• Iedereen kent Kronos. De titaan die zijn eigen kinderen op at en nu probeert de goden te vernietigen.
          Met zijn leger vol monsters en halfgoden valt hij Olympus aan. Zijn leger is in de meerderheid in tegenstelling tot de goden en hun kinderen die nog wel aan de goden hun kant stonden. Honderden monsters zijn niks vergeleken met de paar honderd kampers van het halfgodenkamp Camp Halfblood.
          Tevergeefs proberen ze terug te vechten. Olympus lijkt verloren zodra Kronos de troonzaal bereikt, maar bepaalde helden grijpen hun kans. De titaan krijgt problemen zodra zijn handlangers niet langs de lift kunnen. Wie zal het winnen, Kronos met zijn handlangers of het kamp?


    • Regels en belangrijke gevallen. •
    • Enkel ik open nieuwe topics.
    • Dit RPG speelt zich af tijdens de Laatste Olympiër & is een "fanfictie-RPG geval hoe je het wilt noemen" op de boeken van Rick Riordan.
    • Personages uit het boek mogen gebruikt worden. Heroes of Olympus personages mogen er ook bij betrokken worden, maar onbekende personages die je zelf verzint zijn ook toegestaan. [Ik ga Luke claimen, weet dat mensen >:3]
    • Je mag zowel personages vanaf Kronos zijn kant als die van de goden spelen.
    • Houd jongens en meisjes een beetje gelijk.
    • Doden en ernstig verwonden van andermans personages mag, maar moet overlegd worden met de eigenaar van het personage en met mij.
    • Géén perfecte personages!
    • Het aanhouden van de originele verhaallijn, hoeft niet :')
    • Wil je een kind van Poseidon, Zeus of Hades? Prima! Maar je vraagt het even aan mij. Ook wil ik niet zien dat iedereen opeens kinderen van Hermes heeft, houd het een beetje gevarieerd.
    • Absoluut géén kinderen van Artemis.

    Invullijstje.
    • Naam.
    • Leeftijd & Geslacht.
    • Uiterlijk. [Met foto!]
    • Innerlijk.
    • Is goed in.
    • Is totaal niet goed in.
    • Goddelijke ouder. [Saters zijn eventueel ook toegestaan.]
    • Wapen.
    • Verleden.
    • Extra.
    • Kant. [Kronos of Goden.]


    De personages.
    Mannelijke halfgoden.
    Luke Castellan || Zoon van Hermes || Kronos' kant || Alioquin
    ... || Zoon van Ares. || ... || Scrubb
    Nate Josheph Nightshade || Zoon van Apollo || Kronos' kant || iMickeyMouse

    Vrouwelijke halfgoden.
    ... || Dochter van Athena || Goden hun kant. || iMickeyMouse
    Brooke Jane Eatside. || Dochter van Aphrodite. || Goden hun kant. || PeterParker
    ... || Dochter van Zeus. || ... || HoechIin

    Het begin:
    Het is een warme zomerdag, niet de meest ideale omstandigheden om te vechten. Toch is Kronos van plan dezelfde avond Olmpus nog aan te vallen. Het is bloedheet en pas tegen de avond is er regen voorspelt, wat in houd dat de kans groot is dat er word aangevallen tijdens een regenbui. S' avonds koelt het af.
    Kronos en zijn handlangers hebben geen haast. Rustig zetten ze de puntjes op de i van hun plan, dat perfect lijkt te werken. Toch zit er in elk plan wel een zwakke plek, zo ook in deze.
    De halfgoden van kamp halfbloed zijn druk bezig met hun voorbereidingen aan de oorlog die komen gaat, maar goden zijn te druk bezig met nemeïsche leeuw, het monster dat Kronos als afleiding gebruikt. Ook andere monsters die niet makkelijk te verslaan zijn waren opgeroepen om als hinder voor de goden te dienen, maar ze komen steeds dichterbij het slagveld..


    “If it’s one thing I’ve learned in 3,000 years, it’s you can’t give up on family.” ~ Hermes

    [Mijn godische topic! <-- jaa het is een woord!
    iMickeyMouse -> Jovantos]

    [ bericht aangepast op 1 juni 2014 - 8:48 ]


    The monsters running wild inside of me. I'm faded

    Luke Castellan. || Kronos' kant.


    Zijn haren stonden alle kanten op, als of hij zojuist uit bed was gestapt. - Iets wat totaal niet waar was. Het was nu rond twaalf uur en Luke stond iedere ochtend al weer op zeven uur klaar, soms zelfs eerder. Het enige probleem was dat hij de moeite niet had genomen zijn haren te doen. Er was nog redelijk veel te regelen en bepaalde dingen deed hij liever zelf. Eigenlijk deed hij alles liever zelf. Sommige handlangers waren zo dom dat je ze nog geen aardappelschilmesje toe kon vertrouwen. En nee, dat lag niet aan de kant die hij had gekozen. Aan de kant van de goden waren er ook vast wel mensen die je het niet toe kon vertrouwen met zo'n ding rond te lopen. Die mensen bestonden nou eenmaal.
          Rustig liep hij door de gangen van het labyrint waar Kronos zijn hoofdkwartier had gevestigd. Het verbaasde Luke nog altijd enorm dat hij de juiste gangen continu wist te vinden, maar het lukte hem. Misschien zo'n Hermesding. Zo kon hij ook vrijwel alle sloten openen zonder sleutel, iets wat eigenlijk toch aardig handig was. Hij trok het zwarte shirt recht terwijl hij een deur open trok. Er zaten wat mensen rondom de tafel. Zo ook Nate, maar ook Kronos zelf zat er. Hij had enkele weken terug het lichaam van ene Felix Danvord over genomen. Luke had zich nog aangeboden, maar zowel de rest van de handlangers als Kronos zelf waren er zeker van geweest dat hij nodig was tijdens deze oorlog. Het was niet verstandig zijn lichaam te gebruiken op een manier die uiteindelijk zijn dood zou betekenen.
          'Je bent laat.' De stem van Felix klonk totaal niet meer als Felix zelf. Het was duidelijk dat Kronos bezit had genomen van zijn lichaam. Luke ging op de stoel tussen Felix [of Kronos, whatever.] en Nate zitten. 'Het spijt me, er werd gevraagd of ik de minotaurus wilde voeren en aangezien dat wel even tijd kost..' Hij maakte zijn zin niet af. Iedereen wist hier hoe ingewikkeld het was dat beest normaal te voeren zonder je eigen arm kwijt te raken.
         

    [ bericht aangepast op 1 juni 2014 - 12:45 ]


    “If it’s one thing I’ve learned in 3,000 years, it’s you can’t give up on family.” ~ Hermes

    || Lucy Graywell || Goden hun kant. || [/b]

    Ze trok haar zwaard en keek eventjes naar Annabeth die precies het zelfde deed. De Apollo kinderen hadden allemaal hun pijl en boog vast en schoten op de leeuw van Nemea. Ook wel bekend als de Nemeïse leeuw. ''Lucy! We moeten hem open snijden! Zijn huid kan tegen zwaarden en alle wapens die we hier hebben'' riep Annabeth haar toe. Lucy knikte en keek even toe hoe de leeuw een paar van Hermes' kinderen aan te vallen. Maar de Ares kinderen waren ook bezig met de vacht er af te snijden. Ze twijfelde niet en begon te rennen naar het beest terwijl ze in haar hoofd een goede strategie bedacht om op de rug te komen. Dit was een goede voorbereiding voor vanavond, wanneer Kronos en zijn leger zouden komen. Dus hij ook. Snel schudde ze haar hoofd en klom omhoog bij de poot van het gigantische beest. In het vacht zat bloed en Lucy trok een vies gezicht. Ze nam een hap adem en greep de staart van het beest. Die slingerde rond en zo sprong ze behendig op de rug van de leeuw. Meteen probeerde ze met Waliyahue onder de huid van het beest te komen. En dit ging iets makkelijker dan Lucy had verwacht. Ze rukte het stuk huis van de leeuw eraf en stak het zwaard erin. De leeuw begon te krijsen en Lucy grijnsde lichtjes. Clarisse deed haar na, en zo was er weer een stuk huid weg. ''Probeer in bij zijn nek!'' riep Clarisse haar toe. Lucy sprong op en rende behendig tussen de andere halfgoden naar de nek toe. Ze stond op zijn kop en net toen ze het zwaard bij de huid wou steken, schudde het beest zijn kop wild. Lucy viel van de kop af hard op de grond. Ze hoestte en pijn in haar hoofd nam toe. ''Fine,'' kreunde ze pijnlijk. Zo snel als Lucy kon ging ze staan en gooide een van Demeters kinderen een dolk toe, die hij ving. Percy stond naast Lucy en had Doemtij vast. Hij rende naar de poot en probeerde een stuk huid los te krijgen. Lucy rende naar hem toe en hielp hem. Na 10 minuten wat 1 uur leek te duren was het vacht ervan af en sneed Percy zijn poot er af. Bloed spoot op Lucy en Percy en ze sloeg even een kort gilletje, waardoor hij grijnsde.

