• Een goed georganiseerde groep rovers uit het wilde westen, wordt al jaren gezocht in verschillende staten voor zowel overvallen als moorden.
    Ze gaan te werk onder de naam Los Ladrones en staan onder de leiding van een broer en zus, wiens ouders werden vermoord door de burgemeester uit het stadje van Counter City.
    Ze ronselen nog steeds mensen die geschikt zijn voor Los Ladrones en gaan elke stad af tot ze weer bij Counter City zijn zodat ze daar hun wraak kunnen nemen en de stad kunnen overnemen.
    Wat ze echter niet weten, is dat tussen hun eigen manschappen, verraders zitten die voor een goed bedrag Los Ladrones willen uitleveren.



    Regels:
    • Max. 2 personages per persoon
    • Minstens 250 woorden in een post, ik controleer dus hou je er aan. Meer mag uiteraard ook.
    • Niemand buitensluiten
    • Alleen Gipsy maakt nieuwe topics aan, tenzij anders vermeld.
    • Bespeel alleen je eigen personage
    • Let op je spelling en interpunctie.
    • Naamsveranderingen en afwezigheden altijd doorgeven
    • OOC altijd tussen haakjes
    • Geen eendagsvliegen anders loopt de RPG te snel dood
    • Denk er aan, niemand is perfect
    • Reserveringen blijven 3dagen staan.



    Rollen:


    Leiding Los Ladrones:

    Zus: Emily Grace Oakley - Tyrion
    Broer: Oliver Alexander Oakley - Graymark

    Leden van Los Ladrones:

    Vrouwen: tijdelijk vol
    Somesley - Amelia Brown - Trouwe hond
    Tortura -Angelina Morgan - Verrader, echte naam Alyssa Campbell
    Arriver - Cyrelle Kaela Newman - Trouwe hond
    Caleo - Lonte-Rosa Joye Wishe - Trouwe hond
    Harlequinn -Rosemary Angelica Morales - Verrader
    Mannen:
    Bonacieux - William Benjamin Hassel - Trouwe hond
    Jolene - Charles Laster - Trouwe hond
    MindBreaker - Jonathan Damian Connor Trouwe hond
    MindBreaker - James Levan Connor - Verrader
    -


    Leiding Counter City:

    Bonacieux - Jean Blake Yates - Burgemeester
    Michonne - Luke Billings - Sheriff
    Tyrion - Christopher King - Hulpsheriff
    Inwoners Counter City:

    Vrouwen:
    Jemima - -Rebecca Cecelia Yates - Dochter burgemeester
    Roww - Lily Harmony Jones
    -
    -
    -

    Mannen:
    Tarsus - Fernandez Manuel Mendéz - Hoefsmid
    -
    -
    -
    -


    Ja ik heb toestemming gekregen van een moderator om 2 rollentopics tegelijkertijd te lopen.


    Rollentopic
    Praattopic 1

    [ bericht aangepast op 27 april 2013 - 18:45 ]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    [Somesley - Host]

    Amelia Brown
    Ik smeerde mijn keel met het water, tevreden vernauwde ik mijn ogen ietwat toen de zon fel in mijn ogen scheen. Het water deed me goed, het verkoelde me een heel klein beetje, niet veel, maar toch. Alle kleine beetjes hielpen.
    Mijn hazelnootkleurige ogen speurden de omgeving af, de meeste leden hadden wat verkoeling gezocht in de schaduw, drinkend uit hun veldflessen. Mijn rechterhand plukte ongeïnteresseerd wat grassprieten van de droge grond, die inmiddels een bruinige kleur hadden gekregen. Het was meer uit een gewoonte dat ik het deed. Ietwat verveelt hees ik mezelf op - wat me eerlijk gezegd aardig wat moeite koste - en strekte mijn armen. Zuchtend veegde ik wat klamme haren uit mijn gezicht, om vervolgens langzaam richting mijn paard Allegro te lopen. Allegro weerspiegelde precies mijn humeur, en dat was op dit moment verveelt en moe. "Hé mannetje, ik weet hoe je - je voelt." Glimlachte ik, terwijl ik mijn hand even door zijn zwart gekleurde manen liet glijden. Allegro duwde zijn neus tegen mijn buik aan, wat aangaf dat hij honger had. "Ja, ja Allegro, ik weet wat je wilt." Hoofdschuddend griste ik de appel waar Allegro op had zitten azen uit mijn broekzak. Ik hoefde de appel hem niet eens voor te houden, Allegro viel meteen aan en schrokte het naar binnen. "Vreetzak," zuchtte ik, terwijl mijn mondhoeken zich automatisch omhoog hadden gekruld. Plots hoorde ik Emily roepen dat we waren ontdekt, wat me meteen met een frons op deed kijken. Snel klom ik op Allegro's rug en spoorde hem aan, de achtervolging inzettend. Je kon wel zeggen dat ik wat actie gemist had, aangezien er vrijwel meteen grijns rond mijn lippen speelde. Emily had al snel de "indringer" bij haar teugels gepakt, vanaf haar achterkant kon ik zien dat de indringer vrouwelijk was. Ik liet Allegro vaart minderen, nieuwsgierig stak hij zijn kop nog wat verder vooruit, zijn neusvleugels gespreid.
    "Kijk eens wat we hier hebben," er was duidelijk een triomfantelijke ondertoon op te merken in Emily's stem. "Handen waar ik ze kan zien!" riep ze vervolgens naar de vrouw. Inmiddels had Allegro Emily bereikt en stonden we nu naast haar. Mijn ogen had ik vernauwd, mijn handen waren om de teugels geklemd. Gefixeerd nam ik de vrouw in me op. Ik vond het vreemd dat ze alleen was, had ze soms dood gemoeten? Iemand er alleen op uit sturen - richting ons - stond namelijk gelijk aan de doodstraf. We waren nou niet bepaald medelevend. "Wie heeft je gestuurd?" beet Emily haar toe. Ze laadde de revolver met een simpele klik. "En geef me verdorie één goede reden waarom ik je niet ter plekke neer zou schieten."
    Ik stuurde Allegro richting de andere kant van de vrouw, zodat eventuele ontsnappingspogingen onmogelijk zouden zijn.


    To love is to destroy.

    Oliver Alexander Oakley || Leider Los Ladrones.
    Angelina zette een hand in haar zij. Alec perste zijn lippen op elkaar om niet te beginnen lachen, maar keek haar nog steeds strak aan, waarna hij naar een tijdje weer wat ontspande. Angie's donkerbruine paard brieste even en duwde haar neus tegen haar ruiter. Het leek even te duren vooraleer Angelina het zoeken naar aandacht van Gaby beantwoorde door haar door haar manen te strelen.
    Angelina vervolgde hetgeen wat ze had willen zeggen, waarop Alec een ietwat minzaam antwoord gaf, met ietwat amusement in zijn stem. Angelina haalde haar wenkbrauw op.
    Alec wierp even een blik op Arions zadel dat nog steeds onder de boom lag. Hij wilde het dier gewoon opzadelen zodat ze konden vertrekken. Alecs geduld werd eerlijk gezegd enorm op de proef gesteld. Niet alleen op dit moment, waarbij hij ietwat moeite moest doen om zijn lichaam te ontspannen en zijn nagels niet in zijn handpalmen te boren - gewoon dit hele gedoe. De jongeman wist dat als het eenmaal zo ver was, het een kwestie was van vermoord worden of zélf moorden. Hij vond het niet echt moeilijk om te beslissen welk van de twee het zou worden. Yates moest en zou sterven, daar bestond geen twijfel over.
    Alec wilde alleen dat het voorbij was... Om... Om rust te hebben? Nee, rust was iets wat hij waarschijnlijk nooit zou hebben. Hoe kon je in rust leven als je dertien jaar lang het gevoel had dat er iemand over je schouder meekeek zonder dat je iemand had die je kon beschermen en geruststellen op een manier waarop alleen ouders dat konden. Alec had Emily en zij had hem als het er op aankwam, maar... Het was niet hetzelfde. Ook al voelde Alec geen verdriet, hij voelde wel eens verontrustende leegte die er altijd zou zijn en hij was er vrijwel zeker van dat die nooit zou worden opgevuld, ook al was Yates dood. Was dit dan gewoon omwille van wraak? Hoogstwaarschijnlijk wel, maar zo was Alec nu eenmaal. En hij was nog veel erger dan alleen wraaklustig.
    "Hm, als leider over ons," Alec rolde vrijwel meten met zijn ogen, "hoor je toch wel te weten dat we wel nieuwsgierig zijn naar onze bestemming en hoe lang dat zal duren." Angelina kuchte even. En is dat mijn probleem? De vrouw stapte naar voren, met haar gezicht ietsje gekanteld. Alec keek zoals hij altijd keek; minzaam, hooghartig en verveeld. En dan was er nog die ijskoude diepte en die donkere glans in zijn ogen. Angelina keek hem doordringend en uitdagend aan, ze stond vlak voor hem. Alecs uitdrukking veranderde geen millimeter.
    "Maar het zal wel aan mij liggen," zei de vrouw met een grijns.
    "Ja, waarschijnlijk wel," reageerde Alec meteen. Het was niet dat hij er doodrustig onder bleef of zoiets, nee, de spieren in zijn armen en handen stonden net iets te strak gespannen en hij deed een poging om ze te ontspannen, maar het lukte niet echt. Uit zijn blik viel niet af te lezen dat hij het totaal niet leuk vond, die toon waarop ze tegen hem sprak. Waarom deed hij eigenlijk nog? Het was niet dat hij iets zou verliezen als hij het niet deed.
    Angelina was niet bepaald klein, maar Alec was toch nog altijd een centimeter of acht groter dan zij was, dus daar maakte hij ook gebruik van wanneer hij haar bij haar arm nam toen ze zich wilde omdraaien en haar dichter naar zich toe trok. Er speelde een 'kwaadaardig' lichtje in Alecs ogen en hij keek haar met een vooral hooghartige blik aan.
    "Weet je," zei hij zachtjes, op een scherpe toon. "Die emotie en vooral dan de brutaliteit in die prachtige bruine ogen zijn toch zo fascinerend." Alecs hand was als een bankschroef en omklemde Angelina's pols in zo'n stevige greep dat ze er waarschijnlijk een blauwe plek aan zou overhouden. De jongeman klonk niet vol van zichzelf, maar zoals eerder al gezegd scherp en minachtend. "Als je zo verder doet raak je er waarschijnlijk ooit eentje kwijt." Er was waarschijnlijk maar een centimeter ruimte of zoiets tussen die twee, die als kemphanen tegenover elkaar stonden. Alec wilde er nog iets aan toevoegen, maar toen hoorde hij Emily's stem en keek op. Hij liet Angelina's pols los.
    "Godverdomme," vloekte hij bij zichzelf. Alec beklom zijn nog steeds niet opgezadelde paard - desalniettemin niet minder vlot - en kwam in minder dan een minuut aan bij de plek waar zich al een paar mensen verzameld hadden. Rijden zonder zadel was niét leuk.

    [Eindelijk. -.-]


    help

    Angelina Morgan— traitor.

    Ze negeerde het gedoe maar dat de jonge man, die bovendien hun volwassen leider hoorde te zijn, zich kinderachtig uitte door de ogen te rollen. Wanneer de vrouw naar voor was gestapt, haar gezicht iets gekanteld had, keek dezelfde man nog zoals hij altijd keek. Dat zou minzaam zijn, hooghartig, verveeld. Alleen daarbij lag er nog die ijskoude diepte in zijn ogen, het was iets dat hij te allen tijde wel leek te hebben en Angelina stoorde zich er mateloos aan. Hoewel ze er verder niet veel van probeerde te denken, aangezien ze wat anders ervan verwachtte. Niet dat het hem kon schelen, dat was vanzelfsprekend, want dat hoorde allicht bij zijn stoere, emotieloze act. Nee, Angelina dacht er niet veel van, maar ze dacht sowieso niet veel van de leden Los Ladrones. Ze wilde er direct uitstappen, zelfs als het zou betekenen dat ze achtervolgt of opgezocht werd door één van de leden— of in feite Alec zelf.
    ‘Ja, waarschijnlijk wel,’ kaatste de man direct terug, alsof er iemand op zijn hielen zat. Tijd verdoen aan haar wilde hij in elk geval niet, dat was niet enkel op zijn gezicht af te lezen, maar ook in zijn handelingen en eveneens woorden. Angelina wist wel dat het zo zou gebeuren, verwachtte het zelfs, echter moest ze van zichzelf laten merken dat ze niet zoals anderen was. Deels van de leden zouden nu al weg gelopen zijn, gekwetst of dergelijke door zijn hardvochtige antwoorden en daden. Gekwetst misschien was niet het goede woord, eerder overdonderd, beangstigd. Toegegeven: hij was dan ook wel de leider van Los Ladrones en Angelina zou liegen als ze niet een beetje, ook al was het een ietsepietsie, geïntimideerd was. Dat deel van zichzelf haatte ze, ze had er een hekel aan. Hij mocht het in alle gevallen niet te weten komen.
    De vrouwe met de chocoladebruine haren richtte zich daarom op hoe de jongeman tegenover haar stond. Zijn spieren in zijn armen en handen stonden iets te strak gespannen, waardoor Angel de spieren wel kon merken. In eerste instantie wilde ze er kort naar blijven kijken, maar vervolgens ging haar linker mondhoek ietwat cynisch de hoogte in. Het vermaakte haar diep vanbinnen hoe ze de Leider had gekregen, dat gebruikte ze over het deel dat geïntimideerd was geraakt en die het liefste weg was gelopen. Dat zou zwakte zijn en bij hem kon ze dat absoluut niet gebruiken, niet nu, nooit niet. ‘Logisch.’ Was het enige antwoord op wat hij eerder had gezegd, voordat ze wegdraaide van hem. Het enkele woord kwam langzaam over haar lippen vandaan, alsof ze hem voor gek verklaarde. Wie weet, dat zou voor hem zijn om te bepalen, aangezien ze het enkel had gezegd om hem erover na te laten denken. Wel, dat en iets te plagen.
    Haar arm werd vlak nadat ze zich had omgedraaid al vastgepakt door één en dezelfde man die ze net nog had uitgedaagd. Wat wilde hij nu weer? Vast een pakkend antwoord terug kaatsen, zodat hij zich oppermachtig zou voelen. Het leek haar in elk geval wel een typisch geval van controle die hij wilde hebben. Wat zeggen jegens hem kon niet meer, hij trok haar naar zich toe en desondanks dat Angelina het niet wilde laten opmerken, schrok ze iets van de ruwheid ervan. Alec was een centimeter of tien groter dan zij was en dat geïntimideerde gevoel kwam weer de kop op spelen— dat moest ze absoluut niet hebben. Voor een enkele seconde had ze zelfs de gedachte gehad dat dit het was, wat “het” ook zou zijn. Die schrik in de bruine poelen van haar verdween echter direct weer op het punt dat ze hem in zijn ogen aankeek, ontsnapte als wolken voor de zon. Er lag nog een donkere blik in, één die ze werkelijk niet helemaal kon peilen. Alec zijn donkere, korte haar krulde warrig door elkaar, merkte Angelina op.
    ‘Weet je,’ bracht hij zachtjes, op een scherpe toon uit. De jonge vrouw ademde door haar half geopende mond langzaam in en uit, ongeduldig wachtend op wat hij nog meer wilde uitkramen. ‘Die emotie en vooral dan de brutaliteit in die prachtige bruine ogen zijn toch zo fascinerend.’ Hard knarsetandde ze doordat zijn hand als een onverbiddelijke klem om haar pols zat, waarvan ze vast en zeker een blauwe plek aan over zou houden. Daar was geen twijfel over mogelijk en toen Angel deze terug wilde trekken, lukte het niet. Het bleef zowat onbewogen, maar nog altijd blikte ze hem in zijn hardvochtige poelen. Zonder nog aandacht aan de berenklem te besteden of aan de weinige ruimte die tussen hen inzat, probeerde ze smalend te glimlachen. Dat lukte. Ze zette de delen om, terug in het uitdagende. Al zou dat misschien niet zo handig zijn. ‘Als je zo verder doet raak je er waarschijnlijk ooit eentje kwijt.’
    Voordat de vrouw ook daadwerkelijk iets terug zou kaatsen richting hem, bekeek ze hem eerst met dezelfde minachtende blik die hij had gehad. Het kon werken, maar ook weer niet, het was 50/50, alleen voor haar genoeg om het nog altijd te doen. Ze had het idee dat hij zo kon weten dat het zou ergeren en anders vond ze het gewoonweg vermakelijk om hem te plagen— te kijken tot hoe ver ze kon komen, voor hij de daad werkelijk uit zou voeren. De twee stonden dicht op elkaar, met een kleine miezerige centimeter tussen hen, het scheelde niet veel. De pijn probeerde ze eveneens te negeren. ‘Aw, how sweet,’ spinde ze vlak erna. Haar hand balde ze toch tot een vuist, waarvan Alec de pols vasthad. Met haar andere hand had ze Gaby nog vast, die ondertussen meerdere keren liet weten dat ze er niet van gediend was dat Alec dit haar aan leek te doen. Briesend stond ze naast Angelina, maar wanneer de bruinharige vrouw haar een enkele keer geruststellend aaide, hield ze iets op. Vervolgens liet ze los en haar hand begaf zich dwalend naar de wang van Alec, wiens aanraking tot nu toe pijn deed aan haar pols. Verbijten Angel, verbijt het. ‘Je geeft er zoveel om dat je dat zelfs zou doen.’ Toen deze woorden zacht haar volle, rozige lippen verlieten, had ze hierbij tegelijkertijd haar hand over diens wang gestreeld. Angelina zei en deed het enkel om de man uit te dagen, wat hij klaarblijkelijk vast wel in de gaten had, omreden dat ze zich zelfs afvroeg of hij wel kon liefhebben. Het afstandelijke, gevoelloze hielp hem hoe dan ook niet hieraan, wat hij wel leek te willen op sommige punten. Angelina vroeg het zich af; zou het om deze reden zijn? Ze likte over haar lippen.
    De vrouw was de tijd vergeten. Precies op het moment dat ze haar hand naar beneden liet, hoorde we beiden een stem, maar Alec was de enige die hiervan opkeek. Gelijk liet hij de pols van haar los, waar rode striemen opzaten door de harde klem van zijn hand. ‘Godverdomme,’ vloekte hij binnensmonds. Ze verspilde er geen tijd meer aan en trok Gaby weg van hem, terwijl hij al halsoverkop verdween naar de plek waar mensen zich verzameld hadden. Door het hele geval, situatie wist Angelina niet wat er aan de hand was, echter kon het haar ook niet deren. Zonder naar hem of de anderen te kijken, verdween de jonge vrouw met haar paard Gaby. Ergens uit het zicht van hun, waar ze op adem kon komen en nadenken. Ze wilde weg, van alles en iedereen.

    [De post is nogal lang. Lang en crappy, omdat het al redelijk laat is. Alleen ik moest en zou hem af hebben voor ik zou slapen.]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Gipsy schreef:
    [img=http://i46.tinypic.com/11bot4z.jpg] Emily Grace Oakley[/img]

    Ik had mezelf in het zadel van Taran en liet mijn blik over de omgeving gaan. Alles leek rustig, tot ik op een bepaald moment het gehinnik van paarden hoorde. Met een een ruk keek ik op in de richting van de paarden en kon nog net een glimp opvangen van een gedaante dat, net als mij, op een paard zat. Een kleine grom ontsnapte tussen mijn lippen, we waren ontdekt.
    "Verdorie," Mompelde ik en greep automatisch naar mijn pistool dat door middel van een holster aan mijn broek was bevestigd en gaf Taran de sporen.
    Het paard schoot in een oogwenk weg en in het voorbijgaan riep ik nog naar de anderen dat we waren ontdekt.
    Met het pistool dreigend naar voor gericht, galoppeerde ik tot vlak voor de vrouw en greep haar teugels beet zodat ze niet kon vluchten. "Kijk eens wat we hier hebben," Zei ik met iets van een triomfantelijke ondertoon en hield het wapen strak op haar gericht. "Handen waar ik ze kan zien!"
    Hopelijk zou ze niets proberen, dat zou immers niet zo goed komen aangezien ik een voortreffelijke schutter was. Het gebeurde zelden dat ik mijn doel miste, maar de kans zat er altijd wel een beetje in.
    "Wie heeft je gestuurd?" Beet ik haar toe en laadde de revolver met een simpele klik en stak mijn kin wat in de lucht. "En geef me verdorie één goede reden waarom ik je niet ter plekke neer zou schieten."
    Taran brieste wild en trappelde ongeduldig ter plekke, hij voelde vast de spanning aan. Gelukkig kende ik mijn paard goed genoeg om te weten dat hij waarschijnlijk niets zou doen, tenzij ik het hem zou bevelen.

    [Slecht stukje, maar had geen inspiratie D: ]


    Lily Jones
    Met grote ogen van schrik kijk ik toe hoe er een dame op een paard op me af komt stormen.
    "Kijk eens wat we hier hebben," Zegt de vrouw die voor mij tot stilstand komt "Handen waar ik ze kan zien!" Ze grijpt mijn teugels vast, waarschijnlijk zodat ik er niet vandoor kan gaan, en meteen laat ik deze los terwijl ik mijn handen langzaam omhoog doe. Niet dat ik zou proberen om ook maar een stap weg te zetten, ze houdt namenlijk een geweer op mij gericht. Niet dat ik bang ben dood te gaan, maar ik hoop nog altijd dat er iets zal veranderen in mijn leven dat het wat fijner word.. En natuurlijk wil ik Moon echt niet alleen achter laten in deze wrede wereld. Niet veel later kwamen er nog meer mensen, te paard, bij staan, iets wat me juist nog nerveuzer maakte. Waarom moest ik ook alweer zo ver buiten de stad rijden? Dat doe ik dus echt nooit meer!
    "Wie heeft je gestuurd?" Bijt de vrouw me toe, ze laad het geweer, iets wat me laat slikken, maar ik toon geen angst. Enkel een hoop nerveusiteit.
    "N..Niemand!" Roep ik stotterend uit en ik kijk haar, nogaltijd met grote ogen, geschrokken aan.
    "En geef me verdorie één goede reden waarom ik je niet ter plekke neer zou schieten." Vervolgd ze boos, ik snap dat ze boos zal zijn..
    Ze worden gezocht, tenminste het is nu wel overduidelijk dat dit Los Ladrones is.. Ik had denk ik hetzelfde gehandeld.
    "Ik.. Ik was gewoon aan het rijden! Ik wist niet eens dat jullie hier ook waren! Denk je nou echt dat ik jullie ga lopen verraden?! Mijn leven is al erg genoeg, ik ga me echt niet nog meer gedoe op de hals halen" Zeg ik zacht, maar vastberaden. Haar paard begint wat te trappelen, netzoals Moon dat doet. De paarden zijn natuurlijk gespannen door deze situatie..


    Little do you know

    Rebecca Cecelia Yates
    'Je bent nog geen haar veranderd,' mompelt Fernandez, nadat ik op zijn rug gesprongen ben. Zijn armen haakt hij onder mijn benen, zodat ik niet van zijn rug afglijdt.
    'Paardje hop!' grinnik ik in zijn oor, zoals ik vroeger ook vaak deed wanneer ik weer eens op zijn rug gesprongen was. Ik was toen alleen wel een stuk lichter en ik vraag ik me af of hij me nu nog wel kan houden.
    'Je weet toch dat je me nu nog een kans geeft om je terug in die waterbak te gooien,' lacht Fernandez. Gelijk schud ik mijn hoofd en probeer ik van zijn rug af te komen. 'Nee, je waagt het niet!' waarschuw ik hem. 'Dan moet ik alsnog in mijn natte kleren naar huis lopen, of ik moet ik hier wachten totdat de kleren droog zijn.' Wanneer hij naar de waterbak loopt begin ik met mijn vuisten op zijn rug te bonken. 'Zet me neer, Ferrie!' Gelukkig doet hij dat al snel, en gewoon op de grond. Niet in de waterbak. 'En als je wil paardjerijden, hier is nog een paard. Deze is moe.' Zogenaamd teleurgesteld en sip kijk ik hem aan. 'Maar je bent zo'n goed paard,' zeg ik met een pruillipje.
    Even later gaat Fernandez zonder iets te zeggen terug naar binnen. Fronsend kijk ik hem na, waarna ik naar Amaris kijk. 'Laten we dan maar gaan,' mompel ik tegen haar, er van uitgaande dat Ferrie niet meer terug zal komen, maar net wanneer ik haar los maak, komt hij er weer aan gelopen, met een halster in zijn handen. 'Zin om te gaan rijden?' vraagt hij. Ik glimlach naar hem en knik. 'Dat lijkt me gezellig.'
    Er verschijnt een lichte grijns op mijn gezicht wanneer ik merk dat Fernandez recht voor de waterbak staat en geef hem onverwachts een zet, waardoor hij daar in valt. Mijn tong steek ik naar hem uit. 'Die kreeg je nog terug.'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Oliver Alexander Oakley.
    Alec merkte lichtjes op hoe ze schrok van de manier waarop hij haar pols vastgreep. Hij zei er niet echt iets op. Alec kon niet ontkennen dat hij soms een zeker genoegen voelde als iemand angst voor hem toonde, maar hij was niet iemand die erop kikte of iemand die een idiote grijns op zijn gezicht zou krijgen wanneer zoiets gebeurde. Die grijns was voor andere doeleinden bekend. Het enige wat hij deed was Angelina emotieloos en koud aanstaren wanneer hij haar in zijn blik gevangen had.
    Hij had maar een glimp van die schrik opgevangen, maar het deed er sowieso niet echt toe. Nadat Alec haar had aangesproken over die brutaliteit, leek het alsof ze zijn blik probeerde te spiegelen. Minachting, waarvan hij zonet wat van had laten zien.
    "Ah, how sweet," zei de vrouw terwijl ze een hand naar zijn wang bewoog. "Je geeft er zoveel om dat je dat zelfs zou doen." Toen ze over zijn wang streelde, spanden de spieren in zijn hand zich nog erger aan. Hij had waarschijnlijk Angels pols gebroken als hij het alarm van Emily niet had gehoord. Hij wilde net wat zeggen over het feit dat ze hem blijkbaar niet geloofde, maar met een binnensmonds gevloek reed hij halsoverkop naar de plek waar zich een paar leden rond een meisje hadden geschaard. Hij maakte geen woord meer vuil aan de hele situatie en liet de vrouw gewoon staan waar ze stond.
    Alec ving een deel van hetgeen Emily zei op; "Wie heeft je gestuurd?" beet ze het meisje toe. Alec ging naast zijn zus staan en liet een hand op zijn revolver rusten, niet dat hij de indruk had het te moeten gebruiken als hij dat doodsbange kind zo zag.
    "N-niemand," riep ze stotterend uit.
    "En geef me verdorie één goede reden waarom ik je niet ter plekke neer zou schieten," vervolgde Emily kwaad. Haar paard trappelde even. Alec voelde hoe de spieren onder Arions huid zich ietwat spanden. Het dier snoof even.
    "Ik... ik was gewoon aan het rijden! Ik wist niet eens dat jullie hier ook waren! Denk je nou echt dat ik jullie ga lopen verraden?!"
    "Ja," zei Alec simpelweg. Zijn stem klonk helder en redelijk overheersend, ook al deed hij hier geen moeite toe.
    "Mijn leven is al erg genoeg, ik ga me echt niet nog meer gedoe op de hals halen." Ze sprak op de één of andere manier vastberaden. Alec vond het grappig en haast aandoenlijk.
    Hij klakte even met zijn tong en keek haar quasi-medelevend aan. "Ach, wat een zielig verhaal toch. Nu kunnen we vast niet anders dan je laten gaan." En zoals gewoonlijk was er weer die kilte in zijn stem en dat bedreigende in zijn ogen. Het was iets wat nooit aan de jongeman zou veranderen.


    help

    Lily Jones
    De jongeman die zonder zadel op zijn paard was aankomen draven reageerde op mijn verhaal:
    "Ach, wat een zielig verhaal toch. Nu kunnen we vast niet anders dan je laten gaan." Zijn stem klinkt koud, en kil, terwijl zijn ogen één en al bedreiging uitstralen. Maar dat houdt mij niet tegen.. "Jullie kunnen heus wel anders." Zeg ik, met nogsteeds een vastberaden ondertoon in mijn stem, ik weet zowieso wel dat ze me niet gaan laten lopen ofzo. "Waarom zou je iemand laten gaan die je niet vertrouwt of geloofd?" Zeg ik zuchtend,
    "Al zou ik graag naar huis gaan, het is jullie keus" Net zo kil als de jongeman sprak, staar ik voor me uit. Nee, Lily Jones is niet bang om te sterven. Ik wil niet dood, dat zeker niet. Maar als het mijn bestemming is om te sterven dan heb ik daar vrede mee. Afwachtend kijk ik de vrouw aan die het geweer op mij richt en mijn teugels vast heeft. Zou ze de trekker overhalen denk je? De enige reden waarom ik niet wil is om Moon, mijn paard. ik wil haar niet achterlaten.
    "Als je vanplan bent mij de doden, dood mijn paard dan ook. Ik kan haar neit achterlaten in deze woesternij.." Zeg ik, nog steeds met die vastberaden ondertoon in mijn stem. Natuurlijk ben ik best een beetje angstig. Maar ik ben een goede toneelspeler, goed genoeg om te zorgen dat de mensen om me heen mijn angst niet kunnen merken. Het enige wat ik nu zal tonen is vastberadenheid, en zeker geen angst. Want angst is waar zij naar opzoek zijn, als ik angst toon zullen ze zeker denken dat ik de waarheid niet spreek. Want iemand die de waarheid niet spreekt is bang dat de echte waarheid onthuld zal worden.. En ik ben daar niet bang voor, want ik wéet dat ik de waarheid spreek.


