• Genre: Sci-fi, Slic of Life
    Woorden per post: Minimaal 300
    Tempo: Langzaam
    Taal: ABN
    Leeftijd: 16+ toegestaan
    Inspringen: Dit kan altijd, PB me dan even (:
    Regels:
    • Huisregels
    • De 'RPG-regels'
    Seeking their Souls
    In het jaar 2147 ontdekte een groep wetenschappers in Londen een nieuwe manier om leven te creëren. Door het manipuleren van het DNA van een foetus en deze buiten de baarmoeder te laten groeien konden ze een 'perfect' mens schapen. Deze mensen zouden geen imperfecties hebben en alleen hun oogkleur kon al elk mogelijke kleur hebben, aangepast op wat de 'ouders' wilden. Rijke ouders van over de hele wereld bestelden één van deze 'Beauties', zoals zij werden genoemd, en uiteindelijk werden er 32 gemaakt. Een jaar later werden de eerste zes Beauties geboren, één op elke 13e van de maand. In het begin leek alles perfect, maar dit duurde niet lang...

    In 2155 ontwikkelde een Beauty een 'gift'. De jongen was een prototype geweest en stond bekend onder de naam Zero. Hij was opgegroeid in Engeland en op zijn zesde verjaardag raakte hij buiten bewustzijn, toen hij daarna wakker werd had hij een stem die niet eigen was en sprak hij de volgende woorden:


    "Door een man zonder hart geschapen
    Deze wezens oh zo fragiel
    Moeten opnieuw worden verbonden
    Met hun lang verloren ziel"

    Elke keer dat hij hierna oogcontact maakte met een Beauty deed hij een voorspelling. Toentertijd begreep niemand zijn woorden, maar zodra de Beauties één voor één zes jaar werden, drong de betekenis van de woorden tot iedereem door. Elke Beauty ontwikkelde een gift, sommigen konden een element besturen en anderen konden wonden doen verdwijnen of mensen hun eigen wil opleggen. Men raakte in paniek door deze rare ontwikkeling en al gauw begonnen mensen de dood van de kinderen op te eisen, want het was duidelijk dat deze kinderen té sterk werden. Naast hun gift waren ze ook sterker en sneller dan normale mensen, maar dit alles had ook een keerzijde. De kinderen verloren hun reukvermogen en mogelijkheid tot het proeven van dingen, ook werden zij kleurenblind. Ze waren een deel van zich verloren, hun ziel en zij zouden deze terug moeten vinden zoals Zero hun had verteld. Dit zou enkel lukken als zij de juiste persoon zouden vinden en deze zouden kussen.
    Niet lang nadat de jongste Beauty zes jaar werd greep de overheid in. In de nacht van 3 mei werden overal ter wereld de Beauties bruut opgeschrikt en meegenomen naar een gevangenis in de Indische Oceaan, een gevangenis speciaal voor hen ontwikkelt. Er waren vier gevangenissen en ieder hield zes Beauties. De kinderen kregen handschoenen om van een speciaal materiaal die voorkwam dat de kinderen hun gift konden gebruiken.

    Het is nu 2167 en de meeste oudste Beauties bereiken binnenkort hun leeftijd van 20 jaar. Zij zijn dan bijna officieel volwassen volgens de wet, maar hun toekomst ziet er somber uit. In deze RPG volgen we de Beauties en hun problemen met o.a. hun gift, het vinden van de persoon die hun zou helpen bij het terugvinden van hun ziel en met hunzelf.


    Story: Seeking their Souls
    Rollen- aka kletstopics: 01 II 02 II 03 II 04
    Speeltopics: 01


    Lijst om mee te doen:
    De lijst die je moet invullen voor je rol vind je hier.
    Voel je vrij dingen toe te voegen als je dit wilt.

    Rollen:
    Voor meer informatie, zie de story.
    Beauties: Op volgorde van oud > jong
    02: Chronos Farrell Nolan Johnston - Lucht - Goldenwing II 2,8
    03: Borya Ivanov - Elektriciteit - Valyrian II 1,7
    05: Rourke Ryan Reid - Aarde - Gaikotsu II 2,3
    09: Daniella Jonathan - Aarde - BastiIIe II 1,1
    11: Guinevere Kala Irving - Ijs - Hiraeth II 2,7
    13: Laron Caldre Barrineau - Ijs - Yoda II 2,2
    Vrij!
    Vrij!

    Bewakers:
    Hoofd v/d bewakers:
    Eduard Novak - 37 - Cashby II 1,8
    Amora Delgado - 20 - Valyrian II 1,7
    Vrij!

    Wetenschappers:
    Het hoofd: Vrij!
    Vrij!

    [ bericht aangepast op 4 juni 2014 - 19:21 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Chronos Farrell Nolan Johnston

    ‘Het is redelijk waarneembaar dat je er niet van houdt wanneer iemand aan je vleugels komt, wat te bevatten valt.’ Zwijgend hoorde hij iedere woord aan, over het ene woord was hij wat meer verbaasd dan over het andere. Dat ze snapte dat hij niet graag wilde dat zijn vleugels werden aangeraakt vond hij verbazend, want waarom zou iemand dat snappen? De meeste mensen zagen zijn vleugels als iets prachtigs wat je onder je handen moest voelen en velen vonden dan ook dat hij moest accepteren dat ze het wilden aanraken. In de begin tijd van zijn leven had zijn moeder vaak zijn vleugels aangeraakt, omdat ze zo prachtig vond, dat was nog de tijd dat ze hem veel aandacht schonk. Iedere dag dat het beter met zijn moeder ging, ging de aandacht voor Chronos er op achteruit. Hij probeerde die gedachten uit zijn hoofd te halen door kort zijn blik over de rest van de binnenplaats te gaan alvorens terug naar Kala te kijken. Hij moest niet aan het verleden denken, niet nu hij al zo verward was. Dat ze wist dat hij er niet van hield om zijn vleugels door iemand anders te laten aanraken was dan weer totaal geen verrassing. Dat stak hij ook niet bepaald onder stoelen of banken. Hij kon snauwen als zijn vleugels werden aangeraakt en dat was dan nog een betrekkelijk kalme reacties, want hij was ook enkele keren volledig uit zijn dak gegaan. Dat was zo ernstig geweest dat meerdere bewakers hem van de bewaker in kwestie hadden moeten aftrekken, omdat hij lichamelijke schade bij de bewaker aan het aanbrengen was. Na een kort kuchje vervolgde ze haar woorden die hij net als daarnet zwijgend aanhoorde. Woorden of geluiden mochten er dan weliswaar niet over zijn lippen komen, maar zijn houding ontspande, zijn spieren lieten de spanning langzaam los. Kleine tekenen dat hij zich terug in de hand kreeg, dat hij steeds beter grip kreeg op het stemmetje in zijn hoofd.

    ‘Daarnaast ben je niet in voor de verplichtingen die de wachters stellen. Desalniettemin kan ik het niet “rebels” noemen – dat zou Rourke immers eerder zijn – zodoende dat ik het bij jou eerder een soort nonchalance vindt. We zitten hier namelijk toch opgesloten, dus wat kunnen we verder nog doen? De volgende keer zou ik gladweg eens flink in alle gangen spetteren, dat zal ze leren.’ Bij het horen van die woorden brak er langzaam een grijns op zijn gezicht door, de grijns kwam weliswaar niet op volle capaciteit maar was genoeg om aan te geven dat hij wel wat in het idee zag. Zij wist net zo goed als hij dat je ook met kleine rebelse acties het de bewakers flink lastig kon maken, daar hoefde je niet van die grote acties voor uit te halen zoals Rourke altijd deed.
    “Ik zal dat zeker onthouden.” Sprak hij zijn eerste woorden sinds dat ze haar bevindingen over hem was begonnen. Dat ze het gedeeltelijk als grap had bedoeld had hij wel begrepen, maar hij nam het dan ook niet te zwaar. Het was echter wel een uitstekende tactiek om de bewakers eens flink in de problemen te brengen. Hij wist dat ze al niet blij waren met één muur die hij nat maakte, laat staan met meerdere. Als er schimmel in het hele gebouw aanwezig zou zijn dan waren er nogal wat kosten mee gemoeid om dat weer schoon te krijgen. Toen ze weer op keek maakte ze zonder enige schaamte oogcontact, wat er op één of andere manier er voor zorgde dat Chronos nog weer wat meer rust in zijn lijf terug kreeg. Het kalmeerde hem dat er iemand momenteel zich echt op hem aan het focussen was, in plaats van dat iedereen interessanter was dan hij. Al lang had hij niet meer aandacht van één persoon gekend voor zo’n lange tijd achter elkaar en dat terwijl de conversatie met Kala nu nog niet eens zo heel lang duurde.

