• • Out of Sight, Out of Mind

    Het is begin 19e eeuw (Victorian Era) en de hele wereld is net aan het herstellen van een oorlog die zojuist gestreden is, zo ook het stadje Bathum, de hoofdstad van het land Hawkscourt. Er heerst grote onrust onder het volk en sommige zijn zo ontevreden over het huidige bestuur dat ze soms samenkomen en de boel saboteren. Terwijl het volk denkt dat deze rebellen’ het grote gevaar zijn, ligt er een groter gevaar op de loer. Vampiers. De laatste tijd hebben ook zij het moeilijk gekregen, met name een clan uit het noorden. De clan is gekrompen naar tot een relatief klein aantal waardoor deze veel kwetsbaarder is en daarom heeft de clanleider, Silas, besloten dat hier verandering in moet komen. Bathum is de geschikte plaats om nieuwe leden te werven voor de clan. Echter is niet iedereen geschikt en de vampiers zullen zich onder de mensen moeten mengen om te kijken wie wel geschikt is voor het harde vampiersleven, terwijl ze hun identiteit verbogen moeten zien te houden.

    Rollen: Getallen voor de naam zijn paginanummers
    Vampiers:
    Clanleider:
    (1,1) Silas Underwood - 26/247 - 1e rang + ring - Hireath
    Rechterhand:(1,1) Idwallon Calhoun Underwood - 24/245 - 1e rang + ring - Goldenwing
    Verbannen: Vrij

    Leden:
    - (1,1) Alice Woods - 21/103 - 3e rangs - BastiIIe
    - (1,2) Amaris Rae Valora - 23/28 - 4e rang - Cassia
    - (2,10) Alexa Elizabeth Turner - 20/100 - 3e rang - Florentina

    - (1,6) Cedric Laurentius Salomon - 21 - 3e rangs - Delish
    - (1,6) Devon Evian Lilyton - Bachandale - 23 - 3e rang - DreamerN
    - (1,5) Mitchell "Mitch" Giacomo Bianchi - 22 - Tegen + leider - Florentina (Was mens)

    - Onbeperkt!

    Mensen:
    - (1,3) Vilkas Alexander Pace - 25 - Voor - Akatosh
    - (1,11) Elijah Hodkin - 20 - Tegen - Cashby

    - (1,9) Daenerys Éowyn Frey - 22 - Tegen - BastiIIe
    - Onbeperkt!


    Gaan dood:
    - (1,9) Elizabeth (V mens) Dood door Mitch
    - (2,1) Katharina (V, vampier) Dood door Idwallon
    - {1,7) Lucas Nilsson (M, mens) Dood door Cedric
    - (1) Oliver William Dust (M, vampier) Dood door Silias


    Sfeerimpressies 19e eeuw
    Als je googelet op Victorian era, Victorian fashion of gewoon in het Nederlands Victoriaans ___ dan vind je al een hele hoop (:
    Of de film Vanity Fair, dit is ook een erg goede inspiratiebron. Zoek wat trailers of personages op voor een goede indruk.

    [ bericht aangepast op 26 mei 2014 - 16:49 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    [Ik zal morgen reageren.]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Amaris "Rae" Valora

    "Zit je momenteel bij een clan?" Langzaam schudde ik mijn hoofd, al betwijfelde ik of hij het had gezien aangezien hij naar een schilderij staarde. "Nee," Kwam er uiteindelijk zwak uit mijn mond terwijl ik mijn ogen ook naar het schilderij liet afdwalen. Voor een fractie van een seconde perste ik mijn lippen even op elkaar en was me er vaag van bewust dat het schilderij aan de muur erg mooi was. Ik vroeg me af wie het had gemaakt.
    "Ik wil dat je… zingt voor me. Het maakt me niet uit wat je zingt, ik wil je stem horen." Misschien was het gewoon de vraag, of de droevige manier waarop hij het zei maar er was iets waardoor ik mijn ogen behoedzaam naar hem liet flitsen. Er was iets veranderd aan de sfeer, iets waardoor ik me alleen maar ongemakkelijker leek te voelen. Wat wilde hij hiermee bereiken?
    Twijfelachtig weken mijn lippen toch een stukje uit elkaar en het duurde deze keer niet bijzonder lang voordat ik begon te spreken. "Ik weet niet wat hier de bedoeling van is," Ondanks het best zakelijk klonk, kon ik de verwondering en het ongeloof in mijn stem niet verbergen. "Maar waarom zou ik het doen, ik ken u niet eens." Gracieus stond ik op uit de fauteuil waar ik in zat en maakte aanstalten om weg te gaan. Er was echter iets wat me deed aarzelen.
    Terwijl ik met mezelf in tweestrijd zat, bracht ik bedenkelijk mijn slanke wijsvinger naar mijn lippen en bleef zo een tijd met mijn rug naar hem toe staan. Misschien zou ik wel in mijn voordeel kunnen handelen, hij leek me immers wel een redelijk iemand. Iemand die zich aan zijn woord zou houden.
    "Kan u me mijn veiligheid verzekeren?" Ik draaide me om en bleef van op een afstandje naar hem kijken terwijl ik deze keer mijn armen langs mijn lichaam liet hangen. "Als u er voor kan zorgen dat mijn vorige clan me niet kan vinden, zing ik met alle plezier elk deuntje dat u wilt. Dat lijkt me redelijk, niet?"
    Dat was het enige dat ik van hem verlangde, mijn veiligheid. Mijn leven was me nog altijd veel meer waard dan mijn verdomde trots. Maar ik vertikte het om bij hem te smeken, het was immers een win-winsituatie dus het zou me verbazen dat hij dit kon weigeren. Als het hem niet aanstond en hij weigerde toch, kon ik nog altijd proberen om er vandoor te gaan, al had ik geen idee of dat ook daadwerkelijk zo gemakkelijk was nu ik wist dat hier ook bewaking rondliep. Misschien zou ik het er gewoon op moeten wagen om te kijken wat er zou gebeuren.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Daenerys Éowyn Frey ~ Rebel.
    Na een poos zoeken vond Daenerys het genoeg en besloot ze dat ze haar tijd beter anders kon besteden en misschien kwam ze hem nog wel tegen op het feest, want ze was er van overtuigd dat hij nog niet terug naar huis was gegaan. Ze maakte haar tijd vol door met veschillende mensen te praten, maar deze avond had ze erg weinig succes. Toen ze zich realiseerde dat de gewone dorpelingen weinig los zouden laten richtte ze zich vooral op de mensen van de zwarte markt, maar ook dit ging niet zoals ze wilde. Ze had gehoopt een paar mooie deals te kunnen sluiten, maar niemand leek erg gewillig om te onderhandelen. Waarschijnlijk moesten de meesten op hun geld letten en sommigen gaven het liever diezelfde avond nog uit aan gokken of simpelweg bier. Uiteindelijk besloot ze haar zoektocht voort te zetten, Mitchell was immers geen slecht gezelschap. Daenerys vroeg aan enkele mensen of ze iemand met een grijs en laag hoedje hadden gezien en tot haar verbazing kreeg ze tot een paar keer toe te horen dat mensen hem met een jonge dame hadden zien weggaan. Ze kon zich dit niet voorstellen en uiteindelijk was ze maar aan de kant gaan staan waardoor ze niet te midden van de drukte stond en keek nu naar de mensen, terwijl ze probeerde te bedenken wat het beste haar volgende optie kon zijn. Misschien kon ze alvast de hazenpels naar Julian brengen, dan hoefde ze dat vannacht niet meer te doen. Dit leek haar wel een goed plan en ze was net van plan om daad bij woord te voegen toen ze iets verdachts zag. Daenerys vernauwde haar ogen iets en zag inderdaad het bekende, grijze hoedje. Blijkbaar was Mitchell inderdaad nog niet naar huis gegaan, mooi, want ze was er heilig van overtuigd dat hij nu zeker nuttige informatie zou hebben. Die pels kon nog wel even wachten.
    Daenerys liep tussen de mensen door naar de overkant en ze vroeg zich net af wat Mitchell in een steegje deed toen haar blik op de jonge vrouw viel die Mitchell gewillig stond te kussen. Daenerys ogen schoten van de jonge vrouw naar Mitchell, het was haar al gauw duidelijk dat de mensen op straat inderdaad gelijk hadden gehad. Ze wist dat ze hier iets aan moest doen en liep met nijdige passen naar het tweetal toe. Het getik van haar hakken klonk nu extra hard en de jonge vrouw draaide inderdaad haar kant op. Ze leek geschrokken. "Wat krijgen we nou?! Wegwezen meid, hij is van mij!" snauwde Daenerys de jonge vrouw toe terwijl ze haar rug rechtte. Haar woede was niet zozeer op de jonge vrouw gericht, maar het leek Daenerys de snelste manier om van de jonge vrouw af te komen. Daenerys was inmiddels naast Mitchell gaat staan en legde haar hand op zijn borstkas, ze zag dat de jonge vrouw al haar mond open trok om te protesteren, maar zijzelf was haar voor: "Had je me soms niet gehoord? Wegwezen! Zoek maar een andere vent!" Ze wierp de jonge vrouw, die jonger was dan zijzelf zag ze nu, een dreigende blik toe. Het had het gewenste resultaat, want na een paar zeer onvrouwelijke en gemene woorden die op Daenerys gericht waren, maakte de jonge vrouw zich uit de voeten. Toen de vrouw helemaal uit zicht was ging Daenerys voor Mitchell staan en sloeg hem in zijn gezicht. Haar hand tintelde licht van de klap. "Waar denk je wel niet mee bezig te zijn?" beet ze hem toe en keek hem kwaad aan. Al zodra ze hem zag staan zoenen met die vrouw had ze al een vermoeden dat er iets mis was en dat vermoeden werd al gauw bevestigd. Hij was dronken, het was duidelijk aan hem te zien en het maakte haar woedend. Mensen die dronken waren werden loslippig, zo erg dat ze zonder er erg in te hadden hun grootste geheimen prijs konden geven. Erg prettig, maar niet als diegene Mitchell was, aangezien hij zeer gevoelige informatie had.. Ze kon het niet uitstaan dat hij zojuist de hele groep rebellen, maar vooral haarzelf, in gevaar had gebracht. "Hoeveel bier heb je op en wat dacht je daar soms mee te bereiken?" Haar stem verried hoe nijdig ze was en dat vond ze prima, hij mocht wel weten hoe fout hij zat, dat hij de leider was maakte geen verschil vond ze. Daenerys had haar hand op zijn bovenarm gelegd, vastberaden hem niet zo rond te laten lopen. Wie wist wat voor schade hij aan kon brengen! Ze zuchtte geïrriteerd terwijl ze wachtte op een antwoord, dit was precies de reden waarom ze nooit meer dan één biertje dronk.