    Little do you know

    Emily Grace Oakley

    Er werd meer gepraat dan mij lief was, iets waar ik alleen maar geïrriteerder door raakte. Toch liet ik niets merken, dat gunde ik niemand die hier aanwezig was, zelfs niet Alec. "Als we je zouden doden, laten we het paard leven, dat zou in ons voordeel kunnen zijn," Zei ik met een kleine grijns en tuitte vervolgens mijn lippen bedenkelijk. "Of we kunnen er altijd van eten."
    Of ik dat ook daadwerkelijk zou doen, betwijfelde ik ten zeerste, persoonlijk hield ik absoluut niet van paardenvlees, maar dat was toch iets dat de vrouw onmogelijk kon weten.
    "Alec," Sprak ik zeer kalm tot mijn broer zonder de vrouw uit het oog te verliezen. "Ik wil haar als gevangene, ze kan altijd wat klusjes opknappen en later kunnen we misschien nog losgeld voor haar krijgen." We wisten natuurlijk niet hoeveel ze op zou leveren, maar het zou in ieder geval wel iets zijn aangezien niemand hun burgers wilde verliezen.
    "Wat denk je broertje?" Zei ik met een verbitterde ondertoon in mijn stem terwijl ik wat opzij boog om een touw uit de tas te halen die aan mijn zadel was gebonden. "We kunnen er altijd het beste van maken."
    Ik gooide het touw naar Amelia en wierp een snelle blik op haar. "Kan jij haar handen vastbinden en het uiteinde van het touw weer aan mij geven?" Mijn ogen schoten razendsnel weer naar de vrouw terwijl ik me probeerde in te beelden hoe moeilijk het wel niet was om te ontsnappen als je vastgebonden zat aan iemand anders.
    Het was niet de eerste keer dat ik mensen op een sadistische wijze vastbond om hen vervolgens achter mijn paard te laten lopen. Het was voor hen erg vermoeiend, waardoor de kans op een ontsnapping met de minuut kleiner werd. Het grappigste was als je dan nog eens in galop ging, dan konden ze al helemaal niet volgen en struikelden ze. Maar ik was vandaag in een goede bui en was niet meteen van plan om de vrouw dat aan te doen. Maar als ze het in haar hoofd zou halen om te gaan lopen, zou ik zonder twijfel op haar schieten. Desnoods in haar beide benen, dan kon ze nooit ver raken en zou ze waarschijnlijk voor de rest van haar leven mank lopen. Ergens had ik het vermoeden dat ze dat niet zo graag wilde, want dan kon ze ook niet langer op haar paard rijden.
    Als we haar nog nodig hadden, moest ze in een vrij goede staat blijven. Maar dat wilde niet zeggen dat sommigen onder ons hun pleziertjes niet mochten hebben.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    [Ik twijfel of ik Angelina er ook toe laat gaan... /zucht]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Lily Jones
    "Als we je zouden doden, laten we het paard leven, dat zou in ons voordeel kunnen zijn," Zegt de vrouw, antwoordent op wat ik net zei.
    Ik wens je veel succes, Moon houdt niet van anderen in haar buurt zonder dat ik zeg dat het goed is Denk ik kil. Als ze dan zegt dat ze haar ook wel kunnen opeten vertrekt mijn gezicht, maar al snel krijg ik het weer terug in die kille, vastberade blik. Waarom zou iemand die op paarden rijdt, een paard willen eten? Ik zelf zou dat echt niet kunnen.. Daarvoor houd ik teveel van die dieren..
    Als de vrouw dan een touw uit haar zadeltas haalt en tegen de jongen zonder zadel, blijkbaar Alec genaamd, zegt dat ze mij als gevangene wilt ben ik toch een beetje opgelucht, al laat ik daar niks van merken. Misschien dat deze hel ooit wel voorbij was, je weet het maar nooit.. Toch?
    De vrouw geeft het touw aan de andere vrouw die er ook bij was gekomen en vroeg haar of ze mij vast zou willen binden, kan het nog erger?
    Waarschijnlijk zal ik altijd zelf mogen lopen, zo ging het ook in de stad als er iemand was opgepakt.. Dus ik weet wel hoe dat gaat, gelukkig heb ik geen slechte conditie en kan ik dat zelf lang volhouden. Maar of mijn conditie het lang genoeg toe laat? In iedergeval ben ik niet vanplan om zwakte te gaan tonen. Dat nooit!
    Afwachtend kijk ik naar de vrouw die het touw heeft gekregen, ik weet wel bijna zeker dat ze het touw strak gaat doen.. Zolang ik mijn polsen ontspannen houd zal het niet heel pijnlijk worden, hoop ik.
    Waar heb ik dit aan verdient eigenlijk? Wat heb ik verkeerd gedaan dat ik zoveel ongeluk verdien in mijn leven? het enige geluk wat ik nog heb is mijn paard Moon.. Maar het ziet ernaar uit dat zij ook van me word afgepakt. Ik hoop ergens niet dat ze iemand op haar zetten, straks gaan ze haar mishandelen omdat ze niet vertouwd is bij anderen. Dat kan ik echt niet aanzien! Moon tilt haar hoofd een beetje op en begint weer nerveus te trappelen, hopelijk is ze niets van plan..
    Het komt vast wel goed, Moon.. Denk ik bij mezelf. Moon stopt even later alweer met onrustig doen, iets waar ik blij mee ben. In deze omgeving is er geen mogelijkheid te ontsnappen, niet dat ik dat vanplan ben met een wapen op mijn hoofd gericht, natuurlijk. Maar het zou kunnen zijn dat Moon wel vanplan is te ontsnappen.. Maar gelukkig doet ze niets.


    Little do you know

    Fernandez Manuel Mendéz
    “Nee, je waagt het niet!” waarschuwde Rebecca me over mijn schouder heen toen ik dreigde haar nog een keer in de drinkbak te gooien. Wat het eigenlijk alleen nog verleidelijker voor mij maakte om het nog een keer te doen. “Dan moet ik alsnog in mijn natte kleren naar huis lopen, of moet ik hier wachten totdat de kleren droog zijn.” Daar had ze een punt, ik ging niet mijn hele kleerkast aan haar uitlenen. “Zet me neer, Ferrie!”
    Ik zuchtte bij het horen van die naam, en zette haar neer naast haar paard. “En als je wil paardjerijden, hier is nog een paard. Deze is moe.”
    Rebecca trok een pruillipje, waardoor ik begon te grijnzen en haar zachtjes tussen haar ribben porde, in haar buik. “Maar je bent zo’n goed paard.”
    “Weet ik, weet ik. Maar ik ben ook een lui paard, dus dat gaat niet echt samen.” Eigenlijk was ik totaal niet lui, het was gewoon een kwestie van er geen zin in hebben, zoals dat nogal vaak was met mij. Ik draaide me om en ging naar de praktijk om mijn halster te gaan halen. Rebecca had haar paard al losgetrokken toen ik terug kwam. “Zin om te gaan rijden.”
    Rebecca knikte glimlachend, wat me deugd deed. Ze was in ieder geval al een stuk enthousiaster dan vroeger, toen ze er altijd afviel en ik haar altijd dwong om er terug op te kruipen. Volgens mij was ze in die tijd veel te veel met andere dingen bezig. In ieder geval toch met andere dingen dan het rijden zelf. “Lijkt me gezellig.”
    Ik knikte, maar bij het zien van haar gemene grijns wist ik al hoe laat het zou zijn. Ik wilde nog aan de kant springen, maar ze had me al geduwd en ik lag in de waterbak. Fuego schoot op van zijn drinken, steigerde en schoot naar achter, richting de stal naast het huis. Ik keek Rebecca met een bloedserieus gezicht aan. “Die kreeg je nog terug,” zei ze.
    Ik kon de grijns niet van mijn gezicht houden en pletste wat water in haar richting. Het was maar water, om eerlijk te zijn maakte het mij niet zoveel uit of ik nat was of niet. Het was verfrissend in elk geval. “Dat gebeurt er dus als je niet rustig doet,” mompelde ik nog steeds lachend terwijl ik weer ui de drinkbak klom en achter Fuego aan ging, die in de stal stond en rustig uit zijn voederbak aan het eten was. Hij werd wat onstuimig toen hij mij hoorde aankomen, maar liet me rustig de halster om zijn nek doen en volgde me. Om een of andere reden was de enige die hij vertrouwde mij. Ik kon voelen dat hij zin had om te galopperen en snel ook. Zijn energie sloeg over op mij, maar toch duurde het nog even eer ik hem opgezadeld had en ik op zijn rug sprong. “Klaar?” vroeg ik terwijl ik mezelf en Fuego moest inhouden.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    [Ik ben vanaf straks tot vrijdag naar Londen :3]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Oliver Alexander Oakley.
    "Jullie kunnen heus wel anders," zei het meisje, met een vastberaden ondertoon in haar stem. "Waarom zou je iemand laten gaan die je niet vertrouwt of gelooft?" Ze zuchtte.
    "Ben je gewoon achterlijk of denk je dat je dapper bent door van die idiote dingen te zeggen? Eigenlijk komen ze beide op hetzelfde neer," zei Alec. Hij nam dus aan dat ze achterlijk was.
    "Al zou ik graag naar huis gaan, het is jullie keus." Alec zuchtte theatraal en hield een hand tegen zijn voorhoofd.
    "Kunnen we haar niet gewoon vermoorden?" vroeg hij, met een quasi-hulpeloze ondertoon in zijn stem. "Ik snap niet wat voor nut we zouden kunnen hebben aan haar, ze is een achterlijke idioot." Alec had er duidelijk moeite mee om niet in lachen uit te barsten wanneer het meisje met een heldhaftige ondertoon in haar stem - die Alec ronduit belachelijk vond - begon te praten over haar paard, dat ze die moesten vermoorden als ze haar ook vermoordden.
    "Wat een liefde," prevelde de jongeman.
    "Als we je zouden doden, laten we het paard leven, dat zou in ons voordeel kunnen zijn," zei Emily. Alec had het gevoel alsof ze tegen een kind van drie iets stonden uit te leggen. "Of we kunnen er altijd van eten."
    "Daar is dat beest te mager voor," merkte Alec op.
    "Alec," sprak Emily toen, enorm kalm. Ze bleef het meisje aanstaren. "Ik wil haar als gevangene, ze kan altijd wat klusjes opknappen en later kunnen we misschien nog losgeld voor haar krijgen." Alec betwijfelde ten zeerste dat er iemand was die dit meisje miste. "Wat denk je broertje?" De jongeman kuchte even bij het 'broertje'.
    "We kunnen er altijd het beste van maken," voegde zijn zus er nog aan toe terwijl ze een touw uit haar zadeltas haalde.
    "Ik zie niet in hoe zij ons van nut kan zijn, maar oké." Alec haalde zijn schouders achteloos op.
    Emily gooide het touw naar Amelia en vroeg haar of zij de handen van het meisje kon vastbinden, waarna ze het uiteinde van het touw terugvroeg. Alecs mondhoeken krulden omhoog en hij keek het meisje doordringend aan. Arion trappelde even met zijn hoeven in de aarde waar ze op stonden. Hij leek door te hebben wat er aan de hand was, en hij stelde het niet op reis. Het was haast eng hoeveel paard en ruiter op elkaar leken.
    Ondanks haar situatie, leek het meisje nog steeds zo vastberaden als daarvoor, maar Alec kon haar onzekerheid voelen.
    "Wel, ik ga Arion maar eens opzadelen," meldde Alec. Hij sprong behendig van zijn paard en leidde het dier mee naar de plek waar het zadel lag. Hij moest toegeven dat het een opluchting was om gewoon te kunnen rechtstaan. Zonder zadel rijden deed voor zowel zijn paard als voor Alec geen deugd.


    help

    [Ik reageer zo snel mogelijk weer. Ik moet even inspiratie op doen.]


    Reality's overrated.

    [Sixer => Catesby]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov