• • Out of Sight, Out of Mind

    Het is begin 19e eeuw (Victorian Era) en de hele wereld is net aan het herstellen van een oorlog die zojuist gestreden is, zo ook het stadje Bathum, de hoofdstad van het land Hawkscourt. Er heerst grote onrust onder het volk en sommige zijn zo ontevreden over het huidige bestuur dat ze soms samenkomen en de boel saboteren. Terwijl het volk denkt dat deze rebellen’ het grote gevaar zijn, ligt er een groter gevaar op de loer. Vampiers. De laatste tijd hebben ook zij het moeilijk gekregen, met name een clan uit het noorden. De clan is gekrompen naar tot een relatief klein aantal waardoor deze veel kwetsbaarder is en daarom heeft de clanleider, Silas, besloten dat hier verandering in moet komen. Bathum is de geschikte plaats om nieuwe leden te werven voor de clan. Echter is niet iedereen geschikt en de vampiers zullen zich onder de mensen moeten mengen om te kijken wie wel geschikt is voor het harde vampiersleven, terwijl ze hun identiteit verbogen moeten zien te houden.

    Rollen: Getallen voor de naam zijn paginanummers
    Vampiers:
    Clanleider:
    (1,1) Silas Underwood - 26/247 - 1e rang + ring - Hireath
    Rechterhand:(1,1) Idwallon Calhoun Underwood - 24/245 - 1e rang + ring - Goldenwing
    Verbannen: Vrij

    Leden:
    - (1,1) Alice Woods - 21/103 - 3e rangs - BastiIIe
    - (1,2) Amaris Rae Valora - 23/28 - 4e rang - Cassia
    - (2,10) Alexa Elizabeth Turner - 20/100 - 3e rang - Florentina

    - (1,6) Cedric Laurentius Salomon - 21 - 3e rangs - Delish
    - (1,6) Devon Evian Lilyton - Bachandale - 23 - 3e rang - DreamerN
    - (1,5) Mitchell "Mitch" Giacomo Bianchi - 22 - Tegen + leider - Florentina (Was mens)

    - Onbeperkt!

    Mensen:
    - (1,3) Vilkas Alexander Pace - 25 - Voor - Akatosh
    - (1,11) Elijah Hodkin - 20 - Tegen - Cashby

    - (1,9) Daenerys Éowyn Frey - 22 - Tegen - BastiIIe
    - Onbeperkt!


    Gaan dood:
    - (1,9) Elizabeth (V mens) Dood door Mitch
    - (2,1) Katharina (V, vampier) Dood door Idwallon
    - {1,7) Lucas Nilsson (M, mens) Dood door Cedric
    - (1) Oliver William Dust (M, vampier) Dood door Silias


    Sfeerimpressies 19e eeuw
    Als je googelet op Victorian era, Victorian fashion of gewoon in het Nederlands Victoriaans ___ dan vind je al een hele hoop (:
    Of de film Vanity Fair, dit is ook een erg goede inspiratiebron. Zoek wat trailers of personages op voor een goede indruk.

    [ bericht aangepast op 26 mei 2014 - 16:49 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Silas Underwood | Clanleader

    Haar blik gleed naar een punt achter mij, en haar lichaam werd wat rechter, waardoor het te merken was dat ze gespannen was. Dat verandert ook alsmaar bij haar, net was ze nog zelfverzekerd en duidelijk geweest. Dat leek nu als sneeuw voor de zon verdwenen te zijn.
    ‘Waarom niet? Haar zachte stem had een lichte, dit keer lichte, onzekere trilling in haar stem. Een trieste glimlach verscheen op haar gezicht, terwijl ik me nu iets meer naar haar toe draaide met mijn lichaam. Naar haar toelopen deed ik echter niet, ik blikte enkel richting de vrouw. De vreemde glimlach verdween abrupt, en ze schraapte haar keel, waarop ik mijn ring met mijn vingers overheen ging. ‘Spoken uit het verleden.’ Nou, het is wel duidelijk dat zij er niet verder op in wil gaan.
    ‘Ik heb je vragen beantwoord, maar wanneer krijg ik het antwoord op mijn vraag?’ De vrolijkere trek op haar lippen toen ze het vroeg, irriteerde me lichtelijk. Alhoewel het niet door de glimlach kwam, maar door de manier waarop ze haar vraag had gesteld. Ik heb er een godganse hekel aan om mijzelf te moeten uitleggen, maar dat ga ik nu dan ook niet doen. Niet echt. Voordat ik mijn lippen ook maar van elkaar kan verwijderen, klinkt de zachte stem weer door de ruimte, vult het de lucht met geluid.
    ‘Vergeef me voor mijn vrijpostigheid,’ Dat klonk al beter, dacht ik in mezelf. Haar rozige tong ging langs haar mondhoek, echter lette ik daar niet echt op. Liefde en dat hele gedoe, dat was niet voor mij besteed. ‘Als je mijn vraag niet wilt beantwoorden, goed. Maar vertel me dan op z’n minst waar ik ben beland.’
    Ik sluit mijn ogen, open ze dan weer en begeef me uiterst kalm – zo erg dat het ijzig lijkt – naar twee oude, zwarte fauteuils. Natuurlijk was het geen rode kleur, daar heb ik namelijk een hekel aan. Om het nog gekker te maken, er was geen één object of kledingstuk in mijn slaapvertrek wat een rode kleur was. Behalve misschien de kleine vlek op de vloer nu, door de dame die er lag, het bloed dat uit haar nek had gesijpeld. Diep ademhaal ik in- en uit, waarna ik mijn arm uitsteek, als gebaar naar één van de twee dat ze moet gaan zitten. ‘Ga eerst zitten, Rae.’ Hierbij lette ik er duidelijk op dat ik alleen deze naam zei.
    ‘Ongeduld wordt hier niet beloond, Mevrouw, ik zou maar op mijn toon letten als ik u was,’ waarschuwde ik haar vervolgens, een strenge blik had ik opeens gekregen. Zonder haar tijd te geven om erop te antwoorden, deed ik mijn mond opnieuw open. ‘Mijn naam is Silas Underwood,’ stelde ik me uiteindelijk voor. ‘Alleen voor u is het Heer Underwood, Silas wil ik niet uit uw mond horen.’ Mijn stem was met de seconde vlakker gaan klinken, al lag er een erg strikte toon bovenop. Daarbij had ik “niet” met nadruk uitgesproken. ‘Dan spreek ik u ook niet aan met “Amaris” ervoor.’ Eindigde ik vervolgens mijn soort kritiek op haar, waarna ik plaatsnam op een fauteuil.
    Na een kleine stilte klonk mijn bedaarde stem, het gespannen gedeelte van daarnet was verdwenen. ‘Hoe lang ben je al een vampier, Rae?’


