keek wierp een blik op Perry en spoorde Epona aan die rustig begon te lopen. Eenmaal buiten de poorten keek ik vanuit mijn ooghoeken naar Perry. "Luister, je hoeft niet te denken dat je beter bent dan ik óf dat je de leiding hebt, enkel omdat je een hogere functie hebt. Ik wil als een gelijke behandeld worden en als je het daar niet mee eens bent vertrek ik nu, in mijn eentje vind ik die monsters misschien nog eerder," ratelde ik. Ik was altijd recht door zee en wond er geen doekjes om, dit was hoe het was. Natuurlijk wist ik prima dat ik hem hoorde aan te spreken met u of heer Chase, maar we waren buiten het Department, dus hoefde ik niet braaf te zijn. Ik genoot nu al van de vrijheid, maar ik voelde me al wat minder geïrriteerd dan eerder door het feit dat ik buiten was. Ik was altijd graag buiten en het weer was heerlijk, hopelijk zou het zo blijven. De zon scheen, maar het was niet te heet door het zachte briesje dat er woei (yeah, dat is een woord). Helaas had ik een paar mensen horen zeggen dat het binnenkort zou gaan stormen, wanneer wist ik niet, maar ik had weinig trek in flinke regen en windstormen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    -Haai. MT-


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    Aria Athanasia Ophelia Rena Thodora Urania Sotiria - Engel.
    Mijn blik omhoog gericht baande ik me een weg door het dichte bos. Ik was zojuist op de aarde aangekomen en volgde nu mijn pad naar het zogeheten kamp. Het was nog vroeg, maar de zonnestralen schenen toch al helder door de bladeren. Het zilveren bloed wat uit mijn wonden - die nu al bijna weer geheeld waren - op mijn armen, gezicht en hals opgedroogd was, weerkaatste erin. Het was de eerste keer dat ik pijn had gevoeld en heel eerlijk, ik hoopte, tegen mijn weten in, het nooit meer te voelen. Mijn bloten voeten stapten op halfverteerde bladeren en kleine takjes, die een zacht krakend geluid maakten onder mijn gewicht. Ik was nog altijd lichtvoetig, soms zweefde ik zelfs een beetje, om mijn vleugels wat ruimte te geven. Het gaf een vrij gevoel, om mijn vleugels te gebruiken. Maar het gevoel wat op mijn borst drukte, was minder. Ik moest vlug in het kamp zien te komen, want hier alleen in het bos was ik niet veilig.
    Ik was geïnformeerd dat er aardse mensen naar ons op jacht waren, die ons van ziektes te beschuldigen die hun dorpen uitroeide. Naar mijn weten was dat niet de schuld van de magische wezens, maar enkel van die van de sterfelijken zelf. Mijn voeten lichtten van de grond en ik zweefde over een boomstronk heen, om aan de andere kant weer zachtjes de grond te raken. Mijn lange, witte jurk sleepte achter me aan. Er zaten velen scheuren in van de val, maar hier maakte ik me nog het minst druk over. Mijn doel voor nu was om zo vlug mogelijk het kamp te bereiken.
    Herten, konijnen, eekhoorntjes en andere bosdieren liepen om me heen alsof ze geen bedreiging voelde bij mijn aanwezigheid. Dat hoefden ze eerlijk ook niet, ik had geen enkele intentie ze wat kwaads aan te doen. Na een aantal minuten in stilte gelopen te hebben, hoorde ik water. Ik stapte tussen de bomen vandaan en zag dat ik aan de oever van een rivier stond. Aan mijn linkerkant was een waterval te zien. Ik heb altijd al een zwak voor watervallen gehad. In het realm waar ik woonde had je ze ook en ze waren altijd mijn favoriete plekken geweest. De rivier cirkelde rond een heuvel en ik zag dat het kamp zich daarboven bevond. Een gelukzalige zucht verliet mijn kersrode lippen en ik tilde mijn voeten van de grond, om over het wateroppervlak naar de andere kant van het water te zweven, om vervolgens de heuvel op te zweven. Boven aangekomen daalde ik weer naar de grond en liet mijn vleugels wat licht achter me fladderen, terwijl ik de omgeving goed in me opnam. Dit zou mijn nieuwe thuis worden.