    ‘En daarbij, door de vraag die je me daarstraks stelde, heb ik het idee dat je meer aan de medebeauty’s denkt dan je in werkelijkheid toe wilt geven. Tenslotte heb je toegegeven dat je al enkele jaren over mij hebt nagedacht.’ Daar had ze een heel goed punt, wat volledig klopte. Het leek afgekeurd te worden door de meeste andere gevangenen als je te veel nadacht over de medebeauty’s, ze wilden je dan nog wel eens creepy vinden. Dat was dan ook de reden dat hij niet liet merken dat hij er zijn gedachten mee tot rust liet komen, als ze weer eens afdwaalden naar plekken waar ze niet moesten zijn. Plekken waardoor hij in verwarring raakte of andere ongewenste emoties opriep, zoals woede of verdriet. Met zijn kijkers volgde hij de hare die langzaam over zijn lichaam leken heen te glijden. Hoewel hij daarnet had gedacht dat ze klaar was met spreken twijfelde hij nu spontaan, het leek namelijk alsof ze nog veel meer woorden over haar lippen kon laten komen maar zich inhield.

    ‘Bovendien denk ik zo nu en dan in wat je in de cel aan het doen bent, wellicht trainen…’ Het had misschien raar moeten voelen dat Kala zich bezig hield met wat hij wel of niet in zijn cel aan het uitspoken was maar het vleide hem op een bepaalde manier. Er dacht dus kennelijk wel iemand aan zijn welzijn, weliswaar in een aparte manier maar dat maakt hem vrij weinig uit. Chronos knikte langzaam. “Het is tijdverdrijf..” Waarom hij aan haar zo gemakkelijk al dingen aan het toe geven was wist hij niet, toch voelde het niet alsof hij zich volledig bloot gaf of iets dergelijks. ‘Je hebt namelijk een redelijk gespierd lichaam.’ In stilte keek hij toe hoe ze haar hand op tilde en die voor enkele ogenblikken voor zijn borst zweefde, alsof ze zijn warme huid ging aanraken. Hij stond in dubio, Chronos wilde momenteel graag aangeraakt worden maar tegelijkertijd hield alles in hem hem tegen. Zijn hand stak hij traag uit en net zoals Kala bij hem deed bleef zijn hand iets voor de stof van haar shirt, ter hoogte van haar zij, hangen. Hij wilde aangeraakt worden maar tegelijkertijd ook weer niet. Gelukkig leek hij niet de enige te zijn die met dat probleem zat want het duurde niet lang of Kala trok zich terug, wat Chronos automatisch toen ook deed. De afstand die tussen hen ontstond voelde bevrijdend, al was er ergens ook de teleurstelling, dat ze beiden toch niet hadden door gezet. Als Chronos daarnet nog niet genoeg verward was dan was hij het nu zeker wel. Het was niets voor hem om na te denken over de mogelijkheid dat hij aangeraakt zou worden door iemand. Als hij iemand was geweest die er niet zo’n moeite mee had om mensen aan te raken en zelf aangeraakt te worden dan had hij zijn vingers onder haar kin gelegd om haar te dwingen terug naar hem te kijken. Deze handeling voerde hij echter niet uit, want hij hield niet van lichamelijk contact en Kala leek daar dezelfde gedachten op na te houden. Een stilte vormde zich tussen de twee, die hij na een aantal ogenblikken enigszins ongemakkelijk verbrak. “Bedankt .. voor de uitleg, je zit vaak juist met je waarnemingen.” De woorden kwamen zacht over zijn lippen, alsof Chronos niet wilde dat iemand anders ze hoorde dan Kala. Als een soort van compromis voor dat hij haar kin niet optilde om zijn ogen in haar kijkers te boren liet hij zijn vleugels naar voren buigen, waardoor ze een stuk van de ruimte die was ontstaan tussen de twee opvulde. Wat Chronos er precies mee wilde bereiken was onduidelijk, misschien hoopte hij dat ze op keek, zodat hij haar reactie kon peilen.


    Stand up when it's all crashing down.

    Alles op mobiel getypt en ik was nogal inspiratieloos voor deze post, dus hopelijj kun je er wat mee, maar voor nu dus een korte post.

    Daniella
    Wat haar eeuwen had geduud om onder de knie te krijgen deed Boyra de eerste keer al direct foutloos. Ze schaamde zich dat het haar zoveel tijd en moeite had gekost en ze was ook lichtelijk jaloers. Boyra kon altijd alles al meteen vanaf de eerste keer goed, bewonderingswaardig, maar vaak ook zeer vervelend. Het was zonder enige duidelijke reden zeer frustreren. "Ik loog niet, je moet observeren, dat is de truc," vertelde Boyra. Geboeid luisterde Daniëlle, in de hoop dat zij het ook kon leren. Plots vertelde Boyra dat hij haar stem na koen doen en verbaasd keek ze hem aan. "Jaja, dat geloof ik niet!" zei ze grijnzend tegen hem. Echter had ze beter moeten weten, er was niks wat Boyra niet kon. "Maar hoe doe je dat?" vroeg ze en dacht terug aan haar verwoedde pogingen andere te imiteren. "Boyra! Hou op!" zei ze toen hij haar weer nadeed en gaf hem een duwtje. Het was vreemd en om de een of andere reden zeer vervelend om te horen hoe iemand je stem nadeed. Toen hij haar stem weer nadeed besloot ze een andere aanpak te gebruiken om hem de mond te snoeren. Min of meer.
    Ze overbrugde de ruimte tussen hen en plaatste haar ranke vingers in zijn zij en bewoog deze gauw heen en weer. Toen hij begon te lachen van het kietelen schoot ze zelf ook in de lach en sprongen de tranen haar in de ogen. Op een gegeven moment was het zo erg dat ze al uitlachend tegem hem aanhing. "Haha, Boyra, één Rourke is al erg genoeg," mompelde ze met een grijns terwijl ze de tranen uit haar ogen veegde. "Ik heb er honger van gekregen zeg." Ze duwde zichzelf weer recht en streek kort haar haren glad. "Zullen we kijken of we ergens nog wat te eten krijgen? Of blijf je hier?" vroeg ze hem. De helft van haar ontbijt was vanmorgen verloren gegaan dankzij Rourke en ze hoopte vurig dat er een personeelslid was dat haar wat eten toe wilde stoppen. Ze wist in ieder geval waar ze het niét moest halen, dacht ze met de norse bewaker in haar achterhoofd.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Borya Ivanov | Beauty 03
    ¤¤¤