    [ bericht aangepast op 23 mei 2013 - 15:47 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Cedric Laurentius Salomon, 21/138 • 3erangs.
    'Ik ah..' was ze begonnen. Ergens had ik een idee gekregen met dat zij het helemaal niet zo leuk vond. Niks kon ik natuurlijk zeker weten, want ik kon geen gedachten lezen, maar het telkens veranderen van onderwerp had mijn aandacht opgewekt. Iedereen is natuurlijk anders en ik had er niets op tegen, maar ze had toch ooit wel 's zin in wat actie? Alice Woods had mijn aandacht getrokken, dat wist ik wel.
    Voor Alice haar zin af had kunnen maken, werden we abrupt gestoord door een schoonheid van een brunette. Eerlijk is eerlijk, ze was een mooie dame. Ze had mooi lang, bruin haar die mooi sieren bij haar blauwe ogen. Maar ze was mijn smaak niet. Ze had naar mijn smaak geen karakter dat mij iets vertelde, iets over haarzelf vertelde.
    Alhoewel ik geen gesprekken met haar had, wist ik wel wie zij was van anderen. Evelyn Delavey. Ik had het een en ander gehoord dat ze graag van actie hield en dat ze niet zo van de jurken was. Ze had nu wel een jurk aan. Wat ik raarder vond was dat zij broeken droeg, omdat iedereen, vooral de vrouwen, luxueuze stoffen ging dragen. Iedereen, vooral mannen, zouden diegene raar nakijken. Het was een taboe, gedurfd van Evelyn, maar een taboe.
    Zonder een enkele begroeting had zij het gesprek gestoord en zich gericht naar Alice. 'Waar heb je gehoord dat er misschien een vijandelijke clan aankomt?' Het was een klank die kil klonk. Wat mij ergens niet verbaasde, Evelyn was niet zo'n sociaal typetje.
    “Het is geen reden om zo bruut en onbeschoft je er mee te gaan bemoeien,” had Alice gezegd. Ze had gelijk gehad, het was ook geen reden om een gesprek daarvoor te kappen. Maar ik was veel gewend, dus zo ook dit. Ik was niet beledigd dat zij mij nog steeds niet had begroet. En ik vond 't het slimst om mijn mond nu te houden voor even tot Alice helemaal uitgesproken was.
    Alice slaakte een zucht. 'Het zijn enkel geruchten die ik heb opgevangen, meer niet,' antwoordde ze vervolgens.
    Het was een slecht moment, dat wist ik, maar ik moest toch even grinniken.
    “Met dit gezegd te hebben,” ik boog naar Evelyn en kuste haar op haar hand.
    “Gegroet, vrouwe.” Een slinkse glimlach zat er op mijn gezicht en ik ging weer rechtop staan.
    “Erg veel zin in actie zo te merken,” had ik gegrapt.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Silas Underwood | Clanleader

