• Finley’s Institute. Een plek waar leugens de hoofdrol spelen. Een plek zonder uitweg. Een plek waar niets is wat het lijkt. Generaties na generaties wordt de instelling uit handen gegeven. Van vader op zoon of in dit geval van vader op twee zoons en één dochter. Dit keer is er geen ontsnappen meer aan. Alles is strenger dan ooit te voren. Bewakers luren om de hoeken en verplegers staan te popelen om hun patiënten te verzorgen. Alles wordt ingezet om het beeld zo echt mogelijk te maken. Maar echter weet de buitenwereld niet wat er werkelijk achter deze vuile witte muren plaats vind. Komt de buitenwereld het ooit te weten?

    Al jarenlang is Finley’s Institute een dekmantel voor de prostitutie-wereld. Vaders en moeders brengen hun zoons of dochters naar deze welberuchte instelling in de hoop dat zij hen kunnen genezen van hun mentale ziektes. De drie familieleden struimen samen met de hulp van een dokter heel Australië af, op zoek naar instabiele mensen, om zo de ouders van het kind te overtuigen van hun ziekte. Deze ziektes zijn duidelijk vals en bovendien zijn hun kinderen gezonder dan ooit.
    Af en toe ontvoeren ze ook een drugsverslaafde, iemand die platgespoten is door de drugs en waarvan het leven aan een zijden draadje hangt. Deze hebben immers geen familie. Er zal niemand zijn die voor hen zal vechten waardoor de hoop op een ontsnapping helemaal verdwijnt.
    Maar wat als deze instelling niet is wat ze lijkt? Zullen de slachtoffers samen ontsnappen? Of zullen ze eerder elkaar in de haren vliegen om zo in gunst te komen van één van de drie familieleden? Zullen de bewakers of de verpleegsters in opstand komen? En zijn de drie familieleden echt wel zeker van hun rol in de instelling?


    Rollen:
    Drie familieleden:
    Landon Zachary Finley - Verde
    Walsh Dexter Finley - Bourne
    Riley Linn Finley - Amarela

    Bewakers:
    Ethan Kennedy - Cashby
    -

    Verplegers:
    John Hurley - Offing
    Arya Noah Hunter - Valryian

    Prostituees:
    Gereserveerd door Amarela
    Sterling "Steelo" Sebastian Rutherford - Dumbledore
    Alvera Varinia Fuensanta - Caelia
    Asmara Bhatnagar - Valerious
    -
    -

    Regels:
    - Maximaal twee personages per persoon!
    - Minimaal 300 woorden per post. Gebruik omgevingen, gedachten, etc.
    - De naam van je personage vermelden boven de post.
    - 16+ en al het bijbehorende is toegestaan.
    - Bestuur alleen je eigen personage.
    - Geen Mary Sues of Gary Stus
    - OOC tussen haakjes of in het praattopic.
    - Reserveringen blijven 48 uur staan. Anders vervallen ze, mits een goede reden.
    - Je personage kan niet opeens dood gaan.
    - Graag mensen die niet al na één dag stoppen.
    - Houd rekening tijdens het posten met andere, het is niet de bedoeling dat het een sneltrein wordt!
    - Enkel Caelia, Author of Anakin openen het topic tenzij je toestemming hebt.

    Dit idee is gebaseerd op de film Sucker Punch.
    Have fun! c:


    Het is maandagochtend, half 9. Sommigen zijn al wakker en anderen liggen nog te slapen. Alle prostituees/werknemers/familieleden worden om negen uur stipt in de woonkamer verwacht om de taken van de hele week te bespreken. Nadat ze dit hebben gedaan, zullen ze ontbijten om daarna allemaal aan het werk te gaan. De taken zijn gedrukt op een lijst die aan de muur hangt. Iedereen mag zijn of haar taken zelf verzinnen.



    [ bericht aangepast op 17 juni 2014 - 18:18 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    MT.


    That is a perfect copy of reality.

    > Mijn topics.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Mt~


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Mijn topics!


    Big girls cry when their hearts are breaking

    Mon topics ^^


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    [Mea Topica]


    Sidera nostra contrahent solem lunamque

    Raquelle schreef:
    MT.


    Rise and rise again until lambs become lions

    De beginpost is aangepast, intro stukje staat erbij (:


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Walsh Dexter Finley

    Ik brom als ik het irritante lied hoor dat zegt dat ik moet opstaan. Ik pak het ding vast en gooi het met een slap handje naar de muur achter me en hoor de batterijen eruit springen als het ding de grond raakt. Ik wilde gewoon niet zoeken naar het 'uit' knopje. Ik draaide me nog eens om en merk dat ik helemaal in een gevecht zit met de lakens, mijn voeten lijken bij elkaar gebonden en de rest zit rond mijn middel. Fijn, denk ik snuivend bij mezelf, kan ik mezelf ook nog eens gaan losmaken. Met een diepe zucht haal ik de lakens van me af en rek ik me met een geeuw uit. Ik slof, met een nog dof hoofd van het slapen, naar de badkamer en plens water in mijn gezicht. Het verfrist me en ik ben meteen klaarwakker. Ik was mezelf en loop naar kleerkast waar ik een schoon setje kleren uit sprokkel. Ik kleed me traag en zorgvuldig aan en loop weer naar de badkamer en bekijk mijn haar en besluit uiteindelijk om er gewoon met mijn hand door te gaan. Ik poets mijn tanden en ruim dan mijn boeltje weer op. Ik lette er niet op hoe luid ik alles deed, wat kon mij het schelen, ik deed wat ik wou. Na vijf minuten in mijn kamer gedoold te hebben besluit ik mijn teergeliefde broer is te gaan pesten. Ik stap uit mijn kamer en sluit de deur weer achter me. ik neem mijn mobiel, check mijn messen en begin dan door de nog rustige gangen te lopen. op dit uur begint iedereen op te staan, maar niemand loopt al echt door de gangen, alleen ik. Walsh. 'Kleine' Walsh Finley. Met een stevige tred loop ik naar mijn broers kamer, die niet heel ver van de mijne is. Ik blijf heel even staan, adem in en bonk harder dan nodig op de deur. "Goodmorning sunshine!" roep ik door de deur heen. "Of zijn het er meer?" Vraag ik me dan luidop af. Niet dat het me een reet kon schelen, het was mister perfect Landon, dus er lag zeker een van de hoeren bij hem, mensen vinden hem de leukste. Behalve vader, die niet. Waarom weet ik niet, want hij is altijd in orde, afgetraind, half model... En ik ben slordig, dun en ben totaal niet met mijn uiterlijk bezig, maar ja iedereen heeft zijn redenen denk ik.


    Sidera nostra contrahent solem lunamque

    Sterling "Steelo" Sebastian Rutherford

    Ik ben wakker geworden van het gerommel in de kamer naast me, tien minuten voordat mijn wekker me zou wekken. Ik heb twee keuzes: tien minuten genieten van mijn rust of gauw opstaan en zorgen dat ik ruim de tijd heb om me klaar te maken. Vanzelfsprekend kies ik voor het laatste. Rust is iets wat je goed kan gebruiken, maar weinig krijgt in het instituut. Waarom ik er dan niet voor kies? Te laat komen is een absolute no-go en het wordt dan ook ernstig bestraft. Als het aan Walsh Finley, de middelste van de drie familieleden die het instituut beheersen, ligt zal hij me op zijn minst ergens op betrappen. Is het niet te laat komen, is het wel onbeschoft gedrag - terwijl ik juist degene ben met het meest gehoorzame gedrag, de minst grote mond en het minste temperament. En toch was ik degene in Walsh's ogen die alles verkeerd deed
          Ik sta op van mijn bed en terwijl ik even blijf zitten, kijk ik de kamer rond. Veel stelt het niet voor, maar ik ben allang blij dat we geen slaapkamers delen. We krijgen dan ook onze aparte kamers tijdens het werken, maar hoewel al mijn ''collega's'' goede mensen zijn, zijn ze niet allemaal even makkelijk. Met de een valt beter de communiceren dan de ander. Maar ik neem het hen niet kwalijk, sommige van hen zitten al vele malen langer in het instituut. Ik heb er juist respect voor dat ze niet compleet doorgedraaid zijn.
          Ik rommel wat kleding uit mijn kast, een outfit die vrij weinig voorstelt. Ik bekijk mezelf even in de spiegel en zie hoe mijn gezicht op ongelukkig staat. Ik kon niet bepaald spreken van een fantastische familieband met mijn ouders, maar dit lot is wel heel ernstig. Toch krijg ik het voor elkaar om een glimlach op mijn gezicht te toveren, die mijn ietwat scheve tanden laat zien - iets waar ik me altijd voor geschaamd heb. Ik haal eens diep adem en loop mijn kamer uit.

    [ bericht aangepast op 24 april 2014 - 9:33 ]


    Big girls cry when their hearts are breaking

    Alvera Varinia Fuensanta – Prostituee

    Een zachte zucht verlaat mijn lippen terwijl ik me nog iets dichter tegen het warme lichaam naast me aan nestel. Hoelaat het was wist ik nog niet, het feit dat ik wakker aan het worden was betekende dat het in ieder geval ergens tussen 8 en 10 moest zijn, aangezien ik altijd rond die tijd mijn ogende opende alsof er een geluidloze wekker afging. Als er een luide, harde bons op de deur klinkt klem ik mijn kaken licht geïrriteerd op elkaar en open half mijn ogen. Wat een vreselijke begroeting, zo vroeg al op de dag, en al helemaal niet mijn favoriete manier om wakker te worden.
    'Goodmorning sunshine! Of zijn het er meer?' hoor ik iemand roepen. De stem herkende ik uit duizenden en dat maakte het dat ik me nog meer irriteerde, vooral omdat hij deed alsof degene langs me altijd met meerdere in bed lag. Walsh, een irritante kwast en iemand waar ik beter niet tegen in kon gaan. Vooral niet nu ik langs zijn broer lag, mede-eigenaar van het instituut waar ik woonde, en werkte. 'Eikel,' mompelde ik zacht en binnensmonds en draaide me om, om naar Landon te kijken. Een kleine glimlach sierde mijn lippen terwijl ik mijn ogen over hem heen liet glijden. Lichtjes liet ik mijn vingers een keer door zijn haren gaan, waarna ik me op mijn rug draaide en een keer flink uitrekte.
    Het was niet de eerste keer dat ik langs Landon wakker werd, tevens ook niet de eerste keer dat ik in zijn kamer lag. We zochten elkaar wel vaker op snachts wanneer we daar beide de behoefte aan hadden, vooral wanneer een van ons onrustig was, en brachten dan samen de nacht al slapend of pratend door. De verhouding die hij en ik hadden was bijzonder, maar tegelijkertijd verwarrend en voor andere niet te begrijpen. Een nieuwe glimlach verscheen op mijn gezicht terwijl ik mezelf langzaam overeind zetten en een klaaglijke, zachte kreun over mijn lippen liet rollen. Vervolgens draaide ik me half om naar Landon toe en drukte een kus op zijn wang. 'Tijd om op te staan,' glimlachte ik en woelde een keer met mijn handen door mijn haren heen terwijl ik mijn blik liet rond glijden.
    Ik had een hekel aan maandagen, ze waren standaard en altijd met hetzelfde ritme. Om 9 uur werden we verwacht in de woonkamer en daar zou een prachtig lijstje hangen met alles wat er voor de rest van de week van ons verwacht werd. Zowel in het werk, als in de taken en ik vond het alles behalve leuk. Al geeuwend rekte ik me nog een keer uit en slaakte een zucht terwijl ik weer naar Landon keek. 'Ik heb geen zin,' mopperde ik met een spelende pruillip en liet me terug in het bed vallen, waarna ik de dekens over mijn hoofd heen trok. Een zacht gegrinnik rolde mijn mond uit toen ik me realiseerde dat Walsh nog steeds aan de deur stond en ik er niet op gereageerd had. Tenslotte was dat ook niet mijn taak geweest, en als ik hem wel had moeten begroeten was dat vermoedelijk met een snauw geweest vanwege zijn o zo vriendelijk begroeting.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'


    Arya Noah Hunter | Verpleegster
    †††

    Bzzzz.
    Bzzzzzzzz.

    Een klap op tegen het apparaat en hij vloog van de kast aan. Met een half oog keek ze toe hoe de rode cijfers van het schermpje wegstierven.
    Maandag.
    Zuchtend draaide Arya zich om in haar bed. De dekens lagen op een hoopje aan haar voeten. Van nature was de jonge vrouw een onrustige slaper. Een kwaaltje waar geen oplossing voor te vinden was.
    Langzaam bewoog ze haar hand naar haar gezicht. Ze wreef de slaap uit haar ogen en knipperde een paar keer om gewend te kunnen raken aan het licht wat onder de gordijnen doorpiepte en haar kamer onveilig maakte.
    Zodra ze dat had gedaan, duwde ze zichzelf overeind. Een lok van haar rode haren viel over haar gezicht heen. Arya vergat nog wel eens dat ze haar haren los droeg in bed. Een van de weinige momenten waarop iemand in het volle glorie zou kunnen aanschouwen – het was immers een kleur die je niet vaak tegenkwam.
    Jammer was wel dat ze niet bepaald veel mensen binnen liet in haar slaapkamer. Je moest wel een verdomd goede reden hebben, mocht je daar terecht komen. Natuurlijk waren er altijd uitzonderingen op dit vlak, maar daar koos ze zelf voor.
    Voor het gemak schoot ze eerst in haar uniform. Altijd had Arya al een hekel gehad aan het smetteloze wit. Vaak droeg ze zelf kleuren die afleidde van de eyecather op haar hoofd.
    Wat de planning voor deze week zou zijn, was nog maar de vraag.
    Nadat ze zichzelf had opgefrist – de zwaarste klus was haar haren in het gareel krijgen – verliet ze de slaapkamer.
    Twee keer controleerde ze of deze wel goed op slot zat voor ze zich door de gang richting de woonkamer begaf. Overal hoorde je het geluid van mensen die net wakker werden. Gestommel, gezucht, kreunen, gesteun. Wat je jezelf ook maar in kon denken.
    Ze sloeg op een rustig tempo de aansluitende gang in. Halverwege stond Walsh geparkeerd voor de deur van Landon.
    Arya kon het niet helpen dat ze met haar ogen rolde voor ze langs hem heen liep en hem een tik tegen zijn kont aan gaf. ‘De tortelduifjes weer aan het pesten?’ vroeg ze smalend.
    In de ochtend had ze niet bepaald veel zin om veel te praten, vandaar dat ze verder liep. Haar maag knorde, maar voor ze zichzelf aan het ontbijt zou kunnen wagen zou ze eerst naar het verhaaltje van de ‘bazen’ moeten luisteren.
    Zucht.
    Zwijgend begaf ze zich de woonkamer in. Als je op tijd kwam, dan had je tenminste een fatsoenlijke plaats om te zitten.
    Ze zeeg in de fauteuil neer en sloeg charmant haar ene been over de andere. Bijna al haar weken zagen er hetzelfde uit. Toch waren de belevenissen elke keer anders.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Asmara Bhatnagar||Prostitué

    Mama!, met een ruk kwam ik overeind, mijn lichaam badend in het zweet. Zoals elke nacht had ik gedroomd, alles herbeleefd en ik vroeg mij steeds weer af of het blijvend was. Kleine stroom stootjes schoten door mijn ruggenmerg als de beelden van mijn moeders gezicht terug keerde. Uit het gaatje in haar voorhoofd bleef vers bloed stromen zolang als ik zou leven. Ik vouwde mijn handen voor mijn gezicht en probeerde de confronterende herinneringen weg te manen. Het was maandag morgen en een psychose kon ik nu echt niet gebruiken, geen goede en geen slechte. Zo bleef ik even zitten, luisterend naar mijn eigen benauwde ademhaling die langzaam maar zeker een natuurlijk ritme begon te krijgen. Uiteindelijk gleed uit bed en wandelde op tempo naar de douches waar ik dankbaar de koude stralen water over mijn huid liet glijden. Een koude douche maakte mij wakker, volledig. Het geluid van kletterend water op de koude harde douche vloer had een vreemd rustgevend effect. Nadat ik mijzelf zover had gekregen om mij eruit te krijgen droogde ik mij af en hielp mijzelf in een van de sierlijke setjes die mij deed denken aan mijn vaderland. Hoe anders was het leven geweest als mijn ouders niet hadden besloten om te verhuizen? Ik schudde mijn hoofd, trieste gedachten zoals deze hielpen mij niet verder in het leven. En als er eën ding was geweest wat mij nooit had geholpen was het zelfmedelijden. Mijn wilskracht en de kracht om overal iets positiefs uit te halen was mijn overleving geweest. Zelfs toen ik zwaar psychotisch en ondervoed op straat leefde had mijn eigen kracht mij staande gehouden.
    Toen mijn oog de klok raakte haastte ik mij zelf naar de spiegel waar ik zoals elke morgen mijn gezicht verfraaide. Maandagen... het leek wel alsof mijn gezicht het ook wist. Want de donkere kringen rond mijn ogen waren altijd moeilijk weg te werken. Met een laatste blik op mijn paarse sari zuchtte ik zacht en baande een weg over de gang naar de woonkamer.
    Onderweg passeerde ik Walsh, hoewel ik mijn blik voor mij probeerde te houden raakte mijn ogen toch kort de zijne. Een kort klein knikje volgde van mijn kant terwijl ik toch snel mij weg wilde vervolgen.

    [ bericht aangepast op 24 april 2014 - 23:15 ]


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.



    Landon Zachary Finley - Oudste broer - Kleding


    Soms had ik wel eens zo’n dagen waarop het leek alsof alles in het honderd liep. Alsof ik besef had van het knagende gevoel dat diep vanbinnen zich omhoog probeerde te worstelen; alsof er op dat moment een belangrijk stukje van mijn persoonlijkheid miste. Gisteren was namelijk zo’n dag.
    Toen dan ook één van de personeelsleden het zo plezierig vond om haar naam luidop te spreken, leek het alsof er wederom voor de zoveelste keer vanbinnen iets in me knapte. Voor enkele luttele seconden leek de wereld toen stil te staan en waren mijn ogen op zoek geweest naar de zangerige stem gepaard gaande met het paar chocoladebruine ogen dat me dikwijls zo speels hadden aangekeken. Ze was dood. Niet levend. De hoop vervloog net zo snel als de sneeuw voor de zon zou smelten. Na de bewaker te hebben uitgekafferd, had ik mezelf terug getrokken op mijn kamer. Het oord van de rust en van de oude herinneringen die nog steeds gelukzalig rondzweefden, maar ook de ruimte waar er nieuwe werden gemaakt. Deze nieuwe waren allemaal te wijten aan mijn prachtige Joya. Mijn Alvera. Mijn tweede Eve en mijn troost. Die bewust avond was ze bij me in bed gekropen, wat niet veel uitmaakte. Anders had ik in het midden van de nacht wel naast haar bed gestaan.

    “Goodmorning sunshine! Of zijn het er meer?” De achterlijke, irriterende – omdat het zo vroeg in de morgen was - maar toch zo vertrouwde stem klonk door de kamerdeur heen met het nodige gebonk op de deur. Aansteller. Langzaam werd ik weer naar de koude realiteit getrokken waardoor een geïrriteerde kreun over mijn lippen rolde. Zijn woorden moesten even tot me doordringen, alsof ik geen besef had van wat ze nu werkelijk inhielden en dan nog had ik daarna geen zin gehad om te antwoorden. Ik had geen zin om te praten, toch niet zo vroeg. Het laken had zich op één of andere wonderlijke wijze om mijn middel gedraaid waardoor het me lichtelijk verbaasde dat ik geen koud had gehad deze nacht. Mijn armen waren onder mijn kussen gestopt terwijl mijn hoofd Alvera’s kant op was gedraaid en ik zo op mijn buik lag.
    Automatisch schoof ik ietsjes dichter naar het warme lichaam van Alvera toe die enkele seconden later lichtjes haar vingers door mijn donkerbruine haren liet glijden. Een klein glimlachje nestelde zich om mijn lippen terwijl ik genoot van dit kleine maar toch zo tedere gebaar. Ze mompelde vervolgens iets binnensmonds maar doordat ik nog half leek te slapen, kon ik uit haar woorden niet echt iets opmaken. De kus die ze vervolgens op mijn wang drukte samen met haar uitspraak dat het tijd was om op te staan zorgde ervoor dat ik mijn ogen traag openden. Ik knipperde een paar keer, duidelijk nog slaapdronken, waarna ik me met een glimlach op mijn rug draaide. Wat hield ik toch van haar aanwezigheid. Ik haatte het om ’s morgens moederziel alleen wakker te worden. Het was niet de eerste keer dat Alvera in mijn kamer sliep. Zij en Eve waren dan ook de enige geweest die toegang tot deze kamer hadden.
    Mijn oogjes waren maar klein en even sloot ik ze ook weer terwijl ik mezelf toe stond om rustig wakker te worden terwijl mijn hand de hare zocht. Maandag. De dag waarop een nieuwe week van start zou gaan met het oh zo bevreesde lijstje dat ik gisteren nog laat aan de muur had gehangen. Elke zaterdag zaten Riles, Dex en ik rond de tafel om samen het lijstje voor de volgende week op te stellen. Uiteraard niet het meest interessante jobje maar het moest er ooit eens van gebeuren.
    Een diepe zucht rolde over Alvera’s lippen, “Ik heb geen zin.” Haar woorden zorgden ervoor dat ik mijn ogen opende en deze keer een stuk wakkerder leek. Ze keek me aan met haar speelse pruillipje aan waarna ze zichzelf weer op het bed liet vallen. Ik keek haar zijdelings aan terwijl een lach over mijn lippen rolde toen ze eenmaal de dekens over haar hoofd heen trok. Vervolgens hoorde ik het vertrouwde zachte gegrinnik vanonder de dekens uit komen. Ik haalde snel een hand door mijn bruine haar waarna ik haar voorbeeld wilde volgen tot ik opeens besefte dat mijn geweldige broertje nog steeds voor de deur stond.
    “Ga maar al vast naar de woonkamer, Walshie. De grote mensen zijn even bezig.” Mijn stem klonk schor maar de duidelijk geamuseerde toon was niet te missen geweest. Daarna dook ik zonder enige aarzeling onder de dekens en keek ik Alvera met een brede glimlach aan. Ik wist dat ik met mijn opmerking uiteraard Walsh irriteerde, zeker omdat ik mijn eigen verzonnen bijnaam voor hem had gebruikt. Maar het was toch niet dat hij zomaar mijn kamer in kon stormen. ’s Nachts als ik sliep, had ik er immers een gewoonte van gemaakt om mijn deur op slot te draaien; kwestie van de prostituees en werknemers niet te vertrouwen. Je wist het nooit; als ze opeens een kronkeling in hun hoofd kregen met als gevolg dat ik de volgende ochtend in een dieprode plas bloed werd gevonden. Nee, dat was niet echt voor mij weg gelegd.
    “Luister maar niet naar dat broertje van me. Jij bent de enige die in mijn bed mag, Joya.” Ik kon eventjes het niet laten om te glimlachen terwijl ik één van haar haren rond mijn vinger wikkelde en haar vervolgens een vlugge maar zachte kus op haar schouder drukte. Ik wist dat ze ongetwijfeld geïrriteerd was geweest toen Walsh zijn belachelijke opmerking had gemaakt. Eerlijk gezegd wist ik niet wat er zich tussen ons afspeelde. Het was geen echte relatie maar toch was er wel sprake van iets tussen ons. Vele buitenstaanders zouden het bestempelen als een relatie; een man en een vrouw die 's nachts steeds samen sliepen, bovendien ook af en toe een sprankeltje jaloersheid bezaten en op sommige momenten claimerig overkwamen. Dat was zeker een relatie. Maar toch was het niet zo simpel als het leek.
    “Je ziet er trouwens weer prachtig uit. Zoals altijd natuurlijk..” Ik drukte nu een kus op haar lippen waarna ik het bed uit kroop en me even uitrekte. Vervolgens liep ik naar de badkamer waar ik even wat water in mijn gezicht plensde en naar mijn spiegelbeeld keek; een toch wel goed gebouwde volwassen man in een donkerblauwe losse boxershort. Vervolgens poetste ik mijn tanden en bleef al tandenpoetsend in de deuropening staan; kijkend naar Alvera die nog steeds in bed lag.
    “Wakker worden, Joya. Er komt een nieuwe volle week aan.” Hoe ze daar nu lag, leek ze als twee druppels water op Evangelica. Ik wist dat ik beide vrouwen niet met elkaar mocht vergelijken maar de gelijkenis was zo groot.. dat ik er gewoon niet naast kon zien.

    [Ik ben er persoonlijk niet zo blij mee. Maar door één of andere manier lukt het vandaag niet zoals ik het wil en voor ogen heb. Dus sorry. (:]

    [ bericht aangepast op 25 april 2014 - 16:33 ]


    Rise and rise again until lambs become lions

    Riley Linn Finley || Outfit

    Ik ergerde me aan het geluid dat duidelijk maakte dat het half negen was, wat dus betekende dat ik mijn bed uit moest. Ik haatte het. Ik haatte het opstaan in de vroege morgen bedoelde ik. Ook het geluid, maar iedereen haat het geluid dat uit een wekker komt.
    Tenminste, de meeste mensen die ik ken haten dat geluid toch wel.
    Met grote tegenzin ga ik toch uit mijn bed, nadat ik dat vervloekte ding dat mensen een wekker noemen met de grond gelijk heb gemaakt. Als ik te laat kom is het enige wat Lan en Walsh kunnen doen een preek geven, wat natuurlijk het ene oor in gaat en het andere weer uit. Ze willen nog altijd de baas over mij spelen, maar dat zal ze toch niet lukken. Ik bepaal altijd nog zelf wat ik doe. Ik kleed me in mijn eigen tempo aan, het maakt me op dit moment niet uit hoelaat ik nu eigenlijk daar bij die woonkamer aan kom. Het is maandag ochtend, wat betekent dat de taken weer uitgedeeld zullen worden. Nadat ik me heb aangekleed, begin ik iets aan mijn uiterlijk te doen. Ik besteed meer tijd aan mijn uiterlijk als Walsh, maar minder dan dat Landon doet.
    Landon moet en zal namelijk altijd op zijn best gekleed zijn, alsof hij naar een of andere saaie vergadering gaat.
    Wanneer ik er een beetje normaal uit zie en niet zoals een zombie - zo zie ik er namelijk elke ochtend uit - verlaat ik mijn kamer. Ik heb geen zin om nu al naar de woonkamer te gaan, want daar is waarschijnlijk nog niemand. Ik sluit mijn deur en ga even naar die van de prostituees langs. Ik hoor her en der gerommel, gevloek, voetstappen van mensen. Als ik wat verder doorloop zie ik Steelo staan. Een glimlach siert mijn lippen. Steelo is al sinds het begin van zijn komst mijn maatje, hij is een van de weinige hier die ik niet zou willen wurgen soms. Hoeveel ik ook van mijn broers houdt, soms - vaak - halen ze toch echt het bloed onder mijn nagels vandaan. 'Steelo!' roep ik zo opgewekt mogelijk.

    [ bericht aangepast op 25 april 2014 - 20:31 ]


    That is a perfect copy of reality.