• House of Horror



    Tien jongeren, één huis.

    Wakker worden in een koud, oud huis is niet iets wat je gauw zou verwachten wanneer je de avond ervoor normaal naar bed bent gegaan. Vooral niet in een die ook nog eens in het bezit lijkt te zijn van een ziekelijk, gestoord persoon. Eenmaal binnen is er geen weg meer naar buiten, tenminste… Niet zomaar..

    Gedesoriënteerd word een groepje jongeren wakker in precies dat oude huis waarin niemand het zou willen. De muren kraken en de wind lijkt op sommige momenten wel langs het huis te gillen. De kamers zijn stoffig, ruiken muf en er hangt niet altijd een prettige sfeer in, vooral niet wanneer je er te lang bij stil gaat staan.
    Zodra ze één voor één door hebben dat er iets niet klopt, want hoe zijn ze tenslotte daar gekomen en wat doen ze er in hemelsnaam, gaan ze op onderzoek uit en komen ze al snel tot de conclusie dat ze niet alleen zijn. Dat iemand de controle heeft over bijna elk ding in huis.
    Gehuld in alleen de kleren die ze de avond ervoor al aanhadden, hebben ze verder niks bij zich. Gereedschappen, of wapens, zullen ze zelf moeten zoeken, en ook dat is maar schaars. Het kleine beetje eten wat er is kan alleen maar aangevuld worden wanneer ze het verdienen. De uiteindelijke hoofdprijs, is hun vrijheid.
    Om de dag word er een bericht achtergelaten waarin de meest gruwelijke opdrachten kunnen staan, willen ze overleven dan hebben ze geen andere keus dan het uit te voeren. Tenslotte is er maar één manier om ooit nog buiten het huis te komen, en de vraag is nog maar; hoe ver zou jij gaan om dat doel te bereiken?



    De jongens: Twee plekken vrij!
    -
    Michelangelo Vitorio Bianchi - Vandinha.
    Sentis Kingston - LyraPhoenix.
    -
    Dereck John Howard - Nephele


    De meisjes: Nog één plek vrij!
    Arely Moya Ginessa - Eavan.
    Alaska Zascha Petrova - Calorae.
    -
    Camille Faith Vargas - Cruella.
    Harley 'Storm' Crimson - Medousa



    Regels:


    - Ik wil geen one-liners. Posten met minimaal 300 woorden moet te doen zijn. Je kunt er namelijk zoveel mogelijk in verwerken. Denk aan; omgeving, gevoelens, etc.
    - Bij praten ooc zou het fijn zijn als je de teksten tussen de volgende tekens plaatst; []{}()
    - Graag geen Mary Sue’s en Gary Stu’s, elke personage heeft zijn minpunten en dus niemand is perfect.
    - 16+, schelden, vloeken, slaan, het is allemaal toegestaan maar hou het wel reëel.
    - Relaties onderling die vooraf zijn afgesproken mag, maar geef dit wel even aan. Let wel; liefde groeit! Je personage is dus niet na een uur al smoorverliefd op een andere personage.
    - Houd rekening met elkaar tijdens het posten en ga er geen sneltrein vaart inzetten. Wacht daarom minimaal twee posten voor je zelf weer een post plaatst. ( Dit kan later in de RPG eventueel nog veranderen. )
    - Ik wil geen spamtopic, hiervoor wordt eventueel een apart topic aangemaakt en anders kan dat ook onderling via PB/GB.
    - Een nieuw topic wordt alleen aangemaakt door mij, Eavan, of ik moet toestemming gegeven hebben aan iemand anders.
    - Naamsveranderingen graag doorgeven in het topic.
    - Bij het niet houden aan een van deze regels wordt je na een tweede waarschuwing direct uit het RPG gezet.
    - En dan natuurlijk last but not least; Have fun!



    Begin: Iedereen ligt alleen, of samen met één iemand, op een stoffige, muffe kamer en wordt nu langzaam wakker. De eerste opdracht laat nog even op zich wachten, maar daar hebben de personages natuurlijk totaal nog geen weet van. Tot die tijd hebben ze allemaal de tijd om bij te komen, de kamers/het huis te verkennen, en eventueel andere al iets te leren kennen.

    [ bericht aangepast op 14 maart 2014 - 9:17 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Camille Faith Vargas • 22 •


          ‘Wordt wakker, Camille,’ fluisterde een stem in haar oor, waarbij de lippen haar oorschelp raakten – een zachte kus volgde. Ze werd echter nog niet wakker, dat wilde ze eveneens niet, bang dat deze droom uit elkaar zou spatten mocht ze haar ogen openen. Hierom sloot ze haar ogen harder dicht, wat de persoon natuurlijk in de gaten had. De seconde daarop klonk er een lichte grinnik, een zacht en laag geluid wat afkomstig kwam van de man. Het was namelijk een man die haar zo lieflijk wakker had gemaakt, wat al te verwachten viel. Een tedere aanraking, als de zachte blaadjes van een bloem die over je huid strijken, dwaalde over haar wangen heen – vervolgens haar voorhoofd, neus, lippen, kin en kaak, om in haar lichtgetinte nek te eindigen. Camille hield haar adem in gedurende dit, waarna een bekoorlijke zucht over haar lippen rolde, die nauwelijks te horen was.
          ‘Camille…’ prevelde hij, zijn lippen alsnog tegen de huid van haar nek gedrukt. Wanneer hij dit deed voelde ze zich machteloos, iets wat ze niet eerder gevoeld had nam haar nu over. Was dit wat haar ouders “liefde” noemen? Wat haar vader al die tijd voor haar moeder voelde? Nee, ze dacht het niet; het voelde niet geheel als het liefhebben van iemand met heel je hart. Alleen ondanks dat, was het op een goede weg hier naartoe. Ze wilde niet dat – dat gebeurde, het bleef immers een ongelofelijk risico dat het met zich meebracht. Zodoende dat ze al deze gevoelens voor de man verbande, ergens diep in de krochten waar ze de overtollige emoties naartoe plaatste waar ze bang voor was. Want bang was ze in feite, iets dat ze wellicht niet aan een ander wilde toegeven.
          ‘Ik zal je fantasieën opnieuw tot leven wekken – wordt hierom wakker…’ bleef hij fluisteren met de prachtige, mannelijke stem die hij had. De warme, zachte strelingen blijven aanhouden over haar lichaam, maar haar lichte poelen bleven dicht. Het zorgde er de laatste tijd veel te vaak voor dat ze week werd, en daar hield ze niet van. Maar aan de andere kant wilde ze niets liever dan weggekaapt worden door degene die eveneens haar adem en hart meenam. “De dief” noemde ze hem altijd, nog niemand in het bijzonder. ‘Mooie dromer…’ Zijn stem weerklonk in haar binnenste, nog niet in haar hart, want sinds het overlijden van haar vader liet ze niemand meer toe. Dit was al het derde jaar dat ze in rouw was. Zonder haar ogen te openen, duwde ze hem licht om, zodat ze op zijn borstkas kon liggen en zich weg kon laten varen door de zachte muziek van zijn hart.
          ‘…wordt wakker.’ De fluistering klonk nu van verderaf, alsof ze mijlen van elkaar verwijderd waren. Een beroering over haar goudbruine haarlokken zal ze blijven herinneren. De jonge vrouw begon zich echter misselijk te voelen en op de plek van haar hart was een leeg gevoel dat aan bleef groeien, totdat het ondraaglijker werd. Het warme kloppen bleef ze horen.
    •••

          ‘Mush – hoe vaak moet ik nog herhalen dat ik niet in ben voor zo'n " pleziertje " van je?’
    Het duurde even, maar uiteindelijk begon ze te fronzen, want dit was Ryan niet. En ze was geen twintig meer, dit was twee jaar geleden het geval. De jonge man had ze toentertijd meegenomen voor een enkele nacht, alleen ze bleef daarna naar hem terugkomen, als een bij die aangetrokken werd tot honing. Zo zwak. Toch volgde ze zijn woorden nu wel op; namelijk wakker worden, haar ogen openen. Alleen nu was er niemand die haar dromen tot leven wilde wekken, dat wilde hij enkel. En haar vader. Haar lieftallige vader die alles voor zijn echtgenoot en dochter overhad. Ze miste hem, dat wist ze, alleen ze begreep ook dat dit niet het moment was om verder te rouwen.
          Wie is Mush overigens? Haar hoofd optillen van zijn borstkas wilde ze nu echter nog niet, het straalde warmte af die ze momenteel nodig had. Zo had ze wel door dat hij zijn lichaam zodanig bewoog, waardoor hij op een ogenblik door zou krijgen dat ze niet deze “Mush” was. Wat een vreemde, maar vermakelijke, naam trouwens, het zal wel een bijnaam zijn, dacht ze. De man wiens borstkas ze kort even als kussen leende, begon niet lang daarna weer met praten. Een kleine glimlach gleed er wel op haar lippen bij het geluid ervan.
          ‘Ik weet niet exact hoe dit werkt – maar moeten we ons opnieuw aan elkaar voorstellen, of eerst onze kleren aan doen?’ pruttelde hij wat verbaasd, bijna als een arm schaapje, waardoor Camille wel begreep dat hij niet wist wat momenteel te doen. Als ze het goed snapte, dacht hij nu dat ze een nacht gezellig samen hebben besteedt – wat zij eerder ook had gehad – maar dit was niet het geval. Naar haar mening had ze dat wel herinnerend, dat zou in elk geval wel moeten. De dame kon er niets aan doen, alleen een zachte lach rolde over haar lichtrode lippen heen, omdat ze redelijk geamuseerd door hem was. Daarbij was ze dus niet de enige die dit dacht, dat deed haar ergens wel goed. Er klonk een korte grinnik van zijn kant, waarna zijn stem nogmaals klonk en zij haar hoofd maar ophief. Hoewel ze liever nog had willen blijven liggen om naar zijn hartslag te luisteren, hoe vreemd dit ook voor hem mocht zijn.
          ‘Well – dat kleren aan doen kunnen we overslaan; nu de namen nog. Milo,’ sprak hij op een rustige toon, zijn blik gleed ondertussen langzaam door de kamer heen, alvorens hij zijn hoofd met een zachte zucht op de vloer liet bonzen. De jongedame ging eerst meer richting hem toe zitten, waarna ze met een glimlachje haar lippen van elkaar afweek; ‘Camille,’ stelde ze zichzelf voor, waarop ze een korte pauze liet en vervolgens verder sprak. ‘Je bent trouwens niet de enige die dat dacht – ik namelijk ook. Als we het beiden niet kunnen herinneren is dat of iets goeds, of we zitten diep in de shit.’ Daarna liet ze haar blik eveneens door de kamer dwalen, wat ze eerder wel had gedaan, maar nu kon ze wat meer in zich opnemen, aangezien haar hoofdpijn scheen te minderen.
          ‘Wat heeft Mush me in godsnaam voor spul gegeven?’ Zodra ze de naam weer hoorde, schoten haar kristalblauwe kijkers zijn kant op. Eerst perste ze haar lippen nog iets op elkaar, om het te onderdrukken, maar uiteindelijk klonk er toch een heldere lach door de donkere ruimte.
          ‘Mush?’ lachte ze, ‘Dat klinkt als een bijnaam die iemand gekozen heeft toen degene ongelofelijk dronken was,’ grinnikte ze verder, haar ogen kort gesloten. Toen ze doorhad dat dit echter verkeerd op kon worden gevat, hield ze direct op en wreef met haar wijsvinger voor een luttele seconde over haar lippen. ‘Niet bot bedoelt of iets dergelijks,’ vervolgde ze haastig. ‘Ik vind het wel een grappige naam, je hoort het niet elke dag, al kan ik er niet heel goed over uit of het voor een meisje of jongen bedoelt is.’


