• House of Horror



    Tien jongeren, één huis.

    Wakker worden in een koud, oud huis is niet iets wat je gauw zou verwachten wanneer je de avond ervoor normaal naar bed bent gegaan. Vooral niet in een die ook nog eens in het bezit lijkt te zijn van een ziekelijk, gestoord persoon. Eenmaal binnen is er geen weg meer naar buiten, tenminste… Niet zomaar..

    Gedesoriënteerd word een groepje jongeren wakker in precies dat oude huis waarin niemand het zou willen. De muren kraken en de wind lijkt op sommige momenten wel langs het huis te gillen. De kamers zijn stoffig, ruiken muf en er hangt niet altijd een prettige sfeer in, vooral niet wanneer je er te lang bij stil gaat staan.
    Zodra ze één voor één door hebben dat er iets niet klopt, want hoe zijn ze tenslotte daar gekomen en wat doen ze er in hemelsnaam, gaan ze op onderzoek uit en komen ze al snel tot de conclusie dat ze niet alleen zijn. Dat iemand de controle heeft over bijna elk ding in huis.
    Gehuld in alleen de kleren die ze de avond ervoor al aanhadden, hebben ze verder niks bij zich. Gereedschappen, of wapens, zullen ze zelf moeten zoeken, en ook dat is maar schaars. Het kleine beetje eten wat er is kan alleen maar aangevuld worden wanneer ze het verdienen. De uiteindelijke hoofdprijs, is hun vrijheid.
    Om de dag word er een bericht achtergelaten waarin de meest gruwelijke opdrachten kunnen staan, willen ze overleven dan hebben ze geen andere keus dan het uit te voeren. Tenslotte is er maar één manier om ooit nog buiten het huis te komen, en de vraag is nog maar; hoe ver zou jij gaan om dat doel te bereiken?



    De jongens: Twee plekken vrij!
    -
    Michelangelo Vitorio Bianchi - Vandinha.
    Sentis Kingston - LyraPhoenix.
    -
    Dereck John Howard - Nephele


    De meisjes: Nog één plek vrij!
    Arely Moya Ginessa - Eavan.
    Alaska Zascha Petrova - Calorae.
    -
    Camille Faith Vargas - Cruella.
    Harley 'Storm' Crimson - Medousa



    Regels:


    - Ik wil geen one-liners. Posten met minimaal 300 woorden moet te doen zijn. Je kunt er namelijk zoveel mogelijk in verwerken. Denk aan; omgeving, gevoelens, etc.
    - Bij praten ooc zou het fijn zijn als je de teksten tussen de volgende tekens plaatst; []{}()
    - Graag geen Mary Sue’s en Gary Stu’s, elke personage heeft zijn minpunten en dus niemand is perfect.
    - 16+, schelden, vloeken, slaan, het is allemaal toegestaan maar hou het wel reëel.
    - Relaties onderling die vooraf zijn afgesproken mag, maar geef dit wel even aan. Let wel; liefde groeit! Je personage is dus niet na een uur al smoorverliefd op een andere personage.
    - Houd rekening met elkaar tijdens het posten en ga er geen sneltrein vaart inzetten. Wacht daarom minimaal twee posten voor je zelf weer een post plaatst. ( Dit kan later in de RPG eventueel nog veranderen. )
    - Ik wil geen spamtopic, hiervoor wordt eventueel een apart topic aangemaakt en anders kan dat ook onderling via PB/GB.
    - Een nieuw topic wordt alleen aangemaakt door mij, Eavan, of ik moet toestemming gegeven hebben aan iemand anders.
    - Naamsveranderingen graag doorgeven in het topic.
    - Bij het niet houden aan een van deze regels wordt je na een tweede waarschuwing direct uit het RPG gezet.
    - En dan natuurlijk last but not least; Have fun!



    Begin: Iedereen ligt alleen, of samen met één iemand, op een stoffige, muffe kamer en wordt nu langzaam wakker. De eerste opdracht laat nog even op zich wachten, maar daar hebben de personages natuurlijk totaal nog geen weet van. Tot die tijd hebben ze allemaal de tijd om bij te komen, de kamers/het huis te verkennen, en eventueel andere al iets te leren kennen.

    [ bericht aangepast op 14 maart 2014 - 9:17 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Camille Faith Vargas • 22 •


          Het ogenblik dat ik enkele stappen naar achter had genomen, blikte hij me verdwaasd en hevig geschrokken aan. Als al deze gevoelens nog niet genoeg waren, begon het schuldgevoel ook nog eens aan me te knagen. Zijn heldergroene poelen, verward van de situatie, drongen zich in die van mij, waardoor ik haast lastiger weg kon kijken – ik keek dan ook naar hem terug. Mijn vraag, die ik met een lichte angst in mijn hart, had gevraagd, wordt bevestigd door een langzaam geknik van zijn hoofd. Gelijk toen ik dit zag, wreef ik mijn lippen droevig op elkaar. Dit mocht niet gebeuren, dit goede gevoel wat ik daarnet had gehad, was niet voor altijd – het kon elk moment de grond weer in worden geboord. Daarom was het handig niet “verliefd” te raken op iemand; je hart zou immers toch nog worden gebroken.
          ‘Camille…’ fluisterde hij hees, waarna hij zijn beide handen door zijn warrige haren – waar ik net mijn vingers nog door had gehaald – haalde. Mijn wens van eerder leek opnieuw uitgekomen te zijn, maar dit was er één met een droevige tint eraan. Hoe hij daarnet mijn naam had uitgesproken, nog voor de kus, het zorgde ervoor dat het in mijn hoofd bleef zitten. Net zoals zijn hunkerende kreun, die niet bepaald meegeholpen had. De drang naar zijn lichaamswarmte was tot nog toe niet gestopt, en deze probeerde ik dus nog steeds te beteugelen – welke op het ene ogenblik meer leek te lukken dan het andere. Ik begreep ergens maar al te goed waarom ik op deze manier reageerde. Het beangstigde me dat ik hem pas net kende, dit gevoel al had en hij hierna zijn eigen weg zou gaan. Een beschamende gedachte kwam de kop op, welke ik snel weer wegdrukte – namelijk dat we hier samen nog wat langer bleven. Dit kon ik niet aan: ik moest hem weg drukken nu het nog enigszins kon. Nu zou hij waarschijnlijk boos op me zijn, maar later zou het me in dank afnemen. Als hij me al niet vergeten was.
          ‘Ik verspil hier niets – Ik open hier een wereld voor mezelf, een wereld die ik alleen met jou zou willen openen. Mocht jij me daarbij pijn doen – wat ik betwijfel – dan neem ik dat risico, Camille. Je weet niet wat je met me doet…’ Zijn gebroken ondertoon zorgde voor een koude rilling over mijn gehele lichaam, het schuldgevoel groeide en ik dwaalde mijn droevige poelen af richting de grond – waar ik het bebloede verfdoekje zag liggen. Ik kon hem zo niet aanzien, ik kon niet “normaal” naar hem kijken zonder dat ik het gevoel zou hebben me naar hem te begeven en me in zijn armen te gooien. Ik geloofde niet in de “liefde”, bleef ik mezelf toespreken, ook al had ik net de zoetheid van zijn zowat perfecte lippen mogen proeven – ook al had ik deze drang die jegens hem opwelde in mijn binnenste. De kus van daarnet was heel prettig, bijna “perfect” zelfs, al was dat een breed begrip – ik had me enkel nog niet helemaal gegeven, waardoor mijn nieuwsgierigheid ging naar hetgeen als ik me totaal had overgegeven.
          Je weet niet wat je met me doet… Zijn woorden dreunden in mijn hoofd na, het wilde niet stoppen en ik bevond mezelf in een soort waas waarin ik niet opmerkte wat ik allemaal deed. Zeg dit alsjeblieft niet, zeg het niet meer – dit heb ik veel te vaak gehoord, wat al een teken was dat het te laat was. Wellicht was dit niet meer te redden, en dan was het mijn schuld. Het was mijn schuld dat dit gebeurde en dat hij nu zo deed.
          ‘Je mag me niet weg drukken, niet nadat… Gewoon niet,’ mompelde hij zachtjes. ‘Alsjeblieft…’ fluisterde hij vervolgens zachtjes, waarbij hij zijn handen voorzichtig naar mij uitstak. Direct schudde ik echter mijn hoofd en schoof een paar kleine stappen verder van hem weg, meer de duistere gang in. De verschillende emoties hingen zwaar tussen ons in de lucht, ik had moeite met ze allemaal te verwerken. Het kippenvel stond alsnog op mijn armen, terwijl ik zeker wist dat mijn lichte poelen een kruising van liefde en paniek uitstraalden. In zo’n korte tijd hoorde ik helemaal niet zulke sterke gevoelens voor hem te hebben, het was niet goed en behalve de verlatingsangst drukte me dit eveneens op de borst.
          ‘Niet nadat wát precies – niet nadat we hebben gekust?’, stelde ik hem de vraag, enigszins hard, wel met een angstige ondertoon erin verworven. Ik probeerde de muur nogmaals om me heen te bouwen, iets anders wist ik niet wat te doen. ‘Dan wilde ik dat het niet gebeurd was,’ vervolgde ik daarop snel, al meende ik er geen moer van. De kus was niet te beschrijven… Ik boorde mijn ogen in die van hem, zonder ervan af te wijken. ‘Denk nou eens na: we kennen elkaar pas net, Milo – dit zijn geen echte gevoelens. Dit is alleen maar “wellust”, verder niets.’ De woorden die ik uitsprak deden me pijn, eerlijk waar, ik voelde steken door mijn hart gaan, alleen dit was voor het beste. Dat zou hij straks ook inzien. Na deze woorden zette ik nog een paar passen verder de hal in, achteruit gelopen dan. Zijn mooie hart wilde ik niet breken, het deed me enkel al pijn om erover na te denken, maar daarom moest ik dit uitvoeren – om dat te voorkomen.
          ‘We kunnen beter apart op zoek gaan naar de uitgang, laat me alsjeblieft met rust.’ Het ogenblik dat ik dit met een stalen gezicht vertelde, brak er iets in mij, wat ik echter niet liet merken. Daarna draaide ik me zo kalm mogelijk om en liep dezelfde richting uit die ik eerder was opgelopen, waarna ik aan het einde van de gang de hoek om liep. Toen ik daar alleen stond bleef ik kort staan en sloot mijn ogen, omdat ik al wist wat eraan zat te komen: namelijk tranen die in mijn poelen op zouden wellen. Voorzichtig legde ik mijn vingertoppen op mijn volle lippen, welke nog lichtelijk na tintelden van de liefdevolle kus daarstraks. Mijn lichaam draaide zich nogmaals om, zodat ik me weer naar hem kon begeven, maar ik kon dit in feite niet maken, dus sprak ik mezelf stevig toe simpelweg door te gaan. Daarom haalde ik mezelf bij elkaar en beende met stevige passen verder, tot ik echter bij dezelfde ruimte kwam waar enkel een kapot kastje stond.