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Guys, ik ben erachter hoe die periodes heette begin 18e eeuw (: Regency en Empire, als je dat zoekt + fashion krijg je wat inspiratie.
    En ik ben blij dat ik niet het jaar 1850 heb gekozen voor de RPG, hahaha.
    Afschuwelijke jurk!

    Alice Woods ~ 3e rangs vampier
    Ze stond al een poosje zwijgend te wachten tot heer Underwood zou verschijnen, en hoewel ze misschien op anderen een dromerige indruk maakte, was ze ontzettend alert. Ze hield de gezichtsuitdrukkingen en houdingen van de vampiers om haar heen in te gaten en luisterde ook naar hun gesprekken. Sommigen dachten dat er een vijandelijke clan aankwam en deze speculatie trok haar aandacht waardoor ze ongemerkt naar het groepje vampiers dat het hier over had stond te staren. Haar nieuwsgierigheid bleef echter niet onopgemerkt, want de vampier die steeds het hoogste woord had gehad stopte abrupt met praten en keek haar recht aan. Alice sloeg als reactie hierop gauw haar ogen neer, hierdoor viel haar blik op de rok van haar jurk waar, dat zag ze nu, een modderige vlek op zat. Diezelfde ochtend had ze een jurken aangetrokken, hij was van een licht groenblauw en de bovenkant zat wat strakker, waarna hij vanaf onder haar borsten wat wijder uitliep. Later in de middag was ze naar het bos gegaan, gewoon om even buiten te komen, maar zodra er een jong hert in de buurt was gekomen hadden haar dierlijke instincten het van haar overgenomen. De plotselinge hunkering naar het sterke beest zijn bloed had haar alle controle over haarzelf doen verliezen en voor ze het wist zat ze naast het levenloze lichaam van het zo juist nog zo springlevende beest gezeten. Het was zeker niet de eerste keer dat het haar overkomen was, in tegendeel zelfs, maar elke keer werd ze daarna overspoelt met schaamte en schuldgevoelens.
    Alice sloeg haar handen gauw voor de vlek, ze zag er altijd graag verzorgd uit en een vieze jurk viel daar zeker niet onder en hoewel haar handen de plek niet volledig bedekte beperkte ze hiermee wel de schade. Ze had zich langer aan de vlek op haar jurk geïrriteerd als haar aandacht niet werd getrokken door een bepaald iemand die binnen kwam lopen. Haar ogen schoten opzij, gefocust op de bruine haren en blauwe ogen en zijn altijd perfect gladgeschoren kaaklijn. Hij zag er geweldig uit en ze moest hem altijd nageven dat hij smaak had qua kleding. alleen zijn aanblik al ontnam haar de adem.
    Alice bewonderde Idwallon al ontzettend lang, toch kon ze zich geen moment herinneren waarop ze hem gesproken had. Dit vond ze echter niet erg, omdat ze twijfelde of ze überhaupt het lef zou hebben iets tegen hem te zeggen. Alle vampiers respecteerde hem al omdat hij een eersterangs was, maar voor Alice voelde het alsof hij nog beter was dan gewoonweg een eersterangs.
    Nadat Idwallon plaatst had genomen in de stoel rukte ze haar blik van hem los en concentreerde zich weer, voor zover dat ging, op de anderen om haar een. Hopelijk zou heer Underwood gauw komen, want Alice begon nu zelf ook nieuwsgierig te worden naar de belangrijke mededeling en als die geweest was kon ze meteen een schone jurk aandoen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Devon Evian Lilyton ~ Bachandale ~ 23 ~ 3e rang