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Arely Moya Ginessa

    Wanneer ik iemand vanuit mijn ooghoeken zie opstaan, schrik ik nogmaals maar dit keer een stuk minder heftig als bij het beest wat tegen de raam aan vloog. Blijkbaar moest ik over hem gestruikeld zijn doordat ik hem niet had zien liggen, langs het bed. Mijn ogen gleden over de jongen heen terwijl ik onbewust een stukje naar achteren schoof. Het was niet zozeer dat de jongen nou zo eng was om te zien, maar ik voelde me nog steeds niet op mijn gemak.
    ‘Alles oké? Hugo is de naam,’ zegt de jongen dan, wanneer hij bij me neerknielt en een blik op kapotte ruit werpt. ‘Gaat wel,’ breng ik uit en ga iets rechterop zitten. Mijn kont had in ieder geval een flinke smak gemaakt en begon nu lichtelijk te zeuren. ‘Arely is mijn naam,’ voegde ik er vervolgens aan toe, weigerde daarbij zijn blik te volgen. Het was nou niet bepaald een smakelijk gezicht zo op de vroege morgen. ‘Vond je dat al eng? Wacht maar tot je mijn broers kent, dat is pas eng,’ zegt Hugo dan en kijk mijn richting weer in.
    ‘Eh, als dat werkelijk zo is dan heb ik medelijden met jou,’ reageer ik en frons een keer licht. ‘En ja, het was best schrikken aangezien ik er met mijn neus zowat bovenop zat en door dat smerige raam niet eens kon zien of er überhaupt wat buiten was,’ mompelde ik er achteraan en duwde mezelf iets overeind. Zachtjes wreef ik een keer over mijn beurse billen heen en liet mijn ogen weer een keer door de kamer heen glijden. ‘Zeg, weet jij in welk huis wij zijn beland?’ vroeg ik hem vervolgens, probeerde daarbij mijn stem zo neutraal mogelijk te houden. De rillingen liepen nog steeds half over mijn lichaam heen, evenals dat mijn hoofd nog zacht leek te bonken en ik het liefst weg wilde hier. ‘Als je het niet erg vind, wil ik een kijkje buiten dit vieze hok gaan nemen,’ wierp ik achterna en trok mijn neus licht op terwijl ik wachten op een reactie vanuit zijn kant.

    [ bericht aangepast op 20 feb 2014 - 17:48 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    • Michelangelo " Milo " Vitorio Bianchi


    'Camille,' gevolgd door een minimale pauze. 'Je bent trouwens niet de enige die dat dacht – ik namelijk ook. Als we het beiden niet kunnen herinneren is dat of iets goeds, of we zitten diep in de shit.'
          Alhoewel mijn gedachten voornamelijk gericht zijn op het ophalen van herinneringen over Mush – neem ik haar naam direct in me op. Vanaf een jonge leeftijd had ik een lichte fascinatie gehad voor namen – alsof dat hetgeen was, wat alles van een persoon kwijt zou geven ; alsof dat hetgeen was, wat een persoon geheel uniek kon maken. Naarmate de jaren zijn verstreken werd het me echter duidelijk dat namen geen enkel uniek kenmerk in zich hadden – aangezien er verschillende personen op aarde waren met die desbetreffende naam. Mede dankzij dit kleine stuksje kennis, begon ik met het schenken van bijnamen aan alle personen die ik in mijn leven tegen zou komen – allemaal in mijn hoofd, zodat het stille bijnamen zou worden ; bijnamen die enkel en alleen ik zou kennen en begrijpen.
    Camille echter, was anders. Camille was een naam welke ik nog geen enkele keer in mijn leven voorbij had horen komen – alsof het inderdaad een unieke naam was, voor een geheel uniek persoon. Ik besloot haar geen stille bijnaam te geven, maar enkel en alleen verder te graven naar enkele herinneringen over Mush en zijn uitgebreide collectie genotsmiddelen.
          Gelach. Verward hef ik mijn hoofd opnieuw op en druk mezelf enigzins met mijn onderarmen overeind – ik had het niet gedroomd, ik was er voor de volle honderd procent zeker van dat er gelach had geklonken in de kamer.
    'Mush? Dat klinkt als een bijnaam die iemand gekozen heeft toen degene ongelofelijk dronken was.' Mijn wenkbrauwen schieten de hoogte in wanneer ik mijn blik in de kristalblauwe ogen van Camille boor – waardoor er geheel automatisch al enkele stille bijnamen door mijn gedachten schoten, welke ik direct naar de achtergrond liet verdwijnen. Ik kon echter niet anders dan een van mijn mondhoeken op te trekken in een lichte grijns – aangezien ze de gehele bijnaam " Mush " vanaf het begin door leek te hebben, evenals de gehele geschiedenis ervan. 'Niet bot bedoelt of iets dergelijks. Ik vind het wel een grappige naam, je hoort het niet elke dag, al kan ik er niet heel goed over uit of het voor een meisje of jongen bedoelt is.'
    Vrijwel direct na de laatste woorden van Camille, rolt er eveneens een zachte lach over mijn eigen lippen – in mijn gedachten zie ik een vervormde vorm van Mush, maar dan als een vrouwelijk persoon. Grinnikend haal ik vervolgens een hand door mijn haren – waarna ik in zijn geheel overeind ga zitten en zo een stuk dichterbij de kristalblauwe ogen van Camille kom te zitten ; wat geen enkele straf blijkt te zijn.
          'Je bent zeer oplettend – alhoewel het niet in een dronken bui was, maar in een andere bedwelmende bui,' begin ik dan langzaam – niet wetend hoe ze op het woord high of stoned zou gaan reageren. 'Ik geef alle personen bijnamen – in mijn gedachten, normaal gesproken. Mush is de enige op aarde welke hem uit me heeft gekregen op het moment dat ik me ergens tussen de sterren bevond,' laat ik er dan kalm achteraan volgen – ietwat verbaasd over het feit dat ik haar zojuist had verteld dat ik alle personen een bijnaam geef. Normaal gesproken hield ik het voor me, omdat ik niet zou willen dat personen naar " hun " bijnaam zouden gaan vragen.
    'Oh – en Mush is een jongen, zijn echte naam is ... Well, zijn echte naam zou ik eigenlijk niet meer weten –' pruttel ik dan verbaasd door mijn eigen gebrek aan kennis over de echte naam van Mush. Ik vergat nooit namen – maar Mush was al zo lang in mijn leven dat hij op een gegeven moment simpelweg " Mush " is geworden en dat vervolgens ook is gebleven. Zelfs andere personen in zijn directe omgeving zijn hem aan gaan spreken met Mush – wat hem een gigantisch tevreden gevoel had gegeven.
          'Maar – om even in de " duistere kamer " sfeer te blijven. Als jij deze plek ook niet herkent, ben ik bang dat we diep in de shit zitten. Ik heb nul komma nul ervaring met meisjes, maar ik weet wel dat je ze niet naar een plek als déze mee moet nemen,' grinnik ik dan zachtjes – waarbij ik mijn wangen lichtrood voel worden. Ik schaamde me er niet voor dat ik geen ervaring had met meisjes – ik had " het " gewoon nog nooit gevoeld ; liefde.

    [ bericht aangepast op 23 feb 2014 - 13:00 ]


    •

    Camille Faith Vargas • 22 •


          Zijn wenkbrauwen schieten de lucht in, terwijl hij zijn ogen in haar kristalblauwe poelen boort, waardoor ze de kans neemt deze kort te bestuderen. Tegelijkertijd gaat ze echter verder met het vermelden dat ze het niet zo bedoelde, het laatste wat ze immers wilde was een discussie of ruzie krijgen met deze jongeman die ze niet eens kent. Laat staan in een donkere ruimte waar ze de rillingen van krijgt, want ze heeft al aardig wat duistere kamers meegemaakt – of het nu een spel was of niet – maar dit sloeg werkelijk waar alles. Camille vroeg zich ondertussen stiekem af of dit weer zo’n grapje was van de witte Rat, zo noemt iedereen hem in elk geval. Al voordat ze kennis met hem had gemaakt – hij had namelijk een lang, tenger lichaam, was zo bleek dat je zowat door hem heen kon kijken en hij droeg regelmatig rode ooglenzen. Het was nu eenmaal zoals het was, ze voelde zich niet geïntimideerd door hem en het deerde haar eerlijk gezegd vrij weinig hoe hij eruit zag. Waarom zou zij moeten vertellen wat hij wel en niet moet laten? Dat was niet aan haar, het was niet haar leven. Maar mocht hij dit geflikt hebben, zou ze hem zo hard aanpakken dat hij zeker een paar dagen niet meer op zijn reet kon zitten. Ook al zat ze met zo’n knapperd in een ruimte.
          Camille haar poelen vonden die van Milo nogmaals, waarna ze zijn lichte grijns tegemoet kwam door zelf een kleine glimlach op haar lippen te laten. Ze vond het toch een goed teken dat hij hierna een zachte lach over zijn lippen liet rollen, hij had het dus niet fout opgevat. Sommige mensen konden immers zich snel aangevallen voelen, dat had ze al redelijk wat keren meegemaakt. Zelfs met een paar van haar “vriendjes”. Maar lang zat ze er niet mee – ze hield niet zo van dramatische mensen die overal de aandacht hiermee wilden trekken. Milo had een hand door zijn warrige haar gehaald, waarop hij overeind ging zitten en zo opeens een stuk dichterbij de jongedame zat. Hierdoor kon ze het niet laten opnieuw een glimlach op haar lippen te laten, dit keer een speelse, wat ze echter niets flirterig bedoelt had. Het zat simpelweg deels in haar systeem, en om nu te liegen over dat hij er niet uit zag, was nu niet bepaald haar ding – Milo zag er zelfs heel knap uit. Toch zat ze niet met haar gedachten om hem “te verleiden”, dat hoefde heus niet altijd; ze wilde hier gewoon weg.
          ‘Je bent zeer oplettend – alhoewel het niet in een dronken bui was, maar in een andere bedwelmende bui,’ was hij langzaam begonnen, waardoor ze lichtjes een wenkbrauw ophaalde. In een andere bedwelmende bui? Als hij niet dronken was, zou hij vast stoned zijn geweest, dat was nog het enige waar ze op kwam. Ze wachtte echter totdat hij klaar was met praten om haar mond open te trekken, ze vond zijn stem wel fijn om naar te luisteren en daarbij was het wel eens goed om te luisteren. Vooral in deze situatie. ‘Ik geef alle personen bijnamen – in mijn gedachten, normaal gesproken. Mush is de enige op aarde welke hem uit me heeft gekregen op het moment dat ik me ergens tussen de sterren bevond,’ vervolgde hij op een kalme manier, al scheen hij wat verbaasd te zijn. Waarover begreep ze niet, maar ze hoefde het niet per sé te weten, het was niet zo dat ze nu elkaar hun levensverhaal hoorden te vertellen. Bovendien was dat te diepzinnig voor haar en dat was ze nu niet bepaald, ze wilde simpelweg haar vrijheid.
          ‘Ik had geen flauw idee dat ik dit goed zou hebben, maar nu je dit verteld, is het enkel nog een extra bonus,’ grinnikte de jongedame erom, waarbij haar volle lippen omkrulden. Haar kijkers waren kort door de ruimte gegaan, maar toen ze iets zag bewegen, had ze haar ogen snel weer op Milo gericht, want ze had het vast verbeeld. Dat hield ze zichzelf in ieder geval voor. Eerst wilde ze het niet meer zeggen, maar alsnog besloot ze er wat over te vermelden. ‘Als het niet dronken was, zal het wel stoned zijn geweest, of niet?’ Haar stem was lichtelijk uitdagend geworden, toch was het verworven met een redelijk kinderlijke ondertoon, waarna ze met een grinnik vervolgde; ‘Hey, I’m not the judge of your life, als jullie bezopen of stoned willen worden – knock yourself out. Als er een feestje bij was, zou ik waarschijnlijk nog meedoen ook.’ Hopelijk klonk ze nu niet als één of andere meeloper, want dat was ze allesbehalve, ze zou zelf heus wel vermelden mocht ze het niet willen.
          ‘Oh – en Mush is een jongen, zijn echte naam is ... Well, zijn echte naam zou ik eigenlijk niet meer weten –‘ prevelde hij verbaasd, waarschijnlijk omreden dat hij zijn echte naam niet meer wist. Nu pas begon ze over de zogenoemde “stille bijnamen” waar hij het eerder over had gehad, waarbij haar stem meer nieuwsgierig klonk.
          ‘Mush lijkt me een ongelooflijk goede vriend van je, in elk geval hoe je over hem praat. Ken je hem al lang?’ Kort likte ze over haar lippen, maar ze had geen zin meer om rond te kijken, want ze dacht dat ze dan weer gek zou worden door iets te zien bewegen. Het raam stond niet eens open, wat wel vrij nodig was met deze muffige stinklucht. ‘Als je alle personen bijnamen geeft, heb je er dan ook één voor mij?’ Ja, ze was nieuwsgierig, maar ze hoefde het niet per sé te weten – ze wilde liever Milo beter leren kennen. Daarbij, ergens had ze het gevoel dat, wanneer hij haar bijnaam zou noemen, het te persoonlijk zou worden en een nerveus gevoel nam in haar binnenste plaats. Nee, ze hoefde het hierom niet te weten.
          ‘Maar – om even in de " duistere kamer " sfeer te blijven. Als jij deze plek ook niet herkent, ben ik bang dat we diep in de shit zitten. Ik heb nul komma nul ervaring met meisjes, maar ik weet wel dat je ze niet naar een plek als déze mee moet nemen,’ grinnikt hij zachtjes. Camille wierp een blik op hem, liet haar ogen over zijn gestalte dwalen, waarbij er onbewust een grijns op haar mond verscheen. Bij zijn gezicht terug aangekomen, zag ze hoe zijn wangen een lichtrode kleur hadden gekregen, waardoor nogmaals een heldere lach door de ruimte klonk.
          ‘Nul komma nul ervaring met meisje?’, herhaalde ze met een brede glimlach en een kleine twinkeling van het lachen in haar ogen. ‘Dat had ik nu werkelijk waar niet verwacht – je hebt de looks van een Casanova, Milo,’ gniffelde ze, waarop ze wat beter recht ging zitten en toch om zich heen keek. Abrupt klonk er een ratelend geluid, waardoor ze haar poelen vernauwde en het op zocht – het was een nogal angstaanjagende, kapotte pop waarbij je de sleutel een paar keer om moest draaien, dan kon het lopen. Niemand had er echter aangezeten, tenzij er nog iemand anders moest zijn. De pop draaide zijn hoofd naar haar om, waardoor Camille een enge grijns kon zien. Ze schoof naar achteren, meer richting Milo en klopte een paar keer op zijn borstkas. Het was niet dat ze bang was, ze zat er eerder mee dat hier waarschijnlijk nog iemand was – of een persoon zat haar nu ergens uit te lachen. Camille hield er niet van om bespot te worden.
          ‘Zeg me dat ik niet gestoord begin te worden en dat je dat zag?’ De dame wees in de richting waar het enge ding was, maar ze liet haar hand langzaam zakken toen ze opmerkte dat de pop er niet meer was. ‘Wat…’ pruttelde ze, waarna ze begon te knarsetanden, ‘Ugh – poppen heb ik altijd al gehaat.’