    [Ik heb haar persoonlijkheid toegevoegd, voor diegene die geïnteresseerd mochten zijn (: ]


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    Perry James Chase - The Departement.

    Daniëlla kijkt even naar mijn hand. Alsof ik het zojuist door de stront heb gehaald.
    'Daniëlla' zegt ze. Ik was een beetje verbouwereerd. Ze had namelijk wel lef en dat had ik niet verwacht van iemand van lagere stand. Zeker niet iemand van lagere stand die ook nog eens een vrouw was. Ik voelde een duw van de zachte neus van de ros. Ik probeerde te raden naar zijn naam. Ik was die namelijk totaal vergeten. Daniëlla zei iets tegen de man die iets verderop stond. Ik luisterde er niet naar. Het waren niet mijn zaken. Ik besloot ondertussen het paard gewoon Ros te noemen. Het was het enige waar ik op kwam. Plots begreep ik dat we gingen en steeg vlug op. Het was een tijdje terug dat ik had gereden. Misschien een maand of vier à vijf. Ik gaf Ros de sporen en al snel reden we het dorp uit. We zouden eerst grote velden met droog gras en kleine bomen en struiken moeten oversteken. Dan zouden we pas aankomen bij het bos. 'Luister, je hoeft niet te denken dat je beter bent dan ik óf dat je de leiding hebt, enkel omdat je een hogere functie hebt. Ik wil als een gelijke behandeld worden en als je het daar niet mee eens bent vertrek ik nu, in mijn eentje vind ik die monsters misschien nog eerder' ratelde Daniëlla plots.
    Ergens had ik al het vermoeden dat ze zo zou gaan doen. We waren buiten de stad en ik vond dat ze een goed punt had, maar het was ook nooit mijn bedoeling geweest om als een meerdere over te komen. Ik maakte nooit gebruik van de status die ik had.
    'Als u in uw eentje vertrekt ben ik er niet zo zeker van dat u de weg vind, vrouwe,' zei ik. 'Ik ben in deze bossen opgegroeid en ken ze beter dan u. Daarbij denk ik niet dat het Departement er erg blij mee zal zijn als u me achterlaat. We zullen moeten samenwerken.'
    Ik spoorde het paard iets beter aan en reed nu vlak naast haar.
    'Of u het nou wilt of niet vrouwe,' zei ik, met een domme grijns op mijn gezicht. 'U heeft me nodig.'


    "Rebellion's are build on hope"

    {Ik weet niet of ik het ga redden om vanavond iets te schrijven. Heb echt teveel te doen...}


    Stenenlikker

    Gawain schreef:
    {Ik weet niet of ik het ga redden om vanavond iets te schrijven. Heb echt teveel te doen...}

    [je hebt alle tijd]


    "Rebellion's are build on hope"

    (Mt)


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    [ Late MT But hiiiii peopleee]


    Yeah, and people in hell want Slurpees.