    Zuchtend liet ik me op mijn bed vallen en het zachte fluweel omhulden mijn vingers al snel terwijl ik ze er door de stof heen haalde, dat het leek wel vloeibaar weer neerzeeg zonder ook maar enige geluid te maken.
    Ik weet dat veel vampiers niet eens houden van zulke dingen, maar ik kon sommige van mijn oude meubilair gewoonweg niet weggooien, ook al stond het leven van een vampier vaak uit afstand doen van je geschiedenis en geheel overnieuw te beginnen, maar ik kon dat niet, misschien over honderd jaar, misschien.
    Mijn ogen gleden over het plafond, maar er was niet echt iets bijzonders aan te merken, waardoor ik nog eens een zucht slaakte en mijn ogen deden sluiten.
    We moesten hier binnen blijven, tot er één of andere mededeling was gedaan.
    Maar ik wou naar buiten, ik snakte naar frisse lucht en de geur van mensen die zich zouden uitleven op muziek, hun gevoelens gepresenteerd op een blaadje en makkelijk tot je te nemen en te manipuleren als je daar zin in zou hebben.
    En ik had gewoon zin om me te verdrinken in die menigte en wat te drinken, gewoon een drankje, maar als een dame zich vrijwillig aan zou bieden zou ik moeilijk nee kunnen zeggen.
    Mijn vingers tintelden door het te lange stilzitten, soms trok ik het niet en moest ik overgaan op actie.
    Met een snelle sprong stond ik al snel weer op en begon door mijn kamer te ijsberen om zo een aantal dingen te overdenken.
    Over mijn verleden, hoe mijn ouders stierven en alle informatie die ik maar over de dader had weten te achterhalen.
    Mijn vingers verkrampten in een vuist en ik kon gewoon weten dat er nu een donkere gloed over mijn gezicht heen gleed.
    En dit zijn dan altijd de momenten waarop iemand niet in mijn aanwezigheid moet zijn.
    Dit zijn altijd de momenten waarin ik iemand gewoon in koele bloede zou kunnen vermoorden, puur omdat ik daar zowel de fysieke kracht als de wilskracht voor had.
    Ach, het was me vaker overkomen en toen was het me heel makkelijk afgegaan, mijn tegenstander stribbelde niet eens tegen, puur omdat hij hoogstwaarschijnlijk puur dronken was en in één haal had ik zijn nek omgedraaid, maar ik diens bloed niet gedronken, ik had geen zin in vies bloed, voor ik me daar aan zou wagen moest ik wel heel dorstig zijn ; op het randje van uitdroging, met vies bloed als enigste redmiddel zou ik het nog maar net overwegen.
    Ik haalde mijn hand door mijn haar heen, wetend dat het toch altijd perfect zat, wat geweldig is als je uit bent, op jacht naar nieuwe mensen om mee te spelen, want je weet dan zeker dat je mensen aantrekt met je uiterlijk, wat altijd meegenomen is.
    Ik haalde mijn tong langs mijn tanden en proefde toen al snel de zoete smaak van mijn eigen bloed, wat me altijd eventjes helderder zag zien en ik vroeg me af of er meer vampiers waren die dit even deden, puur voor de lol.
    Hoeveel vampiers hebben daadwerkelijk hun eigen bloed geproefd ?
    Al lachend met mijn hoofd schuddend deed ik mijn handen in mijn zakken en trapte zachtjes tegen de deur aan zodat die openging en ik naar buiten kon lopen.
    Ik hield het hier even niet meer, het leek alsof ze me echt aan het roepen waren en ik als aan een touwtje aan hun verlangens was vastgebonden, gelokt door de extase die ze in hun lichamen en zielen opgesloten hielden, als een tijger in diens kooi.
    Achter me deed ik de deur op slot en stopte de sleutel weer in mijn binnenzak.
    “Op naar de buitenlucht.” Prevelde ik binnensmond terwijl ik begon te lopen door de gangen van Red RiverValley.


    {Als ik iets aan moet passen hoor ik het graag (: }


    Credendo Vides

    Cedric Laurentius Salomon, 21/138 • 3erangs.
    Er was mij het nieuws verteld dat ik naar de Grote Zaal moest komen vanwege nieuws dat de Heer Silas te vertellen had. De nieuwsgierigheid, in tegenstelling zoals bij andere vampiers, vrat mij niet op. Ik zag altijd vanzelf wel wat er zou komen. Voor mij heeft deze methode altijd gewerkt. Waarom was ik anders 138 jaar jong? Dacht ik heimelijk. Met dat ik dit dacht, kwam er een grimas op mijn gezicht. Iets wat ik zelf nog niet kon plaatsen. Was het mijn andere persoonlijkheid die mij weer overnam?
    Ik lag nog op mijn rug, in de doodskist, en had amper geslapen. Iemand had mij deze aankondiging verteld, terwijl ik nog in mijn doodskist lag. Chagrijnig dat ik was, reageerde ik noch niet, noch amper met een luid gebrom. Waarschijnlijk had degene dit begrepen, want ik had verder niets waargenomen.
    Ik kneep mijn ogen half dicht. De hoofdpijn was er nog. Waardoor wist ik niet, maar het was er. Iets wat mij nog geïrriteerder maakte dan al kon.
    Mijn andere persoonlijkheid maakte mij soms boos, eenzaam en heel zelden verdrietig. Het waren allerlei emoties die ik niet wilde plaatsen, want om het bot te verwoorden; kon het mij niets uitmaken wat de anderen van mij vonden.
    Enigszins door al deze verschillende emoties kon ik mijzelf goed in bedwang houden. Iets wat ik mijzelf moest leren door al die jaren.
    Ik haalde diep adem en mijn hand haalde ik kort door mijn warrige, witblonde haar. Het was niet te veel gevraagd om eventjes te wachten toch? De laatste tijd kon ik steeds amper slapen en dat ik hierdoor wakker moest blijven maakte mij er niet blijer op. Sterker nog, ik had geen voorliefde om er naartoe te gaan en de aankondiging bij te wonen, maar ik moest wel. Het was verplicht.
    Met walging en wat gezucht was ik opgestaan. Ik kleedde mij bekoorlijk aan, voor mijn doen, en had de doodskist dichtgedaan. De wit satijnen lakens, die ik ergens vandaan had ontvreemd, had ik eerst netjes gelegd.
    Moordlustige gedachten daagde zich in mijn hoofd op, terwijl ik wat mokkend in mijzelf praatte. Enkele vampiers keken mij met een verbaasde blik na en anderen waren dit al bekend van mij.
    Het zwakke licht van de fakkels flakkerden in de gangen en lieten een mysterieuze, donkere sfeer hangen; wat mij altijd fijn liet voelen. Het schemerende licht liet schaduwen in de donkere gaten van de muren stilzitten. En zoals nu, deed dit mij wat beter voelen.
    Eenmaal toen ik aangekomen was in de Grote Zaal hadden mijn ogen zich snel over de vampiers gegleden, wie er allemaal waren en waar er plek was. Ik stond liever in de schaduw en deed dit dan ook weer, toen ik een plekje had gevonden ergens in de hoek.
    Niet veel later had geklik van schoenen gehoord – wat betekende dat iemand eraan kwam. De deuren van de Grote Zaal werden open geduwd en ik zag de meeste gezichten van de vampieren richting de deuren gaan. Vol nieuwsgierigheid en aandacht, maar ik bleef rustig op de achtergrond wachten.
    Het was Idwallon Underwood.