    [ bericht aangepast op 22 feb 2014 - 19:52 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    • Michelangelo " Milo " Vitorio Bianchi


    'Ik had geen flauw idee dat ik dit goed zou hebben, maar nu je dit verteld, is het enkel nog een extra bonus. Als het niet dronken was, zal het wel stoned zijn geweest, of niet? Hey, I'm not the judge of your life, als jullie bezopen op stoned willen worden – knock yourself out. Als er een feestje bij was, zou ik waarschijnlijk nog meedoen ook.'
    Alhoewel het me mijn gehele leven helemaal niets had gedaan wat andere personen van mijn gedrag vonden – spoelde er een licht gevoel van opluchting door mijn lichaam op het moment dat Camille zelfstandig aan komt zetten met het woord stoned. Ik kon uit haar woorden ontcijferen dat ze er geen enkele problemen mee had dat er personen waren die zich soms konden verliezen in die geweldige wereld – een wereld welke vaak door andere personen vaak onbegrepen in de duisternis bleef, een taboe waar geen woord over gerept mocht worden. Wetend dat ze me een stille goedkeurig had gegeven over het gebruiken van drugs, ga ik verder met het vertellen over Mush – of eigenlijk over het feit dat ik me zijn echte naam niet meer kan herinneren en dat hij altijd al " Mush " is geweest voor me, niet meer en niet minder.
    'Mush lijkt me een ongelooflijk goede vriend van je, in elk geval hoe je over hem praat. Ken je hem al lang? En, als jealle personen bijnamen geeft, heb je er dan ook één voor mij?' Inmiddels had ik de licht nieuwsgierige stem van Camille in haar stem gevonden – waardoor er als vanzelfsprekend een lichte glimlach rondom mijn mondhoeken komt te liggen en ik voor enkele seconden wacht voor ik verder ga.
          'Ik ken Mush sinds mijn twaalfde – wat inmiddels alweer twaalf jaar geleden is. Helaas voor de leerkrachten kwamen we langs elkaar te zitten bij vrijwel elke les op de middelbare school – sindsdien zijn we onafscheidelijk geweest en hebben we heel wat meegemaakt ...' Mijn zin wordt geheel automatisch opgevolgd door een lichte grinnik – terug denkend aan de dingen welke Mush en ik samen hebben meegemaakt en waardoor we meer dan een keer diep in de problemen hebben gezeten. Vaak genoeg hebben we een middag door gebracht bij de directeur van de school ; wat later werd ingeruild voor een nachtje in de cel bij het plaatselijke politiebureau.
    Wetend dat ik al te ver was gegaan door haar mijn – enigszins vreemde – gewoonte te vertellen over de bijnamen, besloot ik haar vraag over haar eigen bijnaam te negeren en direct verder te gaan met de situatie waar we ons op dit moment in bevonden – waarbij ik helaas eruit flapte dat ik nul komma nul ervaring heb met meisjes ; waardoor ik nog meer van mezelf vrij geef dan ik van te voren had gewild.
          'Nul komma nul ervaring met meisjes? Dat had ik nu werkelijk waar niet verwacht – je hebt de looks van een Casanova, Milo.' Binnen een enkele seconde schoten mijn wenkbrauwen opnieuw de hoogte in, niet wetend wat ik op haar woorden zou moeten gaan antwoorden. Mijn moeder en enkele van haar vriendinnen hadden al vanaf jonge leeftijd geroepen dat ik er " goed " uit zag en dat ik hoogstwaarschijnlijk alle vrouwen rondom mijn vinger kon winden. Nooit of te nimmer had ik er aandacht aan besteed en had ik het simpelweg weggelachen – maar nu Camille er iets van zei klapte ik plotseling dicht. Alsof ik het niet kon hebben als iemand anders me een compliment gaf die ik eigenlijk nog niet goed kende.
    Echter – het geluk stond aan mijn zijde, doordat Camille's aandacht naar iets anders werd getrokken en ze plotseling dichter mijn kant op komt zitten, waarna ze enkele keren met haar hand op mijn borst klopt. 'Zeg me dat ik niet gestoord begin te worden en dat je dat zag?' Verbaasd volg ik met mijn blik haar wijzende vinger – welke uit lijkt te komen op een donkere, maar helemaal lege hoek waar verder niets anders te vinden is dan grote hopen stof. Voor een kort moment denk ik dat Camille me wil pesten en me bang probeert te maken, maar wanneer ze pruttelend een " wat ... " uitstoot weet ik dat ze iets heeft gezien wat op dit moment weg is – een uitkomst van haar verbeelding.
          'Ugh – poppen heb ik altijd al gehaat.'
    Niet wetend wat ik op dit moment zou moeten doen om haar meer op haar gemak te stellen of om haar een beter gevoel te geven – leg ik maar zachtjes mijn hand op haar schouder, wat gemakkelijk gaat doordat ze zo'n beetje tegen me aan is komen zitten. Ik wist dat er personen waren die een grote angst hadden voor bepaalde dingen in de wereld – maar van poppen had ik nog nooit gehoord.
    Alhoewel ik hoopte dat Camille zich meer op haar gemak zou gaan voelen door mijn zachte aanraking – voelde ik me zelf zeer ongemakkelijk door het directe contact. Het was opnieuw een uiting van het feit dat ik haar niet " echt " kende, waardoor ik mijn hand niet veel later van haar schouder liet glijden en mijn keel licht begon te schrapen. Nogmaals liet ik mijn blik naar de hoek van de kamer glijden om te constateren dat hij nog steeds leeg is, wat een bevestiging is van het feit dat het hoogstwaarschijnlijk haar verbeelding is geweest.
    'Misschien ben je nog niet helemaal wakker?' opper ik dan voorzichtig, met een licht geamuseerde ondertoon. Ik wilde haar niet belachelijk maken, maar ik weet uit ervaring dat je soms nog dingen kan " zien " als je voor een periode heel ver weg bent geweest. 'Ik zie in ieder geval niets, Camille – er zit vast ook niets, alleen maar wat stof en misschien wat ongedierte,' laat ik er dan rustiger achteraan volgen. Inmiddels laat ik mijn ogen door de ruimte glijden – op zoek naar een deur of een andere uitgang, totdat mijn blik op een schilderij komt te hangen van een man die hoogstwaarschijnlijk uit het verleden komt. Fronzend denk ik terug aan de schilderijen van mijn moeder – welke een vrolijkere uitstraling hebben en me geen rillingen over mijn rug bezorgen, waardoor ik mijn blik snel afwend.
    'Niet dat ik zo graag van je al wil – maar we moeten op zoek naar een uitgang, want deze plek is niet heel erg eh ... fijn,' grinnik ik dan zachtjes.