    ••
          De deur sloeg met een klap dicht wanneer ik me, bij een vreemde drang, naar binnen begaf, waardoor ik geschrokken omkeek. Er stond niemand, niemand bij de deur en de gehele kamer was leeg. Toch beangstigde het me – wie had de deur dicht getrokken? Ik snelde naar de deur om mijn beide handen om de deurknop te krullen, maar het gaf geen centimeter mee. De pijn in mijn rechterhand, door de wonde, begon weer te kloppen. Kort vertrok mijn gezicht en ik beet hard op mijn lip om niet meer aan de angst toe te geven. Dit huis leek wel behekst, al de dingen die er gebeuren konden niet, tenzij iemand daadwerkelijk een ziek spelletje speelde.
          ‘Doe open!’ riep ik uit, terwijl ik aan hard aan de deur trok om het proberen te openen, wat nogmaals faalde. Ik stopte echter niet, gezien de angst scheen te groeien. ‘Laat me eruit!’ De sfeer in deze kamer begon duisterder te worden, erger dan voorheen – toen ik alleen met Milo was, had ik weinig gemerkt. Het was een deur die alleen van binnenuit op slot kon, en als ik het niet op slot had gedaan, vroeg ik me af wie dan wel. Vrees nam mijn gehele lichaam over en ik kon het niet laten om te denken dat dit mijn straf was, vanwege de manier hoe ik de lieve Milo had behandeld.
          ‘Cuando el corazón no le dice la verdad, el dolor dará la respuesta, Camille.’ Mijn hart stopte, voor enkele seconden in elk geval. Deze stem, ik herkende deze mannelijke toon die erin zat – het was die van mijn vader. Schokkerig schudde ik mijn hoofd, want hij kon het immers niet zijn: hij was een paar jaar geleden overleden. Niet enkel dit feitje beangstigde me, eveneens de woorden die hij in het Spaans vermeldde. Dit was namelijk iets dat hij me altijd op het hart drukte wanneer het wat minder met me ging, als advies. Het betekende: Wanneer je hart niet de waarheid verteld, zal de pijn antwoord geven. Ik merkte pas op dat er druppels over mijn wangen rolden toen ik me besefte waarom hij het zei – vanwege Milo. Maar… hij kon hier niet zijn, en hij kon dit niet vertellen… Was hij opnieuw tussen mijn oren gaan zitten, een hersenspinsel waar ik niet overheen kon komen? Het sjorren aan de deur was eveneens gestopt, maar ik durfde me niet om te draaien, voor het geval hij er werkelijk stond. Alhoewel ik wist dat het absoluut niet waar kon zijn. Toch bewoog ik me tergend langzaam om, stapje voor stapje, om daarna tot het besef te komen dat hij bij het kastje stond. Nou, hij zweefde meer. En hij leek niet meer op de vader hoe ik hem kende; hij had een bleke, zelfs ietwat blauwige huid en zijn ogen waren bloeddoorlopen – ik kon lichtelijk door zijn lichaam heen keken. Alleen hij was er, hij was er gewoon.
          ‘Vader, je…’ Ik schudde mijn hoofd, mijn heldere ogen waren vol met vrees, angst en verdriet vergroot. ‘Nee, dit kan niet echt zijn, je bent er niet.’ Mijn “vader” glimlachte op een manier dat het me enkel meer bang maakte, waardoor ik me direct weer omdraaide naar de deur en er hard op begon te rammen met mijn vuisten. De pijn die door mijn hand en arm schoot nam ik dan maar voor lief. Dit was het punt waarop ik, met een stem vol angst, voor Milo ging roepen – als het zwakke schaapje dat ik was.
          ‘Milo! Milo, doe open! Alsjeblieft…’ Het laatste woord was eerder smekend geroepen, alsof hij niet zou komen door wat ik had gedaan. Milo’s naam bleef ik voor enkele keren opnieuw roepen, maar mijn stem stierf op een gegeven moment af – ik kon niet meer. Er was een deel dat, zelfs mocht hij het horen, hij misschien niet zou komen… Ondertussen was de geest dichter naar me toegekomen, waardoor ik merkte dat mijn hart steeds harder ging kloppen en mijn oren begonnen te suizen. Hij was op een ogenblik te dichtbij, wat ik niet wilde, ik schoot hierom richting een hoekje van de kamer, vlakbij de deur. Hier zakte ik neer en hief mijn armen voor mijn gezicht zodat ik hem niet meer kon zien of horen, waarop ik me zachtjes heen en weer begon te wiegen.
          ‘Hij is er niet… Hij is er niet…’ bleef ik maar herhalen, terwijl ik mijn ogen voelde branden en het zout van mijn tranen op mijn lippen proefde.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Alaska Zascha Petrova
    |||


          'Je hebt mij nooit de betekenis uitgelegd van deze tattoo,' zei zijn stem terwijl ze zijn vinger toppen voelde op haar ontblote bovenrug. Zijn ogen stonden gebiologeert op de weg die zijn vingers volgde over de tattoo. Ze liet haar handen waarvan de nagels zwart gelakt waren, de losse uit eindes van haar bh op pakken en aan elkaar vast haken. Vervolgens deed ze haar zwarte shirt weer goed en draaide zich om naar haar vriend.
          'Dat komt doordat ik de betekenis niet weet,'
          Stilte. Het lied van Mayday Parade dat daarnet nog op stond was weggestorven en zo was ook het einde van de cd aangekomen. Wat de stilte doorboorde was het gespin geweest van de lapjeskat die binnenkwam door de deur. Ze sprong op het onopgemaakte bed waar Alaska en Tobias zaten. Haar staart die gesierd werd door de kleuren zwart en wit ging over Alaska's gezicht en lachte door de kat. Ze aaide achter de oor van de kat die op haar beurt ging zitten en haar dicht deed. Onderhand stond Tobias op en liep naar de speaker waar hij zijn mobiel op had gezet. De tonen van When I Grow Up drongen de kamer binnen en onbedoeld stond Alaska op en ging op het bed staan en sprong vervolgens in Tobias armen. De kat die niet het geveer van het bed waardeerde blaasde kwaad naar Alaska maar beide wisten ze dat als ze de volgende keer een vlees-stick mee nam het weer goed zou zijn. Tobias draaide rond om zijn as met haar in zijn armen. Langzaam liet hij haar zakken op zijn bed en zette het hoedje dat hij op zijn hoofd had op de hare. Ze lachde door het aanzicht van het haar onder de hoed en pakte de jongen bij zijn kraag en trok hem naar haar toe. Gedwee liet hij zijn lichaam op het bed zakken en sloeg zijn armen om de middel van de jonge vrouw die al snel in een diepe slaap was verloren.

          Ze voelde hoe gepor in haar zij kwam en liet een geïrriteerde zucht gevolgt door een klein lachje. Ze mompelde een aantal letters die een normaal woord zouden gevormd moeten hebben maar dat woord bestond niet in geen énkele taal. Ze opende haar ogen slaperig en keek toe hoe de contouren duidelijker werden. Maar inplaats van de rommelige kamer van Tobias te liggen lag Alaska op een ordinar tapijt die het woord tapijt niet eens verdiende. Haar ijsblauwe ogen werden groot en al snel voor een blik te hebben geworpen gaf Alaska een gil en draaide haar lichaam om met haar hand omhoog gehaald die vervolgens in het gezicht kwam van een jonge man. Met een maar al te duidelijke klap als je de pijn van de klap kon meten aan de hoeveelheid geluid een klap gaf. Haar ogen werden groot bij het zien van de jonge man. Haar gezicht was naar een geschokte blik gegaan en vervolgens had een bezorgde gevolgd.
          'Sorry, het was niet mijn bedoeling om je te slaan. Mijn gedachtes dachten, dat je een verkrachter of ontvoeder was want ik herriner mij niet dat ik deze kamer ben ingelopen... vrolijk,' zei ze de kamer observerend. Ze taste met 3 vingers naar de plek waar de pijl zat, die momenteel bedekt werdt door het zwarte stof van haar shirt. Als ze wist waar ze was had ze nog een grap gemaakt over dat ze misschien een hypothesis hadden moeten maken, maar door de situatie leek het niet het beste moment en zulke momenten waren voor Alaska zeldzaam. Ze stond op en keek bezorgd naar de jongen die ze uit zelf verdediging pijn had gedaan. En keek rond in de kamer. Met de vraag in haar hoofd waar ze was.

    •Crappy Post, hopelijk ligt het aan de jetlag en aan het feit dat ik er nog in moet komen•


    | 'Sorry for being awesome, losers,' Call had said before he blacked out. | The Iron Trial

    Mijn topics.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    •Dereck John Howard.