    Langzaam schudde ze haar hoofd, waarbij haar witblonde lokken iets mee bewogen. De beweging en antwoord op mijn vraag had ik wel gezien, alleen ik was zo opgegaan in het staren naar het schilderij dat ik het was vergeten.
    Er was een prachtige vrouw geschilderd, haar haren hadden een zandbruine kleur en waren krullend opgestoken, hoewel er sommige plukken elegant langs haar gezicht dwarrelden. Ze had een melkwitte huid, wat bijna doorzichtig was, zelfs op het schilderij was het bijna precies. Ik kon me bijna bedenken dat ze voor me stond, in plaats van netjes met haar handen over elkaar die op de schoot rustte. Er lag een klein glimlachje op haar rozenkleurige lippen, wat ze in eerste instantie niet mocht. Het was een serieus iets, alleen omdat ze telkens haar lippen omkrulden, liet de schilder het uiteindelijk toe. Ik was erbij, ik had haar die prachtige, lichte jurk cadeau gegeven. Daarop werd alles anders.
          ‘Nee,’ Ik bedacht me dat dame Rae nog bij me zat en ik niet terug in de tijd was gegaan naar het moment op het kunstwerk. Nee dus, dacht ik, dat komt heel goed van pas. Zeker met de mededeling die ik nog moet doen. Ik zal op moeten schieten, want ik wilde ze niet graag laten wachten. Mijn broer Idwallon zal er wel alvast zijn, daar was geen twijfel over mogelijk. Eerst zou ik hem apart nemen om het nieuws te vertellen, zowel over de vorige zangeres die snel gegaan was, als Rae die de clan kwam versterken.
    Het duurde even voordat ze verder ging met praten, voor ze überhaupt op mijn vraag antwoord gaf. Benieuwd naar haar antwoord kantelde ik mijn gezicht iets jegens haar. Op dat moment leek ze net haar mond open te trekken om haar stem te laten horen.
          ‘Ik weet niet wat hier de bedoeling van is,’ Mijn kalme gezichtsuitdrukking bleef intact; ik was niet onder de indruk en was dat zelden. Ik was niet bang, enkel voor het beest dat zich in mij woedt. Ik bleef afwachten, keer op keer. ‘Maar waarom zou ik het doen? Ik ken u niet eens.’ Gracieus stond ze op uit de fauteuil waarin ze eerder plaats had genomen. Wanneer ze dacht dat ze hier zomaar weg kon lopen, had ze het fout, en als ze dat nu echt zou doen, zou ze daar zo achter komen. Toen ze stil bleef staan, kwam er onopmerkzaam een half grijnsje op mijn lippen.
          ‘Hm?’ humde ik, omdat ik haar woorden al op wachtte.
          ‘Kan u me mijn veiligheid verzekeren?’ Terwijl zij zich omdraaide, trok ik mijn wenkbrauw iets nieuwsgierig op. Wat was er zo fout gegaan bij haar dat ze nu mijn veiligheid nodig had? Misschien iets met haar familie, vrienden of één of andere clan. Dat zou kunnen, maar dat zou ik er wel meer over willen weten. Niet alleen voor de veiligheid van mijn clan, maar ook omdat ik geen zin had in verrassingen. ‘Als u er voor kan zorgen dat mijn vorige clan me niet kan vinden, zing ik met alle plezier elk deuntje dat u wilt. Dat lijkt me redelijk, niet?’
          ‘Dat is inderdaad een erg redelijk voorstel, Rae,’ knikte ik toe, dit keer zonder er lange minuten tussen te laten zitten. Het was echter wel glashelder dat ik er meer van wilde weten, alsof er een addertje onder het gras zat. Daar zat ik niet op te wachten. ‘But what happened? Ik moet eveneens aan mijn eigen clan denken, niet waar? In de grote lijnen wil ik daarom graag weten wat het belangrijkste is, waar ik rekening mee moet houden.’


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Amaris "Rae" Valora

    "Dat is inderdaad een erg redelijk voorstel, Rae." Het voelde aan alsof er al een grote last van mijn schouders was gevallen en dat ik me niet langer zorgen moest maken, alleen had ik het gevoel alsof het laatste woord hierover nog niet gezegd was. Het ging gewoon allemaal veel te simpel. "But what happened? Ik moet eveneens aan mijn eigen clan denken, niet waar? In de grote lijnen wil ik daarom graag weten wat het belangrijkste is, waar ik rekening mee moet houden." Daar had je het al, nu was ik wel noodgedwongen om mijn verhaal te doen, niet dat ik iets te verbergen had. Het was gewoon wat onwennig om zomaar even uit te leggen waarom ik op de vlucht was. Het was best een domme reden, misschien zelfs wel wat kinderachtig zoals me al door vele mensen was verteld, maar als ik er nog een minuut langer zou zijn gebleven, dan was de kans groot dat ik nog gekker zou worden dan dat ik me al voelde in de instelling waar ik in verbleef voor mijn bestaan als vampier.
    "Ik ben gevlucht uit mijn vorige clan," Verklaarde ik hem en deed weer een kleine stap in de richting van de fauteuils maar bleef toch op een veilige afstand staan. Onzeker legde ik even mijn hand op mijn maag en haalde eens diep adem om mezelf wat innerlijke rust te geven. "Iets wat daar als hoogverraad wordt gezien, maar ik had echt geen andere keuze." Dat laatste kwam er enigszins verdedigend uit, ik wilde namelijk niet dat hij over me zou oordelen zonder dat hij het hele verhaal kende. "Ze dreigden met de meest verschrikkelijke dingen, sloten me vaak op zonder reden en gaven me vaak het gevoel dat ik niet welkom was. Het was pas wanneer ze agressief begonnen te doen dat ik de hoop op een goede thuis opgaf en alles achter me heb gelaten." Met mijn wenkbrauwen opgetrokken sloeg ik mijn ogen neer zodat de gekwetste blik in mijn ogen niet op zou vallen. Een misselijkmakend gevoel trok door mijn maag, maar toch kreeg ik het voor elkaar om geen krimp te geven. Mijn blik gleed naar de tip van mijn schoenen waar ik even naar staarde. "Een clan hoort er voor elkaar te zijn, als familie." Zei ik uiteindelijk en keek uiteindelijk met een kleine, ietwat droevige glimlach op. "En naar mijn mening was dat dus niet het geval in mijn vorige clan."
    Eigenlijk vroeg ik me af hoe het kon dat ik zo naïef kon zijn. Ik had het immers moeten zien aankomen dat mijn clan niet echt goede bedoelingen had. Maar wat wilde je dan? Ik was eigenlijk een vrij nieuwe vampier, zonder begeleiding van mijn maker. Hoe kon ik nu in hemelsnaam weten hoe alles in zijn werking ging, wat ik wel mocht en wat ik niet mocht doen. Mijn vorige clan was gewoon mijn eerste thuis die ik net iets te onvoorzichtig uit had gekozen. Hoewel zij eigenlijk wel diegene waren die me van het straat hadden geplukt omdat ik te veel schade zou aanrichten.