    [ bericht aangepast op 26 feb 2014 - 20:29 ]


    •

    Camille Faith Vargas • 22 •


          Een lichte glimlach speelde om zijn mondhoeken, waarop hij luttele seconden wacht alvorens hij begint te praten. ‘Ik ken Mush sinds mijn twaalfde – wat inmiddels alweer twaalf jaar geleden is. Helaas voor de leerkrachten kwamen we langs elkaar te zitten bij vrijwel elke les op de middelbare school – sindsdien zijn we onafscheidelijk geweest en hebben we heel wat meegemaakt…’ Hij eindigde het met een lichte grinnik, waardoor ik me bedacht dat hij vast aan de tijden dacht met hem en Mush. Mijn lippen druk ik kort wat harder op elkaar als ik probeer na te gaan of ik zo’n vriend of vriendin heb, maar ik had niet het idee dat een dergelijk persoon aan deze beschrijving voldeed. Twaalf jaar geleden, hm? Dan zou hij nu een leeftijd van 24 hebben, rekende ik snel, aangezien ik het wel vermakelijk vond de leeftijd te weten van enig ander. Twee jaar ouder dan ik was. Ik had opgemerkt dat hij niet meer op mijn vraag was ingegaan over de “stille bijnamen”, waardoor een lichte gniffel niet onderdrukt kon worden.
          ‘Arme leerkrachten, twee donderstenen naast elkaar,’ grijns ik halfjes, waarop het al snel over zijn looks en de duistere ruimte ging. Het laatste zorgde er vooral voor dat mijn onverklaarbare hoofdpijn weer begon op te spelen, ik kreeg er een naar gevoel bij – één waar ik mijn vinger niet bepaald op kon leggen. Er was in elk geval iets heel goed fout.
          Zijn wenkbrauwen waren de hoogte ingeschoten na mijn compliment, wat het deels was, aangezien ik het verder niet met een reden had vermeld. Het leek wel alsof hij dit niet eerder had gehoord of me op de één of andere manier niet geloofde? Ik kon het simpelweg niet geloven dat hij dit niet eerder ten oren had gekomen, aangezien hij gewoon “eye candy” was. Hierom blikte ik met mijn kristalblauwe poelen hem nieuwsgierig aan, maar wat eerder de boventoon had was dat ik ongelooflijk confuus was. Ik wilde mijn mond net opentrekken om er wat op te zeggen, maar zag in mijn ooghoeken wat bewegen, waardoor ik de ruimte had rondgekeken. Milo had mijn wijzende vinger gevolgd naar de plek waar eerst de vreemde pop te zien was, en die ondertussen blijkbaar van plan was geweest om er tussendoor te gaan. Stomme pop – ik weet wel precies wat ik met jou zal doen mocht ik je opnieuw tegenkomen. In de fik ermee!
          Waarschijnlijk geloofde de knappe Don Juan hiernaast me mij ook niet, aangezien hij zachtjes een hand op mijn schouder legde, wat eerder overkomt als dat ik daadwerkelijk gestoord ben dan een comfortgebaar. Eerst pruil ik er lichtjes om, maar wanneer zijn aanraking een warme straling op mij afgeeft, houdt de pruil op en blik ik hem voor luttele seconden zwijgzaam aan – alsof ik hem wat belangrijks wil zeggen, maar niet precies weet wat. Het was bijna magisch, in elk geval voor mij. Haastig wend ik mijn blik af als zijn hand van mijn schouder afglijdt en hij zijn keel licht schraapt. Mijn tanden drukken zich in mijn volle onderlip en laten een lichte afdruk achter.
          ‘Misschien ben je nog niet helemaal wakker?’ opperde hij redelijk voorzichtig, een licht geamuseerde ondertoon in zijn stem verworven. Enerzijds wilde ik hem aanblikken alsof hij degene is die een tik van de molen heeft gehad, maar door de andere toon grinnik ik met een half, speels grijnsje op mijn lippen. ‘Ik zie in ieder geval niets, Camille – er zit vast ook niets, alleen maar wat stof en misschien wat ongedierte,’ vervolgde hij wat rustiger. Zijn kijkers dwalen ook door de ruimte, ik echter, kijk eerst naar de plek waar de pop was – bijna in een trance – en knik dan met mijn hoofd, waarop ik naar hem blik.
          ‘Je zal waarschijnlijk gelijk hebben; er is vast niets – en daarbij zitten we in deze situatie opeens. Dat zou eveneens een rol kunnen spelen,’ gaf ik hem uiteindelijk toch gelijk. Bovendien was mijn hoofdpijn nog niet helemaal over, ik vroeg me af hoe ik hier kwam, hoe hij hier kwam, en waarom het alleen al in deze ruimte eruit zag als in één of andere horrorfilm.
          ‘Niet dat ik zo graag van je al wil – maar we moeten op zoek naar een uitgang, want deze plek is niet heel erg eh ... fijn,’ grinnikt hij zachtjes. Even knipper ik met mijn ogen, om er in één te wrijven en dan mijn wijsvinger over mijn lippen te laten gaan. De afdrukken van mijn tanden waren alsnog op mijn onderlip te voelen. Direct antwoorden deed ik niet, ik liet mijn ogen over elk klein stukje van de kamer gaan – op zoek naar een uitweg. Eerst vielen mijn poelen op een raam, het was klein, vol viezigheid, maar we zouden het in kunnen slaan om te kijken waar we überhaupt waren, en hoe hoog we zaten. Ik had het gevoel alsof het niet op de begaande grond was, in elk geval.
          ‘Dat raam zouden we in kunnen slaan,’ deelde ik met hem mede, om ernaar te wijzen en mijn blik er niet vanaf te laten, alsof het opeens zou verdwijnen. Toen stond ik op, en zonder nog naar hem te kijken, pakte ik iets op – wat een fotolijst bleek te zijn. Er verder aandacht aan besteden deed ik echter niet, ik wilde hier immers weg en dit zou wel voldoen om het in te kunnen slaan. Hierdoor begaf ik me naar het raam met een zelfverzekerde tred, waarna ik mijn arm naar achter deed om het vervolgens hard naar het raam te zwiepen. Het ogenblik dat de lijst het raam raakte, klonk er een kletterend geluid van glas dat kapot ging en ik sloeg mijn arm voor mijn gezicht, terwijl ik mijn ogen dichtdeed. Daarna was er echter immense stilte, dodelijk, en vervolgens een pijnlijke kreet – wat verbaasd, aangezien het van mij afkwam. Confuus blikte ik naar mijn hand, aangezien ik daar pijn had, er was niets te zien, maar toen een rode streep over de binnenkant van mijn hand. Nog harder dan eerst beet ik op mijn lip, ik gaf er echter niet teveel aandacht aan, al vroeg ik me wel af hoe het kon, aangezien ik het had losgelaten. Wat me nog meer zorgen baarde, was dat het raam nog altijd intact was en de fotolijst was niet kapot, er zat zelfs geen schrammetje op. Nu pas kon ik zien wat voor foto het was; van een oudere man, die zijn mondhoeken langzaam omkrullen in een enge grijns. De pijnlijke steken die door mijn hand schoten, trokken mijn aandacht weer, er welden steeds meer bloeddruppels op uit de wonde.
          ‘Verdomme,’ schold ik, waarna ik naar Milo keek, ‘Dit moet je wel gezien hebben; geen illusie dit keer.’ Ik hield mijn hand op. ‘En daarbij, hoe komt het dat ik opeens dit heb?’ Ah, shit, ik wilde hier echt graag weg, ik werd hier zowat paniekerig van. Hoe kon het in hemelsnaam zo zijn dat het allebei nog intact was?


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    || Mijn topics ||


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    • Michelangelo " Milo " Vitorio Bianchi


    Enigszins gefascineerd richt ik mijn blik op het gezicht van Camille wanneer ze over mijn woorden na lijkt te denken – de eerste beweging die ze schijnt te maken is het licht strelen van haar onderlip, wat me bijzonder intigreert. Sinds jonge leeftijd vond ik het ontzettend interessant om andere personen te observeren wanneer ze aan het nadenken waren over bepaalde vragen of andere elementen – iedereen had namelijk een andere manier om te reageren. Ik had echter al zeer jong ontdekt dat vrijwel iedere persoon een vast patroon van gedragingen liet zien wanneer ze aan het nadenken waren – voor Camille bleek dit het aanraken van haar onderlip en het rond laten glijden van haar ogen te zijn. Glimlachend haal ik opnieuw een hand door mijn warrige haren, enigszins trots op het feit dat ik een beeld begon te krijgen van haar als persoon en haar patronen.
    'Dat raam zouden we in kunnen slaan,' hoorde ik Camille plotseling zeggen – waardoor ik wakker werd geschud aan mijn gedachten en overpeinzingen over haar patronen. Mede doordat hij wijzende hand iets langer in de lucht bleef hangen dan normaliter gesproken noodzakelijk zou zijn, richt ik mijn blik eveneens op het raam – dat bij nader inzien ontzettend vies was en niet bepaald als een uitweg dienst schonk. Ik bewonderde Camille er echter voor dat ze op deze manier naar een uitweg probeerde te zoeken en wilde zojuist naar mogelijkheden gaan zoeken om het raam te openen – totdat Camille plotseling op staat, iets van de grond grist en vervolgens met een zelfverzekerde tred naar het raam loopt. Iets in mijn gedachten schreeuwt dat ik haar tegen moet houden en dat ik de persoon moet zijn welke het raam kapot moet slaan – mochten we er problemen mee krijgen en veroordeeld gaan worden.
          Mijn lichaam lijkt echter nog gedeeltelijk in een staat van rust te zijn – aangezien de woorden binnen mijn gedachten niet over mijn lippen naar buiten rollen om haar tegen te houden. Wanneer het geluid van brekend glas door de donkere kamer klinkt, schiet er opnieuw een lichte glimlach over mijn lippen – Camille wist van aanpakken, wat anders was dan de vrouwelijke personen die ik eerder had ontmoet. Mijn glimlach verdwijnt echter direct wanneer het geluid van brekend glas wordt vervangen door een pijnlijke kreet – afkomstig van Camille. Voordat Camille haar woorden had uitgesproken – was ik overeind gesprongen en hadden mijn wenkbrauwen zich samen getrokken in een bezorgde frons.
    'Verdomme. Dit moet je wel gezien hebben; geen illusie dit keer. En daarbij, hoe komt het dat ik opeens dit heb?' Camille's rustige ondertoon was inmiddels veranderd naar een ietwat angstige en eveneens verwarde ondertoon – wat hoogstwaarschijnlijk te maken had met het feit met wat er zojuist was gebeurd. Mijn blik schiet razendsnel langs het raam en het fotolijstje (dat inmiddels op de grond terecht is gekomen) – welke beiden nog intact waren, terwijl ze zojuist beiden een harde klap hadden gekregen door de kracht van Camille. Wanneer ik mijn blik uiteindelijk op haar hand terecht laat komen – waar inmiddels meerdere bloeddruppels langs naar beneden rollen – sta ik binnen enkele passen bij haar, zonder te aarzelen.
          Voor een kort moment denk ik aan de kleren welke ik op dit moment aan heb – een oude, kapotte spijkerbroek, een zwart t – shirt van ACDC, een grijs vest en rode, afgetrapte allstart. Binnen in het zak van mijn vest voelde ik mijn pet zitten – welke ik op dit moment geheel negeerde, op zoek naar een ander gedeelte wat ik zou kunnen gebruiken om Camille te helpen.
    'Je moet je hand zo houden – op die manier zul je het minste bloed verliezen uit je wonde,' fluister ik dan zachter dan ik van te voren had bedoeld – waarna ik haar hand voorzichtig in de mijne neem en hem met de palm naar boven draai. Vervolgens trek ik een verfdoek vanachter de band van mijn broek los, welke ik hoogstwaarschijnlijk uit het atelier van mijn moeder heb meegenomen gedurende mijn trip. Binnen de kortste keren begonnen mijn hersenen op volle snelheid te werken en was ik rustig bezig om Camille's hand te verbinden met de verfdoek. Ik zuchte langzaam wanneer ik zag dat de verfdoek redelijk schoon was – enkel en alleen bezaaid met lichtroze vegen van verf, vermengd met een vreemde kleur welke tussen geel en oranje zat.
    'Wanneer we besluiten nog eens een raam te gaan vermorzelen, laat je het maar aan mij over.' Grijnzend laat ik haar hand los – inmiddels was de doek er voorzichtig omheen gebonden en met een ferme, maar zachte knoop vastgemaakt. Vervolgens laat ik mijn blik naar het raam en het fotolijstje op de grond glijden; welke ik vrijwel direct een eindje weg trap door het grijnzende gezicht van de man. 'Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik wil hier zo snel mogelijk weg – ditmaal heb ik zeker gezien wat je deed en wat er gebeurde en dat is niet goed,' liet ik er daarna ernstig achteraan volgen. Ik voelde nog geen angst – alleen een zekere afkeuring tegen het onbekende.
    'Gaat het wel?' laat ik er uiteindelijk zachter achteraan volgen, niet goed wetend hoe ik zou moeten controleren of ze niet te erg was geschrokken of dat ze zich ontzettend erg had gebasseerd. 'Met je hand, en zo ...?'