    Agaraine Odian - Tovenaar - **

    Ik was aan het trainen, door het bos. Korte afstandjes sprinten, puur om op conditie te blijven. Ook trainde ik mijn magie een aantal keer op een dag, dit zodat ik nooit een spreuk zal verleren en alleen maar sterker word. Dat hoor ik tenminste.
    Ik stop na een tijdje en rek mezelf helemaal uit, ik heb het warm gekregen. Het is dus tijd om een beetje rustige oefeningen te gaan doen. Langzaam laat ik mijn armen weer naar beneden zakken en laat ze langs mijn lichaam hangen. Dan adem ik een paar keer rustig in en uit om mijn ademhaling onder controle te krijgen. Wanneer dit gebeurt is besluit ik rustig richting het kamp terug te lopen.
    Bij het horen van een geluid kijk ik op, ik meende een glimp van Raven op te vangen. Wanneer ik beter kijk is dit ook waar.
    Een korte geeuw verlaat mijn mond en ik besluit maar een gesprekje aan te knopen, ik heb niet veel anders te doen en vaak wilde mensen dat ik wat meer met andere zou gaan praten. Dat is niet echt hoe ik ben eigenlijk, ik ben vaak meer stil dan dat ik naar andere mensen toe ga.
    Ik haal mijn hand even langs mijn wang als ik wat voel kriebelen, als het niets schijnt te zijn haal ik mijn schouders op en loop ik de richting in waar Raven ook op ging.
    "Raven," zeg ik dan als ik uiteindelijk in haar buurt kom. "Heb je nog nieuwe vluchtelingen gesignaleerd?" vraag ik dan en ik steek mijn handen in de kleine zakken in mijn bordeauxrode broek. Op mijn gezicht staat een vriendelijke glimlach. Eigenlijk staat er altijd wel een glimlach op mijn gezicht. Behalve als ik echt boos, bang of iets anders ben, dan is hij weg.
    Ik kijk even om mij heen om daarna weer terug te kijken naar Raven. Ze is een mooie jonge vrouw, donkere haren. Ik haal één van mijn handen uit mijn zakken en haal die even door mijn haar. Hopelijk had ze nog een aantal vluchtelingen gezien, dit betekend dat die dan veilig aangekomen zijn. Ik hoop dat The Department ooit zal beseffen dat wij niet het probleem zijn van de nare ziekte. Ik vind het vreselijk mensen zo ziek te zien en ze, na een tijdje, te zien overlijden. Ik heb het zelf gezien bij mijn ouders. Het was vreselijk en ik was er kapot van. En nu nog, telkens als ik mensen zie sterven aan deze ziekte vind ik het erg en hoop ik dat er een remedie op komt, zodat niemand meer ziek hoeft te zijn. Maar nee, The Department ziet ons ervoor aan, omdat wij 'anders' zijn. Terwijl ik zeker weet dat de meesten van ons die arme mensen willen helpen.
    Ik hoop echt dat die mensen op een dag in gaan zien dat wij het goed bedoelen.

    [Zo, mijn beginpost ^^ ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Celebrian Clera Aura - Vampier - Vluchtelinge.

    Met mijn dochtertje voor me op het zadel van mijn trouwe paard Mask slenteren we door het bos. Ze sliep gelukkig, anders krijste ze de hele boel bij elkaar en zouden we gevonden worden. Elanaiha was geen vampier, maar ik wel. Ik was nog geen vier uug geleden weggejagd uit mijn huis, waarna ik mijn nog gezadelde paard had gepakt samen met mijn dochtertje en was er weg gegaan. Nu, was ik op zoek naar een verblijfplaats. Misschien weer een Abdij..Als ik er teminste geaccepteerd werd. Natuurlijk had ik van de verhalen van Camp Wicked gehoord, maar ik had er geen volle vertrouwen in, wie weet was het een valstrik. In gedachten verzonken hoorde ik dat mijn dochtertje wakker geworden was en de boel bij elkaar aan het krijsen was. Ik gaf haar een stukje brood, waar ze op begon te sabbelen en keek rustig rond. Het bos was prachtig, maar de stad was beter. Puur omdat er een overvloed aan bloed rond liep. Ik zou mijn famillie nooit iets aan doen, maar andere deerde mij helemaal niks. Zolang ik er maar op bleef leven vond ik het goed. Mijn vrije hand pakte dat van mijn dochtertje vast en vertederd keek ik naar het jonge meisje dat geen flauw benul had wat er aan de hand was. Ze was nog zo klein, en zou nog zo veel mee gaan maken. Een eenzame traan dwarrelde over mijn wang en Elana stak haar mollige kinderarmpjes naar me uit voor een knuffel. Ik boog me naar voren en haar armpjes sloegen zich om mijn nek, en mijn armen om haar. Mask zou wel een weg ergens heen vinden, hij begreep wel waar ik heen wilde.


    Yeah, and people in hell want Slurpees.

    -Mon Topics-


    The future belongs to those who believe in the beauty of their dreams.

