• Genre: Sci-fi, Slic of Life
    Woorden per post: Minimaal 300
    Tempo: Langzaam
    Taal: ABN
    Leeftijd: 16+ toegestaan
    Inspringen: Dit kan altijd, PB me dan even (:
    Regels:
    • Huisregels
    • De 'RPG-regels'
    Seeking their Souls
    In het jaar 2147 ontdekte een groep wetenschappers in Londen een nieuwe manier om leven te creëren. Door het manipuleren van het DNA van een foetus en deze buiten de baarmoeder te laten groeien konden ze een 'perfect' mens schapen. Deze mensen zouden geen imperfecties hebben en alleen hun oogkleur kon al elk mogelijke kleur hebben, aangepast op wat de 'ouders' wilden. Rijke ouders van over de hele wereld bestelden één van deze 'Beauties', zoals zij werden genoemd, en uiteindelijk werden er 32 gemaakt. Een jaar later werden de eerste zes Beauties geboren, één op elke 13e van de maand. In het begin leek alles perfect, maar dit duurde niet lang...

    In 2155 ontwikkelde een Beauty een 'gift'. De jongen was een prototype geweest en stond bekend onder de naam Zero. Hij was opgegroeid in Engeland en op zijn zesde verjaardag raakte hij buiten bewustzijn, toen hij daarna wakker werd had hij een stem die niet eigen was en sprak hij de volgende woorden:


    "Door een man zonder hart geschapen
    Deze wezens oh zo fragiel
    Moeten opnieuw worden verbonden
    Met hun lang verloren ziel"

    Elke keer dat hij hierna oogcontact maakte met een Beauty deed hij een voorspelling. Toentertijd begreep niemand zijn woorden, maar zodra de Beauties één voor één zes jaar werden, drong de betekenis van de woorden tot iedereem door. Elke Beauty ontwikkelde een gift, sommigen konden een element besturen en anderen konden wonden doen verdwijnen of mensen hun eigen wil opleggen. Men raakte in paniek door deze rare ontwikkeling en al gauw begonnen mensen de dood van de kinderen op te eisen, want het was duidelijk dat deze kinderen té sterk werden. Naast hun gift waren ze ook sterker en sneller dan normale mensen, maar dit alles had ook een keerzijde. De kinderen verloren hun reukvermogen en mogelijkheid tot het proeven van dingen, ook werden zij kleurenblind. Ze waren een deel van zich verloren, hun ziel en zij zouden deze terug moeten vinden zoals Zero hun had verteld. Dit zou enkel lukken als zij de juiste persoon zouden vinden en deze zouden kussen.
    Niet lang nadat de jongste Beauty zes jaar werd greep de overheid in. In de nacht van 3 mei werden overal ter wereld de Beauties bruut opgeschrikt en meegenomen naar een gevangenis in de Indische Oceaan, een gevangenis speciaal voor hen ontwikkelt. Er waren vier gevangenissen en ieder hield zes Beauties. De kinderen kregen handschoenen om van een speciaal materiaal die voorkwam dat de kinderen hun gift konden gebruiken.

    Het is nu 2167 en de meeste oudste Beauties bereiken binnenkort hun leeftijd van 20 jaar. Zij zijn dan bijna officieel volwassen volgens de wet, maar hun toekomst ziet er somber uit. In deze RPG volgen we de Beauties en hun problemen met o.a. hun gift, het vinden van de persoon die hun zou helpen bij het terugvinden van hun ziel en met hunzelf.


    Story: Seeking their Souls
    Rollen- aka kletstopics: 01 II 02 II 03 II 04
    Speeltopics: 01


    Lijst om mee te doen:
    De lijst die je moet invullen voor je rol vind je hier.
    Voel je vrij dingen toe te voegen als je dit wilt.

    Rollen:
    Voor meer informatie, zie de story.
    Beauties: Op volgorde van oud > jong
    02: Chronos Farrell Nolan Johnston - Lucht - Goldenwing II 2,8
    03: Borya Ivanov - Elektriciteit - Valyrian II 1,7
    05: Rourke Ryan Reid - Aarde - Gaikotsu II 2,3
    09: Daniella Jonathan - Aarde - BastiIIe II 1,1
    11: Guinevere Kala Irving - Ijs - Hiraeth II 2,7
    13: Laron Caldre Barrineau - Ijs - Yoda II 2,2
    Vrij!
    Vrij!

    Bewakers:
    Hoofd v/d bewakers:
    Eduard Novak - 37 - Cashby II 1,8
    Amora Delgado - 20 - Valyrian II 1,7
    Vrij!

    Wetenschappers:
    Het hoofd: Vrij!
    Vrij!

    [ bericht aangepast op 4 juni 2014 - 19:21 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Guinevere Kala Irving • Ice • Beauty

    De voorheen verwarde uitdrukking was als sneeuw voor de zon verdwenen toen ik het meisje begroet had, waarop ze naar me opkeek met wijd geopende ogen. Toen ze echter opmerkte dat ik het was, scheen het iets te veranderen. Was ze verzonken in haar hersenspinsels? Over de vroegere dagen, wellicht?
    Op zoek naar een begroetingszin, vertelde ik haar over de structuur van haar gezicht. Hierom bleven haar poelen opengesperd staan, lichtelijk nadenkend. Echter had ik dit geen aandacht meer gegegeven, opgelucht dat ik ten minste iets gezegd had, was ik begonnen aan het croissantje op mijn bord. Ik plukte er wat van en stak het in mijn mond, om er vervolgens wat van het goedje op te smeren - waarvan ik de naam vergeten was - en dit op te eten. Zelfs al kon ik het niet proeven; ik probeerde nog zo normaal mogelijk over te komen.
          'Bedankt – Guinevere,' komt er dan abrupt als een zachte fluistering over Mortefiscera haar lippen vandaan. Hierna bleef het stil. Langzaamaan blikte ik mijn ijsblauwe poelen naar haar op en knikte kort alvorens een antwoord te bedenken.
    'Geen probleem; het is immers mijn waarheid, een ander zal daar waarschijnlijk weer verschillend over denken.' Vertelde ik, naar eerlijkheid. Kort bestudeer ik haar even, maar besloot om hierna mijn blik weer naar het bord te laten dwalen. Zwijgzaam duurde het voort, ik wist niet wat ik verder kon zeggen. En om te vragen hoe het met haar verliep was ook weer wat, tot er opeens van haar kant wat klonk.
          'Dit is een croissant –' Mijn kijkers knipperden kort verbaasd alvorens ik mijn blik op haar richtte. Onze blikken kruisten echter niet, aangezien ze die van haar richting het bord hield.
          'Dat klopt,' murmelde ik enkel zachtjes terug, wat beduusd vanwege het feit dat ze zelf het gesprek opnieuw probeerde te starten ofwel verder wilde gaan. Alsnog blij-verrast dat ze deze uitspraak had gedaan, het was beter dan niets.
          'Wat denk je dat ze vandaag van plan zijn met ons?' fluisterde ze, nog zachter dan hiervoor. Mijn lichte poelen gleden van haar naar de enkele bewakers en weer terug naar Mortefiscera. Het halve croissantje liet ik op mijn bord liggen.
    'Eerlijk waar, ik heb geen idee. Er zal vermoedelijk wel wat op ons zitten te wachten, omreden dat we dit eten nu krijgen in plaats van het doorgaanse voedsel.' Liet ik met een achterdochtige toon weten, waarna ik mijn mond opnieuw open deed om verder te spreken. Dat werd echter ruw verstoord door iemand. In mijn ooghoeken zag ik hoe er een jonge vrouw, Daniella, op de stoel ging staan om het eten rond te gooien. Mijn mond viel oprecht open, waarbij ik naar het tafereel keek dat er ontstond. Dit is absoluut iets wat ik niet fijn vind, en ik zal dan ook -
          'Voedselgevecht!' Haastig bukte ik om het voedsel te vermijden dat mijn kant op kwam, het goedje dat nu tegen de muur aangeplakt zat en traag richting de grond droop. Van slag schoot mijn blik naar Mortefiscera om te zien hoe zij eronder leedt, al stond ik al snel op om hier een eind aan te maken. Een rockteken, dat zou zeker Daniella niet zelf zijn! Rourke moest ook elke keer herrie schoppen, ik had het moeten weten. Dit was grofweg onfatsoenlijk! Dit betekende veranderingen en van al deze drukte hield ik absoluut niet. Alsof het niet erg genoeg was dat de bewakers al een plan hadden beraamd? Nu kwam dit er eveneens nog bij.
          'Een moment, Mortefiscera,' liet ik haar snel weten. Haar hele naam uitgesproken, wat ik in feite altijd al had gedaan mocht ik haar tegenkomen en/of met haar praten. Geschrokken, al probeerde ik dat nog wat te verbergen, blikte ik rondom me en bukte nog een enkele keer om iets te vermijden alvorens me naar de dichtsbijzijnde bewaker te begeven - wat Eduard bleek te zijn. Hij had zelf een stukje brood tegen zijn gezicht aangekregen, waar hij eerst niets op scheen te doen. Ondertussen stond hij al bij de desbetreffende tafel. Hij begon te praten tegen iemand, wat ik niet kon verstaan vanaf hier. Naarmate ik er bijna was, hoorde ik hem nog kort aan.
          '...jezelf in problemen brengt toch? Al moet ik zeggen dat een beetje ‘actie’ zo nu en dan ook geen kwaad kan.' Nogmaals viel mijn mond open, terwijl ik bij hen stilstond en mijn handen in mijn zij zette.
          'Pardon hoor, ben jij niet de wachter over ons?' Mijn lichte kijkers rolden ik kort geërgerd door dit impulsieve gedrag. Als dit niet snel opgelost zou worden, moest ik bij deze ruimte weg, aangezien ik hier niet tegen kon. 'Dit is volstrekt losbandig en bovendien afkeurenswaardig gedrag,' begon ik hen de les zowat te lezen, waarbij ik een blik schoot naar de dader. 'Deze "actie" hoort niet te gebeuren; het hoort hier kalm te zijn. Dit behoort tot overlast.' Mijn dieprode lippen perste ik op elkaar. 'En daarbij, wat voor plan hebben jullie beraamd? Dit etenswaar krijgen wij anders niet.' Als ik over het andere begon, kon ik dit net zo goed op de man afvragen en het oplossen, voordat ik helemaal gestoord werd en alleen wilde zijn.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Mortefiscera Emeliana Santeria
    • Beauty 24, Wilscontrole