    Het was het brein wat zieke spelletjes met een persoon kon spelen. Het kon je beelden laten zien die er niet waren, nooit waren geweest, het kon je immense pijn laten voelen, je laten denken dat er iets gaande was met de mensen om je heen terwijl het in feite het tegenovergestelde bleek. Het was het belangrijkste orgaan wat je tot je beschikking had maar toch werkte het je soms tegen.
    Het gebonk aan de binnenkant van zijn schedel maakte dat hij dubbel zag als hij zich focuste op een bepaald aspect in de kamer.
    De stilte was in eerste instantie oorverdovend. Het was zo’n soort stilte waarin het eigenlijk niet echt stil was. Er was een soort geluid. Een ruis. Maar tegelijkertijd hoorde je niets.
    Voor de tweede keer nadat Dereck zijn ogen had geopend wierp hij een blik naar beneden. Het vrouwmens wat op het smerige tapijt lag te slapen leek niet zo makkelijk wakker te worden. Het was niet het vriendelijkste om te doen, maar het was de beste optie die hij had, vandaar dat hij nogmaals met zijn voet zacht tegen haar zij aan porde.
    Het was uit den boze om iemand te vertrouwen die aan je voeten lag. Hoe ironisch die gedachte ook wel niet mocht zijn. Ze zou een gevaar kunnen vormen, het zou een valstrik kunnen zijn.
    Hij boog zich iets meer naar voren. De verandering in haar ademhaling maakte hem duidelijk dat ze ditmaal wel vernomen had dat hij haar wat probeerde duidelijk te maken. Enkel had hij het zachte tinkelende geluid wat over haar lippen rolde niet verwacht.
    De spieren in Dereck zijn voorhoofd spanden zich in om een frons te creëren. Het was niet bepaald de reactie die je zou verwachten van een seriemoordenaar.
    De jonge vrouw leek eindelijk bij kennis. Hij was al van plan om zijn mond te openen, kalmerende woorden waren niet zijn sterkste punt maar een poging wagen was nooit mis. Helaas werd hij geremd in zijn actie door een zwevende hand.
    Klets
    Het geluid was harder dan het gevoel wat er bij vrij kwam. Een tel sperde Dereck zijn groene ogen open. Er waren veel reacties die hij had verwacht, maar het idee dat de persoon voor zijn neus totaal kon flippen was zijn mannelijke brein ontgaan.
    'Sorry, het was niet mijn bedoeling om je te slaan. Mijn gedachtes dachten, dat je een verkrachter of ontvoeder was want ik herinner mij niet dat ik deze kamer ben ingelopen... vrolijk,'
    Haar woorden deden hem zachtjes doen zuchten. Het was een waterval aan informatie die hij binnen enkele seconden moest verwerken. Maar hij begreep prima hoe ze zich voelde.
    ‘Het geluid was harder dan de werkelijke pijn. Al ben ik van mening dat het een rode plek zal vormen,’ knikte hij haar toe. Dereck was een ster in luchtig reageren op dergelijke gebeurtenissen. In haar ogen kon hij aflezen dat ze zich afvroeg waar ze wel niet was. Het was een mening die hij met haar deelde maar op het vraagstuk zelf kon hij geen antwoord geven.
    ‘Hoe we hier zijn beland is mij een raadsel..’ murmelde hij zachtjes voor zich uit. Dankzij de klap in zijn gezicht voelde hij een nog sterker drukkend gevoel achter zijn ogen, waardoor deze langzaam maar zeker de pijn niet meer konden verdragen.
    God. Hij zou een moord doen voor een aspirine.
    Een tel drukte hij met zijn vingers tegen zijn ogen aan voor hij op een snel tempo knipperde. Hem was altijd geleerd dat die truc de pijn enigszins kon verzachten.
    Zijn blik vond het figuur van de dame opnieuw en hij hield zijn hoofd iets scheef.
    Daar zat hij dan, op een versleten bed in een huis wat hem niet bekend was met een dame die hij nog nooit in heel zijn leven had gezien.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    • Michelangelo " Milo " Vitorio Bianchi


    Van het ene op het andere moment – wat slechts een aantal seconden bevatte – voelde ik de wereld om me heen in flinterdunne stukken uiteen vallen. Mijn ademhaling stokt in mijn keel en weigert opnieuw op gang te gaan, terwijl mijn hersenen plotseling opnieuw dienst weigeren bij het vormen van woorden. Camille had de toereiking van mijn handen compleet afgewezen: ze had licht met haar hoofd geschud en zette vervolgens enkele passen opzij. ‘Niet nadat wát precies – niet nadat we hebben gekust? Dan wilde ik dat het niet gebeurd was. Denk nou eens na: we kennen elkaar pas net, Milo – dit zijn geen echte gevoelens. Dit is alleen maar “ wellust “, verder niets. We kunnen beter apart op zoek gaan naar de uitgang, laat me alsjeblieft met rust.’
          ’Wacht.’ Mijn fluistering werd echter enkel en alleen enkele malen uitgesproken in mijn gedachten, maar weigerde over mijn lippen te rollen. Inmiddels kon ik alleen maar lijdzaam toe zien hoe Camille opnieuw de duistere gang in begon te lopen – mij alleen achterlatend tegen de koele muur, welke plotseling ijskoud tegen mijn rug bleek te drukken. Ik wilde huilen, smeken, schreeuwen – maar er kwam geen enkel geluid over mijn lippen. Zelfs mijn lichaam wil niet reageren wanneer ik verwoed tracht om mijn handen tot vuisten te ballen. Camille’s kille, harde woorden galmen verschillende keren na in mijn gedachten, alsof mijn hoofd weigert om ze los te laten en er verder niet meer over na te denken. Gelinkt aan de betekenis van haar woorden – voel ik een hevige pijnscheut naar mijn hart schieten, alsof er zojuist een flinke trap op was gegeven en er vervolgens nog eens op was gespuugd. Ik voelde me compleet gebroken en voor een kort moment schoot er door mijn gedachten dat dit hetgeen was waarvoor ze me had gewaarschuwd – ze zou me pijn gaan doen, ze had het zelf gezegd.
    Ik weigerde echter te geloven dat Camille ook maar een enkele vorm van de waarheid in haar woorden had gestopt. We waren allebei getuigen geweest van een kus die meer was dan “ leuk “ of “ lekker “ – hij was fenomenaal geweest. Echter… wie was ik om daarover een oordeel te vellen? Camille – niet ik – was degene met de ervaring en de ideeën over wat een “ goede “ kus was en niet alleen een kus voor de “ wellust “. Was mijn eerste kus – welke in mijn ogen fenomenaal was – dan daadwerkelijk een kus van wellust geweest? Was ik zo verblind door mijn gevoelens voor haar dat het me in zijn geheel was ontschoten?
          Inmiddels voel ik de ijskoude muur nog steeds tegen mijn rug drukken – wetend dat ik mijn lichaam met geen enkele mogelijkheid zou kunnen gaan bewegen. Binnen in mijn gedachten wist ik dat ik het geeneens erg zou vinden om hier nog enkele uren, of zelfs dagen, te blijven staan – niet nadat Camille me zojuist had achter gelaten en alleen verder was gegaan. Het vinden van een uitgang leek op dit moment zo onbenullig en nutteloos dat ik het achterin mijn gedachten schoof, achter een grote deur welke binnenkort nog niet geopend zou gaan worden. Wanneer ik enkele, gedempte bonken hoor welke ergens in het duistere huis worden geproduceerd, knipper ik uiteindelijk een aantal keren met mijn ogen – welke nog enigszins prikten van de tranen. Mush had al die tijd gelijk gehad: ik had geen enkele kans bij meisjes omdat ik gewoonweg altijd het verkeerde deed, waarom ik alleen zou eindigen en…
          ’Milo! Milo, doe open! Alsjeblieft… Milo!’ Alhoewel mijn lichaam enkele seconden geleden alle vorm van diensten had geweigerd – voel ik mijn benen automatisch in beweging komen en zie ik niet veel later de stoffige grond onder mijn voeten voorbij vliegen. De stem had smekend en hopeloos geklonken, een reden waardoor ik mijn instincten direct op voelde spelen – een grotere reden waardoor ik direct in actie was gekomen, was het feit dat het niet zo maar een stem was: het was de stem van Camille, en ze had me nodig. ‘Camille!’ Mijn stem was meer een dierlijk gebrul, terwijl ik langs verschillende deuren schiet en uiteindelijk tot stilstand kom bij degene waar achter ik Camille nogmaals mijn naam hoor roepen. Wanneer het vervolgens plotseling compleet stil lijkt te worden, gaat er een gigantische knop om in mijn gedachten – wanneer er iets met haar gebeurd zou zijn, zou ik mezelf dat nooit of te nimmer vergeven.
          ’Camille!’ Opnieuw een dierlijk gebrul, gevolgd door een stevige klap wanneer de onderkant van mijn schoen tegen de gesloten deur komt. ‘Camille!’ Alweer een dierlijk gebrul, gevolgd door alweer een stevige klap en het zachte gekraak van de bezwijkende deur. ‘Godverdomme!’ Mijn stem is geheel onherkenbaar in mijn eigen oren, maar de stevige klappen blijven voortduren – evenals het zachte gekraak. Wanneer er een harde, dierlijke grom als een vervormde schreeuw over mijn lippen rolt voel ik deur onder mijn voet bezwijken. Zonder verder ergens enige aandacht aan te besteden, trap ik de deur in zijn geheel uit zijn scharnieren – waardoor hij met een doffe klap op de grond valt en een wolk van stof op doet waaien in de kamer.
    ‘Camille!’ Inmiddels val ik door mijn gehaastheid vrijwel de kamer binnen, waar ik mijn blik rond laat schieten en haar uiteindelijk in het oog krijg – ineengedoken in een hoek vlakbij de deur. ‘Jezus – Camille,’ fluister ik dan zacht, wanneer ik merk dat ze compleet in haar eigen wereld verkeerd. Haar zachte, wiegende bewegingen worden afgewisseld door haar fluisterende stem welke continu “ hij is er niet… “ over haar lippen laat rollen.
          Voor enkele seconden sta ik mezelf toe een blik te werpen door de gehele kamer – waardoor ik tot mijn grote opluchting enkel en alleen een klein ladekastje zie staan. Mijn vest glijdt van mijn schouders wanneer ik op Camille af stap en vervolgens op mijn hurken naast haar ga zitten. Van de stoere, zelfverzekerde Camille leek geen enkel stukje meer over te zijn – het hoopje ellende dat op dit moment voor me zit is voor mij geheel onherkenbaar. ‘Alleen ik ben er, het is al goed – je bent veilig,’ fluister ik voorzichtig – waarna ik mijn vest over haar schouder sla en haar vervolgens als het bolletje dat ze is in mijn armen neem. Met enkel en alleen de gedachten dat ik haar uit deze kamer moet krijgen, stap ik over de resten van de deur en loop blind een geheel stuk de gang in – waar ik uiteindelijk langs een muur naar beneden glijd en Camille op mijn schoot laat zakken. Mijn angst dat ze het koud zal krijgen groeit wat wanneer ik haar voel rillen, waardoor ik mijn vest steviger om haar heen sla en zo een persoonlijk cocon voor haar creëer – waarna ik mijn gezicht in haar haren druk en zachte woorden begin te fluisteren.
          ’Je ben veilig, Camille – ik heb je, ik ga je niet meer loslaten ook. Het kan me niets schelen wat je zei, ik laat je niet meer gaan – knoop dat in je oren. Stil maar – ik heb je… Je bent veilig, dat beloof ik je. Niemand zal je wat doen, ik laat je niet meer alleen.’ Binnen in mijn onderbuik explodeert een gevoel van warmte – waardoor ik mijn armen strakker rondom Camille’s lichaam klem en uiteindelijk het harde feit binnen laat stromen: ik was verliefd, en hard ook.

