• Hehe, ik lees nu een manga, en het hoofdpersonage ziet er heel Savoy-like uit c: Of in ieder geval lijkt hij precies op hoe ik Savoy altijd voor me zie. Dit is hem:



    Yue
    Zodra Savoy begint Maeve's geheugen te wissen draai ik me om en richt me volledig op het eten. Dit hoef ik niet te zien. Ik ben al langer mijn geheugen kwijt, en weet niets meer van voordat ik in de villa zat. Maeve's geheugen wordt maar voor een klein deel gewist, maar als nog voel ik me met haar verbonden als ze begint te smeken het te laten stoppen. Het voelt machteloos om niets meer te weten, geen herinneringen meer te hebben. Maar het is immers nodig, zodat Fjodor het niet kan zien. Bij die gedachte kijk ik even op van waar ik mee bezig was: het vlees nog een keer omdraaien zodat beide kanten egaal bruin worden. Fjodor wist dat ik nog niet lang vampier was, maar zelf weet ik niets meer over hoe ik ben getransformeerd. Dat betekent dat hij de rest van mijn verleden ook zou moeten kunnen zien. Ik voel een verwachtingsvolle kriebel door mijn maag schieten. Hij zou me kunnen helpen mijn herinneringen terug te krijgen! Maar als die Jonah waar Odile over vertelde hem vermoord, dan ben ik weer helemaal bij het begin. Ik heb werkelijk geen idee hoe ik anders mijn verleden terug zou moeten krijgen. Als ik de deur open gaan draai ik me om, en zie dat Maeve de kamer verlaat. Odile komt de keuken in gelopen en ik stap opzij zodat ze het eten kan bekijken. Ik blijf even stil, maar open uiteindelijk toch mijn mond. "Odile..? Ik vroeg me af... Nou, is het Jonah's plan om Fjodor te vermoorden?"

    Savoy
    Verbaasd en tevreden merk ik dat het me lukt. Het meisje voor me begint te vergeten wat er gebeurd is. Met een zelfvoldane grijns kijk ik naar haar als ik klaar ben, maar ze lijkt me niet te herkennen en kijkt me aan met een glazige blik in haar ogen. "Is er wat?" hoor ik haar vragen, en ik schud mijn hoofd. "Nee hoor, popje." Ik kijk haar zelfgenoegzaam na als ze de kamer uit loopt en ga op de bank zitten. Ik leun achterover en bedenk me wat voor nieuwe mogelijkheden dit voor me open legt. Ik was nooit zo geïnteresseerd in mijn gave en heb er nooit veel gebruik van gemaakt, maar als ik zo iemands geest kan beïnvloeden, wat kan ik dan nog meer? Kan ik mensen de meest belachelijke dingen laten geloven, simpelweg door het ze op te dragen? In dat geval zijn de mogelijkheden die ik nu heb eindeloos. Ik betwijfel echter of mijn gave zo ver gaat, maar de gedachte is interessant om mee te spelen. Even kijk ik op als ik Odile naar me zie kijken, en beantwoord haar glimlach. Zonder haar was ik immers niet op het idee gekomen dit ooit uit te proberen.

    Yue
    Het groene heuvel landschap dat zich voor me uitstrekt heeft een vreemde, warme gloed over zich heen liggen. De grassprietjes voelen als dons onder mijn voeten en gelukzalig loop ik rond, zonder gedachten of doel, alleen maar genietend van dit moment. Dan zie ik een vrouw staan, en een jongen, en nog meer mensen. Ze hebben een picknick-kleed bij zich waar allerlei overvolle schalen en karaffen op staan. Ik eet met ze mee, en lach en dans en geniet. Dan hoor ik een stem en verbaasd open ik mijn ogen.
    Meteen ontglipt mijn droom me, en terwijl ik net nog precies wist waar hij over ging blijf ik nu alleen met een soort warm, veilig gevoel zitten. Ik kijk de kamer rond en vraag me af waarom ik al wakker ben. Is het zo laat? Het is donker en rustig in de kelder, dus daardoor kan ik toch niet wakker zijn geworden? Stilletjes blijf ik liggen en probeer de slaap weer te vatten, als ik heel ver weg ineens een vaag stemmetje hoor. Hoeveel heeft hij al gedronken? En dan, iets duidelijker, een zachte fluistering. "Savoy?" Fronsend kom ik overeind en spits mijn oren. Ik hoor het vage stemmetje weer, maar even zacht als net. ..Hard gooien.. Net ervaren.. En dan is het weer weg. Het is weer precies zo stil als eerder, maar het lukt me niet meer om rustig terug in mijn bed te gaan liggen. Ik gooi de dekens van me af en sta op, als ik ineens een vage bloedgeur ruik. Als in een reflex lik ik langs mijn lippen, maar dan besef ik me plots wat dit best eens kan betekenen. Is Quinten in gevaar? Heeft Savoy hem aangevallen? Aarzelend open ik de deur van mijn kamer en stap de gezamenlijke ruimte in, die ook in duisternis is gehuld. De geur wordt iets sterker en onzeker wat te doen schuifel ik stilletjes naar de kamer waar Odile en Lew slapen. Ik klop op de deur. "Odile?" fluister ik, zo zacht mogelijk. "Odile, Lew, slapen jullie?"

    Lol, Tinne is gone en nu ga jij en dan ga ik :'D


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Maakt niet uit, I understand ;].

    Odile - Goede vampier.

    Ik hoor een klop op de deur. Mijn moeder verdwijnt en ik open een oog. Langzaam, voorzichtig. Nog steeds in semi-slaaptoestand kruip ik uit bed en doe de deur open. Mijn ogen kruisen die van Yue. Ik haal een hand door mijn haar - dat, zoals gebruikelijk een grote ragebol is.
    'Wat is er? Iemand dood? Fjodor hier?' Gedachteloos loop ik langs haar heen de woonkamer in.
    Ineens sperren mijn ogen zich open.
    'Ruik jij-' Ik staak mijn zin en slik het slijm in mijn mondholte weg. Zo zalig, zo verschrikkelijk zalig..
    Ik zet een paar stappen in de ruimte, weet de geur nu beter te traceren. Verdomme. Net wat ik dacht. De vuile miezerige straathond! Gedecideerd loop ik naar de keuken, haal een slagersmes tevoorschijn en been naar de kamer van Quinten. Zonder aarzeling smijt ik de deur open. Ik ben niet geamuseerd door wat ik zie. Met een vlugge beweging gooi ik het mes richting het tweetal, waardoor Savoy gedwongen is afstand te nemen eer hij niet wil dat zijn kop geraakt wordt.
    'Dit.. is slecht voor mijn humeur.' Ik leg de armen over elkaar, loop op Savoy af en trek hem met een chagrijnig hoofd van het bed af.
    'Luister eens goed naar me, miezerig stuk vampier. Nog maar even en je bent weer op vrije voeten. Dan kun je genieten van elk stukje mensenvlees dat er in je bereik komt. Voor nu blijf je van hem af!' Mijn blik kruist die van Quinten.
    Verdomme, hij heeft z'n gave op hem gebruikt. En ik ben vergeten een lap stof mee te nemen. Ik scheur een stuk van mijn shirt af en bind het om Quintens hals. Ik peil zijn polsslag. Hij is verzwakt. Ineens voel ik hoe een stroompje warm bloed op mijn vingers sijpelt. Gedachteloos breng ik ze naar mijn mond en lik ze af. Mijn ogen verwijden zich. Als bevroren stop ik waar ik mee bezig ben.
    'Quinten..' zeg ik zacht, dromerig, omdat ik weet dat ik de controle verlies. Ik moet nu handelen.
    'Wegwezen. Nu. NU! Yue! Hou me tegen!'


    No growth of the heart is ever a waste

    Savoy
    Net als ik besluit dat het genoeg geweest is gaat de deur open en aangezien ik Odile langer dan vandaag ken weet ik wat ze van plan is. Ik zet snel een stap weg bij Quinten, waardoor het keukenmes dat ze mijn richting op heeft geworpen me op een haar mist. 'Dit.. is slecht voor mijn humeur.' Stil en met mijn armen humeurig over elkaar geslagen luister ik naar haar gebrabbel. 'Hm, ik kan er ook niets aan doen. Breng dan ook eens wat beters dan die derderangs bloedzakken van je blonde..-' Ik stop abrupt met praten en kijk geamuseerd toe als ik Odile een druppel bloed zie op likken. Dat was geen slimme zet. Haar reactie vertelt me genoeg; Zij heeft net zolang als ik geen vers bloed meer gedronken. Ze snakt er naar, net als wij allemaal. Ik grinnik en kijk toe hoe ze langzaam de controle verliest. Arme, kleine Odile. Altijd maar vechten tegen haar ware aard. Ze weet het zelf net zo goed als ik: wij zijn de roofdieren, Quinten is de prooi. Het is onnatuurlijk om hem te beschermen, al helemaal in een situatie als deze. De jongen heeft geen familie, geen toekomst, hij heeft niets. We doen hem meer een plezier door hem te vermoorden.
    Hoe ironisch zou het zijn als Odile na het geven van die preek nu de jongen zelf af maakt? Ik lik de laatste restjes bloed van mijn lippen af en veeg met mijn duim mijn mondhoeken schoon. Quinten zit nog steeds versuft op het bed, nog enigszins onder de invloed van mijn gave. Ik grijns naar hem en wacht dan af of ze zich in zal kunnen houden. Vast niet. Niets kan een dorstige vampier tegen houden, ook zelfbeheersing niet.

    Yue
    De opluchting die ik voelde toen Odile me kwam helpen verdwijnt meteen als ik haar een druppel bloed op zie likken. Ik heb al de hele tijd mijn handen voor mijn neus en mond geslagen tegen de bloed geur, en toch voel ik mijn hoektanden prikken. Als ik nu vers bloed zou proeven zou ik zeker weten de controle verliezen. En volgens mij is dat precies wat er nu met Odile gebeurt. 'Yue! Hou me tegen!' roept ze nog net, voordat ze zich als een hongerige tijger op Quinten stort. Terwijl ik gil spring ik voor Quinten, net op tijd, en ik voel hoe Odile bovenop me land en in een reflex haar tanden al in mijn vlees zet. Ze heeft echter meteen door dat het geen mensenvlees is en laat me vrijwel onmiddellijk weer los. Omdat ik op Quinten terecht ben gekomen toen Odile tegen me aan sprong sta ik vlug op, zodat ik hem niet verstik, en ik leg een hand over de plek waar Odile me gebeten heeft. Nu de ergste schrik voorbij is voel ik pas hoe erg het brandt en er springen tranen in mijn ogen. Ik bijt op mijn lip en probeer Odiles blik te peilen. Heeft ze de controle weer over zich zelf? Is het weer goed? 'Odile?' zeg ik zacht, terwijl ik voel er druppels bloed op wellen uit de wondjes in mijn schouder en tussen mijn vingers door kruipen. Lang duurt het echter niet; Ik voel de huid genezen en dicht trekken en al snel is er niet van de wondjes over dat een plakkerig laagje bloed dat aan mijn vingers en schouders kleeft. 'Gaat het weer?' vraag ik voor de zekerheid en bestudeer Odiles gezicht. Als het nodig is werp ik me weer voor Quinten, maar ik weet niet of ze zich nog een keer door mij zal laten tegen houden.

    Quinten - mens
    Eindelijk laat Savoy los. Met een zachte plof kom ik weer op het bed terecht. Mijn hand druk ik snel tegen de plek waar Savoy’s tanden zonet net nog hebben gezeten. Als er iets is dat ik geleerd heb is het wel dat je bij zo’n wonden er altijd druk op moet oefenen. De stem Odile hoor ik dichterbij komen. Iemand heeft haar dus gewaarschuwd, maar ik heb niks gedaan. Wat er allemaal om me heen gebeurt vind ik niet meer interessant, terwijl ik een dag geleden nog heb gehoopt om het voor één keertje eens mee te mogen krijgen. Mijn hand voelt nu al warm en plakkerig. Versuft kijk ik voor me uit en zie dat Odile naar me toe komt. Ze heeft een stuk stof vast en ik begrijp dat dat voor mijn nek is bedoeld. Voorzichtig haal ik mijn hand daar weg en ze doet het stof eromheen. Snel werp ik een blik op mijn hand en zie, voor zover dat kan in deze verduisterde kamer, dat deze rood is. Zonder er echt over na te denken druk ik mijn hand weer tegen de doek. Het volgende deel krijg ik maar wazig mee. Odile hoor ik iets zeggen wat ik niet versta, niet veel later klinkt er een gil en voel ik iemand op me terecht komen. Gelukkig is het gewicht snel weer weg. Eerst moet ik mijn gedachten maar eens op een rijtje krijgen. Ik zit hier, bloedend, in een kamer vol hongerige vampiers. Ergens zou een belletje moeten rinkelen, maar mijn lichaam is daar te moe voor. Wat zei Odile nu?! Ik probeer me te concentreren en terug te denken. Mijn gevoel zegt me dat het iets met “weg” en “tegen houden” is, maar meer krijg ik niet voor mijn geest. Dat eerste geeft me genoeg aanzet om te bewegen. Voorzichtig probeer ik van het bed af te komen. Wat Savoy ook allemaal gedaan heeft, het laat duidelijke sporen na. Niks zeggen, geen geluid, dat was de opdracht. Als ik eenmaal overeind ben, zie ik het voor mijn ogen duizelen en grijp me vast aan de muur. Bij elke stap die ik zet voel ik een steek in mijn rug en krijg ik het gevoel dat in omval. Toch klem ik mijn kaken stevig op elkaar om geen geluid te maken. Uiteindelijk, met veel moeite en pijn, weet ik de badkamer te bereiken. Snel knip ik het licht aan en sluit ik de deur. Vervolgens strompel naar de wasbak. Daar steun ik met één hand op en kijk in de spiegel. Het rood van de doek lijkt nog roder afgeschilderd door mijn bleke huid. Mijn ogen staan moe en het is duidelijk dat ik nog maar weinig kracht over heb. De witte Tl-lichten, tegels werken ook niet echt mee. Alles draait om me heen en mijn benen bezwijken bijna onder mijn gewicht. Met een van de laatste beetjes kracht laat ik me tegen de muur langs de wasbak, zakken. De kou straalt door mijn lichaam terwijl ik mijn achterhoofd tegen de muur leg. Mijn hand drukt nog steeds tegen de doek. Met mijn vrije hand probeer ik de handdoek van het rek te pakken. Als dat eenmaal gelukt is, haal ik de vorige doek eraf om die te vervangen door de handdoek. Alles draait nog steeds voor mijn ogen en mijn rug laat merken wat het resultaat is van de klap tegen de muur. Mijn ademhaling is zwaar en mijn beeld nog steeds wazig. Hoe lang zal het eigenlijk duren totdat dit voorbij is? Langzaam neemt het bevel van Savoy in mijn hoofd af. ‘Auw.’


    Do it scared, but do it anyway.

    Odile - Goede vampier.

    Ik heb mezelf niet meer kunnen beheersen. In een waas van misschien wel de sterkste dorst die ik heb gevoeld grijp ik mijn slachtoffer en land samen met hem op de grond. Te laat. Te laat, Quinten! Ik zet mijn tanden in het vlees, om er vervolgens tot mijn verbijstering achter te komen dat het een vampier is die ik nu probeer leeg te zuigen. Totaal uit het veld geslagen laat ik de vampier los.
    'Yue.. Yue!' Geschokt neem ik afstand.
    'Odile?' vraagt ze.
    'Het.. het spijt me. Ik had.. mezelf niet meer onder controle.'
    'Gaat het weer?' vraagt ze. Ik knik.
    'Ja, alles in orde. Waar is hij?' Mijn ogen flitsen door de ruimte, blijven vervolgens op Savoy hangen. Hij is nog steeds hier. En dan, ineens, vliegen mijn ogen naar de badkamerdeur. Daar is hij!
    'Ik ga hem opzoeken. Geen zorgen, ik kan mezelf nu wel.. inhouden.' Ik loop op de badkamerdeur af en doe hem open. Quinten zit tegen de muur geleund, zijn lichaam is verzwakt. Ik heb die blik eerder gezien bij Johannes, de man die tegenover Savoy en mij stond in de ring. Hij heeft zijn gave op hem gebruikt, het kan niet anders nu.
    'Het spijt me, ik verloor mezelf. Maar het is goed nu. Ik denk dat het 't beste is als je bij ons op de kamer slaapt. Het klinkt misschien vreemd na alles wat er nu gebeurd is, maar zodra ik niet rechtstreeks met je bloed in aanraking kom is het in orde.'


    No growth of the heart is ever a waste

    Quinten
    Nadat ik mijn ogen heb gesloten hoor ik de deur open gaan. Mijn ogen open ik weer en zie dat Odile binnen is gekomen. Ze zit gehurkt en iets van me af. Meteen krijg ik een verontschuldiging en uitleg. Nog steeds zwaar ademend kijk ik haar aan.
    ‘Het geeft niet, je kon er ook weinig aan doen,’ mompel ik. Waarom blijven ze me beschermen? Terug kan ik niet en als ik dood ben merkt ook niemand dat.
    ‘Ik heb het deels aan mezelf te danken. Hij maakte me gewoon gek waardoor ik niet echt meer nadacht over de gevolgen.’ De enigste die nog niet bij me betrokken is, is Lewis. Met hem heb ik ook al eens een aanvaring gehad, maar niet zoals deze. Wat zal hij er eigenlijk van vinden? Vooral als ik Odile’s aanbod aanneem en zij hun kamer niet meer voor hun alleen hebben. Het lijkt me niet leuk om hun privacy te verstoren, vooral niet in deze staat.
    ‘Als je het niet erg vind blijf ik liever even zitten. De smak die ik tegen de muur heb gemaakt, was niet bepaald goed voor me. En ik heb nu gewoon geen kracht om op te staan.’ Misschien is het wel beter als ik gewoon even uit de buurt van wezens blijf. Nog een keer zou ik niet overleven.


    Do it scared, but do it anyway.

    Odile - Goede vampier.

    'Het geeft niet, je kon er weinig aan doen,' zegt hij zacht. Ik glimlach voorzichtig.
    'Ik had mezelf.. beter moeten beheersen.' Ik zeg het net zo zacht als hij. Ik vraag me af of Lewis al wakker is geworden door alle tumult. Hoe dan ook ben ik niet van plan om deze kamer te verlaten als Quinten het ook niet doet.
    ‘Ik heb het deels aan mezelf te danken. Hij maakte me gewoon gek waardoor ik niet echt meer nadacht over de gevolgen,’ gaat hij verder. Ik trek een wenkbrauw op van verbazing, om hem vervolgens weer te laten zakken.
    'Het is moeilijk.. om zijn gave te weerstaan als je niet op je hoede bent. Een verraste geest is een kwetsbare geest. Ik neem het je niet kwalijk, je kon het niet weten. Savoy heeft een heel sterke gave. Ik ken vampiers die in staat zijn dieren hun wil op te leggen, maar mensen - met zo'n complexe manier van denken...' Ik trek een mondhoek omhoog.
    'Stond hij maar aan onze kant.' Ik leun tegen de muur en maak het me gemakkelijk.
    'Al goed. Als jij van plan bent te blijven, dan doe ik dat ook. Al is het maar om te voorkomen dat iemand je leegzuigt.'
    Ik wend de ogen van hem af en kijk nu voor me. Al gauw ben ik weer in gedachten verzonken. En die gedachten zijn gevuld met pijn. Nog even. Nog even en alles is afhankelijk van Jonah. Mij zal hij niet redden, dat heeft hij me zelf gezegd. Maar de anderen. Voor hen moet er tenminste een uitweg zijn! Een toekomst! Ook al.. ook al is de mijne tegen die tijd weggenomen.


    No growth of the heart is ever a waste

    -Quinten-
    Langzaam begon ik moe te worden. Zelf had ik, als uitzondering op de andere, nog niet geslapen of ook maar een poging gedaan tot. Half luisterde ik naar wat Odile zei over Savoy, ze wist niet hoe het gegaan was en dacht klaarblijkelijk dat Savoy gelijk bevelen uitgedeeld had. 
    'Hij heeft me het niet direct gedwongen,' zei ik toen ze me niet meer aankeek. 'ik lag rustig op bed te tekenen toen hij binnenkwam. Hij knoopte een praatje aan en ik ging met hem mee om hem niet meteen uit te kafferen. Steeds meer leken zijn praatjes op de praatjes die ik vroeger genoeg heb aangehoord en die dus niet leuk zijn. Daar werd ik gek van dus ben opgestaan, direct leek ik weer helder te kunnen nadenken. Zo heb ik hem nog een keer uitgedaagd waarna er nog wat slijmpraatjes kwamen. Onderhand had ik genoeg van zijn aanwezigheid en dat hij niet wou vertrekken dus besloot ik zelf maar te gaan.' ik slikte even. Waarom ik dit aan Odile vertelde was mezelf nog niet helemaal duidelijk. Ze had het recht te weten dat ik ook fout heb gezeten, misschien minder dan Savoy in haar ogen maar wel fout. Na een korte stilte ging ik verder. 'nog voor ik de deur uit was gelopen stond hij al bij me. Bruut greep hij me bij mijn nek en ik werd tegen de muur gesmeten om vervolgens op het bed terecht te komen.' onbewust ging ik iets anders zitten in de hoop dat dat beter voor mijn rug was. 'verder zul je het verhaal wel weten. Hij gebruikt concreet zijn gave, hij bijt en jij komt binnen.' de handdoek drukte ik nog steeds tegen mijn hals. Waarom ik nog steeds beschermt werd bleef voor mij een raadsel. Waarschijnlijk zou ik nooit meer zo'n gesprek me Odile kunnen voeren, dus ik probeerde er maar het beste van te maken. 'waarom beschermen jullie me nog steeds? Terwijl het de situatie voor jullie alleen maar moeilijker maakt,' vroeg ik met een lichte aarzeling. 'en wat is eigenlijk jou redding straks? Ik weet dat er iets gaat gebeuren, maar verder is het langs me heen gegaan,' voegde ik daar zacht aan toe.


    Do it scared, but do it anyway.

    Odile - Goede vampier.

    'Hij heeft me het niet direct gedwongen,' zegt hij dan, waardoor de stilte tussen ons twee gebroken wordt. Ik kijk op en gluur naar hem vanachter een lok haar.
    'Ik lag rustig op bed te tekenen toen hij binnenkwam. Hij knoopte een praatje aan en ik ging met hem mee om hem niet meteen uit te kafferen. Steeds meer leken zijn praatjes op de praatjes die ik vroeger genoeg heb aangehoord en die dus niet leuk zijn. Daar werd ik gek van dus ben opgestaan, direct leek ik weer helder te kunnen nadenken. Zo heb ik hem nog een keer uitgedaagd waarna er nog wat slijmpraatjes kwamen. Onderhand had ik genoeg van zijn aanwezigheid en dat hij niet wou vertrekken dus besloot ik zelf maar te gaan.' Ik knik. That sounds like Savoy alright. Manipulatief tot op het bot. In tegenstelling tot hem ben ik louter een simpele gevechtsmachine. Ik ben niet van de psychologische spelletjes, al zou ik weten hoe ik ze toe moet passen. Dat, helaas, is Fjodor's afdeling. Verdomme.
    'Nog voor ik de deur uit was gelopen stond hij al bij me. Bruut greep hij me bij mijn nek en ik werd tegen de muur gesmeten om vervolgens op het bed terecht te komen.'
    'Ja, that's Savoy alright,' zeg ik met een wrange grijns.
    'Alhoewel ik moet zeggen dat zijn stijl wat cleaner is dan de mijne is geweest. Afijn. Dat is verleden tijd.'
    'Derder zul je het verhaal wel weten. Hij gebruikt concreet zijn gave, hij bijt en jij komt binnen,' vervolgt Quinten zijn gave. Ik trek de knieen naar me toe en vouw mijn armen er overheen. Net zoals Quinten zit ik ook tegen de muur, alleen ben ik opgekruld.
    'Deze clan.. is decadent geworden. Maar hun bloed laat nog wat te wensen over. Zelfs Savoy was niet tevreden, vandaar dat hij jou aanviel. En het scheelde weinig of ik..' Ik slik even als ik naar zijn hals kijk.
    'Of ik had hetzelfde gedaan. Ik heb me een keer eerder laten gaan, bij Dewi. Het is moeilijk voor een vampier om zijn bloedlust onder controle te houden.'
    'Waarom beschermen jullie me nog steeds? Terwijl het de situatie voor jullie alleen maar moeilijker maakt,' vraagt hij dan. Ik recht nu mijn rug. Kijk in zijn ogen. Wat zie ik?
    'Is de wil verdwenen? Wil je niet meer.. leven?' vraag ik.
    'Ik heb tegen mezelf gezegd dat er geen onschuldigen meer door toedoen van mijn handen mogen sterven. Niet meer. Het zal nooit het leed dat ik heb veroorzaakt goed maken, maar hier ligt de grens. Er is maar een iemand die ik zal doden als ik ooit de kans krijg,' zeg ik vastberaden. Ik bal de vuisten van woede.
    'En wat is eigenlijk jouw redding straks? Ik weet dat er iets gaat gebeuren, maar verder is het langs me heen gegaan,' zegt Quinten, alsof hij mijn gedachten kan lezen. Ik laat het hoofd op mijn knieen zakken en staar voor me uit. Mijn redding..? Jonah verschijnt in mijn gedachten. Meteen zakt mijn humeur naar het vriespunt. Hij zal me niet komen redden tijdens het huwelijk. En zodra Fjodor en de zijnen erachter komen dat de groep hier weg is, zullen ze me nog strenger in de gaten houden. Zachar is misschien een idioot, maar ik ben zeker dat Fjodor nog meer troeven achter handen heeft. En ik sta al machteloos tegen Zachar of Elias.
    En dan is er nog.. ik word al onpasselijk als ik eraan denk. Dan is er nog de huwelijksnacht. Ik mag wel een wereldwonder zijn wil ik me daaruit redden. Misschien moet ik Zachar zo uitdagen dat hij me in een woedeaanval bewusteloos slaat. Dat klinkt aanlokkelijk, nu ik erover nadenk.
    'Om eerlijk te zijn.. ik weet het niet. Ik heb enkel Jonah's woord. En da is.. niet veel meer dan lucht.'