    'Eerlijk waar, ik heb geen idee. Er zal vermoedelijk wat op ons zitten te wachten, omreden dat we dit eten nu krijgen in plaats van het doorgaanse voedsel –' Gedurende haar woorden had ik Guinevere met grote, afwachtende ogen aangekeken – alsof zij degene was die me kon verhelderen over wat ik kon verwachten op deze dag – totdat haar woorden ruw werden onderbroken door een hoge, vrouwelijke schreeuw. Vaag zag ik Guinevere haastig wegduiken – waardoor ik mijn lichaam voelde verstijven en geen flauw idee had wat er zojuist was gebeurd, noch wat er stond te gaan gebeuren op deze vroege ochtend.
          Na enkele seconden voel ik een tintelend gevoel langs mijn schouders omlaag kruipen naar mijn vingertoppen en krijg ik het voor elkaar om mijn gezicht voorzichtig en tergend langzaam naar de muur te draaien – waar een gedeelte van het voedsel dat zojuist op de tafel had gelegen op zijn weg is om via de muur naar de vloer te kruipen. Ik kon me vaag herinneren dat er zojuist iets langs mijn neus was gesuisd – maar dat ik verder niet was geraakt, waardoor ik fel mijn adem naar binnen zuig en mijn blik opnieuw op Guinevere richt.
    'Een moment, Mortefiscera,' vormen de donker gekleurde lippen van Guinevere – alvorens ze op staat en van haar plaats verdwijnt. Hoogstwaarschijnlijk komt het zachte knikken van mijn hoofd te laat – maar in mijn gedachten ben ik er trots op dat ik opnieuw op een zin van iemand anders heb gereageerd ; al was het maar door zachtjes met mijn hoofd te knikken op het moment dat ze allang uit mijn gezichtsveld was verdwenen.
          Vanuit mijn ooghoeken merk ik op dat Guinevere koers heeft gezet naar een van de bewakers die aanwezig zijn in de eetruimte – waardoor ik mijn blik snel weer voor me uit richt. De bewakers waren een van mijn minst favoriete aanwezigen in de gevangenis – waardoor ik liever geen enkel contact met ze wilde en de regel braafjes op probeerde te volgen ; zo kwam je ook niet de problemen en liep je het ook niet het risico dat je werd ondervraagd, waardoor ik de gehele middag stilzwijgend voor me uit moest gaan kijken terwijl ik eigenlijk doodsbang was.
    Wanneer ik merk dat er meerdere etenswaren door de eetzaal vliegen – besluit ik langzaam van mijn stoel te glijden en met mijn rug tegen de muur op de koele ondergrond te gaan zitten. Ik was op dit moment in ieder geval ietwat beschermd door de tafel en door de stoel – waardoor ik vurig hoopte dat het snel voorbij zou zijn. Rellen of spontane acties waren niets voor mij – ik genoot er niet meer van ; niet zoals ik vroeger gedaan had.


    Chronos Farrell Nolan Johnston

    In stilte was Chronos bezig zijn croissantjes op te peuzelen, met een beetje aardbeienjam. Dat hij geen smaak kon proeven liet hij niet het plezier van een lekkere maaltijd in de weg staan. Bovendien putte hij de smaak uit zijn herinneringen, uit de tijd dat hij nog zijn smaakpapillen belastte met alles wat maar een vorm van eten was. Het kauwen op de croissantjes werd af en toe onderbroken met een slokje water, uit het glas dat rechts voor zijn bord stond. Dat er om hem heen gepraat werd, dat er borden werden verschoven en messen op tafels terecht kwamen ging volledig langs hem heen. Zijn volledige focus lag op het ontbijt dat hij aan het nuttigen was, pas op het moment dat hij merkte dat er een geluid dicht bij hem plaatst vond, een geluid dat hij herkende als het strijken over veren, was hij weer terug in de rommelige eetzaal. Vluchtig trok hij zijn vleugels bij elkaar, niemand die ze aan mocht raken zonder daar toestemming voor te hebben gevraagd. Ze mochten dan een bron van veel ellende zijn geweest in het verleden, hij was er immers min of meer door verstoten, ze waren tegelijkertijd zijn trots en van zijn trots bleef je af. Zijn donkerbruine kijkers schoten in de richting van het geluid, Alicia, een bewaakster.

    ‘Weet je dat je echt hele mooie veren hebt? Als ik zelf een Beauty was, wat ik overigens niet graag wil zijn, want dan zou ik hier gevangen zitten, dan zou ik ook vleugels willen hebben. Dat lijkt mij echt zo heel chill, want dan kan je vliegen enzo. Maar helaas zit je nu hier opgesloten. Ach ja, er valt weinig aan te doen. Maar je moet in vervolg niet meer de gangen nat spetteren, want dan gaan de muren schimmelen. Je doet maar een zak over je vleugels als je je gaat douchen, of je wappert ze maar droog in je cel of op de badkamer. Ik wil het niet meer hebben dat je het op de gang doet. Begrepen?’ Er waren nog maar een paar woorden uit haar mond gekomen of Chronos richtte zich weer op zijn ontbijt, totaal niet geïnteresseerd in wat de bewaakster te vertellen had. Hij wist zelf precies hoe mooi zijn veren waren, wat nog een reden was waarom anderen er vanaf moesten blijven. Hij was alweer aan het kauwen op het laatste stuk croissant toen ze kennelijk haar preek had afgerond.

    Rustig nam hij nog een slok van zijn water alvorens een reactie te geven die alles behalve geïnteresseerd was. “Wat jij wilt.” Kwam er al mompelend over zijn lippen. Hij ging er geen doekjes om winden dat hij zich niet aan de afspraak zou houden, veel sancties kon ze niet voor hem opstellen, hij zat immers al bijna de hele dag in zijn cel, alleen. Het ergste wat ze kon doen was hem verbieden zijn tijd naar buiten te gaan, maar dan zou hij net zo lang vervelend worden totdat hij weer naar buiten mocht. In het spelletje ergernis bij iemand anders opbouwen was hij inmiddels expert, wat moest je ook met zoveel vrije tijd? Inderdaad, niets. Zijn mes had hij net recht op zijn bord gelegd toen er iets van eten door de ruimte vloog en tegen de muur aan belandde. De ogen van Chronos vlogen naar de persoon die had lopen smijten met het voedsel, Daniella, of eigenlijk Rourke want mooi niet dat Daniella een rock teken zou maken. Bovendien was zo’n actie alleen wat voor een gek als Rourke. Zonder verder een woord met Alicia te wisselen, stond Chronos recht en vulde zijn hand met de kleverige jam. Een voedselgevecht? Best, dan kon hij het ook krijgen, de gek. Kort kneep Chronos een oog dicht om de juiste hoek in te schatten, hij hoopte altijd dat het werkte, waarna hij de jam op zijn vlucht door de lucht stuurde. Hoe lang het duurde wist hij niet, naar schatting hooguit enkele seconden toen de jam vol in het gezicht van Eduard terecht kwam. Missie .. mislukt.


    Stand up when it's all crashing down.

    Pfoe guys, versnellinkje lager mag wel.

    Daniella Jonathan II Beauty 09
    Deze ochtend was ze nog vrolijker dan dat ze normaal was. Last van ochtendhumeur had ze nooit, maar het viel vandaag extra op dat ze in haar nopjes was. Al jaren deed ze haar best dat laatste, stomme zinnetje van haar voorspelling te herinneren en vannacht, zomaar, schoot het haar te binnen. Nu kon ze er eindelijk iets mee doen en ze had staan popelen om het Eduard en Laron te vertellen. Vandaar dat ze zich snel had gedoucht en vanwege het lekkere weer had ze haar t-shirt aangetrokken. Keuzestress over wat ze aan moest trekken had ze nooit, aangezien al haar kleding dezelfde kleur hadden en ze geen kleding bezat die de laatste fashiontrends volgden.
    Vervolgens had ze ongeduldig op haar bed zitten wachten tot er eindelijk een bewaker kwam opdagen om haar, samen met de anderen, naar de eetzaal te brengen. Elke dag weer verbaasde ze zich over het saaie uiterlijk van het gebouw. Het was werkelijk alsof niemand er tijd of moeite in leek te willen steken om het hier enigszins gezellig te maken voor hun. Dat gold ook voor het eten trouwens. Hoewel ze niks meer kon proeven, was Daniella nog altijd kritisch over het eten. Koude roerei? Dat was iets wat ze niet door haar strot kreeg, zoals ze eens had gezegd. Het was koud en slijmerig, maar vooralsnog was er in de jaren weinig veranderd aan het voedsel dat ze kregen. Zolang het voedzaam was leek iedereen er genoegen mee te nemen, behalve deze ochtend. Even bleef ze verbaasd in de eetzaal staan toen ze zag wat er op de borden lag. "Croissantjes?" vroeg ze verbaasd zonder de moeite te nemen de blijheid in haar stem te maskeren. Toen ze nog een kind was kon ze wel tientallen croissantjes op en dan nog zou ze niet genoeg hebben.
    Met een grote glimlach nam ze plaats aan de tafel, dezelfde plek als waar ze altijd zat. Direct begon ze aan haar croissantje, alsof de lekkernij ieder moment van haar afgepakt kon worden, toen ze ineens een gewicht op haar schouder voelde rusten. Wat verbaasd keek ze opzij naar Laron. "Vind je vast niet erg, of wel Dani?" zei hij en ze schudde kort haar hoofd. "Nee hoor, heb je soms slecht geslapen?" vroeg ze, alvorens ze weer een grote hap nam van haar croissantje. "Ik moet je trouwens wat vertellen," begon ze en zelfs wanneer ze gebruik maakte van hun vermogen om telepathisch met elkaar te praten klonk haar stem nog opgewekt en vrolijk. Echter zou het spannende nieuws dat ze Laron wilde vertellen moeten wachten, want voor ze het goed en wel doorhad stond zijzelf op de tafel. Min of meer dan, want ze wist donders goed dat het een streek was van Rourke. Eén die ze wel kon waarderen, maar ze moest het hem ook zeker betaald zetten. Gauw propte ze het laatste stuk van haar croissant in haar mond en slikte het gauw door, terwijl ze het croissantje van Laron's bord gritste. Vliegelsvlug dook ze onder de tafel. "Rourke!" Met een grijns op haar gezicht duwde Daniëlla het croissantje in het gezicht van Rourke, die inmiddels weer zijn eigen vorm had aangenomen. "Dat krijg je ervan!" zei ze lachend, maar het lachen verging haar gauw toen ze haar hoofd aan de tafel stootte. Haar gezicht vertrok kort van de pijn en ze greep al met haar handen naar haar hoofd, waardoor de jam die aan haar handen had gezeten nu ook in haar haren zat. Ze slaakte kort een zucht en kwam onder de tafel vandaan, waar het voedsel ook nog door de lucht vloog. Gauw zocht ze dekking bij Eduard die zelf toch al geraakt was en grijnzend keek ze hem aan. "Die kleur staat je niet zo, Eduard," grapte ze, doelend op de jam op zijn gezicht. Haar manier om, om te gaan met haar kleurenblindheid was door er grapjes over te maken. Net zoals ze vaak grapjes maakte over haar onvermogen om dingen te proeven of te ruiken. Ze had wel eens een bewaker weten te foppen dat haar WC verstopt was en dat het stonk, de nieuwe stumper was erin getrapt en had vervolgens onwijs zijn best lopen doen om te stank te verdrijven. Die herinnering maakte haar vaak nog aan het lachen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Laron Caldre Barrineau - Beauty - IJs.