          Het was niet zijn schuld dat er een zeker stofje door zijn lichaam gleed waardoor hij zonder moeite anderen kon kopiëren. Nooit had hij er bij stil gestaan dat- dat wellicht ook iets was wat zijn ouders speciaal hadden aangevraagd. In zijn ogen was het de normaalste zaak van de wereld. Maar bij het zien van de geïrriteerde en lichtelijk jaloerse blik van Daniella, wist hij dat het alles behalve normaal was.
          Ongelovig keek de dame hem aan. Alsof wat hij hier had verteld totaal vreemd in haar oren klonl. ‘Jaja, dat geloof ik niet!’ vertelde ze hem grijnzend. Jammer voor haar was wel dat hij dat als een uitdaging zag. Haar ongelijk bewijzen behoorde zo langzamerhand tot zijn dagelijkse bezigheden. "Maar hoe doe je dat?" vroeg ze. Hij haalde zijn schouders op. Mensen hun gedrag immiteren was makkelijk als je lang genoeg in de buurt was om hun bewegingen in je op te nemen. Hun stem, dat was een ander verhaal. Eentje die hij niet verklaren kon.
          "Boyra! Hou op!" Ze duwde hem tegen zijn borst aan. Droog keek hij naar haar hand, wat weinig effect had. Hij had zo het idee dat ze nog lang niet al haar kracht in de strijd had gegooid.
          ’Sorry, mevrouw prinses. Maar je moet me dan maar niet zo uitdagen,’ wierp hij er op terug. Ze wist de ‘gevaren’ daar van. Hij kon er niets aan doen dat zij zo moeilijk dingen wou geloven. Je moest dan niet bij zijn deur aan komen kloppen als het opeens tegen je werd gebruikt. Hij zat wel zo in elkaar immers.
          Met lichtelijke argwaan keek hij toe hoe haar vingers zijn kant op kwamen. In eerste instantie zocht hij er niets achter. Dat had hij verkeerd gedacht. Zonder genade begon ze hem te kietelen. Door de plotselinge actie schoot hij onbedoeld in de lach. Hij lachte niet veel. Naar zijn idee was het zonde van de tijd, tijd die hij kon besteden om andere dingen te kunnen doen.
          ‘Haha, Boyra, één Rourke is al erg genoeg," mompelde ze met een grijns. Hij keek toe hoe ze de tranen uit haar ogen moest vegen. Zo hilarisch kon het niet zijn geweest. Voor hem niet in elk geval. Al moest hij bekennen dat hij het geen ramp vond om in haar buurt te zijn. Wat voor haar enigszins een geluk was. Als hij zich niet zo goed had gevoeld, dan had hij haar dat ook wel laten weten.
          "Ik heb er honger van gekregen zeg."
          ’’Serieus?’’ bromde hij voor hij met zijn ogen rolde. Vrouwen. Waarschijnlijk zou hij er nooit iets van begrijpen. Daar was hij een man voor. "Zullen we kijken of we ergens nog wat te eten krijgen? Of blijf je hier?" vroeg ze hem. Hij haalde een hand door zijn haren heen. ‘Niemand heeft echt ontbijt gekregen dus ergens is het handig om te kijken of ze genadig willen zijn en ons nog wat willen geven,’ stemde hij in.
          Hij duwde zichzelf overeind, veegde zijn broek af en sjokte langzaam naar de deur terug. Buiten zijn was hem ergens wel goed bevallen. Zo goed dat hij er tegenop zag om weer naar binnen te moeten. Wat een hel.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Rourke Ryan Reid – aarde. •
    Hij was nog geen paar seconden weg bij Amora, het kantoor uit, en hij liet zich even tegen de kleurloze muur vallen. Het leek net onecht wat er zojuist gebeurd was. Had hij het wel echt gedaan? Hij schudde zijn hoofd zachtjes. Nee, het zou toch niet? Hij kon het lichtjes niet geloven. Hij liet zijn hoofd achterover, tegen de muur, aanzakken en sloot voor een seconde zijn ogen om na te denken over de gehele situatie.
    'Rourke..?' Weerklonk de liefelijk, zachte stem van Amora in zijn gedachten. Hoe had hij zoiets kunnen doen? Hij kon zichzelf wel voor zijn kop slaan.
    Natuurlijk, hij was een man van de waarheid, maar hij bevond zich in een gevaarlijke situatie. Weliswaar een situatie waarvan zijn adrenaline weer omhoog kwam, iets waarvan hij hield, maar betekende dit dan ook dat ze extra veel op hem zouden letten als ze erachter kwamen? Zou hij de kans hebben hier nooit weg te kunnen door die stomme actie die hij zojuist gedaan had? Zijn ogen schoten bij deze gedachten weer open en hij bleef voor luttele seconden naar de deur tegenover hem staren. Hij zou naar binnen kunnen benen en de stilte weer verbreken met zijn schorre, hese stem. Hij schraapte zijn keel.
    Nee, dat was gekkenwerk. En wat moest hij dan zeggen? 'Dat daarnet.. Was niet gebeurd toch? Dat ik mijn stomme, seksuele gedachtes in het echt heb uitgevoerd om jou tegen het bureau aan te drukken.' Hij liet een schampere lach. Misschien was wat frisse lucht goed voor hem – dan zou hij die gedachten van zich af kunnen zetten.
    Zichzelf voorhoudend om wat frisse lucht te nemen, duwde hij zichzelf van de grijze muur af en zette met grote voetstappen de gang uit. De eentonige muren waren langdradig, té langdradig. Soms duizelde het hem, maar dan probeerde hij zich op het geluid van zijn voetstappen te richten.
          Aangekomen aan het eind van de gang kwam hij een vrouw tegen – een onbekende voor hem weliswaar, maar dit zag hij echter als een uitdaging. Iets waar hij van hield. Hij wist alleen niet of het een beauty was, net zoals hem, of iemand die 'op bezoek' kwam. Hij kon zich niet herinneren dat hij iemand van de bewakers weg had gepest.
    Met een zelfverzekerde glimlach op zijn gezicht liep hij naar haar toe. Daar was maar één manier voor om erachter te komen. “Hey, miss. Ik wil je hier wel een goede rondleiding geven,” stuurde hij telepathisch naar haar toe. Hij kreeg geen antwoord terug en hij liet een schampere glimlach. Natuurlijk, hij had het aan haar handen moeten zien – geen handschoenen.
    Hij hield vlak voor haar stand en boog kort voor haar uit beleefdheid. “Reid,” begon hij. “Ik neem aan dat u hier voor werk bent. Ik zou u graag een rondleiding willen geven, maar,” hij liet een korte lach en hield zijn handen omhoog om zijn handschoenen te laten zien – ten teken dat hij beauty was. “De ruimtes in dit gebouw is beperkt voor mij.” Hij nam weer aanstalten om weg te lopen, maar hij wierp nog een blik over zijn schouder naar haar. “I guess, I'll see you around.” En met deze woorden liep hij wel weg.
          Hij kon in de verte een bekend iemand zien. Borya. Precies degene die hij zocht en nodig had. “Gast, kom eens. Ik moet je wat vertellen.. in vertrouwen.” Had hij het laatste eraan toegevoegd, toen hij naar Daniella keek.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    † † †
    Guinevere Kala Irving • IJs • Beauty