    Ik spam echt heel erg :\ Ben denk ik heel enthousiast over dit topic.. Het is ook dat ik overmorgen gelijk tot vijf uur op school zit en met mijn bindweefselaandoening ben ik dan kapot als ik thuis kom. Vandaar dat ik nu alvast veel schrijf :)

    Raven Willow Chase - Vluchteling - Half-god.

    Ik had een best vrolijk humeur en dat liet ik merken ook. De zon scheen fel, maar er honger hier en daar wel wat wolkjes. Ik probeerde mijn gevoelens af te schermen van het weer, iets wat soms moeilijk ging. Als ik verdrietig was regende het pijpenstelen en als ik kwaad was, werd het donder en bliksem. Maar als ik rustig was kon ik mezelf afschermen.
    'Raven,' hoor ik plots een bekende stem. Ik zie Agaraine op me afkomen. Hij heeft een schattige glimlach op zijn gezicht. Hij komt naast me lopen en knoopt een gesprek met me aan. Iets wat ik fijn vond, aangezien ik hem mocht en ik nooit een gesprek aandurfde met andere mensen.
    'Heb je nog nieuwe vluchtelingen gesignaleerd?'
    Ik frons mijn donkere wenkbrauwen en na een tijdje schud ik mijn hoofd.
    'Nee,' mompel ik. 'Niet dat ik weet.'
    Ik stop met lopen en laat het net even op de grond steunen. Het was zwaar en het net sneed in mijn hand. Ik gooi nu ook mijn boog over mijn rug. Nu kon ik het net met twee handen vasthouden. Ik til het weer op, maar laat het dan met een gilletje vallen. Een snee vormde zich in de palm van mijn hand.
    'Geweldig' snauwde ik. Vanuit mijn ooghoek zag ik meer wolken aan de hemel verschijnen en dat maakte mijn stemming er niet beter op.
    Ik plof neer op de grond en staar met een chagrijnig hoofd naar het net met ons hopelijk ontbijt.
    Dan kijk ik omhoog naar Agaraine.
    Voor dat ik het door heb speelt er een grijns op mijn lippen en zet ik grote ogen op.
    'Kan jij het misschien het laatste stukje dragen?' vraag ik.

    [ bericht aangepast op 26 aug 2013 - 22:11 ]


    "Rebellion's are build on hope"

