• Based on The 100. Echter hoef je de serie natuurlijk niet te kennen om mee te doen!

    Het is 2187. De wereld heeft zijn ondergang honderd jaar geleden gehad. Toen er een nucleaire oorlog uitbrak hebben verschillende onderduikers van verschillende landen besloten de ruimte in te gaan en daar te wachten tot de Aarde terug leefbaar is.
    Terwijl het leven in het ruimtestation (De Ark genaamd) doorgaat begint de Aarde zich te herstellen. Echter gebeurd er van alles in de Ark en misdrijven gaan vaak gepaard met de doodstraf. Echter worden jongeren opgesloten in cellen die zich in de Ark bevinden.
    Wanneer de raad het er over eens is dat er gekeken moet worden of de Aarde terug leefbaar is, besluiten ze de gevangen jongeren naar de Aarde te sturen, ze te laten kijken of het leefbaar is. Ieder van de jongeren krijgt een ijzeren armband om. Deze laat weten aan de Ark of ze nog in leven zijn en of het veilig genoeg is om terug te keren naar de Aarde, en hier een nieuwe samenleving te starten met de mensen die ze hebben...


    Jongeren;
    - Jongen - Rune Mateja - 19 - Gonplei
    - Jongen - Sasha Holts - 21 - Gonplei
    - Jongen - Lucas - 19 - Aureolus
    - Jongen - Keagan Yate - 23 - Ignatius
    - Jongen - Marshall Sadler "Spike-E" - 24 - Angmar
    - Jongen - Cain Stephans - 26 - Angmar
    - Jongen - Nicky Cane "Force" - 22 - Hohenheim
    - Meisje - Lusie - ? - Ignatius
    - Meisje - Celeste Silver Twisteye "Silver" - 25 - Hohenheim
    - Meisje - Marguerite Crux - 20 - Angmar
    - Meisje - Bird Forsyth - 19 - Repair
    - Meisje - Abbygail Raven Ryess - 18 - Aereolus
    - Meisje - Nimf Yates - 18 - Waldeinsamkeit
    - Meisje - Pearl - 21 - Waldeinsamkeit

    Grounders:
    Commander Xena - 21 - Gonplei
    1st warrior Cendra - 19 - Repair
    Canyon - 25 - Repair

    Regels
    - Maximaal 3 personages
    - Jongens en meiden gelijk houden alsjeblieft
    -We schrijven in de 3e persoon, verleden tijd (tenzij meerdere toekomst willen)
    - Offtopic tussen haakjes of in het praattopic
    - Respect voor elkaar
    - Ruzies mogen alleen in het speeltopic
    - Plezier hebben!

    Topics;
    Rollentopic 1
    Speeltopic 1

    [ bericht aangepast op 24 feb 2015 - 19:53 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Cain had bijna de hele nacht over Sasha gewaakt. Hij was er nog steeds slecht aan toe. Cain had maar met weinig mensen gesproken en om die reden wilde hij niet dat Sasha nu al aan zijn einde zou komen.
    'We kunnen niet weg,' zei hij tegen het meisje dat de shuttle net was binnengekomen en had geroepen dat er mensen waren. 'Waar wil je naartoe gaan?'


    Every villain is a hero in his own mind.