    "Ik verwacht geen medelijden, ik wil me ook niet voordoen als slachtoffer." Zei ik deze keer met een vastberaden glimlach. "Het is mijn eigen schuld dat ze me zoeken, maar het is niet iets waar ik voor wil sterven." Nu hij het hele verhaal kende, was ik best nieuwsgierig naar zijn reactie. Het was best ongewoon dat ik zulke, openlijke uitspraken deed in het bijzijn van een vreemdeling. Maar ondanks ik niet echt gesteld was op vreemde mensen, had ik uiteindelijk toch het gevoel gekregen dat hij wel te vertrouwen was.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Mitchell Giacomo Bianchi ~ Rebel
    Terwijl ze aan het zoenen waren, lette hij niet op de omgeving. Hij leunde een beetje tegen haar aan, al was het meer om er zeker van te zijn dat hij zijn evenwicht niet verloor. Hij had duidelijk te veel gedronken, en wist eigenlijk ook wel dat hij haar drank niet had moeten aannemen. Gelukkig dat ze in een donker steegje stonden, want ze zagen er beide een tikkeltje verwilderd uit. Ze had zijn haar in de war gebracht, en de overige dichte knoopjes van zijn overhemd open geknoopt, waardoor zijn overhemd losjes open hing. Zijn blik was niet echt ergens op gericht, hij keek haar ook niet recht aan, maar keek een beetje wazig naar wat er zich achter haar bevond, een muur. Het getik van de hakken hoorde hij veel later dan dat hij normaal had opgemerkt, en hij negeerde het. Of deze persoon dichterbij kwam of niet had hij niet door, totdat de vrouw waarmee hij stond te zoenen, wiens naam hij even niet wist, leek te schrokken en van hem weg draaide. De snauwende stem klonk akelig in zijn oren, en leek in zijn hoofd nog na te echoën. De woorden kon hij nog wel verstaan, doordat de stem aardig hard klonk. Hij leunde heen en weer op zijn rechtervoet en linkervoet terwijl hij even keek naar de hand die plots op zijn borstkas lag. Hij probeerde deze te plaatsen, maar het beeld was niet scherp genoeg. De hand voelde enigszins verkoelend aan, wat hij wel fijn vond omdat hij het zelf aardig warm had. Hij keek in het gezicht van Éowyn en grijnsde om haar snauwende woorden tegen de jonge vrouw. Aan de ene kant vond hij het wel jammer dat ze deze had weten te lozen, aan de andere kant kon het hem niet heel erg veel deren. “Tiiiss Annnaa… Wels- Wilwe-- Welshmr” - het lukte hem niet om haar achternaam fatsoenlijk over zijn lippen te krijgen. “De dochter van die man die in het bestttuur zit..” murmelde hij, terwijl hij toekeek hoe ze in als een schim verdween in de duisternis. De klap had hij absoluut niet zien aankomen, en zorgde ervoor dat de vage grijns rond zijn lippen en twinkeling in zijn ogen op slag waren verdwenen. Hij had niet snel genoeg kunnen reageren om de schade van de klap enigszins te beperken, het gevolg was dat zijn huid nog tintelde en hij zelfs meende het geluid van de klap nog in zijn oren te horen. Zijn gezichtsuitdrukking veranderde snel van verbaasd, naar een wazige maar sterk wantrouwende blik. Hij zette een stap naar achteren, maar wist dat hij er niet zomaar vandoor moest gaan. Ze had niet eens zo nijdig te hoeven kijken, zelfs in de staat waarin hij verkeerde kon hij aan haar hele lichaamshouding zien dat ze meer dan pissig op hem was. “1… 2…” telde hij hardop, hij maakte zijn telling niet af, het waren misschien wel 2 biertjes die hij had gehad? Hij kon aardig wat bier op voordat hij dronken werd, het was eerder de andere drank die ervoor had gezorgd dat hij niet 100% was. Whisky en tequila, of whisky en wodka, of whisky, wodka en tequila, hij wist het niet meer. Hij wist ook niet hoeveel bier hij had gedronken. “Weet ik veel” murmelde hij tegen haar. Hij wist best heel goed waarom ze zo nijdig was en zette wankelend een stap naar voren. Hij keek haar recht aan met zijn grijsblauwe ogen, al knipperde hij meerdere malen om haar weer scherp te krijgen. “Se weetttt nietttsssss… K heb der niettsss verteld....” wist hij over zijn lippen te krijgen. Hij was nog steeds wantrouwend vanwege de klap die ze hem in zijn gezicht had gegeven, en de arm op zijn bovenarm irriteerde hem. De eerste poging om hem eraf te halen was vrij kansloos, maar de tweede keer wist hij ruwweg haar hand van zijn arm los te krijgen. Snel wankelde hij een paar stappen van haar af, zodat ze niet gelijk hem weer vast had. Hij draaide zich om zodat hij met zijn rug naar haar toe stond. “Ik!.. ga!… al..!!” snauwde hij haar toe, want hij had geen zin om nog een enkele seconde met een chagrijnige Éowyn door te brengen. Zij had zijn feeststemming verpest. Hij wankelde weg van Éowyn, richting de kant waarvan hij dacht waar zijn huis bevond. Hij draaide zich na een tijdje snel om toen hij erachter kwam dat hij in de richting van zijn oude huis aan het lopen was, om de andere kant op te wankelen, waarbij hij met een boog om Éowyn wankelde en de muur gebruikte om tegen te steunen. Zijn oude huis was een aardig optrekje geweest, en hij kon het nog steeds niet helemaal bevatten dat hij nu ergens anders woonde. Na zoveel jaar in zijn huis te hebben gewoond, hadden ze opeens de huur verhoogd. Natuurlijk gebeurde dit wel vaker, maar hij wist dat er meer achterzat. Hij wist dondersgoed dat ze hem zijn huis uit wilden hebben, omdat een of andere medevoorzitter in het bestuur maar al te graag in zijn huis wilde intrekken, niet omdat het een mooi huis was maar vooral omdat het een perfecte ligging had. Hij had het vertikt om na zoveel jaren door een paar huurverhogingen zijn huis uit te gaan, maar de schulden hoopten zich op en uiteindelijk was hij genoodzaakt om ergens anders te wonen. Het was een behoorlijke omschakeling geweest, toen hij erachter kwam dat zowat alle huizen duurder waren geworden, en het was lastig geweest om überhaupt nog een huis te vinden. Hij steunde af en toe even tegen de muur maar wankelde nu vrij zeker de andere richting op, de goede richting. Van de wazige vlekken trok hij zich niet al te veel aan, maar het duizelde plots wel erg veel, waardoor hij de muur moest vasthouden om niet om te vallen. Met zijn rug gleed hij omlaag tegen de muur, om te zitten op de waarschijnlijk vieze grond. Het maakte hem niet uit dat zijn kleding vies zou worden, dat het stonk in het steegje, en had ook geen idee of er iets op de grond lag. Met zijn ogen gesloten, zijn knieën opgetrokken, en hoofd omlaag bleef hij ingezakt zitten op de koude grond. Met zijn ogen dicht zag hij de vlekken niet, en duizelde het minder. Éowyn haar aanwezigheid negeerde hij volledig. Het zat eigenlijk helemaal niet zo beroerd op de grond en koud had hij het ook niet, dus zag hij geen enkele reden om omhoog te komen.