    [ bericht aangepast op 18 mei 2013 - 23:28 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Amaris "Rae" Valora

    Ik keek toe hoe hij zijn ogen sloot, ze vervolgens weer opende en zich uiteindelijk naar twee fauteuils begaf. Met mijn handen in elkaar geslagen, volgde ik nieuwsgierig elke beweging die hij maakte en keek van op een afstandje toe hoe hij diep ademhaalde. Wanneer hij naar één van de fauteuils wees, kwam ik na enige twijfeling langzaam dichterbij. "Ga eerst zitten, Rae."
    Uit beleefdheid deed ik wat hij vroeg en nam ongemakkelijk plaats in een fauteuil die wonderbaarlijk genoeg redelijk comfortabel bleek te zitten. Om mezelf een betere houding te geven sloeg ik mijn benen over elkaar terwijl ik mijn handen in elkaar gevouwen in mijn schoot liet rusten. "Ongeduld wordt hier niet beloond, Mevrouw, ik zou maar op mijn toon letten als ik u was,"
    Een beetje gepikeerd rechtte ik mijn rug en trok beledigd een wenkbrauw op, wie dacht hij wel niet dat hij was? De waarschuwende, bekritiserende toon van hem beviel me allesbehalve, maar toch besloot ik om wijselijk mijn mond te houden. Ik zag wat er met de vrouw was gebeurd en dat lot wilde ik niet ondergaan, daarvoor hield ik te veel van mijn bestaan.
    "Mijn naam is Silas Underwood. Alleen voor u is het Heer Underwood, Silas wil ik niet uit uw mond horen. Dan spreek ik u ook niet aan met “Amaris” ervoor." De toon waarop hij sprak leek zo gedicteerd, alsof hij deze preek al meerdere keren had gedaan. Ik ergerde me er rot aan, hij gaf me het gevoel alsof hij me behandelde als een klein kind dat zonet de les werd gelezen. Haast onmerkbaar knikte ik even en liet mijn blik naar zijn ogen glijden. "Klinkt redelijk," Het kwam er redelijk zacht, onverschillig, haast verveeld uit. Hoe koud hij ook sprak, ik was niet onder de indruk.
    "Hoe lang ben je al een vampier, Rae?" De sfeer was veranderd, de spanning van eerder leek totaal uit de lucht verdwenen te zijn maar het was lang nog niet zoals het hoorde te zijn, naar mijn mening dan. "Niet zo erg lang," Zei ik met een ietwat onschuldige ondertoon in mijn stem terwijl een mondhoek zich onopvallend wat omhoog krulde. "Vijf jaar om precies te zijn."
    Ik wist niet waarom hij wilde weten hoelang ik al vampier was, naar mijn mening was dat niet zo van cruciaal belang. Dat hij ouder was vermoedde ik al, anders zou hij waarschijnlijk verre van zo bazig, stijf en formeel doen. Ik had zulk gedrag ook opgemerkt in mijn vorige clan en ook toen kon ik het niet uitstaan.
    Desondanks besloot ik toch om hem een kans te geven. Dit was immers de eerste indruk, het kon nog altijd zijn dat hij, net als mij, niet van vreemdelingen hield en daarom zo afstandelijk deed. Hoe moeilijk het soms ook kon zijn, toch wilde ik niet over iedereen oordelen zonder hem of haar echt te kennen. Dat was immers een fout die veel mensen maakten.
    "Waarom?" Het was een vraag die ik eigenlijk niet wilde stellen, maar het kwam er sneller uit dan de bedoeling was. Ongemakkelijk prutste ik wat aan de blauwe jurk die ik droeg. Het viel me nu pas op dat er in de onderkant enkele scheurtjes zaten die ik waarschijnlijk op had gelopen tijdens het vluchten uit mijn vorige clan.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Vilkas Alexander Pace
    “Dat gaat u niks aan,” bromde het meisje, na een keer nijdig gesnoven te hebben toen ik mijn rug naar haar gedraaid had. Het zorgde alleen maar dat er een even arrogante grijns op mijn gezicht verscheen.
    “Ik moet er nu echt langs.” Haar stem klonk bevelend, iets wat haar als vrouw helemaal niet sierde, daarom bleef ik koppig staan en reageerde ik er niet op, doend alsof ik het niet gehoord had. Gelukkige voor haar ging rolton een met zijn veel te grote emmer bier langs ons door de rij uit, waardoor er wat plaats vrij kwam. Ik voelde hoe er mensen tegen me aangedrukt werden toen hij er langs wilde – iets wat me op mijn zenuwen werkte aangezien ik het niet fijn vond als mensen me onaangekondigd aanraakten. “Nu kun je er langs,” zei ik met een blik op de open plek en richtte me daarna op de barvrouw en bestelde een biertje. Ik hoorde het meisje vloeken, waardoor ik haar met een opgetrokken wenkbrauw aankeek terwijl ze zich voor me in wurmde. Wat voor een vrouw was zij? Hadden ze haar nooit manieren geleerd? “Sorry, maar ik wil niet gevonden worden.”
    Ik trok een wenkbrauw op en keek het meisje nogal al zuur aan. Goed, als zij zomaar voor me in kwam, was het nu payback time. “Voor haar ook een biertje,” zei ik met een grijns tegen de barvrouw. “Een extra grote!”
    Als ze kon vloeken als een man, moest ze ook maar zien dat ze kon drinken als een man.
    “Hoi,” hoorde ik een bekende stem achter me. Ik draaide me weer om en keek recht in de ogen van Lisa. “Gezellig hé, het oogstfeest.”
    Ik knikte overdreven en wierp een blik op het meisje. “Zéér gezellig.” Een brede grijns verscheen op mijn gezicht toen ik de grote pint bier in haar handen duwde en de barvrouw betaalde. “Smakelijk.” Ik klonk mijn glas tegen het haren en nam zelf een grote slok. “Lisa, wil je ook bier?” vroeg ik haar.