    Adam Mikkelson|| Tovenaar

    Het geluid van rennende voetstappen was duidelijk te horen terwijl ik me zo snel als ik kon uit de voeten maakte. Ik had die truc gewoon moeten laten zijn, had alles gewoon moeten oplossen zonder magie te gebruiken. Als ik dat niet had gedaan, had ik nu niet moeten rennen voor mijn leven. Spijtig genoeg had de man me gewoon zo hard uitgedaagd dat ik niet meer had nagedacht over de gevolgen. Vloekend dwing ik mijn benen om nog sneller te bewegen als ik merk dat mijn achtervolgers wel heel dichtbij zijn gekomen en snel sla ik een of ander straatje in om slippend tot stilstand te komen als ik merk dat deze doodloopt. Voor een kort moment is er een zweem van angst in mijn donkere kijkers te bekennen terwijl ik me omdraai en met mijn rug tegen de koude muur ga staan. Gegrinnik was te horen toen de mensen die me achterna gezeten hadden, merkte dat ik geen kant meer uit kon. Er hadden zich blijkbaar een heleboel anderen zich tijdens de achtervolging aangesloten, want ik kon me echt niet herinneren dat ze met meer dan twee waren in het begin. “Je kan geen kant op.” Een van de mannen kon het blijkbaar niet laten om het nog eens goed in te wrijven terwijl hij een paar passen vooruit zette. Hij werd al snel gevolgd door de negen anderen, die overigens allemaal dicht bij elkaar bleven. Deze mensen geloofden echt serieus dat ik en andere wezens al die ziektes hadden veroorzaakt, anders waren ze waarschijnlijk nooit zo bang geweest. Op een paar meter afstand bleef de eerste man staan, werd al gauw ingehaald door de rest zodat ze weer een hele groep vormde. In sommigen hun ogen kon je duidelijk de angst zijn, angst voor wat ik zou kunnen doen. Bij de voorste man was enkel vastberadenheid te lezen daar hij er zeker van was dat hij een Tovenaar te pakken had en een hoop geld kon verdienen als hij deze uitleverde aan the department. Wat zij verder met me zouden gaan doen interesseerde hem niet, hij dacht toch alleen maar aan het geld. De doodsangst die eerst op mijn gezicht te zien was geweest, maakte plaats voor een grijns die menig mens van zijn stuk bracht. “Mis, ik kan wel degelijk nog een kant op.” Met veel kabaal liet ik een soort paarse rook verschijnen die heel de steeg omhulde en zonder nog te aarzelen sprintte ik vooruit. Met gemak duwde ik de mensen die in de weg stonden aan de kant om zo een doorgang te vormen. Niemand deed ook maar een poging om me tegen te houden, waarschijnlijk omdat ze niet eens wisten dat ik ervandoor ging. Zonder verder nog veel tegenstand bereikt eik het bos waar ik wist dat de rest zich schuilhield. Diegene die niet meer geaccepteerd werden door de mensheid, diegene die een prijs op hun hoofd hadden staan. Met wat moeite wist ik de overkant van de rivier te bereiken. Het had makkelijker gekund, maar ik vond het niet zo’n goed idee om nu nog magie te gebruiken. Meteen toen ik de overkant bereikt had, zette ik het weer op een rennen en keek even achterom om te kijken of iemand me gevolgd was waardoor ik dus niet zag dat er iemand voor me liep en met een knal tegen die persoon opbotste. Met een smak belandde ik op de grond en uit automatisme kroop ik een stuk naar achter zodat er wat afstand tussen mij en die persoon creëerde. Vanaf het moment dat ik haar grote vleugels opmerkte, viel mijn mond half open. Ik had wel al over Engelen gehoord, maar had eigenlijk altijd gedacht dat ze maar een mythe waren. “Engel.” Het was een overbodige conclusie aangezien het duidelijk te zien was aan die grote witte dingen op haar rug. Pas na een tijdje merkte ik de zilverachtige substantie op haar huid op en in een soepele beweging krabbelde ik overeind. “Ben je gewond? Is alles wel ok?”


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Oké, dit klinkt gek, maar kan de tijd voor Perry en Daniëlle misschien beter een beetje sneller gaan? Het lijkt me onwaarschijnlijk dat ze op hun eerste dag al een monster vinden, maar aan de andere kant, het reizen zelf is niet zo boeiend om te beschrijven. Ik heb dus alvast een flash forward gedumpt in de spoiler onderaan mijn post, als je het hier mee eens bent laat ik hem staan en anders haal ik hem gewoon weer weg (: (Ik had ook gewoon zin om te schrijven, hahaha)

    Daniëlla Moore ~ Departement.
    Perry gaf toe dat hij eraan twijfelde of ik de weg terug zou vinden als ik alleen vertrok en dit maakte me woedend, natuurlijk kon ik de weg terug vinden! Heel goed zelfs. Het kostte me dan ook veel moeite om er niet meteen vandoor te gaan op Epona, al wist ik zeker dat hij me zo in zou halen met zijn prachtige ros. Ik moest wachten tot we de paarden achter moesten laten, of wachten tot de nacht viel en ik de wacht moest houden. Nee, dit laatste plan vergat ik al zou gauw als het me te binnen was geschoten. Hem zo kwetsbaar achterlaten zou me geen punten scoren bij het Department, ik zou overdag moeten vertrekken.
    "Of u het nou wilt of niet vrouwe, u heeft me nodig," zei Perry met een grijns op zijn gezicht die ik er maar al te graag vanaf had geslagen, maar ik hield me in en spoorde Epona aan, zodat ik Perry's pad versperde. "Ik heb niemand nodig, ik ben opgegroeid in het Department en verdien een hogere functie! Onderschat me niet." Ik wierp hem nog een blik toe die duidelijk zei dat ik serieus was en niet slechts aan het pochen was, ik kende mijn eigen zwakheden, maar ik wist ook dat ik behoorlijk goed was. Opnieuw spoorde ik Epona aan om onze weg te vervolgen, deze keer liet ik haar voor Perry lopen, omdat ik nog altijd barweinig zin had in een gesprek met hem.

    De rest van de reis sprak ik zo weinig mogelijk met Perry, de enige keren dat ik mijn mond opendeed was als we moesten beslissen welke kant we nu weer opgingen. Ik probeerde zo min mogelijk pauzes te houden en als we ze hielden, zo kort mogelijk. Helaas had mijn paard een slechtere conditie dan ik gehoopt had en moesten we vaker een pauze houden dan ik in eerste instantie gehoopt had.
    Elke keer dat we een pauze namen besteedde ik mijn tijd aan het rekken van mijn spieren en het vervloeken van ons vervoer. Ik had een hekel aan paardrijden, het zat alles behalve comfortabel en het beviel me niet dat ik mijn eigen lot deels in de handen, of hoeven, van een paard legde. Ook at ik wat gedroogd vlees en dronk zo nu en dan wat, zonder Perry wat aan te bieden, omdat ik er vanuit ging dat hij zijn eigen spullen mee had. Het was een volwassen man en ik zag het niet als mijn verantwoordelijkheid om hem van eten te voorzien. Toen we weer op pad waren stelde ik na een poos voor om ons kamp op te slaan, het zou dan nog net lang genoeg licht zijn om onze tenten op te zetten en te jagen. Een goed avondmaal sloeg ik immers nooit over.
    Het goede weer had helaas uiteindelijk weinig invloed gehad op mijn humeur, waardoor ik nog altijd weinig zei tegen Perry. Nadat we onze tenten hadden opgezet had ik hem gezegd dat ik ging jagen en ik had hem tevens de opdracht gegeven droog hout te zoeken voor een kampvuur. Ik had slechts een konijn weten te vangen, wat veel minder was dan ik gehoopt had, maar het zien van een goed kampvuur verlichte mijn irritaties iets. De warmte van het vuur was een genot nu de zon onder was en de koelte van de nacht al zijn intrede maken. Zonder te klagen fileerde ik vervolgens het konijn en braadde het vlees boven het vuur. Deze keer gaf ik Perry wel de helft, aangezien mij dit eerlijk leek. We hadden ieder onze eigen taken gehad en hij verdiende de helft. Ik at de mijne zwijgend op en kaatste elke poging tot een conversatie die hij maakte nog steeds af, zoals ik de hele dag had gedaan. Het was misschien onredelijk van me om pissig op hem te zijn, aangezien het het Department was geweest die het nodig had gezien mij aan iemand te koppelen, maar Perry was momenteel de enige op wie ik mijn irritaties kon uiten. "Ik houd als eerste de wacht, ga jij maar slapen," zei ik nadat we ons eten al een poos ophadden. Het was misschien nog wat vroeg, maar ik was van plan morgen vroeg te vertrekken en daar had je een goede nachtrust voor nodig.
    We wisselden die nacht steeds af en het was de derde keer dat ik buiten in het klamme gras zat toen me een plan te binnen schoot. Er was een manier om te testen wie ik nou werkelijk mee had op reis en wat hij waard was. Ik keek even over mijn schouder naar de tent waar Perry in lag te slapen en kreeg een grijns op mijn gezicht. Het mes dat k al die tijd in mijn hand had gehouden legde ik nu naast me neer, ik was niet van plan één van ons ook maar enige echte verwondingen toe te dienen, dat zou alles alleen maar lastiger maken. Voorzichtig kwam ik overeind en sloop naar Perry's tent, elk takje en blaadje dat mijn aanwezigheid kon verraden nauwkeurig ontwijkend. Toen ik bij Perry's tent was sloeg ik de flap van de tent opzij en keek naar binnen. hij lag nog altijd te slapen en man, wat genoot ik hiervan. Het was de perfecte test, aangezien je ten alle tijden alert hoorde te zijn, zelfs in je slaap. Perry zou niet weten wat hem overkwam en ik kon het niet laten kort te grijnzen. Niet veel later kwam er een luide schreeuw uit mijn keel en besprong ik Perry.

    [ bericht aangepast op 27 aug 2013 - 17:57 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.