    'Het is tijdverdrijf. . .' beaamde hij haar woorden, waar ze zich toch – stiekem – tevreden over voelde. Haar bevindingen waren tot nu toe redelijk goed geweest en dat zei meer dan genoeg voor haar. Hoewel ze niet alles vermeldt had naar hem toe, was het eveneens niet handig en ze stelde zich voor dat hij het wellicht in de latere dagen te weten zou komen. Het was al immers heel wat dat Kala dit tegen hem gezegd had, in een ander geval had ze haar mond gehouden en misschien zelfs weggegaan van de desbetreffende persoon.
          Toen gebeurde er iets vreemds, want hetzelfde ogenblik dat ze haar hand optilde om zijn ontblote lichaam aan te raken, stak hij eveneens zijn hand uit. De jongedame schrok ervan, alhoewel de blik niet op haar gezicht te bemerken was. Momenteel stond ze zo in strijd met twee verschillende emoties dat ze niet wist hoe te handelen – enerzijds wilde ze graag de warmte van zijn lichaam als zowel hand voelen, anderzijds was ze bang voor dit contact. Hetgeen wat ze zo lang ze zich kon heugen al had, waardoor het van de andere emotie won en zodoende een stap achteruit zette. Toch had ze een gevoel dat ze verloren had, al begreep ze niet precies hoe het kwam – een teleurstellend gevoel nam in haar binnenste plaats en kort beet ze op haar onderlip, welke de kleur had van een dieprode roos. Het was echter niet rationeel, deze jongedame was een logisch nadenkend persoon en om deze reden besloot ze zich ook verder te zetten. Dat probeerde ze althans.
    De dodelijke stilte duurde voort en ze bedacht zich wat ze zou kunnen zeggen, hoewel ze wel gewend was aan het ongemakkelijke contact. Kala was nu immers geen gemakkelijke socializer, helemaal niet zelfs. Het was al een mijlpaal voor haar dat ze zo'n lang gesprek gered had, want zo voelde het voor haar.
          'Bedankt. . .voor de uitleg, je zit vaak juist met je waarnemingen.' Ze knikte haast onmerkbaar.
          'Ik eh. . .' begon ze, net zo zacht als hij met zijn woorden, 'Geen probleem, ik –' Ze klapte dicht, een rationeeldenkend individu klapte dicht. Zij – Kala – had dit niet verwacht en door al deze verwarring bemerkte ze ook nog eens hoe haar hersenspinsels door elkaar liepen, waardoor haar lichtkleurende poelen vermengd waren met andere kleuren. Wat betekende dat de mist in haar hoofd nogmaals op kwam zetten. Ze moest hier weg – en snel ook. Terwijl ze haar ogen kort dicht kneep en haar hoofd afwendde, merkte ze iets op dat haar verwarring voor een luttele seconde stopzette wanneer haar poelen openden. Zijn beeldschone engelenvleugels waren over zijn schouders gedwaald als een lied in de wind en hadden zo de ruimte tussen hen opgevuld.
          Zou het kunnen dan. . .? Nee – voor zover zij wist, verafschuwde hij dat de mensen er telkens hebberig naar keken en het wilde aanraken alsof het een heilig relikwie was. Nee – hij zou vast niet willen dat ze haar vingers voorzichtig over zijn prachtige vederen trots streelden. Handig nadenken ging niet geheel meer, wat erin resulteerde dat haar blik onbewust naar zijn poelen gleden en deze doorboorden. Ze wilde het met haar ogen vragen, ze wilde weten of het prima was voor hem om de prachtheid ervan aan te raken. Ze had immers niet genoeg moed gehad om zijn warme borstkas aan te raken, laat staan dat ze dit zou durven. Nee, Kala wist zeker dat het niet geoorloofd was en toch. . .in een diep binnenste wilde ze niets liever. Hierdoor zweefde haar hand, die een krijtwitte kleur had, naar één van zijn vleugels die op de een of andere manier om aandacht scheen te smeken. Bijna raakte ze het aan – bijna kon ze de zachte, puurwitte veren onder haar vingertoppen voelen totdat. . .
          'Hier zijn jullie, Guinevere en Chronos,' dreunde een mannenstem door de binnenplaats van de gevangenis. Geschrokken slaakte ik een zachte kreet en mijn hoofd schoot in de richting van de stem. Het bleek een bewaker te zijn die, naar Kala's opinie, redelijk tegenstrijdig was. Hij sprak de beauties meestal aan met de voornaam, maar het ene moment kon hij heel streng optreden en het andere ogenblik kwam hij terug op deze handelingen. 'We zochten jullie overal, jullie mogen niet weg zonder een wachter die op jullie let.'
    In een oogopslag had Kala een zwarte stip op de huid van Chronos gezien, haar mede-beauty, maar door de verandering van de situatie vroeg ze er niet naar. Het was vast niet iets om momenteel te vragen. Ze durfde ook niet meer naar hem te kijken, hoewel het een magisch moment geweest was.

    [ bericht aangepast op 6 mei 2014 - 19:38 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Again, op mobiel. Sorry voor de mogelijke spelfouten.

    Dani
    Toen ze zei dat ze honger had zorgde Borya's reactie ervoor dat ze hem een zachte duw gaf tegen ze bovenarm gaf. "Op één croissantje kan ik nou eenmaal niet leven," legde ze hem uit. Eten was niet plezierig, aangezien er geen smaak was om van te genieten, maar ondanks dat was ze een vrij grote eter. Toen Borya instemde stond ze op en liep ze met hem naar binnen. "Waar zullen we-" Ze zweeg abrupt toen Rourke aan kwam lopen en deze kwam duidelijk niet voor haar. "Fast, kom eens. Ik moet je wat vertellen.. In vertrouwen," zei hij tegen Borya, waarop Daniëlla hem een quasi-beledigde blik toewierp. "Wat? Vertrouw je me niet meer?" Ze zei het als een grapje, maar ergens trok ze het zich wel aan dat iemand duidelijk wilde dat zij het niet te hiren kreeg. In plaats van dit te zeggen had ze de eeuwige glimlach weer op haar gezicht en keek ze kort naar Borya. "Dan zie ik jullie later wel," zei ze tegen het tweetal en liet ze achter. Zonder echt te weten waar ze heen zou gaan struinde ze door de gangen.
    Wat op een saaie zoektocht naar voedsel had geleken kreeg plotseling een interessante wending toen ze een nieuwe gedaante zag lopen. Een verrast geluidje verliet haar lippen. "Oh!" Haar ogen werden groot van kinderlijke nieuwsgierigheid toen ze de vrouw met lichte haren benaderde. "Wie ben jij?" vroeg ze met oprechte interesse. Vernieuwingen en verandering waren erg welkom in dit saaie oord vond Daniella. Daarbij brachten zulke nieuwe gedaantes informatie mee over de buitenwereld en dat was iets waar ze nooit genoeg van kon krijgen. "Ik ben Daniella," zei ze vrolijk en stak haar hand uit, zoals haar geleerd was, haar missie alweer helemaal vergeten. Snel gleden haar ogen over de vrouw heen. Ze was niet erg lang en had donkere ogen, welke kleur deze waren kon ze niet zeggen. Wat Daniella ook opviel was dat de aanwezige bewakers extra alert waren. Ze was het inmiddels gewend, maar werd nog altijd verdrietig van het idee dat men blijkbaar dacht dat ze gevaarlijk was. Ze was niet gewelddadig, zowel fysiek niet als verbaal. Toch werd ze niet anders behandeld. Ze was een Beauty en daarmee was zij als persoon al bepaald en was ze als gevaarlijk bestempeld. Haar ogen dwaalde af naar haar hand die in de lucht zweefde. Haar gave, ze wist niet eens zeker of ze het nog bezat. Of zedeze überhaupt nog kon gebruiken. Dit waren van die vragen waarvan Daniella verwachtte dat ze onbeantwoord zouden blijven, hoe vervelend ze dit ook vond.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Chronos Farrell Nolan Johnston

    De zinnen die Kala wilde gaan uitspreken bleven hangen na de eerste paar woorden. Hij vond het jammer, graag had hij gehoord wat ze van plan was te gaan zeggen maar hij zou er niet op aandringen, dat lag niet in zijn aard. Chronos kon zien hoe de kijkers van Kala niet langer ijsblauw bleven maar allemaal verschillende kleuren begonnen te krijgen. Net op het moment waarop het leek dat het moment tussen hun voorbij was en dat hij weer alleen zou worden gelaten gingen zijn vleugels naar voren waarop Kala opkeek. Het leek misschien dan toch niet allemaal verloren te zijn! De ogen van Kala doorboorde de zijne waardoor hij geen enkele kans kreeg om weg te kijken. Zonder woorden wilde ze vragen of het oké was dat de jongedame zijn witte vleugels zou aanraken maar om heel eerlijk te zijn, hij wist het niet. Aan de ene kant wilde hij graag aan geraakt worden, aan de andere wilde hij het ook weer absoluut niet. Toch was hij de gene geweest die zijn vleugels naar voren had gedaan en dus besloot Chronos dat hij dit dan toch wilde. Kala zou zijn vleugels mogen aanraken. De jongeman knikte licht met zijn hoofd om aan te geven dat het mocht. Voor het eerst sinds tijden gaf hij iemand de toestemming om zijn prachtige witte vleugels aan te raken. Bijna hadden haar vingertoppen en zijn vleugels contact gemaakt maar het moment werd verstoord door een mannenstem die over het gehele terrein heen was te horen.