    [ bericht aangepast op 11 maart 2014 - 14:35 ]


    Camille Faith Vargas • 22 •


          Er klonk een hard gebonk, iets dat eerder vanuit de verte scheen te komen dan vlakbij, maar in deze staat kon ik het alles behalve zeker weten. Mijn gedachtegang, en niet enkel dat, was volledig in beslag genomen door mijn vader. Ik had hem werkelijk gezien, hoewel ik mezelf bleef vertellen dat hij er niet was, want dat kon niet. Een naar gevoel in mijn buik zorgde ervoor dat ik me misselijk voelde, terwijl de tranen in mijn ogen bleven prikken. Tegelijkertijd was ik zo boos, woedend zelfs, op het feit dat hij ons in de steek had geleden, dat hij ons zo verraden heeft. Ondanks dat ik wist dat hij hier niets aan kon doen, het was nu eenmaal de dood, die om elk hoekje leek te schuilen – klaar om toe te slaan. Toen had het mijn vader meegenomen, zijn ziel had rust – alleen die van mijn moeder en mij waren gebroken. Ik hoorde haar nog steeds elke avond in slaap huilen, soms wat meer dan anders. Op dat punt brak mijn ziel steeds een stukje meer, terwijl ik dacht dat het niet mogelijk was. Dan nog de woorden die hij daarnet tegen mij uitsprak: was het een simpele, maar beangstigende, illusie geweest of een echte geest? Zorgde dit huis me zo op mijn zenuwen dat ik dingen ging zien of horen die er niet waren? Wanneer je hart niet de waarheid verteld, zal de pijn antwoord geven. Zou het een soort teken zijn? Zachtjes bewoog ik me tot nog toe heen en weer, terwijl ik diep nadacht over de woorden van mijn vader op dit specifieke moment. De koude lucht in de ruimte werd langzaamaan minder, al stond daar mijn hoofd momenteel niet naar. Alhoewel mijn lichaam trilde, kwam het niet bepaald daardoor. Ik wil gewoon iemand die me zegt dat mijn liefde veilig bij hem is, dat ik veilig bij hem ben, dat meent en bij me blijft – wat voor obstakels er ook zijn.
          ‘Alleen ik ben er, het is al goed – je bent veilig,’ fluisterde er een mannelijke stem voorzichtig, waarop ik opeens wat over mijn schouders voel gedrapeerd. Milo – hij was gekomen, hij had mijn geroep niet genegeerd en was ronduit gekomen. Hij… betekent dit dat hij niet boos op me is, of me verafschuwt? Het is vreemd, maar ik geloof zijn woorden en ik voel me er direct een stuk veiliger bij, alsof hij mijn bescherming was. Mijn hart, die eerder nog zo snel klopte, raakt langzaam opnieuw in het vertrouwde, rustige ritme als ik merk dat hij me in zijn armen neemt. Uitgeput van alle emoties, van het gehuil en dit nare huis, leg ik mijn hoofd tegen zijn borstkas. Mijn ogen zijn alsnog gesloten, maar nu hij me in zijn armen heeft, weet ik dat me niets meer kan overkomen, omdat hij bij me is – omdat ik hem vertrouw. Voor even geef ik dan eveneens toe aan dit serene gevoel die me tegelijkertijd warmte verschaft, zijn warmte, waarbij zijn geur mijn neus binnendringt. Een koude rilling glijdt er voor een laatste keer over mijn lichaam, meer vanwege het feit dat ik zo uitgeput ben. Het doet me tot nog toe pijn hoe ik tegen Milo deed, waardoor ik niet begreep dat hij alsnog zo lief voor me was, maar toen ik voelde hoe hij het vest steviger rond me heen deed, doorbrak het mijn gedachtegang. Ik open pas voorzichtig mijn ogen als hij zijn gezicht in mijn haren drukt en zachte woorden begint te fluisteren, waardoor ik alleen maar dichter tegen hem aan wilde knuffelen. Pas nu merk ik pas, bewust, op dat we niet meer in de kamer zaten en hij me ergens halverwege een gang had gebracht, waar ik op zijn schoot zat.
          ‘Je bent veilig, Camille – ik heb je, ik ga je niet meer loslaten ook. Het kan me niets schelen wat je zei, ik laat je niet meer gaan – knoop dat in je oren. Stil maar – ik heb je… je bent veilig, dat beloof ik je. Niemand zal je wat doen, ik laat je niet meer alleen.’ Hij klemt zijn armen strakker rond mijn lichaam, en een zachte zucht rolt er over mijn lippen. Ik geloofde zijn woorden direct. Het is zo warm in zijn armen, veilig, dat ik even niets meer wil zeggen dan zo te zitten. Alles wat er tot nu toe gebeurd was, scheen langzaam te vervagen, tot op dit punt dat het zo heerlijk warm was. Zelfs het aangename gevoel in mijn buik begon weer te groeien, eveneens de leegte bij mijn hart – wat ik nog nooit eerder had gevoeld. Traag til ik mijn hand, welke niet gewond was, op om deze naar zijn wang te begeven, zodat ik deze op een lieflijke manier zo duw dat ik hem in zijn ogen kan kijken. Onze gezichten waren vlakbij elkaar en ik verviel terug in de hypnose van zijn prachtige, felgroene kijkers.
          ‘Bedankt Milo, dat je me gered hebt,’ fluisterde ik zachtjes, een waterige glimlach op mijn volle lippen, terwijl mijn vingers over zijn wang streelden – vervolgens zijn kaak, kin en de randen van zijn lippen. ‘…ondanks wat ik daarstraks allemaal tegen je heb vermeldt.’ Mijn lippen begonnen plotseling te tintelen, alsof het nogmaals een teken was, dat ik hem (en zijn) aanrakingen miste. Dit keer besloot ik er zelf voor te zorgen, waardoor ik langzaamaan dichterbij kwam en voor een paar seconden mijn lippen liefdevol op die van hem plantte. Daarna keek ik hem weer aan met een klein glimlachje, om vervolgens mijn hoofd op zijn borstkas te leggen en mijn slanke vingers, van beide handen, over zijn ene blote arm streelden. ‘Milo, ik ben zo moe – kunnen we niet even blijven zitten?’ Hij had zijn vest aan mij gegeven, dus had hij nu enkel een shirt aan. ‘Het is fijn om je armen rondom mij te hebben.’ Mijn ogen begonnen lichtelijk te branden en ik voelde een hoofdpijn opkomen die ik kon vergelijken aan degene als je net gehuild zou hebben. Ik stelde mezelf de vraag of ik hem van mijn overleden vader zou vertellen, wat hij had verteld, maar ik besloot mijn mond nog even te houden. Misschien later.
          ‘Heb je het niet koud, trouwens?’ Het duurde even maar mijn heldere ogen begonnen zijn glans weer terug te krijgen, met een lichte schittering erin.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    (Ik ga zo wat reageren)


    Vampire + Servant = Servamp

    • Michelangelo " Milo " Vitorio Bianchi


    Wanneer Camille’s gespannen lichaam op mijn schoot langzaam maar zeker een ontspannen houding aan begint te nemen – voel ik een golf van opluchting door mijn eigen lichaam naar beneden trekken, enkel en alleen dankzij het gegeven dat Camille het op dit moment goed maakt en ze veilig en wel in mijn schoot zit. Enkele seconden later voel ik een warme, zachte en maar al te bekende hand op mijn wang terecht komen – welke hem zodanig op een lichte manier naar een bepaalde richting begint te sturen. Alhoewel ik diep van binnen zou willen dat ik mijn gezicht langer in haar haren zou kunnen drukken, word ik niet teleurgesteld wanneer mijn ogen zich uiteindelijk vast haken in het kristalblauwe paar van Camille. Ik kan niets anders doen dan een lichte glimlach rondom mijn mondhoeken omhoog te laten trekken – die ogen werden op een dag nog mijn dood, zo helder en van de meest prachtige kleur blauw.
          ’Bedankt Milo, dat je me gered hebt,’ Camille’s stem is niet meer dan een zachte fluistering, welke gepaard gaat met een waterige glimlach van haar kant. Inmiddels dwalen haar vingertoppen over mijn gezicht – mijn wang, mijn kaak, mijn kin en uiteindelijk worden eveneens de randen van mijn lippen beroerd. De plekken welke onder aanraking zijn geweest van Camille’s vingertoppen lijkt in een verzengende hitte op te gaan – opnieuw voel ik de elektrische schokken door mijn lichaam vliegen, om uiteindelijk bijeen te komen in mijn onderbuik. ‘…ondanks wat ik daarstraks allemaal tegen je heb vermeld.’ Mijn mond opent zich minimaal om opnieuw aan te geven dat ik haar woorden niet serieus had genomen, dat ik niet van plan was om haar ooit nog eens met rust te gaan laten – totdat ik haar volle lippen plotseling op de mijne gedrukt voelde worden. Geheel automatisch houd ik mijn adem in en klem mijn armen nogmaals strakker rondom haar lichaam – opnieuw leek de gehele wereld om me heen te verdwijnen en bestond de over gebleven wereld enkel en alleen uit Camille en haar volle lippen.
    Uiteindelijk is het opnieuw Camille welke de kus verbreekt – alsof ik het vermogen niet kan vinden om mijn lippen van de hare weg te houden, waar ik mezelf op dit moment best in kan vinden. Het kleine, lieve glimlachje wat ze me toewerpt is echter voldoende om me verder niet na te laten denken over het afbreken van de kus – haar glimlach kon daadwerkelijk hetzelfde in mijn lichaam teweeg brengen als haar lippen konden, waardoor ik nooit zou klagen. Mijn wang belandt als vanzelfsprekend op haar zachte haren wanneer ze haar hoofd tegen mijn borstkast laat leunen, als een vaste houding waar hij altijd zou moeten liggen. Nog steeds afgesloten van de wereld om ons heen en het duistere huis waar we ons in bevinden, concentreer ik me enkel en alleen op de bewegingen van haar vingertoppen op de blote huid van mijn armen.
          ’Milo, ik ben zo moe – kunnen we niet even blijven zitten? Het is fijn om je armen rondom mij te hebben.’ Gelijktijdig met het groeien van mijn voorheen al gigantische glimlach – voelde ik eveneens het warme gevoel in mijn onderbuik groeien. Camille vroeg me zojuist om te blijven zitten, op mijn schoot en ze vond het fijn om mijn armen om haar heen te hebben. In mijn gedachten knik ik op het gegeven dat ik hoogstwaarschijnlijk geen beter “ excuus “ voor haar eerdere woorden kon krijgen – ik had haar in ieder geval al dubbel en dwars vergeven.
    ‘We blijven net zo lang zitten, totdat jij je weer beter voelt – Camille,’ fluister ik zachtjes terug – terwijl ik zorgvuldig in de gaten blijf houden dat mijn armen strak rondom haar lichaam gewikkeld blijven zitten. Ik kon op dit moment niet riskeren dat ze de warmte van mijn armen zou moeten missen, niet nadat ze zojuist had aangegeven dat ze het fijn vond om mijn armen rondom haar te voelen.
          ‘Heb je het niet koud, trouwens?’ Enigszins verbaasd door haar vraag richt ik mijn blik kort omlaag naar haar gezicht – waardoor ik mijn eigen vest opnieuw rondom haar schouders zie hangen en vanuit mijn ooghoeken haar vingertoppen heen en weer zie glijden over de blote huid van mijn armen. Lieve, gekke Camille – ik zou op de Noordpool mijn vest nog aan haar afstaan om haar op die manier een warm en veilig gevoel te geven , laat staan in dit verdomde rot huis. ‘Zeg, als we eens afspreken dat jij op dit moment even alleen met jezelf rekening houdt? Geloof me, ik red me wel – daarnaast… geef jij me op dit moment genoeg warmte,’ grijns ik voorzichtig – verbaasd over de woorden die zojuist uit mijn eigen mond zijn gekomen. Milo, onervaren Milo, had zojuist tegen een meisje gezegd dat hij genoeg had aan haar warmte – Mush zou hoogstwaarschijnlijk in zijn handen klappen en de hele kroeg een rondje geven wanneer hij daar getuige van zou mogen zijn.
          Mijn wenkbrauwen glijden voor enkele seconden in een lichte frons wanneer ik me plotseling bedenk dat ik geen flauw idee heb wat er zojuist is gebeurd met Camille – waardoor ik mezelf wel voor mijn hoofd zou willen slaan omdat ik het niet aan haar had gevraagd. Echter, de manier waarop ze in de kamer ineen gedoken zat en continu “ hij is er niet… “ fluisterde hield me tegen de vraag over mijn lippen te laten rollen. Ik wist dat Camille het me zou vertellen wanneer het hoognodig was, maar op dit moment was het voor haar hoogstwaarschijnlijk beter om eerst even te bekomen van de schrik en haar emoties op een rijtje te krijgen. Mijn gevraag zou daarbij vast niet helpen, waardoor ik besloot het achterwege te laten en er verder niet op in te gaan.
    ‘Je ruikt lekker,’ mompel ik zachtjes – doordat haar geur plotseling door mijn neus in mijn gedachten begint te dringen. Opnieuw zie ik Mush in mijn hoofd een vreugdedansje maken, waardoor er geheel onbewust een zachte lach over mijn lippen rolt – waardoor ik mijn wangen direct knalrood voel worden. ‘Eh – Dat bedoelde ik niet grappig. Ik bedacht me even hoe Mush zou reageren wanneer ik met een meisje op mijn schoot zou zitten en haar een compliment gaf over haar geur,’ stamel ik dan snel. Nerveuze en onzekere Milo was weer terug – top, Mush, zelfs van een afstand kon hij me besturen.

    [ bericht aangepast op 11 maart 2014 - 14:35 ]


    Sentis Kingston
    Het gebonk van mijn grote teen was minder geworden en ik voelde zelf ook nog even aan mijn hoofd, of er door die raake klap tegen het plafond van de bezemkast niet een leuke bult zat, maar alles was op dit moment rustig.
    Ik wilde verder lopen als ik iemand Hallo hoorde roepen. Ik keek om me heen wie het gezegd zou hebben en kom erachter dat het een meisjedoor de gang liep.
    Ze blleef op een afstandje staan en wist dat ik geen bekende voor haar was. Een jongen van een rijk gezin kwam nooit in een van de buitenstraatjes. Dat hadden mijn ouders ooit verteld toen we per ongeluk met de auto door een van de straten in reden. Ze zei toen dat dit niet de wereld was waar ik mee moest bemoeien, maar ik had juist iets met die mensen. Soms sloop ik in de avond naar buiten. Totdat mijn vader het had ondekt, had ik een hele maand lang pianoles gehad. Rijk zijn was niet altijd fijn. Je miste het buitenleven. 'Weet jij waar we zijn?' vroeg ze en ik zag dat ze langzaam dichterbij kwam. Ik wist niets erop te zeggen, aangezien ik zelf ook niet wist wat er gebeurd zou zijn. 'Ik zou het zelf niet weten,' beantwoorde ik haar vraag. Ineens schoot er iets door mijn gedachte dwaalde. Ik zocht in mijn zakken naar de pillen die ik nam om mijn ADHD onder controle te houden. Ik probeerde kalm te blijven.
    'Hoe heet je?' vroeg ik haar met mijn allerbeste kalmerende stem. 'En heb jij misschien enig idee, wat hier aan de hand is?' vroeg ik haar dezelfde vraag wat ik haar hoorde stellen aan mijzelf. Ik zocht zelf nog eens verder naar mijn pillen, want eenmaal vergeten is een jongen die straks loopt te stuiteren door het huis.


    Vampire + Servant = Servamp

    Camille Faith Vargas • 22 •


          Wanneer ik mijn hoofd nogmaals tegen zijn borstkas aanlegde, merkte ik niet lang daarna op dat hij zijn hoofd op mijn goudbruine haarlokken legde, waardoor ik lichtelijk glimlachte. Het was goed zo: op ’t begin had ik mijn hoofd al op zijn borstkas gelegd, om zijn kalme hartslag te horen, een paar uur later zat ik zo met hem. Ik zou niet van hem weg kunnen blijven, dat wist ik wel. Hoezeer ik bespeurde dat in mijn binnenste een draad van verdriet nog ronddwaalde, realiseerde ik me eveneens dat het warmtegevoel van Milo dit zou laten verdwijnen. Babystapjes, Camille, babystapjes.
          ‘We blijven net zo lang zitten, totdat jij je weer beter voelt – Camille,’ fluisterde hij zachtjes terug, waarbij zijn armen gelukkig strak rondom mijn lichaam gewikkeld waren en hier bleven. Voor een klein moment dacht ik dat hij me los zou laten en verder naar de uitgang zou willen zoeken, omdat ik een “pain-in-the-butt” ben – wat ik de laatste tijd vaak van vrienden te horen heb gekregen. Zelfs een keer van mijn moeder, waardoor ik me af ging vragen of ik daadwerkelijk zo lastig was. Aan Milo vragen deed ik echter niet, dan zou hij me vast vreemd aankijken. Ik betwijfelde of hij überhaupt mijn gezichtsuitdrukking zou kunnen opmerken, maar het enige wat ik als antwoord gaf was een dankbare, warme glimlach op mijn lippen. Mijn vingers streelden al over zijn blote arm heen, hopend om het zo wat warmer voor hem te maken. Hij scheen echter verbaasd te zijn door mijn vraag of hij het niet koud had, gezien hij deze expressie vertoonde toen hij kort omlaag keek naar mijn gezicht.
          ‘Zeg, als we eens afspreken dat jij op dit moment even alleen met jezelf rekening houdt? Geloof me, ik red me wel – daarnaast… geef jij me op dit moment genoeg warmte,’ grijnsde hij redelijk voorzichtig. Het feit dat er een spoor van verwardheid in zijn mooie kijkers te zien waren, liet me lichtelijk grinniken. Ik schudde echter al snel mijn hoofd zachtjes, om aan te geven dat ik het ergens niet mee eens was.
          ‘Nee, ik houd liever rekening met anderen – in het bijzonder met jou Milo,’ glimlachte ik al wat breder, waarbij ik hem – net zoals eerder – op zijn neus tikte met mijn wijsvinger. ‘En bovendien…’ fluisterde ik mysterieus, terwijl ik hem aan bleef kijken en zo ging zitten dat een been aan weerszijden van zijn lichaam waren. Mijn handen, die ik ondertussen op allebei zijn licht-getinte armen had gelegd, liet ik naar boven glijden totdat ze bij zijn schouders lagen, en uiteindelijk in zijn nek bleven liggen. ‘Ik weel wel een andere manier om je genoeg warmte te geven,’ vervolgde ik, waarbij ik mijn heldere kristalblauwe poelen in die van hem boorden – die al snel een ondeugende glinstering kregen. Geleidelijk aan liet ik mijn lippen over zijn kaak jegens zijn oor dwalen, waar ik zoetjes in fluisterde: ‘Maar dan zou je het denk ik al helemaal besterven.’ Al snel keek ik hem weer aan in zijn ogen en glimlachte alsof er niets gebeurd was. ‘Dus laten we dat maar niet doen.’ Bovendien was ik nog altijd van mening dat er een beter "specialer" meisje rondliep voor hem, ergens - al vermeldde ik dat er niet bij. Hij zou me waarschijnlijk toch enkel maar tegen probeerde te praten.
          Hij mompelde hierna dat ik lekker rook, waardoor er een lichte zweem van een glimlach op mijn lippen kwam, die veranderd in een verwarde gelaatsexpressie het ogenblik dat er opeens een zachte lach over zijn lippen rolde. Het is dan wel weer aandoenlijk hoe zijn wangen direct knalrood worden. ‘Eh – Dat bedoelde ik niet grappig. Ik bedacht me even hoe Mush zou reageren wanneer ik met een meisje op mijn schoot zou zitten en haar een compliment gaf over haar geur,’ stamelde hij haastig. Als ik dit te horen krijg, kan ik het niet onderdrukken om eveneens een lach over mijn lippen te laten rollen, aangezien ik nu dus weet dat Milo nogal verlegen is qua de vrouwen. Al kon ik alsnog niet begrijpen hoe hij voor mij zo’n mysterie soms nog was, want ik vroeg me tot nog toe af hoe het er in zijn gedachtegang aan toe ging.
          ‘Enlighten me – hoe zou hij dan reageren?’ stelde ik hem de vraag met een vermakelijke ondertoon erin verworven, waarbij ik mijn hoofd iets kantelde en hem nieuwsgierig aankeek. ‘Bedankt overigens, jij ruikt ook lekker – naar…’ Voor luttele seconden was er een nadenkende blik op mijn gezicht te zien en kwam ik echter opnieuw dichter naar hem toe, om aan zijn nek te ruiken. ‘Naar verf…’ besloot ik, enigszins confuus – wat me op twee dingen stelde: Verfde hij? En, waar was het doekje gebleven? Ik besloot allereerst voor het doekje te gaan zoeken, wellicht dat hij het in zijn vestzakken had gestoken – hierdoor stak ik eerst mijn armen door de mouwen. Het vest was, vanzelfsprekend, te groot voor me, waardoor ik er enigszins in verzoop, maar ik vond het wel fijn zitten.
          ‘Waar is het verfdoekje?’ prevelde ik zachtjes. Ik stak mijn handen in de zakken, maar terwijl ik dacht dat ik het had gevonden – omdat ik een stof voelde – bleek het een pet te zijn. Met een brede glimlach zette ik deze op mijn hoofd. ‘En, hoe staat me jouw geweldige pet?’

    [ bericht aangepast op 9 maart 2014 - 20:45 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Harley 'Storm' Crimson.

    Dit moet een grap zijn. Dit moet een fucking grap zijn dat ik hier ben. Godverdomme, Devon is weer eens bezig geweest. Echt, als ik hem in mijn handen krijg is hij nog niet jarig – denk ik, terwijl ik mezelf van het vieze, oude bed help. Waarvoor is dit eigenlijk nodig? Wat is dit voor zieke grap? Ik liet een schampere lach met dat ik kort de kamer rond blikte.
    Lekker luguber, gozer, maar hier heb ik geen zin in én geen tijd voor. Ik liep naar de deur om die te openen, maar die kraakte al vanzelf open voor ik er kon komen. Zucht, natuurlijk. Heel scary allemaal hoor.
          De kamer zelf was niet zo heel bijzonder. Het was duidelijk dat het hier al voor jaren leeg stond en ik vond het meer een plek voor hobo's om er enkel te overnachten. Toen legde ik de link waarom ik hier lag. Weer zuchtte ik, dit keer geïrriteerd. Ugh, waarom ook niet? Ik lach me kapot, Devon. Alleen maar omdat ik gisteren zo wasted was dat ik er niet helemaal bij was en voor de grap op de grond ging liggen bij een zwerver, betekend nog niet dat ik er eentje ben, klootzak. Ik schopte tegen een stuk afgevallen beton, dat tegen de muur aan belandde en een lichte stofwolk op liet komen.
          Mijn handen gleden in mijn broekzakken, maar ik voelde niets. Geen telefoon. Mijn mondhoeken gingen nog meer naar beneden en mijn wenkbrauwen fronsten bezorgd. Die heeft hij toch niet gejat hé?
    Ik schreeuwde – in de hoop dat Devon ergens in een hoekje zich aan het verstoppen was en mij hoorde. “Godverdomme, fucking Devon! Ik krijg je wel! Ik draai je fucking nek om!”
    Boos liep ik de kamer uit, zonder de deur dicht te doen. Er lag niks bijzonders in de kamer, dus niks om mee te nemen. Ik zorg ervoor dat ik the hack er zo snel mogelijk uit ben.

    [ bericht aangepast op 11 maart 2014 - 1:53 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    • Michelangelo " Milo " Vitorio Bianchi


    ’Nee, ik houd liever rekening met anderen – in het bijzonder met jou, Milo. En bovendien… Ik weet wel een andere manier om je genoeg warmte te geven.’
          Voor een aantal seconden zweer ik dat mijn lichaam het van schaamte zou gaan begeven – wat wordt vertienvoudigd wanneer Camille zo plaats neemt om mijn schoot dat haar benen aan weerszijden van mijn lichaam gepositioneerd zijn. Ik merk voor een kort moment op dat er naast het warme gevoel in mijn onderboek – er een nieuw, eveneens onbekend gevoel bij is gekomen: een gevoel dat ik voorheen enkel en alleen kreeg wanneer Mush een van zijn honderden “ dirty “ dvd’s opzette aan het begin van een trip. Voor enkele seconden sta ik mezelf toe Camille in de setting van zo’n dvd te zien – waardoor mijn gezicht zo mogelijk nog roder wordt en ik mezelf er toe dwing om me te concentreren op het hier en nu.
    Wanneer ik haar zachte lippen over mijn kaak voel dwalen, merk ik op dat het steeds moeilijker is om Camille niet in de setting van zo’n dvd te plaatsen – waardoor het gevoel in mijn onderbuik langzamerhand steeds groter begint te worden. De lichte streling van haar lippen – welke inmiddels zijn aangekomen bij mijn oor – schiet elektrische signalen af naar mijn onderbuik, van waar ze zich verder verspreiden naar de andere delen van mijn lichaam. Wanneer ik plotseling een kleine beweging onder het kruis van mijn broek voel, schieten mijn ogen kort open en dwing ik mezelf alle beelden naar de achtergrond te schuiven en de lichte druk tegen mijn broekband compleet te gaan negeren. Alhoewel ik genoot van de lichte strelingen van Camille – hoopte ik op dit moment dat het vrijwel over zou zijn. De gedachten dat zij degene was met de ervaring (en dan niet met de onervaren “ jongetjes “ die na een simpele aanraking al start klaar stonden) maakten het gemakkelijker om de gevoelens in mijn onderbuik en de beweging in mijn broek enigszins in te tomen.
          ’Maar dan zou je het denk ik al helemaal besterven. Dus, laten we dat maar niet doen.’ Enigszins opgelucht zie ik dat ik het oogcontact met Camille weer kan herstellen en ik voor een klein moment buiten het bereik van haar – heerlijke – lippen ben. Nadat ik langzaam mijn ademhaling over mijn lippen heb laten rollen (mede van de ingehouden spanning), mompel ik zacht wat over haar geur – welke me al vanaf het moment dat ik wakker werd in de ban hield. Wanneer ik mezelf plotseling bedenk hoe dit in godsnaam wel niet moet klinken voor haar – laat ik er snel achteraan volgen dat ik moet denken aan de reactie van Mush, wanneer hij ons op deze manier zag zitten en haar zo’n verschrikkelijk compliment gaf.
          Mijn lach wordt enigszins verlengd wanneer Camille eveneens een zachte lach over haar lippen laat rollen – waardoor mijn eigen “ binnenpretje “ ineens een grap werd welke tussen ons beiden werd gedeeld. ‘Enlighten me – hoe zou hij dan reageren? Bedankt overigens, jij ruikt ook lekker – naar… verf.’ Zowel de gevoelens van warmte in mijn onderbuik als de minimale beweging in mijn broek waren beiden opnieuw op gang gekomen op het moment dat Camille naar voren had gebogen om mijn geur te bepalen. Inmiddels moest mijn gezicht vuurrood zijn – waardoor ik ongemakkelijk zocht naar woorden om aan te duiden wat de reactie van Mush zou zijn op het complete gebeuren, een beeld dat inmiddels onbelangrijk leek.
    ‘Hoogstwaarschijnlijk zou hij was obscene gebaren maken en me enorm aan staan moedigen, waarna…’ Wanneer ik merk dat Camille een voorwerp lijkt te zoeken – laat ik mijn “ verhaal “ voor een moment stil vallen en kijk haar met een ietwat gekanteld hoofd aan. Inmiddels had ze haar handen in de zakken van mijn vest gestoken (wat haar verdomd goed stond) en hoorde ik haar zachtjes “ waar is het verfdoekje “ prevelen. Knipperend met mijn ogen bedenk ik me vervolgens dat ik zelf ook geen flauw idee heb waar het doekje in hemelsnaam was gebleven. Hoogstwaarschijnlijk is het uit onze aandacht ontsnapt tijdens de fantastische, allereerste kus van mijn leven – waardoor er een lichte grijns rondom mijn mondhoeken komt te liggen.
          ’En, hoe staat me jouw geweldige pet?’ Verbaasd richt ik mijn blik – welke voor een kort moment geheel gericht was op het herhalen van de kus – op het gezicht van Camille, welke inmiddels mijn pet op haar haren had gezet. Voor een kort moment zakt mijn mond een stukje open en weet ik niets uit te brengen. Ik had verschillende meiden mijn pet zien dragen, of andere kledingstukken welke tot mij toebehoorden – maar geen enkele kreeg het voor elkaar om er uit te zien als Camille op dit moment deed. Met mijn veel te grote vest en de iets te grote pet keek ze me met haar gebruikelijke pretogen aan, waardoor er een zachte maar nerveuze grinnik over mijn lippen rolt. Wat kon ik haar in godsnaam zeggen? “ Wauw Camille, je ziet er fantastisch uit – laten we trouwen “ leek me iets te veel van het goede op dit moment. Daarnaast, het waren enkel kledingstukken… Alhoewel ik het voor geen seconde uit mijn hoofd kreeg dat ze er zo speels en fantastisch uit zag, waardoor ik het verlangen in mijn onderbuik opnieuw voel groeien.
          Voorzichtig plaats ik mijn beide handen in haar nek – voel haar haren tegen mijn vingers aan kriebelen en haar lichte hartslag tegen de palm van mijn handen drukken. Alsof ze van breekbaar porselein is – druk ik vervolgens mijn lippen zacht op de hare. Ik laat de kleine kus echter niet langer dan een simpele seconde duren, bang voor het gegeven dat ik mezelf compleet zou verliezen en haar half aan zou vallen gedurende de kus. ‘Je ziet er fantastisch uit – alhoewel je dat ook al deed zonder die pet,’ glimlach ik dan voorzichtig, waarna ik mijn handen langzaam uit haar nek laat glijden. Uiteindelijk laat ik mijn handen de handen van Camille vast nemen, waardoor ze geheel uit de buurt zijn verdwenen van mijn kruis – waar een steeds grotere druk tegen mijn broekband duwt. Voor even kauw ik kort met mijn tanden op de binnenkant van mijn wang. Ik zou voor geen goud willen dat Camille in de gaten kreeg waar ik op dit moment “ last “ van had, iets beschamender zou ik hoogstwaarschijnlijk niet kunnen verzinnen. Haar van mijn schoot af zetten was echter geen optie, omdat ze niet alleen had aangegeven dat ze wilde blijven zitten maar ook omdat ik haar aanwezigheid zo op dit moment nog niet kon missen.
    ‘Voel je jezelf alweer wat beter?’ mompel ik daarom maar zachtjes, terwijl ik in mijn gedachten hard bezig ben om mijn gehele lichaam weer onder controle te krijgen. Ik kijk haar met een bezorgde uitdrukking aan, terwijl ik haar handen voorzichtig streel met de mijne en ze nog steeds uit de buurt van mijn kruis houd. ‘Je ziet niet meer zo wit,’ glimlach ik er dan achteraan – waarbij de opluchting in mijn stem duidelijk merkbaar is.

    [ bericht aangepast op 13 maart 2014 - 19:08 ]


    Camille Faith Vargas • 22 •


          ‘Hoogstwaarschijnlijk zou hij wat obscene gebaren maken en me enorm aan staan moedigen, waarna…’ was hij begonnen, wat wel bij me binnenkwam, maar ik was ondertussen alweer bezig met het zoeken naar het verfdoekje. Ik had zijn vest aangedaan, waardoor ik niets opmerkte van wat er bij hem afspeelde – zowel als gevoelens als lichamelijke activiteiten. Wanneer ik hem echter vroeg hoe zijn pet mij stond, merkte ik een lichte grijns om zijn mondhoeken, wat al snel enigszins verbaasd werd. Mijn ogen vernauwden ik kort, gezien ik al redelijk nieuwsgierig van mezelf was en ik zodoende wilde weten waar hij aan dacht. Dit verban ik echter al snel richting de achtergrond als ik grinnikend opmerk hoe zijn mond een klein stukje open was gezakte. Een redelijk zachte, nerveuze grinnik rolde er over zijn lippen heen – iet wat ik, naar waarheid, wel aandoenlijk vond.
          De volgende reactie had ik overigens niet verwacht van hem, hij plaatste namelijk beide handen in mijn nek, waarop hij zijn – o zo perfecte – lippen op die van mij drukte. Voor luttele seconden probeerde ik na te denken waar we het hiervoor over gehad hadden, wat leek te falen doordat alles in mijn binnenste opgeslokt was door Milo. Zelfs mijn gedachtegang was al buiten dienst dankzij dit. Net op het ogenblik dat ik had willen reageren door zijn lippen te beroeren, stopte hij, waardoor ik – als een volslagen idioot – mijn lippen nog enigszins smachtend getuit had. Wat voelde ik me een imbeciel – meestal hoorden jongens dit bij mij te doen, ik kan me zelfs niet herinneren dat ik dit zo duidelijk had laten merken naar enig jongeman. Milo was anders, dat was nu wel zeker. Ryan was hier niets bij. Het pruillipje van het missen nam plaats op mijn lippen, waarop ik toch een lichte glimlach liet.
          ‘Je ziet er fantastisch uit – alhoewel je dat ook al deed zonder die pet,’ glimlachte hij, waarbij zijn handen uit mijn nek glijden en zo zijn warmte meenamen. Direct rolde er dan eveneens een koude rilling over mijn ruggengraat heen, waarbij ik mijn handen kort over mijn armen liet strijken. Zodra deze voorbij was, plaatste ik mijn handen echter op zijn onderlichaam en stootte een warmhartige lach uit.
          ‘Dat is waar,’ beaamde ik met een licht grijnsje op mijn lippen, waarop ik de pet vast pakte en deze op zijn warrige haren plaatste. ‘Bij jou staat de pet aantrekkelijker, Milo.’ Beëindigde ik met een knipoog. Het duurde niet lang of hij had mijn handen vast gepakt en direct straalde zijn warmte op mij over. Een aangenaam gevoel nam in mijn binnenste plaats, waarbij een kleine zucht over mijn lippen rolde.
          ‘Voel je jezelf alweer wat beter?’ prevelde hij – een bezorgde uitdrukking mocht niet bij hem missen. Toen hij echter mijn handen met de zijne streelden, kwamen er aangename tintelingen en voelde ik een licht schokje door mijn lijf schieten. ‘Je ziet niet meer zo wit,’ vermeldde hij met een glimlachje wat enkel hij kon doen – en waar ik bijna van moest smelten. Door zijn vraag herinner ik me echter wat er was gebeurd, iets wat ik bijna vergeten was, maar desondanks opgerakeld was. De lieflijke glimlach op mijn gezicht nam af, waardoor er op een punt niets meer dan droefheid te zien was. Ik liet mijn gezicht iets verdrietig hangen, terwijl ik mijn heldere poelen sloot aangezien ik enkele tranen opnieuw voelde opwellen. De streling over mijn handen was merkbaar, alleen scheen voor mij af te nemen doordat mijn vader – in gedachten – nogmaals in beeld kwam. Hoe naar dit huis ook was, ik weet zeker dat ik mijn vader plusminus een kwartier geleden gezien had. Wat me tegelijkertijd afvroeg hoe Milo me uit die ruimte had gekregen: ik was immers zo erg verloren geraakt dat ik enkel de klappen nog vaag gehoord had. Onbewust was mijn hart wat sneller gaan kloppen en huiverde ik meermaals door daarnet.
          ‘Milo…’ kwam er zacht vragend over mijn lippen gerold, waarop ik langzaamaan mijn ogen in die van hem liet boren – er zat een onzekere glans in. Allemaal doordat dit onderwerp opgerakeld was, ik was nog altijd boos en verdrietig op mijn vader. Hij had ons in de steek gelaten, maar ik hield van hem en ik had niets anders dan altijd het beste voor hem gehoopt. ‘Daarstraks, toen ik je afwees,’ rolde er nog zachter over mijn lippen, waarbij ik mijn hoofd weer afwendde. ‘Wat – hm, hoe voelde je, je toen? Deed je… hart pijn?’ Ik was bang dat door de vraag die ik had gesteld hij me vreemd zou vinden en me ook zo aan zou kijken, alsof hij mij van alles de schuld zou geven en mij ongelooflijk afkeurde. Enerzijds zou ik dat vast wel verdiend hebben, anderzijds beviel een angst mij die dicht in de buurt kwam van wat ik had gevoeld bij de dood van mijn vader: ik was bang Milo te verliezen. Hierom viel ik tegen hem aan, duwde mezelf zo dicht tegen hem aan dat het leek alsof ik in hem zou verdwijnen – hierbij schuurde mijn onderlichaam tegen het zijne en een tinteling schoot door mijn lijf. Er ontsnapte een verlangende zucht uit mijn mond, terwijl ik half mijn heldere poelen sloot. Desondanks bleef het verdriet in mijn lichaam huizen, maar hoewel ik dit bleef voelen – voelde ik ook wat anders, en dat kwam niet van mij af. Het was Milo.
          ‘Wat…’ murmelde ik zachtjes, waarop het me al te binnen schoot – in zijn broek was een verheffing bezig. Zodra ik dit door had, lachte ik voor luttele seconden met een vermakelijke ondertoon. Al snel legde ik mijn armen om zijn nek en besloot het verdriet om mijn vader zo goed mogelijk op een laag pitje te zetten, deze situatie met Milo hielp daar in elk geval wel bij. ‘Weet je waardoor dit gaande is in je broek, Milo?’ Een uitdagende grijns speelde er op mijn lippen, een speelse schittering in mijn helderblauwe ogen die ik in zijn felgroene poelen had geboord. Langzaamaan liet ik één enkele hand over zijn schouder naar beneden glijden, over zijn borstkas tot het zijn onderlichaam bereikte. Verleidelijk beet ik even op mijn onderlip, terwijl ik het erop waagde en mijn hand een moment lang over zijn broek bij de bobbel wreef. ‘Dat komt doordat je me aantrekkelijk vindt en charmant…’


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    • Michelangelo " Milo " Vitorio Bianchi


    ’Dat is waar,’ hoor ik Camille met een lichte grijns zeggen, waarna ze mijn pet op mijn eigen hoofd plaatst. ‘Bij jou staat de pet aantrekkelijker, Milo.’ Mijn wangen worden opnieuw een tint roder wanneer ze me een knipoog geeft, waardoor ik word herinnerd aan de lichte druk tegen mijn broekrand en direct Camille’s handen in de mijne neem. Als een wanhopige poging om mijn gedachten in goede banen te leiden prevel ik een vraag over haar gesteldheid en streel ondertussen licht over haar zachte handen, welke het warme gevoel in mijn onderbuik enkel en alleen maar groter lijkt te maken.
    Binnen het korte moment dat ik de woorden over mijn lippen laat rollen en de gezichtsuitdrukking op Camille’s gezicht overduidelijk zie veranderen – heb ik ontzettend veel spijt van mijn vraag, aangezien Camille er nog steeds ontzettend veel moeite mee lijkt te hebben. Voor enkele seconden wordt mijn belangstelling voor de gehele gebeurtenis in de verlaten kamer enkel en alleen groter, ondanks ik het niet expliciet aan Camille wil gaan vragen. Wanneer ik zie dat Camille haar ogen voorzichtig dicht laat zakken begin ik weer hard op de binnenkant van mijn wang te bijten – ik had de gehele gebeurtenis onderschat en daar moest ik nu de gevolgen van onder ogen komen. Hoe kon ik zo stom zijn om deze pijn bij Camille op te halen alsof het niets was? Ik had haar immers zelfstandig uit de verlaten kamer gehaald en gezien hoe aangedaan ze was.
          ’Milo… Daarstraks, toen ik je afwees. Wat – hm, hoe voelde je je toen? Deed je… hart pijn?’ Mijn opluchting over het gegeven dat ik opnieuw in Camille’s kristalblauwe ogen mocht kijken was als sneeuw voor de zon verdwenen bij het horen van haar vraag. Voor een kort moment werd ik terug geslingerd naar het moment waarop mijn hart binnen enkele seconden gebroken leek te worden – maar bijeen werd gehouden door de hoop dat Camille’s woorden onwaar bleken te zijn. ‘Niet alleen mijn hart,’ begin ik uiteindelijk zachtjes te fluisteren omdat ik eerlijk wil zijn over mijn gevoelens tegenover Camille. ‘Alsof mijn gehele lichaam uiteen leek te vallen, maar bijeen werd gehouden door de kleine hoop dat je het allemaal niet meende,’laat ik er dan zachter achteraan volgen. Wanneer ik mijn mond open om mijn verhaal verder te zetten, laat Camille zich plotseling tegen me aan vallen en zuig ik mijn adem wild naar binnen – haar onderlichaam had over het mijne geschuurd en de lichte druk die in mijn broek uitgeoefend werd enkel en alleen maar werd verhevigd.
          ’Wat…’ Mijn ogen worden ongeveer tweemaal zo groot wanneer ik Camille plotseling verwonderd hoor mompelen en vervolgens een zachte lach over haar lippen laat rollen. Het geluid van haar zachte lach is het teken voor mij om door de grond te willen zakken – mijn hoofd wordt vuurrood en ik kijk vol schaamte naar het plafond. Dit gebeurde vast niet echt, ik zou wakker worden en gewoon in mijn eigen bed liggen – dat kon haast niet anders. Het ging me niet gebeuren dat mijn verlangens me hadden verraden wanneer er voor de allereerste keer een meisje dat ik daadwerkelijk leuk vond op mijn schoot zat.
    ’Weet je waardoor dit gaande is in je broek, Milo?’ Wanneer ik mezelf enigszins bijeen heb geraapt, richt ik mijn blik opnieuw op het gezicht van Camille – waar een uitdagende grijns op leek te liggen. Direct kwam mijn gevoel van schaamte en vernedering weer omhoog – waardoor ik het allerliefst mijn blik weer op heb plafond had gericht, wat nu echter tegen werd gehouden door het gevoel van Camille’s hand die over mijn lichaam naar beneden glijdt. ‘Dat komt doordat je me aantrekkelijk vindt en charmant…’
          Van het ene op het andere moment beginnen mijn hersenen weer op volle snelheid te draaien en krijg ik opnieuw de controle over mijn eigen gedachten. Alhoewel ik mijn best doe, kan ik een lichte kreun met geen enkele mogelijkheid tegenhouden – waarna ik snel probeer te handelen door mijn handen rondom Camille’s polsen klem en ze strak tegen haar bovenbenen druk. Inmiddels merk ik op dat mijn ademhaling ontzettend gejaagd gaat en de druk tegen mijn broekrand tegen de rand van onuitstaanbaar is gekomen. Met een gejaagde blik in mijn ogen kijk ik voor een kort moment naar de handen van Camille, waarna ik hem opnieuw op haar gezicht laat landen. Alhoewel er verschillende emoties en gevoelens in mijn ogen worden weerspiegeld – overheerst op dit moment een onbekende angst, een angst voor het onbekende. Ik weiger de druk op Camille’s polsen af te laten nemen, bang dat ze opnieuw mijn gedachten compleet gek lijkt te maken.
          ’N – Nee, Camille, alsjeblieft… Niet doen,’ stamel ik kort en onduidelijk – waarbij ik voor een kort moment twijfel aan mijn eigen woorden. Wilde ik dit daadwerkelijk niet? Nog geen minuten geleden had ik Camille voorgesteld als een meisje in een van de dirty dvd’s van Mush – maar wanneer ze haar hand zojuist over mijn kruis had laten glijden was het compleet tegen me gekeerd. Ik wilde dit niet – nog niet, in ieder geval. Ik wist dat ik het met niemand anders dan Camille zou willen doen, maar het leek op de een of andere manier zo verkeerd om het nu al te doen – in welke vorm dan ook. Niet alleen voor mijn onervaren zelf, maar ook voor Camille – die in moest zien dat ze het verdiende om met respect behandeld te worden als een echte dame.
    ‘Ik bedoel… Begrijp me alsjeblieft niet verkeerd… Ik wil het graag, oh – zo – graag, maar ik wil het ook weer niet. Ik bedoel… Ik kan het nog niet, alsjeblieft,’ mompel ik dan zachtjes – waarbij ik de druk in mijn broek af voel nemen en mijn hartslag enkel en alleen maar hoger lijkt te gaan. Ik kijk Camille inmiddels aan met een wanhopige blik in mijn ogen, bang dat ik haar heb gekwetst – wat absoluut niet mijn bedoeling is geweest. Direct laat ik haar handen los en klem mijn handen dan vast in haar zachte haren, waarbij ik onze voorhoofden tegen elkaar aan laat komen en probeer om mijn ademhaling rustiger te laten gaan. ‘Alsjeblieft niet boos zijn op me…’

    [ bericht aangepast op 15 maart 2014 - 17:31 ]


    Arely Moya Ginessa

    'Ik zou het niet weten,' antwoord de jongen en liet zijn handen vervolgens in zijn zakken glijden, zoekend naar iets. Lichtjes trok ik een van mijn wenkbrauwen op terwijl ik bleef staan en hem in de gaten hield. Dat was niet het antwoord geweest waar ik op hoopte, ergens had ik gehoopt dat hij me iets meer kon vertellen. Verder vragen naar iets zou dan waarschijnlijk ook niet heel erg veel nut hebben, en daar baalde ik lichtelijk van.
    'Hoe heet je?' vroeg de jongen me vervolgens. 'En heb jij misschien enig idee, wat hier aan de hand is?' worp hij er direct achteraan. Licht schudden ik met mijn hoofd en liet mijn ogen weer door de ruimte heen gaan. Het was donker, enkele ramen lieten nog net genoeg licht door om elkaar goed te kunnen zien, en ook de lucht die hier hing was muf en oud.
    'Nee, het enige wat ik weet is dat ik wakker werd op een van die slaapkamers. En dat terwijl ik toch heel zeker weet dat ik hier niet heen ben gegaan,' reageerde ik en onderdrukte een rilling toen ik terug dacht aan de kamer waar ik wakker was geworden. Het was een plek waarvan ik zeker wist er nog niet dood gevonden te willen worden, en toch was ik er wel. 'Mijn naam is Arely, en die van jou?' vroeg ik de jongen en liet mijn ogen een keer over hem heen glijden. Misschien was het nutteloos, misschien niet. Ik weet niet wat de jongen namelijk van plan was, maar ik wist van mezelf een ding zeker en dat was niet hier blijven.
    Ergens vlak achter ons hoorde ik ineens iemand hard schreeuwen waardoor ik mezelf iets omdraaide om hopelijk een blik te kunnen vangen van de persoon zelf. 'Volgens mij is er nog iemand,' mompelde ik in het algemeen en voelde plots een klein sprankje hoop. Misschien was het een van mijn vrienden, en dan was de jongen hier vast een bekende van hem. Dat zou iets kunnen verklaren, al was het nog steeds niet het antwoord op de grootste vraag. Waar was ik?


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'