    [ bericht aangepast op 19 mei 2013 - 10:29 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Cedric Laurentius Salomon, 21/138 • 3erangs.
    In tegenstelling tot de vampieren die Idwallon Underwood bewonderenswaardig aankeken, keek ik de zaal nogmaals rond. Her en der zag ik wat bekende gezichten tegenkomen, maar die verdwenen in het niets toen ik de bekende blik en de blonde lokken die over haar schouders sierden van de jonge vrouw zag.
    Ze had nog steeds een prettige aanzicht, maar ik zou mij nergens meer om verbazen als dit snel zou veranderen. Je moest namelijk niet snel een oordeel over iemand klaar hebben, omdat je denkt dat je diegene kent, want niets is meer dan dat waar. En zeker niet oordelen als het een vrouw is.
    Deze fout had ik eerst gemaakt, maar na die fout.. tja, een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen, zeggen ze ook wel eens.
    Omdat ik zo'n gevoel had dat wij nog wel gerust een tijdje konden wachten op de Heer Silas, was ik van plan om niet stilletjes te blijven staan en wat te ondernemen. De zwarte cape fladderde achter mij aan toen ik richting de jonkvrouwe liep. Het viel mij op dat ze iets probeerde te verbergen op haar jurk, toen ik dichterbij kwam, en een zacht, kort gelach kwam er uit mijn mond. Misschien was het een honend iets, misschien niet.
    Mijn witte blouse hadden twee knoopjes los en het zat in mijn donkere broek.
    Deze vrouw had ik onderschat in het uitdagen, want ik stond ook wel bekend vanwege het vele plagen en uitdagen van anderen. Ik werd teruggepakt door deze vrouw (beschamend, meerdere malen) en ergens liet het mijn bloeddruk wat omhoog gaan, wat ik stiekem leuk vond, en wat ik nogal ironisch vond.
    “Madame Woods, wat een genoegen dat ik u hier tegenkom. Ik had gedacht dat uw dierlijke instinct u nog aan het overnemen was.”
    Ik lachte wat schamper en had een korte blik op haar jurk gegeven, waar haar hand die lag en wat verstopte.
    “Vandaar de vervuilde plek.” Mijn handen had ik in mijn broekzakken gedaan.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Alice Woods ~ 3e rangs vampier
    Vanuit haar ooghoeken zag ze iemand naar haar toe komen en ze hoopte vurig dat het niet iemand was om haar te kleineren, ondanks dat ze niet echt vijanden had wist ze namelijk dat er vast ene paar vampiers waren die op haar neerkeken. Ze kwam immers nooit in de zaal waarbij alle vampiers hun talenten aan elkaar toonden en de beste probeerde te zijn op bijvoorbeeld de balken. Ze moest er niet aan denken om met een stok op de balken te staan balanceren terwijl iemand haar eraf probeerde te slaan. De val was immers niet niks, zelfs voor een vampier niet.
    Ze herkende nu Cedric Salomon die op haar afkwam, ze kende hem niet heel erg. Ze had hem verschillende keren kort gesproken, gezien en natuurlijk verhalen over hem gehoord, maar hem echt kennen? Nee, dat deed ze niet. Ze zag Cedric een blik werpen op de plek die haar handen zo goed en kwaad als het kon probeerden af te schermen en de lach die daarna volgde. Alice voelde hoe het bloed naar haar wangen trok en toen Cedric bij haar was voelde ze hoe haar wangen gloeiden.
    "Madame Woods, wat een genoegen dat ik u hier tegenkom. Ik had gedacht dat uw dierlijke instinct u nog aan het overnemen was," zei hij en Alice keek hem aan. "Alsjeblieft, noem me Alice," vertelde ze hem met een korte glimlachje en toen hij haar wees op de plek op haar jurk zei ze: "U wilt toch niet zeggen dat u zich niet eens hebt laten leiden door uw dierlijke instincten, heer Salomon?"
    Zijn opmerking had haar zenuwachtig gemaakt en ze hoopte zo de aandacht op hem te vestigen in plaats van haar. Had hij haar gezien? Ze twijfelde aan zichzelf, ze zou het vast niet opgemerkt hebben als iemand haar was gevolgd. Ze vroeg zich af of ze überhaupt een clanlid zou herkennen zodra ze de welbekende rode waas voor haar ogen kreeg. Zijzelf wist dat haar honger groter was dan anderen en ook hoe slecht zij deze onder controle kon houden, maar ze wist niet of iemand anders er iets van af wist. Ze was al zo lang bij de clan dat dat wel het geval moest zijn, maar tot heden had nog nooit iemand haar er mee geconfronteerd. Waarschijnlijk, mocht iemand haar ooit gezien hebben tijdens een jacht, wisten ze niet hoe gevaarlijk weinig controle ze over haar eigen honger had.
    "Heeft u enig idee waar de mededeling over gaat? Ik heb sommigen al horen praten over een vijandelijke clan die eraan komt, maar dat zal wel niet, toch?" voegde ze er uiteindelijk maar aan toe, om er zeker van te zijn dat het gespreksonderwerp veranderde.