    'Daar zijn jullie, Guinevere en Chronos.' De kijkers van Chronos schoten lichtelijk in paniek naar de bewaker die op hen kwam afgestapt. Wat? Wat was er gaande? Hij deed toch niets verkeerd? In een reactie op het verschijnen van de bewaker schoten zijn vleugels terug naar hun vaste plek op de rug van Chronos. Door de haast waarmee het gebeurde kwam er een zacht donsveertje los die op de klanken van de wind werd mee gevoerd. Het veertje streek in zijn weg naar ergens langs de wang van Kala, als een warme aanraking. 'We zochten jullie overal, jullie mogen niet weg zonder een wachter die op jullie let.' De spanning die zich zojuist had gevormd in het lichaam van Chronos verdween door het horen van deze woorden. Daar ging het dus om. Omdat hij zo was opgegaan in het moment met Kala had hij voor een moment gedacht dat hij iets verkeerd had gedaan. In feite was dat ook waar maar hier zag hij zelf de ernst niet van in, dus kon hij weer ontspannen. Hij schraapte zijn keel alvorens iets tegen de bewaker te zeggen. " Het is niet dat we echt ergens heen kunnen gaan.. Tenslotte hebben jullie daar met die stomme zender wel voor gezorgd." Kort zag Chronos een grijns op de mond van de bewaker verschijnen, de man leek zich het zendertje tussen de vleugels van Chronos te herinneren, het zendertje wat ongemerkt ontsnappen onmogelijk maakte. 'Daarnaast hadden jullie moeten helpen met schoonmaken, aangezien jullie dat verzuimd hebben zullen jullie terug moeten naar de cel.'

    Ongelovig keek hij de man aan, was hij nou serieus? Chronos zou er alles aan doen om te voorkomen dat hij naar zijn cel moest, maar schoonmaken zou hij ook niet. "Nu ga je ons straffen omdat Rourke er een bende van maakt, is dat niet wat laag? Zelfs voor een bewaker. Daarnaast, denk je niet dat het al genoeg straf is dat we hier überhaupt zitten opgesloten?' Hij spreidde zijn vleugels uit, waardoor het een imposant beeld gaf en dat was ook juist de bedoeling. "Ik weiger terug te gaan naar mijn cel, ik heb niets verkeerds gedaan en wordt al genoeg gestraft doordat ik hier opgesloten zit." Wat Kala er precies van vond wist hij niet maar hij had zo'n vermoeden dat ze het wel met hem eens was. Chronos maakte met zijn vleugels een aantal slagen maar steeg daarbij niet op, hij wilde de bewaker alleen laten zien dat hij zich niet zo gemakkelijk naar zijn cel zou laten brengen. Geen denken aan!


    Stand up when it's all crashing down.

    Eduard Novak|| Bewaker

    Vermoeid wreef de man even in zijn ogen terwijl hij zich ze snel mogelijk een weg door de gangen van de gevangenis baande. Vandaag zou er een nieuwe bewaker arriveren en aangezien Nikola ziek was geworden en zijn taken als hoofdbewaker onmogelijk kon volbrengen, had Eduard die taak op zich genomen. Hij wilde de ander gewoon helpen, al had hij er nu ergens wel spijt van. De man had nooit geweten dat de functie als hoofdbewaker zo vermoeiend kon zijn. Op dit moment werd er gewoon veel meer van hem verwacht dan vroeger en dat zorgde ervoor dat hij zelfs geen tijd meer had om rustig te slapen. Hij moest dag en nacht bereikbaar zijn en het gebaarde vaker dat er ’s nachts iets gebeurde en hij soms de hele nacht bezig was. Het feit dat hij een tijdje niet meer fatsoenlijk had geslapen, was wel te zien aan de donkere kringen rond zijn ogen. Het was maar goed dat hij nooit last had gehad van een ochtendhumeur, al was hij de laatste tijd een beetje sneller geïrriteerd dan anders. De meeste mensen zouden beginnen te schreeuwen of iets dergelijks, hij wees mensen er alleen maar vriendelijk op dat ze hem best even gerust konden laten en dat hij hen begon te schreeuwen. Hij was meestal diegene die in elke situatie kalm bleef en alleen zijn stem verhief als hij dacht dat het echt niet anders kon. Zelfs dan zou je eigenlijk nog niet kunnen zeggen dat hij echt schreeuwde. Hij praatte gewoon net iets luider zodat hij goed te horen was.

    De man vloekte lichtjes in zichzelf toen hij het oude zakhorloge uit zijn broekzak haalde en merkte dat hij toch bijna een kwartier over tijd was. Wat moest die nieuwe bewaker nu wel niet van hem denken? Als hoofdbewaker was het de bedoeling dat je altijd en overal optijd kwamen net nu was hij te laat, voor de eerste keer sinds hij Nikola’s taken op zich had genomen. Eduard dwong zijn benen om nog sneller te bewegen, maar op het moment dat hij bijna bij de ingang was aangekomen, bleef hij abrupt staan toen hij Rourke met de dame zag praten. Hij vernauwde zijn blauwe kijkers even voordat hij zichzelf terug in beweging zette. Rourke’s laatste woorden drongen nog net tot hem door voordat deze besloot om toch maar weg te gaan. Eenmaal bij de nieuwe bewaker, Dylan zoals de papieren vermeld hadden, aangekomen, keek hij de jongen nog even na. Pas toen diens gedaante helemaal uit het zicht verdwenen was, richtte hij zijn blik op Dylan. “Ik hoop dat hij je niet tot last in geweest. Rourke kan soms nogal.. apart uit de hoek komen.” Een glimlach vormde zich om zijn lippen terwijl hij zijn hand uit stak. “Jij moet Dylan zijn. Mijn naam is Eduard Novak. Ik vervang Nikola tijdelijk totdat hij weer beter is, dus je zal het met mij moeten doen.” Ondanks het feit dat hij zo zou kunnen omvallen van vermoeidheid, kreeg hij het toch voor elkaar om een iets of wat geamuseerde ondertoon in zijn stem te verwerken. “Tijdens de rondleiding zal ik je vertellen wat er juist van je verwacht wordt. Als je daarna nog vragen hebt mag je ze altijd stellen. Ik kan begrijpen dat het iets heel nieuws voor je is, je komt niet elke dag kinderen met speciale gaven tegen.” Eduard gebaarde even naar de gang rechts van hem ten teken dat ze hem mocht voorgaan. “Zullen we eraan beginnen of heb je eerst een paar vragen die je toch graag kwijt zou willen?”


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Borya Ivanov | Beauty 03
    †††

    Op één croissantje kan ik nou eenmaal niet leven," leek ze ietwat dramatisch te verwoorden. Hij schudde langzaam zijn hoofd en incasseerde het duwtje.
          ’’Misschien kunnen we er niet op leven, maar ik zit ook niet te wachten op het smakeloze ervan. Ik snap sowieso niet dat ze ons het ‘plezier’ wouden doen door ons croissantjes te geven. Alsof we daar ook maar iets aan hebben,’ snoof hij lichtelijk spottend. Daar had hij vaak kritiek op. Eigenlijk had hij altijd kritiek op de dingen die om hem heen gebeurden. Het beleid van de hogere machten, de manier waarop zij werden behandeld, zijn cel, je hoefde het maar te noemen en hij had er een mening over. En meestal was dat geen vredelievende mening.
          Nadat hij zichzelf overeind had geduwd, liep hij met haar mee. Als hij geen slippers aan had gehad, dan had hij het gras tussen zijn tenen kunnen zien. Meer niet.
          "Waar zullen we-" begon Daniella haar zin voor ze werd afgekapt door een ander. Een ander die zijn aandacht trok want hij had deze stem al een tijdje niet meer gehoord.
          ‘’Gast, kom eens. Ik moet je wat vertellen.. In vertrouwen," Rourke kwam bij hen staan en keek hem aan met een behoorlijk - wat was het? -bezorgd gezicht. Misschien kwam het door de frons die er op prijkte. Alsof hij net wat had meegemaakt waardoor hij nu niet wist waar hij ermee heen moest? Meestal kwam hij dan inderdaad wel nar hem toe.
          ‘Wat? Vertrouw je me niet meer?" vroeg Danielle hem. Het kwam over als een grapje maar hij had genoeg gehoord om te weten dat ze zich er wel enigszins door aangedaan voelde.
          Hij lachte ietwat verontschuldigend naar haar. Hij kon het ook niet bepaald helpen dat hun gezellige onderonsje werd verstoord.
          "Dan zie ik jullie later wel," zei ze nog voor ze zichzelf omdraaide en haar eigen weg ging. Vaag stak hij zijn hand nog naar haar op voor hij zich omdraaide naar zijn vriend. Vragend trok hij zijn wenkbrauwen op naar de figuur. Vragen deed hij niet, het enige waar hij op wachtte was het verhaal wat hem dwars zat. Meer niet.
          Hij sloeg zijn armen over elkaar en keek afwachtend naar zijn gezicht. Met Rourke beleefde je soms de vreemde dingen, het was nog maar de vraag waar hij nu mee op de proppen kwam.