    Sasha had de gehele nacht doorgehaald en hoorde de stem van Cain. Hij kneep zijn ogen wat strakker dicht, terwijl hij heel langzaam zijn arm bewoog. Hij bracht zijn hand naar zijn hoofd en voorzichtig opende hij zijn ogen. Tot zijn verbazing was de pijn minder, maar of het kwam omdat hij nog slaperig was, of dat zijn lichaam een lading Endorfine had aangemaakt wist hij niet. Een zachte kreun kwam uit zijn mond terwijl hij zijn hoofd in de richting van Cain draaide. Hij wreef met zijn vingers door zijn ogen en keek de ruimte rond. Hij was in de shuttle, waarmee ze naar de aarde waren gekomen. Dankbaar keek hij naar Cain. Of de jongen het zag mocht hem een baat wezen, hij was de jongen dankbaar dat hij hem had geholpen.
    "Dank je," sprak hij schor, niet wetend of Cain het gehoord had. Hij was in gesprek met een meisje en Sasha wilde hem eigenlijk niet storen hierin.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Het was een zware nacht geweest op de koude, harde vloer. Rune opende zijn ogen en kwam kreunend overeind. Zijn spieren waren stijf en hij voelde elk bot kraken. Met name zijn rug. De ruimte stonk nog net zo erg en was nog net zo klein als de avond ervoor. Echter was er iets anders. Hij zag een gedaante tegen de muur. Langzaam kroop hij er heen en hij maakte wat aanstalte toen hij zag dat het Bird was.
    "Bird!" riep hij zachtjes en hij bekeek haar. Haar hand was verbonden en ze zag niet meer zo bleek als dat ze de avond ervoor had gezien. "Bird, wordt wakker." Rune schudde zachtjes tegen haar schouders.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Het duurde een tijdje voor Bird's lichaam enige response afgaf. Gedesoriënteerd opende ze haar ogen, vrijwel direct omringt door wazige vlekjes die langzaam een persoon vormden. Rune. ‘We leven nog.’ Haar mond voelde droog, en smaakte naar modder. Uit angst voor pijn bleef ze zitten waar ze vermoedelijk was gedumpt, vooraleer ze haar blik op haar verbonden verwondingen richtte. ‘Het is echt heel koud.’ Met een frons bestudeerde ze de primitieve cel. Geïrriteerd begon ze met haar goede hand haar haren uit haar gezicht te vegen. Wat ze op dit moment wel niet zou geven om de vuiligheid van haar af te spoelen. ‘Wat doen we nu?’ Ze kantelde haar hoofd enigszins in de richting van Rune, hopend dat hij een idee had aangezien hij langer wakker was geweest dan zijzelf.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Het is dat Rune geen vestje aan had, of dergelijke, anders had Bird deze van hem gehad. Hij keek naar het meisje en streelde een plukje haar uit haar gezicht.
    "Ik weet het niet," zei hij toen zachtjes. Hij herinnerde zich de eerste dag nog, toen ze net op aarde waren geland en voor het eerst de aardse zwaartekracht voelden. Hoe blij hij toen was, hoe blij Bird was... zo waren ze niet meer. "We kunnen niets doen, gisteravond heb ik alles geprobeerd, maar we zitten vast." Hij hielp Bird wat overeind en legde haar hoofd op zijn schoot, terwijl hij naar haar keek. "Hoe voel je je, naast het koud zijn?" vroeg hij zachtjes. Zijn ogen schoten even naar de deur, waar iemand langs liep, maar toen er niemand binnen kwam keek hij Bird weer in de ogen.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Bird kon niet verbergen dat het haar moedeloos maakte dat er geen uitweg was. Ze was nog niet klaar om haar idee van een vrij leven op te geven: hoe uitzichtloos de situatie op dit moment ook leek. Wellicht was ze gewoon te naïef. Bedachtzaam keek ze omhoog, naar Rune's gezicht dat zich vlak boven het hare bevond. ‘Ik voel me goed.’ Dat was gelogen, maar het was beter dan gister. De pijn begon langzaam te wennen, alhoewel ze zo min mogelijk probeerde te bewegen. ‘Ik ben blij dat ik hier niet alleen ben, maar dat we hier samen zitten,’ gaf ze toe, haar armen losjes over elkaar slaand. Het gevoel van honger bleef aan haar knagen, maar ze verwachtte niet dat het de wildlingen iets kon schelen wat er met hen gebeurde.

    Cendra staarde kieskeurig naar haar spiegelbeeld. Haar zongekleurde gezicht was niet langer leeg, maar opgevuld met de koolzwarte vegen van een Warrior. Ze voelde zich sterker achter het vloeibare masker: het was haar manier van insluiting. Pas toen ze er van overtuigd was dat ze alles had, verliet ze haar thuis om naar de cellen gaan. De heler had gezegd dat het meisje sterk was, dat ze het zou overleven. Met tegenzin had ze haar laten gaan: wetende dat de Commander het alles behalve goed zou keuren als ze haar op eigen houtje zou ombrengen. Waarom begreep Cendra niet: de Skypeople waren vergif. Hoe langer ze leefden, hoe meer problemen er zouden komen. Met een stalen gezicht liep ze de wacht voorbij, waarna ze spottend tussen de verroeste tralies keek. ‘Privacy nodig?’ Ze wist dat zij één van de weinigen was die de taal met een groot accent sprak: voornamelijk omdat ze het als kind vertikt had te leren. Als Warrior, echter, was ze gedwongen meerdere talen te kennen. Zo ook de oude.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Rune knikte zachtjes naar haar en glimlachte lichtjes. Hij streelde door haar haren heen en bekeek haar ogen, wangen, neus, lippen. Hij boog zich wat met zijn gezicht naar haar toe, zodat deze dichter bij die van haar kwam. Zijn lippen kwamen iets uit elkaar. Van schrik wipte hij overeind toen hij een bekende stem van buiten hoorde komen. Hij zag Cendra bij de tralies staan. Beschermend nam hij Bird wat meer in zijn armen.
    "Wat..." hij keek naar het meisje en rechtte zijn rug wat. "Leeft Spike-E nog?" vroeg hij toen.

    [ bericht aangepast op 4 juli 2015 - 22:57 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    De geschrokken reactie van de jongen had er voor gezorgd dat ze toch enigszins moest grijnzen. ‘Maakt het iets uit?’ Ze leunde nonchalant tegen de zijkant, het tweetal in zich opnemend. Het werd tijd dat Xena zou doen wat gedaan moest worden: het zinde haar niet dat ze zich op hun territorium bevonden.
    ‘Maak het jezelf maar niet te comfortabel.’ Ze bracht haar hand naar haar mes, wat ze opdiepte uit de leren scheden rond haar middel, waarna ze de punt ervan glimlachend richting het meisje wees. ‘Er is er maar één die er levend uit komt.’ En met die woorden verliet ze de stinkende beerput, om naar de Commander te gaan.

    Bird moest toegeven dat de gewapende jongedame een erg angstige indruk wist te maken. Ze geloofde namelijk zeker dat ze haar met alle liefde had vermoord toen ze de kans had: andersom waren die gevoelens volledig wederzijds. Stilletjes keek ze opzij, niet geheel in staat om Rune aan te kijken: puur omdat ze bijna een momentje hadden gehad. Ze voelde het schaamrood op haar wangen drukken. ‘Hij leeft vast nog. We zijn niets meer waard als we dood zijn.’ Als er iets was dat ze van de Grounders had geleerd, dan was het wel dat ze niet moorden voor ze er iets uit hadden gehaald voor hunzelf.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Spike-E viel hijgend op zijn knieën neer. Zijn hart bonkte hevig in zijn borstkas en het deed zo zeer dat hij bang was dat het uit elkaar zou klappen. Met tranende ogen hapte hij naar adem. Als de grounders dichtbij waren, zouden ze hem nu pakken. Hij wist echter niet of ze nog altijd in de buurt waren. Hij dacht ze te hebben afgeschud, maar dat wist hij niet zeker.
    Plotseling hoorde hij stemmen. Hij dook in elkaar en verschool zich achter de struiken, totdat hij een meisje met zwart haar en donker omrande ogen herkende.
    'Silver...' Zijn stem was enkel een hortende fluistering en hij kon enkel hopen dat ze het had gehoord.


    Every villain is a hero in his own mind.