    No growth of the heart is ever a waste

    Quinten
    Odile bevestigd dat dat Savoy’s stijl is. Iedereen heeft dus een eigen manier van handelen. Savoy, hij is meer van de sluwe spelletjes, de gedachtes van zijn prooi manipuleren en dan zinderend hard toeslaan. Daarentegen Odile lijkt op dat gebied strijdlustiger, harder in haar aanpak. Zoals ze zelf al aangeeft is Savoy’s methode “cleaner” dan die van haar. Van de rest hier zal ik het misschien wel nooit te weten komen hoe hun het aan pakken, maar nu ik het van twee weet, weet ik al meer dan eerst. Even haal ik de doek van mijn nek, hij lijkt nog steeds roder te worden. De tijd dat ik hem van de wond af gehaald heb, lijkt mijn duizeligheid toe te nemen. Snel druk ik de doek weer tegen mijn nek, ook sluit ik voor een klein moment mijn ogen terwijl ik naar Odile blijf luisteren. Als ik mijn ogen toch weer open, merk ik dat de duizeligheid zeker niet weg is. Nee in tegendeel, nu zie ik er een paar zwarte vlekjes tussendoor.
    'Is de wil verdwenen? Wil je niet meer.. leven?' Heeft Odile gevraagd. Eigenlijk heeft ze ook nog gelijk ook. Wat heeft het nou voor zin om te leven, terwijl je niets hebt als motivatie. In werkelijkheid ben ik nu dood aan het gaan, zeker als ik nog meer bloed verlies. En wat dan áls ze me redden. Dan is het nog maar de vraag hoelang ik het volhoud en of ik nog vrij kom.
    ‘Odile, je weet dat ik geen thuis heb en hier een beetje dood lig te gaan,’ mompel ik door de duizeligheid heen. De duizeligheid begint me te irriteren, maar wat ik ook probeer, hij wil niet weg gaan. Ik vestig nog een laatste blik op Odile en kijk daarna naar de wasbak naast me. Als ik op zou kunnen staan zou ik wat water kunnen drinken en even mijn gezicht kunnen spoelen. Ach zelfs in deze toestand is dat het proberen waard. Mijn vrije hand pakt de rand vast. Voorzichtig trek ik mezelf aan die hand overeind, maar merk al snel dat mijn arm trilt van de inspanning en ik ben nog geen tien centimeter van de grond. Helaas, ik ben te verzwakt om echt iets te kunnen doen. Verder protesteert mijn rug hevig. Als klap op de vuurpijl voel ik me steeds slechter. Ik kan gewoon niet meer. Met een zachte zucht laat ik me weer tegen de muur zakken.
    ‘Odile,’ opper ik. Mijn stem klinkt als niet meer dan een fluistering, terwijl ik tegen de zwarte vlekken vecht.
    ‘Ik ben duizelig,’ mompel ik er wanhopig achteraan. Eigenlijk ben ik meer dan duizelig, richting het misselijk zijn. Na een laatste wanhopige blik naar Odile kan ik het niet meer tegenhouden. Rustig leg ik mijn hoofd tegen de muur en sluit mijn ogen. En als laatste zak ik langzaam tegen de koude muur.


    Do it scared, but do it anyway.

    Odile - Goede vampier.

    ‘Odile, je weet dat ik geen thuis heb en hier een beetje dood lig te gaan,’ zegt Quinten. Geen thuis... ik heb er niet echt meer bij stilgestaan. Ik merk hoe zijn ogen naar de wasbak schieten. Hij probeert zich overeind te helpen, maar ver komt hij niet. Wat moet ik doen? Zou hij werkelijk.. dood beter af zijn? Het bloedverlies maakt de situatie er niet veel beter op. Ik had gelijk. Hij heeft inderdaad geen wil meer om te blijven leven. Is het niet veel praktischer om hem hier en nu af te maken? vraagt een stem in mijn hoofd. Normaliter zou ik er niet over hebben geaarzeld. Maar nu.. ik zou het niet over mijn hart kunnen krijgen om hem af te maken. Niet als er nog zo veel andere opties voor hem open liggen.
    'Odile..' zegt hij dan zwak.
    'Ik ben duizelig.'
    'Wacht, ik-' Dan zakt hij ineen, nog voor ik wat heb kunnen doen. Mijn ogen worden groot.
    'Quinten..' Er komt geen reactie, hij is bewusteloos geworden. Ik aarzel geen seconde en neem hem in de armen. Met Quinten verlaat ik de kamer zonder Savoy nog een blik waardig te hebben gegund en open de deur naar mijn kamer.
    'Lewis, niet aanvallen, het is Quinten. Savoy heeft hem te pakken gekregen.' Ik maak plaats op het bed en leg hem naast Lewis neer. Even twijfel ik, maar dan pak ik de doek en bind hem om Quintens nek. Ik hou mijn adem in om te voorkomen dat de penetrante bloedgeur weer het ergste in me wakker maakt.
    Zwijgend kijk ik naar de bewusteloze jongen. Wat moet er van hem terecht komen? Ik weet het niet. Zijn lot is onzekerder dan het mijne; ik weet tenminste wat de toekomst me brengt. En wat het me brengt gaat niet bepaald over rozen.


    No growth of the heart is ever a waste

    Yue
    Ik voel me een beetje duizelig door de prikkende pijn in mijn nek en zak neer op het bed. Quinten en Odile druipen af naar de badkamer en ik voel me een aansteller dat ik van alleen die beet in mijn nek al zoveel last heb. In de badkamer hoor ik Quinten en Odile zachtjes met elkaar praten en ik besluit me afzijdig te houden, al werkt de sterke bloedgeur me op mijn zenuwen. Het voelt alsof er nog steeds wat ergs staat te gebeuren, terwijl ik weet dat het juist voorbij is. Opgelucht merk ik dat het bloeden al wat gestopt is en ik sta weer op. Net op dat moment hoor ik de badkamer deur opengaan en ik zie Odile, met een bewusteloze Quinten in haar armen, naar buiten komen. Geschrokken open ik mijn mond om wat te zeggen en kijk paniekerig toe hoe Odile zonder wat te zeggen de kamer uit snelt. Even blijf ik besluiteloos staan, dan loop ik vlug achter haar aan. In de deuropening van de kamer die ze met Lew deelt blijf ik staan en kijk toe hoe ze hem op bed legt. Ik bijt op mijn lip als ik Lews barse opmerking hoor en twijfel of ik iets moet zeggen. 'Kan ik helpen?' vraag ik uiteindelijk haast fluisterend en kijk van Odile naar Lew naar Quinten en weer terug.

    Savoy
    Geamuseerd kijk ik toe hoe Odile per ongeluk Yue aan valt, maar daarna begint het hele gebeuren me wat te vervelen en ik loop de kamer uit richting de keuken, op zoek naar wat te drinken. Ik pak een glas, schenk wat water in en gooi het achterover. Nadat ik mijn mond heb gespoeld leun ik met het halfvolle glas nog in mijn hand tegen het aanrecht. Het zal niet lang meer duren voordat we hier uit kunnen. Hoe ga ik dan verder? Lew, Odile, Yue en Quinten waren amusant voor zo lang als het duurde, maar ik ben eigenlijk wel wat op ze uitgekeken. Zal ik dan, na zo lang, mijn eigen weg weer gaan? Ergens ben ik wel gehecht geraakt aan mijn kleine vrienden. Ik grinnik in mezelf en neem nog een slok water. Tja, gehecht aan ze zoals een klein kind gehecht is aan zijn hamster. Zodra het beestje sterft is hij een weekje verdrietig, en dan is er weer een nieuwe hamster, cavia of muis om de leegte op te vullen.
    Ik draai het glas wat rond en kijk naar het kolkende water. Een nieuwe omgeving en wat nieuwe mensen en vampiers zouden me vast goed doen. Ik zou richting Afrika kunnen gaan, het is lang geleden dat ik daar voor het laatst was. Of Oceanië.. Ik vraag me af of de vampieren die ik daar een aantal decennia geleden heb ontmoet nog leven. Wie weet zijn ze verhuisd, verbrand.. Terwijl ik het laatste van mijn water op drink besluit ik dat ik wel wat zal improviseren. Teveel vooruit denken en plannen maakt het toch maar saai. Wie weet komt er onverwacht nog iets interessants op mijn pad hier.

    Is Jonah nog van plan tot leven te komen? [:
    Wilde niet te veel zeuren, maar het is nu wel erg lang geleden
    en vraag me af of hij vergeten is? :P


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Sioux -> Aotearoa


    Do it scared, but do it anyway.