    450 woorden precies, haha, mooi aantal :Y)


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Ik heb geen idee of Mitchell van de rebellen verwacht dat ze hem respectvol aanspreken met u of met zijn achternaam oid, mocht dat wel zo zijn, dan is het mooi goed wat er bij Daenerys staat want die zou zich hier anders toch niet aan houden en anders is het ook goed, haha.

    Daenerys Éowyn Frey ~ Rebel.
    Daenerys was absoluut niet iemand die hield van feestelijke activiteiten, dansen kon ze niet en zich lam zuipen gaf ze ook niks om. Toch was ze blij met het oogstfeest, het was een perfecte aangelegenheid om informatie te verzamelen. Het was ongelofelijk hoe makkelijk de mensen praatten als ze een beetje gedronken hadden en uitgelaten waren. Ook waren er vaak incidenten zoals vrouwen die op een feest gauw besloten om eens te genieten van een andere man, waardoor zij de volgende ochtend vaak wel een boze echtgenoot voor de deur had die meer wilde weten. Daarom liep Daenerys met een bijzonder goed humeur tussen de mensen door, ze stoorde zich zelfs niet aan de mensen die steeds tegen haar op botste door de ontiegelijke drukte. Binnenkort kon ze weer geld verdienen en dat vooruitzicht maakte alles goed.
    Over het algemeen droeg ze om praktische redenen, stel je voor dat ze ineens moest vluchten, vooral broeken, maar vandaag had ze voor de gelegenheid een jurk aangetrokken. Haar haren vielen losjes over haar blote schouders en wapperden lichtjes zodra er een koel avondbriesje woei. (Ik hou van dat woord :p) Plots zag ze tussen alle hoge hoeden een klein en bekend grijs hoedje uitsteken. Mitchell mocht ze wel, natuurlijk volgde ze niet altijd zijn bevelen op en ze was het zeker niet altijd eens met zijn ideeën, maar hij was een doener en dat vond ze goed. Er waren zat mensen die dachten en planden, maar die voerden niks uit. Dan bleef het bij dromen en daar bereikte je niks mee.
    Zodra Daenerys haar pas versnelde klonk het getik van haar hakken op de stenen iets harder. Soepel bewoog ze zich tussen de uitgelaten mensen door tot ze eindelijk Mitchell bereikte en naast hem ging lopen. "Nog steeds niet van plan je modieus te kleden? Op deze manier trek je geen vrouwen aan hoor, Mitchell," zei ze grijnzend terwijl ze een zijdelingse blik op hem wierp. Zijn lage hoedje, zijn korte jasje en zijn overhemd dat haast ongepast ver open was volgens de meesten zorgde ervoor dat hij opviel. Niet op een slechte manier vond Daenerys, het was goed om niet altijd een kuddedier te zijn, maar daar leken veel mensen vaak anders over te denken. "Was je soms op zoek naar het bier?" vervolgde ze toen ze zag dat hij, in tegendeel tot de andere mannen die brullend en lallend voorbij kwamen, geen pul bier in zijn handen had. Een feestbeest was ze absoluut niet, maar Daenerys kon van kleine gesprekken genieten. Ze hield er van mensen uit te dagen met haar scherpe tong, al was bij sommigen mensen de lol er gauw af. Zo waren veel jonge vrouwen in het dorp erg bleu, niks aan vond zij. Bang, onnozel.. Daenerys haalde vaak uit ongenoegen haar neus op als ze zulke mensen tegenkwam, een gewoonte die maar al te goed haar gevoelens tegenover iemand uitdrukte.
    Terwijl ze zo aan Mitchells zijde liep en wachtte op zijn antwoord bleef ze alert op de mensen om haar heen, maar ze vind nog geen nuttige informatie op. Waarschijnlijk hadden de meesten nog niet genoeg gedronken om hun grootste geheimen bloot te geven, jammer, maar ze zou moeten wachten.

    [ bericht aangepast op 19 mei 2013 - 19:37 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Cedric Laurentius Salomon, 21/138 • 3erangs.
    Ze had kort geglimlacht en geantwoord dat ik haar Alice moest noemen. Hierop glimlachte ik en knikte ik enkel kort; waarop ik zachtjes mompelde: “Goed.” Normaal gesproken zou ik het niet doen bij iemand die ik niet goed tot amper kende, maar ik had geen haat jegens Alice en ze was van hetzelfde soort.
    'U wilt toch niet zeggen dat u zich niet eens hebt laten leiden door uw dierlijke instincten, heer Salomon?' Had ze gevraagd, waardoor er een heimelijke glimlach op mijn gezicht kwam. Betrapt en zeker een mooie wending, Alice. Ze was zeker beschaamd en daarom een andere richting van het onderwerp afgegaan, omdat ze zich nu het onderwerp op mij keerde.
    De glimlach betekende voor mijn andere persoonlijkheid enkel wat perversie, maar het was niet slim als die nu een rol in mijn lichaam kreeg.
    “Ik heb tot schaamte meerdere keren mijn dierlijke instincten omhoog gehaald, mevrouw Alice.” Dit had ik dubbel bedoeld als in de perversie en de dorst die wij als vampieren nu eenmaal kregen.
    Dit deed mij denken aan al die mensen die het einde van hun leven aan mij te danken hadden. Sommigen had ik spijt van, want daar had ik wel wat meer van willen drinken, maar anderen waren onbeschoft en asociaal. Ze hadden het verdiend. Ze waren niets meer dan een stuk vlees, zoals ik ze zag.
    'Heeft u enig idee waar de mededeling over gaat? Ik heb sommigen al horen praten over een vijandelijke clan die eraan komt, maar dat zal wel niet, toch?' Had Alice Woods gevraagd. Mijn wenkbrauwen had ik voor een korte seconde omhoog gehaald. Een vijandelijke clan? Eindelijk eens wat actie.
    Mijn handen had ik uit mijn broekzakken gehaald en achter mijn rug gedaan. “Ook dit moet ik tot mijn schaamte bekennen, dat ik hiervan niets wist tot nu toe.” Een uitdagende glimlach kwam er op mijn gezicht.
    “Maar ik heb geen moeite met wat vijandelijkheid, miss Alice. Ik ben wel in voor wat actie en u?” Dezelfde glimlach zat nog steeds op mijn gezicht en ergens had ik het laten klinken alsof er wat achter zat. Mijn ogen fonkelden gevaar noch duister.
    “Noem me trouwens Cedric.” Had het nu duister geklonken.