    [ bericht aangepast op 1 juni 2014 - 13:31 ]


    The monsters running wild inside of me. I'm faded

    || Nate Nightshade || Kronos' kant ||

    Nate haalde een hand door zijn haar en keek even rond. Luke was er nog niet, wist hij. Vandaag zou de aanval zijn op Camp Halfblood, en hij had er zin in. Eindelijk zou dat arrogant stuk verdriet die zijn vader was laten zien dat niet alle halfgoden het pikten dat hun 'goddelijke' ouder alleen tijd en aandacht schonk aan de anderen. In dat principe leek hij best veel op Luke. Er zat op 1 stoel niemand en dus bijna naast Nate zat Felix, na ja Kronos. Luke kwam binnen met het excuus van dat de Minotaurus eten moest. Nate rolde ongezien met zijn ogen. Vaagjes luisterde hij mee naar alles. ''Ik denk dat die halfgoden nog wel even bezig zijn met de leeuw.'' grijnsde Nate. ''En we kunnen de minotaurus ook vooruit sturen. Of anders een stuk of 20 mechanische stieren.'' bij dit idee werd Nate zijn grijns groter. ''Nee. Dat is slap. We gaan meteen aanvallen. En dan zal ik herijzen!'' Kronos' stem klonk vanuit Felix' lichaam. Nate wist dat Luke ook wou, maar ze vonden hem te belangrijk. ''Gaan we dan?'' vroeg hij ongeduldig.

    [ bericht aangepast op 1 juni 2014 - 14:10 ]


    The monsters running wild inside of me. I'm faded

    [Mijn Topics.

    Ik ben de komende week in London, dus zal weinig tot niet reageren]


    Bowties were never Cooler

    [MT, ik zal morgen reageren]


    ''Cause I've got a jet black heart and there's a hurricane underneath it.''

    [Hier is t doodstil en in een ander iets van mij en Alioquin hebben we 7 pagina's vol in 2 dagen xD]