    [ bericht aangepast op 1 maart 2014 - 11:46 ]


    •

    Camille Faith Vargas • 22 •


          Het verbaasde me dat hij direct op was gesprongen toen ik een pijnlijke kreet liet, deels was ik ook confuus omreden dat we elkaar pas net een halfuurtje of minder kende. Een bezorgde frons scheen er op zijn gezicht te zien, waarop ik mijn bloedende hand liet doen. Ondanks dat het eerst niet prikte en ik nauwelijks iets voelde, begon het steeds erger te steken tot het uiteindelijk zo pijn deed dat ik opnieuw op mijn onderlip beet, om zo niet te laten merken dat ik er wel wat mee zat. Van wat ik had gezien, was het niet een hele diepe wond – hoewel ik deze pijn eerder heb gevoeld, kan ik er niet gewend aan raken. Om mijn hersenspinsels wat op orde te krijgen, dwaalde mijn ogen over Milo’s gelaat, al waren mijn handen onbewust lichtelijk beginnen te trillen. Hij liet zijn blik eerst over het raam gaan achter mij, maar stond binnen een paar stappen al snel bij mij.
          ‘Je moet je hand zo houden – op die manier zul je het minste bloed verliezen uit je wonde,’ fluisterde hij, waardoor er een gevoel door me heen ging waar ik niet bepaald een vinger op kon leggen. Wat ik wel merk, is hoe een warme tinteling door me heen schiet en vervolgens het gevoel in mijn hand blijft, als hij deze voorzichtig in zijn hand neemt, waarop hij de palm naar boven draait. Zwijgzaam kijk ik even toe hoe hij deze handeling uitvoert, de plekken waar zijn vingers mijn huid aanraken tintelen alsnog. Abrupt trekt hij een doek vanachter bij hem los, en ik merk pas dat het een verfdoek is als hij deze kalm om mijn hand verbindt. Hoe kan hij in deze situatie zo rustig blijven? Het is duidelijk dat het op mij overslaat, de sereniteit dat van hem afstraalt als een zonnestraal. Hierdoor schijnt het alsof ik verblindt raak, aangezien ik mijn kristalblauwe kort dicht moet knijpen – het is teveel voor mij wat er in de afgelopen dertig minuten ongeveer is gebeurt. Toch dwing ik mezelf erbij te blijven, het was niet geoorloofd deze zwakke kant te laten zien en daarbij had hij niets aan mij mocht ik neervallen – we zouden uit deze vreemde ruimte moeten, uit dit huis.
          ‘Wanneer we besluiten nog eens een raam te gaan vermorzelen, laat je het maar aan mij over.’ Ondanks dat ik niet direct in iets geloofde, zoals geesten e.d., kon ik niet verklaren was er zonet gebeurd was en Milo zijn beheerstheid hielp enorm. Het bedaarde me enigszins, gezien ik voelde hoe de rust in mijn binnenste plaatsnam en ik kon hem niet meer dankbaar zijn. Het leek wel alsof hij precies wist wat hij deed, dat hij zo zou moeten handelen en het was een verademing dat hij niet uitzinnig had gereageerd. Met een grijns had hij mijn hand losgelaten en direct was de warmte verdwenen – op de plekken waar hij mij aangeraakt had, kwam er een koud gevoel voor in de plaats. Ik was eraan gewend geraakt, waardoor ik me nog eens (figuurlijk welteverstaan) op de vingers tikte; dit was immers een teken en mocht niet gebeuren.
          ‘Zodat je een soortgelijke wond kunt krijgen?,’ lachte ik plagerig, mijn humeur helder wat verbeterd. ‘Prima, jochie, als jij daar blij van wordt.’ Kort kneep ik mijn ogen iets toe terwijl ik een brede glimlach op mijn volle lippen kreeg, die echter al snel verging. Mijn blik dwaalde af naar de doek die hij om mijn hand had geknoopt op een voorzichtige manier, ik merkte de paar verfvegen op – welke een lichtroze en geeloranje kleur hadden. Mijn wenkbrauwen schoten iets de lucht in, waarop ik hem opnieuw aankeek. ‘Bedankt hiervoor, Milo,’ fluisterde ik zoetjes, mijn kristalblauwe poelen in die van hem doorgedrongen. ‘Hoe wist je dat, van de wond?’ vervolgde ik er op exact dezelfde manier achteraan. Tegelijkertijd bestudeerde ik zijn gelaatstrekken, nu hij toch vlakbij mij stond, iets waardoor ik een lichtelijk nerveus gevoel kreeg welke ik niet liet merken. Hij scheen in elk geval niet uit Engeland te komen, daar wilde ze wel een gokje voor wagen. Eerder was het me nog niet opgevallen, omdat we in een redelijk donkere hoek zaten, alleen nu we beide iets meer in het licht stonden, vielen zijn ogen me het eerste op. Zelfs nu. De jonge man had een indrukkende kleur, namelijk felle, gifgroene poelen – direct kwamen er meerdere creatieve gevoelens in me naar boven toen ik niet enkel deze kleur gadesloeg, echter ook toen ik zijn expresse zag. In een buitengewoon soort extase wilde ik zijn betoverende kijkers aanraken, totdat ik doorhad dat ik praktisch gezien stond te staren en zodoende snel mijn eigen kristalblauwe poelen afwendde.
          ‘Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik wil hier zo snel mogelijk weg – ditmaal heb ik zeker gezien wat je deed en wat er gebeurde en dat is niet goed,’ kwam er op een ernstige toon achteraan. Hij leek echter nog niet bepaald een angst te voelen. Ik wilde haar mond openen om te antwoorden, mijn rozige lippen waren al millimeters van elkaar verwijderd, alleen deze sloot ik weer toen zijn stem opnieuw door de ruimte klonk. Niet dat ik dit erg vond, helemaal niet zelfs.
          ‘Gaat het wel? Met je hand, en zo…?’ Mijn ogen hadden eerder een vragende blik gehad, totdat het duidelijk was wat hij bedoelde, toen begonnen ze hartelijk te schitteren. Een zoete glimlach sierde mijn mond nu ook toen ik hem antwoord gaf.
          ‘Ja, als ik in mijn eentje geweest was, zou ik waarschijnlijk erger doordraaien,’ grinnikte ik, en ik blikte kort rondom me, om te kijken waar er anders een uitweg was. Opeens begon ik zachtjes te lachen, wat na een kleine minuut harder werd. Mijn blik was namelijk op de deur gevallen en ik voelde me stom dat ik überhaupt het raam kapot wilde slaan. Richting de deur gaf ik een knikje, zodat Milo wist waarom ik zo reageerde. Onbewust hadden mijn slanke vingers zich al om zijn pols gekruld, om hem vervolgens zachtjes mee te trekken ernaartoe. Eenmaal daar legde ik mijn gewonde hand op de deurknop en draaide deze om, om de deur te openen – welke leek te klemmen. Ik trok er iets harder aan en strompelde wat naar achteren toen ik het open had gekregen.
          ‘Zo gemakkelijk?’ murmelde ik, het was zonneklaar dat ik niet geloofde hier zomaar weg te komen en daarom vond ik het ook raar dat de deur opeens open ging. Toch blikte ik van links en rechts hoe het eruit zag, het was een lange gang. Daarna dwaalde mijn poelen terug naar de jonge man naast me en ondanks dat ik eerst me stevig in had gehouden het niet nogmaals te vragen, gooide ik het er maar gewoonweg op. Ik zou het bijna zijn vergeten in deze situatie, alleen nu het weer de kop opstak, wilde ik er de fijne lijntjes van weten. Wellicht niet alles, maar wel een simpel antwoord – dat zou immers moeten kunnen.
          ‘Zeg… Milo?’ begon ik vragend op een voorzichtige toon, ‘Alvast mijn verontschuldigingen voor deze vraag, gezien ik weet dat het mij niets aangaat, alleen op de één of andere manier vraag ik het me nu toch af,’ vervolgde ik, hopelijk als verklaring voor hem, waarna ik een brok mijn keel doorslikte. Ik betrapte mezelf er zelfs op dat ik me misselijk begon te voelen, iets wat ik snel wegduwde. ‘Heb jij… ooit seks gehad?’ Mijn houding weet ik niet geheel hoe te houden bij dit, omdat ik hem natuurlijk pas net ken en ik niet weet hoe hij zal reageren – en of hij überhaupt wel antwoord – maar ik moest het erop wagen. Wie niet waagt, die niet wint!


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    • Michelangelo " Milo " Vitorio Bianchi