    Aan niets denken is ook denken.

    Daenerys Éowyn Frey ~ Rebel.
    Daenerys' wenkbrauwen ging even verbaasd omhoog toen hij vertelde dat de dame de dochter van een hoge pief was, maar ze realiseerde zich al gauw dat dit door de jonge dame in kwestie gelogen kon zijn. Misschien kraamde Mitchell zelf wel onzin uit, want aan zijn houding was duidelijk het wantrouwen te merken en hoewel hij beweerde maar twee biertjes op de hebben leek hij verdacht ver heen. Ze trok net haar mond open om wat te zeggen toen Mitchell plots haar hand van zijn schouder schudde en nu was het Daenerys' beurt wantrouwig te kijken. “Ik!.. ga!… al..!!” snauwde Mitchell haar toe, maar Daenerys trok enkel geamuseerd één wenkbrauw op en keek toe hij hij de verkeerde kant op strompelde. Die sukkel kwam toch niet ver wist ze, maar ze besefte ook maar al te best dat deze aanpak niet ging werken. Hoe kwaad ze ook op hem was, diezelfde woede ging haar nu niet verder helpen. Ze kon hem beter naar zijn huis brengen en zorgen dat hij geen domme dingen deed waar hij later spijt van zou krijgen, Héél veel spijt, want ze wist hem te vinden.
    Toen Mitchell nog niet een paar stappen van haar verwijderd was kwam hij terug gewankeld. "Mitchell," begon Daenerys en liep al naar hem toe om met hem mee te lopen, maar ze stopte toen ze zag hoe hij zich via de muur op de grond liet zakken. Ze zuchtte zachtjes, tilde de rok van haar jurk iets op en hurkte bij hem neer. "Kom op Mitchell," zei ze nu iets vriendelijker, "wees een beetje een vent." Ze pakte zijn arm en met een hoop gedoe wist ze hem staande te krijgen en ook zo te houden. "Kom, ik breng je naar huis. Dan kan je lekker op bed liggen en wie weet maak ik wat te eten voor je, hoe klinkt dat?" Daenerys hoopte vurig dat de lieve woordjes hun verwachte effect zouden hebben, want ze vond het verschrikkelijk zich zo voor te moest doen. Zo was ze niet. Ook had ze geen idee hoe ze met dronken mensen om moest gaan, meestal friemelde ze wat informatie los en vertrok dan weer, of eerder wanneer ze vervelend werden. Dat kon nu niet. Ze had altijd al gevonden dat mannen zich ook als echte mannen moesten gedragen, een beetje ballen moesten tonen. Daenerys had een grote afkeer voor mannen die zich zielig voordeden, enkel om de aandacht van vrouwen te krijgen. Al was dit nu niet het geval met Mitchell, maar hij was wel zo stom geweest om zichzelf lam te zuipen en dat maakte haar wederom pissig.
    Daenerys besloot de achterstraatjes te nemen en ondersteunde Mitchell terwijl hij met haar mee strompelde. Af en toe mompelde hij wat, maar ze had besloten hier geen aandacht aan te geven, bang dat ze hem enkel toe zou snauwen. Daarom hield ze haar lippen op elkaar geperst en hield haar ergernissen voor zichzelf. Hoe verder ze van de festiviteiten vandaan raakte hoe zachter de muziek klonk. De rust was een welkome verrassing, net zoals de koele bries die ze hier voelde. Gelukkig had ze besloten niet de hoofdstraat te nemen, normaal gesproken zou het sneller geweest zijn, maar met deze drukte waren ze vast niet ver gekomen. Toen Mitchell voor de zoveelste keer leek te willen gaan zitten zuchtte ze, "Kom op Mitchell, we zijn er bijna, echt waar." Deze keer was het, in tegenstelling tot de vorige keren, echt waar. Ze hoefden enkel nog de hoek van de straat om. Tot haar grote opluchting stonden ze uiteindelijk inderdaad voor zijn huis en Daenerys keek Mitchell aan. "Heb je de sleutel?" Toen ze geen fatsoenlijk antwoord kreeg voelde Daenerys in zijn zakken, maar ze vond niks. "Ik mag hopen dat je die niet kwijt geraakt bent," mopperde ze. Dit bracht haar op het idee dat hij de sleutel misschien thuis vergeten was en toen ze aan de deurklink voelde leek deze inderdaad niet op slot. Het slot was stuk zag ze nu ook. Daenerys liet Mitchell los en probeerde de deur verder open te duwen, toen dit niet ging gebruikte ze haar lichaamsgewicht waarna de deur eindelijk mee gaf. Zwijgend nam ze Mitchell mee naar binnen en duwde de deur weer dicht. Ze was nog nooit bij Mitchell thuis geweest. Toen ze het kleine halletje uitliep kwam ze direct in de woonkamer met kleine keuken, ze loodste Mitchell richting de enige deur die ze zag en dit was inderdaad de slaapkamer. "God zijn dank," mompelde ze en dirigeerde Mitchell naar zijn bed. "Wil je nog iets?" vroeg ze en nog voordat hij de kans had te antwoorden: "Wacht, ik haal wel wat water." Daenerys liep naar het kleine keukentje en nadat ze verscheidene kastjes had opengetrokken had ze een glas gevonden en vulde dit met water. Terwijl ze dit deed gaf ze zichzelf even rustig de tijd rond te kijken, nu ze hier toch was moest ze bekennen dat ze altijd al nieuwsgierig was geweest waar en hoe Mitchell nou woonde. Nadat ze haar ogen flink de kost had gegeven liep ze terug naar de slaapkamer. "Hier," ze overhandigde Mitchell het glas water en ging op een krukje zitten. "Dus.." begon ze na een lange stilte, "was ze echt de dochter van de hoge pief?" Ze was niet van plan hem alleen te laten, voor hetzelfde geld vertrok hij weer de feestvreugde in om alles rond te bazuinen, dus kon ze net zo goed proberen alsnog wat informatie van hem los te krijgen nu ze hier toch was. Daenerys schopte haar schoenen met hakken uit en maakte haar haren los, ze haalde er kort haar handen doorheen en richtte toen haar aandacht weer op Mitchell.

    [ bericht aangepast op 25 mei 2013 - 9:25 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Vilkas Alexander Pace
    “Mensen aanspreken met u is een beleefdheidsvorm,” zei ze. “Dat zou u ook eens moeten proberen. De meeste dames kunnen dat wel waarderen.”
    Ik was niet echt in de moed om op zoek te gaan naar een ‘dame’, – ik had niet zo op van die tutjes die bang hadden om hun handen vuil te maken. Ik wilde iemand die kon helpen en waar je iets mee kon aanvangen, niet een luie koe die enkel wat om haar haar gaf – maar ik zou de tip onthouden.
    “En om uw vraag te beantwoorden,” ging ze verder na me onnodig op mijn plaats te hebben gezet. “Waarom u hetzelfde zou doen: mijn broer zoekt mij, omdat ik eigenlijk de avond door zou moeten brengen met hem en zijn vrienden. En niet om slecht te spreken over mijn broer, maar hij is echt ontzettend vervelend en zijn vrienden zijn zelfs nog erger. Even bij ze zijn vind ik niet zo erg, maar ik zit niet liever niet de hele avond aan ze vastgeplakt, vandaar dat ik er vandoor ben gegaan. Toen ik net bij u en uw vriendin stond hoorde ik hem mijn naam roepen en moest ik weg zien te komen, daarom trok ik u mee. Mag ik trouwens vragen waar u heeft leren dansen? U kan het erg goed.”
    Mijn blik werd nogal kil van haar woorden. “Dat is ook niet erg aardig,” mompelde ik meer tegen mezelf dan tegen haar. Ik snapte haar heus wel, maar dan kon ze dat toch ook gewoon zeggen. In plaats van een hele commotie te maken door me helemaal mee te sleuren terwijl ik nog een biertje wilde bestellen. “En ik heb mijn hele leven in de The Royal Oak gewerkt – een plaats waar ú waarschijnlijk nog niet geweest bent - reizigers vinden het leuk om te dansen. Ik ben meestal de persoon die mee op de dansvloer wordt getrokken.”
    Ik had de ‘u’ overdreven uitgesproken, gewoon door haar opmerking. Volgens mij was ze inderdaad nog nooit in de herberg geweest, anders had ik haar waarschijnlijk wel herkend, maar ze zag er dan ook niet bepaald uit alsof ze eigenlijk iets meer deed met haar leven dan ‘de dame die het hoog in haar bol heeft’ uithangen. Ze leek me niet echt iemand die genoot van het leven en erg aangenaam om mee te praten was ze ook niet. Maar dat kwam vooral om dat haar ge-u me stoorde.
    Ik trok haar mee in een draai en danste nog verder met haar, tot de muziek abrupt stopte en ik haar losliet. “Ik sta alweer droog,” meldde ik haar. “Wil je ook wat te drinken?”

    [ bericht aangepast op 25 mei 2013 - 16:49 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Evelyn Gabriela Delavey - 20/121 - 3e rang