    [Sorry als hij ietwat flut is, ik moet er nog even weer inkomen na al die examens die mij hersendood hebben gemaakt -___-' ]


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Morgen ruim ik de beginpost en alles weer eens op guys (: Een hoop gekwijl over Rourke, haha, voor de rest is het niet veel, maar ik heb weer een hoop posts af te ronden en wil dit zsm doen.

    Dylan Parker II Bewaker
    Bijna had haar mond een stukje open gezakt toen een man op haar afkwam. Natuurlijk had ze foto's gezien, ze had dossiers gelezen en wist alles wat er maar te weten viel, maar dat was niks vergelijken met de werkelijkheid. Dit was de real deal. Het was bijna belachelijk hoe knap hij was, alles aan hem leek perfect in verhouding te staan tot de rest, alsof hij gephotoshopt was. Zijn lichaam had een kleur waar zelfs zij jaloers op was en zijn bijna zwarte poelen leken haast door haar heen te kijken. Zijn stoppelbaardje maakte hem wat ruiger en hij was vrij lang, langer dan haar in ieder geval. Zelfs in zijn saaie outfit viel niet te ontkennen dat hij ondenkbaar knap was, maar hij was echt en zijn naam was Rourke. Zelfs zij, Dylan, die nooit iets om haar uiterlijk gaf begon zich zorgen te maken dat als ze allemaal zo knap waren ze nog wel eens tevreden kon geraken met haar uiterlijk, zelfs al was ze nog nooit écht ontevreden geweest met zichzelf.
    "Reid,” Rourke was vlak voor haar gestopt en ze beet kort op de binnnenkant van haar wang om zichzelf weer tot de orde te roepen, “ik neem aan dat u hier voor werk bent. Ik zou u graag een rondleiding willen geven, maar de ruimtes in dit gebouw is beperkt voor mij," vertelde hij haar en Dylans wenkbrauwen wipten kort omhoog, omdat hij, zonder een antwoord af te wachten, alweer aanstalten maakte om weg te lopen. "Hé-" begon ze, maar zweeg toen hij weer sprak: "I guess, I'll see you around." "Dat weet ik wel zeker," mompelde ze tegen zichzelf, omdat hij nu echt helemaal uit het zicht was. Ze hoefde zijn afwezigheid niet lang te betreuren, omdat er ditmaal weer een man op haar afkwam, een bewaker deze keer. Hij had zwarte haren die nogal warrig zaten en ze vroeg zich af of hij soms net pas uit bed kwam. "Ja, dat heb ik gemerkt," glimlachte ze toen de man opmerkte dat Rourke nogal vreemd uit de hoek kon komen. Dat had ze ook in zijn dossiers gelezen overigens. Ze schudde zijn hand en sloeg zijn naam in gedachten op. Eduard. Hij zag er vermoeid uit, maar voorlopig zweeg ze hier nog over en liet hem eerst zijn zegje doen. "Zullen we eraan beginnen of heb je eerst een paar vragen die je toch graag kwijt zou willen?”
    "Misschien kan ik het beste eerst mijn spullen op mijn kamer leggen, dus zullen we daar de rondleiding beginnen?" opperde ze. Ze had nog altijd de zware sporttas in haar handen en eigenlijk was ze ook erg nieuwsgierig naar waar ze de komende tijd zou verblijven. Plots besefte ze zich dat de stille bewaker er ook nog was, althans, toen ze zich omdraaide was hij alweer verdwenen. Vreemde kerel, maar ze ging er van uit dat haar andere collega's gezelliger zouden zijn.

    [ bericht aangepast op 26 mei 2014 - 17:08 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    † † †
    Guinevere Kala Irving • IJs • Beauty


    Ze schaamde zich. Ze geneerde zich vanwege het feit dat haar ogen niet langer het ijsblauw van eens waren, en Chronos kon dat zien. Iemand waarvan ze liever had gewild dat hij haar verschillende oogkleuren niet had opgemerkt. Het was niet dat ze hem minachtte, alles behalve zelfs, maar er stak een bepaalde reden achter welke belangrijk voor haar was. Bij Laron was het gemakkelijker, gezien hij spontaan was en er hoogstwaarschijnlijk niet al teveel op zou letten. Maar Chronos was hetzelfde als zij: zwijgzaam en redelijk geheimzinnig. Hij kon de tijd ervoor nemen momenteel om de kleuren te onderscheiden, hoewel het niet veel te merken was – hun vermogens waren namelijk afgenomen. Het verdween echter allemaal naar de achtergrond toen hij haar toestemming had gegeven, met een simpele knik van zijn hoofd. Dit was een bijzonder moment in het leven – de jongeman die eerder niets van eenieder moest weten zodra het op zijn vleugels aankwam, gaf haar (van alle mensen, nog wel!) toestemming om de prachtige exemplaren te beroeren. Het dons onder haar tengere vingers te voelen. Dat speciale moment werd echter ruw verstoord door een harde stem over de binnenplaats, waardoor Kala opschrok en haar hand had terug getrokken. Ze vond het direct jammer dat Chronos zijn vleugels terug schoten, gezien ze de kans had gehad en nu was dat ronduit verpest. Of toch niet geheel.
    Een vederlichte streling, als een warme lentebries of zachte aanraking, streek langs haar blanke wang. En ze huiverde. Door de omstandigheden had ze het zachte donsveertje niet gezien, maar nu was het alles wat in haar opkwam. Het zweefde geleidelijk aan richting de grond, en hoewel ze nog bevroren aan de grond scheen te staan, maakte ze van haar handen een kopje waar het donsveertje op dwaalde. Haastig blikte ze hierna jegens de medebeauty, om te controleren of hij er iets van gemerkt heeft. De enkele seconden dat ze naar hem keek, leek het niet zo te zijn dat hij er aandacht aan had besteedt – wat haar in feite redelijk opluchtte. Ze verborg het zachte veertje in haar handen achter haar rug, waardoor ze het langzaam in haar broekzak liet glijden en tegelijkertijd hoorde ze hem aan.
          ‘Het is niet dat we echt ergens heen kunnen gaan. . . Tenslotte hebben jullie daar met die stomme zender wel voor gezorgd.’ De jongedame wilde er wat verder nog op aanmerken, waardoor haar mond al enkele millimeters open was, alleen de bewaker was haar voor. Zijn zware stem klonk als een messlag tussen de twee in en zijn grijns deed Kala lichtelijk rillen.
          ‘Daarnaast hadden jullie moeten helpen met schoonmaken, aangezien jullie dat verzuimd hebben zullen jullie terug moeten naar de cel.’ Haar mond viel open – Kala wilde niet terug naar haar cel. Wanneer ze terug zou moeten, zouden er vreemde dingen gebeuren. Het nadenken hielp haar niet bepaald, en ze zou enkel meer willen verlangen naar de zee. Onbewust ging haar slanke hand omhoog naar de schelpenketting die ze droeg, waar ze een enkele keer overheen streek.
          ‘Nu ga je ons straffen omdat Rourke er een bende van maakt, is dat niet wat laag? Zelfs voor een bewaker. Daarnaast, denk je niet dat het al genoeg straf is dat we hier überhaupt zitten opgesloten?’ De jongedame haar ogen werden grote schoteltjes toen Chronos zijn vleugels uitspreidde. Desalniettemin was ze niet geïntimideerd door hem, omdat ze nu eenmaal wist dat het niet voor haar bedoeld was. ‘Ik weiger terug te gaan naar mijn cel, ik heb niets verkeerds gedaan en wordt al genoeg gestraft doordat ik hier opgesloten zit.’ Enkele sterke vlagen kwamen als resultaat doordat de jongeman met zijn vleugels bewoog, toch bleef hij staan. Daar was ze wel blij mee – zodra hij op zou stijgen in de lucht, ook al was het maar een metertje, voelde ze zich vreemd genoeg niet veilig meer en lichtelijk verraden. Alsof ze achterlaten zou worden. Iets wat absoluut nergens op sloeg, natuurlijk, want ze begreep ook niet waar dit vandaan kwam.
          ‘Ach joh, Chronos, niet zo lastig doen,’ lachte de man wat zachtaardig, alsof het een grapje was, ook al was het duidelijk te zien door de blik in zijn ogen dat hij het niet meende. ‘Je kent de redenen immers wel waarom je hier bent.’ Hij begon zich zelfs lichtelijk aan het tweetal te ergeren, hoewel het scheen alsof hij de jongedame zo goed mogelijk negeerde. Een zachte frons ontstond er op Kala’s voorhoofd, eentje die snel verdween doordat ze besloten had er nu wel wat op te verwoorden. Eerder was dit niet mogelijk door bepaalde zaken.
          ‘Dat denkbeeld is anders wel geheel verschillend tussen de beauty’s en het personeel, lijkt mij. We zitten hier nu niet bepaald vrijwillig of zoiets, wij kunnen er niets aandoen dat jullie het hier blijkbaar naar jullie zin hebben. Een beetje anderen rondcommanderen en lui op je donder zitten kan ik ook wel – proberen jullie maar eens zowat 23 uur per dag in een cel jezelf te vermaken.’ Nu pas richtte de man op Kala, doordat haar woorden aan hem gericht waren, maar het was met een stuurse blik. Dit betekende moeilijkheden, voorspelde ze al, daar had je helemaal geen waarzegger voor nodig. Kala was echter niet van plan om zich in te tomen voor een bewaker, ze had het meer dan genoeg gehad hier. Hij opende zijn mond al, maar ze besloot – voordat hij ook maar een “boe” of “bah” uit zijn mond kon persen – verder te praten. ‘Prima, twee á drie uurtjes mogen we onze cel uit, maar langer niet – anders krijgen we teveel vrijheid. Wat een luxe toch, hé?’ besloot ze met een sarcastische ondertoon af te sluiten.
          ‘Jongedame, jullie gaan terug naar jullie cel. Kom nu mee.’ Hij perste zijn lippen strak op elkaar, maar moest al zijn geduld bij elkaar rapen om een glimlach tevoorschijn te toveren. Het kostte hem moeite, dat kon eenieder zien. Koppig sloeg ze haar armen over elkaar en zette een stap naar achteren, meer richting Chronos, waarbij ze een duidelijke “nee – ik ga niet” over haar lippen liet rollen. Dit scheen het ongeduld aan te wakkeren, want nu klonk er een barse grauw over zijn lippen, waarna hij op haar afstevende en haar pols vastpakte. Guinevere, die er niet van hield om aangeraakt te worden, had in eerste instantie hem willen slaan – een soort automatische reactie. Alleen ware het niet dat de bewaker haar al over zijn schouder had gegooid en zich resoluut omdraaide om zijn woorden waar te maken.
    ‘Ik zei meekomen, vrouwtje – en jij ook Chronos.’ Een subtiel persoon was het nooit geweest, waarschijnlijk. De jongedame met de verschillende haarkleuren begon hard te schreeuwen en op zijn rug te bonken.
          ‘Hey, ik ben geen hooibaal! Zet me neer!’ Hij luisterde niet en bleef doorlopen met een vaste tred. ‘Ik wil niet. . .aangeraakt worden!’ In de korte pauze tussen de woorden beet ze hard op haar lip, omdat ze het simpelweg niet fijn vond. Het liet haar herinneringen zien die ze liever wilde vergeten. Dit gaat absoluut geen fijne tijd woorden in de cel, maar de man was vastberaden.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Rourke Ryan Reid – aarde. •
    Hij kon al zien dat hij opgemerkt werd door Borya. En de vrouw naast hem – Dani aka Daniella. Hij hield stop bij ze en zei tegen Borya dat hij hem wat moest vertellen – in vertrouwen, waardoor Dani opkeek met een quasi-beledigde uitdrukking. Hij was heus niet zo dom – daarbij hadden ze de afgelopen jaren samengeleefd en konden ze nergens anders naartoe dan in deze levensgrote doos met sloten. 'Wat? Vertrouw je me niet meer?' Had ze gezegd, maar hij moest niet lachen – hij keek echter ernstig serieus voor zijn doen; in tegenstelling tot Borya, die wierp haar een lachje toe.
          "Het zijn mannenzaken. Net zoals vrouwen, vrouwenzaken hebben." Antwoordde hij kalmpjes, maar serieus. Hij wilde Dani niet het gevoel geven dat ze erbuiten viel – dat gevoel wilde hij niemand geven, maar dit was iets wat hij aan zijn beste vriend moest vertellen. Ze zaten immers allemaal in hetzelfde schipje en als iemand erbovenop nog dat gevoel bij kreeg, zou hij het helemaal snappen dat je er niet fijn voelde.
    'Dan zie ik jullie later wel,' zei ze tegen hen en vaagjes had Borya zijn hand opgestoken.
          Hij zag de bekende, vragende uitdrukking op Boryas' gezicht zitten en hij sloeg zijn armen over elkaar. Zelf zuchtte hij even en ging hij in zijn hoofd na hoe hij het moest zeggen, maar kwam uiteindelijk toch tot de beslissing dat hij gewoon alles los zou laten. Het was toch zeker niet de eerste keer dat hij zoiets had verteld tegen Borya – hij wist zowat alles. Het zou hem verbazen als Borya het zich nog herinnerde van alles wat hij hem ooit had gezegd.
          "Zo.. Wat een dag hé?" Lachte hij schaapachtig. En hij legde vriendschappelijk een arm over Borya zijn schouder, terwijl hij hem leidde naar een plek waar ze enigszins moeilijk te horen en te zien waren. Al was hij toch wel van plan om het telepatisch over te brengen – hij was niet zo dom en hij wilde alle zekerheid voor.
          "Wat een vrouw is die Amora hé," stuurde hij naar hem toe – zonder te praten. Hij liet een zucht en deed alsof hij van het weer aan het genieten was. Af en toe zwaaide hij naar de voorbijgangers.
    "Dek me, als ze me zoekt of nodig heeft. Ik moet haar ontwijken zo lang als mogelijk is," stuurde hij weer op een telepatische manier naar hem toe.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Eduard Novak || Bewaker

    Zijn blauwe ogen hadden Rourke niet losgelaten totdat deze uit het zicht was verdwenen. Daarna was hij pas terug beginnen lopen en hield op een beschaafde afstand van de nieuwe bewaker halt. Hij vroeg zich af wat de Beauty juist tegen Dylan gezegd had aangezien ze er best verrast uitzag, maar die uitdrukking op haar gezicht kon ook gewoon komen door het feit dat Rourke een Beauty was en ze er nog nooit eentje gezien had. Eduard vroeg maar direct of de jongen de ander misschien tot last was geweest om er ook maar direct aan toe te voegen dat hij best apart uit de hoek kon komen. Zijn mondhoeken krulden om in een glimlach toen de vrouw het ook beaamde. “Dat is inderdaad een goed idee. Het is niet echt handig om met een hoop bagage door de gangen te slepen.” De pretlichtjes keerden langzaam terug in zijn blauwe kijkers terwijl hij gebaarde dat ze voor mocht gaan. “Onze kamers liggen best een eindje van die van de Beauties af, dus normaal zou je van hen geen last moeten hebben. Niet dat ze echt tot last zijn, maar er zijn bewakers die hen gewoon niet kunnen uitstaan en hen meestal behandelen als dieren dan als mensen.” Bij de laatste paar woorden was zijn stemgeluid verlaagt tot een lager volume terwijl hij zijn blik even over de gang heen liet glijden om te zien of een andere bewaker hem misschien gehoord was. Het was niet zo dat hij zijn collega’s haatte of hen veel kwalijk nam, maar wat hem betreft mochten ze toch wat vriendelijk tegen de Beauties zijn. Die mensen hadden misschien wel krachten en sommige zelfs uiterlijke kenmerken die een gewoon mens nooit kon hebben, maar ze waren en bleven nog altijd menselijk. Ze hadden gevoelens net als zij er hadden en gekwetst konden worden.
    “Misschien is het best als je je spullen straks uitpakt, anders kan het zijn dat de rondleiding niet kan worden afgerond,” zei hij terwijl hij voor de tweede keer op korte tijd het zakhorloge boven haalde om naar het uur te kijken voordat hij het ding weer in zijn broekzak liet glijden. Ze hadden toch zeker twee uur, maar het gebouw was best groot en Dylan moest veel meer weten over de verschillende kamers die aanwezig waren dan de Beauties. Het zou moeilijk zijn om je taak als bewaker correct uit te voeren als je niet eens wist waar de helft van de kamers die je nodig had zich bevonden. “Als je klaar bent zullen we meteen doorgaan naar de controlekamer. Ik denk dat er daar het meest uit te leggen is.” Ontspannen leunde hij voor een kort moment tegen de deurpost terwijl hij geduldig wachtte totdat ze klaar was om door te gaan.


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Borya Ivanov | Beauty 03
    ¤¤¤

    Niet om het een of ander, maar hij had zo het idée dat als Rourke vroeg om een gesprek onder vier ogen, dat het ook wel behoorlijk belangrijk moest zijn. Aan de andere kant kon hij geïrriteerd overkomen omdat zijn behoorlijk leuke middag bij deze was geëindigd. Het gezelschap van Daniella beviel hem behoorlijk goed. Beter dan dat hij in eerste instantie had gedacht.
          De nieuwsgierigheid sloeg echter toe nadat Rourke nauwelijks reageerde op het grapje van Dani. Normaal had hij er wel een gevat antwoord op terug, maar deze leek op het moment te ontbreken. Daarentegen kreeg hij wel een serieus antwoord te horen, iets wat ook niet vaak voorkwam. Met stomheid geslagen keek hij Rourke aan, terwijl deze sprak.
          "Het zijn mannenzaken. Net zoals vrouwen, vrouwenzaken hebben." Verklaarde zijn vriend zijn nader. Daniella leek nog steeds niet blij met deze vorderingen, maar ze verliet toch het gezelschap. Zwijgend keek Borya haar na. Hij zou haar later nog wel opzoeken om het enigszins recht te zetten. Het was naar zijn idee niet bepaald netjes om iemand zo af te schepen. Al was het niet zijn schuld.
          Het zou niet de eerste keer zijn dat Meneer onruststoker zijn hart kwam legen bij hem. Af en toe maakte hij het zo bont dat hij er zelf ook moeilijk mee kreeg. En naar wie ging je dan? Blijkbaar naar hem. Borya had er nooit om gevraagd maar het was een stilzwijgende regel tussen vrienden.. of zoiets. Als hij zelf ooit ergens mee zat, kon hij vast en zeker ook wel bij Rourke terecht.
          "Zo.. Wat een dag hé?" Lachte Rourke schaapachtig naar hem, waardoor hijzelf enkel meer en meer argwanender werd. Subtiel probeerde deze hem weg te leiden bij het meer ‘drukke’ gedeelte van de buitenplaats. Tot zover je het druk kon noemen met de weinige bevolking die hier rondliep.
          "Wat een vrouw is die Amora hé," hoorde hij uit het niets in zijn hoofd ronddolen. Fronsend keek hij om. Waar had hij het nu opeens over? Amora was toch de dokter? "Dek me, als ze me zoekt of nodig heeft. Ik moet haar ontwijken zo lang als mogelijk is," volgde even later.
          Verward en niet helemaal begrijpend keek hij zijn vriend aan. ‘Oke. Dit zegt alweer genoeg. Ik weet niet wat je hebt uitgespookt maar ik wil het hele verhaal van voor naar achter anders kan ik je niet helpen. Sowieso is ze de dokter dus je kan haar nooit helemaal ontlopen, daarnaast.. wat als ze jou opzoekt?’ droog keek hij hem aan. Tja, je moest altijd een beetje reëel blijven was het niet?


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Dylan Parker II Bewaker
    'Een hoop bagage' vond Dylan nogal een overdrijving, vooral omdat ze slechts het hoognodige mee had genomen. Met haar nieuwe salaris kon ze gerust de rest kopen had ze zich thuis bedacht, zodat ze minder mee zou hoeven te nemen. Het voelde goed straks over zoveel geld te beschikken, vooral omdat ze altijd best zuinig had geleegd. Dylan was in ieder geval goed met haar geld om gegaan en had het niet, in tegenstelling tot sommige vrienden, zo over de toonbank gegooid. "Niet dat ze echt tot last zijn, maar er zijn bewakers die hen gewoon niet kunnen uitstaan en hen meestal behandelen als dieren dan als mensen," vertelde Eduard waarop Dylans wenkbrauwen kort omhoog gingen en een verbaasde frons vormden. "Dat is verschrikkelijk," mompelde ze en kon de afschuw niet uit haar stem houden. De Beauties waren natuurlijk erg apart en ergens kon Dylan begrijpen waar de angst voor deze 'mensen' vandaan kwam, maar om ze te behandelen als dieren vond ze echt te ver gaan. Ze konden niet behandeld worden als normale mensen, zoveel was duidelijk, maar het bleven in Dylans ogen mensen. Vooral na de eerste paar blikken die ze op de Beauties had kunnen werpen.
    Eenmaal bij haar kamer aangekomen werden haar ogen groot. "Wow.." fluisterde ze en liep met langzame passen naar het grote bed. Alleen het aanzicht al was genoeg om er voor te zorgen dat ze er op wou duiken. In plaats van zichzelf plaatste ze haar tas er op en keek eens goed rond. Eduard zei iets, maar ze hoorde het niet omdat ze druk bezig was om elk detail in zich op te nemen. Er stond een TV zo groot en modern dat ze vermoedde dat het meer gekost zou hebben dan wat ze in een jaar uitgaf. Er waren grote ramen in de kamer en toen ze erheen liep vielen haar ogen op een knop aan de muur. Het uitzicht waren de troosteloze muren, maar zodra ze aan de knop draaide veranderde dit. Verbaasd knipperde ze even met haar ogen en ging een paar uitzichten langs, waarna ze het liet staan op het uitzicht waarbij je uitkeek op een open plek in het bos. "Is iedereens kamer zo?" vroeg ze terwijl ze richting de badkamer liep en de deur opende. Dylan was geen meisjes meisje, maar wat ze zag kon ze zeker waarderen. In het midden van de ruimte bevond zich, op een kleine verhoging, een groot bad met daarnaast een groot scherm dat leek op een raam, maar waarvan ze vermoedde dat ze weer haar eigen uitzicht kon bepalen. Het grote bubbelbad was waarschijnlijk het eerste waarmee ze zichzelf vanavond zou verwennen, om vervolgens, gewoon om dat het kon, even onder de ingewikkeld uitziende douche te gaan staan. Er lagen grote, grijze tegels en de muur was bedekt met de minuscule variant hiervan. Tot haar verbazing hingen er twee grote witte wasbakken aan de muur en ook twee spiegels, in de zelfde hoekige geometrische vormen. Zijzelf zou het nooit gedaan hebben, omdat ze praktisch nadacht, echter had ze vaker dan eens gemerkt dat wanneer je geld had, praktisch er niet zozeer meer toedeed. Mensen plaatsten dan de gekste dingen in hun huis, gewoon omdat het kon.
    Toen ze terug naar Eduard liep zag ze dat hij net zijn zakhorloge weer wegstopte en ze moest kort glimlachen, ze had zijn planning vast in de war geschopt door haar tijd te nemen om alles te bekijken. "De kamer is echt prachtig, maar laten we maar beginnen met de rondleiding. Je had iets gezegd over de controlekamer?" zei ze, terwijl ze nonchalant haar handen in haar broekzakken stak.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.