    De ochtend was tot nu toe vrij rustig. Zoals ik verwacht had, vond Dani het niet erg dat ik mijn hoofd tegen haar schouder rustte en ik sloot kort mijn ogen.
    "Slecht geslapen is een manier om het te zeggen, ja. Heb het gevoel overreden te zijn door een vrachtwagen." Ik grinnik. Dani heeft een erg aanstekelijke vrolijkheid om haar heen hangen.
    "Ik moet je trouwens wat vertellen," weerklonk haar stem in mijn hoofd. Zelfs daar klinkt ze vrolijk. Een glimlach verschijnt op mijn lippen, maar voordat ik haar kan antwoorden, vliegt er opeens een croissant door de lucht. Een spetter jam komt neer op mijn neus en ik kijk er uiterst scheel naar, om vervolgens rond me heen te kijken en te zien dat Rourke, ik bedoel het kan Dani niet geweest zijn gezien ze naast me zit en zij wél een vrouwelijke stem heeft, de aanstichter is van het voedselgevecht. Ik negeer de jam op mijn neus en bedenkt razendsnel een plan.
          Ik reik met mijn hand naar mijn eigen croissant, met de intentie die eens lekker over Rourke zijn gezicht uit te smeren, maar voordat ik mijn eigen plan kan voltooien, doet Dani het al voor me. Ze grist mijn croissant voor mijn neus weg en verdwijnt onder de tafel. Snel duik ik opzij zodat ik kan zien wat ze doet. Een grijns verschijnt op mijn gezicht als ik zie dat zij precies hetzelfde doet als dat ik van plan was. Vooruit, ik kan haar het stelen van mijn croissant wel vergeven.
    "Hey! Dat was wat ík wilde doen, Dani! Altijd maar mijn ideeën stelen. Pfft. Ik denk dat je voortaan altijd eten over je gezicht moet smeren, Rourke. Perfecte look voor je." Ik lach als Dani haar hoofd vervolgens stoot en kom net snel genoeg overeind om een klodder jam récht in Eduard zijn gezicht terecht zien te komen. Mijn ogen worden groot en volgen de baan van de jam. De engel, in hoogst eigen persoon, kan gezien worden met bloed aan zijn handen. Denk ik. Eerder jam, maar ik kan me vaag herinneren dat jam de kleur van bloed heeft. Of ik heb het fout en kom nu zeer ziek over.
          Mijn ogen maken hun weg weer naar Eduard en des te langer ik staar, des te grappiger het er uit ziet. Het feit dat Dani vervolgens een opmerking maakt over dat het zijn kleur niet is en Kala hem de les probeert te lezen, maakt het niet beter.
    "Ah, we krijgen nog wat extra pottenkijkers, Kala. Ik denk dat ze hoopten dat luxe ontbijt een goede indruk zou maken, in plaats daarvan komen ze recht de dierentuin in gewandeld." Ik probeer mijn gezicht in de ploot te houden, maar dat faalt miserabel. Ik schiet al snel in de lach en schudt mijn hoofd. Waardoor de jam die eerst op mijn neus zat, besluit om in mijn oog te springen. Ik zal je eens vertellen, jam in je ogen krijgen, is niet het meest aangename wat je kan overkomen. Ik schiet dan ook meteen overeind.
    "Ewwww! Gadver! Godverdomme, au." Ik wrijf verwoed in mijn oog, wat het niet bepaald beter maakt. Een deel van de smurrie krijg ik er uit, maar ik voel hoe ik het tegelijkertijd verder uitsmeer in mijn oog. Het is een vreemde mix van pijn en vreemd.. Met veel pijn en moeite blijf ik van mijn ogen af. Tranen stromen langs mijn wangen terwijl ik naar Dani, Eduard en Kala strompel.
    "Eduard, er zit jam in mijn oog." Mijn stem klinkt zeurderig, ietwat kinderachtig misschien. Ik ben me zeer bewust van het feit dat ik pruil en mijn puppyogen op heb gezet. Al ziet dat er vast niet al te schattig uit met jam in mijn oog.
    "Zou iemand het er uit willen halen, voordat ik straks gepromoveerd wordt van kleurenblind naar geheel blind?" Een lichte grinnik verlaat mijn lippen.
    "Oh, en Dani? Je hebt wat jam in je haar." Ik zou haar later nog wel vragen naar haar nieuws. Ze klonk immers heel enthousiast, maar de plakkerige drab in mijn oog had nu even prioriteit. Voordat dat permanent dichtgeplakt blijft.


    If you don't stand for something, you'll fall for anything.

    Borya Ivanov | Beauty 03 | Elektriciteit.
    Om eerlijk te zijn zou hij het fijn vinden als hij de ochtend rustig kon starten. Een beetje suffen in een hoekje van de eetzaal en het eten oppeuzelen wat hem toch al niet smaakte. Helaas werd dit plan aan diggelen geslagen zodra hij Rourke in het vizier kreeg. Het was verbazingwekkend hoe snel die jongeman kon omslaan met zijn gedrag en humeur. Dat betekende simpelweg niets goed. Vandaar dat hij ook een tel diep zuchtte voor hij opzij keek.
    Aangezien hij Rourke langer kende dan vandaag, deed zijn vermomming hem helemaal niets. als hij graag in een vrouw wou veranderen, dan moest hij dat doen.
    ‘Ook goedendag, travestiet.’ Rolde er droog over zijn lippen. Gezien de situatie had hij het volste recht om dat te zeggen, toch? Een andere bijnaam had hij nooit voor de jongeman gehad.
    Er kwam echter wel een frons op zijn voorhoofd bij de woorden van de jongeman. ‘Verandering? Vanwaar verandering? Wat hebben die idioten nu weer bedacht?’ Het kwam meer als een zucht over zijn lippen dan als wat anders. Soms werd hij simpelweg zo moe van de mensen om hem heen. Maar dat was iets wat hij maar al te graag voor zich hield. Voor hij problemen kreeg.
    Mokkend prikte hij nog wat meer in het croissantje voor hij opmerkte dat de persoon naast hem onder de tafel was verdwenen. ‘Wat doe je nu weer?’ onbewust moest hij toch wat grimassen. Rourke had ook altijd wel ideeën.
    Hij boog iets mee en keek toe, maar op het moment dat hij op de tafel ging staan, schudde hij al langzaam zijn hoofd. Hij boog zich weer over zijn eten en liet de commotie aan hem voorbij gaan. Hijzelf deed niet mee, meestal keek hij alleen naar het leed van anderen. Dat vond hij prachtig genoeg.
    In deze chaos leek iedereen opeens een beetje tot leven te komen. Grappig kon dat zijn. ‘Nou, ik hoop dat je blij bent met wat je hebt gedaan, applaus beste vriend,’
    Hij draaide zichzelf iets bij zodat hij de rest van het tafereel kon zien. In een reflex plukte hij een stuk brood uit de lucht en stopte het in zijn mond.
    Zwijgen en observeren, zo begon hij zijn ochtend. Hij moest altijd eerst opstarten voor er ook maar een goed woord uit kwam.