    'Het is geen reden om zo bruut en onbeschoft je er mee te gaan bemoeien,' Zei Alice, maar echt boos klonk niet. 'Het zijn enkel geruchten die ik heb opgevangen, meer niet,' Evelyn knikte. Cedric grinnikte even. Evelyn draaide even met haar ogen naar hem, maar richtte zich toen weer op Alice. 'Het spijt me van mijn onbeleefdheid,' Verontschuldigde Evelyn tegen Alice. Ze was inderdaad onbeleefd. De woorden 'het spijt me' kwamen niet zo snel uit haar mond. Het was vrij zeldzaam om het van haar te horen. Ze zei het ook alleen als ze het meende.
    Te bedenken dat ze vroeger hartstikke beleefd was en alle regels wist. Misschien was het handig om ze een keer weer toe te passen als ze ging praten met anderen.
    ' Zijn het alleen dezelfde geruchten of zit er nog meer specifieke informatie? Zoals namen, datum, kenmerken van uiterlijk?' Vroeg ze dit keer met een wat vriendelijker stem en minder kill. 'Met dit gezegd te hebben,' Zei Cedric opeens. Hij boog naar haar toe en pakte haar hand.
    Tot grote verbazing kuste hij haar hand. Dat was Evelyn niet gewend. Het deed haar gek genoeg denken aan haar verloofde, toen ze er nog één had. Daniel Stephen Lawson was zijn volledige naam. Die naam vergat ze nooit. De verloofde waar ze nog nooit verliefd op was geweest. In de tijd waar zij nog mens was en nog van de wereld kon genieten. En ze ook een stuk beleefder en socialer was. Echt genieten van de buitenwereld kon ze niet, want overdag is er een zon die je graag levend wil verbranden. Of ze het miste? Niet echt, want ze was allang gewend geraakt aan haar 'nieuwe' leven. Die al honderd jaar doorgaat. Alleen de zon miste ze. Ze wilde de warmte voelen zonder levend te verbranden.
    'Gegroet, vrouwe,' Zei Cedric met een slinkse glimlach en ging weer rechtop staan. Evelyn trok opgelucht haar hand terug. Ze hielt niet zo van fysiek contact. Sommige vrouwen zoude vallen voor zijn charmante begroeting en uiterlijk, maar Evelyn deed het niet veel. Ze was er enigszins immuun voor.
    'Erg veel zin in actie zo te merken,' Grapte hij. 'Actie is altijd leuk ,' Zei ze terug met een kleine glimlach en ze keek hem aan. Zijn witte haar viel erg op, maar zijn huid was ook erg bleek. En Evelyn dacht dat haar huid bleek was. Hij was net gekleed.

    [ bericht aangepast op 25 mei 2013 - 19:48 ]


    “You want weapons? We’re in a library! Books! The best weapons in the world!” ~The Doctor

    Mitchell Giacomo Bianchi ~ Rebel
    Hij had gehoopt dat ze al weg was gegaan en hem had achtergelaten op de grond. Hij hield er niet van om in gezelschap van haar te verkeren nu hij zich aardig beroerd ging voelen. Pas als hij gestopt was met drinken voelde hij de negatieve gevolgen pas echt goed. Hij hoorde haar wel zijn naam noemen maar negeerde het. Net zoals hij haar zogenaamd lieve woordjes het liefst wilde negeren toen ze bij hem neerknielde. Hij wilde op dit moment gewoon op de grond blijven zitten en verder nergens aan denken, hij wilde gewoon even niet lopen, en werkte dan ook niet echt heel erg mee toen ze hem van de grond trok. Als zij er niet was geweest om hem van de grond de halen , was hij hoogstwaarschijnlijk in de ochtend wakker geworden in ditzelfde steegje. Hoewel hij er haar op dit moment niet voor dankbaar was, zou hij dat wel zijn als hij weer nuchter zou zijn. Hij antwoordde niet op wat ze zei maar kreunde toen ze hem mee sleepte door de straten. Zijn ogen flitsen heen en weer toen hij merkte dat ze door de achterafstraatjes aan het lopen waren. Hij wist best dat dit de kortere route was, maar vroeg zich af of Éowyn ook wist in wat voor een buurt hij woonde, daar wilde je liever niet door dat soort straatjes lopen. Af en toe murmelde hij wat, onbewust, het was vooral onzin. Het ging over de meest uiteenlopende dingen als dat hij vond dat haar haar beter los stond, tot de constatering dat hij een gat in zijn schoen had. Hoewel hij haar hulp liever niet wilde en haar niet te veel als steunpaal probeerde te gebruiken, moest hij af en toe wel op haar leunen. Hij hield er helemaal niet van dat ze samen met hem naar zijn huis liep. De wandeling die hem normaal gesproken maximaal 5 minuten kostte, leek nu een eeuwigheid te duren. Hij had echter niet door dat ze op een gegeven moment al voor de deur stonden totdat hij het bekende geluid hoorde van zijn krakende deur, die met wat forceren wel open wilde. Hij wilde haar het liefst zo snel mogelijk afwimpelen, maar voelde zich niet goed genoeg om hiervoor te zorgen. Alles liet hij maar een beetje toe. Voordat hij het wist was hij al in zijn slaapkamer aangekomen, dat viel dan toch wel weer mee. Hij wilde Éowyn net vertellen dat ze wel kon vertrekken, maar toen hij zijn ogen weer open deed nadat hij ze even had gesloten was ze alweer ergens anders. Het geluid van stromend water. Hij was op zijn bed gaan zitten met zijn rug tegen de muur aan. Slapen was een optie, maar met zoveel geluiden kon hij niet slapen. Het moest helemaal stil zijn en donker voordat hij kon rusten. En dat was het niet, want hij irriteerde zich nu al mateloos aan de buren. De baby kon weer eens zijn mond niet houden en krijste aan één stuk door, dit geluid, in combinatie met de stemmen van de ruziënde ouders, was het enige wat hij kon horen en waar hij aan kon denken. Hoewel hij het probeerde te negeren irriteerde het hem mateloos. Hij stond op uit zijn geïmproviseerde bed, wat bestond uit een paar lagen isolatiemateriaal, schuim, op elkaar, en een laken eroverheen, om naar het raam te wankelen. Met wat moeite wist hij dit open te krijgen. “Houuu je kop dicht!” schreeuwde hij richting zijn buren, die het ongetwijfeld zouden horen. Tot zijn verbazing was de baby op slag stil, het raam deed hij ruw dicht. Toen hij weer op het bed zat was Éowyn er weer. Ze had een glas weten te vinden, wat op zich best knap was. Zijn huis was klein, alleen de woonkamer was vrij groot maar leeg. De keuken was de ruimte waar hij het liefste kwam, ondanks dat deze klein was bevond er hier zich alles wat hij nodig had. Er waren aardig wat kastjes, waarvan de meeste echter leeg waren. Er lagen een paar kookboeken op het aanrecht, waarvan de meeste Italiaans waren. Verder had hij nog wel wat keukengerei waarmee hij zich kon redden. De andere ruimtes van het huis vielen tegen. Hij had geen kachel of iets van warmtevoorziening, geen tapijt, geen behang aan de muur wat echter ook wel zo zijn charme had, geen tafel maar wel een paar stoelen. In de slaapkamer had hij zijn kleren wel netjes in een kast liggen en stond een gegraveerd doosje met de weinige echt persoonlijke bezittingen die hij had. Het was een doosje waar hij in kon kijken en dat meteen zijn verleden en afkomst vertelde, een foto van zijn vader en moeder die hem kostbaar was, een foto van zijn oom, en 2 foto’s van zichzelf vroeger en nog wat dingetjes die hij van zijn familie had gekregen of uit Italië kwamen. In de woonkamer lagen de spullen nogal ongeordend. Hier en daar lagen kranten, in een hoek lagen allemaal boeken opgestapeld, maar ook wat op de grond opengeslagen. Ze gingen over de wetenschap tot filosofie en reizen. Hij had enkele pogingen gedaan om het huis iets meer zijn huis te maken, door altijd bloemen in de woonkamer neer te zetten, wilde echt wat doen aan het krakende laminaat en andere klusjes in het huis opknappen, maar het was niet verder dan de bloemen gekomen, veel geld had hij bepaald niet. Het enige wat ze uit zijn huis konden stelen met enige waarde, waren misschien zijn kleren, vandaar dat hij het slot ook maar achterwege had gelaten, ondanks dat de buurt als onveilig bekend stond. Zijn ogen gingen even van het glas water naar Éowyn. “Dankje” wist hij nog aardig goed uit zijn mond te krijgen, al had hij niet de behoefte om ook maar één slok van het water te drinken. “Je kahan behest naah je eigen huiz gahaan” zei hij tegen haar, een subtiele hint voor dat hij graag wilde dat ze wegging. Hij hoopte dat ze niets tegen hem ging zeggen, maar ze begon te vragen naar de jongedame waar hij mee was geweest. Hij knikte alleen maar. “Jehe mag zelff geloven wat je wilt” zei hij tegen haar, hopend dat zijn vage antwoord ervoor zou zorgen dat ze geen zin meer in hem had en weg zou gaan. Aan de andere kant vond hij het stiekem wel fijn dat ze er was, dat hij iemand had om tegenaan te praten terwijl hij zich niet goed voelde, want slapen zou hij niet snel kunnen. "Heb je noch gekregen wahat je wilide van die bekende van je?" vroeg hij aan haar, waarmee hij doelde op het moment dat ze plots even iemand tegenkwam en iets leek te moeten regelen. Tenminste, dat had hij gedacht, want hij vond Éowyn echt een persoon om op feesten zelfs nog dingen te gaan regelen, ze was niet zo iemand die 'gewoon een gezellig praatje' zou maken. Nu ze hier was kon hij toch niet anders dan tegen haar aan praten, en het was zijn manier om het gesprek hopelijk op een ander onderwerp te brengen. Zijn ogen gingen even naar het raam, waardoor hij niets meer dan een vage vlek duisternis kon zien. Enig tijdsbesef had hij niet, maar hij hoopte dat hij nog dat hij deze dag nog wat kon slapen, want het werk in zijn bakkerij begon vroeg en hij was niet van plan om ook maar een halve dag vrij te nemen.

    Jammer dat ze in die tijd nog geen platenspeler hadden, anders had die nog in de woonkamer gestaan met een verzameling platen x3

    [ bericht aangepast op 25 mei 2013 - 20:09 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    Lucas Nilsson || Neutraal

    "Tuurlijk wel, anders blijf ik met een schuldgevoel zitten," reageerde ik op de woorden van het meisje nadat ik had voorgesteld om een nieuwe jurk voor haar te kopen. Geld was niet echt een probleem, ik wist alleen totaal niet welk soort jurk ze mooi vond. "Maar dan moet je wel mee om te kiezen. Ik ben niet echt goed met jurken." De onschuldige grijns verscheen weer op mijn gezicht terwijl ik mijn aandacht terug op de bloemen richtte en probeerde een manier te vinden om ze nog te redden. Het meisje dat er bij was komen staan, had ik niet echt een blik waardig gekeurd daar ik veel te druk bezig was geweest met me een tikkeltje zorgen te maken over de bloemen. Ze zagen er echt niet goed uit tussen dat bier en ergens was hij bang dat ze niet meer te redden vielen. Misschien als ze echt snel zouden zijn en ze even in water konden leggen of iets dergelijks. "Sorry Lisa, but we have to go. Je mag best meekomen om te helpen als je wilt.” Voor een moment richtte ik mijn bruine ogen op het meisje dat erbij was komen staan voordat hij de dame met de bloemen meesleurde voordat ze zichzelf fatsoenlijk had kunnen voorstellen. “Elizabeth, leuke naam.” Het was een naam die hij al wel een paar keer was tegengekomen, maar dat maakte hem er niet mooier op. Het feit dat zoveel mensen zo noemden, maakte alleen maar duidelijk dat hij niet de enige was die het een best mooie naam vond. Even zwaaide ik naar het oude vrouwtje dat achter de kraam zaten duwde even een paar mannen, die iets te diep in het glas gekeken hadden, aan de kant zodat we erdoor zouden kunnen. “Ik ben verantwoordelijk voor het ruïneren van de bloemen die Elizabeth voor u geplukt had, dus ga ik ze ook proberen te redden.” Gaf ik als uitleg terwijl ik naast het vrouwtje ging staan en begon te zoeken naar een pot of iets dergelijks waar de bloemen misschien in konden. Een frons verscheen op mijn gezicht toen ik niets bruikbaars vond en met een soepele beweging stond ik terug recht en draaide me al om naar de mensenmassa terwijl ik even op mijn tippen ging staan. “Ik ben zo terug.” Verzekerde ik iedereen voordat ik me terug tussen de mensen begaf en richting de drankkraam liep. Met moeite wist ik me tussen de mensen door te wurmen en was bijna vooraan in de rij toen iemand me een stomp in mijn gezicht gaf met de mededeling dat ik niet voor mocht dringen. Met mijn hand tegen het stuk huid onder mijn oog gedrukt, probeerde ik uit te leggen wat er juist gebeurd was, maar kreeg de man toch niet zover om me verder te laten lopen. Met een van pijn vertrokken gezicht liep ik terug achteruit om met een wijde boog naar de achterkant van het kraampje toe te lopen. Zachtjes tikte ik op de schouder van een van de mensen die achter het kraampje stonden en vroeg naar een emmer gevuld met water. Met een argwanende blik werd de emmer in mijn handen gedrukt waardoor ik mijn beide handen om het ding moest klemmen omdat het anders op de grond zou kletteren. De plaats waar de vuist van de man contact had gemaakt met mijn huid zou waarschijnlijk wel blauw worden, al zag je het niet zo heel goed doordat het redelijk donker was. Alleen als ik in het licht zou staan, zou het te zien zijn. Zo snel mogelijk haastte ik me terug naar het kraampje van de oude vrouw en zette de emmer op de grond neer. “Misschien zijn ze nog te redden als we ze wat afspoelen met water?” De kloppende pijn aan mijn oog zorgde ervoor dat ik mijn hand er terug tegenaan drukte, hopend dat het dan misschien iets minder pijn ging doen.


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Haha, platenspelers waren wel awesome geweest (:

    Daenerys Éowyn Frey ~ Rebel.
    "Jehe mag zelff geloven wat je wilt," antwoordde Mitchell op haar vraag en Daenerys liet onwillekeurig een geïrriteerde zucht. Waarschijnlijk moest ze wachten tot morgen voordat ze de informatie kreeg, als hij dan niet kotsend en kreunend in zijn bed lag, zijn kater vervloekend. Ze wilde opstaan om gewoon een beetje rond te snuffelen in zijn huis, hij was haar immers een boel verschuldigd, toen hij plots toch nog een zinnelijke vraag leek te kunnen stellen. Ze was een paar seconden stil, overrompeld door zijn plotseling vraag, voordat ze antwoordde: "Ja. Ja, dat heb ik gekregen." Terwijl ze het zei drong de betekenis van de woorden tot haar door. Vloeken deed ze niet, dat was namelijk iets wat ze uiterst onvrouwelijk vond, maar anders had ze het zeker gedaan. Ze had beloofd het vanavond nog langs te brengen en Daenerys kwam altijd haar beloftes na. Haar blik schoot van Mitchell naar de deur terwijl ze de keuzes die ze had afwoog. Uiteindelijk stond ze op en keek Mitchell aan, "Mitchell, ik moet even weg, het is belangrijk en ik wil dat jij hier blijft.. Oké?" Hoewel het een vraag was, kwam het eruit als een bevel. Gauw trok ze haar schoenen weer aan. Eigenlijk liet ze hem niet graag achter, maar waarschijnlijk kwam hij anders met zijn dronken benen toch niet ver. Daenerys keek nog één keer naar Mitchell achterom toen ze zijn slaapkamer uitliep. Ze zou waarschijnlijk 20 minuten wegblijven, een half uurtje hooguit en er zou weinig zijn wat Mitchell in die tijd kon uitspoken. Toch?
    Daenerys was bijna bij de deur toen ze zich iets bedacht en gauw liep ze naar Mitchell's kleine keukentje. Ze trok verschillende lades open en pakte uiteindelijk een klein maar scherp mes en stopte die in het leren buideltje dat ze om haar middel droeg. (Ik had geen idee waar ze haar spullen moest bewaren, zoals muntstukken enzo, haha). Tevreden liep ze naar buiten. Alhoewel ze zelf ook in een redelijk gevaarlijke buurt woonde vond ze het niet prettig 's avonds alleen door de stille straatjes te lopen. Op de heenweg had ze het ook al ontzettend vervelend gevonden, maar ze had de gok nou eenmaal moeten nemen.
    Daenerys was al gauw bij haar thuis, zijzelf woonde immers ook in een buurt met een slechte naam. Men sprak er wel eens over als de Schaduwbuurt, maar zijzelf vond haar plek perfect. Het lag immers erg centraal, het was dicht bij de Zwarte Markt en de Hoofdstraat. Het bos was helaas wat verder lopen, maar daar had ze genoegen mee moeten nemen. Ze opende de deur en kwam vervolgens terecht in een smal gangetje. Zwijgend liep Daenerys de trap op die luid protesteerde onder haar gewicht.
    De ruimte die ze huurde bestond uit een kleine woonkamer, gecombineerd met een kleine keuken waar ze vrij weinig te vinden was. Liever at ze buiten en dat was vanwege twee redenen. Ten eerste was ze een ramp in koken en ten tweede at ze liever in het openbaar, zodat ze informatie kon verzamelen en kon onderhandelen. Haar leven stond in het teken van haar werk en dat vond ze prima zo.
    Daarnaast had ze een klein kamertje waar haar grote trots stond, een bed. Een écht bed. Twee jaar geleden had ze immers één van haar beste deals afgesloten met een timmerman en dat had haar een prachtig bed opgeleverd. Het was simpel, maar het was een luxe om een echt bed met een echt matras te hebben. Uitslapen was immers één van haar andere hobby's, ze moest bijna wel aangezien ze vaak tot in de late uurtjes werkte, Voor de rest zag haar huis er vrij schoon en onpersoonlijk uit, alsof er niemand woonde. Het was niet alleen dat ze er weinig voor voelde persoonlijke bezittingen uit te stallen in haar huis, het was vooral het gebrek eraan. Toch vond ze het niet iets om, om te treuren en er zou nooit iemand zijn die het te zien zou krijgen. Of beter gezegd, het gebrek eraan zou zien. Iemand uitnodigen bij haar thuis was iets wat ze nog nooit gedaan had, zo af en toe kwam er een boze klant aan de deur, maar daar bleef het bij en daar was ze blij mee.
    Daenerys liep naar haar slaapkamertje en hurkte neer bij een kistje die ze in haar kast had geplaatst, ze haalde er de pelsen van de hazen uit en stopte die zorgvuldig in haar leren buideltje.
    Eenmaal buiten sloot Daenerys zorgvuldig de deur en bedacht zich dat ze deze keer wel door de Hoofdstraat zou moeten. Julian woonde een flink eind verderop en de straatjes binnendoor zouden een te grote omweg zijn. Dit vooruitzicht zorgde er al gauw voor dat haar humeur daalde toen ver onder het vriespunt en zo kwam het dat ze nijdig door de feesten mensen door liep. In gedachten maakte ze een aantekening voor zichzelf, geen beloftes meer.
    De zaak van Julian's straat zat midden in de Hoofdstraat, een perfecte plek voor een zaakje en het was dan ook bij bijna alle dorpelingen bekend. Zelf kwam ze er ook regelmatig, want ondanks dat ze zichzelf niet toestond te feesten, zag ze er wel altijd graag verzorgd uit. Lelijke, vieze en kapotte kleding vielen daar zeker niet onder.
    Daenerys leverde de pelsen af bij Julian's vrouw, nam het bedankje in ontvangst en liep toen zo snel als ze op haar hakken kon terug naar Mitchell's huis.
    Ze liep eerst nog twee keer fout in het donker voordat ze zijn huis weer gevonden had en de deur met wat geweld openduwde. "Op hoop van zegen," mompelde ze terwijl ze richting de slaapkamer liep. Ze had een groot probleem als ze Mitchell weer kwijt zou zijn en deze keer had ze écht geen zin om hem te gaan zoeken.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Bran --> Maniae


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Lexus -> Florentina

    Maar dat hadden een aantal van jullie al wel door.
    & deze keer niet zo'n grote post.


    Mitchell Giacomo Bianchi ~ Rebel

    Hij staarde een beetje voor zich uit en telde af en toe de vlekken die voor zijn ogen kwamen. Zelfs de muur leek plotseling niet meer recht te zijn, maar af en toe heen en weer te deinen. Hij wist toch zeker dat die muur ooit recht had gestaan, en kon zich verbazen over het feit dat hij zelfs in zo’n recht vlak een gevaarlijk iets kon zien, dat hem zou kunnen vermorzelen als hij niet zou oppassen. Hij keek Éowyn even aan toen ze zei dat ze had gekregen wat ze wilde. ‘Mooi’ had hij nog gezegd. Hij wilde net zijn ogen weer dichtdoen toen ze plots wat zei wat zijn aandacht wekte. Ze zou even weg gaan, had hij wat laat begrepen, maar hij had de dicterende toon in haar stem duidelijk gehoord. Ondanks die dicterende toon was hij wel opgelucht dat ze weg zou gaan. Grote kans dat ze toch niet meer terug zou komen, daar had hij ook geen zin in. Hij hoorde haar voetstappen nog een tijdje, het geluid van de hakken die ze droeg was niet te negeren. Een tijdje bleef hij nog voor zich uit staren, zonder wat te doen. Het irriteerde hem om niets te doen, ook al voelde hij zich belabberd. Lucht, daar had hij behoefte aan, en dus klom hij uit zijn bed, waar hij toch niet lekker op kon liggen als hij misselijk was. Het raam had hij dicht gedaan, en het kostte hem dan ook weer een paar pogingen om het open te krijgen. Gelukkig lukte het hem uiteindelijk wel, bijna was hij zover geweest dat hij het raam met zijn blote vuist zou kunnen inslaan. De eerste inademing was hemels, hij had het echt te benauwd. Zijn benen sloeg hij over de rand van het raam, zodat in het raam kon zitten, met zijn benen heen en weer bungelend. Hij besloot om op het dak te gaan zitten, zoals hij wel vaker deed, vooral in de avonden waarop de sterren goed aan de hemel te zien waren of de volle maan zich liet zien. Dit keer ging het echter niet helemaal zo soepel zoals hij gewoonlijk op het dak terecht zou kunnen komen. Zijn evenwicht bewaren was een stuk lastiger en hij moest zich dan ook even door de knieën laten zakken om met één hand op het dak te steunen. Hij wist echter toch heelhuids op het dak terecht te komen en bleef zo een tijd zitten, de frisse lucht inademend. Na een tijd had hij het wel weer gezien en wist hij met moeite terug in het raam te klimmen. Op dat moment hoorde hij het geluid van de klakkende hakken weer, in zijn slaapkamer. Hij klom van het raam in zijn kamer en sloot het ding, wonderbaarlijk genoeg kostte dit hem niet meer dan één poging. Hij had een wenkbrauw opgetrokken toen hij haar verschijning ook echt zag, en constateerde dat hij zich het geluid van de klakkende hakken niet had ingebeeld. Vervolgens was hij op zijn bed gaan zitten met zijn rug tegen de muur en staarde hij een beetje voor zich uit. Het deken had hij over zich heen getrokken, nu begon hij het toch weer koud te krijgen.

    [ bericht aangepast op 27 mei 2013 - 20:28 ]


    Aan niets denken is ook denken.