    [ bericht aangepast op 19 mei 2013 - 19:58 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Elizabeth Maria Avanti ~
    Op een rustig tempo schreide de jongedame door de mensenmassa. Er was een feest gepland deze gehele dag, iets waar ze zelf pas bericht van had gehad. Nieuwsgierig was ze er wel naar, in het leven wat zij had geleid was ze nooit naar zo'n soort spektakel toe gegaan omdat haar dat werd verboden. Een kans als deze moest ze dan niet missen.
    Mensen leefden van tijd tot tijd. Niemand leek zich ook maar ergens zorgen om te maken in dit dorp, en dat terwijl er tegelijkertijd zoveel dingen mis waren. Of men zag het niet, of men negeerde het. Ze nam het eerste aan. Zijzelf had ook geen flauw idee of er iets mis was. Het kon schijn zijn.
    Lang dacht ze er niet over na, ze wou niet in een wereld leven waarin vreemde situaties voorop stonden. Daar had ze genoeg van gehad. Haar buik zat vol van al die problemen. Daarom liet ze deze met genoegen achter zich.
    Op het marktplein hield ze stil. Haar rok ruiste langs haar benen zodra ze eenmaal stil stond. Het kledingstuk was zwaar, maar ze vond het fijn om te dragen. Het had een fijne stof die goed aanvoelde op haar huid, de kleur paste bij haar stemming en zorgde dat haar postuur fijn uit kwam.
    Peinzend staarde Elizabeth naar een marktkoopman. Deze leek te worstelen met een paar varkens die niet geheel naar zijn zin mee werkten.
    Onbewust begon ze te glimlachen. Het leven was soms zo simpel en toch kon het ingewikkeld zijn.
    ‘Pas op!’ hoorde ze een stem vlak bij haar oor. Licht geschrokken draaide ze zich om, net op tijd om weg te springen voor een enorme huifkar die voorbij kwam.
    ‘Pas jij op!’ wierp ze daar boos op tegen.
    De meeste mensen in het dorp vonden haar een vreemd figuur. Een jonge dame, zo zonder man of ouders. Dat kon meestal maar een ding betekenen, of ze was een heks, of ze had iets vreselijk gedaan. Zijzelf liet de mensen in die waan zodat ze haar rust kreeg. Ze had er niets aan als men haar lastig ging vallen.
    Ze volgde het zandpad dat richting de bossen liep, hoe verder ze van de stad af kwam, hoe meer ze kon ademen. Voor ze het feest zou bijwonen, had ze nog wat te doen. De rieten mand die ze met zich mee had gedragen, zette ze uiteindelijk neer voor een veld met wilde bloemen. Voor schoonheden van de natuur had ze altijd al een zwak gehad.
    Ze knielde neer in het hoge gras en zocht zorgvuldig de bloemen uit. Iets wat ze niet nodig was, ging ze ook niet plukken.
    Ondertussen hield ze in de gaten hoe ver het stond met het feest. Iedereen was druk in de weer, zijzelf kon daarbij niet achter blijven. Ze hoopte eindelijk een paar contacten te kunnen leggen. Het was er wel de uitstekende gelegenheid voor.
    Omdat ze gratis in de herberg van een oud paar mocht verblijven, had ze besloten om hen te helpen met de voorbereidingen die zij hadden voor hun kraampje. De oude vrouw was gespecialiseerd in het lezen van handen. Een soort zigeunerin. Het was dan ook de dame die de bloemen nodig had. 'Alles voor de natuur,' had deze gezegd. En zij kon niet anders dan instemmen.

    [ bericht aangepast op 19 mei 2013 - 22:06 ]


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    [@Ophilia, ik weet niet of je de beginpost had gelezen, maar er is een oogstfeest :') ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Bran schreef:
    [@Ophilia, ik weet niet of je de beginpost had gelezen, maar er is een oogstfeest :') ]


    [Ooh darn, ik zal wel weer scheel zijn geweest! Ik zal mijn post even aanpassen (: ]