    'Zodat je een soortgelijke wond kunt krijgen? Prima, jochie – als jij daar blij van wordt.' Mijn lichte, bezorgde gevoel jegens Camille verlaat met enkele kleine haperingen mijn lichaam – voornamelijk door het feit dat ze me opnieuw begint te plagen met een lachende ondertoon binnen haar stem. Alhoewel ik me geheel kalm voor deed over de situatie – bonkte mijn hart in mijn keel en probeerde ik om de doemgedachten uit mijn hoofd te houden door me te focussen op het verbinden van Camille's hand.
    'Bedankt hiervoor, Milo. Hoe wist je dat, van de wond?' Rondom mijn mondhoeken ontstaat als geheel automatisch een lichte glimlach. Ik vond het onnodig dat zje me zojuist had bedankt voor iets dat zo vanzelfsprekend had geleken op het eerste ogenblik – ik kon haar moeilijk laten staan met een snee in de palm van haar hand. Ik had er mijn gehele leven al niet tegen gekunnen dat andere personen pijn leden of dat ze ergens gewond waren – vaak wilde ik de pijn of de wond liever overnemen, wat helaas niet mogelijk was. 'Mijn moeder heeft het me geleerd,' fluister ik alleen als een zacht antwoord – waarbij de glimlach rondom mijn mondhoeken ietwat groter wordt bij de gedachten aan mijn eigen moeder. Wanneer ik mijn blik voor een kort moment op Camille's gezicht richt slik ik even – aangezien ze me met een bepaald verlangen aan blijkt te kijken. Het moment dat ze in de gaten lijkt te hebben dat ze aan het staren is, zie ik haar haar blik afwenden en spreek ik mijn woorden uit over het feit dat ik hier graag weg zou willen en er achteraan laat volgen dat ik graag zou willen weten hoe het met haar is – met oog op haar hand en de wond daarop.
          'Ja, als ik in mijn eentje geweest was, zou ik waarschijnlijk erger doordraaien.' Mijn wenkbrauwen schieten licht omhoog – aangezien ze op dit moment niet de indruk gaf dat ze enigszins aan het doordraaien was. Wanneer ze plotseling begint te lachen schieten mijn wenkbrauwen verder omhoog door de onverwachtheid van het geluid. Het zachte knikken van haar hoofd richting iets wat op een deur lijkt – laat ook een lichte lach over mijn eigen lippen rollen. We hadden beiden geen flauw idee gehad dat er zich een deur in de kamer had bevonden, waardoor de gehele situatie rondom het raam een grote grap had geleken en de wond van Camille zeer onnodig was. Voordat ik echter een reactie kon geven op het feit dat er zich al die tijd al een deur had bevonden in de kamer – voelde ik de slanke vingers van Camille zich rondom mijn pols krullen en werd ik met een lichte dwang meegetrokken richting de deur.
    Alhoewel ik haar tegen zou willen houden en zelf aan zou willen bieden om de deur te openen – met oog op het feit wat er zojuist is gebeurd – besluit ik om het verder te laten gaan en haar de ontdekking te laten doen. Ik hef mijn vrije hand ietwat op wanneer ze enigszins naar achteren lijkt te vallen op het moment dat ze meer kracht moest zetten om de deur te openen – maar ik merkte opnieuw op dat ze sterker was dan ze er op het eerste moment uit had gezien wanneer ik mijn ogen had geopend. 'Zo gemakkelijk?'
          Inmiddels was de deur van de kamer door Camille geopend en liet ik mijn blik zoekend door de gang glijden welke plotseling kansen bood voor ons om weg te komen uit de kamer waar dingen leken te gebeuren die niet bepaald " normaal " waren. Alhoewel ik op het eerste ogenblik ontzettend opgelucht was dat de deur was geopend – werd deze opluchting direct weggeblazen dankzij het feit dat de lange, donkere gang niet veel meer uitzichten bood dan de kamer waar we ons op dit moment in bevonden. Ik had nooit of te nimmer geloofd dat de elementen uit horrorfilms " echt " konden zijn – maar het uitzicht dat de gang ons bood liet me door voor enkele seconden ontzettend aan twijfelen.
    'Zeg ... Milo? Alvast mijn verontschuldigingen voor deze vraag, gezien ik weet dat het mij niets aangaat, alleen op de één of andere manier vraag ik het me nu toch af. Heb jij ... ooit seks gehad?' Van het ene op het andere moment was mijn aandacht op de donkere gang verdwenen en probeerde ik uit alle macht om de kristalheldere ogen van Camille te ontwijken – waar een grote nieuwsgierigheid in bleek te liggen voor het antwoord op de ongewoonlijke vraag welke ze me zojuist had gesteld. Alhoewel ik ontzettend mijn best deed – kon ik echter niet anders dan uiteindelijk mijn blik in haar kristalheldere ogen te boren, waardoor de gedachten in mijn hoofd geheel stil kwamen te liggen en er geen enkel woord over mijn lippen leek te komen. Geheel automatisch zet ik een stap opzij – waardoor ik mijn hand voorzichtig los trek uit de greep van haar smalle vingers en met mijn schouder tegen een deurpost bonk.
          'Ik – Waarom vraag je me dat?' Mijn vraag kwam haperend en stotterend over mijn lippen – waardoor ik mezelf in mijn gedachten vervloek. Ik was nooit een persoon geweest die snel verlegen werd of zich uit het veld liet slaan door andere personen – maar Camille leek het binnen de kortste keren voor elkaar te krijgen zonder er daadwerkelijk moeite voor te doen. In mijn gedachten ging ik alle mogelijkheden voor antwoorden af – maar uiteindelijk koos ik voor het gemakkelijkste.
    Mijn blik glijdt verslagen van Camille's gezicht richting de grond – terwijl ik binnen twee stappen in de donkere gang kom te staan en voor enkele seconden naar het oude, versleten behang kijk. 'Nee – Ik heb nog nooit seks gehad,' fluister ik vervolgens zo zacht dat ik twijfel over het feit dat Camille het wel had gehoord. Ik wist echter ook dat ik het niet zou gaan herhalen – omdat het niet een onderwerp was waar ik graag over wilde praten. Ik had vrijwel geen enkele ervaring met meisjes en al helemaal niet om dat soort dingen met ze te doen, waardoor er zelfs al over praten op sommige momenten te veel was voor mij. Al mijn vrienden wisten daarom ook dat ze niet bij me aan moesten komen om op te scheppen over hun veroveringen – omdat mijn interesses daar gewoonweg niet lagen en ik er geen enkele ervaring mee had.
    "Ik vraag me af of we met behulp van deze gang op zoek kunnen gaan naar een uitweg – zodat we hier zo snel mogelijk weg kunnen komen. Welke deuren zullen we als eerste proberen, links of rechts?' Mijn woorden kwamen ontzettend snel over mijn lippen – grotendeels door de zenuwen en het feit dat ik haar vraag uit mijn hoofd wilde bannen, eveneens de reden waarom ze haar vraag had gesteld. Nerveus laat ik mijn handen over de zijkant van mijn heupen glijden.

    [ bericht aangepast op 1 maart 2014 - 18:10 ]


    •

    Camille Faith Vargas • 22 •


          Een lichte glimlach ontstond er om zijn mondhoeken, waar ik kort naar keek toen dit gebeurde. Mijn ogen dwaalden daarna af naar de wonde die hij had verbonden met de verfdoek, en ik vroeg me af of hij ook zo creatief was. Er zaten nog enkele vlekken van het verven op mijn handen, vingertoppen en het zou me niet verbazen mocht het ook op mijn wangen te zien zijn.
          ‘Mijn moeder heeft het me geleerd,’ fluisterde hij zacht, zijn glimlach werd iets groter en automatisch gleed er eveneens een lieflijke glimlach op mijn lippen. Ik dacht aan mijn moeder die nu vast thuis was, een boek aan het lezen met warme thee erbij – tenzij ik al dagen weg was, dan zou ze waarschijnlijk een grote zoekactie zijn gestart. Maar ik betwijfelde überhaupt hoe lang ik hier zou zijn. Ergens, in een heel klein hoekje, voelde ik de paniek in mij opbouwen, want ik wist niet waar ik was, wie me hiernaartoe had gebracht en om welke reden. Laat staan de tijd dat ik hier al lag, met die enorme koppijn, die gelukkig wel wat minder was geworden.
          ‘Ze is vast een wijze vrouw,’ grinnik ik, aan zijn glimlach te zien geeft hij veel om haar. ‘Is ze een zuster?’ Ik wilde meer over hem weten, over zijn leven en waar hij aan dacht, al was dat wellicht niet zo een goed idee dus klapte ik wat dicht. Zijn wenkbrauwen waren wat omhoog geschoten toen ik zei dat ik anders aan het doordraaien was – was het dan zo vreemd om te zeggen? Met een zacht geknik liet ik hem daarop weten dat ik de deur al had gevonden, ik voelde me eerlijk gezegd nogal stom dat ik daarvoor mijn hand had verwond. Hopelijk zou hij niet hetzelfde over mij denken. Al snel verbande ik deze gedachten en trok hem zachtjes mee om de deur open te trekken. Mijn hand doet alsnog pijn door de steken die erdoor schieten, maar ik wil er niet verder over zeuren, zo was ik ook niet. Het was nu eenmaal zo en het hoeft niet de gehele tijd door gezegd te worden.
          Toen de deur was geopend, blikten niet enkel mijn lichte, heldere poelen door de gang, maar die van Milo eveneens. Ik was al lichtelijk zenuwachtig geworden toen ik de vraag in mijn hoofd had geformuleerd, maar al helemaal toen het naar hem over mijn lippen kwam rollen. Wat hij eerder had gezegd verwarde me simpelweg, daarbij zat er nog een andere reden aan vast… Zijn ogen schoten alle kanten op, om maar niet naar mij te hoeven kijken, die uiteindelijk toch bij mij kwamen. Ik beet op mijn onderlip en kneep wat harder in mijn gewonde hand om te voorkomen dat het schuldgevoel groter werd. Soms kon ik zo direct de hoek uit komen, aan die karaktereigenschap had ik op een bepaald moment echt een hekel. Milo had zijn hand voorzichtig uit mijn greep losgetrokken, wat ik vanzelfsprekend toeliet, en zette een stap opzij. Shit, ging er door mijn gedachtegang, ik was te dichtbij gekomen. Wellicht was het een nare ervaring of iets emotioneels – domme vraag, Camille, domme vraag.
          ‘Ik – Waarom vraag je me dat?’ Zijn vraag kwam haperend en stotterend over zijn lippen heen, waardoor ik wist dat mijn tanden afdrukken op mijn onderlippen had gezet door het feit hoe hard ik beet. Mijn vingers waren ondertussen in elkaar gevlochten, die ik ongemakkelijk over elkaar bewoog, terwijl mijn kijkers overal heen dwaalden en daarna bij Milo belandden.
          ‘Het spijt me,’ verontschuldigde ik me nogmaals, mijn stem zachter dan normaal, al was ik er zeker van dat hij het wist. ‘Het is gewoon… Mocht het wel zo zijn, zou ze vast erg speciaal zijn geweest voor je…’ Mijn binnenste begon te gloeien waarbij er een verdrietig gevoel plaatsnam en ik wendde mijn blik af, precies op het moment dat hij zijn blik verslagen weg laat glijden naar de grond en op de duistere gang gaat staan. Hoewel ik het gevoel – de “liefde” – niet wilde voelen, was ik er langzamerhand wel nieuwsgierig naar geworden. Milo had verteld dat hij niet met vrouwen om kon gaan, maar als hij een eerste keer had gehad, was het vast een bijzondere vrouw voor hem geweest. Wat hij als volgende zei, verbaasde me dan ook enorm.
          ‘Nee – Ik heb nog nooit seks gehad,’ fluisterde hij, het was echter zo zacht dat ik het eerst in mijn gedachten moest herhalen, waarna mijn lippen millimeters van elkaar verwijderd waren.
          ‘Oh, Milo –’ kon ik nog net met een schuldige ondertoon uitspreken, voor hij me afbrak en over iets anders begon – wat ik absoluut kon begrijpen. Daarom hield ik mijn mond ook maar verder; ik had het immers ongelooflijk verpest.
          ‘Ik vraag me af of we met behulp van deze gang op zoek kunnen gaan naar een uitweg – zodat we hier zo snel mogelijk weg kunnen komen. Welke deuren zullen we als eerste proberen, links of rechts?’ De woorden kwamen snel over zijn lippen, maar ondanks dat kon ik het nog vrij goed volgen. Ik kon er enkel op knikken, maar omdat hij het niet kon zien, besloot ik zacht aan de vest van zijn mouw te trekken – alsof ik een klein kindje was dat net een enorme preek had gekregen voor het stelen van wat snoep. Met een schuldige blik draaide ik hem zo om dat ik hem aan kon kijken, waarna ik mijn mond opendeed om wat te zeggen, toen in de gaten had dat het niet zo’n goed idee was en dus mijn mond weer dichtdeed.
          ‘Het zou wel moeten toch… Ergens zou er een uitgang moeten zijn, dan kunnen we terug naar onze levens, onze familie,’ kwam er lichtelijk verslagen uit, waarop ik naar mijn hand blikte die op zijn bovenarm lag. Onbewust had ik een bestuderende blik gekregen die naar zijn kleding keek. ‘We kunnen uit elkaar gaan, dat jij bijvoorbeeld rechts gaat en ik links?’ stelde ik voor. ‘Tenzij je liever wil dat we bij elkaar blijven…’ Ik wreef met mijn wijsvinger over mijn lippen, tot ik ineens in de gaten had gekregen wat er op zijn kleding stond. Dit zorgde voor een brede glimlach op mijn lippen, waarna ik automatisch al snel zijn vest open ritste om mijn vingers over het logo van AC/DC te laten gaan.
          ‘Je luistert naar AC/DC?’ Hoewel het als een vraag klonk, was het meer een enthousiasme opmerking. ‘Geweldig! Welke nummers vindt je gaaf?’ Mijn ogen twinkelden lichtelijk, wat mede kwam doordat mijn vader deze muziek altijd luisterde. Mijn moeder vond er vrij weinig aan, maar sinds zijn dood was ik het steeds vaker gaan luisteren. Op zijn begrafenis hadden we zelfs R.I.P. af laten spelen – well, ik deed dat, mijn moeder was er niet echt ondersteboven van, maar ik wist dat mijn vader het zou waarderen. Waarschijnlijk moest hij er om lachen ook nog.

    [Sorry dat deze zo fucked-up is, ik werd namelijk afgeleidt door allerlei dingen en was nog met iets anders bezig.. Alleen ik wilde 'm wel echt posten voor ik wegging, dus kijk maar - en zie maar of je überhaupt vandaag of morgen (of daarna pas) post. :'D. Het was meer dat ik de post van Milo zo leuk vond.]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    • Michelangelo " Milo " Vitorio Bianchi


    'Het spijt me. Het is gewoon ... Mocht het wel zo zijn, zou ze vast erg speciaal zijn geweest voor je ...' Alhoewel ik diep van binnen weet dat Camille haar woorden enkel en alleen vol goede bedoelingen had zitten – kan ik het niet helpen dat ze als een donderslag bij heldere hemel bij me binnen lijken te komen. Met haar woorden had ze weergegeven wat ik al die jaren had gevoeld wanneer ik mijn vrienden in de gangen hoorde fluisteren dat ze een ander meisje het bed in hadden gekregen – waar nooit " speciale " gevoelens bij kwamen kijken. Ik had tegen niemand durven toe geven dat ik een hopeloze romanticus was – die inderdaad hoopte dat mijn allereerste keer met een " speciaal " iemand was, iemand waar ik op kon vertrouwen en iemand waar ik mijn hart aan gegeven zou hebben.
    'Nee – Ik heb nog nooit seks gehad,' fluister ik daarom zacht – haast onhoorbaar – terwijl ik inmiddels de donkere gang in ben gestapt om er voor te zorgen dat Camille geen blik op mijn gezicht kon werpen om zo de verschillende emoties en gevoelens te onderscheiden die door me heen leken te gaan. Ik had dan wel geen ervaring met meisjes en had eveneens geen enkel idee hoe ik uberhaup met ze om moest gaan – maar dat betekende niet dat ik ook gevoelens had, en verlangens ; veel verlangens.
          'Oh, Milo –'
    " NEE " Mijn gedachten schreeuwen luid wanneer ik de schuldige ondertoon in de woorden van Camille kan onderscheiden. Gedurende enkele seconden weigeren mijn hersenen dienst te geven – totdat alles plotseling ontzettend snel lijkt te gaan en ik van het ene op het andere moment over spring op een ander onderwerp. Ik weigerde om iemand medelijden met me te laten hebben – op alle gebieden denkbaar. Ik was niet " zielig " omdat ik geen ervaring had met een meisje. Ik was niet " zielig " omdat ik met niemand naar bed ben geweest. Ik was zelfs niet " zielig " omdat ik nog nooit mijn eerste, echte kus heb gehad.
    Wanneer er zacht aan de mouw van mijn vest wordt getrokken reageer ik in eerste instantie niet – totdat ik opnieuw de lichte dwang voel, waardoor ik uiteindelijk toch omgedraaid wordt om in het schuldbewuste gezicht van Camille te kijken. Mijn gezichtsuitdrukking zegt echter genoeg – ik wilde geen medelijden en ik wilde geen verontschuldigingen. De manier waarop Camille haar geopende lippen voorzichtig terug op elkaar laat zakken, liet me weten dat mijn boodschap helder en duidelijk over is gekomen.
          'Het zou wel moeten toch ... Ergens zou er een uitgang moeten zijn, dan kunnen we terug naar onze levens, onze familie. We kunnen uit elkaar gaan, dat jij bijvoorbeeld rechts gaat en ik links? Tenzij je liever wil dat we bij elkaar blijven ...'
    Mijn gedachten switchen heen en weer tussen de optie van het opsplitsen en de optie van het samen blijven – waarbij de laatste optie uiteindelijk mijn voorkeur geniet, mede door het feit dat ik diep van binnen niet wil dat Camille iets anders zal overkomen. Daarnaast, leek het me rationeel geen goede optie om op te splitsen – doordat we elkaar zo kwijt konden raken en uiteindelijk helemaal alleen over zouden blijven.
          Inmiddels merk ik plotseling op dat Camille de rits van mijn vest heeft geopend – waardoor ik verward naar beneden kijk naar wat ze in godsnaam van plan is om met me te gaan doen. 'Je luistert naar AC/DC? Geweldig! Welke nummers vind je gaaf?' Enigszins opgelucht laat ik mijn adem over mijn lippen ontsnappen – ze had enkel en alleen het logo op mijn shirt gezien en was daardoor enthousiast geworden, wat duidelijk merkbaar was aan haar stem. Ik begon haar steeds meer te mogen – haar muzieksmaak leek perfect bij de mijne te passen en enkel en alleen daarom al groeide mijn sympathie voor haar en vergaf ik haar in stilte de vraag die ze zojuist had gesteld over het " seks " gedeelte.
    'Natuurlijk luister ik naar AC/DC – ik kan niet begrijpen wanneer personen het niets vinden,' glimlach ik voorzichtig en ietwat verlegen. Mijn moeder hield meer van zweverige muziek en kon mijn rock voorkeur niet bepaald begrijpen. Green Day, Avenged Sevenfold, Foo Fighters – als het aan mij lag stond het de gehele dag op in huis, maar ik werd vaak verbannen naar het gebruik van mijn MP3 – speler omdat mijn moeder de " herrie " niet aan kon gedurende het schilderen. Wanneer ik haar er naar vroeg gaf ze aan dat het haar " donkere " gedachten gaf – hoogstwaarschijnlijk door het gebruik van de instrumenten en de soms ietwat heftige (maar o – zo – geweldige) tekst.
    'Ik moet wel bekennen dat ik geen favorieten heb – alhoewel Heatseeker hoog op mijn lijstje staat, evenals Thunderstruck.' Mijn stem neemt weer normale proporties aan wanneer ik besluit dat Camille een persoon is tegen wie ik mijn passie kan uiten, dat ze me er niet voor zal veroordelen en dat ze juist een persoon was die deze passie met me deelde. Plotseling merk ik op dat Camille in geen enkel opzicht leek op de meisjes die ik ooit in mijn leven heb leren kennen – waardoor ik voorzichtig slik en mijn ogen ietwat vragend op haar gezicht richt. Ik wist me al geen raad met meisjes die niet op me leken – maar met meisjes die dat juist wel deden leek het alleen maar moeilijker te zijn. Ik voelde het vreemde, onbekende gevoel om me continu te moeten bewijzen voor haar – om me van mijn beste kant te laten zien, alhoewel ik ook voelde dat ik haar wilde laten zien wie ik écht was ; geen facade, geen maskers.
          'Je hebt een goede muzieksmaak voor zo'n kleine jongedame,' glimlach ik dan voorzichtig – waarbij mijn ogen even oplichten. Ik merk op dat ik mijn adem aan het inhouden ben wanneer er enkele zwarte vlekken voor mijn ogen verschijnen – waardoor ik snel en geluidloos een nieuwe hap lucht naar binnen zuig. Niet wetend wat ik nu zou moeten doen – pruts ik wat aan de rits van mijn vest, wetend dat ik over zou moeten komen als een grote kneus die niet eens een normaal gesprek aan kan knopen.
    Verward denk ik aan eerdere momenten met meisjes – waarbij ik me nooit druk heb gemaakt over het feit dat dat betreffende meisje me een grote kneus zou vinden. Sterker nog – het kon me helemaal niets schelen wat andere personen van me dachten, als ik er zelf maar tevreden mee was. Camille was anders – heel anders, en op de een of andere manier verontruste me dat.
    'Ik ben niet voor het idee van het opsplitsen,' zeg ik dan zacht – terwijl ik mijn blik even in de donkere gang achter haar laat glijden – waarbij ik zweer dat ik een donkere schim in een kamer weg zag schieten. Geheel automatisch trek ik Camille bij haar bovenarmen tegen me aan en draai ons zo half om zodat ik aan de kant sta waar de schim zojuist was – welke inmiddels is verdwenen. Opnieuw zuig ik een grote teug lucht naar binnen en kijk dan geschrokken omlaag – naar Camille, welke ik dicht tegen me aan heb gedrukt. Geschrokken laat ik haar vlug los en haal nerveus een hand door mijn warrige haren – terwijl mijn gifgroene ogen op zoek gaan naar een punt waar ik me op kan concenteren. 'Ik – Ik dacht dat ik iets zag, het was niets. Maar, we beginnen wel aan deze kant,' mompel ik dan snel als een half excuus.

    [ bericht aangepast op 3 maart 2014 - 13:44 ]


    •

    (Ben weer thuis, kan ik Sentis ergens heen sturen.)


    Vampire + Servant = Servamp

    Camille Faith Vargas • 22 •


          De opgeluchte zucht die over zijn lippen rolde had ik wel opgemerkt, waar ik niets op vertelde – hij zou vast gedacht hebben dat ik wat anders bij hem wilde flikken. Ik zou niet durven, momenteel niet in elk geval, niet nadat het ongemakkelijke onderwerp was gepasseerd. Misschien later, om hem iets te plagen, al wist ik niet zeker of hij dat kon waarderen. Dit was iets dat geheel kwetsbaar lag, scheen het. Ergens voelde ik zelfs lichte jaloezie opborrelen, aangezien hij nog een eerste keer met iemand speciaal kon beleven en ik… welja, dat van mij kon ik me wel herinneren, al zou ik dat liever niet willen.
          ‘Natuurlijk luister ik naar AC/DC – ik kan niet begrijpen wanneer personen het niets vinden,’ glimlachte hij voorzichtig en ietwat verlegen. Mijn glimlach werd breder en voor heel even was ik zelfs vergeten dat ik die ongemakkelijke vraag had gesteld. ‘Ik moet wel bekennen dat ik geen favorieten heb – alhoewel Heatseeker hoog op mijn lijstje staat, evenals Thunderstruck.’ Het schijnt alsof Milo hier weer normaal over kan praten, aangezien zijn gelaatsuitdrukking een normale blik had gekregen, net zoals zijn stem terugveranderde. Een opgeluchte zucht klonk er door mijn gedachtegang toen ik dit in de gaten had.
          ‘Hetzelfde bij mij – mijn moeder houdt er niet van als ik deze muziek opzet, maar ik kan het wel de hele dag aanhoren,’ vertelde ik hem, met een kleinere glimlach op mijn lippen, al lag er nog een glans in mijn heldere poelen. ‘Hierdoor luister ik het vaak in mijn schuurtje,’ vervolgde ik gedurende mijn poelen wegdwalen over de vieze muren en door de donkere gangen. Toen ik doorhad dat dit wellicht vaag klonk en hij er klaarblijkelijk niets van snapte, richtte ik me opnieuw naar hem. ‘Eh – het schuurtje is waar ik regelmatig creatief bezig ben,’ verklaarde ik hem haastig erbij, zodat het wat beter te begrijpen was.
          Abrupt richtte hij zijn ogen ietwat vragend op mijn gezicht, waardoor ik nieuwsgierig mijn wenkbrauwen iets omhoog haal, omreden dat ik wilde weten wat er was. Was er iets aan de hand? Zag hij iets – net zoals ik eerder? Of zat hij nog met de “seks” vraag? Iets waar ik me trouwens wel schuldig om voelde, opnieuw. Voor ik er echter wat op kon vermelden, deed hij zijn mond al open om wat te zeggen – waardoor ik hetgeen al snel liet varen. Het zou namelijk vast niets zijn geweest, dacht ik.
          ‘Je hebt een goede muzieksmaak voor zo’n kleine jongedame,’ glimlachte hij voorzichtig, waarbij zijn ogen kort oplichten. Hij zuigt een hap lucht naar binnen en begint aan de rits van zijn vest te prutsen, waardoor ik een klein glimlachje niet kan onderdrukken. Het zag er immers wel aandoenlijk uit, al had ik geen flauw idee waarom hij dit opeens deed. Misschien dat hij zich ongemakkelijk bij me voelde? Dat hield me echter niet genoeg tegen om direct mijn mond te houden, dat was ik grofweg niet.
          ‘Een kleine jongedame?’, grinnikte ik als een speels kind. ‘Ik ben nog altijd groter dan mijn moeder met haar 165M,’ plaagde ik hem, waarbij mijn lippen zich al wat omkrulden. Vermakelijk keek ik hem aan, waarop ik een lachje liet horen en weer naar zijn shirt blikte – waar het logo van AC/DC te zien was. Geweldig dat hij hier eveneens naar luisterde! Meestal als ik erover begon, hadden mensen een vreemde blik in hun ogen, alsof het raar was dat ik dit graag hoorde. Zelfs sommige van mijn vrienden verbazen zich er nog over, ze hadden me namelijk eerder verwacht voor een R&B-typetje, zeiden ze. ‘Trouwens…’ begon ik mysterieus, waarbij ik een stap richting hem deed en mijn hand al omhoog haalde. ‘Jij hebt ook wel een goede muzieksmaak voor zo’n grote jongeman.’ Mijn wijsvinger tikte plagend op zijn neus, tegelijkertijd dat ik mijn heldere kristalblauwe poelen in zijn felle gifgroene kijkers boorden. Daarna liet ik langzaamaan mijn hand weer zakken, mijn blik echter bleef zijn ogen kruizen, wat hij verbrak.
          ‘Ik ben niet voor het idee van het opsplitsen,’ zei hij zacht, zijn blik gleed ondertussen naar de donkerte achter me. Ik wilde net mijn mond – opgelucht welteverstaan – open trekken, tot hij als een plotselinge bliksemslag mij aan mijn bovenarmen tegen zich aantrekt en ons vervolgens zo half omdraaide. Het was zo abrupt gegaan dat ik niet kon tegenstribbelen en om eerlijk te zijn, wilde ik dat ook niet. Wanneer dit gebeurde, betrapte ik mezelf er zelfs op dat ik al snel mijn armen om hem heen legde, al was ik nog wel verbaasd vanwege deze actie natuurlijk. Nogmaals zoog hij een teug lucht naar binnen en keek vervolgens geschrokken omlaag, naar mij. Ondertussen had ik door deze actie een duidelijke verwarde blik in mijn heldere ogen gekregen, waarbij mijn lippen millimeters van elkaar verwijderd waren. Wat was hij in hemelsnaam aan het doen? Toen hij echter zag dat hij me dicht tegen zich aan had getrokken, liet hij me haastig los. Een naar gevoel schoot door mijn lichaam, alsof ik het daadwerkelijk jammer vond – wat ik absoluut zo snel mogelijk weg moest drukken. Hierna haalde hij nerveus een hand door zijn warrige haren, waar ik – mocht ik geheel eerlijk zijn – mijn vingers ook wel eens door wilde woelen. Zachtjes gniffelde ik vermakelijk, zijn mooie, gifgroene ogen dwaalden weer overal naartoe.
          ‘Ik – Ik dacht dat ik iets zag, het was niets. Maar, we beginnen wel aan deze kant,’ mompelde hij.
          ‘Ja, ja,’ rolde er grijnzend over mijn lippen heen, waarna ik met een ietwat plagende toon vervolgde, ‘Als je me simpelweg een knuffel wilde geven, kon je dat gemakkelijk zeggen.’ Nadat ik nogmaals een gegniffel liet horen, stond ik met één uitdagende stap al bij hem en gooide mijn armen om zijn middel, waarop ik mijn hoofd op zijn borstkas legde. Hoger kwam ik ook niet, behalve als ik op mijn tenen zou staan, aangezien ik gewoon klein was. Net zoals het eerste moment dat ik hem ontmoette, daarnet in de donkere ruimte met mijn hoofd op zijn borstkas, kon ik zijn hart horen kloppen. Ik merkte opnieuw nog maar eens dat ik hierdoor kalmeerde. Na een kleine, veel te snelle minuut gepasseerd was, liet ik hem weer los en draaide me om – in de richting waar hij naartoe wilde gaan, waarna ik mijn hoofd zo kantelde dat ik hem deels kon zien.
          ‘Dan beginnen we aan deze kant,’ glimlachte ik warmhartig, ik haalde mijn vingers door mijn goudbruine haren en drapeerde ze over één schouder heen. ‘Kom – ik zou niet willen dat ik alleen verdwaalde, dan eerder met de lieve Milo samen.’ Ik sloot mijn zin af met een knipoog en, na dit gezegd te hebben, liep ik al weg – door de donkere gang heen, ook al was het erg lastig iets te zien. ‘We’re gettin’ ready to rock, gettin’ ready to roll – Gonna turn up the heat, gonna fire up the coal,’ neuriede ik het liedje Heatseeker van AC/DC terwijl ik al redelijk vrolijk wegliep. Ik verwachtte ook dat Milo me zal achtervolgen. ‘I’m a heatseeker, and I – I don’t need no life preserver. I don’t need no one to hose me down – to hose me down!’


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    • Michelangelo " Milo " Vitorio Bianchi


    'Hetzelfde bij mij – mijn moeder houdt er niet van als ik deze muziek opzet, maar ik kan het wel de hele dag aanhoren. Hierdoor luister ik het vaak in mijn schuurtje. Eh – het schuurtje is waar ik regelmatig creatief bezig ben.'
          Glimlachend bedenk ik mezelf waarom ik een gedeelte van mijn moeder terug kon vinden in de blik van Camille – blijkbaar vonden ze het allebei geweldig om " creatief " bezig te zijn en zich daarbij af te sluiten van het overige gedeelte van de wereld. Alhoewel mijn moeder geen " schuurtje " had – was haar atelier wel verboden terrein voor me wanneer ze begon aan een nieuw werk. In mijn jonge jaren had ik uren staan bonken op de deur, smekend om binnen te komen zodat ik haar gedurende haar werk bezig kon zien – maar ze had nooit of te nimmer toegegeven, enkel en alleen omdat ze bang was uit haar concentratie te geraken en zo haar inspiratie compleet te verliezen.
          'Een kleine jongedame? Ik ben nog altijd groter dan mijn moeder met haar 165M. Trouwens… Jij hebt ook wel een goede muzieksmaak voor zo'n grote jongeman.'
    Mijn hersenen weigerden geen dienst op het moment dat Camille naar me toe was gestapt, op haar tenen was gaan staan en vervolgens licht tegen het puntje van mijn neus had getikt. Camille's gedrag leek op geen enkel ogenblik op het gedrag van de meisjes waar ik normaliter gesproken mee omging – waardoor ik geen flauw idee had op wat voor manier ik het zou moeten interpreteren. Alhoewel ik in mijn gedachten een lichte glimlach voelde groeien – besloot ik mijn blik af te wenden en haar mede te delen dat ik niet voor het idee rondom het opsplitsen was. Hopelijk besloot ze deze mededeling niet als kwetsend op te nemen – ik had simpelweg geen enkel idee hoe ik zou moeten reageren op een meisje dat zojuist op mijn neus had getikt. Was het normaal voor een jongen om haar terug te tikken, of om een ander lichamelijk contact te zoeken?
    Wanneer ik mijn blik op het donkere gedeelte van de gang achter Camille richt – merk ik echter de vage, menselijke schim op. Binnen enkele seconden sta ik daardoor met Camille in mijn handen – waarbij ik er voor heb gezorgd dat ik tussen haar en de schim sta. Inmiddels merk ik onze positie op – waarbij zij haar armen rondom mijn middel heeft geslagen – waardoor ik haar geschrokken los laat en haar mede deel waarom ik deze actie zojuist had uitgevoerd, waarbij ik ongemakkelijk een hand door mijn haren laat glijden.
          'Ja, ja. Als je me simpelweg een knuffel wilde geven, kon je dat gemakkelijk zeggen.' Alsof Camille had besloten haar woorden meer kracht bij te zetten – zette ze opnieuw een stap naar voren, gooide haar armen rondom mijn middel en liet vervolgens haar hoofd op mijn borstkast rusten. Enigszins geschrokken door haar plotselinge actie liet ik mijn handen zoeken over haar rug dwarrelen – bang om ze op een vaste plek neer te leggen. Ik durfde het contact echter ook niet zo maar te onderbreken – aan de ene kant dankzij het feit dat zij degene was die het contact was begonnen, maar aan de andere – verrassende – kant ook omdat ik het behoorlijk fijn bleek te vinden om haar armen rondom mijn middel te voelen. Alhoewel er inmiddels al een kleine minuut was verstreken, merkte ik in mijn buik op dat ik het niet fijn vond dat ze me los liet en vervolgens de gang in begon te lopen.
          'Dan beginnen we aan deze kant. Kom – ik zou niet willen dat ik alleen verdwaalde, dan eerder met de lieve Milo samen.'
    Verbijsterd en aan de stoffige grond genageld – kijk ik toe hoe Camille haar woorden af sluit met een knipoog en vervolgens de duisternis van de gang in begint te lopen, waar ze een gedeelte van de tekst van Heatseeker begint te neuriën.
    Inmiddels begon ik in mijn gedachten de harde, schreeuwende stem van Mush te horen – welke me joelend duidelijk probeerde te maken dat er zojuist met me geflirt werd. In mijn gehele tienerjaren was het verschillende aantallen voor gekomen dat er een meisje met me stond te flirten – maar dat ik niets door had, wat Mush me in latere tijden maar al te goed heeft ingewreven. Zelfs nu – op dit moment – kon ik hem in mijn gedachten horen lachen, terwijl hij obscene gebaren maakt richting Camillie, alsof ik gedwongen was om haar te " veroveren ".
          'You gotta keep that woman firing. You gotta keep that circuit clean. You gotta make her sound the siren. You gotta hear that lady scream.'
    Vreemd genoeg bewoog mijn lichaam zich automatisch achter Camille aan – terwijl ik zachtjes enkele regels van Heatseeker over mijn lippen laat rollen, aangespoord door haar zachte geneurie. Alhoewel het gehele lied fantastisch was, spraken deze regels me op de een of andere manier aan. Mush had me verschillende keer uitgelachen doordat ik het " verkeerd " zong – volgens hem moest ik meer " lust " leggen in de laatste zin, volgens hem sprak ik met te veel eerbied. Ik kon hem moeilijk tegen spreken – het stond vrijwel vast dat AC/DC een fantastisch leven heeft, waar vrouwen in en uit lopen. Ik kon het echter niet over mijn lippen krijgen om oneerbiedig te praten – helemaal niet omdat ik nooit of te nimmer een vrouw had horen schreeuwen, ten minste… niet op de manier waarnaar werd gerefereerd in het liedje.
    Met enkele grote stappen had ik Camillie ingehaald en besloot ik naast haar te gaan lopen – waarbij ik af en toe over mijn schouder keek om mezelf er van te verzekeren dat de schim was verdwenen, als er uberhaupt al een schim was geweest. Ik vond de plek waar we ons bevonden steeds minder worden, waardoor de drang om een uitgang te vinden steeds groter werd.
          'Je schildert,' laat ik plotseling over mijn lippen rollen – wat meer een constatering dan een vraag was. Vanaf het moment dat ik wakker was geworden in de donkere kamer tot nu, waren de lichte verf vegen op haar handen en een lichte op haar wang me niet ontgaan. Ik hoopte dat deze constatering het gesprek naar een andere kant zou leiden dan de " seks " vraag, alhoewel ik nog steeds nieuwsgierig was naar het feit waarom ze het uberhaupt wilde weten.
    Abrupt besloot ik om iets te versnellen en vervolgens voor Camille tot stilstand te komen, waarbij ik met gefronste wenkbrauwen naar beneden keek. Ik kon het niet hebben wanneer personen zo'n vragen stelden maar me niet lieten weten waarom. 'Als ik je zou mogen vragen – waarom stelde je die vraag net? Ik… vind het niet erg om toe te geven dat ik het nog nooit heb gedaan,' – weer een leugen – 'maar ik zou graag willen weten waarom het je zo interesseerde?' Mijn blik staat afwachtend op die van haar richt – waarbij ik op merk dat ik mezelf moet dwingen niet te lang naar haar ogen kijken, omdat mijn gedachten anders af beginnen te dwalen…

    [ bericht aangepast op 4 maart 2014 - 23:16 ]


    •