    The monsters running wild inside of me. I'm faded

    Theresia Elena Salome Sofia Amarante Philantha || Neutraal voor nu ||


    Rustig liep ik door de straten van het dorp, er was weinig tot niets hier te vinden behalve wat jagers en wat vissers, voor de rest was het een kalm en rustig dorpje wat altijd wel in was voor wat plezier. Ze hielden hier van mijn muziek waardoor ik hier ook dagelijks kwam. Jammer genoeg was er vandaag iets gebeurd waardoor mensen wat anders deden dan altijd, ze waren droevig en de tranen stonden bij de meeste meer in de ogen dan dat er een lach op hun gezicht was... Er was namelijk een groep jagers gestorven toen ze op jacht waren, en nu waren ze allen in een droevige stemming... De jagers zouden zo worden verbrand met twee munten op hun ogen voor de schipper.
    Als ik eenmaal aankom bij de hopen hout en stro zie ik de vier jagers opgebaard liggen, elk twee munten op hun ogen en elk in de kleding waar ze het liefste in liepen en hun wapens aan hun zijde
    Rustig ging ik naast de mensen staan waarna ik mijn panfluit begon te bespelen, geen vrolijk lied was er wat er uit kwam, maar een droevig lied, om de gevallenen te helpen over te gaan naar de bron der zielen. Als het lied eenmaal afgelopen is worden de hopen hout en stro aan gestoken waarna de jagers verbrand worden, de mensen die hun laatste gebed deden voor de jagers stroomden ook langzaam af waarna er alleen nog een meisje achterbleef, eenzaam zonder iemand om haar heen. Rustig knielde ik naast haar neer waarna ik even dr tranen afdroogde met mijn mouw. Ik knikte alleen maar waarna ik haar hand vast pakte en samen met haar het dorp in liep, er werd nooit veel gezegd op dit soort dagen, het enige wat gedaan werd was elkaar proberen te ondersteunen in een tijd van droevigheid, alleen de families waren altijd het meest onderste boven ervan, waardoor er vaak een moeder de depressiviteit in gaat. Eenmaal aangekomen bij het huisje waar ik wilde zijn klop ik rustig op de deur, waarna er een oude vrouw open doet en eventjes kort glimlacht, ze wist al waarom ik hier was en nam het handje van het meisje waarna ze het huis in verdwenen, er kwam een oorlog aan, dat was te voelen... Maar waarom moesten meerdere mensen hier de dupe van zijn?!

    [ bericht aangepast op 2 juni 2014 - 20:57 ]

    [LouisPan -> KodaIine met hoofdletter i]

    Julian 'Jules' Rafael Parker || Twijfelachtig
    Ik zat aan de eettafel in mijn eentje en bestudeerde de oude littekens op mijn handen. Ik was opgeroepen om te vechten, twee maal, voor de wereld van mijn biologische moeder, maar ik wilde het eigenlijk niet. Dit was mijn familie, met mijn lieve moeder en zusjes en vader met losse handjes. Toch was hij de ergste niet, ondanks al onze meningsverschillen, onenigheden en alle mishandelingen. Hij was er wel voor me als het echt nodig was. Hij had alleen net als ik een uitlaatklep nodig. Ik vond die op straat en hij in mij. Nu lagen de twee brieven voor me, van de twee kanten van het slagveld, en ik had geen idee waar mijn loyaliteit lag: In het licht of in het donker. Ik had wel dingen geleerd over mijn moeder, de helft van het jaar in het licht, de andere helft in het donker. Zij was de meedogeloze koningin van het dodenrijk, naast zo veel meer. Ik wist het niet en er was niemand die me kon helpen met deze beslissing. Ik pakte de beschermende banden voor om mijn handen van de tafel en begon ze methodisch om mijn handen en polsen te wikkelen. Die zorgen ervoor dat ik veel harder en langer gewoon kon vechten. Ze waren zwart en zaten onder het onzichtbare bloed. Zoizo droeg ik veel zwart, daardoor wist ik ook vrij zeker dat de tijd dat ik bij mijn moeder was geweest, ze haar duistere zelf was geweest en niet de lichte Persephone. Ik trok daarna mijn hoody over mijn hoofd en nam nog een keer het kettinkje wat ik van mijn moeder hand gehad in mijn handen. Het was een klein zilveren kettinkje met een granaatappel van onyx eraan. Ik sloot mijn ogen even en keek toen weer naar de brieven. Mijn vader was voor een maand weg voor zaken, dus op zich kon ik voor die maand weg. Ik wilde het niet, maar misschien was het wel beter voor mijn familie, want ik had wel vaker een of ander monster hier gehad. Ik pakte uiteindelijk beide brieven en zette de fik erin op het kleine balkonnetje van ons huis. Daarna liep ik naar mijn kamer en pakte de paar spulletjes die ik nodig zou hebben. Daarna schreef ik een brief voor mijn moeder, hing mijn rugzak over mijn schouder, en floot voor Pablo. De hond kwam vrolijk aanrennen en ik aaide het beestje even. "Kom, jongen. we gaan een tochtje maken." zei ik voor ik voor hem nog wat dingen in mijn rugzak stopte en toen toch echt vertrok richting het slagveld. Ik zou wel zien bij wie ik me thuis voelde, en bij wie Pablo zich thuis voelde. Nu wist ik het gewoon nog echt niet.


    Bowties were never Cooler