    Amora Delgado | Arts.
    Het ontbijt begon rustig. Het zag er naar uit dat de beauties nog niet helemaal wakker waren, dus ze waren enigszins nog kalm. Toch had ze het idee dat hier nooit iets normaal ging, elke ochtend was wellicht hetzelfde en toch was het anders.
    Geïnteresseerd observeerde ze iedereen die binnen kwam. Het was wonderbaarlijk hoe sommigen er uit zagen, speciaal zou ze het willen noemen want ze zou nooit iemand onnodig afkraken. Ieder was mooi op zijn eigen manier was het niet?
    De formulieren in haar handen waren officiële formulieren die voor het einde van de week een beschrijving moesten bevatten van de beauties.
    Wellicht was het niet haar droombaan, maar dit was iets wat ze graag deed dus ze had de energie er ook graag voor over.
    Tot iedereen binnen was, keek ze alleen maar toe. Er waren een paar bij die toch nog wat suffig waren, maar er sprong zeker eentje uit die daar totaal geen last van leek te hebben, het zou ook weer niet.
    Langzaam zuchtte ze, nu wou ze geen voorbarige gedachten hebben, dus het werd afwachten. Ze keek van Borya en zijn compagnon naar Guinevere en Mortefiscera. Het was fijn om te zien dat er onderling ook contact was met elkaar.
    Tevreden met dat aanblik, pende ze dat neer op haar formulieren. Meestal zat ze tijdens het schrijven voorover gebogen. Een klein kwaaltje wat ze over had gehouden aan het werken op een bureau.
    Er weerklonk een zachte ‘zoef’ voor er iets kleverigs op haar jas belandde. Geschrokken en verbaasd keek ze naar het stukje croissant wat langzaam over haar witte doktersjas naar beneden droop. Het liet een vieze, rode vlek achter. Alsof ze net helemaal los was gegaan in de operatiekamer zonder de wonden te dichten.
    De formulieren legde ze aan de kant, ze sprong zowaar overeind en probeerde het er af te vegen.
    Ze blikte kort naar Eduard, maar deze had tot dusver ook nog niet veel actie ondernomen.’Je kan dit toch niet zomaar laten gebeuren?’ zei ze wat berispend. Het werd hier een bende! En wie kon het opruimen!?
    Lichtelijk aangebrand ging ze op zoek naar de oorzaak van dit alles. Deze vond ze onder de tafel geparkeerd. ‘Jij,’ klonk het hard en genadeloos. ‘Loop jij maar even met mij mee,’ Haar ogen spoten vuur terwijl ze Rourke aan keek. Nu was ze niet snel het persoon wat de pret wou bedreven, maar onder ‘plezier’ verstond zij toch hele andere dingen.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Rourke Ryan Reid – Aarde • Beauty.
    Jam kleurde de muren. En het droop van sommige gezichten af.
    Het was iets wat hij had veroorzaakt in een andere gedaante en al zou hij hier heibel mee krijgen, deerde hem dat niet, want hij had het nu teveel naar zijn zin.
    Voor hij het aangericht had, had hij uit Borya's mond de vraag kunnen horen wat die idioten nu weer bedacht hadden. Hij had enkel gegrinnikt en blijmoedig geantwoord met een: “Leuk toch! Eindelijk, verandering.” Zijn ogen hadden kort gefonkeld bij de gedachte dat hij misschien zelfs een vrij man was. Hij geloofde niet dat ze hem meteen lieten gaan, zo dom was hij niet, maar hij kon hopen, toch?
    Hij was het zat om het dagelijkse sleur te herhalen en hij had de jam met croissantjes als een hint opgevat. Chaos? Zo zou hij het niet willen noemen. Ze hielpen hem hier alleen mee om de pret er naartoe te brengen. Borya leek er niets van te willen weten, wat hij lichtelijk jammer had gevonden, al had hij dit zelf echter wel aan zien komen. Hijzelf was zeker blij met wat hij had aangericht, dus hij had Borya met zijn bruisende blik aangekeken en simpeltjes geantwoord. “Always look on the bright side, my friend.” Hij verdween toen vervolgens direct onder de tafel om enkele spetters jam te ontwijken, die zeker voor hem bedoeld waren.
          Sommigen waren weggedoken en zaten nu net zoals hij onder de tafel. Hij lachte en keek de nu vieze kluit toe. Er zaten kledders jam op de muren en het brood lag verspreid over de grond. Lachend keek hij toe naar de pret die hij had geleverd, als een klein kind dat het naar zijn zin had.
    Hij was van plan om onder de tafel vandaan te komen en mee te doen, maar er kwamen abrupt direct mensen op hem af, waardoor hij onder de tafel bleef zitten. Het bekende gezicht van Eduard, een bewaker die hijzelf wel kon waarderen, had hem onder de tafel gespot. Zo, dat was behoorlijk snel.
    Hij had moeten lachen toen hij eerst een deel van Eduards gezicht zag en wachtte af wat de bewaker zou doen. 'Ik ga er vanuit dat je, je gewoon verveeld en het daarom nodig vond om een heel voedselgevecht te starten?' Al klonk er een lichte afkeuring in zijn stem door, geloofde hij niet dat de bewaker hem bij zijn kraag zou vatten.
    Hij had hem bedenkelijk aangekeken, waarna hij antwoordde op zijn vraag. “Hmm, zoiets.” Het was deels waar, maar het kwam vooral door de opwinding die hij had gekregen door de nieuwe mensen – mensen die hij zou leren kennen, ook al waren het saaie zakken. Ondertussen had Eduard langs zijn wang gestreken om de plakkerige jam eraf te vegen. 'Je weet dat je jezelf in de problemen brengt toch?'
    “Eduard, toch, je kent me toch zeker langer dan deze dag? Ik doe niets liever.” Het was een vermakelijke toon waarmee hij het had gezegd. Zijn glimlach bleef nog steeds op Zijn gezicht plakken, net als de jam op zijn handen. 'Al moet ik zeggen dat een beetje 'actie' zo nu en dan ook geen kwaad kan.' Eduard liet zich half op de bank zakken, terwijl hij hem aankeek.
          Hij had willen antwoorden met de vraag of hij misschien gezellig mee deed, maar twee benen kwamen in zijn zicht. Meisjesbenen. 'Pardon hoor,' een erg bekende stem. Hij had zichzelf naar voren bewogen, zodat hij kon zien wie het was. 'Ben jij niet de wachter over ons?' Oh, nee, hé. Guinevere moest natuurlijk weer de pret bederven. Zijn blije blik verdween zo snel weer als dat het erop was gekomen en hij keek met pruilende lip naar boven, richting Guinevere, maar het enigste dat zij naar hem had gericht was allesbehalve lieflijk. Wow, die hield echt niet van verandering.
    'Dit is volstrekt losbandig en bovendien afkeurenswaardig gedrag.' Klonk dat niet zowaar als dat Eduard de les werd gelezen? Er begon wat te kriebelen in zijn keel, hij voorspelde dat het snel omhoog zou komen, zijn mond uit als ze het nogmaals probeerde. 'Deze "actie" hoort niet te gebeuren; het hoort hier kalm te zijn. Dit behoort tot overlast.' En ja hoor, daar kwam het al.
    Hij begon te bulderen van het lachen en liet zich op de grond vallen van zijn zere buik. “Oh, Guinevere, wees toch niet zo'n partypooper. Je hoort lol te maken!” Proestte hij uit, voordat hij zichzelf omhoog hielp. Zijn ogen hadden de blik van Guinevere gezien. Ze wacht echt niet blij met wat zij had gezien.
    Dat is waar ook. Ze was niet zo van de lol, had hij gedacht. 'En daarbij, wat voor plan hebben jullie beraamd? Dit etenswaar krijgen wij anders niet.' Daar had ze een punt. Ze deden dit niet voor niets, al had hij zo zijn verwachtingen, maar dit mocht hij natuurlijk niet teveel hopen. Hij bleef hier maar eventjes stil voor; benieuwd op wat voor Eduard hierop zou geven.
          Zijn lach was net gestopt of hij hoorde zijn naam al. Hij was niet zo'n iemand die vaak op de voorgrond bevond, maar hij was ook niet een achtergrond-type. Gewoon Rourke, was goed genoeg voor hem.
    Verdwaasd had hij opgekeken naar degene die zijn naam had geroepen en voor hij haar gezicht goed had gezien, werd er iets in zijn gezicht geduwd. Zijn ogen had hij voor kort dicht gedrukt.
    Enkele seconden bleef hij stilletjes zitten en had hij ietwat verward gekeken, waarna het begon te dagen dat Daniella hem zojuist had besmeurd. Goedkeurend had hij geknikt. “Oké, die kun je terug verwachten.” Had hij gegrinnikt. De plakkerige smurrie was verdeeld over zijn gezicht en onthutst had hij gekeken naar het platgedrukte croissantje dat van zijn gezicht afviel. 'Dat krijg je ervan!' Hoorde hij een bekende lach, waarna ze zich had gestoten aan de tafel. Hij kon het wel waarderen, het was namelijk wel te verwachten dat ze zoiets bij hem zou doen – hij was immers in haar veranderd.
    Hij had het croissantje dat zojuist van zijn gezicht was gevallen opgepakt en naar Daniella gegooid. “Vangen!” Al was het niet beter waar hij terecht kwam, maar hij vond het wel leuk dat ze zo actief mee deed.
          'Hey!' Hoorde hij en keek op richting de plek waar het vandaan kwam. Laron, natuurlijk. Hij had Chronos ook al gespot en betrapt met dat hij voor geen meter kon richten. De jam die bedoeld was voor hem, was op Eduard neergekomen. Hij zou er iets op gezegd hebben als zijn aandacht niet weer naar Laron werd getrokken. 'Ik denk dat je voortaan altijd eten over je gezicht moet smeren, Rourke. Perfecte look voor je.'
    Hij grinnikte. “Dat vind ik dus ook. Het staat me fantastisch. Maar weet je,” begon hij, toen hij vervolgens veranderde in Laron. Hij gokte de kleuren die hij had, want het was merkwaardig hoe hij eruit zag. Hij had gegokt dat hij blauw haar zou hebben, maar dat zou erg excentriek zijn – alhoewel, als je naar Guinevere keek zag je ook duidelijk dat ze twee verschillende haarkleuringen had. Dus ach, waarom hij niet?
          “Ik denk dat deze persoon het veel beter staat.” Hij stak plagend zijn tong uit, maar had deze snel ingeslikt wanneer er weer twee benen in zijn zicht kwamen – dat ook nog de weg van Laron bedekte. Het waren een stel vrouwenbenen, maar ze waren zeer zeker niet van hier – anders had hij ze al herkend. Daarbij had ze niet hetzelfde pak aan als dat de rest hier hadden. 'Je kan dit toch niet zomaar laten gebeuren?' Het klonk als een berispende toon die het zeker tegen Eduard had. Arme Eduard, hij kon er ook niks aan doen dat hij bewaker was.
    'Jij,' had ze berispend tegen hem gesproken, terwijl hij met een fronsende blik haar aankeek. Ik? Wat hadden mensen toch met hem? Zo bijzonder was hij niet. Dacht hij. 'Loop jij maar even met mij mee.' Dit liet de glimlach weer op zijn gezicht terecht komen.
    “Oehh, gaat u me onderzoeken?” Grinnikte hij, terwijl hij op stond en nogmaals veranderde, dit keer in zichzelf.
    “Jouw kamer of mijn kamer?” Vervolgde hij en hij stond nu naast Daniella en Guinevere. Glimlachend keek hij ze een voor een aan, wanneer hij al aanstalten maakte om richting de uitgang te lopen. Hij hield halverwege stop. “Oh, Daniella!” Zei hij, wanneer hij geheimzinnig Daniella keek en snel terugliep om zijn vinger in de jam te douwen en het over haar gezicht te smeren.

    [Niet zo fantastisch, maar hey, het is iets.]

    [ bericht aangepast op 29 jan 2014 - 20:16 ]


    † Love? I want to sleep.

    Maeve Wallis - Assistente

    "Aangenaam, mevrouw Wallis. Dan bent u vast mevrouw Miyamoto en de heer Ashling?" Zonder in de richting van het geluid te kijken, wist ik dat het de man was die ons eerder op stond te wachten. "Ik ben Nikola Gallagher, de hoofdbewaker. Als u mij wilt volgen het gebouw. Uiteraard zullen jullie je eigen set sleutels ontvangen voor jullie beginnen." Zonder het te verbergen, nam ik de man even in me op terwijl mijn gezicht strak in de plooi bleef. Hij zag er best streng uit, zeker als ik zo keek naar zijn houding en de manier waarop hij sprak. Ik mocht hem nu al niet, hij had me maar niet moeten onderbreken.
    "Dat zou wel handig zijn ja, zonder sleutels kunnen we niet veel." Deze keer was het de wetenschapper die met me was meegereisd. ""Ik ben inderdaad Todrick Ashling. Weet je dat Maeve een hele mooie naam is? Maar voor mij hoef je echt niet bang te zijn hoor, ik zal je geen haar krenken, tenminste ik zal het proberen. En als je toch hulp nodig zou hebben weet je me altijd te vinden." Ik was er niet zeker van of hij dit serieus meende of dat hij maar wat aan het dollen was, zag ik er soms uit alsof ik bang voor hem was? Zo'n angsthaas was ik nu ook weer niet en daarbij had ik al veel ergere dingen meegemaakt dan een vreemde wetenschapper, een bewaker die ik op het eerste zicht niet mocht en een vrouw wiens naam ik waarschijnlijk niet eens uit zou kunnen spreken. Dit zou weer echt geweldig worden. Oh het sarcasme.
    " Uh baas? Hoe gaan we dat eigenlijk doen of verdelen? Ik bedoel, er zijn acht Beauties en we zijn met z'n drieën. U zal daar vast en zeker wel iets op verzonnen hebben." Om de één of andere reden, liet Ashling me denken aan een klein, onwetend schooljongetje dat letterlijk overal enthousiast over was. Ik vond het vreselijk. Hij mocht er dan niet slecht uitzien, maar vanaf het moment dat hij z'n mond opentrok had ik al veel zin om hem het zwijgen op te leggen. Dit deed ik echter niet omdat het ten eerste mijn plaats niet was en omdat ik hem, mijn andere collega en de bewaker des hels misschien wel een kans zou moeten geven. Ik was immers geen mensen meer gewend en ik wilde sowieso niet al te veel problemen op mijn nek haalde omdat ik nu al een hekel kreeg aan al deze onbekende mensen.
    "Ik ben bang dat mevrouw thuis gebleven is. Dat baas en u en mevrouw gedoe hoeft echt niet voor mij. We zijn tenslotte collega's." Ik keek mijn andere collega aan met mijn intens blauwe ogen en voelde hoe mijn gezicht zich wat ontspande. "Als iemand voorstellen heeft om dingen op een bepaalde manier te regelen, dan mag je dat altijd gerust zeggen hoor. Al stel ik voor om even samen te gaan zitten later vandaag en misschien een paar dingen te bespreken, als dat goed is voor jullie?"
    Misschien was ze zo erg niet en moest ik gewoon leren om met mensen om te gaan zonder dat ik hen af zou schrikken met mijn vreselijk afstandelijke gedrag. De vrouw leek me zelfs het minst erge van de drie, ze zag er me een redelijk iemand uit die zich niet verheven voelde boven al de anderen of die zo simpel was dat het bijna komisch werd. Misschien was het dan toch allemaal niet zo erg.
    "Meneer Gallagher, zijn er misschien nog andere mensen die we het best even kunnen spreken om de nodige info te verkrijgen over hoe het hier allemaal gaat, kwestie van ervoor te zorgen dat we het dagelijkse schema niet totaal in de war sturen met onze aanwezigheid?" Mijn ogen flitsten van Miyamoto naar bewaker Gallagher en bleven ietwat alert op zijn gezicht rusten. Ik was er nog steeds niet zeker van wat ik nu juist van hem vond, terwijl ik van de anderen al een klein beeld begon te scheppen. Misschien kon mijn eerste indruk wel veranderd worden, al kon ik hem tot nu toe niet echt pijlen aangezien hij nog niet zo erg veel had gezegd. "En is er een dokter of dergelijke aanwezig als ik vragen mag?"
    Zonder te luisteren naar het antwoord dat hij zou geven, wendde ik me naar Ashling en keek hem even nieuwsgierig aan. "Ben je al vaker in contact met Beauties geweest?" Vroeg ik op gedempte toon zodat ik Gallagher en Miyamoto niet zou storen in hun gesprek. "Vertel me dan eens waar ik me aan moet verwachten. Ik heb werkelijk geen idee, ik heb alleen nog maar over hen gehoord en gelezen maar nog nooit echt gezien."


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Eduard Novak - Bewaker

    Als hij eerlijk moest zijn, vond hij het hele voedselgevecht wel amusant zolang hij maar niet al te veel geraakt werd en er niet teveel rommel was om op te ruimen natuurlijk. Alles moest namelijk opgeruimd zijn voordat de wetenschappers aankwamen, anders konden ze wel eens ruzie met Nikola krijgen en dat was niet direct iets waar hij direct op zat te wachten. Normaal zou hij Rourke gewoon onder de tafel uit moeten sleuren en de les gaan beginnen te lezen, maar zo zat hij gewoon niet in elkaar. In plaats daarvan probeerde hij zijn afkeuring voor een deel te laten blijken in een paar woorden, om het daarna toch te verzachten met een kleine glimlach. De antwoorden die Rourke op zijn woorden gaf, had hij ergens wel kunnen verwachten. Ja, hij kende de ander al veel langer dan vandaag, was samen met hen in de gevangenis komen wonen en was tot nu toe nog geen een keer weggegaan. Eduards aandacht werd van Rourke naar een persoon naast hem getrokken en langzaam duwde hij zich terug overeind zodat hij terug helemaal rechtop stond. Met een vriendelijke glimlach op zijn gezicht hoorde hij Guinevere’s preek aan en hij wilde er net iets op antwoorden toen Rourke ineens begon te lachen. Een zucht rolde over zijn lippen en iets of wat waarschuwend keek hij de jongne naast hem aan. “Rourke, let op je woorden.” Daarna richtte hij zijn blik terug op Guinevere. “Heb je graag dat ik hem een pak rammel geef, Guinevere? Je hebt gelijk dat het kalm hoort te zijn, maar je weet dat ik niet het persoon ben om mensen te gaan straffen, toch?” Zijn blauwe ogen fonkelden zachtjes, maar de glimlach droop toch langzaam van zijn gezicht af door haar volgende vraag. “Wij hebben geen plannen beraamd, ik alleszins toch niet. Het enige dat je zou moeten weten is dat er mensen komen die wat geïnteresseerd in jullie zijn en jullie graag zouden willen ontmoeten.” Het was niets meer en niets minder dan de waarheid. Eduard wist zelf ook niet precies wat er stond te gebeuren en als hij eerlijk moest zijn baarde dat hem zorgen.
    De man wilde net nog wat tegen Guinevere zeggen toen een klodder jam volop in zijn gezicht terecht kwam. Een zacht jammerend geluidje verliet zijn lippen toen toch zeker de helft in zijn oog terecht kwam en een brandende pijn verspreidde. Vanwaar die jam juist kwam, kon hij momenteel niet echt bepalen, maar goed ook voor diegene die het nodig had gevonden om zijn gezicht op te fleuren met het rode goedje. Met een grimas probeerde hij het grootste deel van de jam met zijn hand van zijn gezicht te halen, maar aan het goedje in zijn oog kon hij zo weinig beginnen. Daar zou hij een doek of iets dergelijks voor moeten gaan halen. “Natuurlijk staat die kleur me niet. Rood kleurt niet zo mooi bij het blauw van mijn ogen.” Eduard kreeg het ondanks het prikkende gevoel in zijn oog toch nog voor elkaar om een lichte grijns op zijn gezicht te toveren. Hij kon maar beter zeggen wat er juist blauw zag, anders zou ze nog kunnen denken dat hij dezelfde huidskleur als een smurf had. Met een oog dichtgeknepen, liet hij zijn blik van Dani naar Laron glijden die blijkbaar hetzelfde probleem als hem had. “Welkom bij de club zou ik zeggen. Wacht even hier, dan ga ik-.” Nog voor hij zijn zin kon afmaken, kwam Amora zich ook even moeien en net als Guinevere vond dat hij zijn werk blijkbaar niet goed genoeg deed, alsof hij niet wist wat het bewaker zijnde betekende.
    In stilte volgde hij haar conversatie met Rourke even om daarna zijn hand even op Rourke’s schouder te leggen om hem voor een kort moment tegen te houden. “Gedraag je Rourke, anders is de kans groot dat ze je nooit zou helpen moest je gewond zijn.” De laatste woorden leken meer als een grap te klinken, maar de eerste paar meende hij wel. Als hij zich nu niet zou gedragen, zouden er zeker consequenties gaan volgen. Na zijn woorden liet hij de jongen maar losom zich daarna naar de keuken te begeven om een natte doek te gaan halen zodat hij de jam uit zowel zijn oog als uit die van Laron kon halen. Het was toch een hele opluchting om het plakkerige spul uit zijn oog te hebben en nu hij toch bezig was, wreef hij alles maar uit zijn gezicht. Van zodra zijn gezicht weer helemaal jam-vrij was, baande hij zich terug naar de refter om de doek daarna naar Laron uit te steken. “Normaal zou het daarmee wel moeten lukken, anders vraag je maar hulp. Dani, misschien is het een goed idee om even te douchen voordat onze ‘gasten’ hier zijn, er hangt inderdaad wat jam in je haar.” Even keek de man om zich heen en zuchtte even toen hij zag wat een ravage het was. “Bryan, Alicia, misschien is het een goed idee als we beginnen met opruimen voordat Nikola arriveert. Iedereen kan helpen met alles terug proper te maken, tenzij mensen nog niet klaar zijn met eten, dan mogen ze natuurlijk gewoon verder.” Ja, het was misschien eens tijd om zijn gezag terug te laten zien, anders zou het hier nooit optijd opgeruimd zijn.

    [ bericht aangepast op 30 jan 2014 - 13:30 ]


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Alicia McBreth || Bewaakster
    "Wat jij wil." zei Chronos. Ik wilde terug zeggen dat hij dit wel echt serieus nemen en dat als hij het niet deed er dan serieuze gevolgen zouden komen. Maar net op dat moment kwam er etenswaar langs vliegen. Dit herinnerde mij aan de middelbare school, waar we ook altijd voedselgevechten hadden. IK had er ook altijd leuk aan meegedaan dus ging ik het hen niet verbieden. "Bryan, Alicia." hoorde ik na een tijdje onze namen roepen. Ik draaide me om vanaf de plek waar ik geamuseerd naar het voedselgevecht had staan kijken en zag dat Eduard ons riep. Hij vervolgde: "Misschien is het een goed idee als we beginnen met opruimen voordat Nikola arriveert. Iedereen kan helpen met alles terug proper te maken, tenzij mensen nog niet klaar zijn met eten, dan mogen ze natuurlijk gewoon verder."
    Ik knikte naar hem, het was wel een goed idee. Anders zouden we allemaal slaag krijgen van Nikola en hij was waarschijnlijk al onderweg met de wetenschappers. Ik liep even weg om schoonmaak spullen te halen. Ik vulde drie emmers met water en wat zeep. Ik kwam terug en duwde bij random mensen, bewakers of beauties, een bezem, emmer of doekje in de handen, zodat we samen alles op tijd schoon konden maken voordat Nikola en de wetenschappers terugkwamen. Ik begon zelf ook met een doekje de jam van de muren af te halen en ik riep: "Hé Rourke, de volgende keer met broodjes gooien in plaats van jam, dat is makkelijker op te ruimen." Ik liep met een doekje vol met jam-drabachtig iets naar de gootsteen en spoelde het om, om nog een keer langs alle muren te gaan.
    "Zo, de muren zijn schoon. Nu de rest nog." zei ik tegen niemand in het bijzonder. Ik werkte hard door, ik was eerlijk gezegd een beetje bang voor Nikola. Hij was zo indrukwekkend, machtuitstralend. Hij was sterk en je wilde hem vooral niet als vijand hebben.
    "Hé, Bryan of Eduard" riep ik hen. "Denk je dat we de Beauties niet gewoon terug kunnen brengen naar hun cellen. Dat is misschien handiger voor de wetenschappers. Of denk jullie van niet soms?"
    Op dat moment bedacht ik me dat ik nog iets tegen Chronos had willen zeggen. Ik liep met grote stappen naar hem.
    Ik duwde hem een dweil in de handen en zei tegen hem: "En nu poetsen. En als je nog een keer in de gangen spettert, mag je in vervolg het hele gebouw iedere dag een goede beurt geven en geen tijd meer buiten. Begrepen?"

    [ bericht aangepast op 31 jan 2014 - 18:27 ]


    ~It always seems impossible until its done. ~Nelson Mandela || ~Why is it always me? ~Neville Longbotom ||

    Todrick Ashling || Wetenschapper
    "Ik ben bang dat mevrouw thuis gebleven is. Dat baas en u en mevrouw gedoe hoeft echt niet voor mij. We zijn tenslotte collega's."
    "Moet ik u dan Miyamoto of Sakura noemen?" vroeg ik beleefd aan haar.
    "Meen Gallagher, zijn er misschien nog andere mensen die we het best even kunnen spreken om de nodige info te verkrijgen over hoe het hier allemaal gaat, kwestie van ervoor te zorgen dat we het dagelijkse schema niet totaal in de war sturen met onze aanwezigheid?" vervolgde Miyamoto
    "En is er een dokter of dergelijke aanwezig als ik vragen mag?" vroeg Maeve.
    Dat was best een slimme vraag, ik had hem zelf moeten stellen... Ze wendde zich naar mij toe en vroeg: "Ben je al vaker in contact met Beauties geweest? Vertel me dan eens waar ik me aan moet verwachten. Ik heb werkelijk geen idee, ik heb alleen nog maar over hen gehoord en gelezen maar nog nooit echt gezien."
    "Wel." begon ik. "Echt in contact geweest ben ik nog niet zo echt, ik ben ze vroeger wel eens tegengekomen. Volgens mij zat ik ook bij een op school. Maar ik heb wel superveel verhalen gehoord en daardoor vind ik ze fantastisch. Ik zie er echt naar uit om met ze te werken. Het is als een droom die uitkomt."
    Ik keek even om mij heen of niemand meeluisterde en fluisterde: "Mijn moeder heeft geholpen ze te maken. Ik zet haar werk voort. Als je begrijpt wat ik bedoel? Ze was mijn grote voorbeeld. Ik hoop dat ze trots op me is daarboven. "
    Ik keek nog een keer rond voor de zekerheid en fluisterde tegen haar: "Mijn moeder heeft me een keer meegenomen naar het laboratorium toen ik 10 jaar was geworden, de laatste Beauty was net klaar. Maar ik mag dit eigenlijk tegen niemand zeggen, weet je."


    ~It always seems impossible until its done. ~Nelson Mandela || ~Why is it always me? ~Neville Longbotom ||

    Chronos Farrell Nolan Johnston

    Zijn hand, geheel onder de aardbeienjam veegde hij schoon aan een servetje, een enigszins plakkerig gevoel bleef, maar met water en een beetje zeep zou hij dat straks wel weg krijgen. Voor nu was het goed genoeg. Ondanks de poging van Rourke wilde een voedselgevecht overduidelijk niet van de grond komen waar Chronos dankbaar voor was. Hij moest er niet aan denken dat hij onder de zooi kwam te zitten, helemaal het schoonmaken van zijn vleugels zou nogal wat tijd kosten. Nu had hij die tijd, daar was het niet van, maar hij vond het niet bepaald een prettig klusje, helemaal ook omdat sommige veren lastig te bereiken waren voor hem. Het idee dat hij mee moest helpen met opruimen stond hem niet aan, maar om nou te doen alsof hij nog aan het eten was zou moeilijk worden, Alicia had immers mee gekregen dat hij zijn bestek netjes neergelegd had.

    ‘Denk je dat we de Beauties niet gewoon terug kunnen brengen naar hun cellen. Dat is misschien handiger voor de wetenschappers. Of denk jullie van niet soms?’ Welja, stop ons maar weer terug in onze hokjes, want we zijn ook zo onhandelbaar. Alsof ze zijn woorden had gehoord, kwam ze op hem aflopen en drukte hem een dweil in de handen. Daar ging hij dus echt niet de boel mee kuisen. Hij mocht dan weliswaar niets beters te doen hebben, maar dat betekende nog niet dat hij zich geroepen voelde om de boel schoon te maken, hij werd er toch niet voor betaald. ‘En nu poetsen. En als je nog een keer in de gangen spettert, mag je in vervolg het hele gebouw iedere dag een goede beurt geven en geen tijd meer buiten. Begrepen?’ Het liefst spuwde hij een hele regen van verweer over haar uit maar hij wist zich in te houden, als een mak lammetje knikte hij. “Maar natuurlijk.” Reageerde hij. Chronos zette een paar stappen bij haar vandaan om te doen alsof hij ging dweilen, zodra ze haar aandacht echter bij iets anders had gelegd zette hij de dweil tegen de muur aan. Nee, dat was niet aan hem besteed. Daarnaast zou hij zijn vleugels in de gang blijven uitwapperen, hij ging zich niet gemakkelijk gewonnen geven.

    Zijn blik gleed door de ruimte heen, waar een enkele Beauty nog zat te eten of aan het poetsen was. De bewakers waren allemaal druk bezig dus was het de perfecte tijd om te kijken of hij een uitstapje naar buiten kon maken, hij wilde niet ontsnappen maar wat tijd buiten zou hem goed doen. Daar, waar de wind langs zijn vleugels waaide, was hij bovendien ook meer in zijn element. Over ontsnappen had hij vaak zat na gedacht maar hij wist dat het haast onmogelijk was, ondanks zijn vleugels, toch was hij al enkele jaren bezig met beramen van een plan. In tegenstelling tot Laron die vaak gewoon deed wat als eerste in hem opkwam stippelde Chronos zijn plan zorgvuldig uit. Een dag meer of minder hier binnen maakte geen verschil, dus kon hij beter zorgen dat ontsnappen een succes werd dan een halfgebakken plan wat sowieso zou falen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was liep hij de eetzaal uit, de gang op. De weg naar de buitenplaats wist hij uit zijn hoofd, maar het was hier dan ook geen doolhof wat hij eigenlijk wel had verwacht. De kans was groot dat hij bij zijn kladden zou worden gepakt maar dat waren zorgen voor later, nu eerst wilde hij lucht. Frisse lucht en ruimte.


    Stand up when it's all crashing down.

    Alicia McBreth || Bewaakster
    "Maar natuurlijk." zei Chronos. Het klonk mij sarcastisch in de oren en ik reageerde: "Ja, doe maar zo, maar ik meen het serieus, mannetje." Hij reageerde niet en liep weg om te gaan dweilen. Ik haalde mijn schouders op en begon verder te poetsen. Het was niet een van mijn favoriete klusjes maar het moest toch gebeuren. En als ik het niet deed, deed niemand het, dus ik nam de rol maar graag op me, want ik hield van schone ruimtes. Ik had nog net geen smetvrees, maar soms leek dat wel zo. Ik stond op en keek even rond en zag Chronos nergens.
    "Godverdomme." mompelde ik en ik dacht na wat ik zou moeten doen en wat ik zou doen. Ik kon het tegen de andere bewakers zeggen, ik kon net doen alsof ik niets wist of ik hem achterna zou gaan. De eerste en de laatste leken me het beste, ik zou het allebei gaan doen. Ik liep naar Brian toe en fluisterde hem in het oor: "Chronos is net zonder bewaking weggelopen, ik ga kijken of ik hem kan vinden. Laat niets merken aan de andere dat hij weg is, anders ontstaat paniek ofzoiets. Begrepen?" Ik legde mijn doekje neer en liep de gang op. Ik keek rond, ik keek in alle gangen, ik keek in alle cellen, maar ik kon geen Chronos vinden. Potverdorie, net nu de wetenschappers kwamen moest hij weer weglopen. Voor hetzelfde was hij naar buiten gegaan en zou hij kunnen wegvliegen en dat mocht niet gebeuren. Ik bedacht me dat ik maar beter iemand kon vragen om te helpen zoeken buiten, de andere bewakers konden het niet zijn, want zij moesten opruimen. Toen bedacht ik me dat het kantoortje van onze arts, Amora Delgado, hier kortbij was. Ik liep richting haar kantoortje en klopte aan toen ik er was, ik deed de deur open en vroeg: "Ik hoop dat ik niet stoor, maar zou je heel eventjes op de gang kunnen komen? Ik moet je iets vragen."


    ~It always seems impossible until its done. ~Nelson Mandela || ~Why is it always me? ~Neville Longbotom ||

    Guinevere Kala Irving • Ice • Beauty

    Die gek van een Eduard had haar preek nog aangehoord met een glimlach ook, hierdoor wilde ze zeker weten wat ze aan het bekokstoven waren. “Heb je graag dat ik hem een pak rammel geef, Guinevere? Je hebt gelijk dat het kalm hoort te zijn, maar je weet dat ik niet het persoon ben om mensen te gaan straffen, toch?” Hierbij haalde ze haar beide handen van haar zij af en sloeg haar armen over elkaar heen, om een wat strenger effect te krijgen. Haar roodgestifte lippen haalde ze al van elkaar om hier wat op te beantwoorden, maar wanneer er wat anders gebeurde, hield ze toch even haar mond. De glimlach was ondertussen van zijn gezicht afgedropen, alsof dat geen duidelijke hint was.
    Wanneer Kala haar preek had gehouden - tegen een bewaker welteverstaan - keek Rourke met een pruilende lip naar haar op, iets dat ze enkel nog meer kinderachtiger van hem vond. Ze beantwoordde het dan ook alleen met een zowat dodelijke blik, waarop het al snel eindigde. Blijkbaar was er een knop omgeslagen bij de maffe dodo onder de tafel, aangezien hij zich abrupt op de grond liet vallen van het bulderende lachen.
          “Oh, Guinevere, wees toch niet zo'n partypooper. Je hoort lol te maken!”
          "Plezier maken hoor je te doen als je een kind bent op de peuterspeelzaal - iets waar jij blijkbaar schijnt te horen," spotte ze terug, en een diepe zucht rolde over haar lippen. Dit was absoluut onacceptabel en ze snapte niet dat ook maar iemand aan deze nonsens mee wilde doen. Het werd haar nu al allemaal te veel, maar ze hield vol. In elk geval totdat ze zich warm zou beginnen te voelen en lichtelijk te trillen; laat staan dat haar ogen weer zouden verkleuren.

          Na haar aankomst duurt het niet lang of iemand anders, een vrouwelijke beauty, komt eraan om voedsel in het gezicht van Rourke te wrijven. Het was Daniella, die daarna haar hoofd tegen de tafel stoot. Rourke had alleen gereageerd met dat zij het terug kon verwachten en vervolgens wat terug gegooid. Kort kijkt ze op naar degene die lachte dat hij het wilde doen, Laron. Met een veelzeggende blik schoot haar blik richting Eduard, de bewaker die het allemaal wel best scheen te vinden. Hij had echter nu nogmaals eten op zijn gezicht, waardoor Kala toch even moest glimlachen. Echter, het was niet om aardig te doen, dit liet het allemaal maar weer merken dat ze gelijk had.
          "Pff, wat onvolwassen, het is wel duidelijk wat voor boeltje het hier wordt," mompelt ze ietwat minachtend, waarbij ze haar neus optrekt. "Waarschijnlijk ben ik nog de enige met wat verstand hier."
          "Ah, we krijgen nog wat extra pottenkijkers, Kala. Ik denk dat ze hoopten dat luxe ontbijt een goede indruk zou maken, in plaats daarvan komen ze recht de dierentuin in gewandeld." Al snel erna schoot hij in de lach en schudde zijn hoofd, maar de jongedame begreep niet wat hier nou zo vermakelijk aan was. Extra pottenkijkers? Al die jaren dat ze hier opgesloten zaten, was het rustig en uitgerekend vandaag wilden ze het allemaal om gaan gooien? Aandacht aan Laron gaf zij niet meer; ze had haar eigen problemen wel, hoewel de jongen er wel bij ging staan.
          “Wij hebben geen plannen beraamd, ik alleszins toch niet. Het enige dat je zou moeten weten is dat er mensen komen die wat geïnteresseerd in jullie zijn en jullie graag zouden willen ontmoeten.” Had Eduard geantwoord, waardoor alle puzzelstukjes al in elkaar vielen.
          "Dit bewijst het maar weer eens; jullie behandelen ons als een groep bijna-uitgestorven diersoorten, die jullie vast en zeker eens willen onderzoeken." Haar volle lippen waren op elkaar geperst waardoor het niet meer dan een streepje was. "Het is dat ik ernaar gevraagd heb, anders hadden we het alsnog niet geweten tot het moment daar was." Boos maakte ze rechtsomkeert, want ze wilde hier niets meer over weten of in elk geval verkeren, dus begaf ze zich terug naar de tafel waar ze eerst zat. Ten minste totdat iets anders tot haar oren kwam, en ze veegde een haarplukje achter haar oor.
          “Bryan, Alicia, misschien is het een goed idee als we beginnen met opruimen voordat Nikola arriveert. Iedereen kan helpen met alles terug proper te maken, tenzij mensen nog niet klaar zijn met eten, dan mogen ze natuurlijk gewoon verder.” Dachten ze dat ze ook nog eens schoonmakers voor hen waren? Dat ze hier dag in, dag uit opgesloten zaten, betekende niet dat ze hen voor het karretje konden sparren. Opruimen deed ze dan ook niet en ze weigerde absoluut toen ze ruw een doekje in haar hand kreeg gedrukt, met een emmer op de grond. Dacht zij - Alicia - soms dat ze het maar zou doen als ze met hun vingers zouden knippen? Ongelofelijk, wat een asociale mensen. Guinevere begon zich al redelijk pissig en ongemakkelijk te voelen; dit betekende dat ze nodig wat tijd alleen zou willen doorbrengen. Als ze niet snel alleen zou zijn, zou het hier straks een ravage worden, want de mist begon al te dagen in haar hoofd.
          "Hé, Bryan of Eduard. Denk je dat we de Beauties niet gewoon terug kunnen brengen naar hun cellen. Dat is misschien handiger voor de wetenschappers. Of denk jullie van niet soms?" Hard kneep ze in het doekje dat ze vast had, dat iets begon te trillen. Haar lijf was al begonnen met opwarmen, maar hier aandacht aan besteden deed ze niet meer - het was toch al begonnen. Dat bewees het maar weer; de werknemers hier dachten werkelijk dat ze één of ander experiment waren dat ze even uit gingen doktoren. Dit zorgde alleen maar voor het zoveelste ding dat erbij kwam en abrupt sprong Kala van de stoel op - woedend.
          "Als jullie het zo graag willen, hier," fluisterde ze sissend, tegelijkertijd dat ze de emmer over de tafel heen gooide en zo al het water eruit klotste. Over de tafel heen, de paar bordjes met zich mee en zo op de vloer en stoelen. Kletterend viel de emmer daarna op de grond en ze richtte zich naar geen enkele bewaker in het bijzonder: "Ik heb niet meegeholpen aan dit voedselgevecht, dus meehelpen om het op te ruimen kunnen jullie ook wel op jullie buik schrijven. Breng me maar naar mijn cel, of ik ga zelf wel, want anders is hier straks niets meer heel." Sprak zij, de vurige blik in haar ogen. Ondertussen was alles zo hoog opgelopen dat haar kijkers weer verkleurd waren in de verschillende kleuren. Hierdoor gaf het een vreemd effect met haar zwart-witte haar. Met haastige stappen begaf zij zich de eetzaal uit, naar haar eigen cel - die ze immers zelf wel kon lopen - om vervolgens tegen de muur aan te gaan zitten met haar ogen gesloten. Eindelijk; rust en stilte. Ze begon een poging hier lichtelijk te mediteren, zodat alles weer op orde kwam, want ze had een hekel eraan wanneer dit gebeurde. Ondanks dat ze rustig probeerde adem te halen, kwam het er met hakkelige stoten uit, toch bleef ze proberen.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Borya Ivanov. | Beauty 03 | Elektriciteit
    Rourke. Impulsief. Chaotisch. Spontaan.
    Op het moment had hij er geen andere woorden voor. Al vanaf het moment dat hij deze instelling was binnen gestapt, trok hij al met hem op. Maar dat betekende niet dat hij alles goedkeurde wat de jongeman deed.
    Dat was zijn eigen keuze. Vaak als mensen hem vroegen of hij er niets aan zou kunnen doen, antwoordde hij simpel ‘Ik ben zijn vriend, niet zijn baby-sitter’ En zo was het ook.
    Misschien was het aan de buitenkant bij hem nauwelijks zichtbaar, maar hij vond het best wel interessant wat er allemaal gebeurde. Hij bekeek het altijd van een afstand om er maar zo min mogelijk mee te maken te hebben. Je zou hem kunnen zien als een ramptoerist. Overal bij zijn maar nergens aan mee doen.
    Persoonlijk vond hij het prima zo.
    De jam droop inmiddels van de muren af. Wat voorheen een nette eetzaal was geweest, was nu alles behalve. Toch vond hij het apart dat ondanks alle commotie, hij er nog brandschoon bij zat. Hij had geen moeite gedaan om stukken brood te ontwijken, laat staan de jam die ieder om de oren vloog. Kwam dan toch de theorie van zitten en niets doen om daarna ongeschonden uit de strijd te komen weer aan de bod?
    Een geniepig lachje rolde over zijn lippen bij het horen van Rourkes beklaag tegen Eduard. Nooit zou die jongen ook maar iemand serieus nemen. Maar een beetje serieusheid op zijn tijd was ook niet mis.
    Rustig vulde hij een glas melk en werkte dat langzaam weg. Aan het einde van het ontbijt zouden de bewakers hun buik alweer vol hebben van hun allemaal.
    Eerst Eduard. Nu Guinevere. Beide hadden ze hem wat te zeggen, maar de jongedame dacht er blijkbaar heel anders over dan de bewaker die alles in goede banen moest laten verlopen.
    ‘Weer eentje voor in het plakboek,’ langzaam schudde hij zijn hoofd voor hij rustig opstond. Het lege glas schoof hij een stukje verder op de tafel zodat deze allicht net zo ongeschonden bleef als hijzelf.
    Het overige witte vloeistof wat aan de binnenkant van het glas kleefde, droop langzaam terug naar beneden. ‘Rourke. Ken je grenzen,’ Bood hij de jongen nog aan als advies. Iedereen leek op het moment wat met hem te maken te willen hebben. Zo’n beetje iedereen in de kamer!
    Hijzelf zocht het rustigere vaarwater op. Hij begaf zich naar de uitgang van de eetzaal. In eerste instantie wou hij aan een bewaker vragen of hij terug kon worden begeleid naar zijn cel. Maar zodra hij de nieuwe commotie hoorde die de kop op stak, bedacht hij zich. Hij parkeerde zichzelf tegen de muur – een schoon stuk. Om het tafereel te kunnen aanschouwen.
    Het ene moment leek het er op dat de hele situatie eindelijk zou doven. Maar nu dwong men de beauties die niet hadden mee gedaan te helpen met schoonmaken? Waren ze gek geworden?
    ‘Good job,’ snoof hij sarcastisch voor hij achter Guinevere aan verdween terug naar zijn cel. Als er een ding was waar hij zich niet aan ging wagen dan was het wel aan een schoonmaak. Een schoonmaak van rommel die hij zelf niet had gecreëerd. Hij had wel wat beters te doen.

    Amora Delgado | Arts – Bewaker
    Het begin van haar baan hier kon ze zichzelf nog herinneren als de dag van gisteren. Nooit zou ze weer zo’n grote fout maken als die dag! De schaamte kroop alleen al naar haar wangen als ze er aan denken moest. Hoe vervelend het was geweest.
    Toch had die schaamte haar een wijze les geleerd, laat je niet zo makkelijk misleiden door iemands uiterlijk. Het kan zo moeilijk zijn op sommige momenten. Maar daar heeft ze zichzelf ook doorheen geslagen. Hoe? Dat moest je haar ook niet vragen. Over sommige dingen sprak men gewoon niet. Uit voorzorg.
    Al met al kwam het er wel op neer dat ze zich niet zo makkelijk van de kaart liet vegen. Ze was hier al wle een wat langere tijd dus ze kende de beauties nu wel redelijk. Nooit zou ze – ze helemaal kunnen doorgronden, maar dat was ook niet nodig. Het was alleen haar taak om ze binnen te houden en gezond te maken mocht er iets mis gaan.
    De situatie waarin ze zich nu bevonden had niets te maken met haar taak, maar toch irriteerde ze zich er mateloos aan. Het was zo’n kriebel die vanuit het onderste van je ruggengraat, opsteeg tot aan je nek. Waardoor de haren recht overeind gingen staan. Het feit dat niemand iets deed maakte het er ook niet bepaald makkelijk op.
    Guinevere nam als eerste het initiatief om tegen Eduard wat te zeggen. Alleen krijg zij simpelweg een bulderend lachsalvo in haar gezicht. Dat was punt twee wat haar vreselijk irriteerde. Maar haar was geleerd rustig te blijven onder welke omstandigheid dan ook. Dat was in haar ogen soms nog vreselijk moeilijk.
    Helemaal nu. Met muren waar Jam vanaf droop en bewakers waar stukken brood aan vast kleefden.
    Zij was niet de hoofdbewaker. Maar als ze had gekund dan had ze het gelijk een halt toe geroepen. Eduard leek eindelijk tot zinnen te komen en in te zien dat deze hele situatie wellicht niet zo gunstig was, gezien hetgeen wat stond te gebeuren.
    Het was belachelijk dat zij degene was die de jongen moest aanspreken op zijn onverantwoordelijke gedrag. Guinevere niet meegerekend want in dit geval had ze het over de leidinggevende mensen. Toch leek ze niet serieus genomen te worden, iets wat haar langzaam maar zeker deed doen koken van binnen. Ze wierp Rourke een vernietigende blik toe bij zijn onrespectvolle antwoord. “Oehh, gaat u me onderzoeken?” vroeg hij haar al grinnikend voor hij er net zo hard nog eens achteraan gooide :
    “Jouw kamer of mijn kamer?”
    De drang om hem een klap in het gezicht te verkopen, moest ze enorm voor zich houden. ‘Je houd van je baan, je mag deze kans niet voorbij laten schieten,’ hield ze zichzelf voor. Vandaar dat ze eerst rustig adem haalde voor ze zich weer tot hem richtte.
    Eduard kwam ook kort tussen beide met een wijs advies. Het zou serieus over moeten komen maar toch zag het er naar uit dat zijn woorden iets spottend waren. “Gedraag je Rourke, anders is de kans groot dat ze je nooit zou helpen moest je gewond zijn.”
    Een tel schudde ze daardoor haar hoofd. ‘Bedankt voor je geweldige advies,’ Kwam er lichtelijk chagrijnig uit. Haar ochtend was zo goed begonnen, maar je zou kunnen zeggen dat haar humeur inmiddels was gedaald tot aan het vriespunt en in haar ogen betekende dat niets goed.
    Het werd er tevens niet beter op dat Guinevere een scene maakte. Maar in dit geval gaf ze haar geen ongelijk. In zo’n situatie mocht de jongedame best weerstand bieden voor iets wat onterecht was. Maar dat kon ze natuurlijk niet hardop toegeven voor het geval dat er weer een ruzie ontstond over wat wel of niet zou kunnen.
    Rourke stond al op het punt om te verdwijnen richting zijn cel. Maar dat was niet de plek waar hij naar toe zou gaan. Eerst moest ze een hartig woordje met hem spreken.
    Allemaal zouden ze zich nog in haar kantoor moeten melden voor een dergelijk gesprek. Maar hij had goed gesolliciteerd om het spits af te bijten.
    Zwijgend pakte ze hem beet bij zijn kraag nadat hij Daniella nog een keer een klodder jam over haar wang had uitgesmeerd. ‘Ik was serieus,’
    Haar woorden klonken giftig. Lang zo redelijk niet meer als ze daarnet nog hadden geklonken. Tja, eigen schuld dacht ze zo.
    Voor haar niet zo lange lengte plus het feit dat ze op killer heels liep, vond ze het toch heel knap dat ze hem wist mee te slepen richting de gang. Haar kantoor was aan het einde, recht vooruit dus zo moeilijk zou het hopelijk niet worden om hem binnen te krijgen.
    Nu was de vraag nog maar of hij binnen zou blijven zodra de deur dicht zou gaan.
    Ze probeerde zichzelf nog steeds kalm over te laten komen, maar haar gezicht stond grimmig. Nadat ze de walgelijke ziekenhuisachtige gang door waren gelopen, stonden ze in het kantoor. Met een knal gooide ze de deur in het slot en zei ‘Je mag gaan zitten. Waag het niet om weg te lopen want ik doe je wat. In deze staat lukt me dat prima,’ Ze perste er een glimlachje achteraan, wat meer dreigend leek dan anders wat.
    ‘Ik ben niet blijk met wat je hebt gedaan,’ het frustreerde haar simpelweg. Misschien lag het niet zo heel erg aan hem. Als zij constant in een cel zou moeten zitten zou ze ook een verzetje willen.
    Maar waarom moest het nu uitgerekend vandaag!?
    Ze pakte haar klembord en nam plaats op haar bureaustoel. ‘Wij moesten maar eens even praten..’
    Nog voor ze de zin goed en wel had gezegd, werd ze onderbroken door een klopje op de deur. Een diepe zucht rolde over haar lippen. Hoe kon een ochtend zoveel commotie bevatten?!
    Bij het zien van Alicia's gezicht, trok ze kort haar wenkbrauwen op. 'Maar natuurlijk.' Ze draaide haar bureaustoel wat bij zodat ze makkelijk op kon staan en volgde de jongedame de gang op. 'Jij blijft hier,' Zei ze tegen Rourke, voor ze dreigend met haar vinger zwaaide. Hij hoefde niets te proberen want dan zat ze er gelijk bovenop!
    Op de gang kreeg ze gelijk weer de kriebels. Ze had een enorme hekel aan de inrichting er van. 'Wat kan ik voor je doen?' Vroeg ze rustig.

    [ bericht aangepast op 8 feb 2014 - 17:39 ]


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.