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Evelyn Gabriela Delavey - 20/121 - 3e rang
    Steeds meer mensen kwamen de grote zaal binnen. Evelyn keek rond of ze iemand herkende. Niet om met iemand te praten of ander contact te leggen. Het liefst bleef ze gewoon op afstand en luisterde wat er gaande was. Zonder daarbij zelf op te reageren. Idwallon Underwood kwam binnen lopen en liet zich zakken in een luie stoel. Natuurlijk keken een paar aanwezigen naar hem. Evelyn keek naar hem, maar het was de juiste broer waar ze op zaten te wachten. Ze keek weer weg. Evelyn keek even rond in de grote zaal. Haar geduld was erg gezakt vandaag, door haar vervelende 'bed' en kast dat uit elkaar valt. Ze zuchtte al bij de gedachte om een nieuwe deur te vinden. Dan moest ze weer het dorp in en een winkel zoeken die goedkope meubels maakten.
    Ze streek met haar handen over haar jurk heen. Het liefst droeg ze geen jurken. Ze zijn onhandig en ongemakkelijk. Je kon er niet geweldig in vechten, rennen of zelf verdediging. Ze vond het wel leuk, maar het liefst ging ze weer terug naar haar broek. Ze moest soms niet te veel opvallen. Haar lange golvende haren hingen over haar rug. En de voorkant zat in een vlecht over haar voorhoofd. Zo netjes zijn was ongebruikelijk, maar ze was ook van plan om het dorp in te gaan. Op haar hoofd had ze een hoed , wat perfect paste bij haar jurk en bruine haar. Haar blauwe ogen vielen daardoor wel erg op. Evelyn zat ongemakkelijk aan haar jurk.
    Ze herinnerde zich opeens dat ze al 2 dagen niet meer bloed had gedronken. 'Wordt eens weer tijd,' Zei ze hardop. Eve had een vrij goede controle over haar dorst. Ze heeft zich er nooit echt zorgen over gemaakt.
    'Heeft u enig idee waar de mededeling over gaat? Ik heb sommigen al horen praten over een vijandelijke clan die eraan komt, maar dat zal wel niet, toch?' Hoorde ze opeens een paar meter veder op. Wat krijgen we nou? , dacht ze. Ze had sommige mensen weleens iets over horen zeggen, maar dat was al een tijdje geleden. Ze werd een beetje nieuwsgierig en liep naar hen toe, maar bleef uitzicht.
    Ze herkende de 2 mensen als Alice Woods en Cedric Salomon. 'Ook dit moet ik tot mijn schaamte bekennen, dat ik hiervan niets wist tot nu toe,' Zei Cedric en Evelyn zag net een uitdagende glimlach op zijn gezicht verschijnen. 'Maar ik heb geen moeite met wat vijandelijkheid, miss Alice. Ik ben wel in voor wat actie en u?' Zei hij weer. Evelyn trok een wenkbrauw op.' Noem me trouwens Cedric,' Zei hij op een vreemde manier dat zij niet leuk vond.
    Evelyn liep naar voren in hun zicht. Ze ging naast hun staan en keek naar Alice. 'Waar heb je gehoord dat er misschien een vijandelijke clan aankomt?' Vroeg ze op een kille manier zonder hallo. Evelyn was een vechter die liever niets dan iedereen veilig hielt in de clan. Deze zaken waren dus erg belangrijk.


    “You want weapons? We’re in a library! Books! The best weapons in the world!” ~The Doctor

    Félice Mabel Delamore
    De jongeman kijkt me met een opgetrokken wenkbrauw aan wanneer ik zachtjes vloek, maar ik negeer het wurm mezelf voor de man. Ja, ik geef toe: het is erg onbeleefd, maar ik wil gewoon niet dat Josiah me vindt. Dan zit ik de hele avond aan hem vast. Hij zal me dan vast weer meesleuren naar die irritante vrienden van hem. Enkele van zijn vrienden mag ik wel, maar de meeste zijn gewoon eerste klas slijmballen en gladjakkers. Ik snap echter wel waarom mijn broer met hen omgaat, hij past er namelijk perfect tussen, al is hij eerder de “leider” dan een slijmbal.
    'Voor haar ook een biertje, een extra grote!' Nu ben ik degene die haar wenkbrauwen optrekt. Wat denkt die man hiermee te bereiken? Het is sowieso nogal raar dat hij bier voor me koopt, aangezien ik voor hem ging staan, het zou wel een erg slechte versiertruc zijn om bier voor een vrouw te kopen, het is waarschijnlijker dat hij me hiermee voor schut wil zetten, of zoiets.
    'Hoi, gezellig hé, het oogstfeest.' hoor ik iemand achter me zeggen. Ik draai me om en zie een onbekend, nietszeggend meisje staan. Mijn ogen laat ik afkeurend over haar kleding gaan. Zoiets draag je toch niet naar een feest? De jongeman lijkt haar echter wel te herkennen en knikt overdreven. 'Zéér gezellig.' De sarcasme in zijn stem is duidelijk te horen, maar dat is niet mijn schuld. Als hij me irritant vindt, dan had hij me er maar eerder langs moeten laten.
    Er verschijnt een brede grijns op zijn gezicht wanneer hij de – voor mij – enorme pint bier in mijn handen drukt. Ik moet het glas met beide handen vasthouden, aangezien het met één hand niet wilt. Niet dat ik van plan ben om het op te drinken. 'Smakelijk.' Hij klinkt zijn glas tegen het mijne en neemt een grote slok. 'Lisa, wil je ook bier?' vraagt hij aan het andere meisje. Lisa, ze heet zo dus. Ik wend mijn blik van het meisje af en richt hem weer op de jongeman. 'Wat moet ik hier meedoen?' vraag ik, doelend op de pint in mijn handen. Ik zucht even en neem een klein slokje. Gelijk trek ik een vies gezicht en ik duw de pint in de handen van het meisje, Lisa. 'Hier, ik lust het niet,' zeg ik.
    Wanneer ik mijn naam hoor kijk ik snel om me heen. Ik had gehoopt dat Josiah het zoeken al opgegeven zou hebben, maar blijkbaar niet. Tuurlijk niet, ik had het eigenlijk wel kunnen verwachten. Hij doet alles wat vader hem opdraagt. Ik moet hier in elk geval weg zien te komen. Mijn blik valt op de jongeman, die net zijn pint leeg heeft en er komt een idee in me op. Ik trek de pint uit zijn handen, duw die in handen van een willekeurige voorbijganger en trek hem mee richting de dansende mensen, nadat ik het meisje een iets verontschuldigende blik heb toegeworpen. Ze redt zichzelf hopelijk wel.
    'Het spijt me dat ik u nu meesleur,' begin ik tegen de jongeman, 'maar geloof me: als u mij zou zijn, dan zou u hetzelfde doen.'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered